Men leest niet men kijkt niet

7
men leest niet, men kijkt niet, men denkt niet Vooraf: - de kwaliteit van de beelden is niet altijd 100 % (trash), maar dat geldt ook voor de tekst - de eerste bedoeling was om aan de hand van boeken een betoog op te zetten. Dit idee heb ik verlaten en ik toon er nauwelijks: maar u moet ervan uitgaan dat achter elk woord, elk beeld een boek schuilgaat. Enkel op het einde van het betoog zal ik een aantal kenmerken aanhalen die u allen welbekend zijn - ondanks de aankondiging gaat dit betoog niet over ‘het nieuwe lezen’ - we leven in een brave tijd. Soms wordt ik gevraagd om een tekst te schrijven, een lezing te houden. Mijn vraag is dan altijd of ik mag schrijven of zeggen wat ik wil? Natuurlijk, roept men uit, hoe kritischer hoe beter. — Ik: ‘Mag ik dan ook zeggen dat boeken dienen om gelezen te worden’. De repliek: ‘Zeg jij! Jij moet ook altijd overdrijven!’ het gaat over een cultuurwisseling en wat er met het boek gebeurt, is daarvan een symptoom, of het verval van het humanisme Het is een dooddoener en tegelijkertijd een sociologische wet dat als een sector in verval is, dat meerdere consequenties heeft. Men verlaat inhoud, ten voordele van formaliteiten. Een sector die in verval is, trekt windzaaiers aan. In het land der blinden, is eenoog koning. De zwakke gaat een alliantie aan met een sterke partner, in de hoop zichzelf zo te positioneren; in werkelijkheid overklast de sterke de zwakkere. Elke tijd heeft een eigen uitdrukkingsvorm waarin de noden, de uitdagingen tot een kristallisatiepunt worden. Vandaag de dag is dit de biologie voor de wetenschappen, in de kunsten de architectuur. In de boekenwereld is het beeld dominant geworden over de tekst. — het is provocatief bedoeld

description

Presentatie Johan Velter

Transcript of Men leest niet men kijkt niet

Page 1: Men leest niet men kijkt niet

men leest niet, men kijkt niet, men denkt

niet

Vooraf:

- de kwaliteit van de beelden is niet altijd 100 % (trash), maar dat geldt ook voor de tekst

- de eerste bedoeling was om aan de hand van boeken een betoog op te zetten. Dit idee heb ik verlaten en ik toon er nauwelijks: maar u moet ervan uitgaan dat achter elk woord, elk beeld een boek schuilgaat. Enkel op het einde van het betoog zal ik een aantal kenmerken aanhalen die u allen welbekend zijn

- ondanks de aankondiging gaat dit betoog niet over ‘het nieuwe lezen’

- we leven in een brave tijd. Soms wordt ik gevraagd om een tekst te schrijven, een lezing te houden. Mijn vraag is dan altijd of ik mag schrijven of zeggen wat ik wil? Natuurlijk, roept men uit, hoe kritischer hoe beter. — Ik: ‘Mag ik dan ook zeggen dat boeken dienen om gelezen te worden’. De repliek: ‘Zeg jij! Jij moet ook altijd overdrijven!’

het gaat over een cultuurwisseling en wat er met het boek gebeurt, is daarvan een symptoom, of het verval van het humanisme Het is een dooddoener en tegelijkertijd een sociologische wet dat als een sector in verval is, dat meerdere consequenties heeft. Men verlaat inhoud, ten voordele van formaliteiten. Een sector die in verval is, trekt windzaaiers aan. In het land der blinden, is eenoog koning. De zwakke gaat een alliantie aan met een sterke partner, in de hoop zichzelf zo te positioneren; in werkelijkheid overklast de sterke de zwakkere. Elke tijd heeft een eigen uitdrukkingsvorm waarin de noden, de uitdagingen tot een kristallisatiepunt worden. Vandaag de dag is dit de biologie voor de wetenschappen, in de kunsten de architectuur. In de boekenwereld is het beeld dominant geworden over de tekst.

— het is provocatief bedoeld

Page 2: Men leest niet men kijkt niet

De andere domeinen, vormen zijn ondergeschikt aan de sterke vormen. Het museum is als gebouw belangrijker dan de kunstwerken. Het nieuwe gerechtsgebouw wil tonen dat het democratisch is door veel glaspartijen te gebruiken maar die nieuwe cultuur is niet doorgetrokken naar de praktijk. De architectuur als dominante vorm is geen vernieuwende cultuur maar een machtsbevestigende: ze is spektakel, façade en zegt toch ook niets meer over zichzelf. Rem Koolhaas als het prototype. Het humanisme wordt gedefinieerd als een drie-eenheid van kennis, cultuur en kunst. Of: wetenschap, levenshouding en verfijning. De boek- en leescultuur zijn verzwakt. Beide culturen zijn nochtans de kern van ons maatschappelijk en cultureel model. Ze zijn de basiscomponenten van het Westers humanisme. Als de sokkel barsten vertoont, dan ook het model zelf. Leven we op een breukvlak tussen twee culturen? Is dit het herfsttij van het humanisme? Met het boek, zegt de minister van cultuur, Joke (nomen est omen) Schauvliege, is niets mis. De aanstelling van deze minister van cultuur en natuur werd verantwoord door zichzelf met het argument dat ze veel voor de partij gedaan heeft. De partij verantwoordde haar benoeming met het argument dat ze veel voor de natuur zal doen. Deze minister is rechtstreeks verantwoordelijk voor de vermindering van het bosarsenaal in Vlaanderen en voor de verdergaande milieuvervuiling: fijn stof is voor het Vlaams beleid geen realiteit; de gezondheid van de mensen is voor hen geen zorg. Katholiek Vlaanderen. Naar aanleiding van het nieuwjaarsfeest van het Fonds voor de Letteren, zei de minister letterlijk: ‘Er zijn nog geen indicaties dat het papieren boek al onder zware druk staat. Dit gezegd zijnde: we moeten wel anticiperen op de mogelijke gevolgen van digitalisering.’ Op haar twee beleidsdomeinen is de minister mislukt en verkondigt ze onzin. Ook dit is een versterking van het argument: al wat met het humanisme te maken heeft, en dus ook de politiek

Page 3: Men leest niet men kijkt niet

als discussie- en ideeëncultuur, is in verval. Dat zo iemand beleid kan/mag maken zegt dus veel over de beschavingsgraad van deze maatschappij. We hebben hier te maken met de verwarring van de taal. Wittgenstein zei: ‘in de omgangstaal komt het buitengewoon dikwijls voor, dat hetzelfde woord verschillende betekenissen heeft — dus bij verschillende symbolen hoort —, of dat twee woorden die verschillende betekenissen hebben, uiterlijk op dezelfde manier in de volzin worden gebruikt.’ (Tractatus …, 3.323). Dit geldt ook voor context: al overleeft taal verschillende plaatsen en perioden toch wijzigt het voorwerp zelf en de betekenisgeving ervan. Het woord honger heeft voor ons een andere betekenis dan voor iemand in de 16de eeuw. Het woord boek is daarmee geproblematiseerd. Dit geldt ook voor die instellingen die het boek als corebusiness hebben. Wanneer boek.be of Locus of Bibnet (deze laatste de zogezegde verdedigers van de bibliothecaire waarden in Vlaanderen) over het boek spreken, dan doen ze dat in de commerciële betekenis van het woord. Men telt de geproduceerde, verkochte en geleende boeken, men telt de winsten en men concludeert dat er geen probleem is.

Page 4: Men leest niet men kijkt niet

Het jaar waarin HLN en DM boeken weggaven was ook zo’n topjaar: er zijn veel boeken geproduceerd –dat deze boeken in Azië gedrukt werden, had geen belang. Dat deze boeken voor onze tijd geen relevantie hebben, is van nog minder belang. Boek.be en Bibnet onderhandelen nu over het e-book, terwijl beide organisaties géén dominerende speler meer zijn. Als het internet iets veranderd heeft, dan wel het distributiemodel. Zowel uitgevers, boekhandel als bibliotheek zijn distributiekanalen die nu onder druk staan. De bibliotheek was tot voor kort een culturele instelling die vanuit die waarden geleid werd. In de onderhandelingen met externen worden deze waarden echter niet meer uitgespeeld en zijn het de commerciële belangen die doorslaggevend zijn. Nog een aanduiding dat we met een verzwakking van de cultuur te maken hebben. De cultuur die geacht wordt zich te verzetten tegen het oppervlakkige, tegen de geldmentaliteit, tegen de brute macht, tegen de leugen.

Page 5: Men leest niet men kijkt niet

Een andere aanduiding van het verval is hoe Bibnet een nieuw classificatiesysteem, ZIZO(wat staat voor …) heeft opgelegd. Niet alleen is de ordening zelf onderhevig aan zware kritiek, ook de vormgeving van de etiketten is achterhaalde lelijkheid. Zowel inhoudelijk als vormelijk is de invulling ouderwets en belachelijk dom. Het doelpubliek van het bibliotheekmanagement lijkt een kleuterklas vol debielen te zijn. Waarom protesteren vormgevers niet tegen de dwaasheid? Ook dit zegt iets over de tijd. Toch zegt deze instelling van zichzelf dat ze de bibliotheken in de 21ste eeuw wil begeleiden. Maar we moeten constateren dat dit beleid van intelligentie gespeend is. Er is een wisselwerking: de sector is zwak, ze trekt daardoor zwakke mensen aan en hun zwakheid verzwakt de sector nog meer. Terug naar Wittgenstein: wat de één een boek noemt, is dat niet voor de ander. Wanneer er over boek-, lees- en bibliotheekcultuur gesproken wordt, dan bedoelt men iets anders dan de massa’s strips, kook- en sexbijbels. Dan gaat het over een bepaalde houding in het leven, een cultuurvorm waarvan het boek een veruitwendiging is. Als men ‘het boek’ wil redden of ondersteunen, dan moet men maatschappelijke actie ondernemen en zijn subsidies slechts slaappillen, praat voor de vaak. Het boek waarover ministers en andere dooddoeners spreken is een commercieel product dat enkel naar zichzelf verwijst: het is een object dat verhandeld moet worden en dat na de commerciële transactie waardeloos geworden is. Vandaar dat er nauwelijks nog antiquariaten kunnen overleven en waarom boeken steeds in een andere, uiterlijke vorm moeten aangeprezen worden om verkocht te geraken. Vormgeving van boeken is in deze optiek een eigenaardige zaak. Boekvormgevers vernietigen het boek door het boek vorm te geven. Boek wordt in deze laatste zin in twee betekenissen gebruikt. Dus, wat is dat dan, boekcultuur en daarbij horend: leescultuur? Stichting lezen is al blij als men het etiket op een fles kan lezen en aldus melk van whisky kan onderscheiden. Iedereen leest, is de slogan en de ambitie. Maar lezen is in een boek- en leescultuur toch nog iets anders. Ook straks zullen jullie weer vernemen dat het e-book het papieren boek zal vervangen en dat alles toch wel hetzelfde is. Altijd weer wordt Marshall MacLuhan ten onrechte aan de kant geschoven: vorm is inhoud. is beeldcultuur beter dan tekstcultuur? Kan het beeld het woord vervangen? Is de epistemologische kracht van het boek dezelfde als de tekst op een scherm verschijnt? In hoeverre

Page 6: Men leest niet men kijkt niet

blijft het onderliggend model doorwerken? Humanisme is een containerbegrip. Toch zijn er constante betekenissen te bespeuren. Er is een filologische traditie (de klassieken bestuderen, de Romeinse tijd als een ideaalperiode). De mens met zijn seculiere waarden staat centraal: de zingeving is een aardse. In de achttiende eeuw zal dit aardse een meer materialistische betekenis krijgen. Er zijn de ontdekkingstochten van de mens die enerzijds tot het kolonialisme leiden maar anderzijds ook in een oprechte belangstelling voor het andere. Er is het democratisch humanisme dat stelt dat de mens naast een materialistisch wezen ook een abstract begrip moet zijn. Binnen het humanisme staat niet zozeer ‘de’ mens maar veeleer ‘het’ individu centraal. Het is ook een activistische visie: de wereld moet gehumaniseerd worden. D.w.z. dat de menselijke waarden hoger staan dan die van de eekhoorn en de kwal. Humaniseren betekent de natuur beheersen met menselijke waarden: de wreedheid van de natuur is niet een humane waarde.

Page 7: Men leest niet men kijkt niet

Het boek is een materieel bestanddeel van het humanisme omdat het een veruitwendiging is van deze waarden en een instrument om deze te verwezenlijken. Het appelleert aan waarden als nieuwsgierigheid, interesse, medemenselijkheid, empathie, behulpzaamheid maar ook aan inventiviteit, verscheidenheid en schoonheid. Het boek is echter geen heilig product: als andere vormen beter geweest waren, was het boek, zoals wij het nu kennen, anders. Maar het heeft bestaan omdat het handig was en een rol te spelen had binnen de maatschappij. Het gaat er dus niet om hier te beweren dat met de teloorgang van het boek ook de mens of de cultuur verdwijnt — er zijn hoogwaardige culturen zonder boek en barbaarse met het boek — wel dat er een menselijke verschijningsvorm verdwijnt. En het is de vraag of de activiteiten die met het boek verbonden zijn in een andere vorm kunnen overleven of zelfs bestaan. Men kan zeggen dat de kennisverwerving door boeken overgedragen kan worden naar een ander medium maar het is de vraag of dezelfde denkprocessen deze overgang kunnen voltrekken.