Massapsychologie Deel 5: Angst voor de macht van de domheid.

17
Denkend mens, geschiedenis massapsychologie, Israël, BDS, en het wereldwijde antisemitisme Deel 5. Angst voor de macht van de domheid. In de laatste alinea’s van de vorige aflevering werd nog de zorgen van de driehonderdvijftig psychiaters aangehaald, die een gezamenlijk pamflet hadden geschreven en verstuurd naar alle staatshoofden. Hoe anders is het nu in deze tijd. Engelse psychiaters roepen op, tot een algemene academische boycot van Israëlische psychiaters. Waarschijnlijk zijn deze psychiaters bevangen door acute algemene verstandverbijstering. Vraag me af wie hen kan genezen? Of Israël het grootste gevaar is, in deze onstuimige gepolariseerde wereld. Het is nu de omgekeerde wereld, psychiaters dat Jodenhaat, antisemitisme, verderf en vernietiging van een volk, en het enige democratisch land in het Midden Oosten ondersteunen en promoten. Over de diverse Boycots tegen Israël en de Joden komen we later op terug. Terugkerend naar de vooroorlogse gebeurtenissen. In de massapsychologische wetenschap in Europa werd dus onder de druk van de Hitlerbeweging wederom meer een meer de mening overheersend, dat ook verstandige

Transcript of Massapsychologie Deel 5: Angst voor de macht van de domheid.

Page 1: Massapsychologie Deel 5: Angst voor de macht van de domheid.

Denkend mens, geschiedenis massapsychologie, Israël, BDS, en het wereldwijde antisemitisme

Deel 5. Angst voor de macht van de domheid.

In de laatste alinea’s van de vorige aflevering werd nog de zorgen van de driehonderdvijftig psychiaters aangehaald, die een gezamenlijk pamflet hadden geschreven en verstuurd naar alle staatshoofden. Hoe anders is het nu in deze tijd. Engelse psychiaters roepen op, tot een algemene academische boycot van Israëlische psychiaters. Waarschijnlijk zijn deze psychiaters bevangen door acute algemene verstandverbijstering. Vraag me af wie hen kan genezen? Of Israël het grootste gevaar is, in deze onstuimige gepolariseerde wereld. Het is nu de omgekeerde wereld, psychiaters dat Jodenhaat, antisemitisme, verderf en vernietiging van een volk, en het enige democratisch land in het Midden Oosten ondersteunen en promoten. Over de diverse Boycots tegen Israël en de Joden komen we later op terug.

Terugkerend naar de vooroorlogse gebeurtenissen.

In de massapsychologische wetenschap in Europa werd dus onder de druk van de Hitlerbeweging wederom meer een meer de mening overheersend, dat ook verstandige en ontwikkelde mensen in de gemeenschap van hun gelijken - dus niet alleen in de gemeenschap van dwazen - vaak hun oordeelsvermogen verliezen. Bij massale verstandsvertroebelingen blijkt helemaal niet dat het merendeel van de deelnemers van verstand ontdaan is, maar dat zij, het verstand wat ze bezitten, uitgeschakeld hebben.

Tegen deze op ervaring gegronde opvatting, keerde zich, – wat niet mag worden verzwegen, – een massaleider, die door zijn ”demonisch” succes, tot deze rang van deskundige, in kwesties van het verweken van

Page 2: Massapsychologie Deel 5: Angst voor de macht van de domheid.

massale verstandsvertroebelingen, schijnt te zijn verheven. Namelijk, Adolf Hitler.Volgens hem met klem en met vele herhalingen voorgedragen opvatting wordt de eigenlijke massawerking uitsluitend door het overgrote aantal van “onnozele” of lichtgelovige bepaald.

Ook wordt ontkend door bepaalde geleerden, die klagen over een noodlottige geestelijke beperktheid bij te eenzijdige onontwikkelde vakgenoten, en gevaarlijke psychische dwaling bij laaggeschoolden, van wie er veel te veel zijn. Volgens de mening van deze geleerden is ook in rangen van de universitair gevormden het aantal van oordelen onbekwaam en overwegend. Bepaalde tekortkomingen in de algemene ontwikkeling van deze tijd (dertigerjaren) zien zij als oorzaak van de tegenwoordige “crisis van het intellect”, of scherper uitgedrukt: van de crisis van het vertrouwen in het menselijk verstand.

Deze beschouwingswijze heeft in vele werkelijk in de ontwikkelde hoofden tot voorstellingen geleid die maar half juist zijn, en die hun beletten te zien, dat de nuchtere, op controleerbare feiten gerichte waarneming volgens de methode van de exacte massapsychologie, de dingen toch voor een deel in een ander licht brengt.Het is daarom onvermijdelijk dat we op deze toenmalige opvattingen wat dieper op ingaan.

Adolf Hitler leert: Bij massastemmingen wordt de doorslag juist gegeven “door de talrijkste groep, en die is de eerste: de grote hoop der onnozele of licht gelovigen. “ ( Mijn gevecht. bldz. 263). Hij oordeelt zeer ongunstig over de meerderheid van het mensdom, die traag en laf is (bldz. 652). Zijn mening, is dat de geestelijk bekrompenen verreweg in de meerderheid zijn, heeft hij het scherpst geformuleerd in zijn leidraad voor het systematisch beïnvloeden van de mening van de menigte:

“ Elke propaganda behoort populair te zijn en haar geestelijke peil af te stemmen op het bevattingsvermogen van de meest bekrompene, diegenen tot wie zij zich denkt te richten. Daarom moet men haar zuiver geestelijk niveau des te lager stellen, naarmate de te bereiken massa groter is. Gaat het er echter om, zoals bij propaganda voor het volhouden van een oorlog, een heel volk in haar invloedsfeer te trekken, dan kan men niet voorzichtig genoeg zijn in het vermijden van te hooggespannen verwachtingen op het gebied van de geestvermogens. (Mijn gevecht. bldz 197).

Page 3: Massapsychologie Deel 5: Angst voor de macht van de domheid.

Deze hint geldt echter ook in vredestijd: “In het algemeen behoorden nu voor de jonge (Nationaal- Socialistische) beweging de denkbeelden die ik bij het bespreken van oorlogspropaganda reeds kort samenvatte, beslissend en toonaangevend te worden voor de methode en de uitvoering van haar voorlichtingswerk. – Dat juist was, heeft haar succes bewezen”. (Mijn gevecht. bldz 377)

Zijn eigen, scherp geformuleerde massatheorie heeft de succesvolle man van praktijk in zijn boek “Mein Kampf” buitengewoon uitvoerig ontwikkeld. Tot toen aan toe had geen andere volksleider bij het neerschrijven van zijn denkbeelden over de kunst van de massa beïnvloeding, dit zo uitvoerig gedaan als Adolf Hitler.Zijn leerstellingen zijn in veelvuldige herhalingen – in overeenstemming met, de door hem aanbevolen regel van propaganda – in steeds terugkerende of gelijk overeenkomstige bewoordingen in zijn levensbeschrijving en zijn strijdplan ingevlochten. Het eerste van de beide delen van Mein Kampf verscheen in 1925. De leerstellingen zijn – enkele voor betekenis weinig belangrijke veranderingen daargelaten – ook in de laatste drukken dezelfde gebleven.

Van die hele leer boezemen ons in dit verband voor alsnog alleen Hitlers theoretisch standpunt en praktische werkwijze ten opzichte van zulke lieden, die volgens hem te kritisch en te ontwikkeld waren voor de door hem aanbevolen wijze van bewerken van de massa, belang in.

Adolf Hitler verklaart in Mijn Gevecht met nadruk en steeds weer, dat hij alleen de onderste lagen van het volk, de laaggeschoolden en armen, met zijn agitatiemethode kan en wil pakken. In zijn taal betekent massa “hetzelfde als de onderste lagen” en hij stelt de brede massa “steeds zondermeer tegenover burgerij” en “intelligentie”.“Het reservoir, waaruit de jonge beweging aanhangers moet putten, zal in de eerste plaats de massa van onze werknemers zijn”. Van de burgerij ziet Hitler af: “Nimmer echter mag het doel van deze beweging zijn burgerstemfee te winnen”. Leerzaam is echter, wat als reden hiervan wordt opgegeven: “ Het verschil in beschavingspeil en standpunt tegenover economische belangenkwesties is heden ten dage zo groot, dat het zodra de door een propagandarede gewerkte roes is uitgewerkt, dadelijk als remmend element te voorschijn zou treden”. – “ Indien de propaganda zich niet houdt aan primitieve wijze van zich uit te drukken, dan vindt zij de weg niet naar het hart van de brede massa. Past ze echter het woord en gebaar de ruwe kracht toe, die aan

Page 4: Massapsychologie Deel 5: Angst voor de macht van de domheid.

gevoelens uitdrukkingswijze van de massa eigen is, dan wordt ze door de zogenaamde intelligentie als grof en ordinair teruggewezen”.

De “intelligenten” worden door Hitler met grote minachting behandeld. Zelfs zijn uitlatingen over personen uit de “kringen van nationale intelligentie” verraden een zekere wantrouwen. Ook van hen verwacht hij voor zichzelf slechts geringe toeloop; bij de meesten neemt hij bij voorbaat aan dat zij een onoverwinnelijke afkeer tegen zijn propaganda methode hebben. Hitler was immers van oordeel, dat men de brede massa “en de intelligentie” niet met dezelfde methoden winnen kon, en dat ook de sociaaldemocratie haar verkiezingssuccessen aan de toepassing van tweeërlei methoden te danken heeft gehad; een fijnere door middel van theoretisch literatuur, met “schitterende frasen over vrijheid, schoonheid en waardigheid” en “de walgelijk humane moraal” (bldz. 43. Mijn Gevecht), en een zeer grove door middel van” de brutale, voor geen laagheid terugdeinzende, met elk middel van laster en een nietsontziende virtuositeit in het liegen werkende dagbladpers”. “Het ene is bestemd voor de domme sukkels uit de middel en ook de hogere intelligentie-lagen, en het andere voor de massa”.

Hierop aansluitend vergelijkt Hitler – zoals we al eerder vermeld hebben- de brede massa met de vrouw, ”die zich liever voor de sterke buigt dan de zwakke heerst”; zij voelt zich – aldus Hitler – “inwendig meer bevredigd door een leer, die geen ander naast zich duldt, dan door het toestaan van vrijheid, die van ruime opvattingen getuigt”. “De beschaamdheid waarmee zij geestelijk wordt geterroriseerd dringt evenmin tot haar door als ergerlijke mishandeling van de menselijke vrijheid: immers van de innerlijke dwaasheid van de gehele theorie heeft ze zelfs geen vermoeden. Zij ziet daarvan alleen de lompe kracht en de ruwheid harer doelbewuste uitingen, waaraan zij zich tenslotte altijd onderwerpt”. (bldz. 44. Mijn Gevecht)

Het ligt voor de hand, dat Hitler hier minder de realiteit van het sociaaldemocratische propaganda schildert ‘dan veeleer zijn eigen beginselen in een soort spiegel laat zien’. Ten overvloede zegt hij het ook nog zelf, waar hij als volgt verder gaat: “Wanneer men tegenover de sociaaldemocratie een leer stelt die meer waarheid bevat, maar er even brutaal ingebracht wordt, dan zal het winnen”.

In afwijking van wat hij als de sociaaldemocratische agitatiemethode heeft afgeschilderd wil hij geen fijnere werkwijze voor de “intelligentie”

Page 5: Massapsychologie Deel 5: Angst voor de macht van de domheid.

naast de zeer grove, die voor de brede massa bestemd is, toelaten: “Tot wie heeft de propaganda zich te richten? “Tot de met wetenschap gevulde hoofden of tot de minder ontwikkelde massa?” – zij heeft zich eeuwig alleen tot de massa richten- “De propaganda moet naar vorm en inhoud op de brede massa worden ingesteld en haar juistheid uitsluitend getoetst op haar effect”, en zo gaat het door in onvermoeide herhaling, door zijn veelvuldigheid zelfs in dit zo rijke boek duidelijk opvalt.

Opvallend is ook de geprikkelde kijvende toon waarin doorlopend al de bewuste plaatsen gehouden zijn en die allen tegen beter wetende intellectuelen bedoeld kan zijn. Onwillekeurig wordt men er aan herinnerd dat Adolf Hitler in de tijd dat hij zijn boek schreef, in de toen nog zwakke nationaalsocialistische beweging nog niet in zijn geheel onaangevochten stond.

“De zogenaamd ontwikkelde, die trots de zichtbare uitwerking van de redenaar op de te veroveren onderste lagen. De rede op haar zijn denken en de waardeloosheid van zijn persoon voor de jonge beweging. Voor haar komt alleen die ontwikkelde in aanmerking, die taak en doel van de beweging reeds zover heeft begrepen, dat hij het werk ook van de propaganda uitsluitend naar het er mee behaalde succes heeft leren beoordelen en niet naar de indruk die het op hemzelf maakt”. (bldz. 377. Mijn Gevecht)

Telkens weer wijst de schrijver van “Mijn Gevecht” heftig de eis terug, al zou de propaganda ook met mensen met kieskeurig fatsoen begrippen en hogere intellectuele eisen rekening moeten houden. Nee, als enige doeltreffende en succes belovende techniek kent hij alleen waarde toe aan de volksveranderingen gehouden redevoeringen; op het geschreven en gedrukte woord komt bij hem in het geheel niet aan. Deze theorie zet hij breed en nadrukkelijk uiteen en met veel grimmige uitvallen tegen de “schrijverszielen”. – En wat de geestelijke inhoud van de propaganda betreft, ook op dit punt mankeert het niet aan duidelijkheid:

Het “gebazel over esthetica en zo voort” wordt samen met de Joden als uitvinders van dit moderne beschavingsparfum “ afgehandeld “. “Wanneer echter deze opvattingen van humaniteit en schoonheid maar eenmaal met het oog op de strijd hebben afgedaan, dan kunnen zij ook niet als maatstaf voor propaganda dienen”. (bldz. 195. Mijn Gevecht)

“De propaganda moet niet objectief ook naar de waarheid zoeken, voor zover die anderen dienen kan, en haar doctrinair oprecht de massa voorzetten, doch onophoudelijk haar eigen waarheid dienen”. (bldz. 200

Page 6: Massapsychologie Deel 5: Angst voor de macht van de domheid.

Mijn Gevecht) “ Leiden betekent: massa’s in beweging kunnen zetten. De gave, denkbeelden vorm te geven, heeft met leidersbekwaamheid totaal niets te maken”. (bldz. 650 Mijn Gevecht)

Deze bekentenissen waren jarenlang voor de aanvang van het Derde Rijk in de Duitse boekenwinkels te koop. (Tegenwoordig is dit boek het meest verkochte boek in de Islamitische landen, vooral in het Midden Oosten en Noord Afrika, tevens is “Mein Kampf” het ook in elke taal via islamitische websites te downloaden)). De schrijver had, gelijk men ziet, het aan geen twijfel onderhevig gelaten, dat hij er volstrekt niet op rekende, een aanmerkelijk percentage van de “middelbare en hogere intelligentielagen”, en het burgerdom tegelijk met “de grote massa” en met dezelfde, zich tot “meest bekrompenen” richtende agitatiemiddelen, te kunnen winnen. Hier vergiste de massaleider zich. Hij overschatte de “intelligentie”.

Met grote schrik – en met een opmerkelijke moed – constateerde de Frankfurter Zeitung in een hoofdartikel van de hand van de hoofdredacteur op 20 januari 1935, “dat vele van deze ontwikkelden zich weinig karaktervast hebben betoond. In plaats van met waardigheid en geestelijk niveau te handhaven, hebben velen van hen zich gehaast, bekentenissen af te leggen, aan welke echtheid niemand kon geloven. Zo is de hele wereld van de geestelijke scheppende, de hele legerschaar van intellectuelen bij voorbaat in een slecht daglicht komen te staan”.

Hitler heeft, toen hij zijn boek schreef en het had over de “vastgeroeste Wereldvreemdheid onder de Duitse intellectuelen” en de doorsnee garnalenhersens van een Duitse wetenschappelijke “schrijversziel” e.d., deze enorme toeloop absoluut niet voorzien.

Maar volgens de regels, door de sombere theoretici in de massapsychologie was dit veel vroeger opgesteld, en behoefde deze ervaring niet zoveel verwondering op te wekken. Volgens die regels immers zijn hooggeschoolden en laaggeschoolden op dezelfde wijze onderhevig aan collectieve verstandsverbijstering en gedragen zij zich daarbij precies eender.

Is dit nu in gebreke blijven van de ontwikkelde bovenlagen ten slotte niet zo verklaren, dat aan de denkscholing en de werkelijke innerlijke ontwikkeling van deze mensen iets heeft ontbroken? Kan eenzijdige opleiding in dit of dat vak niet gepaard gaan met gemis aan oordeel op elk ander gebied, en met innerlijke onbeschaafdheid?

Page 7: Massapsychologie Deel 5: Angst voor de macht van de domheid.

Uit zulke overwegingen ontstond het beeld van “barbaar” of “barbaarisme” dat de geleerde die Ortega y Gasset tot de “massamensen” van de dertigerjaren van de vorige eeuw rekende.

De Spaanse wijsgeer gebruikt het woord “massamens” in een geheel andere zin dan de massapsychologen. Hij verstaat daaronder een slechte doorsnee soort mensen, die – onder begunstiging van tegenwoordige tijdsomstandigheden – zich in alle toonaangevende posities indringt. Zowel door zijn inhoud als door zijn luide weerklank en de ruime verspreiding, die het gevonden heeft, is Casset’s boek ‘ De opstand der horden’ tot een gedenktekens geworden van de stemming, die in Europa gedurende de laatste twee jaar voordat Hitler aan de macht kwam heerste.

“Maatschappelijk wordt de toon aangegeven door een type mens, wie de beginselen van de beschaving koud laten. Niet van deze of gene beschaving, maar van alle beschaving…. De wereld is geciviliseerd, maar haar bewoners niet”.

Op meer dan één wijze gevarieerd hanteert de Spaanse geleerde het woord van Walther Rathenau over de inval van de barbaren van beneden af: “De Europeaan, die thans begint te heersen, is met betrekking tot de ingewikkelde beschaving die hem zag geboren worden, een barbaar, een wilde, die uit de diepte opduikt, een ‘verticale indringer’.”

De geleerde blijft volgens Ortega niet minder in gebreke dan de technicus. “Duidelijk blijkt, dat de tegenwoordige man van wetenschap het oertype van de mensenmassa is. En dat niet bij toeval, niet door persoonlijke tekortkomingen van elk exemplaar op zichzelf, doch doordat de wetenschap zelf, de wortel van beschaving, hem on omkoombaar tot massamens, d. i. tot primitief, tot, moderne barbaar maakt ”.

Het loont de moeite, op de fundering van dit oordeel nader op in te gaan: “De ervaringswetenschappen hebben zich grotendeels ontwikkeld dankzij de inspanning van verwonderlijk middelmatige, ja minder dan middelmatige breinen. Dat betekent, dat de moderne wetenschap, grondslag en symbool van de tegenwoordige beschaving, de geestelijk minderbedeelde toegang verleent en hem de gelegenheid opent, met succes te arbeiden”.

Page 8: Massapsychologie Deel 5: Angst voor de macht van de domheid.

“In de andere wetenschapper, in de politiek, de kunst, sociale aangelegenheden, heeft hij de opvattingen van een wilde, een hopeloze stumper, maar hij verdedigt die met nadruk en zelfvertrouwen…”.“De doofheid, weerspannigheid, die ik (Casset) steeds weer als kenteken van de massamens heb aangewezen, bereikt juist in deze slechts ten dele bevoegde mens haar toppunt. Zij zijn het symbool en in aanmerkelijke mate de dragers van de tegenwoordige heerschappij van de massa’s, en haar barbarendom is de onmiddellijke oorzaak van de zedelijke ontwrichting van Europa”.

Ortega Y Casset meent nog een belangrijke oorzaak van het euvel te onderkennen: “De meest ontwikkelde mensen van onze tijd lijden aan een ongelofelijke onwetendheid met betrekking tot geschiedenis”. Dit licht hij toe aan de hand van de politieke pogingen van fascisme en bolsjewisme, die hij allebei als duidelijke voorbeelden van een besliste stap achteruit aanduidt. “Typische massabewegingen, die zoals alle van hun soort, door middelmatige, aan eigen tijd vreemd, gebleven mannen geleid worden”. “Geen twijfel, of het links liberalisme van de 19e eeuw moet worden overwonnen. Maar de fascist, die verklaart antiliberaal te zijn, is daartoe juist niet in staat. Want antiliberaal of niet liberaal was de mens vóór de liberale periode. En omdat deze zegevierde, zal haar overwinning zich gestadig herhalen, of alles… zal met de ondergang van Europa eindigen”.

Cassets boek bevat menige waarheid in treffende bewoordingen samengevat. Bewoordingen die ook in deze tijd, begin van de 21e eeuw in onze huidige maatschappij zeer zeker passen, aanspreken en herkenbaar zijn. Het kost een zekere zelfoverwinning tegen slechts schijnbaar onbelangrijke details nuchtere bedenkingen te opperen, en dat nog wel met middelen van exacte wetenschappen, die volgens Cassets uitspraken ook te beschikking van een middelmatig verstand staan.

Volgens de Spaanse geleerde worden de vele eenzijdig gevormde vaklieden van onze tijd daarom tot “massamensen” en “barbaren” en schieten zij daarom als geestelijke en staatskundige leiders te kort, terwijl het hun evenals ook anderen aan algemene ontwikkeling, in het bijzonder aan historische kennis ontbreekt.

Baschwitz stelt: dat de geleerde zich hierin vergist. Baschwitz zegt dat Casset de “intelligentie” onderschat. Cassets oordeel berust op een dubbele waarnemingsfout volgens Baschwitz.

Page 9: Massapsychologie Deel 5: Angst voor de macht van de domheid.

Baschwitz schrijft hier het volgende over, in het eind van de dertigerjaren in zijn boek “Denkend mens en menigte”: Ons staan hulpmiddelen van exacte, statische massawaarnemingen ten behoeve, die toch betrouwbaarder steun voor een beoordeling van het tegenwoordige streven naar ontwikkeling opleveren. Hiertoe behoren de oplaagcijfers van populairwetenschappelijke en wetenschappelijke boeken – zoals bv dat van Casset zelf en van vele anderen, die evenzeer een verspreiding hebben gehad, als vroeger alleen van romans werd verwacht. Hiertoe behoort een moeitevol, maar des te vruchtbaarder onderzoek naar kolommenindeling en kopijkeuze in veelgelezen dagbladen en tijdschriften; de bladen hebben vroeger aan het meedelen van wetenschappelijke resultaten, geschiedkundige overzichten, letterkundige onderwerpen veel minder ruimte gewijd. Voorts geven de aantallen bezoekers van voordrachten, van leergangen van volksuniversiteiten en verwante instellingen voor ontwikkeling van volwassenen een zekere houvast voor de aanwezigheid van geestelijke behoeften. En zo zijn er nog vele kentekenen die voor statische vergelijking gebruikt kunnen worden.

Op deze wijze wordt het toch duidelijk, dat in Europa zowel als in Amerika een ongemeen levendig aandeel wordt genomen in wat in alle gebied van wetenschap gebeurt, en in zodanig, in veel bredere kringen van de bevolking wordt gevolgd dan vroeger. Met de natuurwetenschappen is het begonnen. Sinds de eerste wereldoorlog is de vraag naar kennis van de historische samenhang zo dringend geworden als nooit te voren, en zij is nog steeds groeiende.

Het mag dan wel waar zijn, dat deze belangstelling en toegankelijkheid voor geschiedkunde bij velen slechts spelenderwijs, zoals in voorliefde voor historische films en romans tot uiting komt, of dat op menig wetenschappelijk boek, dat zijn opkomst aan deze populaire voorliefde te danken heeft, van alles aan te merken valt: toch blijft in ieder geval het statistisch aantoonbare feit, dat nog nooit een naar verhouding zo hoog percentage van hen, die de school verlaten hebben zo oprecht moeite heeft gedaan om hun geschiedkunde aan te vullen. (hoe anders in deze tijd, met al zijn bewuste verdraaiingen en geschiedvervalsing. We komen hier later op terug).

Zoals algemeen in de boetpredicaties van alle tijden aangeheven klacht over de “algemene verlakking” volstrekt controle nodig heeft. (komen we later op terug). Die boetpredicaties – het woord in ruimste zin opgevat – zijn op zichzelf een zeer dankbaar onderwerp voor massapsychologisch onderzoek. Daarin toch uit zich de menselijke drang, om een zware

Page 10: Massapsychologie Deel 5: Angst voor de macht van de domheid.

bezoeking – zoals thans de geestelijke crisis van onze tijd - als verdiend te mogen opvatten, verdiend door de zeer bijzondere tekortkomingen van de daardoor bezochte groep of generatie.

De massamens, zoals Ortega hem vorm geeft, is een figuur uit zo boetpredicatie.

Men kan natuurlijk zeggen, dat cijfers nooit een voldoend beeld van geestelijke processen geven. Volkomen juist. Dat behoeven zij ook niet te doen. Zij moeten alleen maar betrouwbare vergelijkingen mogelijk maken, bv met vroegere toestanden.

Geen wezenlijk ontwikkeld mens zal zich tevreden stellen met de mate van ontwikkeling, die hij verworven heeft; anders is hij in werkelijkheid geen ontwikkeld persoon. Over de vraag, of men de algemene ontwikkeling van de tegenwoordig gemiddeld mens in dit of dat land voor inderdaad de moeite waard dan wel voor ontoereikend moet houden, zal men ten eeuwigen dagen kunnen betwisten. Maar daar gaat het ook niet om. Voor ons doel is het voldoende te constateren, dat met de doorsnee ontwikkeling klaarblijkelijk niet slechter kan zijn dan vroeger.

De waarnemingsfout van Ortega is, zoals eerder gezegd, van tweevoudig karakter: hij heeft in de eerste plaats het bezit van en het streven naar ontwikkeling bij de gemiddelde mens onderschat. Althans vergeleken bij de gemiddelde mens van vroegere geslachten; en hij heeft in de tweede plaats over het hoofd gezien, dat het heersen van collectief onverstand, - vooral door hem uitnemend waargenomen onverstand op staatkundig terrein – ook dán niet verklaard zou zijn, wanneer de” massamens”al hem toe gelegen nog diep onder de laagste trap van intelligentie, zelfs van bekrompen koppen, die toch, wanneer zij een dokter of een rechtsgeleerd raadsman nodig hebben, of wanneer zij inkopen doen, les nemen, en zo meer, zeer zeker niet zo ongerijmd en noodlottig handelen, als zij doen, wanneer ze in de ban van collectieve verstandsverbijstering van het politieke leven verkeren.

Baschwitz schrijft verder: Ortega – en niet slechts hij, maar hij spreekt als woordvoerder van ongemeen talrijke ontwikkelde denkende tijdgenoten – heeft over het hoofd gezien, dat de grotere of kleinere kennis die zij werkelijk bezitten, plotseling uit hun bewustzijn is verbannen. De mate hun kennis speelt op het terrein van alle verstand benevelde, emotionele collectiviteit geen rol.

Page 11: Massapsychologie Deel 5: Angst voor de macht van de domheid.

Verder heeft hij nog het volgende over het hoofd gezien: Ook vooraanstaande geesten, die zonder twijfel op de volle ontwikkelingshoogte van hun tijd staan, waren onderhevig aan de collectieve verstandsverbijstering, welke ons nu reeds goed bekende bijzonderheden ook door de voorstelling van zaken van de Spaanse geleerde heen schermen.

De indruk van bekrompenheid ook van zulke personen ontstaat hierdoor, dat een soort splijting van het bewustzijn intreedt. Hetzelfde geldt natuurlijk door de gewone tijdgenoot. Zij gedragen zich gezellig, praktisch, menselijk op alle terreinen des levens; zij tonen zich van alle verstand ontbloot, ongevoelig, zelfs onwaardig binnen het gebied van hun denken en doen, waarop de collectieve verstandverbijstering heeft gelegd.

Ook uitzonderingsmensen dus, van wie men met de beste wil de wezenstrekken van Ortega’s “massamens” niet kan aflezen, toonden reeds en tonen zich nog altijd weer in dit opzicht ”geleerde barbaren” – boven deze door verleden en heden bevestigde uitspraak van de eerste massapsychologen zijn wij nog steeds niet uitgekomen.

Wordt vervolgd

In de volgende aflevering wordt; de’ vrees voor de halfontwikkelden’ besproken.

Voorgaande afleveringen zijn op onderstaande cijfers te lezen:

1, 2, 3. 4.

Mvgr. Ya’akov Siepman

Namens de medewerkers van de werkgroep “ Tolereer geen Intolerantie“

Reacties of aanvullingen: [email protected]

Diverse boeken stellen wij u regelmatig gratis ter beschikking.Een vrijwillige bijdrage aan het Digibieb-project, klein of groot, is zeer welkom.

Page 12: Massapsychologie Deel 5: Angst voor de macht van de domheid.

Met uw bijdrage kunnen wij u blijvend up-to-date onderzoeken verstrekken, en uw Digibieb aanvullen.

Naam en bankrekeningnummer: J.P. Siepman Sneek ING 3607055 onder vermelding van: donatie-boeken.

Iets anders. Wij van de werkgroep willen op onze website www.tolereergeenintolerantie.n l in samenwerking met gelijkgestemde websites zoals PopNed, E.J.Bron, Filantropius en anderen wekelijks een video column met een NieuwOnderwerp plaatsen. Ongeveer vergelijkbaar met die van Pat Condell en Danny Ayalon.Onze bedoeling is dan ook diverse schrijvers te vragen om een column te schrijven, die o.a. ikzelf dan voordraag. Ook willen we interviews houden met diverse BN’ers, debatten filmen en willen we onze lezingen opnemen, zodat onze lezers die door omstandigheden niet in staat waren om er bij aanwezig te zijn alsnog in de gelegenheid stellen het te zien.

Eveneens zijn we van plan om documentaires te maken over diverse spraakmakende onderwerpen die niet algemeen bekend zijn bij het brede publiek. Maar ook onderwerpen die juist meer in het daglicht moet komen. Documentaires worden gemaakt onder de enthousiaste en zeer deskundige begeleiding van Roelf Jan Wentholt.Wij zijn dus op zoek naar een videocamera. De Camcorder die wij op het oog hebben is een Sony HXR NX30. 2e hands is ook prima. De genoemde camera komt in de diverse testen als beste uit de bus. In het bijzonder voor de doeleinden waarvoor wij deze camera willen gebruiken.Helaas hebben wij van de werkgroep niet de financiële middelen om zo’n camera aan te schaffen. Onze huidige financiële middelen worden gebruikt om e-boeken aan te schaffen. Kosten Camcorder bedragen € 2000,00 met toebehoren.Daarom vragen wij u dan ook uiterst vriendelijk om financiële ondersteuning om dit project te doen slagen. Iedere bijdrage is welkom, want vele kleine bijdragen worden gezamenlijk groot.

Helaas zijn we, of gelukkig, geen anti-Israël organisatie, want dan hadden we een aanvraag kunnen indienen bij één van de NGO´s. Er zijn geen pro-Israël organisaties die o.a. mede gefinancierd worden door de regering waar men een verzoek ter ondersteuning kan indienen.Iedere bijdrage van u is daarom dan ook zéér welkom. Met uw bijdrage kunnen wij de benodigde camera en toebehoren aanschaffen en u blijvend up-to-date informatie, debatten, lezingen/ bijeenkomsten, bevindingen en documentaires in de toekomst laten zien en horen.

U kunt de zeer welkome bijdrage aan het Video-project overmaken op:Naam en bankrekeningnummer: J.P. Siepman Sneek ING 3607055 onder vermelding van: donatie-Video-Camera-Project.

Bij voorbaat, hartelijk dank voor uw gulle gift.Mocht u vragen hebben, neem gerust contact met ons op:Mail: [email protected]

Page 13: Massapsychologie Deel 5: Angst voor de macht van de domheid.