MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305,...

19
MEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering 1 Bestuur Hardhout d.d. 11 januari 2007 1 Benoeming P.A. van den Heuvel tot adjunct-directeur VVNH 1 Oproep voor leden met houtmotverbrandingsinstallaties 2 Informatiefolder Stichting Bedrijfsverpakkingen Nederland (BVNL) 2 DVD “Above Board – Trading Legal Timber” 2 Aquaterra 2007 2 Stand van het Naaldhouttriplex contingent 2 Keurhout deelnemersbijeenkomst 7 december 2006 2 Nieuwe Houtwijzers over “Hout en Brand” en “Sterktegegevens van hout” 3 Nog enkele vrijkaarten beschikbaar voor Bouwbeurs 2007 3 Promotieplan houtskeletbouw – thema CO 2 -reductie en gezond wonen 3 SOCIAAL 5 Sociale premies per 1 januari 2007 5 Arbeidsinspectie: dieselemissie 6 CAO overgangsregeling 6 Vervallen gebruik loonbelastingverklaring 6 Telefoon en internet 7 Rente Rabo Levensloopsparen 7 Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer 7 Instructiebijeenkomst digitale Arbomiddelen 7 Bijlage: - Informatiefolder Stichting Bedrijfsverpakkingen Nederland (BVNL); - Houtwijzers “Hout en Brand” en “Sterktegegevens van hout”; - Modelformulier Belastingdienst – gegevens voor de loonheffingen; - Aanmeldingsformulier instructiebijeenkomst digitale arbomiddelen. Ref.: FdB/HBe Nr. : 0710088 VVNH Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen Westeinde 6, 1334 BK Almere-Buiten, Postbus 1380, 1300 BJ Almere, Telefoon 036-5321020, Fax 036-5321029, E-mail [email protected]

Transcript of MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305,...

Page 1: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

MEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND

no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering 1 Bestuur Hardhout d.d. 11 januari 2007 1 Benoeming P.A. van den Heuvel tot adjunct-directeur VVNH 1 Oproep voor leden met houtmotverbrandingsinstallaties 2 Informatiefolder Stichting Bedrijfsverpakkingen Nederland (BVNL) 2 DVD “Above Board – Trading Legal Timber” 2 Aquaterra 2007 2 Stand van het Naaldhouttriplex contingent 2 Keurhout deelnemersbijeenkomst 7 december 2006 2 Nieuwe Houtwijzers over “Hout en Brand” en “Sterktegegevens van hout” 3 Nog enkele vrijkaarten beschikbaar voor Bouwbeurs 2007 3 Promotieplan houtskeletbouw – thema CO2-reductie en gezond wonen 3

SOCIAAL 5 Sociale premies per 1 januari 2007 5 Arbeidsinspectie: dieselemissie 6 CAO overgangsregeling 6 Vervallen gebruik loonbelastingverklaring 6 Telefoon en internet 7 Rente Rabo Levensloopsparen 7 Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer 7 Instructiebijeenkomst digitale Arbomiddelen 7 Bijlage: - Informatiefolder Stichting Bedrijfsverpakkingen Nederland (BVNL);

- Houtwijzers “Hout en Brand” en “Sterktegegevens van hout”; - Modelformulier Belastingdienst – gegevens voor de loonheffingen; - Aanmeldingsformulier instructiebijeenkomst digitale arbomiddelen.

Ref.: FdB/HBe Nr. : 0710088

VVNH Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen Westeinde 6, 1334 BK Almere-Buiten, Postbus 1380, 1300 BJ Almere, Telefoon 036-5321020,

Fax 036-5321029, E-mail [email protected]

Page 2: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

MEDEDELINGENMEDEDELINGENMEDEDELINGEN

24-01-07 / no. 305

1

ALGEMEEN Komende vergaderingen Woensdag 31 Januari 2007 Bestuur VVNH ’s middags in Almere Donderdag 8 Februari 2007 Bestuur Naaldhout ’s middags in Utrecht Dinsdag 21 Februari 2007 Bestuur Plaatmateriaal ’s middags in Gorinchem Donderdag 8 Maart 2007 Sociale Commissie ’s middags in Almere Woensdag 14 Maart 2007 Bestuur sectie Technische Zaken ’s middags in Aalten Dinsdag 20 Maart 2007 Commissie Arbo-overleg ’s morgens in Almere Dinsdag 20 Maart 2007 Bestuur SIVAG ’s morgens in Almere Dinsdag 20 Maart 2007 Commissie De Boer ’s middags in Almere Dinsdag 20 Maart 2007 Paritair Beraad Houthandel ’s middags in Almere Woensdag 21 Maart 2007 Bedrijfscommissie ’s morgens in Woerden Donderdag 5 April 2007 Bestuur Hardhout ’s middags in Almere Donderdag 21 Juni 2007 Voorjaarsledenvergadering VVNH Locatie nog te bepalen Uit de vergadering Bestuur Hardhout d.d. 11 januari 2007 Tijdens de bestuursvergadering is gerapporteerd uit de verschillende commissies en is uitvoerig gesproken over de hierna volgende onderwerpen: - Bestuur VVNH: de mogelijke toekomstige samenwerking met de HIBIN en andere brancheorganisaties, waaronder de EPV is toege-licht.; - NEN(KVH) Cie.: Vooral de ontvangen kritie-ken op de nieuwe norm voor visuele sterktesortering van naaldhout (NEN 5499; - Cie. Toepassingen van Houtsoorten zijn aan de orde geweest.; Commissie Toe-passingen van hout (CTH): Afgesproken is dat de heer Erik Leeuw tot de C’sie toetreedt. De heren Van Wijk en Van der Linden treden uit de C’sie terug. Het rapport van de lopende onderzoeken aan nieuwe houtsoorten wordt volgens planning in mei a.s. opgeleverd.; - USP imago rapport: Het bestuur discussieerde over de waar-de van de resultaten. Het bestuur ervaart in de praktijk dat het imago van hout positiever is dan het rapport doet voorkomen. Het rapport ligt voor aan het sectiebestuur Centrum Hout.; - CE-markering: Uit het gesprek met VROM is gerapporteerd. Het secretariaat zal op grond hiervan zorgen voor een heldere communicatie over de (wijze van) implementatie.; - Brandproeven op dekde-len: Inmiddels worden onderzoeken verricht aan dekde-len van de houtsoorten Bilinga en Niové. Uitbreiding van het onderzoek met ook andere houtsoorten wordt op basis van nieuw aan te reiken informatie volgende ver-gadering overwogen.; Keurhout-bijeenkomst d.d. 9 december jl.: De secretaris rapporteert hierover. Het contributievoorstel zal aan de Sectiebesturen ter beoor-deling worden voorgelegd.: - Voorstel aanleveren im-portcijfers: Het sectiebestuur gaat akkoord met het voorstel van de Sectie Plaatmateriaal om in het vervolg

alle VVNH (hardhout) importeurs te verzoeken hun importcijfers per kwartaal aan te leveren aan een extern bureau; - Implementatie VVNH beleidsplan en TTAP-1 en 2: Het bestuur wordt kort over de stand van zaken geïnformeerd. Tot slot wordt aansluitend op de verga-dering tijdens een diner afscheid genomen van be-stuurslid, de heer Lodewijk Koop, die ca. twintig jaar van het bestuur deel heeft uitgemaakt. Door het vertrek van de heer Koop is de functie van vice-voorzitter va-cant gekomen. Voor vragen en/of opmerkingen kunt u contact opnemen met ondergetekenden.

(Van den Heuvel / A. de Boer) Benoeming P.A. van den Heuvel tot adjunct-directeur VVNH Met ingang van 1 januari 2007 heeft het Bestuur de heer P.A. van den Heuvel benoemd tot adjunct-directeur van de VVNH. De heer Van den Heuvel is sinds augustus 1992 werkzaam bij de VVNH als secre-taris Product- en Milieuzaken. Van de secties Hardhout, Naaldhout en Plaatmateriaal is hij secretaris en onder-houdt daarnaast contacten en overlegt met alle relevante ministeries, milieuorganisaties, politieke partijen in de Eerste en Tweede Kamer en collega-organisaties. Op het internationale vlak maakt hij namens de VVNH deel uit van of onderhoudt contact met o.a. buitenlandse collega organisaties, UCBD, UCIP en UCBR.

(A. de Boer / Fleuren)

Page 3: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

MEDEDELINGENMEDEDELINGENMEDEDELINGEN

24-01-07 / no. 305

2

Oproep voor leden met houtmotverbrandingsinstal-laties De Bijzondere Regeling van de Nederlandse Emissie Richtlijn (NeR) stelt emissie-eisen aan houtmotverbra-dingsinstallaties. Aangezien het Ministerie van VROM deze emissie-eisen wil aanpassen c.q. wil aanscherpen, hebben wij, samen met de NBVT en CBM, Haskoning opdracht gegeven voor een nader onderzoek van de huidige situatie. Met het huidige onderzoek wordt de eerdere onderzoeksresultaten uit het jaar 2000 geactuali-seerd. Indien u een dergelijke installatie in gebruik heeft wordt u verzocht u bij het secretariaat te melden, zodat we u een vragenformulier kunnen toesturen. U kunt hiervoor een mail sturen aan Anuska Olthof op [email protected] o.v.v. “houtmotverbrandingsinstallatie”. Het mag duidelijk zijn dat wij uw inzet nodig hebben om een eventuele aanscherping van de eisen te kunnen nuanceren c.q. weerleggen. Voor vragen kunt u contact opnemen met ondergetekenden.

(Van den Heuvel / A. de Boer)

Informatiefolder Stichting Bedrijfsverpakkingen Nederland (BVNL) Reeds eerder bent u door het secretariaat over BVNL (de opvolger van de Stichting Bouwverpakkingen en Milieu) geïnformeerd. In de bijgevoegde folder leest u nogmaals het hoe en het waarom. Een gedrukt exem-plaar wordt u in de loop van deze week toegestuurd. Voor vragen en/of opmerkingen kunt u contact opne-men met ondergetekenden.

(Van den Heuvel / A. de Boer) DVD “Above Board – Trading Legal Timber” Het secretariaat heeft bovengenoemde DVD van de Engelse Universiteit van Wolverhampton ontvangen. De DVD geeft beknopte informatie over hoe de legale her-komt en productie van hout praktisch aantoonbaar ge-maakt kan worden. Indien u de DVD wilt ontvangen kunt u een e-mail sturen aan mw. Anuska Olthof, [email protected], o.v.v. “DVD”. Voor vragen en/of opmerkingen kunt u contact opnemen met ondergete-kenden.

(Van den Heuvel / A. de Boer) Aquaterra 2007 Voor de bedrijven onder u die zich richten op de GWW sector is wellicht de Internationale conferentie Aquater-

ra 2007, die gehouden wordt in de RAI op 7, 8 en 9 februari a.s. interessant. Voor meer informatie en aan-melding kunt u de website, www.aquaterraforum.nl, raadplegen.

(Van den Heuvel / A. de Boer) Stand van het Naaldhouttriplex contingent Het contingent was bij aanvang op 1 januari jl. 650.000 m³ groot. De stand per 22 januari jl. bedraagt 458.055 m3. Ter vergelijking: Op 25 januari 2006 bedroeg het nog resterende deel van het contingent 482.619 m3.

(Van den Heuvel / A. de Boer)

Keurhout deelnemersbijeenkomst 7 december 2006 Op 7 december jl. heeft een Keurhout ledenbijeenkomst plaatsgevonden bij Restaurant Groot Kievitsdal te Baarn en werden 30 deelnemers geïnformeerd en ge-consulteerd over de: Keurhout dossiers Het College van Deskundigen (CvD) ging in op de ontwikkelingen en voortgang van de Keurhout dossiers. De heer Diepstraten besprak de positie van Keurhout in het algemeen en als ook in relatie tot het VVNH-beleidsplan. De heer Lammerts van Bueren zette het grote aantal zaken uiteen welke van invloed zijn ge-weest op de beoordeling, het daarmee samenhangende langdurende validatiestudie en de uiteindelijke accepta-tie van PEFC-Finland. Verder licht hij kort het dossier MTCC toe: 7 beheerseenheden ( 4,4 miljoen ha. bos) toegelaten tot KH-Legaal als ook 27 exporteurs. Er worden goede vorderingen gemaakt op een aantal open-staande discussiepunten. De heer Oldekamp gaf een toelichting op de dossiers: Zweden, Oostenrijk en Duitsland. Het Zweden-dossier betreft een traag dos-sier, maar de verwachting is dat deze in het voorjaar 2007 wordt geaccepteerd. Het dossier FSC-Bergvik is gestopt door uitblijven van benodigde gegevens van derden. PEFC-Oostenrijk: vooronderzoeken op sys-teemniveau leveren veel perspectief. PEFC-Duitsland: weinig problemen verwacht indien toetsing wordt aan-gevraagd. Marktontwikkelingen De heer Eric de Munck stelt dat het Keurhout deelne-mersbestand in 2006 is gestegen van 66 naar 103 (en 10 aspirant-leden). Het aantal deelnemers zal in 2007 naar verwachting verder stijgen nu Finland is toegelaten. Dit jaar is tot eind september 2006, door importerende leden, circa 25.000 m3 Keurhout-Duurzaam en ca 6.000 m3 Keurhout-Legaal gemeld. Onderzoek heeft uitge-wezen dat Keurhout zonder promotionele inspanningen redelijk bekend is. De website van Keurhout is ver-

Page 4: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

MEDEDELINGENMEDEDELINGENMEDEDELINGEN

24-01-07 / no. 305

3

nieuwd en in het Engels vertaald. De VVNH ontwikkelt op dit moment een protocol ‘gecontroleerd hout’ (ge-reed begin 2007): deelnemers dienen een systeem in te voeren voor het aantonen van legale herkomst bijmen-ging. Certificerende instellingen controleren t.z.t. op aanwezigheid, aannemelijkheid en verifieerbaarheid. Het systeem dient per 31 december 2009 volledig te zijn geïmplementeerd met als einddoel: ‘gecontroleerd hout’ dat voldoet aan de Keurhout-Legaal eisen. Toekomst Keurhout De heer Paul van den Heuvel vangt aan met de medede-ling dat VROM een “College van gelijkwaardigheids toetsing” heeft geïnstalleerd. Taak is advies uit te bren-gen over het wel/niet functioneren van de BRL en even-tueel benodigde aanpassingen. Op basis van het eindbe-sluit, (verwacht eind 2007/begin 2008) en het aantal BRL toegelaten systemen, zal de VVNH besluiten de BRL al dan niet te accepteren. De rol van Keurhout blijft - gezien de geschetste BRL-ontwikkelingen - naar het zich laat aanzien in 2007 maximaal overeind. De BRL heeft op termijn mogelijk wel consequenties voor Keurhout. Mogelijke scenario’s worden besproken. Zoals gemeld tijdens de voorgaande ledenbijeenkomst zal de VVNH met ingang van 1 januari 2007 Keurhout niet meer financieel ondersteunen: de kosten voor het systeem zullen door de Keurhoutdeelnemers zelf gedra-gen moeten gaan worden. Op de conceptbegroting 2007 is nu een saldo boekjaar tekort. De aanwezigen doen suggesties een aantal door de VVNH geschetste scena-rio’s te combineren (contributieverhoging, werkzaam-heden CvD kritisch doorlopen en heffing per m3). Het aanvragen van dossierstudies dient door de individuele leden te worden gefinancierd, of in geval van algemeen belang kan dit worden gedaan door bijvoorbeeld de sectiebesturen van de VVNH. Keurhout komt op grond van de discussie in januari/februari 2007 met een voor-stel voor het sluitend maken van de begroting. Afsluitend onderstreept de heer De Munck het belang van promotie door de leden bij hun contacten en neemt het initiatief om een promotiewerkgroep bijeen te bren-gen. Het volledige verslag en bijbehorende presentaties kun-nen door leden aangevraagd worden bij het secretariaat.

(De Munck / Van den Heuvel) Nieuwe Houtwijzers over “Hout en Brand” en “Sterktegegevens van hout” De nieuwe Centrum Hout brochures treft u aan bij deze Mededelingen. De brochure 'Hout en brand' geeft antwoord op veel gestelde vragen uit de de bouwpraktijk over de eisen uit het Bouwbesluit en de prestaties van hout en plaatmate-rialen ten aanzien van 'de bijdrage tot de brandvoort-

planting' en 'rookproductie'. Er wordt zowel ingegaan op de Nederlandse brandklassen als de nieuwe Europe-se brandklassen. Behandelde toepassingen zijn gevels en beloopbare oppervlakken van vloeren, trappen en hellingbanen. De brochure 'Sterktegegevens van hout' gaat in op de Europese sterkteklassen voor massief hout en gelami-neerd en geeft een overzicht van de indeling van onder-zochte houtsoorten (met bijbehorende visuele sortering) in een bepaalde sterkteklasse. Veel van de loofhout-soorten zijn op initiatief van de VVNH sectie Hardhout onderzocht. Tevens wordt in de publicatie een korte uitleg gegeven hoe hout visueel of met een machine op sterkte kan worden gesorteerd. Deze brochure geeft de constructeur de nodige materiaalwaarden om construc-tieve berekeningen mee uit te voeren.

(Mooiman / Bosch)

Nog enkele vrijkaarten beschikbaar voor Bouw-beurs 2007 Bij het secretariaat zijn nog vrijkaarten op te vragen. Zolang de voorraad strekt! Centrum Hout en de Vereniging van Houtskeletbou-wers (VHSB) presenteren op de Bouwbeurs gezamen-lijk de ongekende toepassingsmogelijkheden en voorde-len van houtskeletbouw (hsb). Met houtskeletbouw worden gezonde, comfortabele en waardevaste wonin-gen gerealiseerd die ook nog eens bijdragen aan een beter milieu. De woningen zijn immers van nature ener-giezuinig en het gebruik van hout verlaagt tevens de uitstoot van broeikasgassen (CO2) in de atmosfeer en vertraagt daardoor de opwarming van de aarde. Een belangrijk thema dat door steeds meer beleidsmakers en gemeentes wordt opgepakt. Uiteraard zijn VVNH-leden hartelijk welkom op de stand! Internationale Bouwbeurs 2007 Locatie: Jaarbeurs Utrecht, Centrum Hout / VHSB: Stand 08.B056 Datum: 5-10 februari van Dagelijks van 09.30 – 17.30 uur (zaterdag van 9.30 - 16.00 uur) Meer informatie: www.bouwbeurs.nl

(Mooiman)

Promotieplan houtskeletbouw – thema CO2-reductie en gezond wonen In het kader van het promotieplan wordt als tweede speerpunt aandacht besteed aan de mogelijke positieve invloed van houtgebruik op CO2-reductie en het feit dat houtskeletbouw een gezond binnenklimaat kent o.a. door het ontbreken van een verhoogde radonconcentra-ties. Er zijn artikelen gemaakt en een full-colour bro-

Page 5: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

MEDEDELINGENMEDEDELINGENMEDEDELINGEN

24-01-07 / no. 305

4

chure 'Gezondheid en Klimaatbeleid' gemaakt die in de tweede helft van januari 2007 verspreid is onder de volgende doelgroepen: - Directie woningcorporaties: 720 st. - Projectontwikkelaar: 340 st. - Wethouders volkshuisvesting: 345 st. - Leden en besturen VVNH: 200 st. - Diverse adressen: 110 st.

(waaronder journalisten en gemeentelijke fractiese-cretarissen Christen Unie, 4 noordelijke provincies)

- via VHSB leden VHSB: 700 st. Totaal mailing 2415 st. Deze mensen hebben tevens een uitnodiging met gratis entreekaart gekregen voor bezoek aan de Bouwbeurs Utrecht en de stand van Centrum Hout / VHSB Betreffende de doelgroep beleidsbeslissers is er in eerste instantie gefocused op provincies Friesland, Groningen, Drenthe en Flevoland. Afhankelijk van de response zal de mailing ook naar andere provincies worden uitge-breid. Artikelen over Gezondheid en Klimaatbeleid : - Houtblad, oplage 14.000. Belangrijke doelgroep: de

Architect - Duurzaam Bouwen Noord, oplage 1250 Belangrijk-

ste doelgroep: Gemeentes en architecten van de noordelijke provincies

In totaal worden dus minimaal 17.665 beslissers en beleidsmakers bereikt over de uitstekende prestaties van houtskeletbouw op het gebied van gezondheid en CO2 reductie. Over dit thema zal tevens een advertentie worden geplaatst in het blad van de VNG.

(Mooiman)

Page 6: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

MEDEDELINGENMEDEDELINGENMEDEDELINGEN

24-01-07 / no. 305

5

SOCIAAL Sociale premies per 1 januari 2007 Onderstaand de premies sociale verzekeringen waar de correcties in zijn verwerkt.

Werknemer Werkgever AOW 17,90 ANW 1,25 AWBZ 12,00 WW-wachtgeld 1) 0,73 WW-Werkloosheid 3,85 4,40 Zorgverzekering 2) 6,50 6,50 WIA-basispremie 3) 5,15 WGA-gedifferentieerd 4) per bedrijf verschil-lend WAO-gedifferentieerd 5) 0,61

BPF 6)

- Basis 13,30 13,30 - Optrek 60- 1,30 1,30 - Garantieregeling 1,45 1,45 Fonds O.O.&A.7) 1,2 Heffing scholing & vorming OR-leden 8) 0,015 BPF-franchise € 16.555,-- Afwijkende BPF-franchise € 18.446,-- WW-werkloosheid franchise € 60,-- Sector 8 Max. premie inkomensgrens werknemersverzekeringen € 172,48 Max. premie inkomensgrens ZVW per dag € 117,33 Aantal SVW-dagen 261 1) De premie voor het wachtgeldfonds is vastgesteld

op 0,45%. Hier bovenop komt een opslag van 0,28% in verband met de per 1 januari 2007 inge-gane verplichting voor werkgevers om bij te dra-gen in de kinderopvang.

2) De inkomensafhankelijke bijdrage blijft ongewij-zigd 6,5% en wordt ingehouden op het loon van de werknemer en door de werkgever afgedragen. De werkgever vergoedt dit door een bijdrage van 6,5%.

3) De WIA-basispremie is in tegenstelling tot hetgeen wij in een eerdere Mededelingen schreven niet met 0,4%-punt verlaagd maar met 0,25%-punt naar 5,15%.

4) Vanaf 1 januari 2007 zal de gedifferentieerde WGA-premie worden geheven. Deze premie wordt

opgebouwd uit een gemiddelde lastendekkende premie van 0,28% verhoogd met een vaste opslag van 0,47%, dus totaal 0,75%. Bij grote werkgevers (grens is een loonsom van meer dan € 675.000,--) is de opslag of korting afhankelijk van de indivi-duele WAO-lasten in de periode 2000-2005. Klei-ne werkgevers krijgen een opslag of korting die voor de gehele sector is vastgesteld aan de hand van de WAO-lasten in de bedrijfstak in de periode 2000-2005. Er zijn wel grenzen gesteld aan de hoogte van de totale WGA-premie. De totale pre-mie voor grote werkgevers ligt tussen 0,05% en 2,80%, voor kleine werkgevers ligt deze tussen 0,4% en 2,10%.

5) De gedifferentieerde WAO-premie bestaat uit een rekenpercentage (0,48) en een opslag of korting. Hiervoor wordt dezelfde methode gehanteerd als bij de gedifferentieerde WGA-premie . Voor onze sector is de opslag van 0,13 %. Het percentage dat wij in de tabel hebben opgenomen betreft het per-centage voor kleine bedrijven (0,48 + 0,13). Grote bedrijven zullen zelf een schatting van de op-slag/korting moeten maken. Ook voor grote be-drijven zal de totale premie (rekenpremie + opslag) vermoedelijk dalen.

6) De premies voor de BPF-regeling (ouderdomspen-sioen, optrek 60- en garantie) blijven voor 2007 ongewijzigd. Werknemers vanaf 22 jaar betalen premie voor het ouderdomspensioen en de Optrek 60-. De premie voor de garantieregeling wordt door alle werknemers betaald. De franchise wordt € 16.555,-- (2006: € 16.300,--). Voor degenen die met deeltijd VUT/prepensioen zijn gegaan geldt per 1 januari 2007 een franchise van € 18.446,--. De percentages voor de basis en de optrek 60-, zo-als ze vermeld staan in bovenstaand overzicht, worden berekend over de pensioengrondslag. Dit laatste is het inkomen verminderd met de franchise van € 16.555,--. De premie voor de garantierege-ling wordt over het salaris berekend. Hiervoor geldt een max. premieloon van 1,5 x het maximum premieloon voor de WW (1,5 x € 172,48 per dag; per jaar is dat € 67.525,92).

7) Voor Fonds O.O.&A. geldt een maximum premie-loon dat is gelijk aan het maximum premieloon voor de WW (172,48 per dag; dat is er jaar € 45.017,28).

8) Ondernemers die ten minste 50 werknemers in dienst hebben zijn verplicht een heffing voor scho-ling en vorming ondernemingsraadsleden te beta-len. Het percentage voor 2007 is vastgesteld op 0,015%. De grondslag is het loon voor de loonbe-lasting van het voorafgaande jaar.

(F. de Boer / Van Leth)

Page 7: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

MEDEDELINGENMEDEDELINGENMEDEDELINGEN

24-01-07 / no. 305

6

Arbeidsinspectie: dieselemissie De Arbeidsinspectie is momenteel bezig een inspectie uit te voeren binnen de houthandel. Een van de proble-men die men constateert is uitstoot van dieselemissie. Dieselemissie is kankerverwekkend. Volgens de arbo-wet mogen werknemers niet blootgesteld worden aan schadelijke stoffen. Volgens de Arbeidsinspectie is daar zonder meer sprake van als vrachtwagens en heftrucks in omsloten ruimtes komen. Het begrip omsloten ruimte wordt door de Arbeidsinspectie zeer ruim opgevat. Er is sprake van een omsloten ruimte of binnensituatie als een ruimte tenminste omgeven wordt door 3 aansluiten-de wanden en een dak. Ook als in een wand openingen gemaakt zijn door het openzetten van deuren en ramen dan wordt deze wand nog steeds meegeteld. De wet zegt niet welke dosis van dieseldampen schade-lijk voor de gezondheid is. Volgens de Arbeidsinspectie is er altijd sprake van schadelijkheid voor de gezond-heid als dieseluitlaatgas in een omsloten ruimte wordt uitgestoten. Dat betekent dat er maatregelen moeten worden getroffen. Voor heftrucks worden meteen maat-regelen opgelegd. Voor vrachtwagens wordt de situatie per bedrijf bekeken. Vaak wordt geattendeerd op het probleem zonder direct maatregelen te verlangen. Zoals hierboven al gezegd is er geen grens gesteld waarbinnen dieselemissie geen gevaar oplevert voor de gezondheid, een zgn. Mac-waarde. De arbowet is per 1 januari jl. zo aangepast dat de minister per bedrijfstak een Mac-waarde kan vaststellen. Voor de houthandel is dat niet gedaan zodat u zelf een Mac-waarde moet vast-stellen. Gebeurt dat niet dan bepaalt de Arbeidsinspec-tie de grens. De meetmethoden en grenswaarden die door de Arbeidsinspectie worden geaccepteerd, zijn: - Metingen van de concentratie 1-nitropyreen als

indicator van de blootstelling aan DME. Op de werkplek mag geen blootstelling plaatsvinden in concentraties boven de detectiegrens van de bepa-lingsmethode; de detectiegrens is 20 picogram 1-nitropyreen per m3 lucht.

- Metingen van het gehalte 1-hydroxypyreen in urine, als biomarker van de blootstelling aan DME. Er mag geen verhoging worden aangetroffen van het gehalte 1-hydroxypyreen t.o.v. een bekende referentiegroep of een controlegroep in hetzelfde bedrijf die niet aan DME wordt blootgesteld;

- De TRK-waarde (0,1mg/m3) middels analyse op elementaire koolstof.

Bovengenoemde meetmethoden en grenswaarden heb-ben wij overgenomen van de arbeidsinspectie. Heftrucks met een laadvermogen van minder dan 4000 kg moeten worden vervangen. Voor andere heftrucks kan volstaan worden met een roetfilter dat tenminste een afvangrendement van 70% (70% van de roetdeeltjes worden opgevangen) heeft. Er zijn diverse roetfilters verkrijgbaar. Goedkope, me-chanische roetfilters waarvan het filter na verloop dicht

slibt (na ongeveer 4 draaiuren is het afvangrendement nog maar 45%). Deze moeten regelmatig worden gerei-nigd of vervangen. Verder zijn er roetfilters gemaakt van keramisch materiaal dat gasdicht gemonteerd is in een roestvast stalen behuizing. Hierbij wordt 98% van het roet uit het uitlaatgas verwijderd. Na circa 8 tot 10 bedrijfsuren zit het filter vol. De achtergebleven roet-deeltjes moeten worden naverbrand. Hiervoor zijn meerdere methodes. Daarna kan het filter weer gebruikt worden. De prijzen variëren van € 2.500,-- tot € 15.000,--. De leverancier moet garanderen dat het filter aan de normen voldoet.

(F. de Boer / Van Leth) CAO overgangsregeling De definitieve tekst van de CAO overgangsregeling en het reglement overgangsregeling is beschikbaar. De overgangsregeling regelt een aanvulling op het ver-vroegde ouderdomspensioen tot op 70% van het salaris. Het salaris is gemaximeerd op anderhalf maal het maximum uitkeringsdagloon voor de WW. Vervroegde pensionering met een overgangsuitkering tot op 70% van het salaris is mogelijk voor werknemers: - die op 31 december 2004 60 jaar waren vanaf 60 jaar - die op 31 december 2004 59 jaar waren vanaf 60 jaar - die op 31 december 2004 58 jaar waren vanaf 61 jaar - die op 31 december 2004 57 jaar waren vanaf 62 jaar Er zijn wel voorwaarden aan verbonden. Een van de voorwaarden is dat de werknemer vanaf 30 juni 1998 ononderbroken indienst moet zijn geweest van een houthandelsbedrijf. De tekst van de CAO overgangsregeling en het regle-ment overgangsregeling is op te vragen bij het secreta-riaat.

(F. de Boer) Vervallen gebruik loonbelastingverklaring Werkgevers moeten voor nieuwe werknemers een aan-tal administratieve verplichtingen nakomen. Hieronder viel bijvoorbeeld het uitreiken van een loonbelasting-verklaring. Een ingevulde en ondertekende loonbelas-tingverklaring moest de werkgever weer in zijn bezit hebben voordat het eerste loon aan de werknemer werd betaald. Het gebruik van de loonbelastingverklaring is vervallen per 1 januari 2007. Weliswaar dienen nieuwe werkne-mers nog steeds de benodigde informatie aan de werk-gever te verstrekken, maar dit kan vormvrij worden gedaan. Het gaat overigens voornamelijk om gegevens die de inhoudingsplichtige hoe dan ook al nodig heeft (bijvoorbeeld ten behoeve van het indienen van de

Page 8: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

MEDEDELINGENMEDEDELINGENMEDEDELINGEN

24-01-07 / no. 305

7

eerstedagsmelding). Ten aanzien van de heffingskorting blijft een schriftelijk verzoek van de werknemer nood-zakelijk. Dit verzoek moet door de werkgever worden bewaard. Overigens heeft de Belastingdienst een modelformulier opgesteld waarmee de noodzakelijke gegevens kunnen worden uitgevraagd. Dit formulier is als bijlage bij aan deze Mededelingen gehecht.

(F. de Boer) Telefoon en internet Met ingang van 1 januari 2007 zijn de vergoedingen en verstrekkingen van telefoon en internet onbelast als de werknemer de internet- of telefoonaansluiting voor meer dan 10% zakelijk verbruikt. Dit geldt ook voor een eventuele tweede telefoonaansluiting. Als de werk-gever aan de werknemer een telefoon ter beschikking stelt en de werknemer deze voor meer dan 10% zakelijk verbruikt, is er eveneens sprake van een belastingvrije verstrekking. Indien de telefoon onvoldoende zakelijk wordt ge-bruikt, dient het daadwerkelijke privé voordeel van de telefoon tot het belaste loon te worden gerekend. Er geldt dus geen telefoonkostenforfait meer van € 22,69 per maand. Dit forfait was tot en met het jaar 2006 van toepassing indien de telefoon mede zakelijk werd ge-bruikt. Deze regeling geldt expliciet niet voor computers. Ap-paratuur waarbij de telefoonfunctie duidelijk onderge-schikt is aan de computerfunctie, komt in principe pas voor een onbelaste vergoeding in aanmerking als deze minimaal 90% zakelijk wordt gebruikt.

(F. de Boer) Rente Rabo Levensloopsparen Zoals u misschien weet hebben wij een collectieve levensloopregeling bij de Rabobank (overigens ook bij Ohra). Het collectiviteitsvoordeel bedraagt 0,5%. Inclu-sief dit voordeel bedraagt de rente per 1 januari 2007 4,5%. Meer informatie kunt u vinden op www.rabobank.nl/levensloopvoorbedrijven of de help-desk, tel. 088-7226557.

(F. de Boer) Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer De maximale belastingvrije vergoeding bedraagt € 0,19 per kilometer. Als een werknemer met het openbaar vervoer reist, kan de werkgever kiezen. Er kan maximaal € 0,19 per kilo-meter belastingvrij worden vergoed, maar ook de wer-

kelijke reiskosten mogen belastingvrij worden vergoed. In het laatste geval moet de werkgever de vergoede plaats-bewijzen bewaren. Het bewaren kan de werkgever naar eigen inzicht doen. De verplichting om deze vervoer-bewijzen dan ook per werknemer te administreren, zoals dat gold tot en met 31december 2006, is met in-gang van 1 januari 2007 vervallen. Ook heeft de werkgever de mogelijkheid een vaste reiskostenvergoeding aan de werknemer te betalen. Als voorwaarde hiervoor geldt dat de werknemer hoofdzakelijk (minimaal 70%) naar een vaste plaats van werkzaamheden reist. In dat geval kan de werknemer een onbelaste reiskostenvergoeding worden betaald van (maximaal) € 0,19 per kilometer alsof de werknemer op alle werkdagen naar deze werkplaats reist. Een vaste vergoeding is niet mogelijk indien het vervoer plaats-vindt per openbaar vervoer. Het aantal dagen op basis waarvan de vaste vergoeding ten hoogste mag worden is gesteld op 214 per kalender-jaar. Als de werknemer op 150 dagen (dat wil zeggen 70% van 214) naar de vaste arbeidsplaats reist, kan de vaste reiskostenvergoeding worden berekend op 214 maal de kilometerafstand maal 2 maal € 0,19. De aan-tallen van 214 en 150 werkdagen per kalenderjaar gel-den voor werknemers die ten minste een vijfdaagse werkweek hebben. Voor werknemers die een kortere werkweek hebben, worden de aantallen naar evenredig-heid verminderd. Dit geldt ook indien bijvoorbeeld een dienstbetrekking eindigt of de reisafstand tussen wo-ning en werkplaats wordt gewijzigd. In dat geval wor-den de aantallen dagen naar tijdgelang herrekend. U hoeft niet altijd een vergoeding te betalen voor het woon-werkverkeer. De CAO bepaalt dat een reiskos-tenvergoeding voor het woon-werkverkeer gegeven moet worden, als de werknemer 10 kilometer of meer van de arbeidsplaats woont. Er hoeft nooit meer ver-goed te worden dan een afstand van 30 kilometer. In de individuele arbeidsovereenkomst kunt u een ruimere regeling hebben afgesproken.

(F. de Boer) Instructiebijeenkomst digitale Arbomiddelen Wij willen u nog eens attent maken op de instructiebij-eenkomst over de Arbo-meetkoffer die u onlangs toege-stuurd hebt gekregen. Tijdens deze bijeenkomsten laten wij u zien hoe deze middelen gebruikt kunnen worden. De bijeenkomst zullen gehouden worden op: • Donderdag 1 februari 2007 in Novotel Eindhoven,

Anthony Fokkerweg 101 te Eindhoven • Dinsdag 6 februari 2007 in het VVNH-gebouw, 2e

etage, Westeinde 6 te Almere

Page 9: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

MEDEDELINGENMEDEDELINGENMEDEDELINGEN

24-01-07 / no. 305

8

Alle bijeenkomsten vangen aan om 15.00 uur. Indien u deel wil nemen aan een van de hierboven ge-noemde bijeenkomsten verzoeken wij u bijgevoegd aanmeldingsformulier in te vullen en te retourneren aan het secretariaat.

(F. de Boer)

Page 10: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

De Stichting Bedrijfsverpakkingen Nederland (BVNL)

De gemakkelijkste en goedkoopste manier om aan uw wettelijke verplichtingen inzake verpakkingen te voldoen

Boerhavelaan 40

2713 HX Zoetermeer

correspondentie:

Postbus 190

2700 AD Zoetermeer

T [088] 400 84 91

F [079] 353 13 65

E [email protected]

Individueel of collectief deelnemen?Uw onderneming kan zowel individueel als via een koepel- of

brancheorganisatie (of een ander goedgekeurd collectief)

deelnemer worden in BVNL en zo aan de wettelijke verplichting

voldoen.

IndividueelAls individuele bedrijf kunt u zich aanmelden via de website:

www.bedrijfsverpakkingen.nl. U kunt zich aansluiten bij BVNL

als het deel bedrijfsverpakkingen dat u op de markt brengt

hoger is dan 80 % (gewicht).

CollectiefBVNL heeft inmiddels afspraken gemaakt met tal van branche-

verenigingen. Alle clusters waarvan de individuele bedrijven

meer dan 80% bedrijfsverpakkingen op de markt brengen

kunnen zich collectief aansluiten bij BVNL. Het collectief beheert

dan de gegevens van de bedrijven met minder dan 15.000 kg

verpakkingen. Bedrijven behorende bij een dergelijk collectief

maar met méér dan 15.000 kg verpakkingen, dienen zich via de

website van BVNL aan te sluiten. Deze bedrijven komen echter

wel in aanmerking voor de collectiviteitkorting!

LET OP!Informeer bij uw branchevereniging

of er een overeenkomst met BVNL

is afgesloten. U geeft dan bij uw

aanmelding aan tot welke branche

u behoort zodat voor u dan een nog

lagere bijdrage geldt, afhankelijk van

de afspraken die tussen uw branche-

vereniging en BVNL zijn gemaakt.

Waar staan wij voor?BVNL staat voor een effi ciënte, gebruikersvriendelijke

uitvoeringsorganisatie waarmee op een eenvoudige manier aan

de verplichtingen van het Besluit Verpakkingen wordt voldaan.

We richten ons daarbij exclusief op ondernemingen die actief

zijn in de b-2-b sfeer. Wij nemen bedrijfsverpakkers alle zorgen

uit handen tegen de laagst mogelijke kosten. BVNL is voor

bedrijven, door bedrijven: deelnemers hebben direct zeggen-

schap over het beleid van de stichting en dus over hun

belangen als bedrijfsverpakker.

Meer informatie? Mogelijk hebt u nog vragen over de verpakkingsregeling of de

rapportagemogelijkheden die BVNL biedt. U kunt daarvoor

tijdens kantooruren contact opnemen met de Stichting

Bedrijfsverpakkingen Nederland, tel 079 3531404, of mailen

naar [email protected]

Voor meer algemene informatie verwijzen wij u graag naar

www.bedrijfsverpakkingen.nl.

Maatwerk voor collectievenIedere branche is anders, en kent z’n eigen specifi eke verpak-

kingsproblematiek. BVNL onderkent dit en kan collectieven

maatwerk bieden ten aanzien van de bij een specifi eke

bedrijfstak passende methodiek. BVNL kan daarbij aangeven

welk informatie- en gegevensniveau past binnen de wettelijke

rapportageplicht.

Bovendien is het mogelijk om door een actieve opstelling als

collectief op de bijdrage voor de individuele leden te besparen.

Dat betekent voor de deelnemers binnen het collectief én lagere

kosten per deelnemer én minder individuele administratieve

handelingen, omdat de communicatie met BVNL via het col-

lectief verloopt.

Pag. 6

Van bedrijven en door bedrijven

Page 11: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

Een wettelijke verplichting… met vergaande gevolgenJanuari 2006 is het ‘Besluit beheer verpakkingen en papier

en karton’ in werking getreden. Vanaf dat moment bent u als

onderneming verantwoordelijk voor een milieuvriendelijke ver-

werking van het door u gebruikte verpakkingsmateriaal.

Bovendien bent u als individueel bedrijf verplicht om zodanige

preventiemaatregelen te nemen dat u aan de doelstellingen

voor materiaalhergebruik en nuttige toepassing voldoet. Hieruit

volgt dat u jaarlijks een rapportage dient aan te leveren aan het

ministerie van VROM, waaruit moet blijken dat aan de doelstel-

lingen is voldaan.

Het Besluit is van toepassing op iedereen die verpakte produc-

ten nieuw in Nederland op de markt brengt. Hieronder valt zowel

verpakkingsmateriaal afkomstig uit import, als nieuw verpak-

kingsmateriaal door zelf te verpakken. Het Besluit geldt voor alle

verpakkingen, of het nu in de sfeer van b-2-c (consumentenver-

pakkingen) of b-2-b (bedrijfsverpakkingen) is.

Het ministerie controleert of u voldoet aan uw verantwoordelijk-

heden. Op het niet voldoen aan de eisen van het Besluit staan

hoge boetes.

Geef uw zorg eenvoudig uit handen Het is niet eenvoudig – en in veel gevallen

zelfs niet mogelijk – om als individueel

bedrijf aan de verplichtingen van het

Besluit te voldoen. U kunt deze zorg

echter grotendeels uit handen geven.

BVNL is één van de uitvoerings-

organisaties in Nederland die namens u,

als collectief, de rapportage-

verantwoordelijkheid over kan nemen.

Dat houdt in dat BVNL op basis van de

door u aangeleverde gegevens bij VROM

aantoont dat aan de doelstellingen van

het Besluit wordt voldaan. Dat betreft dan

zowel de hoeveelheden door u gebruikte

verpakkingsmaterialen (hout, kunststof,

folie, papier en karton en glas) als de

hoeveelheden die daadwerkelijk worden

ingezameld en verwerkt.

Kortom, BVNL ondersteunt u bij het

voldoen aan uw wettelijke verantwoorde-

lijkheden. Door deelname voldoet u op

voorhand aan alle wettelijke eisen en loopt

u bij een eventuele controle door VROM

geen kans op een boete. U rapporteert

als individueel bedrijf op een gebruiks-

vriendelijke manier aan BVNL en wij doen

de rest.

Voor clusters van bedrijven biedt BVNL

bovendien de mogelijkheid om de infor-

matie collectief aan te leveren. Een aan-

pak die precies aansluit bij de specifi eke

kenmerken van uw branche.

Er zijn diverse partijen in Nederland

die aanbieden om te faciliteren bij

het voldoen aan de wettelijke eisen.

Deze partijen maken echter géén

onderscheid tussen verpakkers voor

de consumentenmarkt en ‘bedrijfs-

verpakkers’ (b-2-b markt). Omdat het

inzamelingssysteem voor consumen-

tenverpakkingen veel ingewikkelder

(en dus duurder) is dan dat van

de bedrijfsverpakkers, dreigt deze

laatste groep te moeten meebetalen

aan de gescheiden inzameling van

consumentenverpakkingen. BVNL

maakt dit onderscheid wel en is voor

bedrijfsverpakkers daarom de meest

geschikte partner.

BVNL richt zich exclusief op bedrijven

in de b-2-b-sfeer, ofwel op bedrijven

die voornamelijk (meer dan 80%)

bedrijfsverpakkingen op de markt

brengen. U betaalt dan geen cent te

veel.

Consumentenverpakkingen of bedrijfsverpakkingen: een groot verschilZoals gezegd, het Besluit is van toepassing op alle

verpakkingen en iedereen die verpakte producten op de

markt brengt, klein of groot. Toch maakt het wel degelijk

uit of u (voornamelijk) consumentenverpakkingen of (voor-

namelijk) bedrijfsverpakkingen op de markt brengt.

Bedrijfsverpakkingen: een gesloten systeemBij bedrijfsverpakkingen levert u verpakte producten in de

b-2-b sfeer en laat uw afnemer het verpakkingsmateriaal

naar materiaal gescheiden door een afvalinzamelaar als

bedrijfsafval afvoeren en verwerken. Uw afnemer betaalt

hiervoor de rekening. We spreken van een gesloten

systeem omdat de materiaalstromen worden ingezet voor

materiaalhergebruik en nuttige toepassing. In geval van

export gelden de regels van het land van aankomst.

Consumentenverpakkingen: een open systeemBedrijven die consumentenverpakkingen in omloop bren-

gen hebben te maken met een complexere inzamelings-

structuur. Immers, consumentenverpakkingen komen

bij particulieren via het reguliere huisvuil (maar deels

ook als zwerfafval) bij de gemeenten terecht, die voor

de verwerking opdraaien en daarom aan de verpakkers

van consumentenproducten een geldelijke vergoeding

vragen. Slechts een deel van dit verpakkingsafval wordt

gescheiden ingezameld en afgevoerd: het systeem is niet

gesloten. De problematiek rondom zwerfafval is geen

onderwerp voor bedrijfsverpakkers, omdat de herkomst

van het verpakkingendeel in zwerfafval enkel consumen-

tenverpakkingen betreft.

Welke concrete voordelen heeft een lidmaatschap van de BVNL?

• De laagste tarieven voor aansluiting Doordat de organisatie van BVNL zeer klein en effi ciënt wordt

gehouden zijn de gehanteerde tarieven de laagst mogelijke.

• De laagste administratieve lasten voor het MKB

Voor bedrijven die minder dan 15.000 kg verpakkingen op de

markt brengen, geldt bij BVNL een rapportage op basis van

vrijwilligheid (geen rapportageverplichting); voor bedrijven

met meer dan 15.000 kg is een eenvoudige aanlevering van

de gegevens via de website van BVNL mogelijk.

• Geen verwijderingsbijdrage voor kleine percentages consumentenverpakkingen

BVNL gaat er van uit dat de doelstellingen van het Besluit

met alleen de bedrijfsverpakkingen worden behaald. Daarom

is geen verwijderingsbijdrage nodig voor bedrijven die een

klein deel (minder dan 20%) consumentenverpakkingen op de

markt zetten. Als deelnemer zult u dus niet gefactureerd wor-

den voor een afdracht aan gemeenten voor het ophalen van

hun deel consumentenverpakkingen in huishoudelijk afval.

• Geen kruisfi nanciering Bij BVNL hoeft u niet bang te zijn dat u meebetaalt aan de

verpakkingsproblemen van consumentenverpakkers. Bij de

uitvoering van bijvoorbeeld preventieprojecten door BVNL

zullen de kosten gedragen worden door de sectoren waarop

het project van toepassing is.

• Krachtige belangenbehartiging BVNL waarborgt het belang van bedrijfsverpakkers zowel bij

de overheid als bij andere belanghebbenden, met name als

het gaat over uitvoering en eventuele wijzigingen in toekom-

stige regelgeving. U heeft als deelnemer van BVNL direct

zeggenschap over het beleid van de stichting en dus over uw

belang als bedrijfsverpakker.

Tarieven en lidmaatschap 2006-2007Het lidmaatschap en de kosten voor

deelname voor het jaar 2006-2007

zijn als volgt vastgesteld.

€ 35,= voor bedrijven met minder

dan 15.000 kg verpakkingen nieuw

op de Nederlandse markt;

€ 180,= voor bedrijven met meer

dan 15.000 kg verpakkingen nieuw

op de Nederlandse markt.

Voor ondernemingen die via een

koepel- of brancheorganisatie lid

worden is een kortingsregeling van

toepassing.

Maak de juiste keuze

Page 12: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

houtwijzer

bouwen

Centrum Hout heeft een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het opstellen van de opgenomen gegevens, maar is niet verantwoordelijk voor eventuele onjuiste informatie. De gebruiker aanvaardt daarvoor het risico. Deze uitgave is mogelijk gemaakt door de Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen te Almere.

Deze publicatie is een uitgave van:Centrum HoutPostbus 13501300 BJ ALMEREWesteinde 81334 BK ALMERE-BUITENTel.: 036-5329821Fax: 036-5329571Internet: ww.centrum-hout.nlE-mail: [email protected]

© Centrum Hout 2007

Meer informatieVoor meer informatie over hout en houttoepassingen wordt verwezen naar www.houtinfo.nl en publicaties en andere artikelen die bij Centrum Hout verkrijgbaar zijn. Vraag het Publicatieoverzicht aan voor een overzicht van het totale aanbod dat varieert van eigen brochures en prospectussen tot uitvoerige brochures en boekwerken die niet alleen door Centrum Hout, maar ook door andere instellingen worden uitgegeven.

Vragen en bestellingenTel.: Houtinformatielijn, 0900 - 5329946 (45 cpm) Voor specifieke technische vragen is op de volgende dagen

een technisch medewerker aanwezig: maandag van 09.00 - 12.00 uur en 13.30 - 16.30 uur dinsdag t/m donderdag van 10.00 - 12.00 uurFax: 036 - 5329571E-mail: [email protected]: www.centrum-hout.nl/shopPost: Centrum Hout, Postbus 1350, 1300 BJ Almere

Fotografie: www.johnlewismarshall.com

Art

ikel

num

mer

: 100

012

geveldelen die minder dan 30 minuten brandwerend zijn. Bij brandwerende kozijnen van ≥ 30 minuten is de brandvoort-plantingseis niet meer relevant.

Er is natuurlijk geen probleem met gevels van brandvoorplantingsklasse slechter dan 2 als daarachter slechts één brandcomparti-ment aanwezig is. Brandveiligheidsdeskundi-gen zijn verder van mening dat klasse 2 niet altijd nodig is om het brandtraject via de buitengevel te beperken. De brandoverslag hangt namelijk sterk af van de onderlinge posities van de openingen van verschillende brandcompartimenten in het gevelvlak. Hierover zijn echter geen algemene uitspraken te doen, aangezien dit van vele factoren afhangt. Op basis van het ‘gelijk-waardigheidsprincipe’ van het Bouwbesluit dient te worden aangetoond dat men van de in NEN 6068 gestelde eis kan afwijken. Hier moet maatwerk worden geleverd, waarbij een deskundig ingenieursbureau van dienst kan zijn.

VluchtwegenVoor het bruikbaar blijven van vluchtwegen mag zich daar niet snel brand ontwikkelen. De materialen moeten derhalve voldoen aan de strengere voorwaarden inzake de bijdrage tot brandvoortplanting: brand- en rookvrije vluchtroute en rookvrije route van een subbrandcompartiment:• Besloten ruimte: Eurobrandklasse B of

NL-brandklasse 2• Niet-besloten ruimte (zoals open

galerijen): Eurobrandklasse C of NL-brandklasse 2.

Voor gevangenissen gelden gewoonlijk zwaardere eisen dan hierboven. Voor deuren, ramen en kozijnen is altijd Eurobrand klasse D of NL-brandklasse 4 van toepassing.

Prestaties massief houtDe brandklasse van houten wand- en plafondproducten is van vele zaken afhankelijk, zoals afmetingen, afwerkingen, vorm en oppervlakteruwheid. TNO-onderzoek heeft een zeer sterke relatie tussen volumieke massa en brand prestaties aangetoond. Dat leidt tot de volgende indeling in Nederlandse brandklasses van massief hout:> 560 kg/m3 4560-790 kg/m3 3> 790 kg/m3 2.

TNO stelde vast dat meranti > 540 kg/m3 in brandvoortplantingsklasse 2 valt.

EuroklassenOver enkele jaren is CE-markering verplicht voor massief houten gevelbekleding. De norm daarvoor is EN 14915. Voor opname daarin zijn in Europees verband testen uitgevoerd voor het vastleggen van waarden die men standaard mag aanhouden voor het brandgedrag. Vastgesteld is dat bij geventileerde gevelbekleding een houtsoort van minimaal 390 kg/m3 voldoet aan Eurobrandklasse D-s2. Voorwaarde: het profiel is minimaal 18 en nergens minder dan 12 mm dik. Nederlandse handelaren in western red cedar lieten onderzoek uitvoeren door het Centrum voor Brandveiligheid van TNO. Daaruit blijkt dat halfhouts rabat western red cedar van minimaal 22 mm dik eveneens voldoet aan klasse D-s2. Of met zwaardere houtsoorten is te voldoen aan Eurobrandklasse C, verdient nog onderzoek. Brandvertragend behandeld zijn houtproducten in NL-brandklasse 2 of Eurobrandklasse B te krijgen.

Prestaties houtachtige plaatmaterialenPlaatmaterialen hebben al CE-markering. Hierop zijn dus uitsluitend de Eurobrandklassen van toepassing. De fabrikant moet in CE-kader een uitspraak doen over de brandklasse. De plaatmaterialennorm NEN-EN 13986 geeft waarden die zonder aanvullende testen mogen worden aangehouden; zie tabel 4. Plaatmaterialen die niet voldoen aan de voorwaarden van volumieke massa en minimumdikte, moet de fabrikant hebben getest volgens EN 13501-1. hout en brand

VOORSCHRIFTEN BELOOPBARE OPPERVLAKKEN EN GEVELSHet Bouwbesluit stelt eisen aan de brandeigenschappen van bouwmaterialen om de kans op het ontstaan en de snelle ontwikkeling van brand te beperken; en mensen moeten voldoende vluchttijd krijgen.In de bouwregelgeving staan de eisen aan brandeigenschappen van materialen onder de begrippen ‘bijdrage tot de brandvoortplanting’ en ‘rookproductie’. Door de CE-markering op bouwproducten komen steeds vaker de Engelse benamingen bij de geleverde product-informatie voor: ‘reaction to fire’ en ‘smoke production’. Zowel het Nederlandse als Europese systeem maakt onderscheid tussen de bovenkant van vloeren en andere toepassingen (wand- en plafondoppervlakken).

De brandvoorschriften gelden voor vloeren,

trappen en helling-banen. Atrium

Minkema College Woerden; ontwerp:

Jeanne Dekkers Archi-tectuur Delft.

Tabel 4. Brandgedrag plaatmaterialen conform NEN-EN 13501-1 (Euroklassen)Materiaal Minimale volumieke massa Minimum-dikte (mm) Brand- en rookklasse

(excl. vloeren)Brand- en rookklasse

vloeren

OSB 600 9 D-s2 Dfl-s1

Spaanplaat 600 9 D-s2 Dfl-s1

Hardboard 900 6 D-s2 Dfl-s1

Zachtboard 250 9 E Efl

MDF 600 9 D-s2 Dfl-s1

Cementgebonden spaanplaat 1.000 10 B-s1 Bfl-s1

Triplex 400 9 D-s2 Dfl-s1

Massieve houtplaten 400 12 D-s2 Dfl-s1

Hout_en_Brand.indd 1Hout_en_Brand.indd 1 04-01-2007 12:14:0504-01-2007 12:14:05

Page 13: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

met een minimumdikte van 28 mm ruim voldoen aan brandklasse Cfl-s1: ze mogen daardoor worden toegepast in vluchtwegen als galerijen. Let op: om te voldoen aan de eisen aan de brandwerendheid kan een grotere dikte van de dekdelen noodzakelijk zijn. De uitkomst maakt aannemelijk dat veel meer houtsoorten Cfl halen. Daarom wordt bekeken om TNO een testprogramma te laten verrichten, teneinde op basis van volumieke massa en houtdikte tot algemene uitspraken te komen over het voldoen aan de eisen van Cfl en wellicht Bfl.

Gevels

Bouwbesluit-eisenAls basiseis geldt voor alle constructieonderdelen aan de buitenlucht ten minste Eurobrandklasse D of NL-brand-klasse 4. Bij hoge gebouwen heeft branduitbreiding via de buitenzijde van gevels speciale aandacht, omdat de brandweer vanaf een bepaalde hoogte niet meer kan blussen. Daarom is op het deel boven 13 m hoogte de zwaardere eis van Eurobrandklasse B of NL-brandklasse 2 van toepassing. Datzelfde geldt voor het onderste geveldeel van gebouwen bij het aansluitende terrein wegens ‘vuurtje stoken’. Heeft een gebouw een verblijfsgebied met een vloer hoger dan 5 m boven meetniveau, dan moet de onderste 2,5 m van de gevelconstructie voldoen aan Eurobrandklasse B of NL-brandklasse 1. Dat geldt niet voor woningen met een gebruiksoppervlak < 500 m2, niet gelegen in een woon-gebouw.

Aanvullende eisen via NEN 6068Het Bouwbesluit kan aanvullende eisen stellen aan de brandvoortplantingsklasse van gevelmaterialen via de norm NEN 6068 (Bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten). Bij de bepaling van de weerstand tegen brandoverslag (WBO) via gevels geldt als voorwaarde dat het buitenoppervlak van de gevel moet

voldoen aan klasse 2.De bepalingsmethode conform NEN 6068 gaat er vanuit dat warmte-straling het enige overdrachtsmechanisme is voor het ontstaan van brand. Andere mogelijkheden om vanuit de ene naar een andere gevelopening branduitbreiding te hebben worden uitgesloten, dus ook langs het geveloppervlak. Bij een brandvoortplantingsklasse van 2 of beter wordt aangenomen dat brand via vlamuitbreiding niet optreedt. Of de gestelde voorwaarde in de norm terecht is, is sterk te betwijfelen, want recent Fins onderzoek (VTT Working Papers 32, ‘Fire Safety of Wooden Facades in Residential Suburb Multi-Storey Buildings’, VTT Building and Transport, Espoo 2005) concludeert dat de invloed van het gevelmateriaal op de snelheid van brandoverslag en op de algehele brandveiligheid van een gebouw verwaarloosbaar klein is. Onder gevelopening worden in dit verband verstaan alle

Europese brandklassenPer 1 september 2005 is het Bouwbesluit 2003 herzien, en daarin ook de brandeisen. Er gelden nu verschillende eisen voor producten met of zonder CE-markering. Producten mét moeten voldoen aan een Eurobrandklasse volgens NEN-EN 13501-1 (Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen - Deel 1: Classificatie op grond van resultaten van beproeving van het brandgedrag). Producten zónder moeten óf voldoen aan een Nederlandse brandklasse volgens NEN 1775 (Bepaling van de bijdrage tot brandvoortplanting van vloeren) óf aan een Eurobrandklasse.Om het gebruik van de Euroklassen mogelijk te maken, is in de wijziging op de Regeling Bouwbesluit een transpone-ringstabel geïntroduceerd; zie tabel 1. Hieruit is af te lezen welke Eurobrandklasse geldt, gerelateerd aan de brand- en rookklassen van het Bouwbesluit, die zijn vastgesteld volgens de Nederlandse normen. In 2008 wordt de CE-markering van houten vloeren, parket en wand-, plafond- en gevelbekledingen verplicht, waarmee het belang en het gebruik van de Euroklassen toenemen. Er worden haast geen testen meer uitgevoerd volgens de Nederlandse normen. De basis-normen voor CE-markering zijn NEN-EN 14342 (Houten vloeren - Eigenschappen, conformiteits beoordeling en merken), NEN-EN 14915 (Wand- en gevelbekleding van massief hout - Eigenschappen, conformiteits beoordeling en merken) en ten slotte de plaatmaterialennorm NEN-EN 13986 (Houtachtige plaatmaterialen voor gebruik in de bouw - Eigenschappen, conformiteitsbeoordeling en merken).

RookontwikkelingNaast de klassering voor ontstaan en uitbreiding van brand moet ook informatie over de klassering voor rookontwikkeling bekend zijn. Daarvoor worden drie klassen onderscheiden:• s1: Geringe rookproductie• s2: Gemiddelde rookproductie• s3: Grote rookproductie.

A1-geclassificeerde bouwproducten kennen per definitie geen rook-ontwikkeling. Voor de brandklassen E en F is geen relatie met een rookklasse mogelijk.

Beloopbare oppervlakken van vloeren, trappen en hellingbanen

Bouwbesluit-eisenOngeacht de eis aan de brandvoortplantingsklasse geldt voor de vloerafwerking in besloten ruimten de Nederlandse rookeis van max. 10 m-1 of de Europese rookklasse s1fl. Basiseis voor alle beloop-bare oppervlakken is ten minste Eurobrandklasse Dfl of de Nederlandse brandklasse T3. Voor het bruikbaar blijven van vlucht-wegen mag zich daar niet snel brand ontwikkelen. De materialen moeten derhalve voldoen aan de strengere voorwaarden inzake de bijdrage tot brandvoortplanting. Voor de vloerafwerking van zowel besloten en niet-besloten rookvrije vluchtroutes in slaapgebouwen als besloten en niet-besloten brand- en rookvrije vluchtroutes in alle gebouwen geldt Eurobrand klasse Cfl of de Nederlandse brand-klasse T1.Een niet-besloten ruimte is gedefinieerd als een ruimte waarvan bij eventuele brand de capaciteit van rookafvoer en luchttoevoer voldoende is om daar altijd doorheen te kunnen vluchten zonder de adem te hoeven inhouden, zoals open houten galerijen langs een gebouw.

PrestatiesDe brandklasse van een houten vloeroppervlak is afhankelijk van diverse aspecten. Het belangrijkst zijn de volumieke massa, dikte en eventuele afwerking.

Nederlandse brandklassenHouten vloeren voldoen aan de Nederlandse brandklasse T3. Een regelmatig voorkomende vraag is echter welke houtsoorten voldoen aan brandklasse T1 volgens NEN 1775. Hiervoor zijn nauwelijks testen beschikbaar, en nieuwe proefnemingen zijn niet meer zinvol door de overschakeling op Euroklassen. In overleg met het Centrum voor Brandveiligheid van TNO is evenwel vastgesteld dat de bij NEN 1775 gehanteerde test aanzienlijk lichter is dan die voor de brandklassenindeling volgens NEN 6065 (Bepaling van de bijdrage tot brandvoortplanting van bouwmateriaal (combi-naties)). Wanneer een houtsoort ruim in klasse 2 valt volgens NEN 6065, is het zeer aannemelijk dat hij voldoet aan brandklasse T1. Houtsoorten met een soortelijk gewicht boven 790 kg/m3 vallen in NL-brandklasse 2. Indien een soort echter tegen klasse 3 aanhangt, voldoet deze mogelijk net niet aan T1. Daarnaast zij opgemerkt dat een afwerking met olie of lak het brandgedrag zowel positief als negatief sterk kan beïnvloeden. Nogmaals zij gesteld dat in vluchtwegen tegenwoordig ook Euroklasse Cfl voldoet.

Europese brandklassenNEN-EN 14342 geeft op basis van vele uit gevoerde testen een tabel van aan te houden waarden, zonder dat de producent aanvullende proeven hoeft uit te voeren. Haalt een product de randvoorwaarden niet, dan zijn testen noodzakelijk overeenkomstig EN 13501-1; zie tabel 3.

Bilinga en niové dekdelenOnlangs heeft de Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen (VVNH) bilinga en niové dekdelen laten testen bij het Centrum voor Brandveiligheid van TNO. De volumieke massa is resp. circa 750 kg/m3 en circa 850 kg/m3. Resultaat is dat de dekdelen

Boven 13 m hoogte geldt de zwaardere Euro-brandklasse B of NL-brandklasse 2, voor de eerste 2,5 m B of NL-brandklasse 1 en voor de vluchtwegen (open galerijen) C of NL-brandklasse 2.Woongebouw de Groene Haven Delft; ontwerp: KCAP Rotterdam.

Vloeren van zwaarder hout dragen beperkt bij aan brand. Cumaru (1.050 kg/m3) in Muziekgebouw aan ’t IJ Amsterdam; ontwerp: 3x Nielsen Århus, Denemarken.

Voor woningen met een gebruiksoppervlak < 500 m2, niet gelegen in een woongebouw, geldt Eurobrandklasse D of NL-brandklasse 4. Floriande Hoofddorp; ontwerp: SeARCH Amsterdam.

BrandklassenZowel voor vloeroppervlakken als niet-vloeroppervlakken bestaan zeven Eurobrandklassen: A1, A2, B, C, D, E en F. Bij vloeren staat er achter iedere klasse in subscript fl (= floor).A1 is de hoogste klasse: de producten die hierin vallen, leveren geen enkele bijdrage aan een brand. Producten met een zeer geringe brandbare component vallen in A2 enzovoorts. Wanneer een product niet is getest of niet voldoet aan klasse E, wordt het ingedeeld in F. Zie tabel 2.

Tabel 2. Europese brandclassificatie vloerafwerkingenEuroklasse Rookklasse Brandbijdrage Praktijk Voorbeeld

A1fl N.v.t. Geen Niet brandbaar Natuursteen, tegels

A2fl s1 of s2 Nauwelijks Praktisch niet brandbaar Natuursteen, tegels

Bfl s1 of s2 Heel beperkt Heel moeilijk brandbaar Pvc, sommige textiele vloerbedekking

Cfl s1 of s2 Gemiddeld Brandbaar Vloeren van zwaarder hout

Dfl s1 of s2 Hoog Goed brandbaar Meeste houten vloeren

Efl - Zeer hoog Zeer brandbaar Sommige kunststof vloeren

Ffl - Niet bepaald Uiterst brandbaar Geen eigenschap vastgesteld

Tabel 1. Transponeringstabel uit de wijziging op Regeling Bouwbesluit (sept. 2005)Nederlandse brand- en rookklassen Euroklassen

NEN 1775 NEN 6065 NEN 6066* NEN-EN 13501-1

Brandklasse (bijdrage tot brandvoortplanting) Rookklasse Brandklasse (materiaalgedrag bij brand) Rookklasse

Beloopbaar vlak (vloer, trap, hellingbaan)

Niet-beloopbaar vlak (wand, plafond)

Onbrandbaar (nu volgens NEN 6064**)

A1 of A1fl

T1 Max. 10 m-1 Cfl s1fl

T2 Max. 10 m-1 Cfl s1fl

T3 Dfl s1fl

Niet-besloten vluchtroute

1 - B -

2 - C -

Andere toepassingen

1 Max. 10 m-1 B s2

2 Max. 10 m-1 B s2

3 Max. 10 m-1 C s2

4 Max. 10 m-1 D s2

* Bepaling van de rookproductie bij brand van bouwmateriaal(combinaties).** Bepaling van de onbrandbaarheid van bouwmaterialen.

Tabel 3. Brandgedrag houten vloeren, traptreden en hellingbanen conform NEN-EN 13501-1 (Euroklassen)De tabel geldt ook voor traptreden en hellingbanen.

Product1 Omschrijving3 Vol. massa4

(kg/m3)Min. dikte (mm)

Eindgebruikstoestand Brand klasse

Vloerdelen en parket

Massief eiken of beuken met oppervlak-afwerking

Eiken: 650Beuken: 680

8 Gelijmd op ondergrond5 Cfl-s1

Massief eiken, beuken of vuren met oppervlak-afwerking

Eiken: 650Beuken: 680Vuren: 450

20 Met/zonder ventilatieruimte eronder Cfl-s1

Ander massief hout met oppervlak afwerking 390 8 Zonder ventilatieruimte eronder Dfl-s1

390 20 Met/zonder ventilatieruimte eronder Dfl-s1

Parket Meerlaags met eiken toplaag (min. 5 mm dik) en oppervlak afwerking

650 (toplaag) 10 Gelijmd op ondergrond3 Cfl-s1

650 (toplaag) 142 Met/zonder ventilatieruimte eronder Cfl-s1

Meerlaags met toplaag in andere houtsoort en oppervlak afwerking

500 8 Gelijmd op ondergrond5 Dfl-s1

500 10 Zonder ventilatieruimte eronder Dfl-s1

500 142 Met/zonder ventilatieruimte eronder Dfl-s1

Gefineerde vloer Fineerlaag met oppervlak afwerking 800 62 Zonder ventilatieruimte eronder Dfl-s1

1 Overeenkomstig NEN-EN-ISO 9239-1 (Bepaling van het brandgedrag van vloerbedekkingen - Deel 1: Bepaling van het brandgedrag met gebruik van een warmte-stralingsbron) op een onderlaag van ten minste klasse D-s2,d0 en met een minimale volumieke massa van 400 kg/m3.

2 Tussenlaag van minimaal klasse E en maximaal 3 mm dik mag worden toegevoegd in toepassingen zonder ventilatieruimte eronder.3 Type en hoeveelheid middelen in afwerkproducten zijn acryl, polyurethaan of zeep (50-100 g/m2), en olie (20-60 g/m2).4 Bepaald overeenkomstig NEN-EN 13238 (Beproeving van de bijdrage tot de brandvoortplanting van bouwmaterialen - Conditionerings procedures en algemene

regels voor de keuze van ondergronden).5 Ondergrond ten minste klasse A2-s1,d0.

Hout_en_Brand.indd 2Hout_en_Brand.indd 2 04-01-2007 12:14:1004-01-2007 12:14:10

Page 14: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

Centrum Hout heeft een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het opstellen van de opgenomen gegevens, maar is niet verantwoordelijk voor eventuele onjuiste informatie. De gebruiker aanvaardt daarvoor het risico. Deze uitgave is mogelijk gemaakt door de Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen te Almere.

Deze publicatie is een uitgave van:Centrum HoutPostbus 13501300 BJ ALMEREWesteinde 81334 BK ALMERE-BUITENTel.: 036-5329821Fax: 036-5329571Internet: ww.centrum-hout.nlE-mail: [email protected]

© Centrum Hout 2006

Meer informatieVoor meer informatie over hout en houttoepassingen wordt verwezen naar de website www.houtinfo.nl en publicaties en andere artikelen die bij Centrum Hout verkrijgbaar zijn. Vraag het Publicatieoverzicht aan voor een overzicht van het totale aanbod dat varieert van eigen brochures en prospectussen tot uitvoerige brochures en boekwerken die niet alleen door Centrum Hout, maar ook door andere instellingen worden uitgegeven.

Vragen en bestellingenTel.: Houtinformatielijn, 0900 - 5329946 (45 cpm) Voor specifieke technische vragen is op de volgende dagen

een technisch medewerker aanwezig: maandag van 09.00 - 12.00 uur en 13.30 - 16.30 uur dinsdag t/m donderdag van 10.00 - 12.00 uurFax: 036 - 5329571E-mail: [email protected]: www.centrum-hout.nl/shopPost: Centrum Hout, Postbus 1350, 1300 BJ Almere

Fotografie: Wood for Good, Engeland

Art

ikel

num

mer

: 100

021

Art

ikel

num

mer

: 100

021

Hout kan visueel of met behulp van een machine op sterkte worden gesorteerd.

Machinaal sorterenIn het verleden werd hout altijd visueel gesorteerd. Inmiddels zijn er echter vele machines die hout snel en betrouwbaar op sterkte sorteren op basis van het bekende verband tussen de buigsterkte en de elasticiteitsmodulus van een stuk hout. Na een visuele controle wordt bij veel machines ieder deel mechanisch belast. Aan de hand van de doorbuiging en de daarvoor benodigde kracht wordt het stuk hout ingedeeld in een sterkteklasse. Er bestaan tegenwoordig ook machines die gebruik maken van het verband tussen de demping van een in het hout gebrachte trilling en de mechanische eigenschappen en machines waarbij kwasten en andere gebreken worden bepaald via fotoherkenning en dergelijke. Tevens zijn er machines die deze twee technieken combineren.

Visueel sorterenBij visueel sorteren gaat men uit van een bepaalde kwaliteitsklasse van een houtsoort en de uit onderzoek bekende relatie daarmee met een sterkteklasse. Goed opgeleide sorteerders weten precies welke onvolkomenheden in aard, frequentie en omvang per sterkteklasse mogen voorkomen. Belangrijke kenmerken daarbij zijn de kwasten en het draadverloop.

Toewijzing van sterkteklassen aan visuele sorteringsklassen De toewijzing van een sterkteklasse aan een bepaalde houtsoort van een bepaalde kwaliteit gebeurt op basis van onderzoek volgens de daarvoor geldende Europese normen. Hierbij worden van minstens 40 balken van een bepaalde houtsoort en kwaliteitsklasse de volumieke massa, de buigsterkte en de stijfheid bepaald. Dit is voldoende om de sterkteklasse te bepalen. De karakteristieke waarden van de buigsterkte, de elasticiteitsmodulus en de volumieke massa van de partij moeten daarbij gelijk of groter zijn dan de corresponderende waarden van de betreffende sterkteklasse. De karakteristieke waarde voor buigsterkte en volumieke massa wordt gedefinieerd als de waarde met een onderschrijdingskans van 5%. Dit betekent dat bij de proefresultaten 5% van de balken zwakker en 95% sterker is dan de karakteristieke waarde. Voor de elasticiteitsmodulus geldt dat de karakteristieke waarde wordt bepaald als het gewogen gemiddelde van de steekproef. Na vaststelling van de sterkteklasse kan men gebruik maken van alle bij de sterkteklasse behorende mechanische eigenschappen. De relaties tussen de verschillende mechanische eigenschappen zijn namelijk in het verleden door onderzoek vastgesteld. Op basis van het aantal proefstukken moet wel een voorgeschreven reductiefactor op de karakteristieke waarden worden toegepast. Bij 40 proefstukken is deze 0,78. Bij een groter aantal proefstukken wordt de reductiefactor hoger en gaat uiteindelijk naar 1 (400 proefstukken).

Vorenstaande tabel geeft de relatie weer tussen visuele sorteerklassen en de sterkteklasse van diverse houtsoorten. Indien deze informatie niet voldoende is, kan men eventueel NEN-EN 1912 (Hout voor constructieve toepassingen - Sterkteklassen - Toewijzing van visuele sorteringsklassen en houtsoorten) raadplegen. Daarin zijn tabellen opgenomen die de relatie weergeven tussen nationale sorteerklassen en de Europese sterkteklassen. In onderstaande tabel zijn de gegevens van enkele loofhoutsoorten uit NEN-EN 1912 overgenomen. De visuele sortering (HS) dient men echter uit te voeren overeenkomstig de Britse norm BS 5756 (Specification for Visual strength grading of hardwood). Veel houtsoorten zijn ingedeeld op basis van een kwaliteit gegeven in NPR 5493 (‘Praktijkrichtlijn: Kwaliteitsrichtlijnen voor loofhout in waterbouwkundige werken’). Afhankelijk van het herkomstgebied moet het hout voor de relevante toepassingscategorie voldoen aan de gegeven visuele kenmerken voor (sub-)tropisch loofhout of Europees loofhout. Belangrijke kenmerken daarbij zijn een draadverloop van maximaal 1:10 en een kwastaandeel van maximaal 0,2 voor (sub-)tropisch loofhout en 0,3 voor Europees loofhout.

De website www.ahec-europe.org geeft nog informatie over de sterktecijfers voor Amerikaans wit eiken, Amerikaans rood eiken, Amerikaans essen en tulpenboomhout (American tulipwood). Omdat drie van de vier houtsoorten niet goed pasten binnen een bepaalde sterkteklasse is de informatie per sterkte-eigenschap gegeven. Het hout moet daarbij voldoen aan de sorteerklasse TH1 van de Britse norm BS 5756.

Page 15: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

houtwijzer

bouwen

sterktegegevens van hout

houtwijzer

bouwen

STERKTEKLASSEN VOOR GEZAAGD EN GELAMINEERD HOUTVeel hout wordt toegepast in bouwkundige constructies, waarvoor berekeningen volgens de bouwvoorschriften nodig zijn. Voor het berekenen en maken van houtconstructies moet de sterkteklasse van het toe te passen hout bekend zijn. Met ingang van 2003 zijn in Nederland de Europese sterkteklassen volgens NEN-EN 338 (Hout voor constructieve toepassingen - Sterkteklassen) in gebruik. Een sterkteklasse wordt daarbij aangeduid met de letter C voor naaldhout en D voor loofhout, gevolgd door een getal (bijvoorbeeld C18). Dat getal komt overeen met de representatieve waarde voor de buigsterkte evenwijdig aan de vezel van de sterkteklasse. NEN 6760 (TGB Houtconstructies) onderscheidt in totaal 18 verschillende sterk-teklassen. Ook voor gelamineerd hout is een indeling in sterkte klassen gemaakt. Deze klassen zijn vastgelegd in NEN 6760 en NEN 6763 (Gelamineerd hout - Producteigenschappen en bepalingsmethoden). Hier wordt de lettercombinatie GL gebruikt. Voor gelamineerd hout zijn 8 klassen opgesteld, waarbij een opsplitsing is gemaakt voor ‘homogeen’ (h) en ‘gecombineerd’ (c) gelamineerd hout.

Page 16: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

Representatieve waardenDe waarden genoemd in een sterkteklasse zijn zogenaamde representatieve waarden van de materiaaleigenschappen. Deze waarden vormen het vertrekpunt van de constructeur om de rekenwaarde van het materiaal te bepalen. De representatieve waarde wordt daarbij gedeeld door een materiaalfactor en vervolgens vermenigvuldigd met modificatiefactoren voor klimaat, belastingduur en balkhoogte. De materiaalfactor is afhankelijk of toetsing plaats vindt op de uiterste grenstoestand of bruikbaarheidsgrenstoestand. De uiterste grenstoestand is het moment waarop het hout bezwijkt. De bruikbaarheidsgrenstoestand is de grens tussen het gebied waar de constructie bruikbaar is en het gebied waar de constructie niet meer aan de functie-eisen kan voldoen, bijvoorbeeld door een te grote doorbuiging. In de onderstaande tabellen zijn de representatieve waarden vermeld. Hierbij gelden de volgende symbolen:

fm;0;rep buigsterkte evenwijdig aan de vezelE0;ser;rep elasticiteitsmodulus evenwijdig aan de vezel in de bruikbaarheidsgrenstoestand ρrep volumieke massaft;0;rep treksterkte evenwijdig aan de vezelft;90;rep treksterkte loodrecht op de vezelfc;0;rep druksterkte evenwijdig aan de vezelfc;90;rep druksterkte loodrecht op de vezelfv;0;rep schuifsterkteE0;u;rep elasticiteitsmodulus evenwijdig aan de vezel in de uiterste grenstoestand E90;ser;rep; naaldhout elasticiteitsmodulus loodrecht op de vezel bij naaldhoutE90;ser;rep; loofhout elasticiteitsmodulus loodrecht op de vezel bij loofhoutGser;rep afschuivingmodulus.

Sterkteklassen met materiaaleigenschappen voor gezaagd populierenhout en naaldhout (NEN 6760)Eigenschap C14 C16 C18 C20 C22 C24 C27 C30 C35 Eenheid

fm;0;rep 14 16 18 20 22 24 27 30 35 N/mm2

E0;ser;rep 7000 8000 9000 9500 10000 11000 11500 12000 13000 N/mm2

ρrep 290 310 320 330 340 350 370 380 400 kg/m3

ft;0;rep 8 10 11 12 13 14 16 18 21 N/mm2

ft;90;rep 0,4 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,6 0,6 0,6 N/mm2

fc;0;rep 16 17 18 19 20 21 22 23 25 N/mm2

fc;90;rep 2,0 2,2 2,2 2,3 2,4 2,5 2,6 2,7 2,8 N/mm2

fv;0;rep 1,7 1,8 2,0 2,2 2,4 2,5 2,8 3,0 3,4 N/mm2

E0;u;rep 4700 5400 6000 6400 6700 7400 7700 8000 8700 N/mm2

E90;ser;rep; naaldhout 230 270 300 320 330 370 380 400 430 N/mm2

Gser;rep 440 500 560 590 630 690 720 750 810 N/mm2

Sterkteklassen met materiaaleigenschappen voor gezaagd hout (NEN 6760)Eigenschap D30 D35 D40 D50 D60 D70 Eenheid

fm;0;rep 30 35 40 50 60 70 N/mm2

E0;ser;rep 10000 10000 11000 14000 17000 20000 N/mm2

ρrep 530 560 590 650 700 900 kg/m3

ft;0;rep 18 21 24 30 36 42 N/mm2

ft;90;rep 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 N/mm2

fc;0;rep 23 25 26 29 32 34 N/mm2

fc;90;rep 8,0 8,4 8,8 9,7 10,5 13,5 N/mm2

fv;0;rep 3,0 3,4 3,8 4,6 5,3 6,0 N/mm2

E0;u;rep 8000 8700 9400 11800 14300 16800 N/mm2

E90;ser;rep; loofhout 640 690 750 930 1130 1330 N/mm2

Gser;rep 600 650 700 880 1060 1250 N/mm2

Sterkteklassen met materiaaleigenschappen voor gelamineerd hout met homogene opbouw

Eigenschap GL 24h GL 28h GL 32h GL 36h Eenheid

fgl;m;0;rep 24 28 32 36 N/mm2

Egl;0;ser;rep 11600 12600 13700 14700 N/mm2

ρgl;rep 380 410 430 450 kg/m3

fgl;t;0;rep 16,5 19,5 22,5 26 N/mm2

fgl;t;90;rep 0,4 0,45 0,5 0,6 N/mm2

fgl;c;0;rep 24 26,5 29 31 N/mm2

fgl;c;90;rep 2,7 3,0 3,3 3,6 N/mm2

fgl;v;0;rep 2,7 3,2 3,8 4,3 N/mm2

Egl;0;u;rep 9400 10200 11100 11900 N/mm2

Egl;90;ser;rep 390 420 460 490 N/mm2

Ggl;ser;rep 720 780 850 910 N/mm2

Page 17: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

Indeling van hout in een sterkteklasse

Relaties tussen visuele sorteringen en de sterkteklassen van houtsoortenHandelsnaam Botanische naam Herkomstgebied

proefstukkenSterkteklasse

NEN 6760Kwaliteitsklasse / norm

Andira (sucupira vermelho) 1) Andira spp Brazilië D30 Tropisch / NPR 5493

Angelim vermelho 2) Dinizia excelsa Brazilië D50 Tropisch / NPR 5493

Azobé 4) Lophira alata West-Afrika D60 Tropisch / NPR 5493

Bangkirai 3) Shorea spp Indonesië D50 Tropisch / NPR 5493

Basralocus 2) Dicorynia spp Suriname C22 Tropisch / NPR 5493

Bilinga Nauclea diderrichii West- en Centraal Afrika D35 Tropisch / NPR 5493

Cumaru 2) Dypteryx spp Brazilië D60 Tropisch / NPR 5493

Cupiuba (kopie) 1) Goupia glabra Brazilië D35* Tropisch / NPR 5493

Douglas, Europees 2) Pseudotsuga menziesii Europa C22 A/B / NEN 5468

Douglas, Europees 2) Pseudotsuga menziesii Europa C18 C / NEN 5468

Eiken, Pools 2) Quercus petraea Polen C24 Europees / NPR 5493

Eiken, Midden-Europees 3) Quercus petraea Midden-Europa C20 A/B / NEN 5477

Gonçalo Alves (muiracatiara) 1) Astronium lecointei Ducke Brazilië D40 Tropisch / NPR 5493

Grenen Pinus sylvestris Europa C24 A/B / NEN 5466

Grenen Pinus sylvestris Europa C18 C / NEN 5466

Groenhart Tabebuia spec. div. Guyana D60 Tropisch / NPR 5493

Iroko Milicia excelsa Tropisch-Arika D40 HS / BS 5756

Itauba 1) Mizilaurus itauba Brazilië D40 Tropisch / NPR 5493

Jarana 1) Lecythis spp Brazilië D40 Tropisch / NPR 5493

Jarrah Eucalyptus marginata Australië D40 HS / BS 5756

Karri, Australisch Eucalyptus diversicolor Australië D50 HS / BS 5756

Karri, Zuid-Afrikaans 2) Eucalyptus diversicolor Zuid-Afrika D35 Tropisch / NPR 5493

Kempas Koompassia malaccensis Zuidoost-Azië D60 HS / BS 5756

Lariks 3) Larix spp Europa C24 A/B / NEN 5466

Lariks 3) Larix spp Europa C18 C / NEN 5466

Meranti, rode Shorea spp Zuidoost-Azië C20 A/B / NEN 5483

Merbau Intsia spp Zuidoost-Azië D60 HS / BS 5756

Mandioqueira (sucupira amarelo) 1) Qualea paraensis D. Brazilië D40 Tropisch / NPR 5493

Massaranduba 2) Manilkara spp Brazilië D60 Tropisch / NPR 5493

Mukulungu Autranella congolensis Kameroen D40 Tropisch / NPR 5493

Nargusta 2) Terminalia spp Honduras C24 Tropisch / NPR 5493

Okan/Denya 2) Cylicodiscus gabunensis Ghana/Kameroen D50 Tropisch / NPR 5493

Piquia 2) Caryocar villosum Brazilië D40 Tropisch / NPR 5493

Piquia marfim 1) Aspidospermum desmanthum Brazilië D50 Tropisch / NPR 5493

Robinia 2) Robinia pseudoacacia Hongarije D30 Europees / NPR 5493

Sapucaia 1) Lecythis pisonis Brazilië D50 Tropisch / NPR 5493

Tali Erythrophleum spec. div. Kameroen/Congo-Brazzaville

D60 Tropisch / NPR 5493

Tali Erythrophleum spec. div. Ghana D40 Tropisch / NPR 5493

Teak Tectona grandis Zuidoost-Azië D40 HS / BS 5756

Uchi torrado 1) Sacoglottis guianensis Brazilië D40 Tropisch / NPR 5493

Vitex 2) Vitexcofassus spp Tropisch Afrika D30 Tropisch / NPR 5493

Vuren Picea abies Europa C24 A/B / NEN 5466

Vuren Picea abies Europa C18 C / NEN 5466

1) TNO-rapport 2003-BS-R0102-S De sterkteklassen en Janka-hardheden van negen FSC-gecertificeerde Braziliaanse houtsoorten. Opdrachtgever: FSC-Nederland.2) Deelrapporten TNO Ontwikkeling van een algemene bepalingsmethode voor de sterkte van hout. Opdrachtgevers: DWW Rijkswaterstaat, VVNH.3) TNO-rapporten Bepaling van de sterkteklassen van Sibirisch lariks, Midden-Europees eiken en bangkirai. Opdrachtgevers: VVNH/Centrum Hout.4) TNO-rapport 97-con-R376 Machinale sterktesortering van azobé. Opdrachtgever: Centrum Hout.

Page 18: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering
Page 19: MEDEDELINGEN - VVNH › system › files › 305.pdfMEDEDELINGEN VERSCHIJNT 2X PER MAAND no. 305, d.d. 24 januari 2007 INHOUD ALGEMEEN 1 Komende vergaderingen 1 Uit de vergadering

Ref.: FdB/WvK D.d.: 21 december 2006

Voorlichtingsbijeenkomst Meetkoffer Naam bedrijf : _______________________________________________________ Postadres : _______________________________________________________ Postcode / Plaats : _______________________________________________________ Naam deelnemer : Dhr. / Mw. _____________________________________________ Emailadres : _________________________ @ __________________________ Naam deelnemer : Dhr. / Mw. _____________________________________________ Emailadres : _________________________ @ __________________________ Naam deelnemer : Dhr. / Mw. _____________________________________________ Emailadres : _________________________ @ __________________________ Zal deelnemen in:

Zwolle 23 januari 2007 Eindhoven 1 februari 2007 Almere 6 februari 2007

Aankruisen wat van toepassing is ___________________________________________________________________________

S.v.p. retourneren naar:

Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen T.a.v. De heer Mr. F.A. de Boer Postbus 1380, 1300 BJ Almere

Faxnr. 036 – 532 10 29 Email. [email protected]