media.scholieren.net · Web viewBijv. beeld achter spiegel. Niet echt. (voorwerp lens beeld} op de...

4
§3.1: Licht kan op 2 manieren terugkaatsen: Diffuse terugkaatsing: voorwerpen kaatsen licht dat erop valt in alle richtingen terug. Spiegelende terugkaatsing: hoek van inval gelijk aan hoek van terugkaatsing. ∠i=∠t Spiegelbeeld: spiegelbeeld net zo ver achter als voor de spiegel. Je vindt spiegelbeeld P door vanuit P loodrechte lijn op spiegel te tekenen. Vanuit spiegelbeeld teken je lijn naar oog als in plaatje hierboven. Achter spiegel gestippelde lijn. P: voorwerp Spiegelbeeld P: spiegelbeeld van voorwerp Virtueel: niet af te beelden. Alleen te zien als je in/door heen kijkt. Bijv. beeld achter spiegel. Niet echt. (voorwerp lens beeld} op de kop. Links en recht verwisselt. Gepunt spiegelt. Reëel: te projecteren op scherm. Bijv. Bios ( beeld } rechtop voorwerp lens waarnemers. Holle lens: weerkaats licht naar 1 punt (brandpunt) reëel beeld. Bolle lens: gezichtsveld vergroten. §3.2: Breking: knikken als lichtstraal van ene in andere stof gaat. Brekingsindex: snelheidlucht snelheid stof (hoe groter brekingsindex, hoe groter knik) Brekingshoek r: hoek tussen gebroken lichtstraal en normaal.

Transcript of media.scholieren.net · Web viewBijv. beeld achter spiegel. Niet echt. (voorwerp lens beeld} op de...

§3.1:

Licht kan op 2 manieren terugkaatsen:

· Diffuse terugkaatsing: voorwerpen kaatsen licht dat erop valt in alle richtingen terug.

· Spiegelende terugkaatsing: hoek van inval gelijk aan hoek van terugkaatsing.

Spiegelbeeld: spiegelbeeld net zo ver achter als voor de spiegel. Je vindt spiegelbeeld P door vanuit P loodrechte lijn op spiegel te tekenen. Vanuit spiegelbeeld teken je lijn naar oog als in plaatje hierboven. Achter spiegel gestippelde lijn.

P: voorwerp

Spiegelbeeld P: spiegelbeeld van voorwerp

Virtueel: niet af te beelden. Alleen te zien als je in/door heen kijkt. Bijv. beeld achter spiegel. Niet echt. (voorwerp lens beeld} op de kop. Links en recht verwisselt. Gepunt spiegelt.

Reëel: te projecteren op scherm. Bijv. Bios ( beeld } rechtop voorwerp lens waarnemers.

Holle lens: weerkaats licht naar 1 punt (brandpunt) reëel beeld.

Bolle lens: gezichtsveld vergroten.

§3.2:

Breking: knikken als lichtstraal van ene in andere stof gaat.

Brekingsindex: (hoe groter brekingsindex, hoe groter knik)

Brekingshoek r: hoek tussen gebroken lichtstraal en normaal.

Wit licht: alle kleuren licht samen.

Elke kleur eigen brekingsindex.

Bij breking wit licht kleurenspectrum.

Als licht loodrecht vanuit lucht of stof komt geen breking.

Van lucht naar stof naar normaal toe.

Van stof naar lucht van normaal af.

Grenshoek: hoek waarbij licht nog net uit stof kan.

Als hoek van inval groter is dan grenshoek totale terugkaatsing.

§3.3:

Lens: glas waarin lichtstralen samenkomen in een brandpunt. Hoe boller lens, hoe sterker lens is.

Convergeren: lichtstralen naar elkaar toe

Divergeren: lichtstralen van elkaar af.

Brandpunt F: punt waarin lichtstralen samenkomen.

Voorwerp lens beeld

Altijd 3 constructie stralen:

1. Door het midden

2. Van voorwerp parallel op middellijn en van daaruit door F2 en door beeld punt

3. Door F1 en dan parallel door beeldpunt

N: vergroting

N:

N: /

§3.4:

Brandpuntsafstand: afstand van brandpunt tot lens.

Sterkte S: in meters.

Eenheid sterkte: dioptrie (dpt)

Lenzenformule:

= +

v: voorwerpsafstand

b: beeldafstand

f: brandpuntsafstand

grootte beeldsensor (CCD) en sterkte van lens bepalen wat op foto komt.