MO*magazine 110

34

description

December-editie van MO*magazine 2013

Transcript of MO*magazine 110

Page 1: MO*magazine 110
Page 2: MO*magazine 110

inhoud

De Chinese enIndiase bedrijven

hebben weinig opmet arbeidsrechtenen sociaal overleg.

(Dossier Congo, bladzijde 26)

DECEMBER 2013 - JANUARI 2014

6 � de wereld kortWTO in Bali. Massapaniek. Arabischejeugdwerkloosheid. Corruptie.Landroof in Jemen. Wapenlobby.

10 � baanbreker: terracycle‘Alles is recycleerbaar’

12 � al qaedaAanslagen als nieuw reality-format

14 � euroscepticiZwarte Zondag in Europa

nieuws

6-15tendensen

20-43mensen en verhalen

44-5620 � in beeld: filipijnen

De superstorm

22 � interview madawi al-rasheed‘Het gaat om herverdeling’

26� dossier congo (1)De mijnbouw bloeit, Congo oogst veel te weinig.

32 � dossier congo (2)Hoe Gertler de nieuwe sheriff werd

34 � weet wat u eetMichael Moss over junkfood

38 � wonen in rio de janeiroExclusieve uitdrijving

42 � de affaire-bellirajDe ene juridische waarheid is de andere niet.

44 � in beeld: pakistanMeer dan een dak boven je hoofd

46 � de westelijke sahara‘We zullen nooit accepteren dat weMarokkanen zouden zijn.’

50 � essay door michael de cockDrenkelingen van een lekgeslagen migratiebeleid

54 � portret: osama abdulrasolDe charme van een instrument

3MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

57 � debat 58 � recensies62 � agenda64 � opinie66 � column bruksel

moQservice

57-66

22

26

50

© X

© X

MO*magazine is beschikbaar op iPad. Abonnees kunnen de iPad-versie gratis downloaden en lezen. Niet-abonnees kunnen via deApple-nieuwskiosk een los nummer of een jaarabonnement kopen.Download de MO*-app via de QR-code of via www.mo.be/ipad.

© ©

X

Page 3: MO*magazine 110

� Door en door corrupt. Dat label past nog altijd bij Congo.Staan we in Kolwezi met onze nationale accreditatie als jour-nalist waarop minister van informatie Lambert Mende hims-elf zegt dat we in Katanga mogen werken, dan nog stelt het“stadhuis” van Kolwezi dat ook de provinciegouverneur zijntoestemming moet geven. Ze moeten dus onze accreditatienaar de provinciehoofdplaats Lubumbashi faxen en wij moe-ten hopen dat het geen hele dag duurt voor er antwoord komt.Zoals altijd zijn er in dergelijke situaties twee mogelijkheden:betalen of bellen naar beter geconnecteerden. Zo gaat het ookhier: het juiste telefoontje doet het grote probleem meteen ver-dwijnen. Onze “helper” zal daarvoor ooit iets moeten betalenIk beschrijf dit persoonlijke voorval omdat het relevant is.Iederéén in Congo – Congolees of buitenlander – maakt het-zelfde mee. Op alle niveau’s. Als een burgemeester ons kan

blokkeren, wat vermag een gouverneur of een president danniet? Bovenaan wordt in het groot gefraudeerd: het staatsbe-drijf Gécamines verkoopt mijnrijkdommen onder de prijs.Het Africa Progress Report van Kofi Annan maakte begin ditjaar duidelijk dat de Congolese staat op twee jaar in vijf der-gelijke gevallen 1 miljard euro misliep, meer dan het hele jaar-budget voor zorg en onderwijs samen. Ons dossier maakt dui-delijk dat daar mensen bij betrokken zijn die dicht bij presi-dent Kabila staan.Dat betekent niet dat er sinds de publicatie in 2006 van hetMO*artikel met de fameuze Forrestcartoon niets is veran-derd. De Belgische Forrestgroep is zijn centrale positie verlo-ren – ‘als je het spel niet meespeelt, krijg je het moeilijk’, luidthun commentaar – en het bedrijf belooft anders met kritiek tezullen omgaan: dialogeren, niet procederen. Er wordt inCongo ook veel meer koper geproduceerd in nieuwe fabrie-ken waarin multinationals miljarden euro’s investeerden. Er

is meer transparantie: bedrijven laten weten hoeveel belastin-gen ze betalen – ten minste hoeveel “wettelijke” belastingenze betalen. Mijncontracten worden gepubliceerd zodat defraude nu tenminste zichtbaarder is. En toch, intussen blijftde armoede van miljoenen stuitend. Al bij al haalt Congo veelte weinig uit zijn mijnrijkdom, zegt zelfs het IMF.Kan de koek beter verdeeld worden? Veel Congolezen kijkenmet weemoed naar de tijd dat het staatsbedrijf Gécaminesnog goed werkte, 500.000 ton koper per jaar produceerde engoed was voor de helft van de staatsbegroting. In 2012 produ-ceerden alle private bedrijven samen meer koper maar debegroting profiteerde er veel minder van. Vraag is of multina-tionals die op de beurs hoge rendementen beloven, dezelfdesociale maatschappelijke return kunnen en willen genererenals een staatsbedrijf. Veel Congolezen betwijfelen dat. Alleen,een staatsbedrijf in het huidige Congo zal ook geen succeszijn. Het alternatief is dat een sterke staat en een overtuigdebevolking private bedrijven dwingen tot meer bijdragen. Diesterke staat is niet evident want heel wat politici – zij het nietalle – kruipen in bed met de bedrijven. Vakbonden kreunendat ze tegen politiek en bedrijven samen redelijk machteloosstaan.Ook de media kunnen geen al te grote rol spelen. Ik stelde vastdat zelfs kritische mensen vaak niet af wisten van het AfricaProgress Report. Voor journalisten kan het gevaarlijk zijn omdaarover te berichten. En lokale ngo’s zijn vaak zwak inKatanga. Het is de eerste keer in twintig jaar journalistiekwerk dat lokale ngo’ers 150 euro per dag vroegen om ons deproblemen van de gewone mensen te tonen. Of dat nu isomdat ze amper worden betaald of omdat ze zich als zaken-mensen opstellen, het illustreert hoe kwetsbaar lokale ngo’svoor omkoping moeten zijn.Toch is er geen alternatief: dat zwakke lokale weefsel van vak-bonden, ngo’s, overtuigde politici en moedige journalistenmoet samen met buitenlandse krachten – internationaleinstellingen, media en ngo’s, buitenlandse regeringen –Congo in de goede richting duwen.

VOORWOORD

door John Vandaele

De weg is nog lang

5MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

COMMENTAAR

� ‘Dit is de eerste keer dat Europa binnendringt in de nationale poli-tiek van de lidstaten’, zei voorzitter van de Europese Raad HermanVan Rompuy op 2 oktober, tijdens de jaarlijkse State of Europe-confe-rentie van denktank Friends of Europe. ‘Voor het eerst sinds erEuropese verkiezingen zijn, roept de EU emotie op bij de kiezers.’ De opmerking van Van Rompuy gaat eigenlijk over de vraag hoe groothet eurosceptische legioen in het Europees Parlement zal worden eindmei 2014. Groter dan vandaag, dat dacht de Voorzitter ook wel, maarniet zo groot dat het onmogelijk zou worden door te gaan met hetzelf-de beleid, dezelfde klemtonen en dezelfde antwoorden. Want datbeleid, dat zit fundamenteel goed, daar is Van Rompuy –ten minste inhet openbaar – stellig van overtuigd. En als de kiezer er niet van wilweten, dan moeten de politici de moed opbrengen om te besturentegen de kritiek, afwijzing en scepsis van de kiezers in. Hoe negerenwat het volk wil en toegeven aan wat de financiële elite verwacht eenuiting kan zijn van wat we in Europa het meest zouden moeten koes-teren –de democratie- is alleen aan overbetaalde ambtenaren uit te leg-gen. De voorzitter vergist zich als hij gelooft dat er na de verkiezingenzonder koerswijziging bestuurd kan worden. Alleen dreigt de scepsisvan alle kanten tegelijk te komen, wat het niet makkelijker maakt omte beslissen in welke richting de fundamentele koerscorrectie moetgaan.Toch zal het Europese beleid moeten luisteren naar zijn burgers,anders dreigt de aversie tegen Brussel, die buiten onze landsgrenzenecht stormachtige proporties aanneemt, het hele Europese projectomver te blazen. Dat zou eeuwig zonde zijn, want ook al is de EUgebouwd rond een gemeenschappelijke markt en niet rond gemeen-schappelijk burgerschap, toch zou het verdwijnen of het krimpenervan ook sociaal geen goede zaak zijn. Als de unie vanaf half 2014terug naar af gestuurd wordt, is dat niet alleen de verantwoordelijkheidvan de populisten en enggeestige nationalisten, maar ook van debeheerders van de huidige onbevredigende – om het zacht uit te druk-ken – stand van Europese zaken. In plaats van door te spelen, zou hetorkest beter helpen hozen.

door Gie Goris

Europese koerscorrectie

� Uit de landen van de Arabische Lente bereikt ons weinignieuws dat een mens positief kan stemmen. In Syrië lijkt de tun-nel van geweld geen einde te hebben. In Libië krijgt het centralegezag maar geen controle over gewapende milities en in Jemenis het nog altijd chaos troef. In Egypte heeft de Sisi-gekte alle ver-beelding overschreden. Na de hit Tislam el-ayadi (vrij vertaald‘god zegen de handen’), de Sisi-chocolade én de Sisi-juwelen, iser nu de campagne die generaal Al-Sisi oproept om zich kandi-daat te stellen voor de nog te plannen presidentsverkiezingen.Zelfs de revolutionaire dichter Ahmed Fouad Negm heeft deoproep ondertekend. ‘Want,’ zegt hij, ‘Al-Sisi heeft het land vaneen burgeroorlog gered.’ Ondertussen – in een sfeer van “oorlogtegen terrorisme” – wordt de grondwet aangepast en zijn deschendingen van mensenrechten ontelbaar. Tunesië van zijnkant spartelt nog om het democratische experiment tot een goedeinde te brengen, maar ook daar is niets gewonnen. Niemandkan voorspellen hoe de situatie verder zal evolueren. Instabiliteitis dus het kenmerk van deze periode in de landen van deArabische Lente. En instabiliteit is juist wat de bevolking in derest van de Arabische wereld wil vermijden. Het is ook die verlo-ren stabiliteit waar heel veel mensen in Egypte naar hunkeren.Dat verklaart waarom heel veel mensen aan Al-Sisi vastklampenen in hem de leider zien die het land naar een veiliger toekomstkan brengen. De prijs voor verandering is hoog, te hoog voor heelveel mensen. Veel idealen en dromen zijn dan ook in rook opge-gaan. Misschien lukt het het kleine Tunesië nog om met de min-ste schade deze turbulente periode door te komen en misschienvindt het discours over mensenrechten opnieuw zijn weg naar debevolking. In de mediatieke ophemeling van de nieuwe leider inEgypte, verschijnt een icoon van de revolutie van 25 januari ophet scherm om weer de puntjes op de i te zetten en te waarschu-wen. ‘Democatie brengt de mensenrechten niet’, zei AhmedHarara in een interview op televisie. ‘Het zijn de mensenrechtendie democratie brengen.’ Een licht in de duisternis.

Een licht in de duisternis

door Samira Bendadi

4 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

Iedereen in Congo – Congolees of buitenlander –maakt hetzelfde mee. Op alle niveau’s

Page 4: MO*magazine 110

7MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

de wereld kort

6 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

� Wanneer de handelsdelegaties van meer dan 159 landenbegin december neerstrijken in Bali voor de conferentie van de

Wereldhandelsorganisatie (WTO), wordt het alweer de zesde

poging om de Doha-ronde tot een succesvol einde te brengen.

De onderhandelingsronde werd in 2001 enthousiast gelan-

ceerd om de handel te liberaliseren en de handelsperspectie-

ven van ontwikkelingslanden te verbeteren. Ze liep echter uit

op een impasse.

Mogen we de dreigende taal van de WTO-functionarissen

geloven, dan staat er in Bali heel wat op het spel. Het gaat niet

alleen om de toekomst van de Doha-agenda, maar ook die van

de WTO en het multilaterale handelsstelsel. Blijft de WTO een

plaats waar onderhandeld kan worden of moet de toevlucht

gezocht worden in de meer dan 200 bilaterale en regionale

overeenkomsten die in de maak zijn? Multilateralisten houden

hun hart vast. Zij vrezen dat met dergelijke verdragen de han-

del gefragmenteerd wordt via geostrategische blokken en dat

ontwikkelingslanden hun noodzakelijke afzetmarkten verlie-

zen.

In een poging Bali tot een succesvol einde te brengen, wordt er

dit jaar geprobeerd om alleen het “laaghangende fruit” van de

Doha-agenda te plukken. De EU en de VS hebben hun zinnen

gezet op handelsfacilitatie: het harmoniseren en vereenvoudi-

gen van douane-procedures zodat bijvoorbeeld containers

sneller door havens kunnen of vrachtwagens minder lang

moeten wachten aan een grensovergang. Voorts diende de

G33, een groep van 46 ontwikkelingslanden met India voorop,

een voorstel in om voedsel op te slaan en subsidies voor eigen

voedselzekerheid mogelijk te maken. Volgens eerdere WTO-

afspraken zijn die subsidies te hoog. Het plan stuit op weer-

stand van de VS en Europa, en ook van landen uit de regio

zoals Pakistan, omdat het handelsverstorend zou werken. Een

derde belangrijk agendapunt op Bali is de positie van de Minst

Ontwikkelde Landen.

Met een nieuwe directeur, de Braziliaan Alberto Azevêdo, aan

het hoofd, met een minder ambitieus pakket op de agenda, en

doordat er voor het eerst sinds acht jaar weer een conferentie

buiten Genève wordt gehouden, is het optimisme gegroeid dat

een deal haalbaar is. Maar ook met een akkoord op Bali blijven

de andere, controversiëlere punten van de Doha-agenda onop-

gelost én blijft de noodzaak groot voor de WTO om zich aan te

passen aan de uitdagingen van de 21ste eeuw. Desalniettemin

zal herstel van het broodnodige onderling vertrouwen in elk

geval een begin zijn. (Selma Zijlstra)

� De voorbije jaren is de jeugdwerkloosheid in Arabische landen

aanzienlijk gestegen. Ongeveer één op de vier jongvolwassenen is

er werkloos. Het Amerikaanse consultancybedrijf McKinsey bere-

kende dat de Arabische staten daardoor 37miljard euro per jaar

verliezen. Een belangrijke oorzaak voor de werkloosheid is het

onderwijs dat niet is afgesteld op de noden van de arbeidsmarkt.

‘De Arabische wereld heeft meer universiteitsdiploma’s geprodu-

ceerd dan het kan gebruiken’, klinkt het bij de Universiteit van de

Verenigde Naties (UNU).

De jaarlijkse Arabische Jeugd Enquêtes van pr-bureau Burson-

Marsteller tonen aan dat sociaal-economische eisen steeds belang-

rijker worden. De economie en de stijgende levenskost zijn de

voornaamste kopzorgen van de Arabische jeugd van vandaag.

Voorheen prijkten democratie en mensenrechten bovenaan het

lijstje. Soms leidt de situatie tot excessen. Tot wanhoop gedreven

door hun uitzichtloze economische situatie plegen jonge

Arabische mannen zelfmoord –zoals de Tunesiër Mohammed

Bouazizi hen voordeed. Zulke incidenten krijgen doorgaans wei-

nig media-aandacht.

Een jonge bevolking – zoals in de Arabische landen – gecombi-

neerd met een economische recessie veroorzaakt volgens de

Wereldbank sociale en politieke instabiliteit. Dat vele werkzoeken-

den dan ook nog eens universitaire diploma’s hebben en hopen op

een goede baan, levert een echt “rampenrecept” op. Waarnemers

stellen dat dit de voornaamste oorzaak van de Arabische Lente is.

Het mag dan niet verbazen dat verschillende overheden in de

regio hervormingen doorvoeren om aan de klachten van jongvol-

wassenen tegemoet te komen. In Oman bijvoorbeeld werd eerder

dit jaar een hoger minimumloon ingesteld en geknipt in de

tewerkstelling van buitenlanders.

Verbetering zit er niet meteen aan te komen. De Internationale

Arbeidsorganisatie (IAO) voorspelt dat jeugdwerkloosheid in de

regio nog zal toenemen. Volgens de UNU moeten de landen jaar-

lijks gemiddeld vijf miljoen banen bijcreëren om de jeugdwerk-

loosheid tegemoet te komen. Het World Economic Forum 2013

prees het Arab Stabilization Plan, een initiatief van Majid Jafar, de

ceo van Crescent Petroleum, dat voorziet in een transfer van

74miljard euro van de rijke golfstaten naar Arabische probleem-

staten. (Julie Putseys)

© Wittfoht architecten / perspective moka studio / WTO

Massapaniek voorkomen� Massapaniek in grote menigtes leidt jaar na jaar tot dodelijkeslachtoffers. Zo vielen er begin oktober nog meer dan honderd

doden nadat paniek uitbrak in een tempel in India. Een kleine trig-

ger kan paniek doen ontstaan, vaak met fatale gevolgen. Kunnen

hightechsystemen dat voorkomen? CrowdVision, een Brits tech-

nologiebedrijf gespecialiseerd in het analyseren van grote menig-

tes, ontwikkelde software om op zoek te gaan naar patronen in

mensenmassa’s die onrust kunnen voorspellen. Het programma

kan via cameratoezicht en sensoren op korte tijd telleningen uit-

voeren en massadichtheid, druk, turbulenties, afwijkingen of

onregelmatigheden in menigtes meten. Warmtebeelden tonen

waar de dichtheid in een publiek alarmerend is. Zo kan veilig-

heidspersoneel op tijd ingrijpen.

Professor Anders Johansson van CrowdVision onderzocht came-

raopnames van de massapaniek die uitbrak tijdens de hadj –de

moslimbedevaart naar Mekka– in 2006. Bij de pelgrimstocht wer-

den honderden gelovigen vertrappeld. Johansson ontdekte patro-

nen in de bewegingen van de menigte, die de ramp hadden kun-

nen voorspellen en vermijden. In 2007 werd zijn systeem van

beeldenanalyse geïnstalleerd in Mekka. Sindsdien zijn er geen

ernstige ongevallen meer gebeurd. ‘Toch kan je niet blind vertrou-

wen op technologie’, waarschuwt Johansson. ‘Technologie mag

niet gepaard gaan met gemakzucht. Zelfs met de beste technolo-

gie is het niet altijd mogelijk om de veiligheid van mensen in

menigtes te verzekeren. Het is een ideaal hulpmiddel voor crowd-

management, maar garandeert niet alles. Menselijk gedrag en

paniekreacties zijn nooit volledig voorspelbaar.’ (Lucas Destrijcker)

Conferentie in Bali wordt testcase voor relevantie WTO

© Reuters / Moham

med Salem

Volg de verslaglegging van deconferentie op de websites vanMO.be en vakblad Vice Versa

www.viceversaonline.nl

Ontwerp van hetnieuwe WTO-

gebouw. Vraag is ofde toekomst van de

organisatie evenglanzend is.

Arabische jeugdwerkloosheid

In de Arabischelanden is één opde vier jong-volwassenenwerkloos.

Page 5: MO*magazine 110

98 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

de wereld kort

Corruptie viert hoogtij in de Balkan� Een op de tien bedrijven die in de

Westelijke Balkan contact hebben met

ambtenaren betalen smeergeld. Dat

blijkt uit een gezamenlijk corruptie-

onderzoek van de Europese

Commissie en het VN-Bureau voor

Drugs en Misdaad. In 2012 bevroegen

de onderzoekers 12.700 bedrijven in

Albanië, Bosnië, Kroatië, Kosovo,

Macedonië, Montenegro en Servië. De

resultaten zijn onthutsend. In Servië

en Albanië schuift gemiddeld een op

de zes bedrijven geld onder tafel om

overheidsdiensten vlotter te laten ver-

lopen. De hoogste sommen worden

betaald in Kosovo (gemiddeld 1787

euro per keer) en Servië (935 euro).

Naast cash geld schuiven bedrijven

ook eten, drank en andere goederen

toe om overheidsambtenaren gunstig

te stemmen. Zo hopen ze ‘procedures

sneller te laten verlopen’ of mikken ze

op een ‘betere behandeling’.

Vooral in de bouw, de verkoop en de

transportsector komt corruptie het

vaakst voor in de Balkan. Kmo’s of

bedrijven gefinancierd met buiten-

lands kapitaal steken er bovenuit. Het

smeergeld belandt doorgaans in de

zakken van gemeente- en provincie-

ambtenaren of werknemers van de

douane en de belastingen –wat sugge-

reert dat omkoping ook een rol speelt

bij belastingontduiking. Opmerkelijk

is ook dat bedrijven vrijwel nooit aan-

gifte doen wanneer ze smeergeld

moesten betalen. Dat gebeurt slechts

in één op de 55 gevallen. De reden voor

dat lage cijfer, aldus de bevraagde

bedrijven, is dat het ‘toch niets zou uit-

maken’, dat omkoping nu eenmaal

een ‘ingeburgerde praktijk’ is of een

‘teken van dankbaarheid’.

‘Corruptie vormt een aanzienlijk

obstakel voor de economische ontwik-

keling van de Westelijke Balkan’, aldus

het VN-Bureau voor Drugs en Misdaad

bij de voorstelling van het rapport

Business, corruptie en misdaad in de

Westelijke Balkan. ‘Zes procent van de

bevraagde bedrijven zag af van grote

investeringen uit angst om smeergeld

te moeten betalen.’ Een ander obstakel

is de angst voor misdaad, aldus de

onderzoekers. Inbraken, vandalisme,

voertuigdiefstal en afpersing springen

daarbij in het oog.

Het nieuwe rapport is geen goed

nieuws voor de reputatie van de

Westelijke Balkan –een regio die niet

alleen een recente geschiedenis van

bloedig etnisch conflict meesleept

maar ook te boek staat als een hub voor

georganiseerde misdaad. De onderzoe-

kers hopen dat de inzichten van hun

rapport beleidsmakers ertoe kunnen

aanzetten om samen met de privésec-

tor anti-corruptiestrategieën en –maat-

regelen uit te werken. (Kristof Clerix) 

© Kristof Clerix

Landroof in Jemen

� Op de Europese top van 19 en 20 decem-ber buigen de staats- en regeringsleiders van

de EU zich over de toekomst van het gemeen-

schappelijk veiligheids- en defensiebeleid van

Europa. Ze willen afspraken maken over drie

onderling samenhangende doelstellingen:

operationele effectiviteit (‘de juiste middelen

snel en doeltreffend inzetten’), defensiever-

mogens (‘militaire en civiele vermogens

afstemmen op de toekomstige behoeftes’) én

een sterkere Europese defensie-industrie. Dat

laatste gaat volgens de Europese Raad om ‘de

ontwikkeling van een beter geïntegreerde en

concurrerende industriële basis voor de

Europese defensie-industrie’. Die industrie

zou goed zijn voor 400.000 directe en

960.000 indirecte banen, aldus de website

van de Raad. Op de informele top van defen-

sieministers begin september in Vilnius for-

muleerde de EU-Hoge Vertegenwoordiger

voor Buitenlands en Veiligheidsbeleid

Catherine Ashton de prioriteiten: ‘Hoe kun-

nen we de 200miljard euro die EU-lidstaten

jaarlijks aan defensie uitgeven efficiënter

inzetten? Hoe levert samenwerking meer

return op voor die uitgaven? En hoe kunnen

we onze missies zo succesvol mogelijk maken

door samen te werken met onze NAVO-colle-

ga’s?’

De organisatie Vredesactie toont zich bezorgd

over de invloed van de wapenindustrie op het

Europese beleid: ‘Of het nu gaat over gemeen-

schappelijke defensietaken, over regels voor

wapenexport, over de prioriteiten voor het

Europees onderzoeksbeleid, of zelfs over het

migratiebeleid, internet, gezondheidszorg of

internationaal transport… overal weet de

wapenindustrie haar stempel op te drukken.

De ceo’s en medewerkers van de wapenindus-

trie worden gezien als defensie- en veilig-

heidsexperts en bepalen mee het beleid. Dat

deze per definitie een bedrijfsbelang nastre-

ven wordt hierbij gemakkelijkheidshalve ver-

geten of onbelangrijk geacht.’ Om de aan-

dacht te vestigen op de invloed van de

Europese wapenlobby, organiseert

Vredesactie op 19 december een actiedag in

Brussel: ‘We storen de dagelijkse werking in

de Europese wijk en leggen de verwevenheid

tussen bedrijven en politiek bloot. Geweldloos

maar vastberaden.’ (Kristof Clerix)

De invloed van de Europese wapenlobby

MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

Het centrum van Tirana(2010). In Servië en Albanië schuift een op de zes bedrijven geldonder tafel om vlotteroverheidsdiensten tekrijgen.

� Landroof is een belangrijke bron van conflicten in Jemenen lag in 2011 mee aan de basis van de volksprotesten. Voor de

vorige president Abdullah Saleh – die tijdens de protesten van

2012 gedwongen werd af te treden – was “staatsgrond” jaren-

lang een ruilmiddel waarmee hij de loyaliteit van clanleiders

kocht. Al in 2010 bracht een overheidsrapport aan het licht

hoe minstens vijftien hooggeplaatste leger- en overheidsfunc-

tionarissen in het bezit kwamen van grote stukken landbouw-

grond, onder meer in het zuiden en in de havenprovincie

Hudeida. Het vertrouwelijke rapport werd in 2012 gelekt maar

verticaal geklasseerd in het kader van de Nationale Dialoog,

zeggen waarnemers. Die transitiedialoog kwam onder diplo-

matieke druk van de golfstaten, de VS en de VN tot stand om

Jemen klaar te stomen voor een nieuwe grondwet en verkie-

zingen in 2014.

De dialoog moest ook een einde maken aan de conflicten die

al sinds de burgeroorlog van 1994 woeden tussen het centra-

le gezag in Sanaa en het zuiden. Het zuiden, dat tot die bur-

geroorlog een onafhankelijke staat was, klaagt over economi-

sche, politieke en sociale discriminatie, landroof en een

gebrek aan inspraak. Onopgeloste landdisputen en de moei-

lijkheden om landeigendom te verwerven, worden steeds

vaker ingeroepen als reden om zich opnieuw volledig af te

scheuren.

In januari installeerde Salehs opvolger, president Hadi, twee

comités die zich moeten buigen over de belangrijkste verzuch-

tingen van het zuiden. Eén daarvan kreeg als opdracht de land-

disputen te onderzoeken. Tot heden werd daar, wegens

gebrek aan middelen en kennis, weinig mee gedaan, zegt de

mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch. Een gemis-

te kans, want hele stukken olierijk en vruchtbaar land werden

na de eenmaking in 1994 ingenomen door Sanaa, zegt de zui-

derse afscheidingsbeweging Hiraq. Die trok zich intussen

terug uit de overgangsdialoog met alle politieke groepen in

Jemen, die in september had moeten eindigen. De deadline

werd opgeschoven naar een onbepaalde datum, maar de denk-

tank International Crisis Group acht het, aldus een recent rap-

port, weinig waarschijnlijk dat Jemen een voorlopig akkoord

zal kunnen voorleggen. Tegelijk doen geruchten de ronde dat

er wel degelijk een akkoord zou zijn over Jemen als een fede-

rale staat maar dat er nu tijd wordt gekocht om te onderhan-

delen over een aantal regio’s. (Tine Danckaers)

© Reuters / Khaled Abdullah Ali Al M

ahdi

Grondconflic-ten lagen meeaan de basisvan de Jemeni-tische Lente.

Page 6: MO*magazine 110

� In 2001 kreeg TerraCycle-stichter Tom Szaky het ideeom de mest van wormen te verkopen als plantenvoeding.Toen een supermarktketen een grote bestelling plaatste,besloot hij de mest in gebruikte frisdrankflessen aan te bie-den. Dat afval geld kan opleveren, vond Szaky een fantas-tisch idee. Outsmart waste –wees afval te slim af– is de slo-gan van TerraCycle, dat vandaag wereldwijd actief is. ‘Hetultieme doel is om de consument anders naar afval te latenkijken’, zegt Eytan Boosman, de Benelux-manager vanTerraCycle. ‘Alles kan gerecycleerd worden maar omdathet geld kost, gebeurt het niet.’ In samenwerking met meer dan zestig merken zameltTerraCycle in 24 landen afval in. De inzameling gebeurtbijna altijd via de consument. Boosman: ‘Soms halen wehet afval rechtstreeks op bij de bedrijven die het produce-ren. In België starten we binnenkort bijvoorbeeld met eenprogramma voor wegwerphandschoenen en -jassen uitlaboratoria en fabrieken.’TerraCycle verwerkt het ingezamelde afval tot duurzamegrondstoffen en nieuwe producten. ‘Wie meewerkt,krijgt waardepunten in ruil voor zijn afval. Die puntenkan je schenken aan een non-profit organisatie, die ver-volgens uitbetaald wordt. In België kan je bijvoorbeeldde Make-A-Wish Foundation steunen maar je kan ookschenken aan kleine, lokale non-profits. Momenteelzamelen we pennen in om gieters, afvalbakken en pen-nenhouders van te maken.’

Boosman erkent dat er in Europa al heel wat recyclage-initiatieven bestaan. ‘Wij focussen op het afval dat nietdoor de overheid wordt ingezameld en daadwerkelijkwordt gerecycleerd –van schrijfgerief tot sigarettenpeu-ken.’ Daarvoor werkt TerraCycle onder meer samen metde tabaksindustrie. ‘Sigaretten en kauwgom creëren eenenorme overlast op straat. Beide industrieën zijn bereidte betalen om dat probleem op te lossen. Ze willen afvan het idee dat je het afval ervan gewoon op straatgooit.’De samenwerking met grote bedrijven –die de nodige cash

hebben– maakt dat TerraCycle laagdrempelige, goedkopeprojecten kan opzetten. ‘In Nederland heb je inzamelteamsdie wekelijks een doos pennen opsturen. Als zij de verzen-ding zelf zouden moeten betalen, zouden we minder vrij-willigers vinden.’Naast recyclage breekt TerraCycle ook een lans voor herge-bruik. Boosman: ‘Hergebruik van verpakkingen is in de

meeste gevallen echt lastig, maar draagt zeker onzevoorkeur weg. Ook gsm’s zijn perfect voor herge-bruik.’ Bij het meeste afval ligt hergebruik echtermoeilijk. ‘In Amerika hebben we een project waarbijwe van gebruikte yoghurtpakjes een bloempotje maak-ten. Daarvan zijn er miljoenen verkocht bij een groottuincentrum.’‘Natuurlijk zit er ook een marketingaspect aan’,zegt Boosman. ‘Persoonlijk vind ik dat ook geenpunt. Als je als bedrijf je best doet voor een betermilieu, mag dat gepromoot worden, vind ik. Hetprogramma is uniek door zijn transparantie. Bij onskan je zien hoeveel inzamelaars er zijn, wat met hetafval gemaakt wordt, hoeveel er wordt ingezamelden hoeveel geld er op die manier is bijeengehaald.Transparantie is voor zowel de consument als deproducent belangrijk.’

Afval voorkomen is natuurlijk nog beter dan herge-bruiken of recycleren. Daar is Boosman het volmon-dig mee eens. ‘Recycleren of upcycling komen pas opde tweede plaats. Afval verbranden of storten zijn deallerlaatste opties. Dat doen wij absoluut nooit.’ Zowelde consument als de producent dragen volgensBoosman verantwoordelijkheid. ‘De consument moetduidelijk laten zien dat hij duurzame producten wil.Dan volgt de fabrikant zeker. Tegenwoordig moet allesindividueel verpakt worden, vroeger was dat niet zo.’En dan is er nog het principe van afvalscheiding. ‘Hoemeer je scheidt, hoe zuiverder de grondstof. Dat is welkapitaalintensief. Gelukkig zijn er mensen die datdoen op grote schaal. Helaas is er heel veel afval. Erzijn verschillende kanten aan het probleem en veelplekken waar ingegrepen moet worden, soms door deoverheid, soms door de consument of producent.’ Nietverwonderlijk vindt Boosman de filosofie vanTerraCycle een goede oplossing. ‘Het is een manierom het probleem op te lossen maar ook om de per-ceptie van de consument te veranderen. Daar is onssysteem ideaal voor. We proberen consumenten opeen speelse manier aan boord te krijgen maar willenhen ook doen nadenken. Van papier en glas weetiedereen dat het gesorteerd moet worden. Bij het afvaldat consumenten nog niet sorteren staat echter bijnaniemand stil. We moeten af van het idee van afval.Het zijn grondstoffen. Om die perceptie te verande-ren, is ons concept ideaal.’

11MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

‘Alles is recycleerbaar’

10 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

3vragen aan...

BreytenBreytenbach

BAANBREKERn i e u w s

© C

C Sa

leeh

a

Schrijver, schilder en activist Breyten Breytenbach was ooit hét gezicht van de blanke progressieven die zich tegen de apartheid in Zuid-Afrika verzetten.Vandaag stelt hij vast dat Afrikanen enerzijds terugvallen op traditionele verbanden voor hun zekerheid en anderzijds hun verbeelding laten dominerendoor het Westen. ‘Dat verklaart de uittocht van duizenden jongeren die lijf enleden riskeren om in Europa te geraken.’

Het is niet de armoede op zich, maar het gebrek aan hoop en perspectief ineigen land?

Breytenbach: Inderdaad. Ik breng veel tijd door in Senegal en vraag er vaak aanjongeren hoe ze zich die oversteek voorstellen. Halen ze het levend? Blijven zeclandestienen die in armoede overleven? Zijn ze voorbereid op het overal aan-wezige racisme? Is het niet beter om je hier in te zetten en zaken te veranderen?Maar dat is niet de manier waarop de Afrikaanse jongeren hun realiteit zien.

Kan cultuur het gevoel van eigenwaarde herstellen?

Breytenbach: Ik denk het wel. Nu de politieke wereld niet langer drager is vannobele ideeën zoals emancipatie, rechtvaardigheid of pan-Afrikanisme, wordenlevensbelangrijke thema’s als identiteit, herinnering, waardigheid en emancipa-tie vooral belichaamd door de culturele en creatieve sectoren.Alleen zie je dat het gebrek aan perspectief de traditionele cultuur veel sterkerlijkt te maken dan dat die de voorbije decennia ooit geweest is. De grootste drei-ging in bijvoorbeeld Senegal is niet het fundamentalisme, maar het obscurantis-me, dat noties als burgerschap, mensenrechten en de gelijkheid tussen man envrouw verwerpt. Wat zeker niet toegelaten wordt, is het in vraag stellen vanautoriteit en van de ene waarheid waarop die zichzelf baseert. Het is juist dietwijfel die door kunstenaars ingebracht kan worden.

Is Zuid-Afrika, vanuit de geschiedenis van strijd tegen uitsluiting, beter gewa-pend tegen dat obscurantisme?

Breytenbach: Blijkbaar niet. Er bestaat vandaag veel xenofobie in Zuid-Afrika enze neemt zelfs erg gewelddadige vormen aan. De sociale en economische onze-kerheid van de meerderheid maakt mensen afhankelijk van weinig scrupuleuzemachtsspelers. De afwezigheid van verbeelding en ethiek bij de leiders maakthet land kwetsbaar voor plat populisme, racisme en verbittering. Het ergstevoorbeeld daarvan is president Jacob Zuma en het meest pathologische voor-beeld is Julius Malema (voormalig leider van de ANC-Jeugdliga, gg), al wijst hijwel degelijk op reële problemen zoals het gebrek aan economische bevrijding.Alleen is hij zélf een karikatuur van de problemen waarover hij spreekt. (Gie Goris)

© G

F

Het Amerikaanse bedrijf TerraCycle recycleertafval dat als niet-recycleerbaar wordt afgedaan.Zelfs sigarettenpeuken, kauwgom en luiers geefthet een tweede leven.

‘GEBREK AAN VERBEELDING EN ETHIEK’

Page 7: MO*magazine 110

1312

DE NIEUWE WERELDN I E U W S

door Gie Goris

MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

Al Qaeda en het internationale terrorisme

Aanslagen als nieuw reality-formatEen kwarteeuw geleden lanceerde Osama bin Laden het IslamitischWereldfront voor Jihad, waarmee hij de strijd tegen de “Joden enKruisvaarders” wilde organiseren. Die strijd blijkt telkens flexibeler enveerkrachtiger dan gehoopt. Al-Qaeda is niet verslagen, het brengtgewoon een nieuw format op de markt.

� In mei blufte de Amerikaanse presi-dent Obama nog dat ‘Al-Qaeda op weg wasnaar een nederlaag’. Twee maanden laterbesloot hij negentien Amerikaanse ambas-sades in het ruime Midden-Oosten vooronbepaalde tijd te sluiten vanwege de reëledreiging van een grootschalige aanslag.Eind september moest hij, samen met restvan de wereld, toezien hoe het Westgateshoppingcenter in Nairobi overrompeldwerd door enkele goed getrainde en bewa-pende strijders van de Somalische Al-Shabaab of hun Keniase bondgenoten vanAl-Hijra. 2013 is een behoorlijk spectaculair jaargeweest voor de mondiale jihad. DeSyrische opstand werd overgenomen doorjihadistische bewegingen zoals Jabhat al-Nusra en de Islamic State of Iraq and al-Sham (ISIS), net zoals eerder de Toeareg-onafhankelijkheidsstrijd in het noorden vanMali gekaapt werd door de jihadi’s vanAnsar Dine en de Beweging voor Eenheiden Jihad in West-Afrika (Mujao). In Algerijeondernam Mokhtar Belmokhtar, een vande oudste jihadi-leiders uit Noord-Afrika,een verwoestende gijzelingsactie op eenenorme gasinstallatie in het zuiden vanAlgerije.

2013 zag ook nog de terugkeer van debloedige opstand in Irak, waar momenteelmeer dan duizend doden per maand val-len, de blijvende opstand in Afghanistan,een moordende campagne tegen seculierepartijen tijdens de verkiezingscampagne inPakistan, een serie politieke moorden inTunesië... Een beknopt overzicht van deopvallendste terroristische activiteiten vande voorbije zomer, gemaakt door het WestPoint Counter Terrorism Center, beslaatliefst acht uitgeprinte bladzijden. De noti-tie van 3 juli citeert Charles Farr, directeur-generaal van het Britse Bureau voorVeiligheid en Antiterrorisme: ‘De bottewaarheid is dat er vandaag meer mensenverbonden zijn met Al-Qaeda en AQ-geli-eerde organisaties in Syrië dan ooit tevo-ren zo dicht bij Europa.’

mediaspektakelEen van de opvallende vaststellingen bij deheropleving van wat gemakshalve Al-Qaeda genoemd wordt, is dat het belangvan de centrale leiding van Al-Qaedasteeds kleiner lijkt te worden, terwijl deautonomie van lokale bewegingen groeit.De filialen worden met andere woordenbelangrijker dan de “raad van bestuur”, die

in de Pakistaanse stammengebieden of oponderduikadressen in Karachi, Quetta ofPeshawar de Amerikaanse drones probeertte ontlopen. Al-Qaeda 3.0 focust dan ookveel meer op de lokale vijand: de afvalligeoverheid, de met het Westen collaboreren-de legers, en eventueel moslims die opbasis van de politiek-islamitische ideologievan de jihadi’s in de ban geslagen worden.Westerse burgers en militairen blijvennatuurlijk geliefkoosde doelwitten als ze

zich in de buurt van een aanslag of eenactie bevinden. Dat bleek in Nairobi eindseptember, net zoals dat het geval was indecember 2008, toen de PakistaanseLashkar-e-Taiba (LeT) twee luxehotels, eenjoods cultureel centrum, een reizigerscaféen het grote treinstation in de Indiasehavenstad Mumbai aanviel.Stephen Tankel, Zuid-Azië-expert bij deCarnegie Endowment for InternationalPeace, stelde in een getuigenis voor eenAmerikaanse parlementaire commissie injuni dat de aanval op Mumbai wellicht hetsjabloon is voor acties in de toekomst. Decommandoaanval in Nairobi lijkt hem inelk geval gedeeltelijk gelijk te geven.In het oktobernummer van CTC Sentinel,een academische uitgave van hetCombating Terrorism Center van West

Point Academy, analyseert ChristopherAnzalone het mediagebruik van Al-Shabaabtijdens en na de aanval op Westgate. Hijwijst erop dat dit soort aanvallen ontworpenzijn om de aandacht van de internationalemedia te trekken. Bovendien toonde demedia-afdeling Harakat al-Shabaab al-Mujahedin zich bijzonder bedreven in hetgebruik van Twitter om haar boodschap enhaar versie van de feiten te verspreiden. Demediamensen van Al-Shabaab maximalise-

ren de spektakelwaarde van hun aanslagen,waardoor ze bijna onvermijdelijk de voorpa-gina’s van de internationale kranten halen.Tegelijk produceren ze een eigen mediaka-naal met documentaires die ze voorstellenals ‘een vorm van verzetsjournalistiek diede waarheid onthult te midden van deonwaarheden die westerse media over deorganisatie de wereld insturen’, aldusAnzalone. Het Jemenitische Al-Qaeda op hetArabische Schiereiland (AQAP),beschouwd als het gevaarlijkste filiaal voorhet Westen, publiceert sinds 2010 hetEngelstalige magazine Inspire, waarmeehet geradicaliseerde moslims wereldwijdvan ideologische onderbouw voorziet enaanzet tot actie.De Pakistaanse LeT richt zich zelden op de

internationale media, maar de organisatieis des te bedrevener in het bespelen van dePakistaanse media en publieke opinie. Datmaakt het voor de Verenigde Staten zelfszo goed als onmogelijk er al te direct tegenop te treden, zegt Tankel. The Economist stelde in zijn nummer van28 september dat ‘het meest verontrusten-de aspect aan de revival van Al-Qaeda demate is waarin zijn verderfelijke ideologiezich steeds verder blijft verspreiden, via

madrassa’s, moskeeën en jihadi-websitesen tv-kanalen.’ De verspreiding van demondiale jihadideologie verloopt echterook via mainstream westerse media, diezich laten gebruiken door de steeds uitge-kiendere mediastrategieën van de AQ-filia-len. ‘De macht en het bereik van de orga-nisatie Al-Qaeda werden vermenigvuldigddoor het mediaspektakel dat de organisatierond zichzelf creëerde én door de westerseregeringen die haar doelwit waren’, schrijftStash Luczkiw in het Italiaanse bladLongitude van maart 2013.

plus que ça change...Heel wat auteurs zien in het huidige Al-Qaeda 3.0 een terugkeer naar de jihad vanvoor 11 september. De vraag is echter of degroep rond Osama bin Laden zelfs in haar

hoogtijdagen ooit wel eengecentraliseerde organisatiegeweest is. De oproep tot een“Jihad tegen Joden enKruisvaarders” van 23 februari1998 was in elk geval duidelijkgeen ledenwerving, maar eenaanzet tot gedecentraliseerdeactie: ‘Het is een individueleplicht voor elke moslim in elkland waar het mogelijk is om deAmerikanen en hun bondgeno-ten – burgers en militairen – tedoden, zodat de Al-Aqsamoskee(in Jeruzalem) en de heiligemoskee (in Mekka) bevrijd wor-den uit hun greep, en zodathun legers alle moslimlandenverlaten, verslagen en niet lan-

ger in staat een enkele moslim te bedrei-gen.’ Was getekend: Osama bin Laden,Ayman al-Zawahiri, Abu-Yasir Rifa’iAhmad Taha (Egypte), Mir Hamzah(Pakistan) en Fazlur Rahman(Bangladesh). De mondiale jihad diegesmeed werd in de oven van deAfghaanse strijd tegen de Sovjetbezettingwas vanaf het begin gedecentraliseerd. Denieuwigheid is dat verschillende bijkanto-ren nu tegelijk succesvol worden.

© R

eute

rs /

Reut

ers

TV

© R

eute

rs /

Reut

ers

TV

© R

eute

rs /

Reut

ers

TV

Page 8: MO*magazine 110

geen nieuw fenomeen. Sommige van de partijen dievandaag pieken in de peilingen bestaan al decennia envoeren al even lang oppositie tegen de Europese instel-lingen. De EU zelf zit ondertussen al twee decennia lang gevan-gen in wat professoren graag het ‘democratisch tekort’noemen: een verlies van interesse van de Europese bur-ger, die de instellingen niet begrijpt en zich liever nietsaantrekt van al wat in “Brussel” gebeurt. Maar het is de economische crisis, die in 2008-2009van Amerika kwam overwaaien, die als olie op het vuurvan het publieke ongenoegen is geweest. MiljoenenEuropeanen vielen zonder werk sinds de crisis toesloeg.Net geen kwart van de Europese burgers (23%) is van-daag werkloos, volgen offciële EU-cijfers.Het eerste slachtoffer zijn de jonge Europeanen. InSpanje zit 55procent van de jongeren tussen 18 en 25zonder baan; in Griekenland ligt dat cijfer al op 63pro-cent volgens de Europese Commissie. De Europesejeugd dreigt een “verloren generatie” te worden: zonder

werk, zonder toekomst en zonder vertrouwen in de poli-tiek.Sinds de crisis neerstreek op het oude continent zoekenEU-lidstaten naar een Europese oplossing. Europesecontrole op de overheidsschuld. Europese geldinjectiesdie lidstaten uit de hoge nood moeten redden, maar ookgepaard gaan met strenge besparingseisen. HetEuropese Stabiliteitsmechanisme (ESM) moet garantstaan voor het opvangen van financiële schokken en deCommissie werkt onvermoeibaar plannen uit om hetvertrouwen van financierders op te krikken.Alleen: nergens lust de bevolking deze recepten. Inoktober nog berekende het enquêtebureau Gallup dat60procent van de Europeanen gelooft dat ‘er betereoplossingen zijn dan besparingspolitiek’.‘In bepaalde landen staat Europa bekend als een instel-ling die harteloze beleidsbeslissingen oplegt’, zegtcolumnist John Wyles, een oude rot in de EU-journalis-tiek en adviseur van de denktank European PolicyCentre. ‘Mensen zijn kwaad omdat ze wel overhedenkunnen wegstemmen, maar het gevoel hebben hetbeleid niet te kunnen veranderen.’Aan de ene kant staan Grieken, Spanjaarden ofPortugezen, die hard getroffen werden door de financië-le crisis en verbouwereerd zijn over de eisen diegepaard gingen met een Europees financieel reddings-plan. In Cyprus dreigde zelfs het spaargeld van degemiddelde Cyprioot afgeroomd te worden om de over-heidsschuld te bestrijden. Aan de andere kant zijnDuitsers, Nederlanders of andere Europeanen niet hap-pig om bij te dragen aan de financiële reddingsoperatiesen het stabiliteitsfonds.Vele burgers geloven ook niet dat de Europese instellin-gen de crisis kunnen overwinnen: de Commissie bere-kende recent dat tot 60procent van de Europeanen deEuropese Unie neigt te wantrouwen. 67procent vindtdat zijn stem niet telt in de EU (zie infografiek, nvdr. ). ‘Eurosceptici spelen in op dat ongenoegen’, zegt Wyles.‘Ze herhalen dat het de schuld is van Brussel, dat deEuropese Unie ondemocratisch is of dat het beleid deburger wordt opgelegd door een bende bureaucraten.’

eurosceptische ententeAlle 28 lidstaten van de EU houden Europese verkiezin-gen tussen 22 en 25mei. In België vallen ze samen metde regionale en federale stembusgang op 25mei.De economische malaise dreigt de verkiezingscampag-ne te herleiden tot gebekvecht tussen pro- en anti-Europeanen. Populistische partijen nemen dankbaar de

15

� 13 oktober 2013. Het extreem rechtse Front National(FN) behaalt een monsteroverwinning in een lokale tus-sentijdse verkiezing in Brignoles, een gemeente inZuidoost-Frankrijk. De zelfverzekerde partijvoorzitsterMarine Le Pen ziet dat het goed zit: de partij, waarvande kandidaat in 2002 nog de tweede ronde van de presi-dentsverkiezingen bereikte, is terug van weggeweest enlijkt opnieuw te pieken. De heropstanding is goed getimed. In maart 2014 zijner lokale verkiezingen; op 25mei 2014 verkiezingenvoor het Europees parlement. Het Franse magazine LeNouvel Observateur kopte half oktober dat het FN bij deEuropese verkiezingen in mei als grootste partij uit debus kan komen: in een peiling zei 24procent van deFranse kiezers dat ze voor Le Pens partij denken te zul-len stemmen. Behalve extreem rechts is het FN ook eurosceptisch. ‘DeEuropese Unie is als de Sovjet-Unie’, zei Le Pen in okto-ber. ‘Ze zal in elkaar storten, net zoals de USSR heeftgedaan.’ Daarmee behoort het FN tot een politieke stro-ming die, naast haar verzet tegen immigratie, strijdvoert tegen het Europese beleid en tegen integratie van

de nationale staten in de Europese Unie. Een stromingdie tegenwoordig de wind in de zeilen heeft.De lijst is lang. In Nederland viert Geert Wilders’ Partijvoor de Vrijheid (PVV) hoogtij met haar anti-Europeseretoriek. In Duitsland bleef het Alternative fürDeutschland met 4,7% van de stemmen maar netonder de kiesdrempel in de federale verkiezingen vanseptember, na een campagne om de euro te verwerpenen terug te keren naar de Duitse mark. In Finland trek-ken de Ware Finnen van leer tegen de Europese financi-ële steun aan landen als Griekenland of Portugal. InGroot-Brittannië kan de UKIP, die het land uit de EUwil, op steeds meer steun rekenen. Voor Italianen is erde racistische Lega Nord aan de rechterzijde en de Vijf -sterren beweging van cabaretier Beppe Grillo aan de lin-kerzijde. Vlaanderen heeft het Vlaams Belang. Er is deHongaarse neonazistische partij Jobbik, je hebt deGriekse neonazi’s van Gouden Dageraad, en ga zo maardoor.

europa in het slopPolitici die zich verzetten tegen Europese integratie zijn

ACTUEELn i e u w s

14 MOQ • december 2013 • www.mo.be

Zwarte Zondag in Europa

door Laurens Cerulus

Europa zit in het slop. Overal in de Europese Unie heerstongenoegen over de economische malaise en de hogewerkloosheid. Al wie het Europese project de rug toekeert,lijkt bij de verkiezingen van mei 2014 op een politieke zegeaf te stevenen.

MOQ • december 2013 • www.mo.be

Eurosceptici en de Europese verkiezingen van mei 2014

��

Bro

n: E

urob

arom

eter

79,

jul

i 20

13

2 op 3 Europeanen vindt datzijn stem niet telt in de EUAandeel van de bevolking 'Helemaal niet akkoord' gaat met de stelling'Mijn stem telt in de EU'.

Het gemiddelde voor de hele EUligt op 67 procent. Na de Denen vinden de Belgen het meestdat hun stem wel telt.

Estland77

Kroatië45

Italië78

43 Malta 89 Cyprus >

Letland75 Litouwen71

Finland65

Zweden56

Portugal81

Spanje77

Frankrijk55

Nederland58

Polen56

Tsjechië89

Hongarije59

VerenigdKoninkrijk

75

Denemarken42

Roemenië71

Bulgarije64

Duitsland59

Ierland67

Slowakije68

Slovenië65

Oostenrijk64

Griekenland89

Luxemburg51

België49

70 tot 80 %

80 tot 90 %

60 tot 70 %

50 tot 60 %

40 tot 50 %

Page 9: MO*magazine 110

nale regeringspartijen, het Europees parlement, deEuropese Commissie: hoe zullen zij deze proteststemverwerken? En is het voor hen niet veiliger om te doenalsof het volk niet gestemd heeft, alsof er niets gebeurdis?’

open europa, open debatHet ronselen van proteststemmen door populisten aanlinker- en rechterzijde wijst traditionele partijen enzogenaamde eurofielen ook op een pijnlijk punt. DeEuropese Unie mist een grondig debat over de richtingdie het uitgaat; een debat dat eurofielen al te vlot uit deweg gaan. ‘Ook na de verkiezingen zullen er mensen zijn diegeloven in het Europese project’, zei de voorzitter vande Europese Raad Herman Van Rompuy begin okto-ber op een conferentie in Brussel. ‘We moeten voor-waarts met de Europese integratie – er is geen andereweg.’ Kan Europa de stem van de kiezer zo flagrantnegeren?

Olaf Cramme, directeur van de centrumlinkse denk-tank Policy Network, meent van niet: ‘Zo’n uitspraakis een politieke zelfmoord. De kritische stem is veel telang genegeerd in Europa. Er moet ruimte zijn voorlegitieme oppositie, zeker als je meer integratie ver-langt van de Europese lidstaten. Het debat moet gaanover welk Europa we willen, en we moeten Europa ookde klassieke eurofielen uit handen nemen.’Het ontbreekt Europa aan zelfkritiek, vindt ook PieterCleppe van de eurokritische lobbygroep Open Europe.Cleppes denktank levert politiek buskruit aan – vooralBritse – eurocritici die de bureaucratie en overregule-ring van de Europese instellingen aanklagen, en hetprimaat van de lidstaat verkondigen. ‘Pro-Europeanenvoelen zich te zwak om fouten toe te geven, en denkendat, als men er eentje toegeeft, het hele kaartenhuisjein elkaar zakt’, zegt hij. Of zoals Roland Freudenstein het verwoordt: ‘Deslechtste reactie van Europese politici zou zijn om teroepen: “Help! De barbaren staan voor onze poorten!”’

17MOQ • december 2013 • www.mo.be

eurosceptische positie in. ‘De Europese Unie is eensymbool van het politieke establishment, van de traditio-nele elites. Daarom is het handig om ertegenin te gaan– of je nu politiek tot de rechter- of linkerzijde behoort’,zegt Paul Taggart, die aan de universiteit van Sussexvergelijkend onderzoek doet naar de eurosceptische par-tijen.‘Als er ooit een moment was voor een gecoördineerdeeurosceptische beweging, dan is het nu’, denkt Taggart.Experts denken dat van de 751 te vergeven zetels in hetvolgende Europees parlement er wel eens tussen de 90en 150 naar eurosceptici zouden kunnen gaan.Het klinkt als muziek in de oren van iemand die zichover heel Europa een reputatie van überpopulist heeftverworven: de Nederlandse politicus Geert Wilders.Wilders deed deze zomer een toer langs andere euro-sceptische partijhoofdkwartieren. Hij zocht en vond toe-nadering tot Marine Le Pen; ondertussen worden debanden verder verstevigd.Er ligt ook een ruwe schets op tafel: een alliantie vananti-Europeanen, om na de verkiezingen in mei eengrotere invloed te hebben in het Europees Parlement.De Oostenrijkse Vrijheidspartij FPÖ, de ZweedseDemocraten, de Italiaanse Lega Nord en Vlaams Belangmaken deel uit van de plannen. De echte hardliners,zoals de neonazi’s van Jobbik of Gouden Dageraad,

worden naar eigen zeggen geweerd.‘De toenadering van de Nederlandse PVV is relatiefnieuw’, zegt europarlementariër voor het VlaamsBelang Philip Claeys. ‘Wilders heeft gesprekken gevoerdmet Gerolf Annemans, Marine Le Pen en anderen. Ditis het embryo van een mogelijke latere samenwerking.’Naast de bestaande eurosceptische fractie in hetEuropees parlement, het EFD, kan de alliantie vanWilders, Le Pen en consorten de tweede eurosceptischegroep aan de rechterzijde worden. Een Zwarte Zondaglijkt op til voor de Europese volksvergadering.

europees project onder drukHet Europese project schuift zo richting risicozone.Gemeenschappelijk klimaatbeleid of dito mensenrech-ten zijn niet bepaald dada’s van eurosceptici. Bovenalvinden de partijen zich in een anti-immigratiestand-punt.Binnen Europa komt de mobiliteit van Europese bur-gers onder druk, die ervoor zorgt dat pakweg een Poolin Engeland kan gaan werken. ‘Het zou me niet verba-zen als er in de toekomst een debat komt over deze vrij-heid van verkeer. De eurosceptische partijen zullen plei-ten om die terug te schroeven’, zegt Wyles. Maar: ‘Op Europees niveau zijn de eurosceptici nietbepaald de som van hun delen’, zegt Taggart. ‘Ze zijnerg verdeeld, en dat is erg begrijpelijk als je de verschil-lende nationale contexten bekijkt.’ Volgens cijfers vande ngo VoteWatch, die rondom transparantie in hetEuropees Parlement werkt, is de eurosceptische fractiehet minst coherent in haar stemgedrag. Euroscepticivan binnen en buiten de EFD-fractie hebben de laagsteparticipatiegraad – ze dagen het minst op voor stem-mingen. Tot slot staan ze vaak geïsoleerd in hun stand-punten. Kortom: de eurosceptici zijn relatief machte-loos.Maar niet onschadelijk, aldus analisten. ‘Het grootstegevaar van populistische partijen zit hem in de druk dieze uitoefenen op nationale parlementariërs en rege-ringspartijen’, zegt Roland Freudenstein, vicedirecteurvan het centrumrechtse Centre for European Studies.Krijgen de traditionele partijen in mei 2014 klappen,dan dreigt de Europese Raad van Ministers een terug-houdender positie in te zullen nemen. Regeringsleiderszullen aan daadkracht inboeten uit vrees voor euroscep-tische kritiek in nationale politiek en media.‘De grote vraag is hoe de mainstream partijen hieropzullen reageren, ‘ zegt Simon Hix, hoogleraar Europesepolitiek aan de London School of Economics. ‘De natio-

��

��

ACTUEELn i e u w s

16 MOQ • december 2013 • www.mo.be© X

ande

r Sto

ckm

ans

‘Mensen zijn kwaad omdat ze wel overhedenkunnen wegstemmen, maar het gevoel hebbenhet beleid niet te kunnen veranderen.’ Q

Een kwart van deFranse kiezersdenkt eraan voorMarine Le Pen(Front National)te stemmen.

© R

eute

rs /

Eric

Gai

llard

Page 10: MO*magazine 110

20 MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

????

21MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

beeld Bullit Marquez / AP / Reporters tekst Gie Gorisin beeldDe superstorm

21

� Terwijl in Warschau de delegaties voor de jaarlijkse VN-Klimaattoparriveerden, raasde de superstorm Haiyan of Yolanda, zoals de storm in deFilipijnen genoemd werd, over de eilanden Samar en Leyte. De verwoestendeimpact van wat wel eens de krachtigste orkaan  ooit zou kunnen zijn, isvergelijkbaar met de tsunami van 2004. De grote vraag ditmaal was echter ofde klimaatverandering mee verantwoordelijk is voor de storm en zijnverwoestende kracht, en dus ook of de rijke, geïndustrialiseerde landenaansprakelijk gesteld kunnen worden voor de schade, die volgens een eersteschatting tot 10,5miljard euro kan oplopen.The Washington Post citeerde Brian McNoldy, een klimaatwetenschapper aande Universiteit van Miami. Hij stelt dat er geen wetenschappelijke basis is omhet extreme karakter van Haiyan toe te schrijven aan de opwarming van deaarde. ‘Je kan niet selectief zijn in het toewijzen van de impact van klimaatop-werming’, zegt hij. ‘Deze superstorm was net zo veel het resultaat van het hui-dige klimaat als al de andere stormen van dit jaar die minder krachtig waren.’Dat belet niet, schrijft de auteur van het stuk, dat er grote wetenschappelijkeconsensus is over het feit dat dit soort superstormen in de toekomst veel fre-quenter zullen voorkomen als gevolg van de opwarming van aarde en ocea-nen. ‘Sommige studies hebben vastgesteld dat de uitstoot van roet in Zuid-Azië, gecombineerd met globale opwarming, de dwarskracht van de windboven de Indische Oceaan al verminderd heeft, wat de intensiteit van de tropi-sche stormen in dat gebied al versterkt heeft de voorbije jaren.’De Australische Sydney Herald was een stuk affirmatiever. Die krant citeerdeWill Steffen, een onderzoeker aan de Ausralian National University (ANU), dieverwees naar het feit dat een warmer en vochtiger klimaat –dat reeds vastge-steld is– een duidelijke invloed heeft op stormen zoals Haiyan. ‘Een cycloonhaalt het grootste deel van zijn energie uit het oppervlaktewater van de oceaan.We weten dat dat oppervlaktewater zowat over de hele planeet opwarmt. In diezin heeft klimaatverandering een behoorlijk directe impact op de aard van destorm’, zegt Steffen.De website Quartz stelde de dag na de ramp de vraag of die vermoedelijke linktussen de superstorm en klimaatverandering voldoende aanleiding zou vor-men voor landen als de Filipijnen om schadevergoeding te eisen van de rijkelanden die, door hun industralisering en consumptie, de grootste verantwoor-delijkheid dragen voor de huidige klimaatopwarming. Alle terechte weten-schappelijke twijfel ten spijt, is 2013 immers het derde jaar op rij dat de archi-pel af te rekenen krijgt met een monsterstorm en het zesde jaar op rij dat detropische stormen het land honderden miljoenen euro’s kosten. De FilipijnseKlimaatcommissaris, Naderev Madla Saño, berekende dat elk taifoenseizoende Filipijnen twee procent van zijn bruto nationaal product kost aan verwoesteoogsten en productiviteit en nog eens twee procent aan reconstructiekosten.Toch maken herstelbetalingen weinig kans, concludeert Heather Timmons,want zelfs de beloften uit 2001 om een Klimaatfonds op te richten, dat armerelanden moest helpen zich beter te beschermen tegen de gevolgen van de kli-maatverandering, hebben nauwelijks wat opgeleverd. De kans dat de OESO-landen zich met juridische argumenten zullen laten dwingen op te draaienvoor de schade die ze aanrichtten, is nog veel kleiner dan de kans dat ze opvrijwillige basis een geste willen doen.

Page 11: MO*magazine 110

INTERVIEWt e n d e n s e n

De Arabische Lente gewikt en gewogen

22 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

� Euforisch waren ze tijdens deeerste maanden die volgden op deval van Zine Al-Abedine Ben Ali enHosni Moebarak. De Arabieren had-den eindelijk hun trots teruggevon-den. Maar die trots is al lang wegge-ëbd en de hoop is in teleurstellingomgeslagen. In de landen waar erverandering kwam is er bij sommi-gen zelfs nostalgie naar een echte ofeen verbeelde ‘goede oude tijd’. Enwaar de regimes intact bleven, zijnvelen blij dat het bij hen het niet zo’nvaart heeft gelopen. Gaat het om eenidentiteitscrisis? Klassenstrijd? Eensektarisch probleem? Of is het uto-pisch om te denken dat gewonemensen in staat zijn gevestigde sys-temen omver te werpen en nieuweop te bouwen? Madawi Al-Rasheed,een Saoedische academica gespeciali-seerd in het Arabische schiereiland,ziet weinig reden tot optimisme. Deproblemen zijn gigantisch en de wegis lang en moeilijk.

Hoe kijkt u terug op de Arabischerevoluties drie jaar na het uitbrekenvan de eerste opstand in Tunesië?

Madawi Al-Rasheed: DeArabische revoluties waren vanaf hetbegin uitzonderlijk. Ze zijn specifiekvoor de eenentwintigste eeuw. Integenstelling tot andere revolutieshadden de Arabische revoluties geencharismatische leider die een ideolo-gie uitdraagt en die wilde laten gel-den. Dat was nieuw en tegelijk eenprobleem. In plaats van een leiderhadden we het volk. Het charismavan de leider werd vervangen doorhet charisma van het volk. En zo is ereen nieuw fenomeen ontstaan: hetcharisma van het plein.

Waarom was er geen leider? Madawi Al-Rasheed: Er was

geen leider omdat de verschillenderegimes in de regio elke vorm vanpolitiek protest bij de wortel aange-pakt hadden. Alle linkse, liberale ennationalistische bewegingen werdenopzijgezet. De oppositie bleef beperkttot die van de islamitische bewegin-gen. Er was geen ruimte voor het ont-staan van een alternatief leiderschap.Het charisma van het plein had eenrevolutionaire geest maar was niet instaat om zich te ontwikkelen tot eeninstelling die de macht overneemt.Op het Tahrirplein was het volk aan-wezig. Het wilde zichzelf laten gel-den. Alle lagen van de bevolkingwaren er. Deze mensen waren nietgeorganiseerd. Na de val van hethoofd van het regime zijn ze uitelkaar gegaan.

Ze zijn uit elkaar gegaan zonder dezekerheid te hebben dat wat ze wil-den ook echt wordt gerealiseerd. Madawi Al-Rasheed: Ze hebben hundoel niet verwezenlijkt omdat ze zichniet konden waarmaken. Een revolu-tie is iets agressiefs waarbij koppen

rollen en belangrijke figuren van hetoude regime uit de weg wordengeruimd. Dat is niet gebeurd in deArabische landen, behalve in Libië,waar de revolutie heel snel gemilita-riseerd werd.

Wat is de balans nu? Waar staat deArabische wereld vandaag?Madawi Al-Rasheed: Instabiliteit ismisschien de term die de situatie hetbest weergeeft. Het is moeilijk tevoorspellen hoe het verder zal gaanen dat is niet zo verwonderlijk.Revoluties zijn geen rechte lijnenvan A naar Z. Er zullen momentenvan terugval zijn. Misschien kerenwe tot de nulfase terug of worden devrijheden opnieuw teruggeschroefd.Een revolutie is ook iets dat veel tijdin beslag neemt. Het is het beginvan een nieuwe periode. Het pro-bleem is dat de mensen nu geengeduld hebben; we zijn slechts driejaar na de eerste revolutie. HetArabische totalitaire regime is boven-dien verankerd in de staatsinstellin-gen. De regimes hebben hun men-sen in het justitieapparaat, in de vei-ligheidsdiensten, in de inlichtingen-diensten, in het leger … En dat ver-klaart waarom het deze volkeren nietlukt om de staat snel schoon tevegen. Het maakt het ook mogelijkvoor oude gezichten om weer aan demacht te komen. Wat in Egyptegebeurd is, bewijst wat ik zeg. Wegaan nu door weeën. Er zullen perio-des zijn van achteruitgang en mis-schien zullen deze weeën leiden totwaar de Arabische volkeren naarstreven, namelijk vrijheid, gerechtig-heid en waardigheid.

Is wat in Egypte gebeurd is eenterugval?Madawi Al-Rasheed: Ja, in alle bete-kenissen van het woord. Egyptekende een begin van een democra-

23MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

Reut

ers

/ Kh

aled

Abd

ulla

h

In Egypte zijn de militairen opnieuw aan de macht. In Tunesië werden ditjaar twee leiders van de oppositie dood-geschoten en vechten gewapendegroepjes een guerrilla uit met de orde-diensten. In Libië werd de premier kortontvoerd en in Syrië is de situatie uit-zichtlozer dan ooit. Is de ArabischeLente begraven? Madawi Al-Rasheedmaakt voor MO* de balans op.

‘Uiteindelijk gaat hetom herverdeling’

door Samira Bendadi

Page 12: MO*magazine 110

inkomen hebben en uitzicht op een toe-komst voor hun kinderen.

U was tegen het NAVO-optreden in Libië.Hoe kijkt u er nu op terug?Madawi Al-Rasheed: Er is spijtig genoegeen inmenging geweest in Libië onder eenArabische dekmantel en met Arabischezegen. In Syrië zijn er ook inmengingen. Ikdenk dat de hele Arabische regio onder bui-tenlandse overheersing staat en dat maaktde situatie nog ingewikkelder. Kijk naarIrak, dat sinds 2003 nog altijd geen stabili-teit kent. Er zijn elke dag ontploffingen enaanslagen. Het nieuws komt tegenwoordiguit de Arabische landen. Het is bijzondergewelddadig nieuws en dat komt omdatmondiale en regionale krachten met elkaarvechten in de regio. We bevinden ons indeze situatie sinds de Eerste Wereldoorlogen we zijn er nog altijd niet uit geraakt.

Zijn deze inmengingen het grootste pro-bleem van de regio, zoals vaak wordtgezegd?Madawi Al-Rasheed: Deze inmengingenzijn een deel van het probleem en niet hethele probleem. In de Arabische wereld is erde problematiek van de hedendaagse staat.De staat behoort tot een bepaalde groep inde samenleving. Het zijn familiestaten, of

stammenstaten, of militaire staten, of sekta-rische staten… Alle staten hebben gefaald.Zelfs de nationalistische en socialistischeregimes zijn er niet in geslaagd alle lagenvan de bevolking te vertegenwoordigen. Zehebben allemaal bepaalde groepen bevoor-deeld ten nadele van andere.

De revoluties kwamen er toch om dat rechtte trekken?Madawi Al-Rasheed: In de Arabischewereld praat men te veel over politiek en teweinig over economie. Er is geen economi-sche visie op hoe het verder moet, ook nietbij de nieuwe machthebbers. En dat terwijlde kern van het probleem economisch is.Het gaat om de herverdeling van de rijk-dommen, om het creëren van werk en hetbieden van goed onderwijs. De Arabischewereld is de grootste exporteur van migran-ten, zowel onder de hoogopgeleiden alsonder de ongekwalificeerde arbeiders.

Er is in verschillende landen toch een aan-zienlijke economische groei. En de Golfsta-ten beschikken over enorm veel middelen. Madawi Al-Rasheed: De openheid van deeconomie heeft niet geleid tot openheidvan de arbeidsmarkt en heeft van deArabische economieën geen producerendeeconomieën gemaakt. Ze heeft een maat-

schappij gecreëerd die het beste en hetlaatste van wat elders wordt geproduceerdverbruikt. De oude industrieën zijn vernie-tigd en wat ervoor in de plaats is gekomenis de export van grondstoffen, maar destaat is er niet in geslaagd bedrijven aan tetrekken die voor werkgelegenheid zorgen.Zelfs in de textielsector zijn bedrijven weg-getrokken naar Aziatische landen. Er iswel veel show. Er is een bouwrevolutie methoge torens en luxueuze toeristische oor-den, maar het zijn slechts dienstenecono-mieën, die gemakkelijk in elkaar stortenwanneer er problemen zijn. We praten teveel over politiek omdat je aan politiekmoet doen om de economische situatie teverbeteren. Het probleem is dat we nogsteeds te maken hebben met groepjes diebevoordeeld worden ten opzichte van derest. Als je dichter bij de macht zit, krijg jetoegang tot faciliteiten. Je hebt voorrang opde anderen, je krijg grond aan zee… Zelfsde staat doet daaraan mee en is grondbeginnen te verkopen.

Hoe moet het nu verder?Madawi Al-Rasheed: We zitten in eenmoeilijke situatie en ik zie geen snelleoplossingen. Er zijn grote problemen enwe hebben meer tijd nodig om ze op telossen dan we aanvankelijk dachten. Q

25MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

tisch experiment dat geaborteerd werd.Volgens mij had Egypte beter gewacht tothet einde van de presidentstermijn of washet land na de verdeeldheid over Morsibeter overgegaan tot vervroegde verkiezin-gen. Dan hadden we misschien nieuwegezichten zien opduiken of had er een coa-litieregering gevormd kunnen worden diede verschillende strekkingen binnen deEgyptische samenleving vertegenwoordigt.

Maar het was vanaf het begin een of/of ver-haal. De Moslimbroeders waren niet te vin-den voor vervroegde verkiezingen. Madawi Al-Rasheed: De Moslimbroedershebben vervroegde verkiezingen geweigerdomdat ze ervan uitgingen dat ze legitimiteithadden en dat ze de meerderheid van destemmen hadden behaald. Maar volgensmij was er een project dat al in gang wasgezet. Het is moeilijk voor een democra-tisch experiment te slagen wanneer hetomringd is door regionale krachten die datexperiment willen aborteren. Egypte is eenbelangrijk land. Er was vanaf het begingrote regionale belangstelling voor dat expe-riment, vooral in de Golfstaten, met Saoedi-Arabië op kop. Na slechts één jaar was ergeen plaats meer voor Morsi om aan demacht te blijven. Het democratische experi-ment in Egypte was een indirect gevaarvoor de heersende families in de Golfstaten.Want een democratisch Egypte zal zekervragen doen rijzen over het politieke sys-teem in die landen zelf.

De Moslimbroeders waren niet de drijvendekracht achter de revolutie, maar hebben derevolutie gebruikt om aan de macht tekomen. In plaats van het systeem verder tedemocratiseren, waren ze bezig de staat te“verbroederschappen”, zeggen de critici. Madawi Al-Rasheed: Ik denk dat wat er inEgypte gebeurd is ook de vertaling is van eenklassenconflict. Dat is ook zo in Tunesië. DeArabische revoluties hebben een nieuwegroep mensen met ander onderwijs en eenandere cultuur aan de macht gebracht. Demannen van de islamitische partij Annahda

in Tunesië zijn anders dan de klasse die totnu toe aan de macht is geweest. Hun visie isook anders en dat wordt vaak vergeten. InEgypte behoren de rechters tot een bepaaldesociale klasse met banden met het vorigeregime. Ze hebben gezien dat ze dreigdengemarginaliseerd te worden, daarom werdener korte metten gemaakt met het democrati-sche experiment.

Het is een klassenconflict dat de vorm vaneen religieus conflict heeft aangenomenwaarin de discussie over de plaats van deislam centraal stond. Madawi Al-Rasheed: Kijk, alle conflicten in de Arabische wereld zijn vatbaar voor het aannemen van een religieuze kleur. Nu draait het conflict om identiteit, om de islamitische moraal of de relatie tussen deislam en het Westen. Dat zijn slechts deetalages van conflicten die je niet kunt zien tenzij je ze grondig bestudeert. DeMoslimbroeders hebben de coup geïnter-preteerd als een coup tegen religie. Maarhoe kan het een coup tegen religie zijn alsde overgrote meerderheid van deEgyptenaren, zowel de voorstanders als detegenstanders van Morsi, gelovig is? Hetzijn eerder klassenconflicten en culturele

conflicten en die zijn er in alle maatschap-pijen. Het probleem in de Arabische landenis dat er geen systeem bestaat waarbinnendie conflicten uitgevochten kunnen wordenzonder dat grote groepen in de samenlevingvan dat systeem uitgesloten worden.

Het democratische Egyptische experimentis niet tot een goed einde gebracht. Wat ishet effect daarvan op de rest van de Arabi-sche wereld?

Madawi Al-Rasheed: Wat in Egypte gebeurdis, heeft een dubbelde verdeeldheid veroor-zaakt in de Golfregio. Er is verdeeldheid inde publieke opinie. In Saoedi-Arabië steunteen deel van de bevolking het Saoedischeregime en vindt het een goede zaak dat demoslimbroeders in Egypte niet meer aan demacht zijn. Ze denken dat dat het einde vanhet islamisme betekent. Een andere deel steltSaoedi-Arabië medeverantwoordelijk voorhet vallen van veel slachtoffers onder de aan-hangers van Morsi. De coup heeft ook dekloof tussen het Qatarese project en hetSaoedische project dieper gemaakt. Saoedi-Arabië denkt een overwinning te hebbengeboekt omdat het erin geslaagd is een eindete maken aan de Qatarese droom om vanEgypte, onder de Moslimbroeders, een bond-genoot te maken.

En wat met de rest van de Arabische landen?Madawi Al-Rasheed: De Egyptische revolu-tie heeft een einde gemaakt aan het projectvan geweld als middel van verandering. Hetterroristische project dat zich verspreidheeft over heel veel landen en waarvan menten onrechte de indruk had dat hetgesteund werd door de bevolking was ineen impasse beland. En plots kwam er

hoop, in de vorm van de vreedzame beto-gingen. Dat was een heel belangrijkmoment in de Arabische wereld.Sommigen dachten dat het geweld als mid-del van verandering voorgoed voorbij wasen plaats had gemaakt voor vreedzaam acti-visme. Maar na drie jaar is gebleken datvreedzaam activisme niet genoeg is om hetsysteem te veranderen. We zijn nu in eenfase beland dat mensen zelfs niet meer wil-len weten wie hen regeert, als ze maar een

INTERVIEWt e n d e n s e n

24 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

‘Alle staten hebben gefaald. Ook de nationalistische ensocialistische regimes hebben allemaal bepaalde groepenbevoorrecht ten nadele van andere.’

Gastdocente verbonden aan hetMiddle East Centre van de LondonSchool of Economics en researchfellow bij de Open SocietyFoundation. Ze was tussen 1994 en2013 hoogleraar Antropologie enReligie aan King’s College in London.Ze heeft daarvoor ook gedoceerd aande University of London en deUniversity of Oxford. Ze heeft verschillende publicatiesover Saoedi-Arabië op haar naam.

Wie is Madawi Al-Rasheed?

© S

amira

Ben

dadi

Page 13: MO*magazine 110

� Eén ding is zeker: sinds 2006 is demijnactiviteit sterk gegroeid. Er is nog nooitzoveel zuiver koper geproduceerd in Congoals vorig jaar. In 2013 wordt het nog meer.Op de weg tussen Likasi en Lubumbashizoeven om de haverklap vrachtwagens metveertig ton koper voorbij: 230.000 euro pertruck. In 2006 daarentegen zat de industriëlegrondstoffenproductie, na jaren van oorlog,op een dieptepunt. In 1980 produceerde hetstaatsbedrijf Gécamines, de opvolger van hetkoloniale bedrijf Union Minière, nog eenhalf miljoen ton koper. Later zakte de koper-productie ineen en vanaf 2000 produceerdeCongo jaarlijks nog een paar tienduizendton. Diamant was op dat moment veelbelangrijker, met een productie van 30mil-joen karaat (in 1980 nog 10miljoen), waar-van meer dan twee derde werd bovengehaalddoor ambachtelijke delvers ofte creuseurs.Ook in Oost-Congo begon het delven enhakken naar coltan, goud of ijzer. Naarmatede grondstoffenprijzen met de opkomst vanChina stegen, nam de ambachtelijke mijn-bouw een hoge vlucht, ook in Katanga. Intussen is er veel veranderd. De diamant-sector in Kasai is weggezakt, maar Katangazag zijn koper- en kobaltindustrie als eenfeniks uit zijn as herrijzen. In 2012 werdmeer dan 600.000 ton zuiver koper gepro-duceerd, het hoogste cijfer ooit en dat methoge wereldmarktprijzen van bijna 6000euro per ton. Het duurdere kobalt (20.000euro per ton) piekt met jaarlijkse productie-cijfers van om en bij de 100.000 ton – bijnaevenveel als in de hele periode tussen 1985en 2000. In tegenstelling tot vroeger zit die productieniet meer geconcentreerd bij het staatsbe-drijf Gécamines, maar bij de joint venturesdie Gécamines de voorbije jaren aangingmet tal van privépartners. Daaronder zittenmijnmultinationals die over de miljardeneuro’s beschikken die nodig zijn om degroene bergen te ontginnen. Zo verwierf deAmerikaanse mijnreus Freeport McMorantussen Tenke en Fungurume een gebiedvan 1600 km2 waaruit naar schatting 4mil-

27

DOSSIERt e n d e n s e n

26 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be MOQ • december 2013 • www.mo.be

��

door John Vandaele

In de Congolese provincieKatanga zijn sommige

heuvels groen: ze zitten volkoper en kobalt, je vindt erde hoogste concentraties ter

wereld. Slaagt Congo erin ommeer uit dat geschenk van denatuur te halen dan in 2006,toen we ‘Congo vergooit zijnkroonjuwelen’ publiceerden?

Nadat MO* werd veroordeeld voor de intussenberuchte Forrestcartoon bij

dat artikel – maar vrijgesproken voor het artikelzelf – vroegen we onze lezersof ze een vervolgstuk wildencrowdfunden. De reactie wasmeer dan enthousiast. John

Vandaele reisde naar de DRCom een antwoord te vinden

op de vele vragen.

Industriële mijnbouwgebeurt vaak op een

gigantische schaal die miljarden aan

investeringen vergt. © R

eute

rs S

taff

© Jo

hn V

anda

ele

Kobaltoxide

Steeds meer koper voor de wereld, maar wat levert het het land zelf op?

De mijnbouw bloeit, Congo oogst veel te weinig

Page 14: MO*magazine 110

dagen per week in een restaurant werkenvoor een maandloon van tachtig euro. Dan zijn de lonen in de mijnsector hoger.KCC betaalt naar eigen zeggen een netto-maandloon voor uitvoerende taken van 750dollar. De vakbondsvertegenwoordigers vanCSC hebben het over 300 dollar. Een grootverschil natuurlijk, al blijft ook 300 dollartot de betere lonen behoren in Congo.Toch is er ook discussie over de kwaliteit vande banen bij de nieuwe reuzen. Telkensopnieuw doemt de vergelijking met het oudeGécamines op: ‘Gécamines betaalde al hetschoolgeld, betaalde een of meer zakkenmaïsmeel per jaar – dat doet KCC niet ofamper. Dédé Madika’s vader was decennia-lang kaderlid bij Gécamines toen dat noggoed werkte. ‘Wij hebben alles te danken aanGécamines’, zegt moeder Madika. ‘Al onzekinderen konden studeren, er was primagezondheidszorg, het bedrijf gaf ons hetbasisvoedsel van verschillende zakken maïsper maand, ook dit huis kregen we van hetbedrijf… De werknemers moeten nu veelharder werken dan vroeger: ze vertrekkenvroeg en komen pas heel laat terug.’ Bij TFMdraaien ploegen twaalf uur per dag. VolgensMadika leidt dat tot meer ongevallen. Het bouw- en mijnbedrijf EntrepriseGénérale Malta Forrest werkt meer op deoude manier, zegt Ben Pirard: ‘Een metse-laar verdient bij ons 200 dollar, maar daar-bovenop komen zijn zakken maïsmeel, zijngezondheidszorg, het schoolgeld voor dekinderen. Een werknemer zocht onlangsonze hulp voor zijn tweede vrouw, die ern-stig ziek was. Normaal valt die niet onderde verzekering, maar dan doen we ietsextra’s door hem een aantal vrachtwagensmet steenslag te geven.’ Over één ding isiedereen het eens: de Chinese en Indiasebedrijven hebben weinig op met arbeiders-rechten en sociaal overleg.

is er nu meer transparantie?

In 2006 schreven we dat het grote probleemniet de arbeidsvoorwaarden bij Forrest

29MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

joen ton zuiver koper te halen is. TenkeFungurume Mining (TFM) zou dit jaar200.000 ton koper produceren. De grondstoffenmultinationalGlencoreXstrata nam dan weer de conces-sies van Forrest en Gertler in en omKamoto over waar we in 2006 over schre-ven. Dat bedrijf, de Kamoto CopperCompany, kortweg KCC, zou dit jaar120.000 ton koper produceren maar miktvoor volgend jaar op 300.000 ton. Daarnaast zijn er een aantal middelgrotebedrijven met lagere productiecijfers en ookvele doorgaans Chinese en Indiase bedrij-ven die hun ertsen kopen van creuseurs.

kwamen er veel banen bij?

Merkwaardig genoeg kan niemand bijbenadering zeggen hoeveel mensen eenformele baan hebben in de mijnsector. HetNationaal Bureau voor de Werkgelegenheidzou meer moeten weten, maar GérardKasongo Ilunga, de directeur van de afde-ling Katanga, kan ons alleen een cijfergeven van de werkgelegenheid bij 45 van degrotere bedrijven. Begin 2013 werkten er26.570mensen, van wie 25.482 voorCongolezen. De indirecte werkgelegenheidin allerlei toeleveringsbedrijven zal min-stens even groot zijn, maar dan kom je nogmaar aan 60.000 banen in de groterebedrijven. Dat de Katangese mijnindustriezorgt voor 100.000 formele banen, directen indirect, is wellicht geen slechte schat-ting, al blijft het giswerk. Kasongo betwijfelt of de werkgelegenheid,globaal gezien, is toegenomen de voorbijejaren. Ten eerste omdat er bij Gécaminesveel mensen zijn afgevloeid. Velen onderhen werken nu bij andere bedrijven, maardat compenseert dan gewoon het banenver-lies. Met dat verschil dat het nu om produc-tieve banen gaat, niet om het in dienst hou-den van mensen door een staatsbedrijf datkreunt onder meer dan 1miljard euro schul-den. Overigens liet de ceo van Gécaminesweten dat nog eens de helft van de 9000

werknemers overbodig is.Kasongo: ‘De grote bedrijven werken tegen-woordig ook anders: vroeger hadden direc-teurs een chauffeur, nu rijden ze zelf. Erzijn gewoon minder banen dan vroeger omhetzelfde te produceren.’ Jacques Mande,hoofd van de vakbond CSC in Katanga, zegthet zo: ‘Hoe meer men de fabrieken verbe-tert, hoe meer mensen men moet ontslaan.’ Bovendien is de werkgelegenheid in deambachtelijke sector verminderd. Somswerden en worden de creuseursmet gevech-ten in regel verdreven van concessies dieindustriëlen hebben verworven. Theo Mafovan de CSC-afdeling van Kolwezi stelt dathet aantal creuseurs in en om Kolwezi is ver-minderd van 100.000 tot 15.000. IngenieurDédé Madika, die voor KCC werkt, ziet dieverschuiving ook: ‘Voor de investeerdershier neerstreken, pikten de creuseurs – vaaksociaal zwakkeren, mensen met weinigscholing – een graantje mee van de mijn-sector, nu zijn het de beter geschoolden

zoals ik die er beter van worden.’Is het aantal banen niet toegenomen, dearbeidsvoorwaarden – veiligheid en gezond-heid, vergoeding … – van de industriëlebanen zijn beter dan die van de creuseurs,die vaak grote risico’s nemen in hun zelfge-graven tunnels. Bovendien kan industriali-sering, anders dan de ambachtelijke mijn-bouw, de basis leggen voor de ontwikkelingvan Congo, op voorwaarde dat het goedgedaan wordt en de bedrijven belastingenbetalen (zie onder).Charles Mwamba van de vakbond CSC:‘Als je het op het niveau van de provincie ofvan de stad Lubumbashi bekijkt, is de werk-gelegenheid door de mijnbedrijven eendruppel in een oceaan. Elk jaar verlaten dui-zenden studenten de universiteit vanLubumbashi.’ De stad trok door de koper-koorts jongeren uit heel het land aan: debevolking is er verdubbeld tot vijf miljoeninwoners. Velen schrapen met moeite eenoverlevingsloontje bijeen – zoals zeven

��

��

DOSSIERt e n d e n s e n

28 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be© X

ande

r Sto

ckm

ans

KATANGA = KATUMBILANDDe staat is sterk in Congo als het om corruptie gaat. Samuel Pheri van hetZambiaanse bouwbedrijf City Map Desmo and Construction illustreert dat. ‘We wil-den investeren in Katanga. We hebben die plannen opgeborgen toen bleek datgouverneur Moise Katumbi 10 procent van onze aandelen eiste, 10 procent op elkeinvestering en een paar van zijn mannetjes in het bedrijf. In die omstandighedenwillen we niet in Katanga werken.’ Het gerucht gaat dat Katumbi en andere politieke zwaargewichten aandelen heb-ben in de meeste mijnbedrijven en er dus eigenlijk belang bij hebben dat diezoveel mogelijk winst maken. Katumbi heeft ook verschillende transportbedrijven:een bedrijf dat daar niet mee werkt, kan problemen krijgen. Alle grote mijnbedrij-ven sponsoren de voetbalclub TP Mazembe, waarvan Katumbi voorzitter is enMalta Forrest ondervoorzitter. Het draagt bij tot de verwevenheid van politiek enzakenwereld. Vakbonden hebben het gevoel dat ze gevangen zitten tussen destaat en de mijnbedrijven die in één bed liggen. Zegt een vakbondsman die lieveranoniem blijft: ‘De politici staan niet aan onze kant en dat is een probleem. Toenwe bij KCC staakten voor een hoger loon, kreeg ik telefoontjes van de minister dater nog meer mensen waren die ons werk konden doen.’ Katumbi heeft een provinciale belasting ingevoerd en daarmee de infra-structuur in Katanga sterk verbeterd. Daarmee steekt hij nog altijdpositief af tegenover de meeste andere gouverneurs. Tochbegint Katumbi steeds meer op de Berlusconi van Katanga telijken. De man heeft minstens zeven tv-stations in zijngreep. Een directe getuige: ‘Die komen elke morgen bij depersattaché van Katumbi en die vertelt hen wat de gouver-neur die dag gaat doen en hoe ze dat het best in beeldbrengen.’ Dat betekent sowieso dat het moeilijk is ombepaalde thema’s aan bod te laten komen in de media.

Over één ding is iedereen het eens: de Chinese en Indiase bedrijven hebben weinig op met arbeidersrechten en sociaal overleg.

© Jo

hn V

anda

ele

© Jo

hn V

anda

ele

De traditionelechef Mpala van

Fungurume wasingenieur bij

TFM: ‘Indien TFMzou doen wat hetallemaal beloofdheeft, zouden ergeen problemen

zijn.’

Arbeider “blust”koperkathodes: vorig jaar werd liefst600.000 ton zuiverekoper geproduceerd.Een record.

Page 15: MO*magazine 110

activiteiten bedroeg in 2004 volgens hetInternationaal Muntfonds niet meer dan13miljoen euro. De belastinginkomstennemen dus toe maar het blijft zwaaronvoldoende, onderstreept Oscar Melha -do van het IMF: ‘Die inkomsten blijveneen zeer lage bijdrage als je ze vergelijktmet het gewicht van de sector in de eco-nomie.’ Op een totale overheidsbegrotingvan 4,6miljard dollar in 2010 waren de800miljoen inkomsten maar goed voorzo’n 16procent van het totaal, terwijl demijnsector volgens de Centrale Bankbijna 39procent van de totale economieuitmaakte. Jean-Marie Kabanga van deKatangese ngo-koepel POM zegt het zo:‘We produceren nu meer koper dan in dehoogtijdagen van Gécamines, maar toenwas Géca mines goed voor 70procent vanhet staatsbudget.’ Het valt in elk geval op dat de meeste mijn-bedrijven in handen zijn van houdstermaat-schappijen die zich op fiscale paradijzen inde Caraïben bevinden. ‘Toch betalen we inCongo de belastingen die we moeten beta-len’, stelt woordvoerder Charles Wathenpulvan KCC, al kan hij ons niet duidelijkmaken welke andere redenen dan fiscaleKCC zou hebben om in zee te gaan met

Caraïbische eilanden. Om te verhelpen aan de lage opbrengsten,wordt momenteel gewerkt aan een nieuwemijncode. ‘De vraag hoeveel belastingenworden gegeven, staat centraal in die dis-cussies. Wij zijn tegen meer belastingen’,zegt een vertegenwoordiger van de mijnbe-drijven.

wat krijgt congo ervoor terug?

Veel Congolezen vinden dat de mijnin-dustrie, ondanks de vooruitgang, nietgenoeg bijdraagt tot de Congolese samen-leving. Ze vergelijken de nieuwe bedrij-ven voortdurend met het oudeGécamines. ‘We zijn allemaal kinderenvan Gécamines’, zegt dokter KapyaMukeya. ‘Wij hebben alles aanGécamines te danken. Nu hebben wemeer dan 300mijnbedrijven, maar zehebben geen woningen gebouwd, geenziekenhuizen en scholen. De cholera inLubumbashi neemt toe. De vorige jarenhadden we minder dan 2000 cholerage-vallen. Dit jaar zijn er nu al meer dan11.000 en dat terwijl er elke dag meervrachtwagens met koper uit ons land

wegrijden. Dat is wraakroepend.’ Mensen willen dat bedrijven lokaal zelfhun sociale verantwoordelijkheid op zichnemen: niet alleen omdat ze het voor-beeld van Gécamines kennen, maar voor-al omdat ze niet geloven dat de belastin-gen die de mijnbedrijven betalen hen tengoede zullen komen. KCC en TFM wijzen op hun sociale pro-gramma’s. Het sociaal fonds van TFM is2,5miljoen euro per jaar. KCC claimt dathet in 2012 alleen al 8miljoen eurobesteedde aan gemeenschapsprojecten.Als we uitstappen in een van de dorpendie TFM heeft gebouwd, omdat de oor-spronkelijke dorpen boven op de koperla-gen bleken te liggen, blijken de inwonersniet erg tevreden. ‘Het is hier als eenwoestijn. We hebben geen elektriciteit enwe zijn geen eigenaar van deze woning,we hebben enkel vruchtgebruik.’Wat veel kwaad bloed zet, is dat er weinigecht lokale werkgelegenheid is. De mees-te werknemers zijn geschoolde mensenuit de steden. Soms is er ook milieuhin-der. De Luilurivier was erg vervuild deeerste jaren dat KCC begon te werken.Dat is nu verbeterd. De echt grote bedrij-ven zijn meer bekommerd om het milieu.TFM bouwde een gigantisch bassin waar-in afvalwater wordt opgevangen eer hetwordt hergebruikt. Bij het Indiase mijnbedrijf Chemaf ligtdat anders. We lopen rond in de wijkKatcheba van Lubumbashi, gelegen rondde koperfabriek van Chemaf. Iedereen diewe spreken – mannen, vrouwen, kinde-ren – bevestigt dat Chemaf haast elkenacht gassen uitstoot die mensen aan hethoesten maken en het slapen bemoeilij-ken. Op bepaalde plaatsen zien we dat demuren van woningen een soort wittigesubstantie uit de bodem opzuigen. Hetgrondwater is onbruikbaar geworden.Ongelooflijk dat zoiets jaren kan door-gaan. ‘Wat wil je? De baas van Chemafzegt zelf dat hij de president in zijn zakstopt’, zeggen verschillende omwonen-den.Q

31MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

waren, maar zijn contracten – de ondoor-zichtige manier waarop die tot stand kwa-men en hoe weinig ze boden voor Congo. Toen was er bijzonder weinig transparantie.Wij waren slechts via een gunstige windaan de beruchte contracten van Forrest enGertler gekomen. Bovendien was onduide-lijk hoe ze tot stand kwamen: alles verliepin grote duisternis. Een van de stappen vooruit is dat nu, onderdruk van het Internationaal Muntfonds ende civiele samenleving, alle mijncontractengepubliceerd worden op de website van hetministerie van Mijnbouw. Toen eenbepaald contract niet werd gepubliceerd,weigerde het IMF eind 2012 zijn financie-ringsakkoord met Congo te verlengen. Congo is ook toegetreden tot het Initiatiefvoor meer Transparantie in de Ontgin -ningsindustrie (ITOI). Onder het ITOI moe-ten mijnbedrijven verklaren welke bedragenze betalen aan de overheden. En die laatstezijn op hun beurt weer verplicht om te publi-ceren wat ze van de verschillende bedrijvenontvangen. Professor Mack Dumba is deenthousiaste coördinator van ITOI:‘Tegenwoordig storten de bedrijven zich oponze formulieren. Sturen we die ’s morgensop,’s avonds krijgen we ze al ingevuld terug.Ook de belastingdiensten vullen ze snel in.’Toch blijven er heel wat gebreken: als Congoer dit jaar niet slaagt om beter te doen danvorig jaar, wordt het uit het ITOI gezet.Publicatie lost niet alle problemen op, maarmaakt ze wel zichtbaar. Dit voorjaarbeschreef het Africa Progress Report ondervoorzitterschap van voormalig VN-secreta-ris-generaal Kofi Annan vijf gevallen waarinhet staatsbedrijf Gécamines zijn aandelenin joint ventures verkocht voor een opmer-kelijk lage prijs, en altijd aan bedrijven waarDan Gertler het voor het zeggen had. Dieverkocht dan die zelfde aandelen enkelemaanden later door voor een veelvoud vande prijs. Ook Glencore was betrokken bijeen paar van die transacties. Gertler is eengoede vriend van president Kabila. ‘Gertlerbeheert de rekeningen van Kabila in Israëlen Hongkong’, zegt een waarnemer. Er zijn

tot nu toe geen harde bewijzen van finan -ciële banden tussen Gertler en Kabila. Die vijf schimmige deals betekenden voorGécamines een verlies van 1,3miljard dollar.Dat is meer dan Congo aan onderwijs engezondheidszorg samen besteedt. OscarMelhado van het IMF: ‘Het onderwaarderenvan publieke eigendommen is al jaren vasteprik, maar vroeger verliep dat in het geheim.Niemand wist het. Nu kan iedereen hetzien.’ Het is wel moeilijk om het in deCongolese media te brengen en het zo tepolitiseren: het valt op dat zeer weinigCongolezen hiervan afweten. Gécamines is de spin in een web van merk-waardige transacties. Waarheen leidt datweb? De vroegere ceo van Gécamines wasCalixte Mukasa, de oom van KatumbaMwanke, de onlangs overleden rechterhandvan Kabila. De huidige ceo, Ahmed Kalej,was financieel raadgever van die zelfdeKatumba. Mensen dus die dicht bij de presi-dent staan. De voorzitter van Gécamines, enmedeverantwoordelijk voor het gesjoemel, isAlbert Yuma, die in 2012 de Belgische deco-

ratie van commandeur in de Leopoldsordeontving. Vorige maand raakte bekend datGécamines aan het onderhandelen wasover de verkoop van zijn aandeel van20procent in KCC zonder dat de ministervan Mijnbouw daar iets van afwist en zon-der aanbesteding. Opnieuw zou DanGertler aan het langste eind trekken. Hetbericht verwekte wat commotie, vooral inhet buitenland, maar de vraag is of dat deverkoop tegen zal kunnen houden.

betaalt de sector nu meer belastingen?

Elk jaar werken meer bedrijven mee aanhet ITOI en die betalen ook meer belastin-gen. In 2010 verklaarden de grote mijnbe-drijven dat ze 800miljoen dollar aan belas-tingen hadden betaald. Professor Dumba:‘Voor 2011 verwacht ik dat het anderhalfmiljard dollar wordt. En 2012moeten we detwee miljard kunnen halen.’ De totale belastingopbrengst van de mijn-

��

DOSSIERt e n d e n s e n

30 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

Het staatsbedrijf Gécaminesheeft aftandse installaties eneen miljard euro schuldenmaar het verkoopt zijn concessies onder de prijs.

Controlekamer bij TFM: de grote jongens in Congoinvesteren in moderne techno -logie.

© Jo

hn V

anda

ele

© Jo

hn V

anda

ele

‘Dit jaar zijn er nu al meer dan 11.000 choleragevallen,en dat terwijl er elke dag meer vrachtwagens met koperuit ons land wegrijden. Dat is wraakroepend.’

Page 16: MO*magazine 110

Q

maar in miljarden euro’s moet rekenen.Zowel Forrest als Gertler kreeg de conces-sies zonder dat ze de Congolese staat daar-voor moesten betalen. Zeker, er zou volgenshet contract huur worden betaald voor deinstallaties en dividenden op de 25procentvan Gécamines, maar wij voorspelden dathet lang zou duren voor dat echt gebeurde.Dat klopt ook: er is geen huur betaald en erzijn nog steeds geen dividenden betaald.De tegenprestatie van Forrest en Gertlerbestond erin dat ze middelen moesten ver-zamelen om de productie weer op gang tekrijgen. De Forrestgroep toog in 2006 aande slag met de Kamoto Copper Company(KCC), maar, aldus Pierre Philippart, direc-teur van de Entreprise Générale MaltaForrest (EGMF) te Kolwezi: ‘Wij wistenvanaf het begin dat we dit niet alleen zou-den kunnen. Dit ging de financiële moge-lijkheden van een familiebedrijf te boven.’

degraderen uit eerste klasseKFL veranderde zijn naam in KatangaMining Limited (KML). Dat behield 75pro-cent van de KCC en Gécamines de rest.Probleem was wel dat de concessies vanForrest en Gertler een natuurlijke synergiehebben, maar nu dus gescheiden waren. Zohad KCC de koperfabriek in Luilu. Naarverluidt reageerde KML stug en stond hetniet te springen om samen te werken metGertler. In december 2007 produceerdeKML zijn eerste koper, maar een maandeerder was de grondstoffenmultinationalGlencore al met 150miljoen dollar over debrug gekomen. KML kwam in grote financiële moeilijkhe-den. Enerzijds was er de herziening van decontracten, waardoor niet duidelijk was ofde oorspronkelijke voorwaarden behoudenzouden blijven. Die onzekerheid dreef hetKML-aandeel van vijftig naar minder danéén dollar. Anderzijds was er de financiëlecrisis. De banken piekerden er niet over omte investeren in Congo. Terwijl er dus pak-ken geld nodig waren om Kamoto te ont-wikkelen. ‘Wij probeerden mensen ervan teovertuigen aandelen te kopen in ruil voor

kapitaal, maar dat lukte niet’, aldus PierreChevalier, vicevoorzitter van de GroepForrest Internationaal en ex-politicus.Voor Glencore was geld kennelijk geen pro-bleem. In januari 2009 stak het nog eens100miljoen dollar in KCC. Om zijn finan -ciële positie aan te zuiveren en de geplandeontwikkeling door te zetten, had KML nogeens een kwart miljard dollar nodig. Hetslaagde er niet in die bijeen te krijgen.Glencore kwam nogmaals over de brug enzette zijn leningen om in nieuw kapitaal,waardoor het aandeel van Forrest sterk ver-waterde, van veertig naar een paar procent.Het was de groeiende invloed van Glencoredie een fusie tussen KML en Nikanor wistdoor te drukken. Alleen zo kon een vesti-ging van wereldniveau ontstaan. Volgendjaar zou KCC met een productie van300.000 ton het grootste koperbedrijf vanCongo moeten worden. Forrest heeft intussen de paar procenten diehij behield, verkocht. We weten niet hoeveelhij daaraan heeft verdiend. Bij de afwikke-ling wist Forrest bij Glencore wel een grootdienstencontract te bedingen: EGMF neemtde exploitatie van de KOV-mijn voor haarrekening. Over de inhoud van het contractkomen we niets te weten. Chevalier: ‘Na tuur -lijk was het mooi geweest indien we meeaan het roer van KCC hadden kunnen blij-ven. We hebben er geld en energie in ge -stopt, maar we bleken te klein. We spelen nuweer op ons niveau. Maar het heeft iets spij-tigs: het is als Januzaj opleiden en dan ziendat een andere ploeg er beter van wordt.’

andere spelregelsBen Pirard van EGMF leidt ons rond in deKOV-mijn, met kopergehaltes van boven devier procent een van de rijkste ter wereld. Ergaapt een put van 200meter diep voor ons,maar hij moet nog tweehonderd meter die-per worden gemaakt. Pirard: ‘Eerst hebbenwe meer dan een jaar moeten pompen omhet water uit de put te krijgen. Vergeet nietdat er een constante stuwing van grondwa-ter is. Zodra je stopt met pompen, zinktalles weg in het water. Er is dus constant

stroom nodig.’Forrest bekleedt niet langer de dominantepositie die hij in 2006 had. Alsof hij uit degratie is van bepaalde machthebbers. Hetgedoe rond de Compagnie Minière du Sud-Katanga (CMSK) illustreert dat. Forrest wildezijn aandeel in CMSK voor 15miljoen dollarverkopen aan een andere onderneming vande groep. Gécamines oefende zijn voorkoop-recht uit en eiste dat het zelf die aandelenvoor 15miljoen dollar kon kopen. Dat zagForrest niet zitten. Vervolgens ontspon zicheen juridisch conflict in Congo en bij hetInternationaal Arbitragehof in Parijs.Uiteindelijk kreeg Forrest een pak meer gelddan de oorspronkelijke vijftien miljoen. Hetfeit dat Gécamines zich tegenover Forrest zohard opstelt, terwijl het anderzijds de enelucratieve overeenkomst na de andere metDan Gertler sluit, geeft aan dat Forrest degoodwill van een bepaald deel van de elitekwijt is. ‘Als je niet meedoet met het spel,krijg je het moeilijk’, zucht Pierre Chevalier.Dat Forrest, SN Brussels en Lufthansajarenlang moesten touwtrekken eerKorongo de kans kreeg om in Congo te vlie-gen – terwijl er echt wel behoefte was aandegelijke luchtvaartbedrijven – wees ook alin die richting. Wellicht speelde mee datKabila mede-eigenaar is van de andereluchtvaartmaatschappij. Chevalier: ‘Wij res-pecteren de internationale en ethischeregels. Dat vergt meer tijd. En politiekesteun: de Belgische regering heeft hard voorons gepleit. Het feit dat we ons dezer dagenmet internationale spelers als Lufthansa ofHeidelberg (cement) verbinden, maakt hetook makkelijker dingen gedaan te krijgenzonder ethische regels te overtreden.’Het ontgaat Chevalier natuurlijk niet datGertler nu de centrale figuur is geworden: denew sheriff in town, grapt hij. Dat roeptnatuurlijk de vraag op wat Forrest ervoormoest doen om destijds de spilfiguur te zijn.‘We waren toen de enige grote ondernemerin het land; het lag toen anders.’ De groepForrest wil voortaan anders omgaan met kri-tiek, onderstreept Chevalier: ‘Meer de dia-loog aangaan in plaats van te procederen.’

33

� Waarom kregen deze relatief kleinebedrijven de kroonjuwelen? In 2004 en2005 was de instabiliteit zo groot dat demultinationale mijnbedrijven zich nog nietin het land waagden. De enigen die dat weldeden, waren mensen als George Forrest,die al decennia in Congo actief was, en Dan

Gertler (zie foto), die een persoonlijke vriendwas/werd van Joseph Kabila. Die eerste pri-vatiseringsgolf voltrok zich in de aanloopnaar de eerste presidentsverkiezingen. Hetlijdt geen twijfel dat zowel Forrest alsGertler Kabila’s verkiezingskas stijfde. Inruil daarvoor stonden ze op de eerste rij

toen de rijke mijnen werden uitgedeeld. Dat waren niet meteen ondernemingen dieover de kapitalen en kennis beschikten omde immense mijnrijkdommen te ontginnen.Dat besef je zodra je ter plaatse een kijkjeneemt: alles heeft hier zo’n enorme schaaldat je niet in tientallen miljoenen euro’s

DOSSIERt e n d e n s e n

32 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

Hoe Forrest de Kamoto-mijnverloor en Gertler de nieuwe

sheriff werd

MOQ • december 2013 • www.mo.be

door John Vandaele

In 2006 publiceerde MO* een berucht dossier over twee grote mijncontracten in Congo. Diecontracten sneden Gécamines-West – het mijncomplex waaraan de stad Kolwezi haar bestaandankt – in tweeën: de ondergrondse mijn van Kamoto en de productie-installaties gingen naarKinross Forrest Limited (KFL), de grote en zeer rijke open mijn van KOV naar Nikanor, het

bedrijf van Dan Gertler, de zoon van de machtigste diamantfamilie van Israël.

© B

loom

berg

/ S

imon

Daw

son

Page 17: MO*magazine 110

��

35MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

‘Maak groenten sexy en mensen zullen groenten eten’

door Tine Danckaers

Onderzoeksjournalist Michael Moss over de junkfoodinvasie

34

ACTUEELt e n d e n s e n

ciënt mogelijk te produ-ceren. Door enorme hoe-veelheden zout, suiker envet te gebruiken, bespa-ren ze, zorgen ze ervoordat hun producten zolang mogelijk in de rek-ken van de supermarktkunnen blijven én wetenze producten met weinigvoedingswaarde verleide-lijke smaken te geven. Endat laatste is belangrijk.Want de steeds terugke-rende boodschap die ikkreeg was dat men con-sumenten zover wil krij-gen dat ze niet alleen vanhun producten houden,maar er ook steeds meervan willen. En de consu-ment is meer dan ooitafhankelijk geworden vangoedkoop en gemakkelijkvoedsel, waar de minder“makkelijke” smaken uitworden geweerd.

Wat houdt de voedings-bedrijven tegen om af te kicken van hunverslaving en op zoek te gaan naar alter-natieven voor suiker, zout en vet?

Michael Moss: Geld! De alternatievenzijn duurder. Zout vervangt dure verse krui-den. Wanneer je maar 10 dollarcent perpond zout betaalt, heb je meer ruimte omandere en duurdere dingen toe te voegen.Zout is een wonderbaarlijk ingrediënt voorde voedingsindustrie. Het vergroot nietalleen de houdbaarheid van levensmidde-len, maar maskeert ook slechte smaken inverwerkte voeding. Vlees is bijvoorbeeld eenenorme uitdaging voor de voedselverwer-kende bedrijven. Als je het opnieuwopwarmt in een kom soep, begint het vet teoxyderen en smaakt het naar nat honden-haar. Die smaak vorm je om door ermassa’s zout in te kieperen.Ik ben voor mijn onderzoek naar bedrijven

gegaan met de vraag of ze een paar zoutlo-ze versies van hun snacks voor me wildenbereiden. De resultaten smaakten afschu-welijk. Er bleef niets van over. Die verslaving is dus een dilemma voor debedrijven. Want er is inderdaad een deelvan de consumenten dat niet langer mee-gaat in hun verhaal en gezonde voeding wil.Aan de andere kant blijft een groot deel vande wereld bevolking verslaafd aan goedkoopeten.

Wanneer werd de voedingsindustrie zoafhankelijk van zout, vet en suiker?

Michael Moss: Het verhaal van Kelloggsbegon aan het eind van de negentiendeeeuw, toen John Harvey Kellogg, een medi-cus die ironisch genoeg suiker en zout háát-te, een gezondheidscentrum begon inBattle Creek bij Detroit. Hij serveerde er

volkorenbroodjes en haver-moutcrackers als alternatiefvoor het vette vleesontbijt datmensen aten. Maar zijn jonge-re broer Will nam de zaakover, experimenteerde met degranen en voegde er suikeraan toe. Het zoete granenont-bijt was geboren.Een volgende belangrijke peri-ode waren de jaren vijftig.Steeds meer vrouwen gingenbuitenshuis werken, en moes-ten dat combineren met hetvolledige huishouden. De voe-dingsindustrie ging die vrou-wen bedienen door gemak teverkopen: producten die altijden overal beschikbaar waren,gemakkelijk bewaarden invoorraadkasten en zonder veelmoeite konden wordenbereid.Begin jaren tachtig dan begonWall Street zich ermee tebemoeien en eiste van de voe-dingsgiganten dat ze meer ver-nieuwden en anticipeerden opnieuwe trends. De concurren-

tiedruk en de druk om meer te verkopennam toe. General Foods nam HowardMoskowitz, de tovenaar van de voedingsin-dustrie, in de arm. Zijn opdracht was omsamenstellingen uit te vinden die meerdeden dan mensen verzadigen. Ze moestende trek juist bevórderen. Moskowitz intro-duceerde ook iets dat gretig werd overgeno-men door de hele industrie: vele variatiesop één thema. De consument kreeg nietéén koffiesmaak of twee smaken chipsvoorgeschoteld, maar twintig, aangepastaan stemming en emoties. In die zelfde jaren tachtig werd het ook soci-aal aanvaardbaar om waar en wanneer ookte eten of te drinken. Wij, Amerikanen, atenoveral en altijd: op straat, in het openbaarvervoer, op vergaderingen, voor de tv. Dezetrend van snacking en mindless eating werdeen goudmijn voor de voedingsindustrie.

� Ik ontmoet onderzoeksjournalist Michael Moss in Amsterdam, waar hijtwee dagen verblijft om de Nederlandse vertaling van zijn boek Zout, suiker, vette promoten. Hij zucht lachend wanneer ik beken dat ik, na het lezen van zijnboek, de zalig geurende stationspizza heb vervangen door een granenbroodjegezond. De rol van voedselpredikant ambieert Moss absoluut niet, ‘dat werkt bijmij niet, en bij mijn kinderen evenmin’. Na een aantal jaar in het hart van defastfoodindustrie gepeuterd te hebben, is hij overigens nog steeds verzot op devijf smaken chips in zijn keukenkast. En die avond gaat hij, na alle promover-plichtingen, op zoek naar Belgische frieten. Maar thuis, voegt hij eraan toe, eethij het liefst zo dicht mogelijk bij de boer en kookt hij verse en echte groenten.Ons voedselmodel wordt tot in de kleinste details beheerd en bestuurd door degrote voedingsbedrijven: Kraft, Kellogg’s, Pepsico, Coca-Cola, General Mills,om er een paar te noemen. Dat weten we al langer. Moss voegt daar een scherpinzicht aan toe. Die zelfde voedingsbedrijven hebben niet alleen de consumentafhankelijk gemaakt van zout, suiker en vet, maar kunnen zelf ook niet meerzonder. Het kernpunt van Moss’ betoog is dat de voedingsindustrie voedselheeft teruggebracht tot mathematische en chemische modellen om zo de con-sument te verleiden en te kneden tot potentiële “zware gebruiker”. Hun tover-formule een overvloedige additievenmix van zout, vet en suiker. In zijn boek neemt Moss de lezer mee naar gesprekken met chemici, smaak-uitvinders, marketeers en managers uit de voedingsindustrie. Snacks groeidenuit tot een markt van 90miljard dollar vandaag en zetten alle andere productenin de levensmiddelenwinkel steeds meer onder druk om winstgevend te zijn.Intussen wordt de wereldburger steeds vetter en neemt de obesitasepidemiewereldwijd toe. En dat leidde in de VS, na de publicatie van Moss’ boek, tothevige debatten over wie verantwoordelijk is en of we echt verslaafd kunnenraken aan suiker, vet en zout.

Michael Moss: Het antwoord op die laatste vraag heb ik niet gezocht inmijn onderzoek. Ik ben in het hart van de voedingsindustrie op zoek gegaannaar de bepalende factoren die maken dat de wereld vandaag kampt met eenobesitasepidemie. Ik zie de voedselbedrijven niet als vileine almachtige vestin-gen die ons met opzet zwaarlijvig of ziek willen maken, wel als bedrijven diezelf verslaafd zijn geworden aan wat ze nu al vele jaren in hun producten stop-pen. Reden: hun enorme drang naar winst door verkoop en door zo kosteneffi-

© Ivo

van

der Ben

t

Drie en een half jaar onderzochtMichael Moss, journalist van TheNew York Times en winnaar van

de Pulitzerprijs, hoe devoedselindustrie ons

consumenten in haar greephoudt. MO* liet zich via Moss’boek en een gesprek met de

auteur inleiden in desmaakgeheimen van de

voedingsbedrijven.

Zout, suiker, vet. Hoe devoedselindustrie ons in zijngreep houdt door Michael

Moss is verschenen bijCarrera. 352 blzn. ISBN

9789048818921

MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

Page 18: MO*magazine 110

Amerika is koploper wat obesitas betreft.Ook bij ons stijgt het aantal obesitaspa-tiënten, maar toch minder snel. En weeten toch anders, zijn niet zo verslingerdaan ontbijtgranen, consumeren heel watminder vlees.

Michael Moss: Klopt, maar je kunt nietontkennen dat obesitas heel snel ook julliekant is opgekomen. Amerikanen zullenaltijd de kroon spannen in het maximalise-ren van hypes en in overconsumptie. Julliehebben nooit acht uur televisie gekekenzoals wij, maar er zijn wel veel Europeanenveel meer voor het kastje gaan zitten. In gastronomische walhalla’s als Italië enFrankrijk rukken foodies zich de haren uithet hoofd omdat hun tafelethiek wordt ver-ziekt met Amerikaans fastfood. Ik gaf eenlezing in Wenen voor de gezondheidsminis-ters van de Europese lidstaten. Ze zijn weldegelijk gealarmeerd over de mondialeinvloed van de Amerikaanse voedingsindus-trie, die naarstig andere afzetmarkten zoekt.Te veel eten is een mondiaal probleem,maar niet iedereen heeft het geld om er ietstegen te doen. Mexico heeft de dikste kinde-ren ter wereld, maar minder middelen omdat te bestrijden. Een goede zaak is dat heterin geslaagd is om de frisdrankenheffingerdoor te krijgen, waardoor suikerhoudendedranken duurder zijn geworden. Brazilië isook een van die landen die zullen moetenafrekenen met de invloed van de junkfood-invasie. Alle grote voedingsbedrijven heb-ben er zich intussen gevestigd.

U sprak ook met Howard Moskowitz, dieu heel openlijk vertelt dat hij moreel geengraten ziet in wat hij doet.

Michael Moss: Toptalenten zoals hijgaan heel pragmatisch om met wat zedoen. Voor hem was zijn werk iets waar-mee hij zijn sporen kon verdienen met zijnkennis en expertise en waarmee hij maan-delijks geld op zijn rekening kreeg. Hijkeek niet naar het totaalplaatje.Er bestaan overigens wel degelijk mensendie wroeging hebben. Jeffrey Dunn stortte

in toen hij, samen met zijn managers vanCoca-Cola, een arme wijk in Rio bezocht.Ze waren laaiend enthousiast dat ze erinslaagden om arme consumenten te verlei-den met betaalbare flesjes suikerhoudendefrisdrank. Michael Mudd, in de jaren negentigadjunct-directeur van Kraft, wilde in 1999tijdens een topvergadering van de voedings-industrie de leidinggevenden wakkerschud-den over de rol van de industrie en obesitas.Hij werd genegeerd. Dezelfde MichaelMudd schreef een paar maanden nadatmijn boek uitkwam een opiniestuk in TheNew York Times waarin hij de industrie ernogmaals toe opriep om nieuwe ethischenormen te omhelzen.

Werkte het deze keer?Michael Moss:Wel, dat weet ik niet. Net

zomin als ik die bedrijven wil bestempelenals slecht, zie ik hen ook niet als goed. Coca-Cola besteedt heus wel tientallen miljoenendollars aan malaria in Afrika of aan schoon-watervoorzieningen. Tegelijk besteden zenog veel meer geld aan marketing voor pro-ducten die op de klassieke, niet-duurzame

manier worden geproduceerd.De oplossing ligt volgens mij niet in filantro-pie, maar in de omgekeerde redenering: hoekunnen we die bedrijven helpen om metgoede in plaats van slechte producten geld teverdienen?

En het antwoord is?Michael Moss: Het is een moeilijke.

We zijn zoals grizzlyberen die geleerdhebben om hun voedsel in een vuilnisem-mer te vinden. Toen MacDonald’s slaatjesintroduceerde, was dat geen succes omdatmensen niet op zoek zijn naar gezondedingen wanneer ze een fastfoodzaak bin-nenlopen. Na het schrijven van mijn boek wilde ikweten hoe je mensen minder junkfood enmeer groenten doet eten. Ik vroeg me afwat een Kraft, een General Mills zoudendoen om een groente in al haar versheiden puurheid te promoten en te verkopen.Een voedingsgigant zou ten eerste begin-nen met druk te zetten op de verkoopprijsvan de producenten, de boeren, en henbewegen tot grote volumes. Verse boeren-producten kosten immers geld, voor eenbakje bosbessen koop je een XL diepvries-pizza. Vervolgens zou hij de groente easyto handle, panklaar maken. En vervolgenszou hij een reclamebureau in de armnemen om de emotionele snaar van con-sumenten te bespelen en zo het productte lanceren.Ik stapte naar Victors & Spoils, een recla-mebureau dat voor Coca-Cola werkt. Mijnproduct was een uitdaging: geen babywor-teltjes maar dé groente waaraan veelAmerikanen een trauma aan overhoudenomdat het ze als kind te vaak, te bruin, teslap en stinkend werd voorgezet: broccoli.De campagne was ingenieus. Elk verbandmet gezondheid werd geschrapt en erwerd uitgegaan van het idee datAmerikanen verslingerd zijn aan junk-food. De mensen die de reclame zagen,werden erdoor omvergeblazen. Maakgroenten sexy en je krijgt mensen aan heteten.

36 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

ACTUEELt e n d e n s e n

‘De oplossing ligt volgensmij niet in een moreelappel, maar in een prag-matische benadering: hoe kunnen we Kraft enCoco-Cola helpen ommet goede in plaats vanslechte producten geld

te verdienen?’

© Ivo

van

der Ben

t

Page 19: MO*magazine 110

opgeruimd staat netjesNog niet zo lang geleden was het gevaarlijkin Rocinha. Drugshandelaars stelden dewet. Twee jaar geleden, in november 2011,werd Rocinha ‘bezet’ – zo schreef een krantwoordelijk – door de politie. Met tanks enpantserwagens trokken 3000 agenten enmariniers binnen in Rocinha en Vidigal. Zevestigden er “een nieuwe orde”. Zo gaat hetstelselmatig in de favela’s. Eerst worden ze“gepacificeerd”. Daarna vestigt de politie ereen post van de pacificatiepolitie UPP(Unidade de Policia Pacificadora). Inmiddelszijn er 34 UPP’s in Rio, tegen eind 2014zullen er 40 zijn.Gouverneur Sergio Cabral is daarmeebegonnen. Hij werd verkozen in 2007. Datjaar kreeg Brazilië de organisatie van deCopa, de Wereldvoetbalcup van 2014, toege-wezen. Vanaf 2008 volgden de militaire

operaties in de favela’s elkaar op. De meestein Zona Sul, het centrum van de stad en deresidentiële wijken daaromheen.Aanvankelijk steeg Cabrals populariteit.Maar nu staat die op een laag pitje. Er zijn teveel excessen geweest, onder meer tijdensde explosie van ontevredenheid in juni enjuli. Op straat botsten de massamanifesta-ties op keiharde repressie. Toen er plunde-ringen uitbraken, nam de oproerpolitiewraak in de favela’s. In Complexo da Maré,een favela naast de weg naar de luchthaven,werden negen mensen doodgeschoten. Enop 14 juli was er een incident in Rocinha dattot vandaag voortzindert. Die dag voerde deUPP van Rocinha de operatie Paz Armadauit. Ze arresteerde ook een zekere Amarildode Souza. Amarildo keerde nooit terug naarzijn gezin. Dat gebeurt in Brazilië.Maria da Rosario, staatssecretaris voor de

Mensenrechten, klaagde begin oktober nogover doodseskaders bij de politie. Maar hetmoment was slecht gekozen. De straatpro-testen waren nog aan de gang en ze piktenAmarildo’s verdwijning op. Hij werd eensymbool. De zaak werd publiek, en erkwam een onderzoek. Details sijpeldendoor naar de pers. Agenten van Rocinha’sUPP hebben Amarildo ondervraagd, zehebben hem gefolterd met elektroshocks,verstikt met een plastic zak en zijn lichaamdoen verdwijnen. 25 agenten zijn inmiddelsin beschuldiging gesteld.Na vier jaar pacificatie tekent zich eenpatroon af: het draait om territorium. Debendes zijn niet uitgeroeid, ze zijn verdre-ven. Het is veiliger nu in Zona Sul, onderhet wakend oog van de majestueuze CristoRedentor. Maar de criminaliteit verschuiftnaar de verre periferie, en slaapsteden zoals ��

39MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

Rio de Janeiro ondergaat een transformatie. Wonen wordt er duur. Minderkoopkrachtigen en armen worden weggeduwd naar de rand van de stad. De grotesportevenementen van 2014 en 2016 en prestigeprojecten versterken de trend.

Exclusieve uitdrijving

� Soca roept: ‘Uw hoofd!’ Hij kent de pijnpunten van dithuis, hij heeft het zelf gebouwd. De plafonds zijn laag, detrap is steil. We klimmen naar het dak. Daar bespringenons twee koebeesten van honden. Met Soca erbij doen zeons niks. We kijken uit over de zuidflank van Rocinha.‘Daar beneden’, wijst Soca, ‘lag het autocircuit, Fangioheeft daar nog geracet. Er waren hier veldjes, de mensenkweekten eigen groenten.’ Nu kun je het geen wijk meernoemen. Er wonen 120.000mensen, het is ‘de grootstefavela van Brazilië’. Rocinha ligt over de heuvelkam als een zadel over de rugvan een paard. Het zit geprangd tussen rijke wijken. Naarhet noorden de chique wijk Leblon en de Jockeyclub vanGavea. Naar het zuiden de golfbaan en de condominiumsvan São Conrado, met zicht op de oceaan. Verderop inBarra de Tijuca glijden deltavliegers van een bergtop. Deze favela is goed gelegen. Met de bus, en zonder files,ben je in drie kwartier in het centrum van Rio, waar erwerk is. Soca, 52, woont al zijn hele leven in Rocinha. Hij kent de

lokale politiek. De staat heeft begrotingsposten om achter-gebleven wijken te moderniseren. Volgens Soca heeftRocinha meer dan een miljoen real (400.000 euro) gekre-gen. De helft zou naar een kabelbaan gaan die overRocinha heen de rijke wijken met elkaar zou verbinden. Zowordt Rocinha opengegooid. Soca dempt zijn stem. ‘Wegaan de weg op van Vidigal’, meent hij. In Vidigal, denaburige favela, worden bewoners weggekocht door make-laars van onroerend goed. ‘Waar moeten ze naartoe? Zekunnen alleen maar naar Zona Norte. Maar dan wonen zeuren van hun werk.’ Ik vraag waarom hij zachter gaat pra-ten. ‘Dat is de cultuur van de favela. Wie hier woont, let opzijn woorden.’ Vroeger passeerden er auto’s voor zijn deur. Nu is het alsmal om elkaar te voet te kruisen. Tia Lena is zijn over-buurvrouw. Naar het schijnt is ze honderd. Ze zit in haarportiek en drinkt bier. Naast haar staat een beeld van eenkikker. Het spuwt water en brengt geluk. Maar Tia Lena zitveilig achter tralies. Iedereen verschanst zich achter slotenen tralies.

door Raf Custers

38 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

REPORTAGEt e n d e n s e n

Rio’s woon- en bouwbeleid in de aanloop naar de Copa en de OS

Vijf jaar geledenhuurde je in de fave-la Providencia eenhuis voor 80 euro.Vandaag betaal jehet drievoud.

© R

af C

uste

rs

Page 20: MO*magazine 110

uit over het meest gepromote stuk vanRio. Ik ben samen met Pedro Marafellinaar boven geklommen. Die heb ik ont-moet bij het Comité PopulaRio, dat actievoert tegen de puur commerciële inslagvan de grote evenementen. Providencialigt midden in Porto Maravilha. In feiteligt het in de weg, zoals destijds Macausfavela. ‘Maar ze pakken het nu andersaan,’ zegt Pedro. ‘In plaats van er brand testichten, gooien ze de favela’s nu openvoor de marketing. Ze weten dat er wer-kende mensen wonen, mensen met plas-ma-tv’s en een zekere koopkracht. Dat wil-len ze benutten. Daarom maken ze desloppenwijken toegankelijk.’In Providencia is de kabelbaan klaar. Zemoet alleen nog officieel worden geopend.Ze gaat vanaf Rio’s treinstation Central doBrasil omhoog naar het tussenstation in

Providencia en daalt dan weer af naar dehavenlaan. De hele zone ligt integraal inPorto Maravilha. Aan het eindstation is deCidade do Samba opgetrokken. Het is een‘zonevreemd’ complex van pakhuizenwaar aan de praalwagens voor het jaarlijk-se carnaval wordt getimmerd. De pakhui-zen trekken toeristen. Met de kabelbaankunnen die ook Providencia ontdekken,nota bene de oudste favela van Rio deJaneiro.Voor de kabelbaan zijn huizen gesloopt.Zo’n 130 gezinnen moesten al weg. ‘Maarer zullen er veel meer vrijwillig vertrek-ken, omdat Providencia te duur wordt’,zegt Pedro. Vijf jaar geleden huurde je inProvidencia een huis voor 250 real. Nuvind je niets meer onder de 700. InProvidencia noemen ze dat remoçao bran-co, sluipende uitdrijving. Q

Niteroi aan de overkant van Rio’s baai. Deechte inzet van de veiligheidspolitiek zijnniet de bendes, wel het gebied dat ze con-troleren. De oorlog om territorium is al decenniabezig. Macau (60), een oude vriend vanSoca, heeft als tiener het begin meege-maakt. Hij geniet enige bekendheid alssongschrijver. Veel Brazilianen zingen zijnOlhos coloridos (‘gekleurde ogen’) van voortot achter mee, omdat het zo herkenbaar is.Macau met zijn lange dreadlocks is preto,zwart: ‘Als tiener ben ik ooit uitgemaaktvoor makak, door een bullebak van een ser-geant. Hij was blank, maar had kroeshaar.Een typische Braziliaan, wij noemen datsarara. Tachtig procent van de Brazilianenheeft zwart bloed. Waar haalde hij het rechtmij uit te schelden?’Macau groeide op in de favela Praia doPinto. ‘Tot mijn twaalfde ben ik nooit bui-ten de buurt geweest. Méér carioca (typischRio) is nauwelijks denkbaar. Ik leerdemuziek maken in het koor van de kerk.Dom Helder Camara was onze pastoor, totde dictatuur hem naar Recife verbande.’Rio wilde meer chique woongebied, en defavela lag in de weg. ‘Er werd brandgesticht. Die legde onze sambaschool in deas. Kort daarna zijn wij verhuisd naar eenandere favela, Cidade de Deus. Veel burentrokken naar de woonkazerne van Cruzada.’Maar de wijk was uit elkaar getrokken, enhet was afgelopen met Praia do Pinto. Defavela is gesloopt. Op haar plaats staat nuSelva de Pedra, “Stenen Woud”, een condo-minium voor gefortuneerden met slagbo-men en privé-bewakers, exclusief in allebetekenissen van het woord. Dat was hetbegin van de dure wijk Leblon. Daar woontonder meer gouverneur Cabral.

kortzichtigRio’s vastgoedmarkt is waarschijnlijk nooitzo nerveus geweest als nu. De federaleregering gaf in 2007 de boom een flinke zetmet haar PAC-programma om economi-sche groei aan te zwengelen. Elders in dewereld werden miljarden in de economie

geïnjecteerd om de crisis af te zwakken.Een hoop van dat geld werd ook inBraziliaans vastgoed belegd. Maar dekomende grote sportevenementen geven dedoorslag. Zij zetten de grond- en woningen-markt extra onder druk.Eerst komt de Copa in 2014. Vele tiendui-zenden voetbalsupporters zullen Braziliëbezoeken. De ferventste fans betalen waan-zinnige bedragen. ‘Een Amerikaan deed eenaanbetaling van 25.000 dollar voor tweeweken verblijf’, zegt een Belg met twee kolo-niale huizen in Santa Teresa, een wijk diehoe langer hoe hipper wordt. Dat is de topvan de ijsberg. ‘Toeristisch logies wordt mis-schien weer goedkoper’, zegt de Belgischeeigenaar, ‘als de eigenaars hun woningenniet verhuurd krijgen. Maar zoals vroegerwordt het nooit meer. In São Paulo werdeen doorsneewoning anderhalve keer duur-der tussen 2009 en 2012, in Rio de Janeirosteeg de prijs met 184 procent. ’

Voor de Copa zet Brazilië twaalf stadions inhet hele, uitgestrekte land in. Daar is deprijsdruk nog gespreid. Maar deOlympische Spelen van 2016, die vindenenkel in Rio plaats, met het zwaartepuntandermaal in Zona Sul: de belangrijksteOlympische sites liggen in Maracana,Copacabana en Barra da Tijuca. De vierdeplek, Deodoro, ligt aan de noordrand van destad. Tegen dan wordt ook wonen in ZonaNorte een stuk duurder.Tijd is nu de prioriteit. Rio werkt duchtigtegen de klok. Maar in de hele staat Rio deJaneiro (anderhalve keer België, met16,25miljoen inwoners) zijn 207.000 krot-woningen geteld, waarvan 100.000 in destad Rio zelf en bijna 9000 in de buurge-meente Niteroi. De bewoners behoorlijkehuizen geven, dat is geen prioriteit. Staat enstad investeren wel in één oogverblindendproject in de oude havenbuurt: PortoMaravilha, Prachtige Haven. Deze buurtwordt Rio’s pronkstuk. De realisatie van hetproject is toevertrouwd aan Porto Novo, eenpubliek-privaat partnerschap van de stadmet de Braziliaanse multinationalOdebrecht.

Het partnerschap pompt veel publiek geldin privéportefeuilles. Toen het contract in2010 werd beklonken, was het 7,6miljardreal waard, zeg maar 2,5miljard euro. Datgeld gaat naar privécontractanten.Rio’s stadspolitiek is kortzichtig. Privé-ondernemers gaan voor. De mensen moe-ten volgen. Voor het Maracana-stadionklopt de redenering in elk geval niet.Maracana was het grootste voetbalstadionin Amerika. Er konden 90.000mensen in.Ook met minder ging Maracana bij elkematch uit zijn dak. Voetbal was er echtfeest. Maar het stadion is in handen vaneen privé-exploitant gegeven. Die maakt ereen commercieel complex van. Het voetbalmoet ‘gezinnen en koopkrachtige suppor-ters’ trekken. Voor de supporters van vroe-ger worden kaartjes te duur. Voor Porto Maravilha volgen ze hetzelfdeconcept. De wijk wordt een eiland met hetconsortium Porto Novo als bestuur. Hetconsortium doet er alles. Het heeft eigen(blauwe) vuilbakken gezet (overal elders inRio zijn ze oranje). Het haalt het vuil op,verzorgt de plantsoenen, regelt het verkeer,waakt over de veiligheid van de bewonersen kijkt niet op een real om zijn eigen toe-komst rozig voor te stellen. Porto Novoheeft een concessie voor vijftien jaar. Zienwelke niche er dan nog woont.

favelamarketingOp de top van de favela Providencia kijk je

��

40 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

© R

af C

uste

rs

Inwoner van de favela Providencia, die cen-traal ligt in de Porto Maravilha. De haven-buurt moet Rio’s pronkstuk worden.

REPORTAGEt e n d e n s e n

Page 21: MO*magazine 110

Hij verwacht een naderende en onvoor-waardelijke vrijlating. Het is toch absurddat mijn man in Marokko achter de tralieszit terwijl hij in België buiten vervolgingwordt gesteld? Een VN-werkgroep tegen fol-tering buigt zich momenteel over het dos-sier en zal mijn man waarschijnlijk indecember gaan bezoeken.’Op 11 november stuurden Human RightsWatch en zeven andere mensenrechtenor-ganisaties een brief aan de premier vanMarokko, Abdelilah Benkirane: ‘We zijnbezorgd dat hopen, misschien wel honder-den, Marokkanen in de gevangenis zittennadat ze veroordeeld werden in oneerlijke,

politiek geladen processen.’ De onderteke-naars verwijzen in hun brief expliciet naarde zaak-Belliraj. ‘De beschuldigden werdenveroordeeld voor ernstige misdaden zonderdat er echte bewijzen voorhanden warenbuiten hun bekentenissen, hoewel ze claim-den dat de politie foltering gebruikt had omhun handtekeningen onder valse verklarin-gen af te dwingen.’

puzzelstukjesVoor Michèle Hirsch komt de stellingname

van het federaal parket als een ‘extremeschok’. Hirsch is advocate van de weduwevan dokter Joseph Wybran, de voorzittervan het Coördinatiecomité van Joodse orga-nisaties die op 3 oktober 1989met eenkogel in het hoofd werd doodgeschoten opde parkeerplaats van hetErasmusziekenhuis in Brussel. Hirsch:‘Voor ons is het evident dat Belliraj bij diemoord betrokken was. Hij is ervoor veroor-deeld in Marokko, hij legde als eerste ver-banden tussen de zes moorden én hij wasop de hoogte van elementen die voorheenniet bekend waren.’ Bellirajs verdediging stelde dat de

Marokkaanse geheimediensten de hele zaak ver-zonnen hebben omdat hijniet voor hen wilde werken.‘De Marokkaanse geheime

diensten hebben niet liggen slapen inBelgië. Ze hebben destijds puzzelstukjesover de moorden bijgehouden. Die haddenze twintig jaar lang in de la liggen om ooitte gebruiken’, zei zijn toenmalige advocaatToufiq Idrissi in 2009 daarover in MO*.Dat argument veegt Hirsch echter van tafel:‘Waarom zou Marokko geïnteresseerd zijngeweest in de moord op een kruidenier ofeen homoseksuele kleermaker in België?’ Hirsch beraadt zich over juridische argu-menten om de raadkamer ervan te overtui-

gen de zaak alsnog voor de rechtbank tebrengen.

pantheon Onderzoeksjournalist Georges Timmermanontwikkelde in zijn boek Het geheim vanBelliraj (2011) de hypothese dat Belliraj dezes moorden zou hebben gepleegd om zicheen toegangsticket te verschaffen tot hetinternationale terroristische universum, omdaar vervolgens inlichtingen in te winnenin ruil voor grof geld. ‘Iedereen steekt zijn kop in het zand’, rea-geert Timmerman op het afsluiten van deBelgische onderzoeken. ‘Het federaal parket,de Staatsveiligheid, het Comité I (dat deBelgische geheime diensten controleert, kc)en zijn begeleidingscommissie – niemandwil blijkbaar weten hoe de zaak écht inelkaar zit. Alle onderzoeken die zijn inge-steld, hebben geen enkel resultaat opgele-verd, want alles is geheim. Dat is misschiennog het ergste: dat het parlement er niet inis geslaagd de ware toedracht van de affairenaar boven te spitten. Ze kan nu worden bij-gezet in het pantheon van nooit opgelostepolitiek-criminele dossiers, naast WestlandNew Post en de Bende Van Nijvel.’ Het Comité I laat weten dat het, nu hetgerechtelijk onderzoek in België is afge-rond, zelf géén extra onderzoek naar dezaak opent.

43

� Even opfrissen: de Belgisch-Marokkaanse Abdelkader Belliraj (56) uitEvergem werd in 2009 (in eerste aanleg)en 2010 (in beroep) in Salé veroordeeld toteen levenslange gevangenisstraf, wegenslidmaatschap van een terroristisch netwerken zes moorden gepleegd in België eindjaren tachtig. De veroordeling werd uitge-sproken op basis van gedetailleerde verkla-ringen die Belliraj voor de politie inMarokko had afgelegd maar nadien voor deonderzoeksrechter weer introk. Zijn beken-tenis zou naar eigen zeggen door martelingzijn afgedwongen. De rechtsgang werdbreed uitgesmeerd in de media – in Belgiëonder meer omdat Belliraj een informantvan de Staatsveiligheid werd genoemd, inMarokko omdat een aantal politici mee ophet beklaagdenbankje zat.‘Voorgekookt’ en ‘oneerlijk’ noemde deBelgische ambassademedewerker JohanJacobs het proces in Marokko, aldus eenAmerikaanse diplomatieke nota die uitlektevia Wikileaks. Minister van JustitieAnnemie Turtelboom bleef diplomatischer:‘Het Belgische gerecht is niet bevoegd omeen analyse te maken van een Marokkaansonderzoek en een Marokkaanse rechtspraaken er commentaar bij te geven’, antwoorddeze vorig jaar nog op een parlementaire

vraag van senator Bart Laeremans (VlaamsBelang) over de kwestie.

vijf jaar speurwerkAls het Marokkaanse gerecht het bij hetrechte eind heeft, dan zijn Bellirajs mededa-ders van de zes moorden en de medever-dachten van het terreurnetwerk nog op vrijevoeten. En dus opende ook het Belgischefederaal parket verschillende gerechtelijkeonderzoeken, zes in totaal, naar de heleaffaire. Na vijf jaar speurwerk besloot hetfederaal parket in de zomer van 2013 om debuitenvervolgingstelling te vorderen. Lees:voor het parket hoeft niemand op hetbeklaagdenbankje te verschijnen. Hetnieuws lekte recent uit in De Morgen en LaDernière Heure.Blijkbaar vond het federaal parket in hetomvangrijke dossier – 24 kartons dik intus-sen – geen enkel bewijs dat spoort met hetMarokkaanse vonnis. De ene juridischewaarheid is de andere niet. PersmagistrateLieve Pellens van het federaal parket wenstgeen verdere toelichting te geven. ‘We zul-len onze argumenten uiteenzetten voor deraadkamer, niet in de pers.’ Op 10 decem-ber komt het dossier-Belliraj voor de raad-kamer in Brussel, die de knoop definitiefmoet doorhakken: ofwel een doorverwijzing

naar de rechtbank, ofwel een buitenvervol-gingstelling.  

gratieverleningAbderrahim Lahlali, advocaat van Bellirajsechtgenote Rachida, wil de nieuwe evolutiein het Belgische dossier aangrijpen omBellirajs situatie in Marokko te beïnvloeden.Lahlali: ‘Dit is een kans die zich aandient.In Marokko is Belliraj eigenlijk uitgeproce-deerd. Maar gezien de positie van het fede-raal parket kunnen we nu proberen omconsulaire bijstand voor Belliraj te vragen ofaf te dwingen. België draagt een verant-woordelijkheid tegenover zijn staatsburgers.Belliraj heeft weliswaar de dubbele nationa-liteit, maar voor Nederland is dat geenbezwaar om bijstand te verlenen – waaromzou dat dan voor België zo zijn? Concreetdenk ik aan juridische bijstand: welkemogelijkheden zijn er om in Marokko tekomen tot een strafvermindering of mis-schien zelfs gratieverlening?’ Een aantalpersonen die samen met Belliraj inMarokko veroordeeld werden, zijn inmid-dels vervroegd vrijgelaten.Rachida Belliraj laat weten dat haar mansinds een aantal maanden opgesloten is inde Toulal2-gevangenis in Meknes. Daarvoorzat hij achter de tralies in Salé nabij Rabat.Rachida Belliraj: ‘In zijn cel heeft hij hon-derden boeken, die ik tijdens mijn bezoe-ken heb meegebracht. Lezen en schrijven,dat is wat hij de hele tijd doet. Dat was ookvoor zijn opsluiting trouwens al zijn favorie-te tijdverdrijf. Hij voelt zich sereen en zen.

ACTUEELt e n d e n s e n

42 MOQ • december 2013 • www.mo.be

De ene juridische waarheidis de andere niet

MOQ • december 2013 • www.mo.be

© H

elga

D’H

avé

en B

art U

lens

De affaire-Belliraj

‘Belliraj verwacht een naderende en onvoorwaardelijke vrijlating.’

Abdelkader Belliraj zit al bijna zes jaar inMarokko achterde tralies.

Na vijf jaar onderzoek heeft het federaal parket beslist niemandte vervolgen in het dossier-Belliraj. Daarmee gaat het lijnrechtin tegen het vonnis van het Marokkaanse gerecht.

door Kristof Clerix

Q

© R

V

Page 22: MO*magazine 110

44 MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

????

45MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

beeld Shiho Fukada / Panos tekst Shiho Fukadain beeldEen huis is meerdan een dakboven je hoofd

45

� ‘Ik was de eerste van mijn dorp die twaalf jaar onderwijsheeft gevolgd’, zegt Marjee. ‘Ik heb er altijd van gedroomdonderwijzer te zijn en hou nog steeds enorm van mijn baan. Ikheb 45 leerlingen tussen vijf en zeven jaar, en ik zou willen datze later allemaal een goed leven kunnen leiden. Ik herinner menog steeds de dag dat ik het alfabet leerde, wat een openbaring!Het geeft me dan ook heel veel voldoening als ik zie wat dekinderen van mij kunnen leren.’‘Als ik niet aan het werk ben, vertoef ik het liefst op de grotemarkt. Ik hou van de drukte van zoveel mensen en geniet vanwinkelen. Ik koop vooral graag parfums, geparfumeerd talkpoe-der en schoonheidscrèmes die zowel mijn vrouw als ikzelfgebruiken. Soms koop ik ook posters om het huis te verfraaien.Mijn lievelingsposters zijn die met een afbeelding van BenazirBhutto: zij was een dochter van Sindh en bovendien de eersteAziatische vrouw die het tot eerste minister schopte (*).’‘Twee jaar geleden trouwde ik met Shugna, we hebben nu ééndochter: Kawila, wat betekent: poëzie. We wonen in dit huissinds we getrouwd zijn, maar hebben het wel helemaal moetenheropbouwen omdat het verwoest werd door de overstromin-gen. ‘Overvloedige regen en de enorme overstromingen die daarvanhet gevolg waren, vernietigden in de jaren 2010 tot 2012 heledorpen in de zuidelijke provincie Sindh van Pakistan. Een vijfdevan het grondgebied werd getroffen en miljoenen mensen verlo-ren hun huis, inkomen en toekomstperspectief.

Het Internationale Rode Kruis en ECHO (Humanitaire hulp enBurgerbescherming van de Europese Commissie), twee van degrote donoren die na de overstromingen in Pakistan geld enmiddelen ter beschikking stelden voor de heropbouw van hetland, namen het initiatief voor de fototentoonstelling Op vastegrond. Zeven fotografen portretteren in zeven landen mensendie hun huis moesten verlaten vanwege conflicten of rampen.

De tentoonstelling staat van 2 tot 22 december op hetAlbertinaplein in Brussel. Een ruimere selectie van beelden en verhalen vindt u op MO.be.

(*) In zijn verering voor Benazir Bhutto doet Marjee de werke-lijkheid een beetje geweld aan: in India was Indira Gandhi pre-mier van 1966 tot 1984, in Sri Lanka was Sirimavo Bandaranaikepremier van 1960 tot 1965. Benazir Bhutto werd de eerste keerpremier van Pakistan in 1988.

Page 23: MO*magazine 110

waarin de Saharanen zelf konden beslissenover onafhankelijkheid. De Saharanenwachten hier tot de huidige dag op (ziekaderstuk). Een deel van hen woont in erbar-melijke omstandigheden in tentenkampenover de grens in Algerije, en een deel woontin gebied dat door Marokko wordt bezet.Een 1500kilometer lange muur, bewaaktdoor 150.000 Marokkaanse soldaten,scheidt hen van elkaar.Gewapende leden van het Polisario Frontlaten geregeld bij hun leiders doorscheme-ren dat ze het wachten zat zijn en dewapens weer op willen nemen. Tegelijkerkennen zelfs Saharanen dat jongeren uitde kampen af en toe hand- en spandienstenverlenen aan militante moslims en drug-scriminelen in de regio. Ze maken zichopenlijk zorgen dat jonge Saharanen radica-liseren.Aan de andere kant van de muur ontwik-kelt de strijd zich de afgelopen jaren in stil-

te. In 2005 werd een nieuwe opstand uitge-roepen, de Tweede Saharaanse Intifada. Ervolgden demonstraties, talloze actiecomitészagen het licht, en in oktober 2010 werdeen enorm tentenkamp opgericht: GdeimIzek. Gdeim Izek werd hard uiteengeslagendoor de Marokkaanse politie, er vielen aanbeide kanten doden. Maar daarmee stondhet conflict ook weer op de kaart.Internationale organisaties uitten hun zor-gen over de harde ontmanteling van hetkamp en er verschenen verschillende kriti-sche rapporten over de mensenrechtensitu-atie in de regio. Niettemin verliezen steedsmeer Saharanen hun vertrouwen in deinternationale gemeenschap en het tot nutoe gepleegde vreedzame verzet.Activiste Aminatou Haidar (47), in 2012genomineerd voor de Nobelprijs voor deVrede en zelf jarenlang gemarteld in eengeheime Marokkaanse gevangenis, maaktzich vooral zorgen om de jeugd.

‘Hoe moet je jongeren ertoe aansporen zichvreedzaam te blijven verzetten in eensamenleving vol politie en militairen? Diestaan voor hun scholen, lopen door de stra-ten, pakken hen op en slaan hen in elkaar.Net zoals hun ouders overkomt. We kun-nen niet wachten op een referendum als ditzo door blijft gaan.’‘Wij hebben als activisten een dubbele mis-sie’, vervolgt ze gelaten. ‘We vechten tegende bezetting en tegen het geweld binnen deeigen gelederen. Maar onze mogelijkhedenzijn beperkt. Hoewel we oproepen totvreedzaam verzet is onze organisatie verbo-den omdat we ons met politiek bezighou-den. Als we met jongeren praten kunnenwe hen zelfs in gevaar brengen.’‘Ik leg ze uit dat ze vreedzaam door moetengaan en geduld moeten hebben, zoals ande-ren dat ook doen. Ze moeten de ervaringenvan Ghandi, Martin Luther King enMandela in hun hoofd houden. Dat moeten ��

47MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

De Saharanen wachten al 22jaar op een referendum overhun onafhankelijkheid. Tot nu toe vreedzaam, maar hungeduld raakt op. Lennart Hofman ging voor MO* naarLaayoune, de hoofdstad van de Westelijke Sahara.

We zullen nooit accepteren dat weMarokkanen zouden zijn’

� Hamza Al Filali, een 25-jarige Saharaanse activist, isboos: ‘De Marokkaanse overheid geeft ons twee keuzes:vreedzaam doorgaan en ons iedere dag in elkaar latenslaan, of de Marokkanen laten lijden zoals zij ons ook latenlijden.’ Wat hij zelf kiest? ‘Ik denk net als de jongeren. Ikwacht op de oorlog.’Veel jonge Saharawi’s zijn gefrustreerd, arm en kansloos.Een uiterst explosieve mix. Als het conflict in de WestelijkeSahara niet snel wordt opgelost, waarschuwde VN-secreta-ris-generaal Ban Ki-moon in april, bestaat de kans dat hetgeweld uit Mali overslaat naar de Saharaanse jeugd. Kort na die waarschuwing kwam de VS met een voorstelre-solutie om de VN vredesmissie MINURSO, die sinds 1991toeziet op een staakt-het-vuren tussen Marokko en hetSaharaanse Polisario Front, uit te breiden met een huma-

nitair mandaat. Het voorstel haalde het bij lange na niet,maar het maakte de zorgen van enkele grote spelers van deinternationale gemeenschap duidelijk: Marokko moethaast maken met een oplossing, voor het probleem in deWestelijke Sahara escaleert.

tikkende tijdbomHet conflict in de Westelijke Sahara is een vergeten con-flict. De Saharanen, die sinds 1970 voor een onafhankelij-ke staat strijden, staan tegenover de Marokkaanse autoritei-ten, die de regio als hun grondgebied beschouwen en sinds1975 bezetten. In 1991 maakten de VN een einde aan een bloedige oorlogtussen het Saharaanse Polisario Front en Marokko, enwerd overeengekomen dat er een referendum zou komen

tekst Lennart Hofman - beeld Andreas Stahl

46 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

REPORTAGEt e n d e n s e n

Jonge Saharanen wachten op oorlog

© A

ndre

as S

tahl

Geheime viering van de “ Saharawi-

cultuur” in Laayoune,Westelijke Sahara.

Page 24: MO*magazine 110

ziek van het geweldHamza Al Filali richtte in 2011met dertigandere jongeren de groep RefusingMoroccan Identity op. Het logo van degroep is een gebalde zwarte vuist. ‘Een universeel symbool van verzet’, legt hijuit. ‘Wij zijn niet de enigen die strijdenvoor onafhankelijkheid. Dat deden deBasken en de Palestijnen ook. Ze gebruik-ten geweld, maar dat is in mijn ogen

gerechtvaardigd, want hetzijn vrijheidsstrijders.’Als protest gooide Hamzain 2011 samen met eengroep vrienden zijn pas-poort weg. ‘Daarmee lietenwe zien dat we geenMarokkanen zijn, maarSaharanen. We hebbenonze eigen staat en onzeeigen overheid. Hoewel ze

niet hier zijn, maar in de kampen over degrens, zijn zij onze leiders. We zullen nooitaccepteren dat we Marokkanen zoudenzijn.’Na de actie viel de politie de groep iederedag aan. Op demonstraties, maar ook in deparkeergarage waar de leden van de groepelkaar ontmoeten. ‘Ik kan het aantal kerendat ze ons aanvielen niet meer tellen’, zegtHamza somber. Tien van de dertig leden

werden zo bang dat ze ermee ophielden,twee leden uit de zustergroep in de stadGuelmim belandden in de gevangenis. ‘Dat ze ons alleen maar slaan en oppakkenis misschien wel erger dan dat ze ons ver-moorden’, zegt hij boos. ‘Als ze je vermoor-den, is dat maar één kogel, dan ben je dood.Door te slaan proberen ze je waardigheid afte nemen en maken ze je moe.’Hij somt op: ‘Al mijn vrienden hebben litte-kens, mensen zijn ziek van het geweld, enwe leven altijd in angst. De politie brakmijn pols in Gdeim Izek. Ik verloor veelbloed en hij is nog steeds krom. Maar ikbeschouw dat als een aandenken, zodat ikdie dag nooit zal vergeten. Het was eengrote slag tegen Marokko. Hoewel ik oorlogwil, blijf ik wachten op het besluit vanPolisario. Zij zijn onze leiders en zullen onsde onafhankelijkheid brengen. En ik voeldat die dag steeds dichterbij komt.’ Q

de symbolen zijn van deze generatie. Maarmeestal luisteren ze niet. Ze zien de opstanden inandere delen van de wereld op televisie en inter-net en raken daardoor gemotiveerd. Ze zijn hetwachten zat en willen oorlog.’

‘je moet slachtoffer zijn’In een woonkamer in Laayoune zijn vijf ledenvan de verboden mediagroep Equipe MediaSahara druk bezig met het uploaden van nieuwbeeldmateriaal over een uiteengeslagen demon-stratie. Het gebruik van geweld is het gesprek van de dagonder de jonge activisten.‘Wat met geweld wordt afgenomen, moet je met geweldterugnemen’, vindt Sabbar Bani (37). ‘We maken iederedag mee hoe we worden gemarginaliseerd en gediscrimi-neerd. Ze vallen onze huizen binnen, slaan onze vrou-wen en pakken ons op. De enige oplossing is de gewa-pende strijd. Daar zijn de jongeren het over eens.’De meeste jongens om hem heen schudden echterafkeurend hun hoofd. Sommigen hebben hun vader ver-loren in de oorlog, van een ander zit de broer in degevangenis en weer een ander mist een oom. Maar zezien vooral de nadelen van het gebruik van geweld.Abdati Podach (39): ‘Het Polisario kan de gewapendestrijd terugbrengen naar de steden, maar begrijpt dat dattegen de Saharanen zal worden gebuikt. Marokko zal onsterroristen noemen en de internationale gemeenschapzal ons in de steek laten. Dan is al het werk van de men-sen voor ons voor niets geweest. Ik zeg daarom tegen dejongeren: gooi geen stenen. Je moet slachtoffer zijn. Datis in ons voordeel. We moeten vreedzaam doorgaan, ookal weten we dat alle slachtoffers aan onze kant vallen.’Mayara Mohamed (38) knikt instemmend: ‘Ik denk datals we vreedzaam doorgaan een oplossing dichterbijkomt. Sinds 2005, toen de opstand begon, is er interneten telefoon en raakten de ontwikkelingen in een stroom-versnelling. In 2010 bereikten we een historischmoment: het tentenkamp Gdeim Izek. Want van 1975 tottoen hadden we moeten wachten om aan de wereld telaten zien dat we bestonden. Dit verzet ontwikkelt zich.We moeten geduldig blijven. Want we hebben het gelijkaan onze kant.’‘Ik denk dat de internationale gemeenschap Marokko opeen dag zal dwingen om het conflict op te lossen. Ze ziethet gevaar van terrorisme in de buurlanden, en maaktzich zorgen over drugshandel, armoede en frustratie. Zewil niet dat dit zich verspreidt over de regio. Daarmeekomt ons probleem ook weer op haar agenda te staan.’

��

48 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

WAAROM MOETEN DE SAHARANEN ZO LANG WACHTEN?

De Saharanen wachten al 22 jaar op het referendum over hunonafhankelijkheid. Waarom duurt dat eigenlijk zo lang?

Wie mag er stemmen?Marokko stelt dat iedereen die in de Westelijke Sahara woont mag mee -stemmen bij het referendum. Omdat er sinds 1975 duizenden Marokkanenmet belastingvoordelen naar de Westelijke Sahara zijn gelokt, vormen zijdaar nu de meerderheid. Hun stem zal de doorslag geven. Marokko inves-teerde intussen ook miljarden euro’s in de regio en zegt nu: er is geen wegterug voor de Saharanen. Zij moeten accepteren dat ze onderdeel zijn vanMarokko.De meeste Saharanen zijn het hier hartgrondig mee oneens. Zij willen zelf-beschikking, inclusief betere toegang tot de natuurlijke rijkdommen van deregio. Ze vinden dat alleen Saharanen mogen meestemmen in het referen-dum, wat zou betekenen dat zij winnen.

Wat wil de wereld?Wanneer de Saharanen hun zin krijgen, ontstaat er een zwakke staat dichtbij Europa. Het is onduidelijk hoe goed de Saharaanse leiding is georgani-seerd en of zij in staat is de poreuze grenzen van een van de dunst bevolktegebieden ter wereld te verdedigen (naar schatting een half miljoen mensenvoor een oppervlakte van 266.000 km2, negenmaal België). De internatio-nale gemeenschap wil vooral rust in de regio. Maar geen van beide partijenlijkt die te kunnen bieden.De voorkeur lijkt uit te gaan naar Marokko, een functionerende staat meteen modern leger. Maar de Marokkaanse claim erkennen gaat in tegen hetinternationale recht. Dat doet dan ook niet één land. Daarentegen steunen82 staten en verschillende internationale organisaties, waaronder de VN, deEU en de Afrikaanse Unie, het recht op zelfbeschikking van de Saharanen.

Mensenrechten en terrorismeMarokko schendt geregeld de mensenrechten om het Saharaanse verzet dekop in te drukken. MINURSO, de enige vredesmissie ter wereld zonderhumanitair mandaat, moet hier lijdzaam op toekijken. Er verschijnen ookgeregeld rapporten waaruit blijkt dat de Saharanen in de Westelijke Saharaworden gemarginaliseerd en gediscrimineerd ten opzichte vanMarokkanen.

En de grondstoffen dan?Marokko beschouwt het voorstel van de VS om de VN vredesmissie MINUR-SO uit te breiden met een humanitair mandaat als een stap vooruit voor deSaharanen. Daarmee komt een tweede stap dichterbij: zeggenschap overde grondstoffen in de regio. En vervolgens hun uiteindelijke doel: onafhan-kelijkheid. Wanneer dit werkelijkheid wordt, verliest Marokko niet alleenveel geld, het betekent ook een flinke inperking van zijn macht in de regio.De Westelijke Sahara beslaat een derde van zijn grondgebied en is rijk aanfosfaat, vis en mogelijk olie. Voorts beschouwen de Marokkanen deSaharanen als een verlengstuk van aartsrivaal Algerije. Wanneer deSaharanen krijgen wat ze willen, vrezen ze dat Algerije via de Saharanen descepter zal zwaaien over de regio.

REPORTAGEt e n d e n s e n

©

© A

ndre

as S

tahl

Geheime vergadering in Laayoune over verdwenenSaharawi’s. In heel wat families zijn personen vermist:gearresteerd door de Marokkaanse politie of “verdwenen” na “illegale politieke activiteiten”.

Page 25: MO*magazine 110

� Tussen mei en november arriveren in Lampedusa,Malta en op de Canarische eilanden om de paar dagensloepen en prauwen met gelukzoekers. Met de getuigenis-sen over de gevaren en de doden op zee, het racisme en devervolgingen in Libië, en de erbarmelijke detentie bij aan-komst in Europa kan je een paar bibliotheken vullen. Maarde lijken van Lampedusa spreken – hoe ironisch ook – lui-der dan de stemmen van al diegenen die het wel hebbenoverleefd. En Europa kronkelt zich in bochten en spreektmet dubbele tong.Enerzijds schreeuwen we moord en brand als asielzoekersmet kerst in de kou belanden, als een jongen met het ‘juis-te’ accent wordt teruggestuurd, of als mensen sterven voorde Italiaanse kust, maar anderzijds hebben we wel eengedrocht van een asiel- en migratiesysteem op poten gezetwaar niemand iets aan doet. Bovendien is onze verontwaar-diging arbitrair. Er zijn honderden Navids en er liggentienduizenden lijken voor de Zuid-Europese kusten. Europese-Commissievoorzitter Barroso bezocht het

Italiaanse eiland na de scheepsramp en werd er uitgejouwdalsof hij het zelf was die de boot had doen zinken. Politicien burgers vroegen zich dagen na elkaar af hoe zoiets tochwas kunnen gebeuren en wat te doen om dergelijke dra-ma’s in de toekomst te voorkomen. Emotionele veront-waardiging mag dan soms een begin zijn, ze is allerminstvoldoende om écht naar een nieuwe visie en een nieuwbeleid te gaan. Ze komt en gaat met de waan van dag,duikt hooguit nog een keer weer op in het jaaroverzicht enwordt dan definitief begraven.

‘toch niet allemaal binnenlaten!’Niet alleen de media en de publieke opinie laten zich gijze-len door de emotie, het politieke bestel trapt in dezelfde val.Elk debat over asiel en migratie wordt gekaapt met emotio-nele motieven en argumenten. Het begint al bij de termendie gehanteerd worden als het over migratie gaat. Die klin-ken steevast apocalyptisch en komen uit de sfeer van mari-tieme catastrofes. Sla er de interviews met gezaghebbendestemmen maar op na. We dreigen te worden ‘overspoeld’,of ‘onder de voet te worden gelopen’ door een toestroom,een vloedgolf of een ‘tsunami’ van vluchtelingen of illega-len. Laatst vroeg Karel De Gucht me, na een debat voor radio 1naar aanleiding van de opening van het Red Star LineMuseum in Antwerpen, of ik me er wel van bewust wasdat met een opengrenzenbeleid – dat ik op geen enkelmoment verdedigd had – ‘ze met miljoenen aan onze ��

51MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

door Michael de Cock

50 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

ESSAYm e n s e n e n v e r h a l e n

Normaal is het wachten tot de kerst voor het thema ‘asiel en migratie’

het tot een hoofdpunt van het journaal schopt. Dit jaar was het anders. Eerst was er Navid Sharifi,

de West-Vlaamse loodgieter die werd teruggestuurdnaar een land dat hij allang niet meer kende. Dan

was er de tragedie bij Lampedusa waarbij honderdenmigranten om het leven kwamen.

Drenkelingen vaneen lekgeslagen

migratiebeleid

© K

laas

Ver

plan

cke

Page 26: MO*magazine 110

grenzen zouden staan drummen’. Het is démantra bij uitstek om een open debat tedoen kapseizen nog voor het begonnen is:‘We kunnen ze toch niet allemaal binnenla-ten!’ De angst om overspoeld te wordenwordt meestal gevolgd door de platitude datwe niet heel de wereld te eten kunnen geven. De vraag naar open grenzen is irrelevant enonoprecht. Want hoewel een debat overopen grenzen en een billijkere herverdelingzich ethisch ongetwijfeld opdringt, is ieder-een, ook De Gucht, er zich terdege vanbewust dat er op dit ogenblik in Europageen enkel draagvlak is om een opengren-zenbeleid te voeren. Zijn vraag is dan ookgeen echte vraag, ze roept enkel een apoca-lyptisch doemscenario op om de discussiein angst te smoren. Bovendien stoelt datdoemscenario op geen enkel cijfer. Integenstelling tot wat velen denken, bevindthet grootste aantal vluchtelingen zich niet

in Europa maar in het Zuiden. In kampen,of op de dool in eigen land (internally displa-ced persons). Daar wachten ze wanhopig opde dag dat ze weer naar huis kunnen.Een tweede manier om het debat te ver-smachten – de methode-Maggy de Block of-Theo Francken zeg maar – is het voortdu-rend criminaliseren van alles wat metmigreren te maken heeft. Het herleidtmigreren tot een wereld van daders enslachtoffers. Wij Europeanen mogen onsniet laten misleiden door de ellende van deslachtoffers, maar moeten vooral flink zijntegen de daders. Die nieuwe flinkheid moetervoor zorgen dat migratie niet langer eenlucratieve business is.Men vergeet er gemakkelijkheidshalve bij tevertellen dat als er vandaag veel mensengeld verdienen aan migratie dat nu juist isomdat ze vrijwel onmogelijk wordt

gemaakt, ook voor wie daar volgens onzeregels en wetten aanspraak op kan maken.Maar de consequentie die men koppelt aandie nieuwe flinkheid is zo mogelijk noghilarischer. Want, zo redeneert de schoolDe Block: als migratie niet langer lucratiefis, dan zullen malafide mensensmokkelaarsde slachtoffers in de landen van herkomstniet langer een rad voor ogen draaien, endan zullen die slachtoffers wel uit zichzelfhun reisplannen weer opbergen. Het is een schoolvoorbeeld van hetomdraaien van oorzaak en gevolg.Mensensmokkelaars (het Frans heeft metpasseurs en het Engels met facilitatorsgeschiktere woorden) creëren geen nood-zaak, ze faciliteren waar mensen naar vra-gen. Bovendien geldt een simpele wet: hoerepressiever je optreedt, hoe moeilijker jehet maakt mensen toegang te geven totonze Unie, hoe meer ze een beroep zullen

moeten doen op criminele alternatieven.Het is aanlokkelijk om te geloven in eenwereld van goeden en slechten, van crimi-nelen en slachtoffers. En het verkoopt lek-ker. Plots wordt een onmenselijke daad (hetafwijzen van hulpbehoevenden) omgekeerdtot een heldendaad (de criminelen wordengestraft). De werkelijkheid is er jammergenoeg niet een van zwart en wit, maar vanduizend kleuren grijs.De angst voor het overspoeld worden enhet criminaliseren van de migratie weer-klinken steevast als het alfa en het omegain het migratiedebat. Vandaag haastenzelfs linkse partijen, kijk maar naar hetdiscours van Groen, zich om te zeggendat ze niet voor open grenzen zijn. Het iseen niet-constructieve, verlammende visieop migratie waar geen ambitie uitspreekt.

begrippen- en procedure-kakofonieAsiel en migratie zijn containerbegrippendie vaak in één adem worden genoemd.Nochtans zijn er grote verschillen.Vooreerst migratie: de migratiewetten en -criteria worden niet Europees maar natio-naal geregeld. Het allergrootste vacuüm inhet beleid is allicht een gebrek aan regelge-ving omtrent arbeidsmigratie. Er zijn op ditmoment – hoewel er in diverse sectorennood is aan arbeidskrachten – nauwelijksmanieren om legaal de Unie binnen tegeraken om te werken. Ook dat is bijzonderhypocriet, als we zien hoe er een hele eco-nomie draait op uitbuiting, zwartwerk enslavernij. Schijnbaar zien we geen graten ineen maatschappij met twee soorten bur-gers. Burgers met rechten en burgers zon-der rechten. Toch wel een vreemde barst inons beschavingsmodel!

Omdat er geen geregeld kader is voor dearbeidsmigratie komt er grote overdruk opde asielprocedure. Die overdruk maakt hetin de praktijk onmogelijk alle asielaanvra-gen even consciëntieus te behandelen, laatstaan waarheid van leugen te onderschei-den. We vergeten al te makkelijk dat er inde sloepen die onze kusten bereiken weldegelijk mensen zitten die terecht eenberoep doen op de Conventie van Genève.Door het dichtstoppen van onze buiten-grenzen, of het beletten van vluchtelingenom hun land te verlaten, brengen we hetrecht op een asielaanvraag (ingeschreven inde Rechten van de Mens) in gevaar.De Conventie was ongetwijfeld toereikendom vluchtelingenstromen na de TweedeWereldoorlog in goede banen te leiden.Vandaag is ze dat niet meer. Enerzijdsomdat ze niet bestand is tegen het veralge-

meende wantrouwen van de ondervrageren de vindingrijke leugen van de nieuwko-mer. Anderzijds omdat de criteria tebeperkt zijn om een antwoord te bieden ophedendaagse migratie. Over mensen dievervolgd worden vanwege hun seksuelegeaardheid (te groot taboe toen) en over kli-maatvluchtelingen was in het midden vanvorige eeuw geen sprake. Blijft bovendien de vraag of in een gegloba-liseerde wereld het onderscheid tussen eenpolitiek of een economisch vluchteling noghelder te maken is. Hans MagnusEnzensberger veegde het meer dan tweedecennia terug in zijn schitterend essay Degrote volksverhuizing al van tafel. En ookJudith Kumin, jaar en dag hoofd vanUNHCR, stelde in een interview dat ik haarafnam voor Knack dat de Conventie aaneen herziening toe is. Mensen, zo stelde ze,migreren vaak om een cluster van redenen,en het is steeds moeilijker een eenduidigereden aan te geven.

dublin-verordeningAsiel poogt men, in tegenstelling tot migra-tie, Europees te regelen. Om dat te doenwerd de Dublin-verordening in het levengeroepen, de belangrijkste en kwalijkstespelregel in het cynische Europese asielbe-leid. Dublin stelt, om kort te gaan, dat men-sen asiel moeten aanvragen in het eersteland van de Unie waar ze geregistreerd zijn.Gevolg is dat nieuwkomers van wie men inBrussel ontdekt dat ze eerder geregistreerdwerden in pakweg Malta of Griekenland,daarheen worden teruggestuurd.De Dublin-verordening werkt niet, omdatze uitgaat van gelijke toegang en behande-ling van de asielzoeker in alle Europese lan-den. Dat blijkt een illusie. Er zijn tal vanverschillen in erkenning, en in behande-ling. Wat het laatste betreft werdenGriekenland, Italië en Hongarije (niet toe-vallig landen aan de buitengrenzen) almeermaals op de vingers getikt. Daardooris er inderdaad een aanzuigeffect naar lan-den waar het asielbeleid beter functioneert(waaronder België, Frankrijk, Duitsland,

Groot-Brittannië). Het Europees Hof voorde Mensenrechten in Straatsburg beslistedat België geen nieuwkomers meer magterugsturen naar Griekenland. Een juridi-sche beslissing die eigenlijk de Dublin-ver-ordening wettelijk wegveegt. Maar Dublin is niet alleen onwerkbaar, hetheeft ook meerdere perverse effecten. Hetsysteem duwt nieuwkomers steeds terugnaar de buitengrenzen van de Unie. Datgenereert in die landen een enorme druken brengt hen in de verleiding migrantendoor de vingers te laten glippen. Waaromzou je nieuwkomers registreren als je daar-door een levenslang contract met hen sluit?De Maltese kustwacht zal een bootje opdrift liever de weg naar de Italiaanse wate-ren wijzen dan het veilig naar de Maltesekust te brengen. Tot dat laatste zijn zealleen verplicht in het geval van een expli-ciete sos-oproep. En wie anders dan desterkste bepaalt op een bootje met honder-den uitgeputte mensen of die sos-oproepécht nodig is?Jarenlang kocht Italië de diensten vanKadhafi af om de toegangsweg naar Italië afte sluiten. Aan de oostgrenzen hebben lan-den een readmission agreementmetOekraïne, hoewel het rapporten regent vanschendingen van de mensenrechten inOekraïense detentiecentra. Europa wast aljaren zijn handen in onschuld over wat ergebeurt met de onfortuinlijken die onzegrenzen niet eens bereiken.

ongelijkheidDe Dublinregeling is veel meer dan eenslechte maatregel. Het is het symptoom vaneen gebrek aan solidariteit tussen de ver-schillende landen van de Unie. De vraagvan de landen die de grootste instroom ken-nen om Dublin te herzien werd nauwelijkseen paar weken na de ramp bij Lampedusaop een koud ‘njet’ onthaald. Landen alsBelgië, Frankrijk, Duitsland, die relatief veelasielzoekers opnemen, hebben dan weeralle baat bij een geharmoniseerde procedu-re en behandeling van asielzoekers overalin de unie. Maar dat lijkt alleen afdwing-

baar als ook de Dublin-verordening (die zonefast is voor de de landen aan de buiten-grenzen) naar de prullenmand wordt ver-wezen.De hele migratieketen, van vertrek tot aan-komst, met alle mogelijke tussenstations, isrot. Het is zinloos op één aspect te fixerenzolang er geen globale visie aan ten grond-slag ligt. Rampen zoals die bij Lampedusazijn nooit uit te sluiten. Hoe belet je datmensen vijfduizend kilometer van hier ineen bootje stappen en alles op het spel zet-ten? Om daar écht een antwoord op te for-muleren zal het debat over ongelijkheid en(her)verdeling ooit gevoerd moeten worden.Maar dat is niet voor morgen.Toch heeft Europa ook vandaag al eendringende verantwoordelijkheid: het creë-ren van een nieuwe visie op asiel enmigratie. Liefst wordt die weggehoudenvan het klassieke links-rechtsdiscours.Asiel en migratie hoort geen zaak vanlinks of rechts te zijn, van halfzachten offlinken. Het hoort een systeem te zijnmet duidelijke regels en een breed draag-vlak. Een systeem waarin landen nietgestraft, maar aangemoedigd en beloondworden om nieuwkomers te registreren.Een systeem met geharmoniseerde crite-ria en een soortgelijke implementering inalle lidstaten. Zolang dat er niet is, blijftde wet van de strengste de wet van allen,en kan er van een efficiënt, humaanEuropees beleid geen sprake zijn. De empathie na de ramp bij Lampedusawas dan misschien roerend en oprecht,de morele verontwaardiging en de intel-lectuele consequenties kan je, naargelangde dosis goede wil waarover je beschikt,hooguit nalatig, hypocriet of misdadignoemen. In geen enkel dossier toontEuropa zijn onmacht op een zo dramati-sche wijze als in dit schrijnende dossiervan asiel en migratie.

Michael De Cock is auteur (van o.a. Op eenonzeker uur en Aller/Retour) en theaterma-ker (o.a. Saw it on tv / Didn’t understand enHaven010).

53MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

��

52 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

ESSAYm e n s e n e n v e r h a l e n

De morele verontwaardiging en de intellectuele consequenties na Lampedusa kan je hooguit nalatig, hypocriet of misdadig noemen.

Page 27: MO*magazine 110

55MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

� ‘“Wat is het verschil tussen hier en daar?”, vroeg eenvriend me ooit. “Simpel”, zei ik. “Hier zijn mensen en daarzijn mensen. Hier zijn er gebouwen en daar zijn er gebou-wen. Het enige verschil is dat ze daar van rechts naar linksschrijven, en hier van links naar rechts”’, lacht OsamaAbdulrasol, terwijl hij uit zijn keukenkast een doos thee-zakjes neemt. En hij vertelt verder. ‘Hier stoppen de auto’som je te laten oversteken. Daar moet je vechten om deandere kant van de straat te bereiken. Hier begroet eenman een vrouw door een kus op de wang. Dat is daaronvoorstelbaar. Ginder kussen mannen elkaar op de wang.Dat is hier weer heel raar.’ Osama heeft zijn punt gemaakt.Hij is in de omgekeerde wereld terecht gekomen.

zOsama Abdulrasol is in 1997 naar België gevlucht.Saddam Hoessein was nog aan de macht in Irak en hetsysteem van verklikking dat hij had opgezet maakte hetleven voor veel mensen ondragelijk. ‘Het leven was eengeorganiseerde chaos’, vertelt Osama. ‘Je hoefde zelfs nietaan politiek te doen. Iedereen die dacht was een gevaar

voor het regime en moest voor zijn leven vrezen. Men konop elk moment en zonder enige aanleiding opgepakt enopgesloten worden of gewoon van de aardbol verdwijnen.Verklikken was een nationale sport. Men kon daar veelgeld mee verdienen.’ En dus was vluchten op een bepaaldmoment de enige uitweg voor Abdulrasol. De bestemmingwas niet van belang. ‘Als je vlucht, wil je weg. Het maaktniet uit waarnaartoe, als je maar weggeraakt.’ België was een logische bestemming om de eenvouwdigereden dat Osama hier broers had. Hij belandde eerst inAntwerpen. Na een viertal maanden werd hij uitgenodigddoor een Tunesische vriend om een paar dagen bij hem inGent door te brengen. ‘Gent was liefde op het eerste zicht’,zegt Abdulrasol. Sindsdien woont hij daar. Dat hij nu doorde stad gelauwerd wordt, raakt hem. ‘Ik was verrast toen ikdat hoorde. Ik weet niet welke criteria ze hanteren maar ikheb begrepen dat dit een belangrijke erkenning van de stadis en dat het de eerste keer is dat die uitgaat naar een per-soon van vreemde origine. Voor mij is dit schitterend.Gent heeft me vanaf de eerste dag omarmd en een nieuwvaderland geschonken.’

z

PORTRETm e n s e n & v e r h a l e n n

54

De Cultuurprijs Stad Gent gaat dit jaar naar OsamaAbdulrasol. De erkenning versterkt voor de componisten producer uit het Iraakse Babylon nog meer hetthuisgevoel dat Gent hem altijd al gaf. ‘Ik heb mijnvaderland verlaten en in Gent een nieuw vaderlandgevonden’, zegt de gelauwerde qanoenspeler.

door Samira Bendadi

Osama AbdulrasolIraaks muzikant

De charme van een instrument

Bart

Lasu

y

Bart

Lasu

y

Page 28: MO*magazine 110

Osama Abdulrasol is nooit meer naar Irakteruggekeerd. Zijn ouders heeft hij in zes-tien jaar tijd slechts twee keer gezien. Eénkeer in België. Dat was in 2002 of 2003,hij herinnert het zich niet zo goed. En Èénkeer in Syrië. Dat was in 2006. Een jaarlater stierf zijn vader –hij heeft nooit gewe-ten dat Osama muzikant is. Niet zonder enige fierheid toont Osama opzijn gsm een foto van zijn grootvader. Hijwas een vooraanstaande sjiitische geleerdemet een belangrijke positie in Karbala.Osama zelf is geboren in Babylon maargroeide op in Karbala. Muziek was er niettoegelaten –niet alleen thuis maar nergensin de heilige stad. ‘Er is zelfs geen cinemain Karbala, laat staan een concertzaal’, zegtOsama. ‘Het enige wat er is, is een cultu-reel centrum en dat komt omdat de staatin elke stad een cultureel centrum hadopgericht.’ Interesse voor muziek had Osama vankleins af aan maar dat moest hij geheim-houden. En dus ontwierp hij zelf eeneigen instrument, met de pot die zijn moe-der gebruikte om deeg te maken, een paarstokken en andere huishoudelijke voorwer-pen. In het cultureel centrum waar hij aan-klopte, kreeg hij amper les. De leerkrachtliet hem in de gang zitten en gaf hem eensaxofoon. ‘De leerkracht was uit Iranafkomstig en geloofde niet dat iemand inKarbala muziek zou kunnen spelen’, zegtOsama. Maar toen de leerkracht hem demelodie van een lied van de bekendeMohamed Abdelouahhab hoorde spelen,zei hij: “Jij wordt muzikant.”’

zEn daar stopt het verhaal van de opleidingvan de qanoenspeler, althans wat de jeugd-fase betreft. Later, als volwassene, studeerdeOsama klassiek gitaar in Groot-Brittannië.Maar eigenlijk heeft hij alles zelf geleerd,zegt hij. Het maakte voor hem niet uit welkinstrument hij in handen kreeg –als hetmaar klanken produceerde. Stijl? Alles watmooi klonk, trok zijn aandacht. Osama

beschikt over een groot vermogen om gelui-den te absorberen en ze te deconstrueren.En zo maakte hij zijn eigen muzikale theo-rieën. Als kind luisterde Osama graag naar derecitatie van de koran, waarmee de Iraaksetelevisie haar programma’s opende. Laterontdekte hij heel wat muziekstijlen. Hijging moeiteloos van het ene genre overnaar het andere, zonder het goed te besef-fen. ‘Ik hoorde Paganini. Ik vond het leukzonder te weten dat het Paganini was. Ikhoorde jazz en ik vond het prachtig, maardat dit jazz was en dat klassiek wist ik niet.Dat soort zaken kende ik gewoon niet.’Precies dat heeft zijn muzikale bagage enachtergrond verrijkt. Voor hem zijn ergeen grenzen. Van flamenco tot experi-mentele muziek, alles kan en alles is demoeite waard om beluisterd en gespeeld teworden. Intuïtie is dan ook zijn uitgangs-punt. Dat was vroeger zo en vandaag nietanders. ‘Ik hou niet van pre-conceptualise-ring. Kunst moet intuïtief zijn.’

zOsama Abdulrasol speelt qanoen. In deArabische wereld is dat instrument niet zopopulair als pakweg de oud (luit). Het aan-tal mensen dat qanoen speelt, is ergbeperkt. Niet dat dat de reden is waaromOsama voor de qanoen heeft gekozen.‘Oud is warm van klank. Qanoen heeftcharme’, zegt hij. ‘Het is een intellectueelinstrument dat technisch ingewikkeld is.De vorm van het instrument primeert opde compositie. Je begint eerst met je lin-kerhand te werken en pas daarna met jehoofd. De klankmogelijkheden bij qanoenzijn groter dan bij luit of gitaar. En het isdat technische aspect dat verklaart waaromzo weinig mensen ervoor kiezen.’ Deqanoen telt 78 snaren die op een brug leu-nen. Osama: ‘De brug steunt op een stukleder. De warmte doet het leder uitrekkenen dus moet je elke keer die 78 snaren inorde brengen. Niet bepaald aanmoedi-gend. In Turkije zijn ze slimmer geweest.

Daar gebruikt men leder afkomstig vanrog en dat is minder gevoelig aan tempera-tuurverandering.’

zOsama vindt dat het in de hedendaagsekunstscene aan originaliteit ontbreekt. Hetis alsof alles al gezegd, geschreven engecomponeerd is. ‘Als je naar alle genreskijkt, van muziek over mode tot interieur,zie je alleen maar een herkauwing van watal bestaat.’Voor Abdulrasol is moderne kunst een col-lectieve kunst. Het is slechts een samen-stelling van verschillende ervaringen enverschillende invloeden, van zaken die albestaan. Dat kan iets moois opleveren,maar origineel is het niet. Het is niet ietsnieuws zoals kubisme of surrealisme datwaren. Het is geen echte creatie van eennieuw genre.

zSucces is voor Osama de kans die hijkreeg om te reizen, samenwerkingen aante knopen, nieuwe ervaringen vanuit ver-schillende muzikale tradities op te doenom ze vervolgens op zijn eigen manierweer te geven. Elke samenwerking wasvoor hem een nieuwe en een intense bele-venis. Osama Abdulrasol heeft samenge-werkt met een hele resem bekende kunste-naars. Hij componeerde muziek voorfilms, theaterstukken en liedjes. En hijheeft op uiteenlopende plaatsen in dewereld met verschillende groepen opgetre-den. Het lijstje met samenwerkingen isindrukwekkend: de Filharmonie vanAntwerpen, het Vlaams Radio Orkest, per-former Sidi Larbi Cherkaoui, Wannes Vande Velde, de Britse zanger Tom Robinson,zangeres Vera Coomans, wereldmuziek-groep Olla Vogala, de Libanese comédien-ne Jahide Wehebe, de Portugese zangeresLula Pena, de Turks-Gentse Melike... Maarje eigen band, daar kan niets tegen op. HetOsama Abdulrasol kwartet beschouwt hijals de top. ‘Ik ben een gezegend man.’

PORTRETm e n s e n & v e r h a l e n

56 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

Page 29: MO*magazine 110

57MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

29 novemberEen levensgevaarlijk jaar in AziëHet lopende jaar 2013 - 2014 is een jaar waarin Zuid-Azië een

heleboel politieke transities moet maken die ook een grote

invloed op ons leven in het Noorden zullen hebben. Gie Gorisgeeft een lezing over de verkiezingen en veranderingen in Iran,

Afghanistan, Pakistan en India, samen met de veranderende

natuur van de mondiale jihad die in de regio zijn epicentrum

heeft. Lezing bij de de opening van de geschenkenbeurs van de

Noord-Zuidraad en Oxfam-Wereldwinkel Kortrijk.

Vrijdag 29 november, 19.30 uur. Beeklaan 81, Kortrijk (voorma-lig St-Paulusker).

5 decemberDe macht van de media op de politiekNiemand kan er om heen dat het politieke toneel de afgelopen

decennia steeds sterker gemediatiseerd is. In het publieke debat

groeit een consensus dat de media de eerste macht geworden zijn

die het politieke spel sturen. Politici vinden dat ze weinig greep

hebben op de mediaberichtgeving. Maar is dat wel zo? In welke

mate determineren media de politiek, en omgekeerd? Hoe groot

is de invloed van media op de politiek? We debatteren erover met

vier mensen die de politiek van op de eerste rij volgen: WalterZinzen (voormalig anker Terzake), Liesbeth Van Impe (hoofdre-dacteur Het Nieuwsblad), Luc Van der Kelen (voormalig hoofdre-dacteur Het Laatste Nieuws) en Dirk Barrez (oprichterDeWereldMorgen.be). Katia Segers (professor media, VUB) leidthet debat in. Ingrid Lieten, Vlaams minister van Media, verzorgtde uitleiding en trekt conclusies. Moderator: Gie Goris (MO*).Donderdag 5 december, 15u.30-17u., Foyer van TheaterzaalVooruit, Sint-Pietersnieuwstraat 23, Gent. Gratis toegang. Alle

info: www.festivalgelijkheid.be

6 december100% hernieuwbare energie in 2050:utopie?België is in staat om tegen 2050100% van haar energie uit her-

nieuwbare bronnen te halen. Dat toont onderzoek. De overscha-

keling naar hernieuwbare elektriciteit, warmte en transportsyste-

men vraagt een investering van 300 tot 400miljard euro in de

periode tot 2050. Tegelijk levert de transitie naar hernieuwbare

energie ons land 20.000 tot 60.000 nieuwe banen op én

bespaart heel wat geld. Hoe realistisch is de overschakeling naar

100% hernieuwbare energie tegen 2050? Welke zijn de voor-

naamste obstakels? Wat is de impact op onze energieprijzen?

Welke rol kan en moet de overheid spelen bij de realisatie van die

transitie? En welke rol speelt Europa?

We voeren het debat met o.a. Freya Van den Bossche (Vlaamsminister van Energie), Jan Vander Mosten (WWF) en TinneVanderstraeten (advocate, gespecialiseerd in milieurecht).Modrator: John Vandaele (MO*).Vrijdag 6 december, 15u.30-17u., Foyer van Theaterzaal Vooruit,Sint-Pietersnieuwstraat 23, Gent. Gratis toegang. Alle info:

www.festivalgelijkheid.be

12 december Nieuwe vormen van migratie endiversiteitSuperdiversiteit is een feit en het is de verantwoordelijkheid van

iedereen om er een succes van te maken. Dirk Geldof, auteur vanSuperdiversiteit. Hoe migratie onze samenleving verandert, licht

het veranderende karakter van migratie(s) en van diversiteit toe.

Milica Petrovic (Migration Policy Institute), Tom Naegels (auteur)en Sabine Van Cauwenberge (VVSG) gaan in debat. De avondwordt gemodereerd door Gie Goris (MO*)Donderdag 12 december, 20 uur. Thomas More, kleine aulaA003, Campus Blairon 800, Turnhout. Organisatie: PRISMA.

3 december: MO*lezingWie wordt beter van deCongolese grondstoffen? Eind 2012 werd riep MO* zijn lezers en sympathisanten op

om een vervolgonderzoek over de Congolese mijnbouw te

financieren. Op enkele dagen tijd haalde MO* de beoogde

5000 euro op. Op deze MO*lezing wordt het nieuwe onder-

zoeksdossier van MO* voorgesteld en wordt er door een aan-

tal topspecialisten gedebatteerd over de vraag wie beter wordt

van de Congolese grondstoffen. Met David Van Reybrouck(auteur Congo. Een geschiedenis), Karel De Gucht (EuropeesCommissaris voor Handel), Chrispin Mvano (Congolees jour-nalist), Steven Spittaels (onderzoeker IPIS, mede-auteur VN-rapporten over grondstoffen en conflicten in Oost-Congo) en

John Vandaele (MO*, auteur van het dossier). Dinsdag 3 december om 20u.30, De Roma,Turnhoutsebaan 286, Borgerhout (Antwerpen). Reserveren:

www.deroma.be of 03/2929740 of aan de ticketbalie:

Turnhoutsebaan 327, 2140 Borgerhout.

Page 30: MO*magazine 110

Zwart zijn Veel mensen kennen ChimamandaNgozi Adichie als de jonge Nigeriaan-se die een indrukwekkende TED-talkhield, waarin ze een ingewikkelde dis-cussie over identiteit en representatiesamenvatte in een sterk en persoon-lijk pleidooi voor het erkennen vanveelzijdigheid en flexibiliteit in deomgang met identiteit. Het thema zitduidelijk diep in de ziel van Adichie,want het vormt ook de vruchtbareondergrond van de roman Amerika-nah, waarin de hoofdpersonages Ife-melu en Obinze – de hedendaagse,Nigeriaanse avatars van de eeuwigegeliefden wiens liefde gedwarsboomdwordt door de noodlottige realiteit –op verschillende continenten worste-len met wie ze zijn en willen worden.Of misschien is het correcter om testellen dat ze worstelen met de onhan-dige manier waarop Amerikanen enEuropeanen omgaan met deinstroom van mensen uit de gebiedendie ze eerst koloniseerden en daarnapost-koloniaal bleven uitbuiten. Adi-chie slaagt erin om op die glibberigegrond van de identitaire geopolitiekstaande te blijven en haar verhaal zon-der uitschuivers gefocust te houdenop de menselijke relaties, gevoelens,ervaringen en verwachtingen. Wantuiteraard zijn de vragen wie we zijnen willen worden nooit belangrijkerdan wanneer ze gesteld worden in eenrelatie: wie ben ik voor jou? Toch blijftde auteur – onder andere via fragmen-ten van het succesvolle blog van Ife-melu – ook de maatschappelijkevraagstelling aanhouden. ‘Ik had hetgevoel dat ik ophield zwart te zijn toenik in Lagos uit het vliegtuig stapte’,zegt Ifemelu op het einde. Daar is eenmooie TED-talk rond te bouwen. (gg)

Amerikanah door Chimamanda NgoziAdichie is uitgegeven door De BezigeBij. 508blzn. ISBN 97890

DodenvalleiIn Stikvallei focust de Nederlandseschrijver en journalist Frank Wester-man op de mysterieuze gebeurtenis-sen in Kameroen van augustus 1986.Toen stierven op een strook van18kilometer in een vallei met drie dor-pen bijna tweeduizend mensen,samen met het vee en de wilde dieren.Oorzaak was een giftige gaswolk,onstaan in een klein meer in een vul-kanische krater. Wetenschappers–vulkanologen, biologen en toxicolo-gen- trokken naar het rampgebied omer hun vlag neer te planten en elkaarte bevechten met eigen theorieën enbewijzen. Tot op vandaag is er echtergeen sluitende wetenschappelijke ver-klaring voor de ramp. Het gebied blijftook tot nu verboden terrein voor men-sen, omdat de gasophoping nog aan-wezig zou zijn. De natuurlijke dam-wand van het meer corrodeert gevaar-lijk en dat zou wel eens tot een nieuweramp kunnen leiden.Frank Westerman, die het gebied alin 1992 bezocht, keerde terug om opzoek te gaan naar  de hiaten en de vra-gen die bleven: een gedroomde woe-kerplaats voor verhalen. Politiekecomplottheorieën, religieuze vinger-wijzingen en troostende volksverha-len ontstonden bij gebrek aan feitelij-ke eenduidigheid over de gebeurderamp.  ‘De menselijke nieuwsgierig-heid neemt geen genoegen metonvolledigheid, ongerijmdheid ofonkenbaarheid’, schrijft Westerman.‘Als het niet anders kan, verzinnenwe het ontbrekende erbij. Om dewereld kloppend te maken? Bedwing-baar?’ Het is de kernvraag in dit boei-ende, literair geschreven non-fictie-boek, een ode aan de narratieve jour-nalistiek. (td) 

Stikvallei door Frank Westerman isverschenen bij De Bezige Bij. 317blzn.ISBN 9789023478652

MO*lezers krijgeneen exclusievekorting van €2,5bij aankoop vanelk gerecenseerdboek in volgendeboekhandels: DeGroene Waterman(Antwerpen), DeReyghere (Brugge)en de Accoboekhandels vanGent, Antwerpenen Leuven. Knipdeze bon uit engeef hem af bijaankoop van hetboek. De kortingis 2 maandengeldig napublicatie van ditMO*nummer (27/11/2013).

Oorlog eindigt nooitAminatta Forna groeide op in SierraLeone. Dat maakt haar ongetwijfelduitermate gevoelig voor de gruwelvan een oorlog die niet verloopt bin-nen de lijnen van internationaleafspraken of duidelijke doelstellin-gen. De smerige burgeroorlog vanSierra Leone verminkte niet alleenduizenden burgers, het land zelfkwam met een geschonden gelaatuit de jaren van extreem maar ondui-delijk geweld. Het is dan ook nietverwonderlijk dat Forna haar nieuweroman rond dat thema bouwt. Het ismisschien minder evident dat zedaarvoor Kroatië als locatie kiest,maar het is wel een heel belangrijkstatement. Daarmee maakt een Afri-kaanse auteur duidelijk dat de vraag-stelling over geweld en de littekensdie het achterlaat geen Afrikaansevraag is, maar een universele. Fornaconfronteert Europa met zijn eigenschaduwzijde, en dat zijn we nietgewoon. Het verhaal van Het huis met de scha-duw wordt heel gesofisticeerd vertelden uitgepakt. Laag na laag wordenhet heden en de voorstelling van hetverleden weggeschraapt om pas ophet einde tot het echte gebeuren tekomen. Aminatta Forna illustreertde terloopsheid van polarisering enonderhuids broeiend geweld meteen briefje dat aan de deur van degesloten bakkerswinkel hangt. Hetwoord hleb werd doorgestreept envervangen door kruh. ‘Beide woor-den betekenen brood, maar sommi-ge mensen gebruiken het ene enandere het andere. Degenen die nuweggaan zijn de hlebs.’Heel mooi verhaal, sterk verteld ennoodzakelijk thema. (gg)

Het huis met de schaduw van AminattaForna is uitgegeven door Nieuw Amster -dam. 319blzn. ISBN 9789046814888

Exclusieve kortingvoor MO*lezers

59

recensies

Afrika-ChinaEr is al bijzonder veel geschrevenover de relatie tussen Afrika enChina. Doorgaans betreft het ana-lyses over de aard van die verhou-ding – nieuw kolonialisme versusverfrissende Zuid-Zuidsamenwer-king – maar ik heb nog niets gele-zen zoals het boek Op de vleugelsvan de draak van Lieve Joris. DeBelgische schrijfster onderzoektdaarin wat die relatie op mense-lijk vlak inhoudt. Wat Afrika inhet leven van individuele Chine-zen betekent en omgekeerd wathet voor Afrikanen betekent inChina te leven, Chinees te spre-ken, Chinese goederen te verhan-delen. Op de vleugels van haarAfrikaanse contacten slaagt LieveJoris erin om dat tot leven te bren-gen. Je begrijpt hoe een Chinesevrouw er met veel inzet in slaagtvoet aan de grond te krijgen inBrazzaville. Of hoe een Malinesehandelaar in Guangzhou functio-neert als importeur van Chinesegoederen. Het zijn herkenbareverhalen van lief en leed, vreugdeen lijden. Joris slaagt erin diemensen aan het praten te krijgenover wat hen beweegt. Die benadering geeft ons nietalleen een vlot boek dat quasi leestals een roman, het voegt ook ietstoe aan de inhoudelijke inschattingvan de relatie tussen Afrika en Chi-na. Het zou nog rijker zijn geweestindien Joris erin was geslaagd in dehuid te kruipen van Chinezen diebetrokken zijn bij de exploitatie vangrondstoffen in Afrika. Dat aspectvan de verhouding – nochtans cru-ciaal voor beide kanten – blijftonderbelicht. (jvd)

Op de vleugels van de draak van LieveJoris is uitgegeven door Augustus.317 blzn. ISBN 978 90 450 2461 5

SuperdiversiteitSuperdiversiteit is noch een goede, noch een slechte zaak.Superdiversiteit is een feit en het is de verantwoordelijkheidvan iedereen om er een succes van te maken. Dat is de stellingdie Dirk Geldof inneemt in zijn boek Superdiversiteit. Hoemigratie onze samenleving verandert. Superdiversiteit is hetkenmerk geworden van de grote steden, in Vlaanderen enelders in Europa. Alleen stelt Dirk Geldof vast dat onze taal enons denken niet hand in hand gaan met de snel veranderdewerkelijkheid. Terwijl de realiteit er een is van een superdiver-se samenleving die veel complexer is dan wat het “wij” en“zij”-discours verkondigt, wordt een beleid gevoerd dat ditdiscours juist in de hand werkt.Want wie zijn “wij” en wie zijn“zij”? “Zij” kunnen ook “ons”zijn. En dat is de reële uitda-ging. Dirk Geldof pleit dus vooreen “ons”- of een “wij”-per-spectief.Diversiteit verwijst niet alleennaar een veelheid aan mensenmet een migratieachtergrond.Het betekent ook een verschei-denheid in afkomst. Het isdiversiteit binnen de diversiteit.Deze superdiversiteit staat ookvoor een hoge jeugdwerkloos-heid en een toenemendearmoede. Maar het houdt ookeen toenemende middenklassemet migratieroots in. Een ande-re dimensie van deze diversiteit is transnationaliteit. Er zijnmeer en meer transnationale levens en gezinnen. Het onder-scheid tussen van hier zijn en van ginder zijn is minder duide-lijk geworden en dat ziet Geldof als een positieve zaak. Men-sen en groepen bouwen gemeenschappen op die grens- encontinentoverschrijdend zijn. Hij roept ook op om de superdi-versiteit positief te benaderen en dit te vertalen in onder meerhet onderwijs-, tewerkstellings- en gezinsbeleid. (sb)Superdiversiteit. Hoe migratie onze samenleving verandert door

Dirk Geldof is uitgegeven door ACCO. 213blzn. ISBN

9789033493362

58 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

Page 31: MO*magazine 110

Een fijnzinnige komedie van David Hare, scenarist van o.a. The Hours & The Reader

KVS & TRISTEROA MAP OF THE WORLD07 > 21.12.2013

WWW.KVS.BE HET BRUSSELS STADSTHEATER

© D

ANNY

WIL

LEM

S

€3KORTING*

SPECIALE AANBIEDING VOOR DE MO*-LEZERS:Koop nu het boek aan € 19,00 (i.p.v. € 22,00)*

SUPERDIVERSITEITHOE MIGRATIE ONZE SAMENLEVING VERANDERT

DIRK GELDOF

Migratie verandert onze samen-leving. Op een halve eeuw evolu-eerden we tot een echte migratie-samenleving. Stedelijkheid van-daag is leven in superdiver-siteit. Socioloog Dirk Geldof maakt een stand van zaken op.Hoe verandert superdiversiteit onze samenleving? Hoe leven we samen in superdiversiteit? En stellen we de juiste vragen?

WB: SUPERDIVERSITEIT.

9 8 2 6 0 7 2 5 6 3 0 0 4

ACTIEBONActie geldig tot 21/12/2013

VBB AktieNr: 4000429-13-03

Waardebon: 9826072563004 wuochsrseub

performing arts | visual arts | music | �lm & video

trs cenA multidisciplinary art

eb .grgbuw

.f Brusselse in the heart o

NACERA BELAZA CREATION 2014

MARK VANRUNXT ONLY

DANSDUBBEL

do 12.12.2013 20:30 CC Berchem Driekoningenstraat 126, 2600 Berchem

© F

oto’

s: Je

rry

Adi

guna

/ R

aym

ond

Mal

lent

jer

moussem.be ccberchem.be

Page 32: MO*magazine 110

Nijmegen) in gesprek met Piet Depuydt(De Tijd) over de menselijke maat alsvertrekpunt voor de nieuwe economie:dichter bij huis, met minder geld enmeer betrokkenheid. 19u.30, deBuren, Leopoldstraat 6,Brussel.Info en inschrijvingen: www.deburen.eu

18 decemberInfoavond PROTOSVandaag hebben 783miljoen mensengeen veilig drinkwater in hun nabijheiden leven er 2,5miljard mensen zonderfatsoenlijke sanitaire infrastructuur. Dengo PROTOS wil daar iets aan doen enorganiseert een infoavond voor alle geïn-teresseerden. 19u.30, Kantoor PROTOS,Flamingostraat 36, Gent.Info en inschrijvingen: [email protected]

CULTUUR4 decemberJaune ToujoursJaune Toujours stelt zijn nieuwe cd,Routes, voor en brengt een eigenzinnigemix van roots, rock, world, punk, pop,jazz, dub, ska en Balkan. Na hun optre-den is er een afterparty met djMukambo. 20u., De Centrale, Kraankindersstraat 2,Gent.Info en tickets: www.decentrale.be

6 december‘Nuff SaidMaandelijks feest met literatuur, standup, muziek en video uit binnen- en bui-tenland. Gasten op deze editie: JosephBowie (VS), Line Mertens (B), Jan JaapVan Der Wal (NL) en Shappi Khorsandi(VK). 20u.15, CC Berchem,Driekoningenstraat 126, Berchem.Info en tickets: www.nuffsaid.be

7 decemberStones In Her MouthIn deze voorstelling van choreograafLemi Ponifasio die twijfelt tussen dans,muziektheater en visuele kunst, laat hijacht vrouwen uit de Maori-traditie aan-treden. De Maori’s zijn de oorspronkelij-ke bewoners van Nieuw-Zeeland, voorhet door de Europeanen werd ontdekt.Via dans, zang en tekst vertellen de vrou-

wen over de onrust en de onderdrukkingdie ze er beleefden. 20u., Concertgebouw, ‘t Zand 34,Brugge.Info en tickets: www.concertgebouw.be

7-21 decemberA map of the worldIngenieuze komedie over tegenstrijdigeopvattingen, over hoe het Westen en dederde wereld naar elkaar kijken en overhoe verschillend journalisten en schrij-vers omgaan met feiten en fictie. KVS, Arduinkaai 9, Brussel. Info en tickets: www.kvs.be

11 decemberA Touch Of SinEen cinematografische reflectie van JiaZhang Ke over China, een land in volleeconomische ontwikkeling dat beetje bijbeetje aangetast wordt door geweld. Vanaf 11 december in de bioscoop.Info: www.cineart.be

11 decemberShantel & Bucovina ClubOrkestarDe peetvader van de Balkanbeats komtsamen met zijn orkest naar De Roma.Hij stelt onder meer zijn nieuwe cdAnarchy & Romance voor. 20u.30, De Roma, Turnhoutsebaan286, Borgerhout.Info en tickets: www.deroma.be

14 decemberBollywood Brass BandOpgericht in 1992 uit een samenwer-king met de Shyam Brass Band uitJabalpur, India, groeide Bollywood BrassBand op korte tijd uit tot de belangrijksteIndiase wedding band in Europa.20u., Muziekpublique, Bolwerksquare 3,Elsene.Info en tickets: www.muziekpublique.be

18 decemberMarockin’ Brass feat. ByronWallenMarockin’ Brass, een kruisbestuivingvan Belgische en Marokkaanse musici,gaat steeds op zoek naar nieuwe, inter-nationale uitwisselingen. Voor dit con-cert is de Britse jazztrompettist ByronWallen de speciale gast.20u.15, Handelsbeurs, Kouter 29, Gent.Info en tickets: www.handelsbeurs.be

De toegang tot drinkwater is eenfundamenteel mensenrecht. Toch hebben768 miljoen mensen geen toegang tot zuiverdrinkwater. Bovendien neemt de druk opwater als schaars maar levensnoodzakelijkgoed toe. De ngo Protos zet zich in voor beterwaterbeheer, omdat het essentieel is voor deeconomische en sociale ontwikkeling vankansarme groepen. Wie meer wil weten overde accenten die Protos legt, is meer danwelkom op deze infoavond.

Prettig gestoorde muziek met het hart op dejuiste plaats is het handelsmerk van JauneToujours, de band rond accordeonist PietMaris. Op hun nieuwe album Routescombineren ze onder meer Roma-invloeden,hypnotisch percussiegeweld, de Ethiopischeknar en Beninese blazers. Inhoudelijk gaan denummers over uiteenlopende maatschappe -lijke thema’s –van burgerprotest over hetKlein Kasteeltje tot overeind blijven inmoeilijke tijden. Verder levert de band zichover aan vrije associaties bij het zien van eenplastic zak die door de lucht waait, en laten demuzikanten zich inspireren door de Iraanseonline activiste Sattar Beheshti. En voor heteerst brengen ze ook... een liefdesliedje.

63MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

Doe mee op www.MO.be/wedstrijd

EVENEMENT5 en 6 decemberFestival van de GelijkheidDebatten, lezingen, films, literatuur, ten-toonstellingen, speeddates en concertenmet als rode draad: streven naar gelijk-heid, vrijheid, diversiteit en verbonden-heid. Enkele namen: Martin Schulz,Paul Verhaeghe, Rachida Lamrabet, JefLambrecht, Goran Bregovic…Vooruit, Sint-Pietersnieuwstraat 23,9000 Gent.Info en tickets: www.festivalgelijkheid.be

10 december50jaar fosFos-socialistische solidariteit en FCD-Solidarité Socialiste vieren hun 50-jarigebestaan met een inhoudelijk programmaen een walking dinner. Sprekers:Leonard Gentle, Eddy Van Lacker, BrunoTuybens, minister Jean-Pascal Labille,e.a.13u., ACOD-CGSP, Fontainasplei 9-11,Brussel.Info en inschrijvingen: [email protected]

DecemberCadeaudagen OxfamWereldwinkelsNaar aanleiding van de eindejaarsfeestenorganiseren de Oxfam Wereldwinkelsoveral in Vlaanderen cadeaudagen engeschenkenbeurzen met originele fair-tradegeschenken voor jong en oud.Info: www.oxfamwereldwinkels.be

INFORMATIEF3 decemberCongolese grondstoffenMO*lezing met als centrale vraag: Wiewordt beter van de Congolese grondstof-fen? Sprekers: David Van Reybrouck,Karel De Gucht, Steven Spittaels,Chrispin Mvano en John Vandaele. 20u.30, De Roma, Turnhoutsebaan286, 2140 Borgerhout.Info en inschrijvingen: www.deroma.be

4 decemberDe (a)sociale stadVoormalig Antwerps burgemeesterPatrick Janssens over de troeven en uit-dagingen van steeds diverser wordendesteden. 19u.30, deBuren, Leopoldstraat 6,Brussel.Info en reservaties: www.deburen.eu

6 decemberVoedsel in AfrikaConferentie over voedsel in Afrika: deuitdagingen, de risico’s en de kansen.Met specialisten en onderzoekers uitbinnen- en buitenland. Organisatie:Afrika Platform UGent. Vanaf 8u.30, Provinciehuis,Gouvernementstraat 1, Gent.Info en inschrijvingen:www.gap.ugent.be/GAPSYM7—en

17 decemberWerken aan de WeconomyJan Jonker (hoogleraar DuurzaamOndernemen Radboud Universiteit

Wordt Congo beter van zijn velegrondstoffen? MO*medewerker en expertChrispin Mvano, geboren en getogen in Kivu,geeft zijn kijk op de situatie. John Vandaele(MO*) brengt verslag uit over Katanga: hoe isde situatie er geëvolueerd sinds het beruchteartikel met de veroordeelde Forrestcartoon?Daarna leidt David Van Reybrouck hetgesprek met Karel De Gucht, Steven Spitaelsen beide MO*-journalisten.

10 duotickets voor de film A Touch Of Sin van Jia Zhangke, vanaf 11 december in debioscoop. 5 duotickets voor de theatervoorstelling A map of the world op 12 december in de KVS in Brussel. 2 duotickets voor het concert van de Bollywood Brass Band op 14 december inMuziekpublique in Brussel. 5 exemplaren van het boek Superdiversiteit van Dirk Geldof, uitgegeven bij Acco.

MO trakteert

Het Festival vande gelijkheid biedtveel te veel debat-ten, lezingen enontmoetingen omop te noemen.Evidente keuze: debat over media (gemo-dereerd door Gie Goris) en het debat overenergie (gemodereerd door JohnVandaele). Ook niet te missen: De Karel Van Miertlezing over Europa opdonderdagavond (met o.a. Martin Schultz,Hendrik Vos, Said El Khadraoui, KathleenVan Brempt en Financial Times-correspon-dent Peter Spiegel) en het debat overethisch bankieren (met o.a. MarcBontemps van NewB, Olivier Marquet van Triodos, Michel Vermaerke vanFebelfin, Koen Schoors van UGent, Steven Samyn van De Morgen en JohnCrombez van sp-a).

agenda

62 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

Raadpleeg de volledige agenda op www.MO.be/agenda

Bollywood Brass Band

© GF

© Alex Vanhee

© GF

Page 33: MO*magazine 110

65

MOQ maakt de globalisering ervaarbaar, begrijpbaar en hanteerbaar.

ContactVlasfabriekstraat 11 - 1060 BrusselTel. 02.536 19 77 - [email protected] - www.MO.be

HoofdredacteurGie GorisRedactieSamira Bendadi, Kristof Clerix, Tine Danckaers, Alma De Walsche en John VandaeleEindredactieKristof Clerix en Herman JacobsWebredactieMaarten Lambrechts en Kilian De JagerStagiairsJulie Putseys en Kaat MeysAan dit nummer werkten mee:Shiho Fukada, Laurens Cerulus, Michael De Cock, Raf Custers, Lennart Hofman, Andreas Stahl, Ides Debruyne, Selma Zijlstra, Lucas Destrijcker en Bie Vancraeynest.Creatie en vormgeving Chris Defossez en Inge D’haenKaarten en grafieken Dirk Billen en Maarten LambrechtsIllustratieKlaas Verplancke, LectrrCoverontwerpDarwin; foto: Héctor MediavillaDrukRoularta PrintingMarketing, communicatie en agendaJan BuelinckxreclameregieADeMAR - www.ademaronline.com - 03 448 07 57AdministratieJan LamersVerantwoordelijke uitgever Frank BekeISSN 1379-5619

• MO* is een uitgave van Roularta Publishing NV in opdracht vanWereldmediahuis vzw. De leden van Wereldmediahuis zijn 11.11.11, Broederlijk Delen, FOS, Incofin cvso, Oxfam Wereldwinkels, Plan België, Stichting Liedts, Trias, Vredeseilanden en Wereldsolidariteit. • MO* is aangesloten bij CeLT vzw, de vereniging van Culturele en Literaire Tijdschriften, www.detijdschriften.be.• MO* krijgt de steun van de Belgische Ontwikkelings samenwerking en de Vlaamse regering. Overname van artikels is toe gestaan mits bron-ver melding en toestemming van de hoofdredacteur.

Abonnementen MO*Postbus 360 - 8800 RoeselareTel 078 35 33 13 - Fax 078 35 33 [email protected](voor inschrijving, wijziging of info over uw abonnement)PrijsJaarabonnement België: 36 euro.Jaarabonnement buitenland: vraag inlichtingen.BetalingOfwel gewoon uw naam en adres opgeven en wachten op ons bericht.Ofwel rechtstreeks op rekeningnummer IBAN: BE57 4721 0111 8135 enBIC: KREDBEBB met vermelding van het exacte afleveradres.Ofwel door opgave van nummer en vervaldag van uw kredietkaart(American Express, Diners, Eurocard, Visa).

colofon

MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.beMOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

� Beste Elias en Raed, terwijl het geluid van bommen viaSkype jullie Leuvense huiskamers binnendrong, stuurdenwij wantrouwig de visumaanvragen van jullie zus en moedervan onze ambassades in Ankara en Beiroet naar de grensbe-wakers in Brussel. Die gingen met een vergrootglas op zoeknaar bedrog, ook al hadden de VN alle Syriërs als legitiemevluchtelingen bestempeld. Maar met een visum kort verblijfkwamen ze België niet in: de oorlog deed ons vermoedendat jullie geliefden niet naar Syrië zouden terugkeren. Vande Belgische ambassade gingen ze terug naar oorlogsgebiedof de Turkse grensregio, waar al een half miljoen Syriërsoverleefden. Alle EU-landen samen ontvingen slechts een50.000-tal Syrische vluchtelingen. Toen jullie vroegen ofBelgië zoals Duitsland kwetsbare Syriërs zou uitnodigen,moesten we vertellen dat België amper gevolg zou geven aandie oproep van de Europese Commissie en de VN.

Beste Azmi, in Libië had je er al een odyssee vanuitLatakia opzitten toen je hoorde dat je er niet kon blijven. Jebroer in Vilvoorde nodigde je uit, maar de Belgische ambas-sade in Tripoli wees je visumaanvraag af. Reden: jullie ver-bleven niet legaal in Libië, ook al was dat voor je vrouwonmogelijk als Palestijns vluchteling uit Syrië. Die formali-teit duwde jullie naar een volgende conflicthaard, Egypte,waar Syriërs werden opgesloten. Opnieuw vluchten. Na eenverschrikkelijke bootreis zag je ook in Italië het gezicht vanhet kwaad. Je geraakte toch in België, maar wij stuurdenmensen als jij terug naar de Europese landen met de minsteffectieve asielsystemen. Onze reactie op jullie exodus ont-hulde het gebrek aan solidariteit tussen Europese landen

onderling, een ideaal dat ons nochtans aan elkaar bindt sindsonze eigen grote oorlogen. De noodkreet van Zuid-Europa – “weworden overspoeld” – wordt beantwoord door West-Europa, nietdoor meer vluchtelingen op te nemen, maar door de druk opZuid-Europa op te voeren om de grenzen te sluiten en vluchtelin-gen uit Europa weg te houden.

Beste Elias, Raed en Azmi, we hadden veel meer Syriërs kun-nen opvangen. Dat we de schijn van een crisis ophielden, was eenbelediging aan het adres van de buurlanden van Syrië. Die kregeneen destabiliserende exodus van miljoenen te verwerken. In eentijd van historische veranderingen waren wij te veel op onszelfgericht. Onze gulle humanitaire hulp van een miljard euro wasnodig, maar omdat we parallel een hardvochtig geslotengrenzen-beleid voerden, werd zelfs die hulp een uiting van angst. We lie-ten jullie in het conflictgebied, kwetsbaar voor het extremisme datzelfs ons bedreigde over grenzen en zeeën heen. Spijtig genoegwaren onze “Syriëstrijders” geen wake up callmaar een dankbarebliksemafleider. Alle aandacht ging naar welke gevaren zij voorons inhielden. Zo zagen we niet dat jullie strijd ook de onze was,voor een vreedzame en welvarende Middellandse Zee-regio.

Bij deze herdenking, 100 jaar later, vragen we jullie om gena-de: kunnen jullie aub nog eens vluchten? De gemiste kans omgoed te doen, verteert ons vanbinnen.

Pieter Stockmans is freelancejournalist.Hij realiseert een langlo-pend project over de Arabische wereld: MO.be/wereldblog/tussen-vrijheid-en-geluk.

Rare jongens, die politici

Een internationale crisis in commerciële media kondigt zich al enkelejaren aan. De recente ontslagen in onze contreien zijn het begin van een rava-ge waarvan het einde nog niet in zicht is. In Frankrijk sneuvelen 1000 banen,in Vlaanderen 205 alleen al bij Mediahuis. Sanoma schrapt in Nederland 500jobs en zet in België zijn activiteiten in de vitrine. Ook heel wat freelancersvliegen eruit, maar over deze onderbetaalde categorie praat men niet. Hetsnijden in personeel zal de inhoud van die media geen goed doen. Zo zal ookonderzoeksjournalistiek bij commerciële mainstreammedia een ondergescho-ven kind blijven.

Als driepgravende journalistiek niet meer kan in mainstreammedia, waardan wel? Dankzij de technologie kan diepgravende kritische journalistieksinds kort ook gedijen op alternatieve plekken. Je ziet een interessante bewe-ging met online initiatieven als Apache.be, DeWereldMorgen.be, MO.be,deBron.be, StampMedia, Rekto: Verso, Newsmonkey.be, Doorbraak.be en de-bron.org. Verder bestaan in België en Nederland vier fondsen waar journalis-ten kunnen aankloppen om onderzoek te laten financieren. En ook nieuweonline financieringsplatforms specifiek voor journalistiek steken de kop op:nieuwspost.nl, krautreporter.de, Spot.us...

Deze nieuwe initiatieven zijn fragiel. De overheid heeft instrumenten inhanden om het ondernemingsklimaat te bevorderen. Ze moet alles in hetwerk stellen om journalisten te empoweren. Ideeën? Sommige kaartten we alvijf jaar geleden aan. Zo zou de overheid de advertentiemarkt aan de com-merciële media kunnen teruggeven en de VRT voor honderd procent subsi-diëren. Alle subsidies aan de commerciële media afschaffen en het budgetgebruiken om in de VRT te investeren. De zelfgemaakte content van depublieke omroep zou ze aan andere media gratis ter beschikking kunnen stel-len. Het btw-tarief voor online publicaties op het niveau van de kranten bren-gen (nul procent), de beroepsvereniging en de Raad voor Journalistiek extramiddelen geven, seedfunding voorzien voor innovatieve projecten buiten demainstreammedia, juridische drempels voor crowdfunding weghalen, open-baarheidswetgeving werkbaar maken... Alleen vrees ik dat politici zich zullenuitsloven om redenen te zoeken om dit allemaal niet te doen. Rare jongens,die politici.

Ides Debruyne is medestichter van het Fonds Pascal Decroos, van deNederlands-Vlaamse Vereniging van Onderzoeksjournalisten (VVOJ) en van Journalismfund.eu vzw, waar hij werkt als directeur.

© X

ande

r Sto

ckm

ans

© G

F

� Ruimte voor kwaliteitsjournalistiek zou een hoofdbe-kommernis van elke democraat moeten zijn. Zonder over-drijven durf ik poneren dat diepgravende journalistiek vre-desprocessen kan versnellen, misbruik aan de kaak kan stel-len, gemeenschappen dichter bij elkaar kan brengen...Politici kunnen hierin een belangrijke rol spelen. De politiekmoet minstens zorgen voor een omgeving waarin kwaliteits-volle journalistiek kan gedijen.

door PieterStockmans

door Ides Debruyne

64

Lees de verhalen en de restvan deze herdenkingsspeech vaneen Belgische/Europese leideruit 2114 op MO.be./syriers-aan-grenzen-europa

Beste Syriërs, kunnen jullie aub nog eens vluchten?

Page 34: MO*magazine 110

� Omdat hij vanuit het raam van zijn nieuwe appartementvogels kan zien vliegen, verkaste filmmaker Gust Van DenBerghe van Schaarbeek naar Anderlecht. En omdat hijineens iets wou kopen waar er parken waren. In de stad,maar drie tramhaltes verwijderd van de natuur. Gust voegtgraag de daad bij het woord. Goed een maand woont hij er,maar hij is al de perfecte ambassadeur. Hij ontdekt in ijl-tempo zijn nieuwe gemeente en lijkt kind aan huis bijFriture René, want hij heeft nog geen keuken. Hier woneninwijkelingen, naast geboren en getogen Brusselaars. ‘Het isdoor hen dat ik in het reine kom met mijn eigen Belg-zijn.’Brussel moet het hebben van momenten, vindt hij, niet vanplaatsen en hij wil mij de zondagnamiddag laten zien. Opvier passen van de metrohalte wijst hij me al op een parel.Een prachtig pand uit de jaren twintig. De Belgische moder-nistische kunstenaar Victor Servranckx tekende ook voorenkele huizen, en hier staat er nog een in uitstekende staat.Althans, als je het ordinaire café ‘QG’ op het gelijkvloerswegdenkt. Hij stapt prompt het café binnen en vraagt of zeVictor kennen. Ze hebben nog nooit gehoord van onzevriend. Gust laat een boodschap voor hem achter op eenbierviltje. Hij brengt hem een postmodernistische groet.Het meisje achter de bar belooft het viltje te geven als Victorhier nog eens mocht langskomen. Het is een surrealistischgesprek. Net als de toon van deze herfstwandeling. Wiehoudt van schoonheid en het absurde, die moet alleen maarkijken. Goed kijken. Naar de rode Ferrari bijvoorbeeld, die

midden op het verkeersvrije Verzetspleinstaat geparkeerd, met een air van ‘wie doetme wat?’ Wij houden er de pas in want hijhoopt dat de Iberico open is op zondag.We hebben geluk en samen met ons veleSpanjaarden en Portugezen. Zij laden kar-ren vol met kilo’s chorizo, harde kazen eninktvis. Ik begrijp aanvankelijk niet hoe deenorme mediterrane supermarkt in elkaarzit want ik zie in drie gangpaden bokalenwitte bonen staan. Tot Gust me op de vlag-jes wijst die telkens op de “kop” hangen.Hier winkel je per land. Het is een groot-handel in heimwee en weelderige

Braziliaanse verjaardagstaarten om die heimwee te verja-gen. ‘Hier word ik dus echt gelukkig van, dat je dit hier opeen zondag kan kopen.’ De Portugese pastéis de nata, die weniet kunnen laten liggen, gaan we opeten met een kop kof-fie in Brasserie Belle Vue. We vragen of we de zelf meege-brachte taartjes mogen opeten. De jonge ober in het te grotehemd met strik haalt zijn schouders op. De bazin is er niet,dus wat hem betreft mag zowat alles. De gemiddelde leeftijdvan de klanten hier is zeventig en het bordje met ‘pas dechiens sur les banquettes’ doet een grote populatie canichekesvermoeden. Het is toch bezwaarlijk de hipste gemeente vande negentien.‘Sinds ik hier ben komen wonen, heeft ook al een vriendvan me hier iets gekocht. Ik ben hier mijn eigen kolonieaan het stichten.’ Van op school tuimelde Gust meteen opde filmset en pas vorig jaar had hij een periode zonderdraaien en monteren. Hij is klaar om zich hier nu, eenbeetje, te verankeren. ‘Mijn eigen cinema, waar ik al mijnstudenten verplicht naar toe laat komen, dat lijkt me weliets.’ Daar gaat hij morgen iemand een mailtje over sturen.De suggestie is nauwelijks geopperd, in zijn hoofd is het aleen uitgetekend project. We nemen afscheid aan Sint-Guido, het metrostation datvernoemd is naar de boerenknecht Guido, die zijn wandel-stok in de grond stak en waar eensklaps bladeren aanbegonnen te groeien. In een mum van tijd werd de stokeen levende boom.

BRUKSELc o l u m n

66 MOQ • december 2013 - januari 2014 • www.mo.be

© D

iete

r Tel

eman

s

Groothandel in heimweedoor Bie Vancraeynest