Motievenkaart artikel

2

Click here to load reader

description

Een van de beter artikelen in mijn magazine.

Transcript of Motievenkaart artikel

Page 1: Motievenkaart artikel

Er zijn voor mij verschillende redenen om het vak

van basisschoolleraar te gaan beoefenen. Die

redenen zullen ook voor iedereen verschillen.

Voor de een is het een roeping, de ander gaat de

stem van God achterna en weer een ander is

gewoon hartstikke goed met kinderen. Wat

zouden mijn motieven zijn om een

basisschoolleraar te worden?

Wat voor mij een zeer grote rol heeft gespeeld is

het enthousiasme van de leraren waarvan ik in mijn

jeugd jaren les heb gehad. Ik heb van juffen en

meesters les gehad die allemaal heel erg van elkaar

verschilden maar een ding gemeen hadden; hart

voor het vak. Ze waren enthousiast, en mede door

dat enthousiasme maakte ze ons enthousiast voor

de lesstof, maar ook voor veel dingen daarbuiten.

Zo was mijn meester in groep 8 een natuurfreak

met zelfs zijn eigen stukje bos. Hier gingen we

heen, vogelhuisjes ophangen. Wanneer de lente in

volle glorie was zijn we met de hele klas stilletjes

weer dat stukje bos in gegaan, om te gaan kijken of

onze zelf getimmerde vogelhuisjes bewoners

hadden gekregen. Op deze manier maakte mijn

meester ons niet alleen enthousiast voor natuur

maar ook voor alles daarom heen. Het werd een

groot project; huisjes timmeren, ophangen, van te

voren speculeren en bestuderen welke vogels er in

onze huisjes zouden kunnen komen. Maar

natuurlijk was kwam het spannendste op het laats,

kijken of onze vogelhuisjes echt vogelbewoners

hadden gekregen.

Maar voor mij was dat niet de enige reden om te

besluiten het basisonderwijs in te gaan. Zo leek mij

het veel leuker om met mensen – en vooral met

kinderen – te werken dan op kantoor achter een

computer te zitten. Mezelf kennende zou ik daar

doodongelukkig van worden en het na drie weken

al voor gezien houden. Door lekker actief met

mensen bezig te zijn en ze ook nog iets te leren en

ze verder te helpen in onze maatschappij, krijg ik

veel meer voldoening van mijn werk. Dat het

daarnaast ook nog gewoon hartstikke leuk is om

met kinderen te werken, ze te zien opgroeien en

dingen met ze te mogen beleven in het dagelijks

leven is daarbij mooi meegenomen.

Ze dat rugzakje met de goede

ingrediënten en vaardigheden

mee te geven waar ze later

ook daadwerkelijk wat aan

hebben

Natuurlijk zijn er ook altijd reden waarvan mensen

denken dat juist dat je motieven zijn om het

onderwijs in te gaan. Voor mij viel een van de nogal

ouderwetse motieven af; het motief om aanzien in

een dorp te krijgen van de mede dorpsbewoners. Ik

hoef geen aanzien voor het werk wat ik doe. Daar

ben ik totaal niet op uit. Het is niet meer als

vroeger dat je een aantal figuren had rondlopen

binnen een dorp dat erg toonaangevend was. Dit

waren dan meestal de arts, de pastoor, de bakker

en dikwijls ook de onderwijzer. Voor mij is het dat

ik een leuk vak wil gaan beoefenen waarbij ik met

leuke, jonge mensen kan omgaan.

Dat met jonge mensen omgaan is nog een

motivatie om leraar te worden. Ik vind het heerlijk

om met kinderen en jonge mensen om te gaan, om

ze dingen te leren die ze nog niet weten en waar ze

echt iets aan hebben. Om ze te begeleiden naar

een goede toekomst, ze dat rugzakje met de goede

Page 2: Motievenkaart artikel

Je mag als leerkracht deel uit

maken van een stukje

ontwikkeling en opvoeding

van een kind. Dat ik daar aan

kan bijdragen is voor mij een

van de belangrijkste drijfveren

om een leraar op de

basisschool te worden

ingrediënten en vaardigheden mee te geven waar

ze later ook daadwerkelijk wat aan hebben. Door

onderwijs te verstrekken ben je niet alleen

continue bezig met het onderwijzen van de

kinderen of jongeren waar je zorg voor draagt, je

bent ook bezig met het creëren van een groep, een

‘wij-gevoel’ voor een voltallige klas. Het is niet

alleen tafels en rijtjes leren. Je mag als leerkracht

deel uit maken van een stukje ontwikkeling en

opvoeding van een kind. Dat ik daar aan kan

bijdragen is voor mij een van de belangrijkste

drijfveren om een leraar op de basisschool te

worden. Dat de leerlingen over 15 jaar nog steeds

zeggen “Zo, die meester Koen, daar heb ik nog eens

wat aan gehad”.

Natuurlijk zijn er voor mij nog een aantal andere

motieven te ontkrachten waarom ik het

basisonderwijs in wil, want natuurlijk wil ik niet om

elke reden of motief het onderwijs in. Ik zal er nog

eentje uitpikken. Het gezin van mijn buren bestaat

uit zes mensen. Een vader, een moeder, een zoon

en drie dochters. En eigenlijk draait het om de

dochters, want wat hebben deze met elkaar

gemeen? Eigenlijk meer dan ik op voorhand had

verwacht. De oudste dochter begon na de havo aan

haar studie tot basisschoolonderwijzer. Thuis

raakte de opvolgende zus hier ook mee besmet en

startte ook aan een studie Pabo. Doordat deze

twee zussen samen op de pabo zaten, stages liepen

en vele verhalen aan de keukentafel tussen de

piepers en de pap wisselde werd ook de derde en

laatste zus besmet. De twee oudste zussen zijn al

geslaagd en hebben een mooie baan in het

onderwijs in Drunen gevonden. De jongste zal dit

jaar hoogstwaarschijnlijk slagen en het drietal

compleet maken in het basisonderwijs. Ik ben de

oudste thuis en in de familie en zodoende heeft

niemand mij kunnen besmetten. Dus nu is het aan

mij om de status van de buurt voort te zetten en te

zorgen dat ik mijn twee jongere broertjes ook

besmet met het virus.