media.scholieren.net€¦  · Web view2020. 3. 28. · brons. Koper en Tin. soldeer. Tin en Lood....

4
Scheikunde – H7 Samenvatting PARAGRAAF 1 Elektrische geleidingsvermogen bepaald of de stof elektriciteit geleid of niet. Hierbij moet de stof aan twee voorwaarden voldoen: De stof moet bestaan uit geladen deeltjes. De geladen deeltjes moeten kunnen bewegen. - Metalen geleiden stroom in de vloeibare en vaste fase. In beide fasen kunnen de deeltjes namelijk vrij bewegen. - Moleculaire stoffen geleiden nooit. Hier komen namelijk geen deeltjes in voor. - Zouten geleiden alleen stroom in de vloeibare fase. Hier kunnen de deeltjes alleen vrij bewegen in de vloeibare fase. PARAGRAAF 2 De atomen zijn in een metaal vaak opgebouwd als een rooster: metaalrooster. De atomen van bijvoorbeeld lithium kunnen ook een elektron loslaten. Dit word dan een vrije elektron. Dan word het lithium atoom positief, dit heet een ion. Het rooster ontstaat dan doordat de positieve atomen in een vast patroon zitten en hier doorheen vrije elektronen bewegen: metaalbinding. Is de stof vast, dan bewegen alleen de elektronen. Is de stof vloeibaar, dan bewegen ook de ionen. Er zijn twee groepen metalen: Zware Metalen Deze zijn vaak erg giftig en hebben een grote dichtheid.

Transcript of media.scholieren.net€¦  · Web view2020. 3. 28. · brons. Koper en Tin. soldeer. Tin en Lood....

Page 1: media.scholieren.net€¦  · Web view2020. 3. 28. · brons. Koper en Tin. soldeer. Tin en Lood. zilveramalgaam. Zilver en Kwik. duraluminum. Aluminium en Koper. roestvrijstaal.

Scheikunde – H7 SamenvattingPARAGRAAF 1Elektrische geleidingsvermogen bepaald of de stof elektriciteit geleid of niet. Hierbij moet de stof aan twee voorwaarden voldoen:

De stof moet bestaan uit geladen deeltjes. De geladen deeltjes moeten kunnen bewegen.

- Metalen geleiden stroom in de vloeibare en vaste fase.In beide fasen kunnen de deeltjes namelijk vrij bewegen.

- Moleculaire stoffen geleiden nooit.Hier komen namelijk geen deeltjes in voor.

- Zouten geleiden alleen stroom in de vloeibare fase.Hier kunnen de deeltjes alleen vrij bewegen in de vloeibare fase.

PARAGRAAF 2De atomen zijn in een metaal vaak opgebouwd als een rooster: metaalrooster. De atomen van bijvoorbeeld lithium kunnen ook een elektron loslaten. Dit word dan een vrije elektron. Dan word het lithium atoom positief, dit heet een ion. Het rooster ontstaat dan doordat de positieve atomen in een vast patroon zitten en hier doorheen vrije elektronen bewegen: metaalbinding. Is de stof vast, dan bewegen alleen de elektronen. Is de stof vloeibaar, dan bewegen ook de ionen.

Er zijn twee groepen metalen: Zware Metalen

Deze zijn vaak erg giftig en hebben een grote dichtheid. Lichte Metalen

Dit word vaak gebruikt in de luchtvaart en hebben een kleine dichtheid.

Je kan metalen ook indelen in edel, half-edel, onedel en zeer onedel. Hoe onedeler, hoe sneller de corrosie (roest).

Een aantal vele gebruikte legeringen: Met behulp van legering kan het smeltpunt of de corrosie gevoeligheid veranderen. Legering Metalenmessing Koper en Zinkbrons Koper en Tinsoldeer Tin en Loodzilveramalgaam Zilver en Kwikduraluminum Aluminium en Koperroestvrijstaal Ijzer en Chroom

Page 2: media.scholieren.net€¦  · Web view2020. 3. 28. · brons. Koper en Tin. soldeer. Tin en Lood. zilveramalgaam. Zilver en Kwik. duraluminum. Aluminium en Koper. roestvrijstaal.

Een legering met kwik is een amalgaam. Vaak word tijdens een legring de metaal harder omdat de atomen niet zo makkelijk meer langs elkaar bewegen. Je kan ook atomen van een niet metaal toevoegen, om bijvoorbeeld ijzer harder te maken.

Heeft ijzer weinig ingebouwde koolstof, dan noem je dat staal. Een stof die niet buigt maar ook niet breekbaar is. Heeft ijzer veel ingebouwde koolstof, dan noem je dat gietijzer. Dit buigt niet, maar is wel breekbaar.

PARAGRAAF 3Als een stof uit moleculen bestaat en niet uit ionen dan praat je over moleculaire stoffen. Zij hebben een laag kookpunt en geleiden niet. In moleculaire stoffen komen alleen atomen voor van niet-metalen.

Aantrekkingskracht tussen de moleculen heet vanderwaalskracht. Hoe groter de massa van de moleculen hoe sterker de kracht. Hoe sterker de kracht, hoe hoger het smeltpunt. Dit vorm een vanderwaalsbinding.

Elektronen zorgen voor atoombindingen of covalente binding. Alle atoom soorten hebben een andere covalentie. Of terwijl ze binden met verschillende aantallen atomen.

Hydrofiele stoffen mengen goed met water. In deze stoffen zitten minstens één OH- of NH-groep. Alle hydrofiele stoffen mengen met elkaar. Hydrofobe stoffen mengen niet met water. Ze hebben geen OH- of NH-groepen. Wel mengen ze met andere hydrofobe stoffen.

OH-groepen hebben een kop en een staart. De één is dan hydrofoob, de ander niet. Zo mengt alleen het hydrofiele gedeelte met water terwijl de staart schuilt in de overige stof.

Page 3: media.scholieren.net€¦  · Web view2020. 3. 28. · brons. Koper en Tin. soldeer. Tin en Lood. zilveramalgaam. Zilver en Kwik. duraluminum. Aluminium en Koper. roestvrijstaal.

PARAGRAAF 4Zouten hebben een hoog kookpunt. Dat komt door de sterke binding tussen positieve en negatieve atomen. Dit heet een ionbinding In alle zout atomen komen niet-metalen atomen en metalen atomen voor. Ze bestaan uit positieve metaalionen en negatieve niet-metaalionen. Vaak zitten zouten in een ionrooster. Ze kunnen zich dan in vaste fase niet bewegen.

Als zout mixt met water word de ionbinding verbroken. Zo lost zout zich snel op in water. Het valt dat uit elkaar in twee verschillende ionen: Na+ (aq) + Cl- (aq)