Maurits de Braziliaan

26
De tijd van de goede vrede Johan Maurits van Nassau in Nederlands Brazilië

description

Interessante publicatie over Johan Maurits van Nassau geschreven door minster Carlos Asfora

Transcript of Maurits de Braziliaan

Page 1: Maurits de Braziliaan

De tijd van de goede vredeJohan Maurits van Nassau in Nederlands Brazilië

Page 2: Maurits de Braziliaan

Maurits de Braziliaan.

De koloniale geschiedenis voltrekt zich allerwegen volgens ongeveer hetzelfde patroon: uitbuiting, hebzucht, egoïsme, gebrek aan respect voor wat anders is. Je zou het een soort verstoorde geef-en-neem-situatie kunnen noemen. De kolonie geeft, en wat het niet geeft, maakt de koloniale macht met geweld afhandig. Voor een korte periode evenwel, in de eerste helft van de 17e eeuw, bloeide in het noordoosten van Brazilië een andere vorm van kolonialisme.

Het was de Nederlanden aan het eind van de 16e eeuw gelukt onafhankelijk van Spanje te worden. Het land werd al snel een van de handelsmachten van Europa. Na de oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in 1602, die handel dreef met het

Verre Oosten, droegen verschillende factoren ertoe bij dat in 1621 de West-Indische Compagnie (WIC) werd opgericht. De belangrijkste factor was de suiker. Amsterdam bezat in 1627 niet minder dan 25 suikerraffinaderijen van het totaal van 29 die zich in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bevonden. De stad voerde suiker uit naar Groot-Brittannië, Frankrijk en de Baltische Staten. De nieuwe burgerklasse kon het zich permitteren suiker te kopen. Er was dan ook een constante vraag naar dit artikel. De West-Indische Compagnie zou zoveel mogelijk de handel van het zogenaamde ‘witte goud’ moeten beheersen.

In die tijd was de grootste suikerproducent de streek die bekend stond als Pernambuco, of Nieuw-Lusitania - de Latijnse naam voor Portugal - het rijkste gedeelte van toenmalig Brazilië.

1

Page 3: Maurits de Braziliaan

Dit gebied strekte zich verder uit dan de huidige grenzen van de staat Pernambuco in noordoost Brazilië. Het was een van de eerste streken of Capitanias (letterlijk: kapiteinschap) van Brazilië, die de Portugese kolonie in Amerika welvaart bracht. Bijna de helft van de Europese en van de gemengde bevolking van Brazilië leefde daar; dat waren zo’n dertigduizend inwoners, op een totaal van ongeveer zeventigduizend. In 1662 waren er 137 suikermolens in Pernambuco en in de twee aangrenzende Capitanias: Itamaracá en Paraíba. Naast suiker had Pernambuco een aanzienlijke productie van tabak, katoen en brazielhout. Deze houtsoort gaf Brazilië zijn naam en is tot de dag van vandaag een belangrijk exportproduct. Nog steeds is dit

hout in de muziekwereld bekend onder de naam pernambucohout. Het wordt gebruikt voor de fabricage van vioolstokken voor beroemde violisten. Vraag een violist van het Concertgebouworkest maar van welk hout zijn stok is gemaakt.

De hoofdstad van Pernambuco en het centrum van de suikerproductie was Olinda, een van de eerste steden van Brazilië, gesticht in 1537. Olinda was de rijkste en mooiste van de Braziliaanse nederzettingen met indrukwekkende kerken en kloosters. De bevolking leefde daar, volgens de beschrijvingen uit die tijd, in grotere luxe en comfort dan die van Lissabon. De Jezuïeten waren bijzonder machtig. Ze wijdden zich aan de opvoeding en bescherming van de indiaanse volkeren. Ook

2

Page 4: Maurits de Braziliaan

andere katholieke orden, zoals de Karmelieten, de Franciscanen en de Benedictijnen, kenden een bloeitijd.

In 1580 erfde Koning Philip II van Spanje, de kleinzoon van de Portugese koning Manuel I, Portugal, dat daardoor verenigd werd met de Spaanse kroon, waartegen de Verenigde Zeven Provincies hun onafhankelijkheidsoorlog voerden. Het feit dat Portugal en de Nederlanden dezelfde Spaanse vijand hadden, zorgde ervoor dat de Nederlanders, die het handelen in het bloed zat, een belangrijke rol gingen spelen in de handel tussen Brazilië en Europa. Omdat de Portugezen de ogen vaak dichtknepen voor de door de gehate Spanjaarden opgelegde regels, traden de Nederlanders die

met voeten en lukte het hun ½ tot 1/3 van de lucratieve handel met Brazilië te controleren. Behalve dat ze het grootste gedeelte van de export voor hun rekening namen, verkochten ze ook garen en textiel aan de Portugese kolonie.

Pernambuco was niet de enige streek in Brazilië waar suiker werd geteeld. Bahia, dat vanwege zijn centrale ligging de hoofdstad van de gehele Braziliaanse kolonie was, had eveneens suikerplantages. Op 10 mei 1624 veroverden admiraal Jacob Willekens en de vice-admiraal, de beroemde zeeheld Piet Hein, zonder veel tegenstand Salvador in Bahia. De overwinning was zo gemakkelijk behaald, dat in juli Willekens alweer naar Nederland vertrok. Piet Hein volgde in augustus, waarbij hij

3

Page 5: Maurits de Braziliaan

11 boten in de haven van Bahia achterliet.De door de WIC aangewezen regent werd door de overgebleven Portugese strijdkrachten vermoord. Zijn plaatsvervangers gingen zich te buiten aan overmatig drankgebruik. Op paaszondag van het jaar 1625 heroverde een Spaans-Portugese vloot van 52 schepen Bahia. Hoewel Portugal een deel van het Spaanse koninkrijk was, had het nooit het verlangen opgegeven onafhankelijk te zijn en het wilde zijn rijke kolonie niet verliezen. Spanje op zijn beurt vreesde dat de Nederlanders zouden proberen het schatrijke Peru te veroveren. Daarom verenigden beide landen hun krachten om de

Nederlanders te verjagen. Op 30 april ondertekenden de Verenigde Provincies de overgave en gaven de kolonie terug aan de Iberische kroon.

Piet Hein wist tussen 1626 en 1627 nog 38 schepen in de Braziliaanse wateren te veroveren, maar zijn grootste wapenfeit was dat hij samen met Hendrick Lonck de Spaanse Zilvervloot in de baai van Matanzas bij Cuba op 7 september 1628 veroverde. Dit leverde de WIC 12 miljoen gulden op, waardoor ze in staat werd gesteld om de rijkste Braziliaanse capitania, het suikerrijke Pernambuco, over te nemen. De WIC, als afspiegeling

4

Page 6: Maurits de Braziliaan

van de Republiek van de Verenigde Provincies, had een uiterst ingewikkelde organisatievorm, waarin Holland en Zeeland de grootste macht en de grootste hoeveelheid aandelen hadden. Ze werd geleid door een bestuur, de negentien Heren, van wie er negen Holland vertegenwoordigden. Omdat deze negentien het nooit eens konden worden, duurde het nemen van een beslissing erg lang. Dat was een van de redenen waarom de WIC verzwakte en uiteindelijk in 1674 van het toneel verdween.

Sinds het einde van de 16e eeuw hadden Nederlandse cartografen

diepgaande kennis opgedaan van de Braziliaanse kust, zodat schepen uit de Lage Landen goed op de hoogte waren van de kustwateren. Pernambuco was niet goed beschermd, omdat de Portugezen zich vooral gericht hadden op Bahia. Bovendien was hun grootste probleem dat ze niet onafhankelijk van Spanje waren en dit land had weer andere oorlogen in Europa te voeren. De Nederlanders onder aanvoering van Hendrick Lonck kwamen op 14 februari 1630 in Nieuw-Lusitania aan en op 3 maart gaf Olinda zich over. De WIC vond de verdediging van Olinda moeilijk en besloot het hoofdkwartier naar het

5

Page 7: Maurits de Braziliaan

aangrenzende Recife te verplaatsen, dat dichtbij de haven lag en dat door een natuurlijk rif beschermd wordt. (Recife betekent ‘rif ’ in het Portugees.) In november 1631 staken de Nederlanders het schitterende Olinda in brand. Deze daad werd gerechtvaardigd door het feit dat de Nederlanders stenen van de monumenten nodig hadden voor de huizen en forten in Recife, en omdat Recife gemakkelijker te verdedigen was dan Olinda. Het is echter waarschijnlijker dat deze vernielzucht zijn wortels had in het geloof van de fanatieke calvinisten, die de WIC domineerden, en die de overvloedige rijkdom van de katholieke kerken onaanvaardbaar vonden.

De Portugese gouverneur, Matias de Albuquerque, had zich enkele kilometers van de kust teruggetrokken in het dorp Arraial do Bom Jesus, dat hij goed beschermd had en waar vandaan hij guerrilla-aanvallen op de Nederlanders uitvoerde. Voordat hij Recife had verlaten, was het Albuquerque gelukt 24 schepen in de haven in brand te steken. Met die schepen gingen 8000 containers suiker, katoen, brazielhout en tabak in vlammen op. Tevens werden veel suikermolens in brand gestoken, opdat de Hollanders ze niet konden gebruiken. De WIC had

de volledige controle over de haven en de kuststrook, maar alleen de Portugezen kenden het binnenland en ze zouden zich niet gemakkelijk gewonnen geven.Pas in april 1632 besloot een in Brazilië geboren halfbloed uit Porto Calvo in Zuid-Pernambuco - het huidige Alagoas - Domingos Fernandes Calabar, zijn ruime kennis van het gebied aan de Hollanders aan te bieden. Dankzij hem slaagde de WIC er niet alleen in de capitania van Pernambuco, maar ook die van Itamaracá, Paraíba en Rio Grande do Norte, onder haar invloed te krijgen. Op 8 juni 1635 na een beleg van drie maanden gaf Arraial do Bom Jesus, het centrum van het verzet, zich over. Albuquerque vluchtte naar Bahia. Onderweg in Porto Calvo versloeg hij het Nederlands garnizoen en gaf hij opdracht Calabar op te hangen op beschuldiging van hoogverraad. Portugal had in die tijd enorme economische problemen en Spanje was druk bezig met oorlog voeren in Europa, waardoor het Iberische Koninkrijk de Hollandse verovering snel aanvaardde. Het noordoosten van Brazilië, met Recife als centrum, werd Nieuw-Holland genoemd, en stond onder bestuur van de WIC.

Volgens de statuten van de WIC eerbiedigden de nieuwe heersers het privébezit en waarborgden gewetensvrijheid. Tevens voerden

6

Page 8: Maurits de Braziliaan

ze een belastingverlaging door. Er was een beperkte godsdienstvrijheid, die echter niet de Jezuïeten betrof, die door de WIC uit Brazilië werden gedreven. Dat lag voor de hand, omdat de Jezuïeten door de Katholieke Kerk in het leven waren geroepen om de Protestantse Hervorming te bestrijden. Dit verklaart waarom de calvinistische Hollanders het ‘Gezelschap van Jezus’ als ketters beschouwden en het het land uitzetten.

In juni 1636 werd Graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen voor een periode van 5 jaar benoemd tot gouverneur van Nieuw-Holland. Hij werd geboren op 17 juni 1604 in Dillemburg, in het huidige

Duitsland, was kleinzoon van een broer van Willem van Oranje, de Vader des Vaderlands. In de oorlog tegen de Spaanse vijand had hij zich al onderscheiden. ‘s Zomers placht hij oorlog te voeren en de winters bracht hij door aan het hof van zijn neef, Stadhouder Frederik Hendrik, prins van Oranje. Zijn intellectuele leermeester en beste vriend aan het hof was Constantijn Huygens, dichter, musicus en diplomaat, secretaris van de Stadhouder en waarschijnlijk het beste symbool van de Renaissancemens in Nederland in de 17e eeuw. Maurits kreeg een aanbod van een maandsalaris van 1.500 gulden, een bijdrage in de installatiekosten van 6000 gulden, een aandeel in de winst van de suiker uit de kolonie en de belofte dat zijn salaris van kolonel uit het leger van de Republiek der Verenigde Provincies uitbetaald zou blijven worden. Omdat hij diep in de schulden zat vanwege de aanbouw van zijn paleis in Den Haag, aanvaardde hij het aanbod. Zijn paleis - het huidige Mauritshuis – dat door Jacob van Campen en Pieter Post ontworpen was, bevond zich naast het parlementsgebouw in Den Haag. Op 23 januari 1637 kwam hij in Brazilië aan en onmiddellijk bekoorde het land hem.

7

Page 9: Maurits de Braziliaan

Zijn motto was: Qua patet orbis, ofwel zo wijd de wereld strekt. Al in februari besloot hij tot de herovering van Porto Calvo, en hij breidde het Nederlandse grondgebied tot de Rio São Francisco uit. Op de

linker oever liet hij een fort bouwen. In 1638 lukte het hem niet Bahia te veroveren, waar de overgebleven Iberisch-Braziliaanse troepen zich hadden teruggetrokken, maar hij slaagde er wel in het grondgebied

8

Page 10: Maurits de Braziliaan

naar het noorden tot Ceará uit te breiden. Naar het zuiden breidde hij het gebied uit tot over de Rio São Francisco tot Sergipe del Rey, de capitania die tussen Bahia en Pernambuco ligt. Door de nederlaag in januari 1640 van de Portugees-Spaanse vloot, die onder het bevel van Conde da Torre stond, verstevigden de WIC en Nassau hun greep op het noordoosten.

In dat zelfde jaar 1640, na 60 jaar Spaanse overheersing, herkreeg Portugal met koning Dom João IV zijn onafhankelijkheid. In 1641 kwamen Portugal en de Verenigde Provincies een staakt-het-vuren overeen. Dit bericht bereikte Recife pas officieel op 3 juli 1642, maar Johan Maurits had er al veel eerder kennis van genomen. Ondanks deze wapenstilstand liet hij Luanda in Angola veroveren. Het belang

9

Page 11: Maurits de Braziliaan

van Luanda was groot, omdat vandaar de werkkrachten voor de suikerplantages in de vorm van slaven werden aangevoerd. Hoewel de calvinistische leiders van de WIC aanvankelijk enkele morele bedenkingen hadden ten aanzien van slavernij, duurde het niet lang voordat ze de grote financiële voordelen van de slavenhandel inzagen. De WIC beheerste de voornaamste productie van suiker in Brazilië, de raffinaderijen in Amsterdam en de suikerhandel met Noord-Europa. Nu ze ook op de werkkrachten controle kon uitvoeren, beheerste ze de gehele suikercyclus. De troepen van Nassau veroverden eveneens fort Elmina, ook op de Afrikaanse westkust. Behalve de veroveringen in Afrika breidde Johan Maurits in 1641 zijn bezit tot Maranhão in Noord-Brazilië uit. Daarmee schond hij de in Europa ondertekende wapenstilstand. Hij was zich daar zeer zeker van bewust, want de regering in Bahia had een eind gemaakt aan de guerrilla tegen de Nederlanders. Ambitieus als hij was, vergrootte hij het bezit van de WIC en wist zeven van de veertien Braziliaanse capitanias onder zijn macht te brengen.

In de zeven jaar van zijn bestuur, waarin de suikerproductie aanzienlijk toenam, was de Braziliaanse handel een belangrijke economische factor

in de Lage Landen. In 1637 voerde Pernambuco ongeveer duizend ton suiker uit; in 1641 was dat al bijna zevenduizend ton. De Hollanders hebben nooit veel belangstelling getoond voor de suikerproductie zelf, die volledig afhankelijk was van slaven en gespecialiseerde Portugese arbeiders. De blanke en mestieze eigenaren van de suikerfabrieken kregen door de bemiddeling van Johan Maurits van de WIC leningen, teneinde de productie verder te verhogen. Deze leningen werden bijna nooit terugbetaald, zoals we later zullen zien.

Nassau was niet slechts een groot militair leider, hij introduceerde tevens een nieuwe manier om de kolonie de besturen, en won de sympathie van de plaatselijke bevolking, die tot op zekere hoogte over hem sprak als de Heilige Antonio, de meest geliefde heilige in de Portugese wereld. Hoewel hij de titel van prins pas veel later in Europa kreeg, vonden de bewoners van Recife de titel van graaf beneden de stand van zo’n uitzonderlijk man en ze noemden hem prins. Volgens de Britse schrijver N. Deer was hij ‘de opmerkelijkste van alle mensen van de suikerindustrie ooit’. Hij vertrok naar Brazilië met 46 geleerden, kunstenaars en academici. Hij stichtte in augustus en september 1640 de eerste Wetgevende Vergadering van

10

Page 12: Maurits de Braziliaan

Zuid-Amerika, waar landeigenaren, handelslieden en zelfs de katholieke clerus verzoeken konden indienen. In het Paleis van Justitie te Recife bevindt zich thans een vitrine waarin dit parlement te bezichtigen valt. Hij bevorderde de teelt van suikerriet en maniok, dat het basisvoedsel van de inheemse bevolking was. Mogelijk vestigde hij de eerste bierbrouwerij in de Nieuwe Wereld. Hij verlaagde de belastingen, stond toe dat bij rechtszaken het Portugees gebruikt werd, verstrekte aan de landeigenaren leningen voor herstel van de vernielde suikermolens en voerde nieuwe technieken voor de teelt van suikerriet en tabak in. Bovendien was er onder zijn bewind een absolute gewetensvrijheid en kon de Katholieke Kerk diensten houden. Hij onderhield zelfs een

warme vriendschap met enkele van de voornaamste vertegenwoordigers van de Roomse Kerk in Brazilië. Volgens de beroemde Braziliaanse schrijver Gilberto Freyre, “vertegenwoordigt hij al het goede van Nederland: de Staten-Generaal, het idee van politieke vertegenwoordiging, persoonlijke vrijheid en sociale tolerantie. Dit in tegenstelling tot het enge commerciële denken van de WIC en het godsdienstige sektarisme van het orthodoxe Calvinisme”. Er waren ook joden in Nieuw-Holland. Nadat zij in 1492 uit Spanje waren verdreven, trokken veel Sefardische joden naar Portugal, waar ze ook grote moeilijkheden ondervonden en zich, althans in schijn, tot het katholicisme bekeerden en christelijke namen

11

Page 13: Maurits de Braziliaan

aannamen, zodat ze ontsnapten aan de brandstapels van de Inquisitie. Deze nieuwe christenen, of marranen, kregen een groot deel van de handel in Portugal en Pernambuco in handen. De joden die het Iberisch schiereiland verlaten hadden voor Nederland, voelden zich eveneens veilig in Recife. Er waren er dan ook veel die naar Nieuw-Holland trokken, waar ze zelfs hun eigen rituelen konden uitvoeren. Joodse investeerders hadden ook een belangrijk aandeel in het kapitaal van de WIC.

In die tijd was een van de belangrijkste straten in Recife de Jodenstraat, tegenwoordig rua do Bom Jesus. De eerste synagoge van Amerika werd daar in 1640 gebouwd, nadat die tijdelijk was ondergebracht in een gehuurd huis. Onlangs is ze gerenoveerd en nu is ze het joods cultureel centrum. De synagoge heet de Steen van Israël. Die naam verwijst naar een spirituele kracht, maar eveneens naar de stenen rif, die Recife zijn naam gaf. In 1644 woonden ongeveer 1500 joden in Recife, waar ze de handel beheersten. Ze konden openlijk hun godsdienst belijden, terwijl dat in Amsterdam pas aan het eind van de jaren 1670-80 mocht.

Tot de dag van vandaag wordt Maurits van Nassau beschouwd als

de beste bestuurder van Brazilië in de koloniale tijd. De schilders die hij meebracht naar Recife, Frans Post en Albert Eckhout, legden de flora en fauna, de inwoners en hun bezigheden, de monumenten en het landschap vast. Hun werk vertegenwoordigt de belangrijkste erfenis van de beeldende kunst van Brazilië van de eerste drie eeuwen van zijn bestaan.

Frans Post, die nauwelijks ouder dan 20 jaar was toen hij tezamen met Nassau Holland verliet, verwierf groot commercieel succes toen hij in 1644 in zijn land terugkwam. Hij schilderde tot aan zijn dood Braziliaanse motieven. Hij ontving hoge bedragen voor zijn schilderijen, die dieren, planten en exotische landschappen uitbeeldden, die tot

12

Page 14: Maurits de Braziliaan

dan toe nooit gezien waren. Hoewel hij in de 18e eeuw in de vergeethoek raakte, worden sommige van zijn schilderen heden ten dage voor hoge prijzen op de internationale kunstveilingen verkocht, enkele zelfs voor miljoenen dollars. Het is verbazingwekkend en jammer dat Nederlandse musea geen interesse tonen voor een tentoonstelling van zijn werk. Het Louvre had in 2005 wel een tentoonstelling van Frans Post en het Haus der Kunst in München in 2006. Vlak voor hij stierf in 1679 had Nassau aan de machtigste toenmalige vorst, Lodewijk XIV van Frankrijk, een collectie schilderen van Post geschonken. Altijd geplaagd door schulden hoopte de ‘Braziliaan’ dat de Zonnekoning dit cadeau op de een of andere manier zou compenseren. Maar, zoals in 2005 de zondagseditie van de Figaro schreef, die de expositie van het Louvre bij het Franse publiek onder de aandacht bracht, had Nassau de ‘goede smaak’ om te sterven voordat Lodewijk XIV kon reageren.Vanwege de grote aantallen kwalitatief hoogstaande schilderijen van Hollandse meester-schilders uit de Gouden Eeuw, tijdgenoten van Post, wordt hij in Nederland niet erg hoog gewaardeerd en op het tweede plan geplaatst . In zijn tijd evenwel was hij een succesvol kunstenaar. Zijn precieze weergave van het land, resultaat van zijn vele reizen door het

noordoosten, zijn ietwat eenvoudige maar aantrekkelijke stijl, en het onontdekte universum waar hij zich op richtte, heeft allemaal bijgedragen tot zijn succes, hoewel hij nooit de hoogte van een Rembrandt of Vermeer bereikt heeft. Zijn grootste verzamelaar vandaag de dag is de Pernambucaan Ricardo Brennand, die een twintigtal van zijn doeken bezit. Hij heeft een modern en indrukwekkend museum in Recife gebouwd, ter ere van Post en Hollands Brazilië.

Albert Eckhout was wellicht een beter schilder, maar zijn werk is

13

Page 15: Maurits de Braziliaan

beperkt vanwege het feit dat Maurits het grootste deel ervan aan een familielid van de tak van zijn moeder geschonken heeft, de koning van Denemarken. Deze onttrok de schilderijen aan de internationale kunstveilingen. Daardoor konden ze niet voor hoge prijzen verkocht worden, zodat de waardering ook lager werd. Nassau schonk in feite de Eckhouts aan de koning in ruil voor de Orde van de Olifant, die hem een aanzienlijke toelage opleverde en die de graaf hielp om zijn luxueuze levensstijl te handhaven. De schilderijen van Eckhout bevinden zich thans in de etnologische afdeling van het National Museum van Kopenhagen. In het begin van 2004 echter werden ze ter gelegenheid van de vierhonderdste verjaardag

van Maurits in het Mauritshuis tentoongesteld. Verder werden ze met enorm succes tussen 2000 en 2003 geëxposeerd in Recife, Rio de Janeiro, São Paulo en Brasilia. De Brazilianen waren trots hun land te ontdekken zoals dat gezien was door een talentvolle, Europese schilder. Onlangs werden ze in het nieuwe Musée du quai Branly tentoongesteld. Enkele prachtige wandtapijten naar tekeningen van Eckhout zaten trouwens ook bij het geschenk aan Lodewijk XIV. Ze werden gedurende meer dan een eeuw door de beroemde Gobelin-manufactuur vervaardigd. Reproducties ervan kunnen nog steeds bewonderd worden. Onlangs zag ik er één in een hotel in Brussel.

14

Page 16: Maurits de Braziliaan

Nassau liet twee paleizen voor zich bouwen in Recife: Vrijburg en Boa Vista. Tevens werden twee, gedeeltelijk stenen bruggen, opgetrokken. De ene verbond de landengte van Recife met het eiland Antônio Vaz, waar hij Mauritsstad stichtte. De andere liep van dit eiland naar het vasteland. Voordat het bouwen van Mauritsstad kon beginnen, liet hij de moerassen droogleggen. Voor het bouwen van de stad zelf tussen 1637 en 1643 baseerde hij zich op het ontwerp van Simon Stevin, de voornaamste architect in dienst van de WIC. Later, tussen 1642 en 1644, bouwde hij voor de minder bedeelden Nieuw-Mauritsstad, meer in het

zuiden gelegen. Vanaf 14 november 1639 was Mauritsstad de zetel van de WIC in Brazilië.

Na de brand van Olinda had Recife onvoldoende huisvesting voor de duizenden nieuwe inwoners. Het was buitengewoon duur om een onderkomen te huren. Daarom besloot Maurits een nieuwe stad te stichten, Mauritsstad, op het eiland Antônio Vaz. De stad wordt soms ook wel ‘Grootkwartier’ genoemd. Nassau hield persoonlijk toezicht op de aanleg van de pleinen, straten, markten, kanalen, tuinen en bruggen in zijn Mauritsstad. Op het noordoostelijke deel van het eiland bouwde hij het paleis Vrijburg,

15

Page 17: Maurits de Braziliaan

dat ter ere van de vrijheid van de Nederlanden deze naam kreeg. Wellicht was het ontwerp hiervoor van Pieter Post, broer van Frans Post, en een van de architecten van het Mauritshuis. Het is zeker dat Pieter Post de Franse calvinistische kerk van Recife ontwierp, die in 1642 gebouwd werd. Er zijn aanwijzingen dat hij zich in 1639 in de stad bevond. Vrijburg was gedurende lange tijd het grootste en meest indrukwekkende niet-religieuze bouwwerk in Brazilië. Door het Portugese nationalisme en door onverschilligheid is het later tot een ruïne vervallen. Maar de plaats werd vanaf de 19e eeuw ingenomen door het paleis Campo das Princesas, zetel van de Regering van Pernambuco. Nassau plantte honderden kokospalmen om zijn paleis. De nazaten daarvan kun je nog steeds zien. Hij schiep in het aangrenzende gebied een botanische tuin en een dierentuin, wellicht de eerste van Amerika. Dieren en planten vanuit geheel Brazilië en vanuit andere landen vormden de verzameling, die geleerden in het gevolg van de graaf bestudeerden. Die verzameling nam voortdurend in aantal toe, omdat de bewoners uit de kolonie en Hollandse zeevaarders, om hun bewonderde gouverneur te eren, steeds nieuwe schonken.

In een van de torens in Vrijburg liet Nassau een observatorium installeren. Daarin verwezenlijkte de buitengewoon getalenteerde geleerde Georg Marcgraf, die met hem mee naar Brazilië was gereisd, de eerste wetenschappelijk astronomische waarnemingen in de Nieuwe Wereld. Marcgraf registreerde tevens de wind en de regen, wat tot dan toe nooit had plaatsgevonden. Pas in 1653 deed Ferdinand II in Toscane hetzelfde. Nassau verzocht alle kapiteins de zons- en maansverduisteringen, wind en regen te noteren gedurende de oversteek over de Atlantische Oceaan. Dat hielp Marcgraf de heersende klimatologische patronen van de regio in kaart te brengen. Maar hij deed veel meer. Toen Maurits Brazilië in 1644 verliet, stuurde Marcgraf zijn verzameling planten en dieren naar Holland. Ze werden tot in de 19e eeuw als studieobject gebruikt. Zijn vriend Johannes de Laet publiceerde in 1648 in Leiden, waar de eerste universiteit van Nederland gevestigd was, zijn Historia Naturalis Brasiliae, de eerste wetenschappelijk studie van de Braziliaanse flora en fauna, die een gedetailleerde aardrijkskundige beschrijving bevatte van Brazilië en van de door Marcgraf verzamelde astronomische gegevens. Boven alles was Marcgraf een wiskundige en cartograaf, een werkelijk genie. Op nog maar 34-jarige leeftijd

16

Page 18: Maurits de Braziliaan

kwam hij om in Angola. Had hij langer geleefd, dan zou hij zeker veel wetenschappelijke roem hebben vergaard.

Een andere wetenschapper die met de graaf naar Brazilië reisde, was zijn lijfarts, Willem Piso, van wie verteld wordt dat hij het leven van Maurits redde door het gebruik van inheemse planten. In 1658 publiceerde Piso een nieuwe druk van het werk van Marcgraf, waaraan hij een uitgebreid deel toevoegde, getiteld De medicina brasiliensi. Dit werd op het gebied van de tropengeneeskunde tot in de 19e eeuw als een gezaghebbend werk beschouwd. Na zijn terugkomst

in Nederland was Piso twee keer decaan van het Collegium Medicum van Amsterdam.

Nassau had andere kunstenaars die voor hem werkten. Er worden in totaal zes schilders genoemd, maar de bekendste van hen, halve Post en Eckhout, was Zacharias Wagener, een Duits soldaat. Hij legde de fauna en flora, monumenten en etnografische types met veel talent en uiterst nauwkeurig vast. Een andere belangrijke figuur was de dichter en latinist Franciscus Plante, die later lofdichten op de gouverneur zou schrijven. Nassau persoonlijk hield streng toezicht op al het werk van zijn team. Van elk eiste hij een strikt wetenschappelijke precisie.

Naast de geschenken aan de koningen van Denemarken en Frankrijk gaf Nassau delen van zijn verzameling aan de keurvorst van Brandenburg, waarvoor hij een landgoed kreeg in het Rijndal. Deze buitensporige geschenken waren niet de enige reden van het teloorgaan van zijn verzameling. De brand van het Mauritshuis in 1704, na de dood van Maurits, vernietigde onvervangbare schatten. De majestueuze trap, die van pernambucohout gemaakt was, een ongekend meesterwerk, ging in de brand verloren. Ook een schilderij van Maurits, omringd door Tapuia-indianen, verging

17

Page 19: Maurits de Braziliaan

waarschijnlijk in het vuur. Het huis, dat tot dan slechts gebruikt werd om koninklijke visite te ontvangen, was getuige van faustiaanse recepties, die in calvinistisch Holland zeker niet gebruikelijk waren. Een ervan deed heel wat stof opwaaien en veroorzaakte vooral onder de puriteinen heel wat commotie. Maurits liet zes indianen van de Tapuia-stam, die hij uit Brazilië had meegenomen, in adamskostuum een rituele dans uitvoeren. De Tapuia’s, woeste krijgers, berucht vanwege hun kannibalisme, waren nooit door de Portugezen onderworpen. Ze werden waardevolle bondgenoten van de Hollanders. Enkelen van hen, zoals Pedro Poti, gingen zelfs in Nederland studeren en klommen op tot belangrijke militaire aanvoerders.

Dankzij zijn tolerante houding, zijn succes, zijn staatsmanschap, bewonderde en waardeerde vrijwel iedereen in het door de WIC bezette gedeelte van Brazilië Johan Maurits. Dat wil echter niet zeggen dat er geen problemen waren. De WIC weigerde de militaire troepen te sturen waarom hij vroeg, en die hij nodig had voor nieuwe veroveringen en voor bescherming van het grondgebied. Een ander probleem was dat de Hollanders en de andere nieuwe inwoners van Recife niet het inheemse voedsel

aten, maar afhankelijk waren van Europese levensmiddelen, wat er vaak toe leidde dat de pakhuizen leeg wagen en er voortdurend om wijn en eten werd verzocht. Dit riep bij Maurits zoveel irritatie op, dat hij uiteindelijk besloot zijn ontslag in te dienen. Ongetwijfeld wenste niemand dit, hijzelf nog wel het minst. Maar ten slotte schreef hij dan toch zijn ontslagbrief. We moeten niet vergeten dat de West Indische Compagnie door militante calvinisten gesticht was, die niet aarzelden de Katholieke Kerk de ‘grote hoer van Babylon’ te noemen en die de joden minachtten. Vooral de Kamer van Zeeland was een fundamentalistisch calvinistisch bastion, die regelmatig sprak over de gehate papen en de verachtelijke joden. Volgens deskundigen op dit gebied stonden de Zeeuwen niet alleen te boek als fanatieke calvinisten maar ook als de bekwaamste piraten van de Republiek. Wat voor ons,

18

Page 20: Maurits de Braziliaan

levende in de 21e eeuw, ook opvalt, is een speciale misdrijf, dat in vele pamfletten in Holland aan de kaak gesteld werd. De misstand betrof raadsleden van de rechtbank in Recife die elke dag een bad nemen en andere kleding aantrokken. Het is inderdaad een feit dat al vanaf de precolumbiaanse tijd, Brazilianen graag en vaak een bad nemen, wat natuurlijk alles te maken heeft met de tropische hitte. Maar de arme raadslieden werden van een dubbele misdaad beschuldigd: de zonde van een buitensporige luxe omdat ze elke dag schone kleren aantrokken; en ze zondigden tegen de kuisheid door zich om te kleden en het eigen lichaam aan te raken, al was het slechts om het te wassen. Dat werd beschouwd als een zonde.

Hoe dan ook, de godsdienstvrijheid die Maurits van Nassau had doorgevoerd, begon de fanatieke calvinisten, die de leiding hadden over de WIC, te ergeren. Bovendien hadden de pogingen om de Brazilianen tot de Hervormde Kerk te bekeren zelden succes, zelfs al werd bekend gemaakt dat enkele hooggeplaatste personen zich hadden bekeerd. Het tegendeel deed zich voor. Het was gebruikelijker dat soldaten die in dienst waren van de WIC zich tot het katholicisme bekeerden, omdat dit de godsdienst van hun geliefden en vrouwen was.

De soldaten van de WIC waren gerekruteerd met de belofte van een redelijk salaris en het vooruitzicht in de Nieuwe Wereld fortuin te maken, wat echter nooit plaatsvond. De legers van de WIC bestonden uit Hollandse, Engelse, Schotse, Franse, Duitse en Scandinavische soldaten. De meesten waren protestant. Het leek alsof ze er de voorkeur aangaven om met Indiaanse, mestieze of Portugese vrouwen te trouwen, die ze weliswaar niet zo mooi vonden als de Hollandse, maar die ze als betere echtgenoten en moeders beschouwden. Natuurlijk wilden niet veel Hollandse vrouwen de gevaarlijk reis van Holland naar Brazilië ondernemen. Zij werden in die tijd gezien als de meest vrijgevochten vrouwen van Europa. Volgens de Engelse historicus Charles Boxer ‘dronken ze als mannen, waren hun echtgenoten ontrouw en verwaarloosden hun kinderen’. Daarom bekeerden veel soldaten zich tot groot ongenoegen van de calvinisten tot het katholicisme.

Behalve de hier genoemde religieuze kwestie vonden de ‘Heren XIX’, die over elk vraagstuk bijna nooit tot enige overeenkomst kwamen, dat Nassau te veel uitgaf. Natuurlijk, hij bekostigde enkele uitgaven uit eigen zak, maar het WIC moest in veel gevallen de rekening betalen. Zoals in het begin van dit artikel al

19

Page 21: Maurits de Braziliaan

gesteld is, willen koloniale machten in de koloniën nooit geld uitgeven, ze willen alleen maar heel veel geld ontvangen. Welnu, toen in 1641 het staakt-het-vuren met de Portugezen getekend was, besloten de heren XIX Nassau terug te roepen. Ze vaardigden het bevel uit dat de militaire garnizoenen in Brazilië zouden moeten inkrimpen en ze aanvaardden het ontslag van Nassau. De Staten Generaal en Frederik Hendrik van Oranje in eigen figuur tekenden tegen deze beslissing protest aan, maar dit vertraagde de beslissing alleen maar. In april 1642 schreven de Heren XIX aan Maurits, dat hij in de lente naar Holland terug moest keren. In september 1642 verzocht Nassau in een brief of zij hun beslissing wilden heroverwegen, maar de Heren XIX hadden hun gezamenlijke invloed op de Staten Generaal al aangewend en het groene licht gekregen om Maurits terug te roepen.

In september 1643 ontving Nassau zijn laatste bevel om naar Holland terug te keren, maar het lukte hem om pas in mei 1644 zijn geliefd Brazilië te verlaten. Hij ging te paard van Recife naar de ongeveer 100 kilometer noordelijk gelegen haven van Cabedelo. Langs de weg liepen de inwoners te loop, sommigen huilden en smeekten hem te blijven. Ze probeerden zelfs zijn mantel aan

te raken, alsof hij een heilige was. Tot de dag van vandaag beschouwen Brazilianen hem als een van de beste bestuurders ooit van hun land. Velen geloven nog dat als Brazilië Hollands zou zijn gebleven, het een beter oord was dan nu, wat te betwijfelen valt. Maar wat duidelijk blijkt, is dat Johan Maurits een verlicht en bekwaam bestuurder was, die met kop en schouders boven zijn tijdgenoten uitstak en die een onschatbare erfenis naliet. Dat hij voor de WIC werkte, is slechts een detail. Hij, als mens, maakte het verschil. Zelfs nu nog wordt Recife Cidade Maurícia (Mauritsstad) genoemd. De inwoners voelen zich trots op de tijd dat hij in hun stad verbleef. Die tijd ervaren ze als een gouden tijdperk. De viering van

20

Page 22: Maurits de Braziliaan

zijn vierhonderdste geboorte was grandioos.

Zijn politieke testament is een wijs en evenwichtig geschrift. Het bevat de principes van goed bestuur en zou zelfs nu nog op elke plek in de wereld toegepast kunnen worden. Het kan geen kwaad om in het bloedige begin van het derde millennium een stuk uit dit geschrift te citeren : ‘Het is veel beter mensen met andere godsdiensten welwillend te tolereren, want het getuigt van een groot gebrek aan respect van de wereldlijke machten om zich met godsdienstige kwesties te bemoeien en tijdelijke aangelegenheden te verwarren met goddelijke zaken.’ We citeren ook een resolutie die

unaniem werd aangenomen door de Calvinistische Kerkenraad van Recife, vlak na het vertrek van Nassau. ‘Zou het feit dat wij in deze veroverde gebieden rustig en in vrede leven, terwijl in Duitsland, Engeland en elders mensen onder bloedige oorlogen lijden, voor ons geen aanleiding moeten zijn de Here God te danken voor deze veroveringen die Hij ons schonk en te bidden voor de lijdende christenen in Europa.’

Zoals te verwachten was, verloren aan het einde van 1645 de Hollanders het grootste gedeelte van Brazilië. Alleen Recife, Itamaracá, Fernando de Noronha, het eiland in de Atlantische Oceaan, en de aan de

21

Page 23: Maurits de Braziliaan

kust gelegen forten van Cabedelo in Paraíba, en Ceulen in Rio Grande do Norte, behielden ze. De Portugese en Braziliaanse landeigenaars, die gedurende de regeerperiode van Nassau in vrede hadden geleefd, kwamen in opstand. Volgens velen was de reden hiervan dat ze bij de WIC in het krijt stonden en ze vonden het makkelijker de WIC uit het land te werken dan hun schulden af te betalen. In ieder geval kostte het hun niet veel tijd om de Hollanders te overwinnen, dankzij een leger dat uit blanken, negers en indianen bestond. Dit wordt als het begin van de Braziliaanse natie beschouwd. Tegenwoordig is 19 april de dag van het Braziliaanse leger, de dag van de eerste slag van Guararapes, die door de Brazilianen gewonnen werd. Zij wonnen ook de tweede slag, waarmee ze de oorlog in een keer beëindigden. De Brazilianen kregen weinig steun van Lissabon, ze versloegen hun vijanden bijna volledig op eigen kracht. De WIC, op haar beurt, was door onenigheid tussen Holland en Zeeland en de andere kamers vleugellam. Ze wilde geen geld uitgeven en geen troepen sturen. Toch zond ze uiteindelijk in 1648 een expeditie onder leiding van de beroemde admiraal Witte de With, die bijna twee jaar in Recife bleef, maar uiteindelijk zijn post verliet. Toen hij in Holland terug was, werd deze beroemde Hollandse

zeeheld wegens verraad ter dood veroordeeld, maar het lukte hem ervan af te komen met een boete voor desertie.

Het grootste gedeelte van Mauritsstad en van Nieuw-Mauritsstad werd in een laatste poging hun bezittingen te behouden door de Hollanders zelf vernietigd. Ze braken enkele gebouwen af om ruimte te scheppen voor hun troepen en andere werden gesloopt om te verhinderen dat de Brazilianen zich zouden verschansen. Niets hielp. De WIC werd zich eindelijk bewust van de belangrijkheid van Nassau en bood hem zijn oude post aan, maar hij weigerde. Nooit evenwel vergat hij zijn geliefd Brazilië. Tot aan zijn dood in 1679 in Kleef, waar hij Stadhouder werd genoemd, bleef Brazilië in zijn herinnering voortleven.

Wat je thans in Brazilië aan Hollandse gebouwen kunt zien, beperkt zich tot enkele door de Portugezen aangepaste forten. Het beroemdste is Fort Oranje in Itamaracá, dat in 2003 door Koningin Beatrix werd bezocht. Het fort van Brum (Bruyns) staat ook nog overeind, net zoals Forte de Cinco Pontas (Fort van de Vijf Hoeken), waar het Museum van de gemeente Recife in gehuisvest is. Andere forten bestaan nog. De stijl van enkele oude huizen in het

22

Page 24: Maurits de Braziliaan

centrum van Recife herinneren aan de Hollanders. Het Archeologisch, Historisch en Geografisch Instituut van Pernambuco bezit een mooie maquette van Mauritsstad, dat in 2005 tijdens de Internationale Architectuur Biënnale te Rotterdam tentoongesteld werd. Het lijkt weinig, maar er is een overvloed aan zelfs niet volledig bestudeerde documenten, kunstwerken en wetenschappelijk werk van het tijdperk van Maurits. In Brazilië heeft dit onderwerp zich altijd in een warme belangstelling van historici mogen verheugen.

De uiteindelijk Hollandse overgave werd in 1654 in Campina do Taborda ondertekend. De diplomatieke onderhandelingen zouden nog decennia voortduren. Ze leidden ertoe dat Portugal een gigantische bedrag moest betalen voor het Hollandse verlies van Brazilië, dat nooit meer deel van het Nederlandse rijk zou uitmaken. Niettemin heeft een groot deel van de Brazilianen een zeer positief beeld van de Hollandse

periode, vanwege de rijke erfenis van de onovertroffen Johan Maurits van Nassau, tot op de dag van vandaag bekend als de ‘Braziliaan’.

Deze tekst, van de hand van de diplomaat Carlos Alberto Asfora, geboren in Recife, weerspiegelt zijn persoonlijke visie op de Hollandse aanwezigheid in Brazilië.

Vertaling door Barend Voorham

23

Page 25: Maurits de Braziliaan

24

Page 26: Maurits de Braziliaan

De tijd van de goede vredeJohan Maurits van Nassau in Nederlands Brazilië