media.scholieren.net · Web viewvoortdurend geprikkeld, waardoor er zaadlozing kan optreden....

10
Basisstof 1: Je verandert … Geslachtskenmerken zijn kenmerken waaraan we het geslacht herkennen (man/vrouw). Primaire geslachtskenmerken zijn al bij de geboorte aanwezig, een penis en balzak bij de jongen en een vagina en schaamlippen bij het meisje. Secundaire geslachtskenmerken ontstaan vanaf ongeveer je 10e levensjaar. Bij jongens o.a. borsthaar, baardgroei, zwaardere stem en een gespierde lichaamsbouw. Bij meisjes o.a. borsten, brede heupen en ronde lichaamsvormen. Vanaf je 12e kom je in de pubertijd . Hypofyse (belangrijkste hormoonklier) zorgt ervoor dat je lichaam verandert. Er zijn verschillende kenmerken: lichamelijke veranderingen: groeispurt, je voortplantingsorganen beginnen te functioneren, je krijgt haargroei en de secundaire geslachtskenmerken ontstaan. geestelijke veranderingen: volwassen en verliefd worden, belangstelling voor mensen krijgen, je kan je seksueel aangetrokken voelen tot een persoon. sociale veranderingen: zelfstandiger opstellen, liever met een groep, emoties worden sterker (woede-uitbarstingen, verdrietig, onzekerheid, eenzaamheid). Basisstof 2: Het voortplantingsstelsel van een man Hypofyse maakt het hormoon testosteron aan. De hormoonklier (hypofyse) geeft de hormonen af aan het bloed, dus de hormonen stromen door je hele lichaam. Hierdoor ontstaan bijv. de secundaire geslachtskenmerken en worden er zaadcellen aangemaakt. Balzak: huidplooi, waarin de teel en bijbal liggen. Het is hier kouder dan in de buikholte, dat is namelijk gunstig voor de ontwikkeling van zaad/spermacellen. Teelbal: produceert zaadcellen en het hormoon testosteron. Bijbal: slaat de zaadcellen op. Zaadleider: vervoert de zaadcellen. Zaadblaasje: voegt vocht en voedingsstoffen toe aan de zaadcellen. Prostaat: voegt vocht toe aan de zaadcellen.

Transcript of media.scholieren.net · Web viewvoortdurend geprikkeld, waardoor er zaadlozing kan optreden....

Page 1: media.scholieren.net · Web viewvoortdurend geprikkeld, waardoor er zaadlozing kan optreden. Hierbij komt sperma met schokken uit de penis in de vagina. 1 zaadlozing bevat 100 tot

Basisstof 1: Je verandert …Geslachtskenmerken zijn kenmerken waaraan we het geslacht herkennen (man/vrouw). Primaire geslachtskenmerken zijn al bij de geboorte aanwezig, een penis en balzak bij de jongen en een vagina en schaamlippen bij het meisje. Secundaire geslachtskenmerken ontstaan vanaf ongeveer je 10e levensjaar. Bij jongens o.a. borsthaar, baardgroei, zwaardere stem en een gespierde lichaamsbouw. Bij meisjes o.a. borsten, brede heupen en ronde lichaamsvormen.Vanaf je 12e kom je in de pubertijd. Hypofyse (belangrijkste hormoonklier) zorgt ervoor dat je lichaam verandert. Er zijn verschillende kenmerken: lichamelijke veranderingen: groeispurt, je voortplantingsorganen beginnen te

functioneren, je krijgt haargroei en de secundaire geslachtskenmerken ontstaan. geestelijke veranderingen: volwassen en verliefd worden, belangstelling voor

mensen krijgen, je kan je seksueel aangetrokken voelen tot een persoon. sociale veranderingen: zelfstandiger opstellen, liever met een groep, emoties

worden sterker (woede-uitbarstingen, verdrietig, onzekerheid, eenzaamheid).

Basisstof 2: Het voortplantingsstelsel van een manHypofyse maakt het hormoon testosteron aan. De hormoonklier (hypofyse) geeft de hormonen af aan het bloed, dus de hormonen stromen door je hele lichaam. Hierdoor ontstaan bijv. de secundaire geslachtskenmerken en worden er zaadcellen aangemaakt.

Balzak: huidplooi, waarin de teel en bijbal liggen. Het is hier kouder dan in de buikholte, dat is namelijk gunstig voor de ontwikkeling van zaad/spermacellen.

Teelbal: produceert zaadcellen en het hormoon testosteron. Bijbal: slaat de zaadcellen op. Zaadleider: vervoert de zaadcellen. Zaadblaasje: voegt vocht en voedingsstoffen toe aan de zaadcellen. Prostaat: voegt vocht toe aan de zaadcellen. Urinebuis: vervoert urine en sperma (bestaat uit zaadcellen en vocht). Penis: brengt de sperma in een vagina. Zwellichaam: brengt de penis in erectie. Eikel: gevoelig voor prikkels die kunnen leiden tot een orgasme. Voorhuid: huidplooi om eikel, soms wordt deze weggesneden om godsdienstige/

hygiënische redenen. Dit heet bijsnijden.De penis zorgt ervoor dat de zaadcellen in de vagina komen. Meestal hangt hij slap, maar hij kan ook groot en stijf worden. Dat noemen we een stijve of een erectie. Dit komt door de zwellichamen in de penis, deze kunnen zich vullen met bloed waardoor ze groot en stevig worden. De penis is dan in erectie. Tijdens geslachtsgemeenschap wordt de eikel voortdurend geprikkeld, waardoor er zaadlozing kan optreden. Hierbij

Page 2: media.scholieren.net · Web viewvoortdurend geprikkeld, waardoor er zaadlozing kan optreden. Hierbij komt sperma met schokken uit de penis in de vagina. 1 zaadlozing bevat 100 tot

komt sperma met schokken uit de penis in de vagina. 1 zaadlozing bevat 100 tot 400 miljoen zaadcellen. Een zaadcel is heel klein en beweegt zich voort met een zweepstaart. Een zaadlozing geeft de man een lekker gevoel (klaarkomen/orgasme). Een zaadlozing kan plaatsvinden bij geslachtsgemeenschap, door zelfbevrediging of in de slaap (natte droom).

Basisstof 3: Het voortplantingsstelsel van een vrouwHypofyse maakt het hormoon oestrogeen aan. Door de hypofyse en de hormonen kunnen er eicellen in de eierstokken worden aangemaakt. Vanaf dat het hormoon is aangemaakt kunnen follikels rijpen, in elke follikel ontstaat een holte gevuld met vocht. Ook ontstaan de secundaire geslachtskenmerken. Als een vrouw ong. 50 is worden er minder hormonen aangemaakt. Een vrouw is dan in de overgang. Tijdens de overgang wordt een eicel minder vaak een rijpende follikel, na de overgang stopt dit helemaal. De follikel rijping gebeurt in de eerste 2 weken van de menstruatiecyclus.

Eierstok: hierin vindt de ontwikkeling van de eicellen plaats, ze ontwikkelen zich in

follikels. Eileider: vangt de eicel uit de eierstok op en vervoert hem naar de baarmoeder. Baarmoeder: hierin vindt de ontwikkeling van de embryo plaats. Urinebuis: vervoert urine en baarmoederslijmvlies, slijm en bloed door de vagina. Vagina: hierin komt sperma bij geslachtsgemeenschap. Bij menstruatie worden

stukjes baarmoederslijmvlies, slijm en bloed via de vagina verwijderd. Bij de geboorte komt een kind via de vagina ter wereld. De wand van de vagina is erg rekbaar.

Kleine schaamlip: produceert slijm waardoor de toegang tot de vagina glad wordt. Grote schaamlip: ligt om de kleine schaamlip. Clitoris: vangt prikkels op die kunnen leiden tot een orgasme. Maagdenvlies: een randje weefsel aan het begin van de vagina.

Bij geslachtsgemeenschap kan sperma in de vagina komen, de zaadcellen bewegen zich met hun zweepstaart in de richting van de eileider. De zaadcel wil de kern van de eicel bereiken. Dit kan als de kop van een zaadcel de eicel binnendringt. De zweepstaart blijft erbuiten. Als er 1 zaadcel is binnengedrongen wordt de rand van de eicel ondoordringbaar zodat andere zaadcellen er niet meer bij kunnen. Bij bevruchting versmelten de kernen zich met elkaar. De

Page 3: media.scholieren.net · Web viewvoortdurend geprikkeld, waardoor er zaadlozing kan optreden. Hierbij komt sperma met schokken uit de penis in de vagina. 1 zaadlozing bevat 100 tot

bevruchte eicel gaat zich meteen delen. Het klompje cellen wordt dan vervoerd naar de baarmoeder. De wand van de baarmoeder bestaat uit een dikke laag spieren met aan de binnenkant slijmvlies. Het klompje cellen zet zich vast in het slijmvlies. Dat heet innesteling, dan is de vrouw zwanger.Vrouwen krijgen een orgasme door prikkeling van de clitoris. Dit kan door zelfbevrediging (masturbatie) of door er over te wrijven. De clitoris ligt vooraan tussen de kleine schaamlippen. In de wand van de kleine schaamlippen liggen klieren die bij seksuele opwinding slijm produceren. Hierdoor wordt de toegang tot de vagina glad gemaakt. Om de kleine schaamlippen liggen de grote schaamlippen. Het is belangrijk dat je ze goed wast anders kan er slijm tussen de plooien gaan zitten, waarin bacteriën zich snel voortplanten. Daardoor kunnen ontstekingen ontstaan.

Basisstof 4: MenstruatieAls er geen bevruchting in de eicel plaatsvind, laat het baarmoederslijmvlies gedeeltelijk los. Dit loslaten heet menstruatie. Hierbij komt ook bloed en slijm vrij. Een onbevruchte eicel blijft 12-24 uur in leven, een zaadcel 3 dagen .Er is een vruchtbare periode. Die duurt 3-4 dagen (1/2 dagen voor de ovulatie en 1/2 na). Door samentrekkingen van de spierlaag van de baarmoederwand wordt ‘het afval’ afgevoerd. Deze samentrekkingen kunnen voelen als buikkrampen en flink pijn doen. Veel vrouwen voelen zich verdrietig, ellendig voor de menstruatie of ze hebben hoofdpijn, buikpijn enz.Tijdens de menstruatie gebruik je maandverband of tampons om het afval op te vangen. Ze werken niet eindeloos, door bacteriën kan het vies ruiken of er kunnen ontstekingen ontstaan. Allebei moeten ze daarom regelmatig worden vervangen. Tijdens de menstruatie moet je je ook extra goed wassen tussen je schaamlippen. Alleen water, want zeep of douchegel kan de huid laten irriteren of zelfs ontstekingen veroorzaken.

In de eerste 2 weken rijpen de follikels (meer uitleg bas. 3). In de eierstokken bereikt 1 van de rijpende follikels een voorsprong op de andere. De andere sterven af. Onder invloed van een hypofysehormoon neemt de rijpe follikel veel vocht op, waardoor hij openbarst. Er treedt ovulatie op. Dit is ong. 14 dagen na het begin van de menstruatie. Achtergebleven follikelweefsel wordt het gele lichaam genoemd. Deze produceren o.a. oestrogeen. Dit zorgt ervoor dat na de menstruatie het barmoederslijmvlies nog dikker wordt en dat klieren in het baarmoederslijmvlies stoffen afscheiden. Deze stoffen dienen als voedsel voor het embryo. Het baarmoederslijmvlies heeft zich voorbereid op de innesteling van de embryo. Als de eicel niet wordt bevrucht sterft het gele lichaam af, daardoor wordt er bijna geen oestrogeen meer aangemaakt. En wordt het baarmoederslijmvlies afgestoten. Als er geen bevruchting optreedt, begint de volgende menstruatie weer ong. op de 28e dag. Dan begint de menstruatiecyclus opnieuw. Weinig

Page 4: media.scholieren.net · Web viewvoortdurend geprikkeld, waardoor er zaadlozing kan optreden. Hierbij komt sperma met schokken uit de penis in de vagina. 1 zaadlozing bevat 100 tot

vrouwen worden regelmatig ongesteld: precies om de 4 weken. Bij veel vrouwen is het onregelmatig.

Basisstof 5: SeksualiteitEr zijn 3 manieren waarop seksualiteit in iemands leven een rol kan spelen:- een speciale relatie onderhouden: je houdt heel veel van iemand en wilt dat

laten blijken, door te knuffelen of geslachtsgemeenschap te hebben bijvoorbeeld.- lustbeleving: als je erg van vrijen houdt, ze raken er opgewonden van. Dit kan zijn

in een relatie, maar ook via video’s of foto’s (porno).- voortplanting: als mensen een kind willen moeten ze ook eerst

geslachtsgemeenschap hebben, als dit niet de bedoeling was gebruik je voorbehoedsmiddelen.

Wanneer mensen geslachtsgemeenschap hebben i.v.m. relaties:- eerst trouwen;- geen relatie;- eerst een vaste relatie.transgenders: mensen die zich niet thuis voelen in het geslacht waarmee ze zijn geboren;travestiet: je kleden als het andere geslacht.transseksueel: iemand die zijn hele uiterlijk aan wil laten passen omdat hij zich niet thuis voelt in zijn/haar lichaam, of iemand die dit al heeft gedaan.androgyn: heeft uiterlijke kenmerken van beide geslachten.incest: als familieleden je dwingen tot seksueel contact (seksueel geweld).

Basisstof 6: GeboorteregelingGeboorteregeling: vrouw (meestal met man) bepaalt of ze een kind wilt of niet. Als je niet zwanger wilt worden moet je voorbehoedsmiddelen/anticonceptiemiddelen gebruiken. Maar er zijn ook onbetrouwbare manieren om zwangerschap te voorkomen: periodieke onthouding: je hebt geen geslachtsgemeenschap in de vruchtbare

periode. Maar je weet niet altijd precies wanneer de ovulatie is, dus dit is erg onbetrouwbaar.

coïtus interruptus (onderbroken geslachtsgemeenschap): de man trekt zijn penis vlak voor de zaadlozing uit de vagina terug. Erg onbetrouwbaar, omdat voorvocht met zaadcellen al voor de zaadlozing de penis kan verlaten.

De 2 betrouwbaarste voorbehoedsmiddelen zijn: het condoom: rubber hoesje dat om de penis wordt geschoven als hij in erectie is.

Het verhindert dat sperma in de vagina komt. Het biedt ook bescherming tegen het overbrengen van ziekteverwekkers, zoals aids.

de pil: de pil moet dagelijks worden ingebroken, behalve tijdens de menstruatie. In de pil zitten hormonen waardoor er geen ovulatie meer optreedt, daardoor komen geen eicellen vrij en zo kan je niet zwanger raken. Het is alleen betrouwbaar als je het echt elke dag inneemt, zelfs als je 1 dag vergeet is het niet meer zeker of je zwanger kan raken.

Noodmaatregelen (als er iets mis is gegaan bij de geslachtsgemeenschap): morning-afterpil: kan tot 3 dagen na de seks worden geslikt. Bevat veel hormonen. abortuspil: kan tot 7 weken na de seks worden geslikt. Het embryo gaat zo dood. zuigcurettage: kan tot de 13e week van de zwangerschap worden uitgevoerd.

Onder verdoving wordt door een zuigcurettage met een zuigpompje het baarmoederslijmvlies via de baarmoedermond met het embryo weggezogen.

late-abortus: kan tot de 23e week van de zwangerschap. Is een zware ingreep.

Page 5: media.scholieren.net · Web viewvoortdurend geprikkeld, waardoor er zaadlozing kan optreden. Hierbij komt sperma met schokken uit de penis in de vagina. 1 zaadlozing bevat 100 tot

Basisstof 7: Zwangerschap en geboorteIn basisstof 3 staat uitgelegd hoe een vrouw zwanger raakt. De innesteling vindt 5 - 7 dagen na de ovulatie plaats. Het klompje cellen groeit uit tot een kind, die na 38 weken wordt geboren. Voor dat het kind een embryo is, is het een soort lange sliert. Het enige wat erinzitten zijn het verteringsstelsel en het zenuwstelsel.Tot de 8ste week dat het kind zich in de baarmoeder ontwikkelt, heet het een embryo. Vanaf de 8ste week na de bevruchting tot de geboorte heet het een foetus. De eerste weken zorgt het baarmoederslijmvlies voor de voeding van het embryo. Daarna ontstaat de placenta/moederkoek. Daar stroomt bloed in bloedvaten van het embryo vlak langs bloed van de moeder. Het bloed blijft gescheiden, maar ze wisselen wel stoffen uit. Het embryo geeft CO2 en afvalstoffen af aan de moeder en de moeder geeft zuurstof en voedingsstoffen aan het embryo. Het embryo wordt met de navelstreng verbonden met de placenta. Zo kunnen dus de stoffen worden uitgewisseld.

Om het embryo liggen 2 vruchtvliezen. Daarbinnen bevindt zich vloeistof: het vruchtwater. Het embryo drijft daarin. Hierdoor wordt het beschermd tegen stoten, uitdroging, wisseling van temperatuur en de embryo kan zich er makkelijk in bewegen. Tijdens de zwangerschap hebben de melkklieren in de borsten zich ontwikkelt (ze zijn groter).

Zwangerschap heeft 4 fasen:- weeën: spieren in de baarmoederwand trekken samen.- ontsluiting: de baarmoederhals en baarmoedermond worden wijder, door weeën.

Hierbij breken de vruchtvliezen, waardoor het vruchtwater via de vagina wegvloeit.- uitdrijving: door persweeën is er volledige ontsluiting en komt het kind ter wereld.- nageboorte: de placenta, resten van navelstreng en de vruchtvliezen worden

uitgedreven door samentrekkingen van de baarmoederwand.Je hebt verschillende liggingen voor de baby: normale ligging: het hoofdje komt als eerst naar buiten. stuitligging: het kontje of een voetje komt als eerst naar buiten.

Page 6: media.scholieren.net · Web viewvoortdurend geprikkeld, waardoor er zaadlozing kan optreden. Hierbij komt sperma met schokken uit de penis in de vagina. 1 zaadlozing bevat 100 tot

dwarsligging: het kind kan niet via de vagina worden geboren, door een keizersnede (operatie via de buikwand) komt het kind ter wereld.

Basisstof 8: Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s)Er zijn een aantal ziektes die je alleen kan krijgen door intiem contact met elkaar: SOA’s. Besmetting hoeft dus niet perse door geslachtsgemeenschap plaats te vinden, maar kan ook zijn als je zoent etc. SOA’s kan je dan ook niet oplopen door bijv. uit hetzelfde glas te drinken, omdat de SOA ziekteverwekkers snel dood gaan buiten het lichaam. chlamydia: wordt veroorzaakt door een bacterie. Die zit vooral in de urinebuis en

baarmoederhals van mensen tussen de 15 en 30. Alleen bij 2/3 van de mensen zijn er helemaal geen ziekteverschijnselen. Deze personen merken er dus niks van, maar ze kunnen chlamydia wel overdragen aan de persoon met wie ze intiem zijn. De bacterie kan een ontsteking veroorzaken van de anus, baarmoedermond en urinebuis. Daardoor kunnen mannen een (waterige) afscheiding uit de penis, pijn bij het plassen en pijn in de balzak hebben. Bij vrouwen kan de ontsteking pijn bij het plassen, pijn bij het vrijen en pijn in de onderbuik veroorzaken. Ook bloedverlies buiten de menstruatie en meer of andere vaginale afscheiding dan normaal komt voor. Als chlamydia niet tijdig wordt behandeld kan de ontsteking zich uitbreiden naar de eileiders of bijballen. Daardoor kan een vrouw zelfs onvruchtbaar raken. Het kan genezen worden met antibioticum. Je kan chlamydia voorkomen door gewoon veilige geslachtsgemeenschap te hebben, met een condoom.

aids: wordt veroorzaakt door een virus (hiv). Bij aids is het afweersysteem van de patiënt aangetast, waardoor het geen specifieke ziekteverschijnselen heeft. Hiv verandert steeds een beetje. Iemand kan namelijk besmet zijn zonder dat er ziekteverschijnselen zijn. Dit kan zelfs 10 jaar duren. Door een speciale test kunnen ze zien of je bent besmet met het virus. Als je gezond bent en besmet bent met het virus maar de aids nog niet werkt wordt je seropositief genoemd. Deze persoon moet zo snel mogelijk hiv-remmers slikken. Hoe later je ermee start, hoe groter de kans dat je aids krijgt. Genezing van een hiv-infectie is niet mogelijk, waardoor je nooit van de ziekte afkomt. Je kunt het aidsvirus binnenkrijgen via bloed, sperma, vaginaal vocht, voorvocht of moedermelk van de patiënt. Je kan het niet oplopen door niezen, zoenen etc. Je kan aids voorkomen door een condoom.

Basisstof 9: Andere manieren van geboorteregeling- Nuvaring: moet 1 keer per maand worden ingebracht in de vagina (3 weken dragen,

1 pauseweek). Hormonen remmen de ovulatie en stoppen de eisprong.- Prikpil: om de 3 maanden krijgt de vrouw een prik. Een hormoon remt dan de

ovulatie. Een van de nadelen is dat de menstruatie kan afnemen en soms helemaal verdwijnt.

- Vrouwencondoom: handigst om voor het vrijen in te brengen. Biedt bescherming tegen soa’s. Het is erg betrouwbaar, kan net als de condoom maar 1 keer gebruikt worden.

- Koperspiraaltje: kan zelfs 10 jaar blijven zitten. In de baarmoeder veroorzaakt het spiraaltje een reactie waardoor zaadcellen worden aangetast en innesteling niet mogelijk is. Het nadeel is wel dat hierdoor de menstruatie soms heel hevig is.

- Hormoonspiraaltje: moet na 5 jaar worden vervangen. Geeft dagelijks hormonen af. Door de werking van hormonen worden bevruchting en innesteling bemoeilijkt.

- Sterilisatie: je hele leven. Mannen of vrouwen worden door een operatie onvruchtbaar gemaakt. Bij mannen worden de zaadleiders onderbroken, maar de productie van zaadcellen gaat gewoon door. Maar die kunnen het lichaam niet meer verlaten. Bij een vrouw worden de eileiders onderbroken, waardoor de eicellen niet meer in aanraking kunnen komen met zaadcellen.

Page 7: media.scholieren.net · Web viewvoortdurend geprikkeld, waardoor er zaadlozing kan optreden. Hierbij komt sperma met schokken uit de penis in de vagina. 1 zaadlozing bevat 100 tot

Basisstof 10: Andere seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s) Genitale wratten: zijn huidafwijkingen op de geslachtsdelen en rond de anus. Ze

kunnen er ook in zitten. Ze worden overgedragen door typen van het HPV virus. Ze zijn besmettelijk, maar niet gevaarlijk. Het kan worden overgedragen door seksueel contact, elkaars handdoek gebruiken etc. Je kunt het zelf behandelen door het aanbrengen van vloeistof/crème. Maar je kan het ook laten wegschroeien, bevriezen of laten wegsnijden door een arts. Het kan zich snel uitbreiden, dus een snelle behandeling is belangrijk.

Herpes: wordt veroorzaakt door het herpes simplex virus (2). Het virus kan een infectie veroorzaken. Die vindt meestal plaats rond de penis, de schaamlippen, ingang van de vagina of de anus. Op die plekken ontstaan dan rode plekjes, die na 1,5 dag veranderen in blaasjes, zweertjes of kleine wondjes. Er ontstaat jeuk en een branderig gevoel. En er kan pijn bij het plassen zijn. Na enkele weken drogen de zweertjes en blaasjes op en genezen ze. Na een aanval kan het virus zich opnieuw vermenigvuldigen en een nieuwe aanval veroorzaken. Er is geen geneesmiddel tegen het virus. Er zijn wel middelen die de groei en de hoeveelheid aanvallen kunnen verminderen. Je moet daarvoor tabletten slikken. De andere herpesinfectie is herpes labialis/koortslip (type 1 van het virus).

Gonorroe (druiper): wordt veroorzaakt door een bacterie. Het kan een infectie van de urinebuis, vagina, anus en baarmoedermond veroorzaken. Het kan ook in de keel ontstaan door orale seks. Vrouwen hebben vaak geen klachten, maar soms komt er geelgroen etterige afscheiding uit de vagina. Het kan ook pijn bij het plassen veroorzaken Wanneer de infectie niet wordt behandeld, kan deze opstijgen naar de eileiders waardoor er een eileiderontsteking kan ontstaan. Als je er te laat bij bent kunnen je eileiders verstoppen en ben je dus onvruchtbaar. Bij een man kan er geelgroene pus of helder slijm uit de urinebuis komen. Daardoor wordt gonorroe ook wel een druiper genoemd. Als je er te laat bij bent kan de ontsteking uitbreiden naar de prostaat of bijbal waar ze koorts en pijn bij het plassen kunnen veroorzaken.

Basisstof 11: In-vitrofertilisatie In-vitrofertilisatie(ivf) is een voortplantingstechniek waarbij de bevruchting buiten het lichaam van de vrouw is. In-vitrofertilisatie betekent letterlijk: bevruchting in glas. Het wordt ook wel reageerbuisbevruchting genoemd. Het kent 4 fasen:1.follikelstimulatie: na meerdere injecties met hormonen komen meerdere eicellen

tegelijk tot ontwikkeling in de follikels. Als ze via echoscopie zien dat dit goed is gegaan gaan ze door naar de volgende stap.

2.eicelpunctie: met behulp van echo’s worden door de vaginawand heen rijpe follikels in de eierstokken aangeprikt. Deze worden vervolgens leeggezogen en de eicellen worden opgevangen en verzameld.

3.fertilisatie (bevruchting): als de eicellen goed zijn, vragen ze de man om sperma. Als het beide goed is wordt het samen in een voedingsoplossing gestopt. Na de bevruchting ontwikkelen de bevruchte eicellen zich tot klompjes cellen en embryo’s.

Page 8: media.scholieren.net · Web viewvoortdurend geprikkeld, waardoor er zaadlozing kan optreden. Hierbij komt sperma met schokken uit de penis in de vagina. 1 zaadlozing bevat 100 tot

4.embryotransplantatie: er worden 2 klompjes cellen geïmplanteerd in de baarmoeder. Zodat ze zeker weten dat 1 zich innestelt. Het kan dus ook zijn dat ze zich beide innestelen, dan kan een vrouw een tweeling of meerling krijgen.