Meetresultaten Luchtkwaliteit Zaandam 2015 · De meetresultaten voldoen aan de eisen voor de data...
Transcript of Meetresultaten Luchtkwaliteit Zaandam 2015 · De meetresultaten voldoen aan de eisen voor de data...
In opdracht van:
Gemeente Zaanstad P. Duijn Stadhuisplein 100 1506 MZ Zaandam
Amsterdam, juni 2016
Versie juni 2016
Meetresultaten Luchtkwaliteit Zaandam 2015
Auteur: D. de Jonge GGD Amsterdam LO team Luchtkwaliteit Postbus 2200 1000 CE Amsterdam
auteur D. de Jonge doc 16-1122 beoordeeld J.H. Visser
projectnr 16-1203 31 blz incl 5 bijlagen goedgekeurd J. van der Laan
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
Aan de totstandkoming van deze rapportage werkten mee: Peter Wallast (opbouw en onderhoud op de meetstations) Jennes Meijdam (onderhoud Met-one BAM) Mariska Hoonhout (onderhoud en uitvoering referentiemethode PM) Peter Koopman (onderhoud en uitvoering referentiemethode PM) Jorrit van der Laan (kwaliteitscontrole) Harald Helmink (validatie) Dave de Jonge (projectleiding en rapportage) © GGD, Amsterdam, Nederland. Alle rechten voorbehouden.
GGD Amsterdam en/of de met haar gelieerde maatschappijen zijn niet aansprakelijk voor enige directe indirecte, bijkomstige of gevolgschade ontstaan door of bij het gebruik van de informatie of gegevens uit dit document, of door de onmogelijkheid die informatie of gegevens te gebruiken. De inhoud van dit rapport mag aan derden niet anders dan als één geheel worden ontsloten, voorzien van bovengenoemde aanduidingen met betrekking tot auteursrechten en aansprakelijkheid.
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
3
Inhoud
Samenvatting 4
1 Inleiding 5
1.1 Gerelateerde rapportages 6
1.2 Meetstation Zaandam 6
2 Methoden 7
2.1 Meetmethoden 7
2.2 Validatie meetresultaten 7
2.3 Grenswaarden 8
3 Resultaten 10
3.1 Jaargemiddelde meetresultaten meetstation Zaandam (701) 10
3.2 Jaargemiddelde NO2 meetresultaten Palmesbuisjes 11
3.3 Pollutierozen 13
3.4 Meteorologie 2015 16
4 Conclusies 19
Bijlage 1: Meetresultaten automatische metingen 2015 20
Bijlage 2: Meetresultaten NO2 Palmesbuisjes metingen 2015 25
Bijlage 3: Datacaptures 2015 26
Bijlage 4: De Accreditatie van de GGD Amsterdam geldig voor 2015 27
Bijlage 5: Meetmethoden 29
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
4
Samenvatting
Samenvattend geldt voor het meetstation Zaandam dat in 2015 wordt voldaan aan de grenswaarden van NO2, O3, PM10 en PM2.5. De jaargemiddelde concentraties in 2015 van NO2, PM10 en PM2.5 zijn gedaald en zijn de laagste sinds de start in 2006 op het meetstation Zaandam. De dalingen in 2015 ten opzichte van 2014 zijn in lijn met het landelijke beeld en hangen samen met de gunstige meteorologische omstandigheden in 2015. Het aantal dagen met een PM10 concentratie van meer dan 50 µg/m3 is in 2015 de op twee na laagste sinds 2006. De jaargemiddelde NO concentraties zijn de afgelopen 3 jaar ongeveer gelijk gebleven. De jaargemiddelde ozon (O3) concentratie is dit jaar het hoogste sinds de metingen zijn gestart, het aantal keren dat de 8-uurgemiddelde ozonconcentratie boven de 120 μg/m3 is voorgekomen (9 keer) is ten opzichte van de drie voorgaande jaren gestegen.
Uit de vorm van de pollutierozen voor PM10 en PM2.5 is af te leiden dat de fijnstof concentraties op die
uit zuidelijk windrichtingen na, in 2015 duidelijk lager zijn dan in 2014. De metingen op het meetstation Zaandam zijn in 2015 zonder noemenswaardige technische problemen verlopen. De meetresultaten voldoen aan de eisen voor de data beschikbaarheid en zijn conform alle wettelijke meetvoorschriften tot stand gekomen. Uit de NO2 Palmesbuisjesmetingen op 11 locaties in de Zaanstreek blijkt dat er op 1 locatie niet wordt voldaan aan de grenswaarde. Deze locatie is op zeer korte afstand vanuit de rand van de weg geplaatst, namelijk 3 meter. Alle in 2015 gemeten jaargemiddelde NO2 concentraties zijn lager ten opzichte van 2014.
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
5
1 Inleiding
Dit rapport beschrijft de meetresultaten over het jaar 2015 van de buitenluchtmetingen op het vaste meetstation Zaandam naar de concentraties stikstofoxide (NO), stikstofdioxide (NO2), ozon (O3), fijn stof (PM10) en ultra fijnstof (PM2.5) te Zaanstad. De meetlocatie is gelegen nabij het Wagenschotpad, buiten de directe invloedsfeer van het verkeer. De meetlocatie is daarom getypeerd1 als een stedelijke achtergrond. In deze rapportage zijn ook de resultaten van de 11 locaties met passieve (Palmes) NO2 bepaling opgenomen. Deze metingen vallen niet onder de NEN EN ISO/IEC 17025 scope van de afdeling Luchtkwaliteit (zie www.RvA.nl certificaat L426). De details wat betreft de accreditatie is terug te vinden in bijlage 4.
1 Het type meetstation is vastgesteld in het RIVM rapport Evaluation of the presentativeness of the Dutch air
quality monitoring stations : The National, Amsterdam, Noord-Holland, Rijnmond-area, Limburg and Noord-Brabant networks. http://www.rivm.nl/en/Documents_and_publications/Scientific/Reports/2013/augustus/Evaluation_of_the_presentativeness_of_the_Dutch_air_quality_monitoring_stations_The_National_Amsterdam_Noord_Holland_Rijnmond_area_Limburg_and_Noord_Brabant_networks
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
6
1.1 Gerelateerde rapportages In de voorgaande jaren zijn eveneens (jaar)rapporten gemaakt over de luchtkwaliteit in Zaanstad. De meest recente versie is terug te vinden op de website van de gemeente Zaanstad met als zoekterm “luchtkwaliteit”. Daarnaast zijn er rapportages van de gemeente Amsterdam en de provincie Noord-Holland. Gemeente Amsterdam: https://www.luchtmeetnet.nl/download# Provincie Noord-Holland: http://www.noord-holland.nl/web/Themas/Milieu/Luchtkwaliteit/Luchtkwaliteit-in-NoordHolland.htm Vanaf 2013 is de data, via een App met de naam Luchtkwaliteit, te raadplegen met behulp van een smartphone. In deze App is een aanvullende mogelijkheid om per meetstation per component een waarde in te geven, waarbij na overschrijding een alarmering op het scherm van de smartphone verschijnt. De data voor stikstofdioxide, ozon, fijn stof en ultra fijn stof worden door het RIVM opgenomen in een database. Het RIVM verzorgt dataverstrekking aan de Europese databank Airbase2. Eveneens ontvangt het Planbureau voor de Leefomgeving de gegevens van het RIVM en “ijkt” met deze data de berekende Grootschalige Concentratiekaarten3 (GCN).
1.2 Meetstation Zaandam
In mei 2006 is, in opdracht van de gemeente Zaanstad, gestart met buitenluchtmetingen te Zaandam
(bekend als meetstation nummer 701). De locatie is in samenwerking met de gemeente gekozen.
De meetlocatie is getypeerd als “stadsachtergrond”, er zijn geen directe invloeden van verkeer.
In de onderstaande tabel 5 is aangegeven welke componenten worden gemeten. De met “Q”
aangeduide verrichtingen voldoen aan de criteria van de NEN EN ISO/IEC 170254.
Tabel 5:gemeten componenten op station 701 Zaandam
2 Zie http://air-climate.eionet.europa.eu/databases/airbase
3 Zie http://geodata.rivm.nl/gcn/
4 De accreditatie is terug te vinden op http://www.rva.nl/ ISO 17025, Nummer L426
MEETSTATION PM2.5 PM10 O3 NOx
701 Zaandam Q Q Q Q
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
7
2 Methoden
2.1 Meetmethoden Alle metingen op het meetstation 701 zijn conform of gelijkwaardig aan de EU referentie meetmethoden uitgevoerd. Vanaf 2010 zijn de metingen van stofdeeltjes (PM10 en PM2.5) met een automatische meetmethode uitgevoerd. Deze methode, met een zogenaamde Beta attenuation monitor (BAM) van Met-One, is –met een correctie- equivalent aan de referentie methode. De kalibratiefactor is landelijk vastgesteld in samenwerking met het RIVM. Hiertoe is de data van alle vergelijkende metingen van de BAM van alle vaste (publieke) meetstations in Nederland met de referentiemethode geanalyseerd. Voor 2015 is een kalibratiefactor van 0,96 voor PM2.5 en 0,97*BAM-1,9 voor PM10 vastgesteld.5 Gasvormig De metingen van NOx en O3 worden uitgevoerd gelijkwaardig aan de EU standaardmethode. Automatische PM10 en PM2.5 metingen Op basis van vergelijkende metingen met de referentiemethode in heel Nederland voor fijnstofmetingen zijn de meetresultaten PM10 dit rapportagejaar gecorrigeerd met een formule 0,97*BAM-1,9. De PM2.5 meetresultaten zijn gecorrigeerd met 0,96. Daarmee zijn de automatische PM metingen equivalent aan de Europese referentiemethode conform NEN-EN 12341:2014 en NTA 8019:2015. De correctiefactoren zijn nader toegelicht in het GGD Amsterdam rapport 16-1120 Bam correctiefactoren PM10 en PM2.5 2015. Referentiemetingen PM10 en PM2.5 De referentiemetingen PM10, ten behoeve van de controle van de equivalentie van de BAM, worden uitgevoerd met een zogenaamde LVS Kleinfiltergerät filterwisselaar (met gekoelde opslag na bemonstering) van het merk Derenda. Er wordt gebruik gemaakt van een 47mm kwartsvezelfilter van Whatman type QMA. De meetmethoden van PM10 en PM2.5 is conform NEN EN 12341:2014, en de NTA 8019:2015. Deze NTA beschrijft onder meer een procedure van voorbehandeling van het kwartsvezelfilter waardoor gewichtstoename van de veldblanco wordt beperkt.
2.2 Validatie meetresultaten Alle meetresultaten zijn gevalideerd volgens vaststaande criteria zoals vastgelegd in de kwaliteitsdocumentatie. Indien hieraan niet is voldaan volgt onmiddellijke afkeuring van het analyseresultaat. Uiteindelijk kan dit leiden tot afkeur van een berekend uur-, dag- of jaargemiddelde. In de bijlage 3 zijn het aantal goedgekeurde waarnemingen waarop het gemiddelde is gebaseerd weergegeven onder ‘aantal uren’ en ‘aantal dagen’. Om te voldoen aan de criteria uit de Europese regelgeving moet voor de meeste componenten 90% van de tijd, waarop een gemiddelde is gebaseerd, ook daadwerkelijk zijn gemeten.
5 Landelijk vastgesteld in de Bam werkgroep op 15 december 2015 te Bilthoven (RIVM).
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
8
2.3 Grenswaarden De ministeriële Regeling ‘beoordeling luchtkwaliteit 2007’ is op 15 november 2007 in werking getreden en bevat voorschriften over metingen en berekeningen om de concentratie en depositie van luchtverontreinigende stoffen vast te stellen. Verder schrijft de regeling rapportage voor van de uitkomsten van metingen en berekeningen. De regeling vereist ook een plan met maatregelen om een goede luchtkwaliteit te bewerkstelligen in geval van overschrijding. Alle grens- en richtwaarden zijn wettelijk vastgelegd in Bijlage 2 van de Wet milieubeheer. Voor wat betreft deze wettelijke grenswaarden wordt nog opgemerkt dat op 7 april 2009 door de Europese Commissie aan Nederland uitstel is verleend om te voldoen aan de luchtkwaliteitsnormen (derogatie EC). Dit uitstel is verleend op basis van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Voor fijnstof (PM10) moet Nederland voldoen aan de Europese grenswaarden vanaf 11 juni 2011, voor stikstofdioxide geldt de grenswaarde vanaf 1 januari 2015. 1.1 Meetmethode van NO2 met diffuse meetmethode (Palmesbuisjes) Vanaf 2006 worden er in de regio Zaanstad op 11 locaties met zogenaamde Palmesbuisjes de NO2 concentraties bepaald. Ter verankering worden ook op het meetstation (701) Zaandam Palmesbuizen geplaatst. De Palmesbuislocaties zijn weergegeven in onderstaande afbeelding 1. De codering en coördinaten zijn vermeld in tabel 1. Afbeelding 1: kaart met de meetlocaties
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
9
Tabel 1: coördinaten Palmesbuis locaties
Deze methode is in 1976 voor het eerst in de literatuur beschreven (Palmes, 1976) en wordt sindsdien op grote schaal toegepast. Palmes diffusiebuisjes worden gedurende langere tijd in de buitenlucht opgehangen, waarbij de monstername plaatsvindt door middel van diffusie van het in de lucht aanwezige stikstofdioxide (NO2) naar het adsorbens in het Palmesbuisje. Deze methode is relatief goedkoop en eenvoudig toepasbaar, omdat er geen infrastructurele voorzieningen nodig zijn. De buisjes vallen nauwelijks op en kunnen nagenoeg overal worden opgehangen, waardoor het mogelijk is een goed inzicht te krijgen in de ruimtelijke variatie in concentratie. Nadeel van de methode is de langere middelingstijd waarover de concentratie wordt gemeten. Dit is echter geen probleem wanneer het gaat om het bepalen van langdurige gemiddelden, zoals de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (NO2).
X Y Benaming Code
52,47 4,75 Dorpsstraat 505, Assendelft z1
52,50 4,76 Popelstraat, Provincialeweg N203, Krommenie z2
52,50 4,78 Kerkstraat 331, Wormerveer z3
52,49 4,80 Wandelweg/Javastraat, Wormerveer z4
52,47 4,81 Pellekaanstraat/Leeghwaterstraat Koog ad Zaan z5
52,46 4,82 Jufferstraat/Dr scholtestraat, Zaandam z6
52,43 4,82 Houthavenkade, Provincialeweg N203, Zaandam z7
52,44 4,81 Houtveldweg, Zaandam z8
52,44 4,84 Kepplerstraat 31, Zaandam z9
52,44 4,81 Provincialeweg 168 N203, zaandam z10
52,43 4,84 Den Uylweg, Zaandam* z11
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
10
3 Resultaten
3.1 Jaargemiddelde meetresultaten meetstation Zaandam (701) Tabel 2: Gemeten concentraties meetstation Zaandam in µg/m3.
1) norm vanaf 1-1-2015
2) mag maximaal 18 maal per jaar overschreden worden.
3) richtwaarde voor de lange termijn voor de bescherming van de gezondheid van de mens: 120
microgram per m3 als hoogste acht-uurgemiddelde concentratie van een dag, gedurende een
kalenderjaar.
4) norm geldig voor stedelijke achtergrond in 2015, Daarnaast geldt er een reductieverplichting in
2020 van 15%. Hierbij hanteert het RIVM een periode van 2009 t/m 2011 ten opzichte van 2018
t/m 2020 waarin de reducties moeten worden bereikt (voorschriften 4.4 tot 4.7 in Bijlage 2 in de
wet milieubeheer).
5) norm vanaf 11-6-2011
6) mag maximaal 35 keer per jaar overschreden worden
7) meetperiode van mei 2006 t/m december 2006
8) De ruwe Met-One BAM PM10 data zijn voor 2010, 2012, 2013 en 2014 gecorrigeerd met 0,92.
9) De ruwe Met-One BAM PM10 data zijn voor 2011 gecorrigeerd met 0,90.
10) De ruwe Met-One BAM PM2.5 data zijn voor 2011, 2012, 2013, 2014 en 2015 gecorrigeerd met
0,96.
11) In 2012 zijn er nabij het meetstation langdurig werkzaamheden geweest die de meetresultaten
mogelijk negatief hebben beïnvloed.
12) Op basis van uurgemiddelden. Het jaargemiddelde op basis van daggemiddelde is afgerond 23
µg/m3.
13) De Met-One BAM PM10 data zijn voor 2015 gecorrigeerd met 0,97*BAM-1,9
14) Alle PM10 data is weergegeven exclusief (mogelijke) zeezout aftrek.
Stof Eenheid Norm 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
NO2 Gem.[jaar] 1
40 32 25 27 27 25 25 26 23 24 22
Max.[uur] 2 200 387
3*>200 123 182 152 138 121
260
1*>200 161 107 316
2*>200
NO Gem.[jaar] 9 8 7 8 8 8 9 5 5 5
O3 Gem.[jaar] 44 40 47 42 42 43 39 47 46 49
O3 N [8 uren] 3
120; n<25
16 2 19 6 7 12 5 5 6 9
PM10 Gem. [jaar] 5, 14
40 297 26 22 22 24
8 27
9 23
8 23
8 24
8,12 20
13
PM10 n<35 [24-uur] 6, 14
50 227 15 7 12 14
8 22
9 10
8 6
8 9
8 8
PM2.5 Gem.[jaar] 4
25
21 18 14 15 17 1710
1510
1510
1610
1310
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
11
3.2 Jaargemiddelde NO2 meetresultaten Palmesbuisjes Tabel 3: Gemeten concentraties NO2 met palmesbuisjes in µg/m3.
* zie opmerking over deze locatie op de volgende pagina.
Alle meetresultaten zijn per component en per meetlocatie weergegeven in bijlage 1 en 2. Afbeelding 2: Jaargemiddelde NO2 concentraties gemeten met Palmesbuisjes
Uit de tabel 3 en afbeelding 2 valt af te leiden dat alle concentraties in 2015 zijn afgenomen ten opzichte van 2014. Daarnaast is te zien dat er in de regio Zaanstad een NO2 Palmesbuisje meetlocatie is waar de concentratie met 46,8 µg/m3 in 2015 (wederom) boven de grenswaarde voor 2015 ligt. Deze locatie (z11) ligt aan de Den Uylweg te Zaandam. In afbeelding 3 is een foto opgenomen van deze meetlocatie. De oorzaak van de stijging in 2013 en 2014 bij het meetpunt Z11 ligt mogelijk in het feit dat daar rond die tijd een geluidscherm is geplaatst. Een andere oorzaak voor de hoge concentratie is, dat de meetlocatie ook op zeer korte afstand vanuit de rand van de weg is geplaatst, namelijk 3 meter. Voor toetsing van de
X Y Benaming Code 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
52,47 4,75 Dorpsstraat 505, Assendelft z1 26,1 27,5 26,1 26,9 24,8 22,6 22,5 22,3 23,6 21,7
52,50 4,76
Popelstraat, Provincialeweg N203,
Krommenie
z2 34,1 34,7 35,2 38,2 32,9 31,3 31,4 26,6 30,2 27,4
52,50 4,78 Kerkstraat 331, Wormerveer z3 31,9 30,6 30,2 30,5 28,9 29,5 31,9 25,6 26,9 23,7
52,49 4,80 Wandelweg/Javastraat, Wormerveer z4 35,6 33,2 32,7 33,1 29,9 27,3 28,4 25,1 25,6 22,8
52,47 4,81
Pellekaanstraat/Leeghwaterstraat
Koog ad Zaan
z5 34,8 34,4 33,5 33,5 30,5 30,0 30,2 27,3 28,1 25,9
52,46 4,82 Jufferstraat/Dr scholtestraat, Zaandam z6 31,9 30,7 33,6 34,6 30,6 29,0 27,1 24,9 26,6 25,2
52,43 4,82
Houthavenkade, Provincialeweg N203,
Zaandam
z7 47,7 46,6 50,6 46,1 37,6 39,4 37,4 31,7 32,9 31,7
52,44 4,81 Houtveldweg, Zaandam z8 32,5 32,4 34,5 35,1 28,7 28,6 29,8 27,3 28,4 24,9
52,44 4,84 Kepplerstraat 31, Zaandam z9 35,3 33,4 33,5 38,8 31,1 29,5 31,8 30,4 33,0 30,3
52,44 4,81 Provincialeweg 168 N203, zaandam z10 31,4 31,7 29,9 33,0 30,2 28,3 28,2 27,2 28,6 25,6
52,43 4,84 Den Uylweg, Zaandam* z11 45,0 45,4 56,2 53,6 46,8 45,2 41,0 44,1 51,6 46,8
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
12
grenswaarden wordt in de regel een afstand van 10 meter vanaf de rand van de weg aangehouden. In november 2015 is dit meetpunt verplaatst naar het nabij gelegen fietspad. Het jaargemiddelde van punt z11 is daarmee een resultaat van 11 metingen op de oude en 2 op de nieuwe locaties. Het gemiddelde van de 11 metingen op de oude locatie is 48 en die van de 2 metingen op de nieuwe locatie 41 µg/m3 .
Afbeelding 3: Foto van de meetlocatie z11, Den Uylweg Zaandam.
Het Palmesbuisje hing aan de paal waar de blauwe pijl naar toe wijst. Het geluidsscherm is enkele jaren
geleden geplaatst.
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
13
3.3 Pollutierozen
Om te bepalen uit welke windrichting de hoogste concentraties worden gemeten zijn er pollutierozen
weergegeven voor PM2.5, PM10 en NO2. Bron van de achtergrond komt van Openstreetmap.nl
Afbeelding 4: PM2.5 jaargemiddeldeconcentraties 2010 (groen), 2011 (rood), 2012 (zwart), 2013 (oranje),
2014 (paars) en 2015 (roze). Schaal 0-50 µg/m3.
Uit de pollutieroos van PM2.5 uit 2015 blijkt een duidelijke verlaging van de PM2,5 concentraties uit nagenoeg alle windrichtingen. Uitzondering hierop zijn de PM2.5 concentraties uit zuidelijk windrichtingen.
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
14
Afbeelding 5: PM10 jaargemiddeldeconcentraties 2010 (groen), 2011 (rood), 2012 (zwart), 2013 (oranje)
en 2014 (paars).
Uit de pollutieroos van PM10 uit 2015 blijkt, net als die van PM2.5, een duidelijke verlaging van de PM10
concentraties uit nagenoeg alle windrichtingen. Uitzondering hierop zijn de PM10 concentraties uit
zuidelijk windrichtingen.
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
15
Afbeelding 6: NO2 jaargemiddeldeconcentraties 2009 (blauw), 2010 (groen), 2011 (rood), 2012 (zwart), 2013 (oranje), 2014 (paars) en 2015 (roze). Schaal 0-50 µg/m3.
Uit de pollutieroos uit 2015 blijkt een duidelijke verlaging van de NO2 jaargemiddeldeconcentraties uit
nagenoeg alle windrichtingen.
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
16
3.4 Meteorologie 2015 In dit hoofdstuk zijn de meteorologische gegevens opgenomen over de jaren 2015, 2014 en 2013 en zijn vergeleken met die van het langjarig gemiddelde (2003 – 2012). De gegevens zijn afkomstig van het KNMI station 240 te Schiphol (tabel 4). De verdeling van de windrichting is op basis van uurgemiddelden weergegeven in afbeelding 7. Afbeelding 8 laat zien hoe per windrichting de verdeling is van de windsnelheid. Op basis van deze gegevens zijn de pollutierozen bepaald. Tabel 4: Meteorologie tijdens de meetperiode en in vergelijking met het langjarig gemiddelde (2003-2012). Alle meetgegevens zijn afkomstig van KNMI station Schiphol.
Meetperiode 2015
Meetperiode 2014
Meetperiode 2013
Langjarig gemiddelde 2003-2012
Gemiddelde temperatuur in ºC 11,0 11,8 9,9 10,7 Totale hoeveelheid neerslag (mm) 885,1 826 791,9 834 Gemiddelde windsnelheid (m/s) 5,2 4,8 5,0 4,9 % noordenwind (320-40°) 14,3 15,5 22,4 17,6 % oostenwind (50-130°) 17,5 20,6 21,8 19,7 % zuidenwind (140-220°) 34,1 36,7 28,6 27,9 % westenwind (230-310°) 32,8 25,9 26,1 33,3 % windstil/variabel 1,3 1,2 1,2 1,6
Het weer in 2015 verschilde op enkele punten met de gemiddelde meteorologie en met name ten
opzichte van 2014 (KNMI Schiphol). Er is in 2015 ten opzichte van 2014 meer wind (8%), meer neerslag
(7%) en minder oostenwind (3%) en meer westenwind (7%) voorgekomen.
2015 is volgens het KNMI over heel Nederland beschouwd een warm en zonnig jaar geweest met een
normale hoeveelheid neerslag, het RIVM heeft specifiek voor het trendonderzoek op basis hiervan over
2015 de laagste ‘meteofactor voor PM10’ sinds 1999 berekend. Dit wil zeggen dat 2015 uit oogpunt van
PM10 als uitzonderlijk gunstig jaar kan worden bestempeld.
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
17
Afbeelding 7: aantal uren wind uit betreffende windrichting Schaal 0 – 600 uur, meetpunt KNMI Schiphol (240)
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
18
Afbeelding 8: gemiddelde windsnelheid uit betreffende windrichting, schaal 0 – 8 m/s, meetpunt KNMI Schiphol (240).
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
19
4 Conclusies
Samenvattend geldt voor het meetstation Zaandam dat in 2015 wordt voldaan aan de grenswaarden
van NO2, O3, PM10 en PM2.5.
De jaargemiddelde concentraties in 2015 van NO2, PM10 en PM2.5 zijn gedaald en zijn de laagste sinds de
start in 2006 op het meetstation Zaandam. De dalingen in 2015 ten opzichte van 2014 zijn in lijn met het
landelijke beeld en hangen samen met de gunstige meteorologische omstandigheden in 2015. Het
aantal dagen met een PM10 concentratie van meer dan 50 µg/m3 is in 2015 de op twee na laagste sinds
2006.
De jaargemiddelde NO concentraties zijn de afgelopen 3 jaar ongeveer gelijk gebleven. De
jaargemiddelde ozon (O3) concentratie is dit jaar het hoogste sinds de metingen zijn gestart, het aantal
keren dat de 8-uurgemiddelde ozonconcentratie boven de 120 μg/m3 is voorgekomen (9 keer) is ten
opzichte van de drie voorgaande jaren gestegen.
Uit de vorm van de pollutierozen voor PM10 en PM2.5 is af te leiden dat de fijnstof concentraties op die
uit zuid en zuidwestelijk richtingen na, in 2015 duidelijk lager dan in 2014.
De metingen op het meetstation Zaandam zijn in 2015 zonder noemenswaardige technische problemen
verlopen. De meetresultaten voldoen aan de eisen voor de data beschikbaarheid en zijn conform alle
wettelijke meetvoorschriften tot stand gekomen.
Uit de NO2 Palmesbuisjesmetingen op 11 locaties in de Zaanstreek blijkt dat er op 1 locatie niet wordt
voldaan aan de grenswaarde. Deze locatie is op zeer korte afstand vanuit de rand van de weg geplaatst,
namelijk 3 meter. Alle in 2015 gemeten jaargemiddelde NO2 concentraties zijn lager ten opzichte van
2014.
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
20
Bijlage 1: Meetresultaten automatische metingen 2015
Me
ets
tati
on
:7
01
- Z
aa
nd
am
Co
mp
on
en
t:
NO
Me
etp
eri
od
e:
20
15
Pe
rce
nti
ele
n e
n m
ax
ima
op
ba
sis
va
n u
urg
em
idd
eld
en
in
µg
/m3
P 5
0P
60
P 7
0P
80
P 9
0P
95
P 9
8P
99,5
Jaarg
em
iddeld
eaanta
l ure
n
12
35
13
26
46
82
5,1
8712
max 8
max 7
max 6
max 5
max 4
max 3
max 2
max 1
128
129
132
136
175
181
219
316
Pe
rce
nti
ele
n e
n m
ax
ima
op
ba
sis
va
n d
ag
ge
mid
de
lde
n i
n µ
g/m
3
P 5
0P
60
P 7
0P
80
P 9
0P
95
P 9
8P
99,5
Jaarg
em
iddeld
eaanta
l dagen
GP
ULA
U
23
46
13
20
36
56
5,1
362
22
max 8
max 7
max 6
max 5
max 4
max 3
max 2
max 1
36
37
41
44
49
52
71
82
Co
nce
ntr
ati
es
pe
r w
ind
rich
tin
g i
n µ
g/m
3 o
p b
asi
s va
n K
NM
I g
eg
eve
ns
Sch
iph
ol
WR
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
130
140
150
160
170
180
190
200
210
220
230
240
250
260
270
280
290
300
310
320
330
340
350
360
STIL
VA
R
Conc
11
12
23
43
48
14
12
15
15
17
15
11
10
97
44
22
22
22
31
12
22
21
68
Aanta
l135
160
141
147
206
221
245
187
134
127
131
148
126
165
165
216
299
341
398
554
526
312
360
393
363
364
360
297
195
259
262
190
143
114
108
104
41
75
Da
gg
em
idd
eld
e c
on
ce
ntr
ati
es
in µ
g/m
3
12
34
56
78
910
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
Jan
21
11
27
30
10
21
10
11
21
63
782
18
16
637
52
21
12
84
Feb
61
22
87
35
01
15
22
23
42
49
12
36
10
42
53
112
11
14
Mrt
11
31
53
43
31
17
52
11
312
41
11
114
20
15
16
01
1
Apr
11
40
10
14
64
16
12
211
71
11
13
10
111
11
13
63
Mei
11
21
11
15
01
43
10
00
13
22
23
11
01
21
31
2
Juni
21
14
41
11
01
11
10
01
40
00
24
11
34
12
31
Juli
12
40
22
62
05
21
22
41
10
03
22
11
12
21
10
1
Aug
12
11
35
40
03
51
12
10
02
45
81
03
13
35
30
1
Sept
02
31
00
--1
52
13
14
24
27
21
56
10
419
41
35
2
Okt
68
10
25
12
65
29
32
32
13
38
13
26
11
315
32
13
25
41
17
20
20
Nov
52
36
71
15
13
32
31
12
31
00
11
----
01
016
51
18
21
00
1
Dec
91
61
00
17
73
41
42
20
44
913
44
31
12
43
23
13
16
53
Ma
an
dg
em
idd
eld
e c
on
ce
ntr
ati
e i
n µ
g/m
3R
-001-6
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Juni
Juli
Aug
Sept
Okt
Nov
Dec
99
43
12
22
310
10
7
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
21
Me
ets
tati
on
:7
01
- Z
aa
nd
am
Co
mp
on
en
t:
NO
2
Me
etp
eri
od
e:
20
15
Pe
rce
nti
ele
n e
n m
ax
ima
op
ba
sis
va
n u
urg
em
idd
eld
en
in
µg
/m3
P 5
0P
60
P 7
0P
80
P 9
0P
95
P 9
8P
99,5
Jaarg
em
iddeld
eaanta
l ure
nE
U -
gre
nsw
aard
e (
2015)
16,1
21,0
28,1
36,6
47,7
56,2
64,5
74,3
21,7
8712
40
aanta
l ure
n m
et:
aanta
l ure
n m
et:
max 8
max 7
max 6
max 5
max 4
max 3
max 2
max 1
c >
200
c >
270
83,0
84,7
86,0
86,1
86,1
87,5
95,7
120,5
0(m
axim
aal 18 o
vers
chrijd
ingen p
er
jaar
toegesta
an)
0(m
axim
aal 18 o
vers
chrijd
ingen p
er
jaar
toegesta
an,
geld
t vo
or
(snel)w
egen >
40.0
00 m
tv/e
tmaal)
Pe
rce
nti
ele
n e
n m
ax
ima
op
ba
sis
va
n d
ag
ge
mid
de
lde
n i
n µ
g/m
3
P 5
0P
60
P 7
0P
80
P 9
0P
95
P 9
8P
99,5
Jaarg
em
iddeld
eaanta
l dagen
GP
ULA
U
19,3
23,4
27,8
32,2
41,1
45,4
52,2
58,3
21,8
362
22
max 8
max 7
max 6
max 5
max 4
max 3
max 2
max 1
52,4
52,6
52,9
53,0
54,3
58,2
58,9
67,8
Co
nce
ntr
ati
es
pe
r w
ind
rich
tin
g i
n µ
g/m
3 o
p b
asi
s va
n K
NM
I g
eg
eve
ns
Sch
iph
ol
WR
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
130
140
150
160
170
180
190
200
210
220
230
240
250
260
270
280
290
300
310
320
330
340
350
360
STIL
VA
R
Conc
10
10
13
14
15
16
15
18
20
24
31
33
36
40
39
41
40
39
38
34
27
26
17
14
13
11
13
13
13
99
11
12
12
13
11
26
18
Aanta
l135
160
141
147
206
221
245
187
134
127
131
148
126
165
165
216
299
341
398
554
526
312
360
393
363
364
360
297
195
259
262
190
143
114
108
104
41
75
Da
gg
em
idd
eld
e c
on
ce
ntr
ati
es
in µ
g/m
3
12
34
56
78
910
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
Jan
32
12
15
13
53
51
42
21
15
88
13
21
26
20
33
27
35
68
58
47
27
44
23
26
19
15
24
18
33
28
Feb
28
11
44
43
28
21
22
810
25
30
52
52
36
18
53
33
59
43
34
19
34
21
17
42
45
16
38
Mrt
12
824
829
36
42
30
30
17
42
34
16
13
922
35
21
13
14
812
41
48
13
35
13
35
10
12
9
Apr
75
22
79
10
29
27
23
37
29
22
14
48
35
11
97
11
16
99
10
33
18
10
625
32
22
Mei
78
13
10
14
14
10
32
11
18
32
20
13
46
15
11
26
16
16
13
30
12
10
44
19
12
26
819
Juni
16
17
12
21
27
911
56
910
12
17
65
10
28
64
718
15
513
29
28
11
28
16
13
Juli
16
29
19
11
22
14
32
74
24
24
915
13
21
913
811
26
11
15
714
815
12
87
37
Aug
14
27
20
16
24
31
24
59
30
22
10
922
12
57
19
33
33
34
22
10
25
13
23
27
24
27
820
Sept
618
28
84
3--
10
16
12
13
28
17
26
28
32
24
35
20
14
36
33
28
37
29
16
10
20
17
15
Okt
22
23
36
42
39
32
30
21
27
13
10
19
18
17
20
19
19
18
19
23
46
17
49
37
15
28
32
37
47
45
31
Nov
36
32
54
51
42
25
17
21
11
13
22
31
13
95
15
20
----
911
941
45
18
40
53
11
513
Dec
33
29
47
16
16
11
38
38
28
38
18
24
23
44
44
32
40
32
33
26
17
20
26
26
18
10
16
42
45
29
28
Ma
an
dg
em
idd
eld
e c
on
ce
ntr
ati
e i
n µ
g/m
3R
-004-1
1
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Juni
Juli
Aug
Sept
Okt
Nov
Dec
28,2
31,4
22,2
18,3
14,7
13,7
14,0
19,6
20,0
27,4
24,1
28,6
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
22
Me
ets
tati
on
:7
01
- Z
aa
nd
am
Co
mp
on
en
t:
O3
Me
etp
eri
od
e:
20
15
Pe
rce
nti
ele
n e
n m
ax
ima
op
ba
sis
va
n u
ur-
en
8-u
urg
em
idd
eld
en
in
µg
/m3
uurg
em
iddeld
en
8-u
urg
em
iddeld
en
aanta
l dagen m
et
8-u
urg
em
iddeld
e c
oncentr
atie >
120
P 5
0P
60
P 7
0P
80
P 9
0P
95
P 9
8P
99,5
Jaarg
em
iddeld
eaanta
l ure
nm
ax
EU
- s
treefw
aard
e (
2010)
2013
2014
2015
52,5
59,4
65,4
71,5
81,0
90,3
105,7
131
48,8
8430
182,9
120
56
9
max 8
max 7
max 6
max 5
max 4
max 3
max 2
max 1
gem
iddeld
aanta
l ove
rschrijd
ingsdagen laats
te 3
jaar
167,7
173,3
175,4
181,4
182,1
196,9
202,0
202,6
7(m
ax 2
5 t
oegesta
an)
Pe
rce
nti
ele
n e
n m
ax
ima
op
ba
sis
va
n d
ag
ge
mid
de
lde
n i
n µ
g/m
3
P 5
0P
60
P 7
0P
80
P 9
0P
95
P 9
8P
99,5
Jaarg
em
iddeld
eaanta
l dagen
GP
ULA
U
52,3
57,4
61,1
67,4
74,6
80,6
89,2
102,3
48,8
357
54
max 8
max 7
max 6
max 5
max 4
max 3
max 2
max 1
89,3
89,5
96,2
97,2
100,8
102,2
102,4
119,1
Co
nce
ntr
ati
es
pe
r w
ind
rich
tin
g i
n µ
g/m
3 o
p b
asi
s va
n K
NM
I g
eg
eve
ns
Sch
iph
ol
WR
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
130
140
150
160
170
180
190
200
210
220
230
240
250
260
270
280
290
300
310
320
330
340
350
360
STIL
VA
R
Conc
62
64
57
56
53
53
50
50
48
43
36
43
30
25
25
25
27
29
28
33
43
45
59
61
62
65
63
63
61
61
62
62
57
62
56
59
25
62
Aanta
l131
156
138
145
200
218
232
179
130
121
127
143
118
155
163
211
289
333
377
531
504
309
354
383
355
353
350
288
186
246
256
186
133
111
109
101
40
69
Da
gg
em
idd
eld
e c
on
ce
ntr
ati
es
in µ
g/m
3
12
34
56
78
910
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
Jan
28
59
58
60
98
23
44
55
63
67
63
52
50
57
39
41
15
15
516
639
36
45
55
44
56
43
37
Feb
41
63
27
23
25
28
37
70
59
----
211
25
30
10
27
13
23
30
55
39
60
61
27
18
61
39
Mrt
68
74
54
69
40
42
30
44
40
53
28
37
43
49
40
28
23
31
57
74
67
59
28
18
54
41
60
35
70
72
76
Apr
76
70
54
72
66
67
8--
43
48
64
61
61
34
56
70
76
75
76
69
72
75
84
64
64
64
63
45
47
60
Mei
78
81
54
77
71
75
75
58
82
74
58
61
68
77
86
70
78
56
66
65
68
57
68
76
68
67
62
74
53
64
47
Juni
60
55
62
68
87
70
65
71
74
75
84
101
83
89
71
63
53
59
63
59
42
51
61
70
58
67
61
58
49
70
Juli
119
97
75
102
60
56
47
52
57
64
90
52
43
46
39
85
63
68
70
40
55
59
69
80
69
57
51
58
59
60
66
Aug
75
88
81
49
66
54
54
67
75
45
33
58
81
74
57
58
61
52
45
60
49
96
102
55
57
41
38
42
42
73
52
Sept
70
55
44
59
64
64
56
56
45
50
54
39
54
39
38
25
46
28
45
58
42
28
32
21
24
37
46
39
40
44
Okt
41
34
14
20
14
14
20
36
27
40
50
34
40
32
19
23
20
925
31
17
36
16
26
43
16
52
11
65
Nov
12
37
629
34
33
58
59
48
37
57
66
55
59
48
63
--62
57
63
----
----
558
68
61
Dec
39
49
18
49
45
51
11
15
40
22
44
40
44
51
25
13
27
12
22
55
42
47
33
49
51
41
87
27
33
Ma
an
dg
em
idd
eld
e c
on
ce
ntr
ati
e i
n µ
g/m
3R
-005-1
1
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Juni
Juli
Aug
Sept
Okt
Nov
Dec
38,0
34,8
48,5
61,4
68,1
66,5
64,8
60,7
44,8
23,4
41,6
31,1
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
23
Me
ets
tati
on
:7
01
- Z
aa
nd
am
Co
mp
on
en
t:
PM
10
BA
M1
02
0 g
ec
orr
ige
erd
me
t fo
rmu
le P
M1
0 *
0,9
7 -
1,9
Me
etp
eri
od
e:
20
15
Pe
rce
nti
ele
n e
n m
ax
ima
op
ba
sis
va
n u
urg
em
idd
eld
en
in
µg
/m3
Zeezout
corr
ectie
P 5
0P
60
P 7
0P
80
P 9
0P
95
P 9
8P
99,5
Jaarg
em
iddeld
eaanta
l ure
naandeel zeezout
Jaarg
em
iddeld
e
16,9
19,3
22,4
26,5
33,7
41,8
55,6
73,1
19,5
8645
316,5
max 8
max 7
max 6
max 5
max 4
max 3
max 2
max 1
100,5
100,7
100,8
101,3
112,1
160,0
181,6
205,3
Pe
rce
nti
ele
n e
n m
ax
ima
op
ba
sis
va
n d
ag
ge
mid
de
lde
n i
n µ
g/m
3
Zeezout
corr
ectie
P 5
0P
60
P 7
0P
80
P 9
0P
95
P 9
8P
99,5
Jaarg
em
iddeld
eaanta
l dagen
aandeel zeezout:
Jaarg
em
iddeld
eE
U -
gre
nsw
aard
eG
PU
LA
U
17,1
19,0
21,4
25,2
31,1
39,1
51,1
58,9
19,5
361
316,5
40
44
Aanta
l dagen m
et:
Aanta
l corr
ectie d
agen
gecorr
igeerd
aanta
l
max 8
max 7
max 6
max 5
max 4
max 3
max 2
max 1
c >
gre
nsw
aard
e
50
t.g.v
. zeezout:
ove
rschrijd
ingsdagen
51,4
52,0
53,6
54,5
58,2
58,7
59,9
86,5
84
4(m
axim
aal 35 o
vers
chrijd
ingen p
er
jaar
toegesta
an)
Co
nce
ntr
ati
es
pe
r w
ind
rich
tin
g i
n µ
g/m
3 o
p b
asi
s va
n K
NM
I g
eg
eve
ns
Sch
iph
ol
WR
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
130
140
150
160
170
180
190
200
210
220
230
240
250
260
270
280
290
300
310
320
330
340
350
360
STIL
VA
R
Conc
16
17
15
18
21
20
21
24
25
25
29
27
29
29
29
27
24
23
22
21
19
19
17
17
16
15
16
16
16
14
14
16
17
18
16
15
19
16
Aanta
l135
160
141
147
204
217
239
179
133
126
129
146
120
164
165
209
296
338
399
552
516
314
356
391
370
357
355
296
190
255
262
191
143
117
112
106
41
74
Da
gg
em
idd
eld
e c
on
ce
ntr
ati
es
in µ
g/m
3
12
34
56
78
910
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
Jan
54
22
14
15
28
26
17
15
16
17
20
13
69
617
15
19
26
27
38
32
40
29
24
18
20
14
11
10
13
Feb
11
911
10
11
20
20
32
14
827
49
50
30
51
87
37
26
38
16
914
13
13
19
22
17
16
Mrt
14
14
12
16
20
18
33
30
17
23
17
22
21
23
24
38
60
58
55
39
10
831
41
19
15
19
20
16
15
16
Apr
16
10
17
88
623
18
27
52
34
19
12
27
25
98
812
18
15
12
14
40
14
89
12
16
12
Mei
11
912
10
13
14
14
25
16
21
19
16
12
614
16
13
16
10
12
14
29
19
14
10
12
18
15
19
911
Juni
15
----
----
16
17
13
14
19
17
22
29
24
13
13
25
17
11
11
22
14
16
19
19
16
17
21
11
11
Juli
20
27
25
23
11
12
22
10
12
17
29
15
12
10
10
815
11
911
913
717
15
10
12
14
14
14
11
Aug
18
28
21
18
23
23
22
13
15
22
18
16
21
20
15
13
712
30
31
35
33
32
17
14
13
14
19
17
21
22
Sept
12
15
13
12
15
13
11
11
16
13
19
26
19
16
12
11
15
20
15
19
26
15
13
15
18
13
12
12
15
15
Okt
21
28
46
59
32
17
15
18
18
29
25
26
28
13
26
26
20
19
25
14
18
15
28
25
15
27
34
35
29
30
39
Nov
41
30
39
21
25
11
12
20
20
22
22
19
19
14
21
16
13
21
16
12
89
15
17
917
23
13
20
18
Dec
18
19
24
18
17
16
27
24
22
22
17
20
15
36
43
21
29
27
25
20
11
10
18
18
15
12
41
38
23
19
25
Ma
an
dg
em
idd
eld
e c
on
ce
ntr
ati
e i
n µ
g/m
3R
-002-8
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Juni
Juli
Aug
Sept
Okt
Nov
Dec
20,5
24,3
24,7
16,9
14,4
17,0
14,4
20,2
15,2
25,8
18,7
22,3
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
24
Me
ets
tati
on
:7
01
- Z
aa
nd
am
Co
mp
on
en
t:
PM
2,5
ge
co
rrig
ee
rd m
et
fac
tor
0,9
6
Me
etp
eri
od
e:
20
15
Pe
rce
nti
ele
n e
n m
ax
ima
op
ba
sis
va
n u
urg
em
idd
eld
en
in
µg
/m3
P 5
0P
60
P 7
0P
80
P 9
0P
95
P 9
8P
99,5
Jaarg
em
iddeld
eaanta
l ure
n
9,2
11,0
14,2
18,4
25,9
33,8
46,2
65,9
12,7
8577
max 8
max 7
max 6
max 5
max 4
max 3
max 2
max 1
90,5
91,0
91,0
96,0
96,5
135,3
165,2
200,1
Pe
rce
nti
ele
n e
n m
ax
ima
op
ba
sis
va
n d
ag
ge
mid
de
lde
n i
n µ
g/m
3
P 5
0P
60
P 7
0P
80
P 9
0P
95
P 9
8P
99,5
Jaarg
em
iddeld
eaanta
l dagen
Gre
nsw
aard
e (
2015)
GP
ULA
U
9,5
11,0
13,8
18,3
24,0
32,3
43,4
51,1
12,7
359
25
44
max 8
max 7
max 6
max 5
max 4
max 3
max 2
max 1
43,6
46,2
48,0
48,5
48,7
50,7
52,7
79,0
Co
nce
ntr
ati
es
pe
r w
ind
rich
tin
g i
n µ
g/m
3 o
p b
asi
s va
n K
NM
I g
eg
eve
ns
Sch
iph
ol
WR
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
130
140
150
160
170
180
190
200
210
220
230
240
250
260
270
280
290
300
310
320
330
340
350
360
STIL
VA
R
Conc
10
11
10
12
16
15
16
18
19
18
22
19
22
21
21
19
18
16
16
14
12
11
10
99
88
88
77
910
10
10
10
14
12
Aanta
l133
159
140
147
204
217
239
179
133
126
129
146
120
164
165
210
296
338
396
547
510
310
351
381
361
358
349
293
187
250
261
189
143
117
109
106
41
73
Da
gg
em
idd
eld
e c
on
ce
ntr
ati
es
in µ
g/m
3
12
34
56
78
910
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
Jan
49
10
65
23
21
10
10
810
98
66
69
818
24
24
35
32
37
23
10
10
811
78
11
Feb
74
79
10
20
16
11
53
24
42
44
25
51
79
25
18
34
15
712
98
12
19
712
Mrt
86
76
710
26
24
14
14
915
19
20
21
35
53
48
42
31
96
27
35
17
10
914
97
8
Apr
84
93
55
17
16
24
46
29
13
719
16
66
68
11
97
11
31
13
86
710
8
Mei
57
10
711
98
15
916
14
10
74
710
612
67
915
12
96
610
811
67
Juni
7--
----
--8
65
58
712
17
93
312
63
414
55
812
10
11
14
98
Juli
13
21
19
19
76
11
54
920
97
711
712
55
65
65
14
10
56
65
55
Aug
919
12
710
12
96
712
10
712
13
75
26
19
19
24
22
21
96
67
98
13
16
Sept
46
54
43
34
87
14
18
810
55
812
811
17
97
99
86
79
9
Okt
15
21
36
49
24
14
98
10
20
16
17
21
922
23
16
16
21
712
813
15
617
26
26
20
19
30
Nov
34
26
27
14
19
76
11
910
910
11
59
87
96
54
47
12
47
17
59
--
Dec
--11
17
910
920
19
11
15
98
729
34
12
16
14
18
14
57
912
78
19
22
17
13
17
Ma
an
dg
em
idd
eld
e c
on
ce
ntr
ati
e i
n µ
g/m
3R
-017-5
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Juni
Juli
Aug
Sept
Okt
Nov
Dec
15,0
19,2
18,3
12,2
8,9
8,0
8,8
11,0
8,0
18,2
10,6
13,9
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
25
Bijlage 2: Meetresultaten NO2 Palmesbuisjes
metingen 2015
4weeks gemiddelde NO2 concentraties in µg/m3
periode 1 periode 2 periode 3 periode 4 periode 5 periode 6 periode 7 periode 8 periode 9 periode 10 periode 11 periode 12 periode 13
van 30-12-2014 27-1-2015 23-2-2015 24-3-2015 20-4-2015 19-5-2015 16-6-2015 7-7-2015 31-7-2015 8-9-2015 6-10-2015 5-11-2015 1-12-2015
tot 27-1-2015 23-2-2015 24-3-2015 20-4-2015 19-5-2015 16-6-2015 7-7-2015 31-7-2015 8-9-2015 6-10-2015 5-11-2015 1-12-2015 29-12-2015 gemiddelde
verhouding meetstation monitor/buisje 0,89 0,91 0,94 0,98 0,99 1,09 1,05 1,05 1,00 0,96 0,95 0,85 0,81 0,96
concentratie NO2 µg/m3
Z1 Dorpsstraat Assendelft 26,62 26,50 22,17 18,18 15,35 17,42 21,43 14,19 18,95 22,17 29,05 24,11 25,44 21,66
Z2 Provinciale weg N203 Krommenie 35,50 33,81 30,19 24,57 22,77 23,96 23,00 24,17 11,97 27,95 38,10 27,91 32,31 27,40
Z3 Kerkstraat Wormerveer 30,62 33,35 24,06 23,59 18,32 17,42 19,34 18,92 19,45 24,57 30,96 24,53 23,02 23,70
Z4 Wandelweg Wormerveer 31,06 34,72 19,81 18,68 18,81 11,98 24,04 12,97 23,13 29,53 21,99 26,65 22,78
Z5 Provinciale weg N203 Koog a/d Zaan 34,17 29,70 28,78 23,10 21,29 21,23 20,91 19,45 25,06 33,34 24,53 28,67 25,85
Z6 Dr. Scholtenstraat Zaandam 31,06 35,63 30,19 24,57 20,79 19,60 19,86 15,76 17,95 29,87 31,43 21,15 29,88 25,21
Z7 Provinciale weg N203 Zaandam 42,60 44,77 36,80 28,51 27,72 15,25 20,91 18,92 18,95 37,58 38,10 35,53 46,84 31,73
Z8 Houtveldweg Zaandam 31,50 33,81 27,36 21,62 21,29 11,98 22,47 14,19 19,95 29,87 35,72 22,84 31,50 24,93
Z9 Kepplerstraat Zaandam 38,16 42,03 27,36 26,54 25,74 26,13 20,91 17,87 32,92 32,77 38,10 27,91 37,15 30,28
Z10 Provinciale weg N203 Zaandam 30,17 39,29 27,36 22,61 21,78 15,25 23,00 15,76 17,95 31,80 36,19 21,99 29,88 25,62
Z11 Den Uylweg Zaandam 49,70 52,99 50,95 43,25 42,08 40,84 50,70 38,36 44,88 54,45 57,62 38,49 44,02 46,79
Z13 Meetstation 30,17 28,32 22,17 16,22 15,84 11,98 16,20 13,66 11,47 21,20 31,91 21,57 31,50 20,94
gemiddelde: 34,28 36,24 28,93 24,29 22,65 19,42 23,56 19,18 20,57 30,04 35,84 26,05 32,24 27,24
minimum: 26,62 26,50 19,81 16,22 15,35 11,98 16,20 13,66 11,47 21,20 29,05 21,15 23,02 20,94
maximum: 49,70 52,99 50,95 43,25 42,08 40,84 50,70 38,36 44,88 54,45 57,62 38,49 46,84 46,79
Meetstation (automatische methode) 28,31 30,66 24,50 19,14 15,61 13,10 17,02 12,49 17,78 24,42 28,91 20,01 28,17 21,55
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
26
Bijlage 3: Datacaptures 2015
Datacaptures in 2015
Meetstation Component [tijdseenheid]
Datacapture [%]
Langste uitval
701 Zaandam NO2[u] 99 2 dagen NO[u] 99 2 dagen PM10 [dag] 99 4 dagen PM2.5 [dag] 98 4 dagen O3 [u] 96 4 dagen
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
27
Bijlage 4: De Accreditatie van de GGD Amsterdam geldig voor 2015
In 2015 zijn voor deze rapportage de onderdelen 1,3, 5, 6 en 9 van toepassing.
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
29
Bijlage 5: Meetmethoden
De automatische PM10 en PM2.5 met de Met-one BAM 1020a monitoren zijn op basis van referentiemetingen gecorrigeerd en getoetst op equivalentie met de referentiemethode (zie GGD rapport 16-1120). In 2012, 2013 en 2014 is gezamenlijk met (o.a.) het RIVM voor de Met-one Bam 1020a een landelijke correctie bepaald van 0,92 (met USA afscheider) voor PM10 en 0,96 voor PM2.5. Op enkele locaties wordt er gebruik gemaakt van een EU PM10 afscheider. Hiervoor heeft de GGD een factor van 0,95 voor 2014 bepaald. Net als voorgaande jaren is er voor 2015 gezamenlijk met (o.a.) het RIVM voor de Met-one Bam 1020a een landelijke correctie bepaald. Voor 2015 kwam deze uit op een formule BAM*0,97-1.9 voor PM10 en 0,96 voor PM2.5. Op alle meetlocaties die in beheer zijn bij de GGD Amsterdam werd er in 2015 met een EU PM10 afscheider gemeten. Alle hier genoemde verrichtingen worden conform de aangegeven normvoorschriften uitgevoerd. Als nauwkeurigheidseisen zijn de geldende Europese criteria overgenomen, alleen voor de meting van zwaveldioxide kon hieraan niet worden voldaan. De hoogte van de gemeten concentraties zwaveldioxide liggen echter ver onder de geldende grenswaarden, waarmee de grotere meetfout (>15% van de meetwaarde uitgedrukt als 95%BI) voor de toetsing aan normen geen specifiek probleem levert. Nadere informatie over de meetonzekerheid van de verrichtingen die onder accreditatie zijn gebracht kan op verzoek worden verkregen bij GGD Amsterdam, Cluster leefomgeving, afdeling luchtkwaliteit. Meetnauwkeurigheid en toegepaste apparatuur
component apparatuur
Meetprincipe Meetfrequentie nauwkeurigheid bij de jaarlimiet (95%BI)
GGD Document
PM2.5 Metone BAM 1020
Beta verzwakking Controle met gravimetrie
uurlijks ± 17,6% 16-1120
PM10 Metone BAM 1020
Beta verzwakking Controle met gravimetrie
uurlijks ± 13,0% 16-1120
NO/NOx Thermo 42i API 200e
Chemiluminescentie 10 seconden ± 9,9% ± 8,1%
14-1134
O3 Thermo 49i UV 10 seconden ± 9,7% 12-1161
Het Palmes diffusiebuisje is een cilindrisch buisje met een lengte van 7,2 cm. en een doorsnede van 1,1 cm. Het buisje wordt aan één kant afgesloten met een (zwarte) dop waarin zich een met triethanolamine (TEA) gecoat grid bevindt. Via de open kant van de buis diffundeert het stikstofdioxide naar de gesloten kant, waar het door het TEA wordt geabsorbeerd in de vorm van nitrietionen. Om overbelading te voorkomen, worden de buisjes iedere vier weken in het veld gewisseld. De beladen buisjes worden in het laboratorium geanalyseerd volgens de door Palmes (1976) beschreven methode. Kort samengevat komt het erop neer dat de nitriet ionen van het grid geresorbeerd worden met behulp van Salzman reagens (naftyleen diammoniumdichloride), waarna de nitrietconcentratie spectrofotometrisch wordt bepaald. De stikstofdioxideconcentratie in de lucht (in µg/m3) wordt per Palmesbuisje berekend uit de hoeveelheid nitriet in µg absoluut, waarbij per meetperiode een blanco is meegenomen. De preparatie en analyse van de buisjes is uitgevoerd door Bureau Blauw in Wageningen. De accreditatie van deze organisatie is te vinden op www.RvA.nl certificaat nr. L400.
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
30
Beoordeling kwaliteit Palmesbuizen Voor de Palmesbuis metingen uitgevoerd conform de beschreven meetstrategie is een foutenbeschouwing ontwikkeld. Een foutenschatting (GGD rapport 12-1163) op basis van het meetjaar 2011 laat zien dat verankering met de chemiluminescentiemethode op circa 12 locaties leidt tot een 95% betrouwbaarheidsinterval (2.sd) van ± 12% van de jaargemiddelde Palmesmeetwaarde. Omdat de prestaties van Palmesbuizen jaarlijks kunnen verschillen wordt deze berekening jaarlijks geactualiseerd. Over het meetjaar 2012 is GGD rapport 13-1115 opgesteld, over meetjaar 2013 is dat GGD rapport 14-1116. Beide foutenanalyses tonen ter hoogte van de toekomstige limietwaarde van 40 µg/m3 (2015) een eenzijdig 95% betrouwbaarheidsinterval (2.sd) van rond de 10%. Op sommige achtergrondstations kon dit (bij beduidend lagere jaargemiddelden) niet helemaal worden gehaald. Metingen met Palmesbuizen voldoen niet aan de wettelijke eisen zoals deze in Nederland zijn geformuleerd, omdat met Palmesbuizen geen uurgemiddelde concentraties bepaald kunnen worden. In tegenstelling met wat eerder op basis van andere foutenbenaderingen werd gedacht voldoen de jaargemiddelde metingen van de stikstofdioxide concentratie met Palmesbuizen echter wel aan de eis die de Europese Unie stelt aan de meetnauwkeurigheid van de referentiemethode (±15%). Gemiddelden De meetgegevens zijn op uurbasis geanalyseerd. De term ‘n’ wordt gebruikt voor het aantal metingen. De term ‘gem’ wordt gebruikt voor gemiddelde. Daggemiddelden worden berekend uit de uurgemiddelden. Om tot een daggemiddelde te komen zijn minimaal 13 uurgemiddelden vereist. Voor PM2.5 is dit minimaal 18 uur. Maandgemiddelden worden berekend uit de daggemiddelden. Er zijn minimaal 16 daggemiddelden nodig om tot een maandgemiddelde te komen. Het toetsbare jaargemiddelde is voor de gasvormige componenten berekend uit de uurgemiddelden. Voor PM10 en PM2.5 is het toetsbare jaargemiddelde uit de daggemiddelden bepaald. In de databladen zijn zowel de jaargemiddelden die zijn bepaald uit de uurgemiddelden als die van de daggemiddelde weergegeven. Percentielen en maxima Of percentielen en maxima berekend mogen worden hangt af van de GPU. GPU = Grootste Periodieke Uitval: het grootste aantal dagen in een schuivende periode van 30 dagen waarop geen daggemiddelden beschikbaar zijn. Er worden geen percentielen of maxima berekend als de GPU groter dan 10 dagen is. Voor SO2 geldt een andere norm, namelijk de LAU; Langste Aaneengesloten Uitval. Dit is het grootste aantal op elkaar volgende dagen, binnen de meetperiode, waarop geen daggemiddelden beschikbaar zijn. Voor SO2 geldt een LAU van maximaal 5 in de winterperiode en 10 in de zomerperiode. Het p98 wil zeggen de 98 percentielwaarde van de op grootte gesorteerde (van laag naar hoog) gegevensreeks. De 98 percentielwaarde is de waarde van het getal op de gesorteerde getallen reeks welke hoort bij het 98/100 getal van die reeks. Pollutieroos Er wordt gewerkt met een pollutieroos bestaande uit 36 sectoren van 10o. sector 1 loopt van 5-14o. sector 2 loopt van 15-24o. ... ... sector 36 loopt van 355-4o.
GGD Amsterdam
16-1122
Versie
juni 2016
31
In de pollutieroos is de hoogte van de gemiddelde concentratie van die stof, en uit welke richting deze komt, af te lezen. Dat wil zeggen, hoe langer de vector vanuit het hart van de cirkel, des te hoger de concentratie van die stof uit die richting. Voor de gemiddelde concentratie per windrichtingssector wordt uitgegaan van de uurgemiddelden. De windsnelheid van het uurgemiddelde moet minimaal 0,5 m/s zijn.