Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in...

57
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2007 – 2008 Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in België Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de bedrijfseconomie De Koker Jens onder leiding van Prof. Dr. P. Gemmel Prof. Dr. M. Cools

Transcript of Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in...

Page 1: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2007 – 2008

Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in België

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master in de bedrijfseconomie

De Koker Jens

onder leiding van

Prof. Dr. P. Gemmel Prof. Dr. M. Cools

Page 2: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

II

Page 3: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

III

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2007 – 2008

Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in België

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master in de bedrijfseconomie

De Koker Jens

onder leiding van

Prof. P. Gemmel Prof. M. Cools

Page 4: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

IV

PERMISSION

Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of

gereproduceerd worden, mits bronvermelding.

De Koker Jens

Page 5: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

V

Dankwoord

Bij aanvang van mijn Masterproef wens ik de

mensen te bedanken die mij met raad en daad

hebben bijgestaan tijdens het realiseren van

mijn scriptie. Een eindverhandeling schrijven

is geen gemakkelijke opdracht, en zonder hen

was dit dan ook niet gelukt.

In de eerste plaats gaat mijn dank uit

naar mijn promotor Prof. Dr. P.

Gemmel, en mijn co-promotor Prof.

Dr. M. Cools. Met hun expertise

hebben zij mij de ideale bijstand

gegeven.

Ik wens ook mijn moeder, familie en

vrienden te bedanken voor de steun

dat zij mij gegeven hebben doorheen

mijn studieloopbaan. Meer en meer

besef ik dat ook zij inspanningen

geleverd hebben.

Jens De Koker

Page 6: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

VI

Inhoudstafel

Inleiding ..................................................................................................................................... 1

Maatschappelijke relevantie ................................................................................................... 1

Doelstelling ............................................................................................................................ 2

Andere Onderzoeken .............................................................................................................. 3

Hoofdstuk 1: Regulering ............................................................................................................ 5

1. Vanaf 1830 tot WO I .......................................................................................................... 5

2. Interbellum ......................................................................................................................... 6

3. Na WO II en de Commissie Wijninckx ............................................................................. 7

4. Wet van 10 april 1990 ........................................................................................................ 8

4.1 De proactieve overheidscontrole ................................................................................ 10

4.2 De controle op het gebruik van middelen en methodes van bewaking ...................... 14

4.3 De reactieve overheidscontrole .................................................................................. 16

5. Internationaal .................................................................................................................... 17

5.1 Services Directive ...................................................................................................... 17

6. Besluit ............................................................................................................................... 19

Hoofdstuk 2: Evolutie .............................................................................................................. 21

1. Inleiding ........................................................................................................................... 21

2. Bewakingsondernemingen ............................................................................................... 23

2.1 Aantal erkende bewakingsondernemingen ................................................................. 23

2.2 Omzetcijfer Bewakingsondernemingen ..................................................................... 25

2.3 Personeel Bewakingsondernemingen ......................................................................... 27

3. Beveiligingsondernemingen ............................................................................................. 29

3.1 Aantal erkende beveiligingsondernemingen .............................................................. 29

3.2 Omzet Beveiligingsondernemingen ........................................................................... 31

3.3 Personeel Beveiligingsondernemingen ...................................................................... 32

4. Besluit ............................................................................................................................... 33

Hoofdstuk 3: De Private Veiligheidssector Vandaag ............................................................... 35

1. Hoofdrolspelers bewaking en hun geschiedenis .............................................................. 35

1.1 Securitas ..................................................................................................................... 36

1.2 Group 4 Securicor ...................................................................................................... 37

1.3 Seris Security .............................................................................................................. 38

1.4 Cobelguard ................................................................................................................. 38

1.5 Marktstructuur ............................................................................................................ 39

2. Beveiligingsondernemingen ............................................................................................. 41

Besluit ....................................................................................................................................... 43

Page 7: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

VII

Lijst met figuren Figuur 1: Aantal erkende bewakingsondernemingen ............................................................... 25

Figuur 2: Omzet bewakingsondernemingen ............................................................................ 26

Figuur 3: Gemiddelde omzet bewaking ................................................................................... 27

Figuur 4: Personeel bewaking .................................................................................................. 28

Figuur 5: Aantal erkende beveiligingsondernemingen ............................................................ 30

Figuur 6: Omzet beveiligingsondernemingen .......................................................................... 31

Figuur 7: Personeel beveiliging ................................................................................................ 32

Figuur 8: Personeel beveiliging ................................................................................................ 33

Figuur 9: Evolutie Securitas ..................................................................................................... 37

Figuur 10: Evolutie Group4-Securicor ..................................................................................... 37

Figuur 11: Evolutie Seris Security ........................................................................................... 38

Figuur 12: Marktaandeel Bewaking 2005 ................................................................................ 40

Page 8: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

1

Inleiding

Maatschappelijke relevantie

Private veiligheidszorg kan maar degelijk worden verduidelijkt als het wordt vergeleken met

de reguliere veiligheidszorg. De reguliere veiligheidszorg, gebracht door politie en justitie,

heeft het bieden van bescherming en welzijn aan de inwoners van een Staat als kerntaak.

Preventie, ordehandhaving, opsporing, informatie-inwinning en adviesverlening staan hierbij

centraal. Doorheen de jaren is ook in de private sfeer plaats gekomen voor de invulling van

deze begrippen. Deze activiteiten worden vaak aangeduid met de begrippen private policing,

private security, private investigation, private justice, security management en security

consultancy.1

De private veiligheidszorg bestaat dus als markt en deze is in staat om binnen de rechtsstaat

hetzij complementair, hetzij als alternatief, te functioneren. “Een markt als de plaats waar

vraag en aanbod elkaar ontmoeten en beslissingen worden genomen die aanleiding geven tot

productie, consumptie en prijsvorming van goederen en diensten, heeft zich ontwikkeld in de

sfeer van de veiligheidszorg.”2

De private veiligheidszorg kan gedefinieerd worden als volgt: “ een geheel van activiteiten

bestaande uit preventie, ordehandhaving, opsporing, informatie-inwinning en adviesverlening

inzake criminaliteit, overlast en onveiligheidsgevoelens en die op een vrije markt

complementair en concurrentieel door private (rechts-)personen tegen betaling worden

aangeboden aan private en publieke (rechts-)personen”.3

De geprivatiseerde bewaking en beveiliging is geen nieuw verschijnsel. Reeds in 1830

bestond de “burgerwacht”, welke een groepering van mensen was dat als kerntaak het

handhaven van de orde en de bescherming van het grondgebied had. Hoofdzakelijk verleende

de burgerwacht haar diensten aan de burgerij en de opkomende politieke elites. In het

1 Cools M, ‘De onderstromen in de private veiligheidszorg’, Panopticon, 2002, Kluwer, Mechelen, Blz 135

2 Cools M, Criminologie. De wetenschap, de mens, in Vanderborgt J, Vanacker J en Maes E (eds),

‘Criminologie, De Wetenschap, De Mens’, Brussel, Politeia, 2000 Blz 204 3 Cools M, Criminologie. De wetenschap, de mens, Vanderborgt J, Vanacker J en Maes E (eds), ‘Criminologie,

De Wetenschap, De Mens’, Brussel, Politeia, 2000 blz 205

Page 9: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

2

interbellum stierven de burgerwachten een stille dood en kwamen de private milities op.4

Vanaf de jaren ’70 heeft de private veiligheidszorg niet enkel een kwalitatieve, maar ook

kwantitatieve sprong gemaakt. Het aantal werknemers in de sector, maar ook het aantal

ondernemingen en het aantal multinationals steeg.5 Vooral de laatste decennia is de

beveiligingsindustrie explosief gegroeid. Hoogenboom en Morre duiden op het feit dat de

private veiligheidszorg een kenmerk van onze hedendaagse maatschappij aan het worden is.6

Met deze explosieve ontwikkeling van de beveiligingssector, zijn een aantal ontwikkelingen

gepaard gegaan welke een beleidsmatig probleem vormden. Hiervoor verwijs ik bijvoorbeeld

naar de problemen met politieke private milities in de jaren ’80. Om aan deze problemen te

voorkomen heeft de Belgische overheid een aantal studies7 laten uitvoeren, waarop zij dan de

reglementering van de markt van de particuliere beveiliging, bewaking en opsporing

baseerde.8

Doelstelling

Vanuit mijn voorlopleiding Criminologische Wetenschappen is mijn interesse in de private

veiligheidszorg gegroeid. Ik heb begin dit schooljaar voor de Master Bedrijfseconomie

gekozen om mijn kansen om tewerkgesteld te worden in deze sector te vergroten.

Met deze masterproef wens ik mijn beide opleidingen te combineren. Ik wil een economische

analyse maken, van een toch wel criminologisch getinte sector.

De private veiligheidszorg bevindt zich op een moeilijke plaats in onze maatschappij. Is er

naast de openbare veiligheidszorg plaats voor een private veiligheidszorg? De openbare

veiligheid zorgt volgens de Europese ethische politiecode voor het behoud van de openbare

rust en de naleving van de wet, zij beschermt en respecteert de fundamentele vrijheden en

rechten van het individu, zij zal criminaliteit trachten te voorkomen en te bestrijden en zal de

4 Van Beek B, De evolutie van de private bewaking en opsporing in België vanaf 1830, (Diss. Lic. Crim. Wet.),

2001-2002, Blz 9-15 5 Van Laethem W, Decorte T, Bas R, Private politiezorg en grondrechten, Universitaire Pers, Leuven, 1995, V

6 Hoogenboom AB, Morre L, ‘Honderden kleine theaters van bestraffing: de verspreiding van de politiefunctie’,

Delikt en Delinkwent, 1988, Nr 18, 5, Blz 438 7 Alan A, Vande Lanotte J (eds), Bewakingsmaatschappijen en privé-milities, rechtvergelijkende studie, 4 delen,

Gent, 1987 ; Ghislain P E, Analyse comparée de la réglementation et des pratiques administratives et policières

de plusieurs pays européens relatives à la sécuritée privée, 4 delen, Namur, 1987 ; Capelle J, Detectives onder

de loep, Brugge, Vanden Broele, 1990, 196 blz ; Boon K, De gespecialiseerde private opsporing, Brussel,

Politeia, 1993, 132 blz 8 Van Outrive L, Bas R, Decorte T, Private opsporing en bewaking : onderzoek naar methoden van provate

opsporing in bewakings en de grondrechten van de mens, Brussel, Federale Diensten voor wetenschappelijke,

technische en culturele aangelegenheden, 132 blz

Page 10: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

3

bevolking bijstand en service verlenen.9 Het binnendringen van de winstlogica in deze

activiteiten, welke traditioneel worden gezien als een gemeenschappelijk goed, lijkt vatbaar

voor kritiek. De bedreiging van rechten en vrijheden en de mogelijkheid om praktijken uit te

voeren die een betwijfelbare legaliteit hebben zijn maar voorbeelden van kritieken die worden

gegeven. Bovendien kan het overdreven gebruik van de huidige technologische middelen

leiden tot een panoptische maatschappij met alomtegenwoordige controle.10

Deze kritieken

duiden op de noodzaak om de sector voldoende af te bakenen. Een wettelijk kader waarin de

private veiligheidssector wordt gereglementeerd is nodig om enerzijds de openbare

veiligheidszorg de overhand te laten houden en anderzijds de rechten en vrijheden van de

burgers te beschermen.

Het wettelijk kader werd in België voornamelijk weergegeven door de Wet Tobback11

. Hierin

werd onder andere voorzien in een vergunningstelsel. Om een overzicht te behouden over de

sector werden de vergunde ondernemingen verplicht jaarlijks een activiteitenverslag op te

stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting te geven van het

controle- en sanctieapparaat ten aanzien van de private bewaking en beveiliging. In dit

systeem zal het vergunningenstelsel een centrale plaats innemen als zijnde een vorm van

proactieve controle. In de bespreking volgt ook een overzicht van de reactieve

controlemechanismen. In een tweede en derde deel wil ik nagaan hoe de sector geëvolueerd is

sinds deze belangrijke regulering. Zowel de evolutie als de markt vandaag zal dus besproken

worden. De centrale vraagstelling in deze verhandeling wordt dus: “Hoe ziet de regulering

eruit, en hoe is de sector geëvolueerd sinds deze regulering?”.

Andere Onderzoeken

Ik vermeld hier kort een aantal onderzoeken verwant aan mijn onderwerp, dat in de laatste

jaren uitgevoerd werden.

In 1999 werd door adviesbureau Frost & Sullivan een onderzoek verricht naar de stand van

zaken in de Europese markt van veiligheidssystemen. De sector werd onderzocht naar de

9 Biot F, ‘Is er naast de openbare veiligheid plaats voor een particuliere veiligheid?’, Top Security, jan/feb 2005,

36-40 10

Biot F, ‘Is er naast de openbare veiligheid plaats voor een particuliere veiligheid?’, Top Security, jan/feb 2005,

36-40 11

De Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25 mei 1990), gewijzigd bij de wetten

van 18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10 juni 2001 (B.S. 19 juli 2001) en 19

december 2003 (B.S. 3 juni 2004)

Page 11: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

4

omzet en de evolutie. Ook werd een overzicht gegeven van de te verwachten

ontwikkelingen.12

In 2006 werd een onderzoek verricht naar de stand van zaken omtrent de publiek-private

samenwerking. Zoals de naam zelf zegt, gaat het hier om een onderzoek naar de

samenwerking tussen de private en publieke actoren. Een aantal projecten worden beschreven,

alsook het wettelijk kader van deze publiek-private samenwerking. In het laatste deel van dit

onderzoek werden de initiatieven geëvalueerd.13

In 1995 werd al eens de communicatie tussen

de private en de publieke diensten (de zogenaamde ‘grijze politie’) van naderbij bekeken.14

12

X, ‘De Europese markt van veiligheidssystemen in de handel en de industrie’, Top Security, mei/juni 1999,

Blz 38 13

Van Fraeghem T, ‘Stand van zaken publiek-private samenwerking in de veiligheidszorg; Casestudy bij een

bewakings- en beveiligingsonderneming’, Private Veiligheid, Nov 2006, Blz 34 14

Van Laethem W, Decorte T, Bas R, Private politiezorg en grondrechten, Universitaire Pers, Leuven, 1995,

357 blz

Page 12: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

5

Hoofdstuk 1: Regulering

Om een idee te geven van hoe de regulering van vandaag tot stand gekomen is, begint dit

hoofdstuk bij 1830, bij de oprichting van de burgerwachten. De burgerwachten, welke

ontstonden in 1830, de wetgeving die tot stand kwam tijdens het interbellum, de Commissie

Wijninckx en uiteindelijk ook het belangrijkste wetgevend document, de Wet Tobback

oftewel de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid, zullen allen

besproken worden in dit hoofdstuk.

Er wordt in dit hoofdstuk ook kort iets gezegd over de situatie op internationaal niveau,

meerbepaald wordt de Services Directive behandeld.

1. Vanaf 1830 tot WO I

Een eerste initiatief dat leek op de opkomst van de private veiligheidszorg, zijn de

burgerwachten van 1830. Op 26 oktober 1830 werd bij decreet besloten tot de oprichting van

deze organisatie. Het was een groepering van burgers zonder enige beroepservaring

betreffende het krijgsleven. Deze groeperingen verleende diensten aan de burgerij en de

opkomende politieke elites, onder andere door het beschermen van bezittingen en mogelijke

volksopstanden te bedwingen. De voornaamste taak bestond erin de orde te handhaven en het

grondgebied te beschermen. Door haar sterke verbondenheid met de politieke elites werd de

burgerwacht beïnvloed door de politieke en de sociale gedachten van de klassen waartoe zij

behoorden. De wapens waarover zij beschikte, werden dan ook niet enkel gebruikt voor de

eigenlijke doelstellingen, maar ook voor de doelstellingen van de oversten dat zij dienden.15

Vanaf 1886 stond de burgerwacht haar taken af aan het leger, om tegen WO I een stille dood

te sterven.16

15

Van Beek B, De evolutie van de private bewaking en opsporing in België vanaf 1830, (Diss. Lic. Crim. Wet.),

2001-2002, Blz 9-15 16

Van Outrive L, Cartuyvels Y, Ponsaers P, Sire, ik ben ongerust : geschiedenis van de Belgische Politie 1794-

1991, Leuven, Kritak, Blz 112

Page 13: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

6

2. Interbellum

In het kader van de maatschappelijke ontwikkelingen werd in alle democratische landen

gestreefd naar het voorkomen van de vorming van gewapende groepen, uitgerust met

uniformen, die tot gevechtsformaties konden uitgroeien dat in staat zouden zijn de macht te

veroveren of het normale raderwerk van een democratische rechtsstaat te kunnen verstoren.17

Vanaf 1933 namen de problemen in verband met de private milities echter toe.

Deze particuliere gepolitiseerde groeperingen, welke hun leden een militaire opleiding gaven,

en welke meestal voorzien werden van een uniform, werden stilaan een gevaar voor de

openbare orde. Voor 1933 hadden zich al incidenten voorgedaan met de ‘Union Civique

Belge’ en het ‘Legion Nationale’. De schermutselingen tussen de fascistische en de

socialistische milities namen echter na 1933 zienderogen toe, en leidde tot de wetten van 29

juli 1934 en 4 mei 1936 betreffende de private milities.18

De wet verbood vanaf dat moment elke organisatie van privé personen, waarvan het oogmerk

is geweld te gebruiken of het leger of de politie te vervangen, zich met deze actie in te laten of

in hun plaats op te treden. Uitzonderingen waren mogelijk voor niet-politieke organisaties en

commerciële privé-organisaties. Deze afwijkingen moesten echter eerst worden goedgekeurd

door de Ministerraad.19

Het dragen van gevaarlijke voorwerpen bij een betoging of bij een vergadering werd eveneens

verboden.20

Het was oorspronkelijk de bedoeling om ook een uniformverbod op te leggen,

maar dit kwam er pas met de aanpassing in 1936.21

Ondanks de geleverde inspanningen bereikte de wet echter nooit wat zij voor ogen had. Het

verbod tot oprichting van een privé-militie verhinderde de oprichting of deelname niet en het

bevel tot ontbinding belette niet dat de organisatie bleef bestaan.22

De wet van 29 juli 1934 kon dan wel haar effect gemist hebben, er moet echter opgemerkt

worden dat hier reeds de basis gelegd werd voor het huidige vergunningstelsel. Reeds in 1934

werden afwijkingen toegestaan op de wet op de private milities, na onderzoek door de

gerechtelijke overheden en na goedkeuring door de Ministerraad.

17

Capelle J, Het labyrint: private milities en politiewezen doorgelicht met het officiële rapport van de Commissie

Wijninckx, Brussel, SEVI, blz 26 18

Van Beek B, o.c., Blz 16 19

Capelle J, o.c., blz 26 20

Van Beek B, o.c., Blz 16 21

Capelle J, o.c., blz 34 22

Capelle J, o.c., Blz 27

Page 14: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

7

3. Na WO II en de Commissie Wijninckx

In de jaren ’60 lijkt het startschot te zijn gegeven voor de groei van de beveiligingsbranche.

Een toename van het aantal ondernemingen en het aantal werknemers in de sector lijkt deze

periode te typeren. De jaren ’70 werden dan weer gekenmerkt door een stabiliseringsperiode

welke ongeveer een 10-tal jaar duurde. Samen met deze evolutie in de sector, kwam ook de

criminaliteit meer op de voorgrond, en het ontstaan van de ‘mass private property’. Deze 2

zaken kunnen als oorzaken gezien worden voor de enorme groei in de veiligheidssector dat de

jaren ’60 tot ’80 kenmerkte.

De jaren ’80 worden echter ook gekenmerkt door een aantal incidenten tussen extreem rechts

enerzijds en de private politie anderzijds. Bij deze incidenten waren de organisaties NSV,

VMO en Front de la Jeunesse (om er maar enkele te noemen) nooit ver weg. Ook de

politieke-syndicale informatieverzameling door de reguliere politie- en inlichtingendiensten

was een gevoelig onderwerp van die tijd. Deze 2 zaken deden de Commissie Wijninckx,

oftewel de parlementaire onderzoekscommissie betreffende de problemen in verband met de

ordehandhaving en private milities, ontstaan.23

In de jaren voor 1980 werd volgens velen onvoldoende opgetreden tegen communautaire

rellen, tegen verschillende acties en aanslagen van extreem-rechtse groepen of tegen andere

gewelddaden. Bovendien riep men van politionele zijde dat de bestaande wetten van ’34 en

’36 onvoldoende waren om efficiënt op te treden.

De commissie moest vragen beantwoorden zoals: “Hoe zit de vork nu precies in de steel?” en

“Waarom wordt er niet vervolgd?”. De commissie moest vooral nagaan of het niet vervolgen

een gevolg was van een ontbrekend of niet aangepast wetgevend instrumentarium of dat het

probleem eerder ergens anders te situeren was.

In de literatuur wordt beschreven dat deze Commissie het kantelmoment was voor de private

veiligheidszorg. Het is de verdienste van de Commissie Wijninckx om de private

veiligheidszorg aan een parlementair onderzoek te onderwerpen waardoor de sector het

professionalisme van vandaag heeft kunnen verwerven.24

23

Cools M, ‘De Commissie Wijninckx ‘revisited’’, Politie en veiligheid, ???, Blz 127-128 24

Cools M, o.c., blz 129

Page 15: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

8

4. Wet van 10 april 1990

De rode draad doorheen de geschiedenis van de private veiligheidssector is deze van de

argwanende positie van de overheid ten opzichte van deze sector. Het afwijken van het

geweldsmonopolie voor de staat zou immers kunnen leiden tot private justitie, klassenjustitie

en schendingen van de grondrechten van de burger (zijnde de fundamentele rechten en

vrijheden).

In deze context werd in 1990 afstand genomen van de oorspronkelijke wet van 1934

betreffende de private milities. Men ging over tot de ontwikkeling van het wettelijk kader dat

tot op vandaag nog steeds bestaat. De volledige naam luidt: “de wet op de

bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten”.

Deze naam duidt al meteen op het feit dat de wet een onderscheid maakt naar verschillende

soorten ondernemingen. De bewakingsonderneming, welke een rechts- of natuurlijk persoon

is, die een activiteit uitoefent bestaande in de blijvende of tijdelijke levering aan derden van

diensten van: toezicht op en bescherming van roerende of onroerende goederen, bescherming

van personen, toezicht op en bescherming bij het vervoer van waarden, beheer van

alarmcentrales, toezicht op en controle van personen met het oog op het verzekeren van de

veiligheid op al dan niet publiek toegankelijke plaatsen, verrichten van de vaststellingen die

uitsluitend betrekking hebben op de onmiddellijk waarneembare toestand van goederen die

zich bevinden op het openbaar domein, in opdracht van de bevoegde overheid of van de

houder van een overheidsconcessie en de begeleiding van groepen van personen met het oog

op de verkeersveiligheid.25

De wet van 10 juli 1990 beschrijft een interne bewakingsdienst als elke dienst die door een

natuurlijke persoon of een rechtspersoon ten eigen behoeve wordt georganiseerd in de vorm

van de hierboven vermelde 5e activiteit of, voor zover ze plaatsvindt op voor publiek

toegankelijke plaatsen, in de vorm van de 1e tot 4

e, 6

e of 7

e activiteit.

26 Een

beveiligingsonderneming is elke natuurlijke of rechtspersoon die een activiteit uitoefent

25

Art 1 van de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25 mei 1990), gewijzigd bij de

wetten van 18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10 juni 2001 (B.S. 19 juli

2001) en 19 december 2003 (B.S. 3 juni 2004) 26

idem

Page 16: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

9

bestaande in de blijvende of tijdelijke levering aan derden van diensten van conceptie,

installatie, onderhoud of herstelling aan alarmsystemen en alarmcentrales.27

Omwille van de snelle evoluties in de sector was men genoodzaakt om het controle- en

sanctiesysteem door middel van uitvoeringsbesluiten en wetswijzigingen te wijzigen.28

Artikels werden toegevoegd, geschrapt of vervangen. Zoals reeds uit de voetnoot bleek, zijn

de verandering doorgevoerd in 1997, 1999, 2001 en 2004. Deze veranderingen maken dat in

de wet zoals ze er vandaag uitziet, niet enkel meer het onderscheid wordt gemaakt tussen

bovenvermelde soorten ondernemingen. Vandaag de dag worden ook de ondernemingen voor

veiligheidsadvies (security consulting) en de opleidingsinstellingen gedefinieerd. De naam

van de wet luidt dan ook “wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid”.29

Terloops vermeld ik ook dat samen met de wet op de bewakingsondernemingen, de

beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, de wet tot de regeling van het

beroep de privé detective30

is tot stand gekomen. Een bespreking van deze wet zou mij echter

te ver leiden.

In wat volgt zal een overzicht gegeven worden van de middelen waarover de overheid

beschikt om onregelmatigheden in de sector vast te stellen en om erop te reageren. Om een

degelijk overzicht te behouden wordt een onderscheid gemaakt naar de proactieve

overheidscontrole, de controle ten aanzien van middelen en methodes die worden aangewend

tijdens de uitvoering van bewakingsactiviteiten en de reactieve overheidscontrole.31

In het

kader van deze scriptie is vooral de proactieve en de reactieve overheidscontrole van belang.

De controle ten aanzien van middelen en methodes worden ter volledigheid vluchtig

besproken.

27

idem 28

Hutsebaut F, Peperstraete T, ‘De controle op de private bewakingsondernemingen: een stand van zaken’,

Panopticon, 2005, 3, blz 45 29

Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25 mei 1990), gewijzigd bij de wetten van

18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10 juni 2001 (B.S. 19 juli 2001) en 19

december 2003 (B.S. 3 juni 2004) 30

Wet van 19 juli 1991 betreffende de regeling van het beroep de privé detective 31

aan de hand van deze indeling wordt de stand van zaken zeer duidelijk uitgelegd in het werk: “Hutsebaut F,

Peperstraete T, ‘De controle op de private bewakingsondernemingen: een stand van zaken’, Panopticon, 2005, 3,

blz 45-62” De wet gebruikt deze indeling niet.

Page 17: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

10

4.1 De proactieve overheidscontrole

Eén van de belangrijkste doelstellingen van de wet van 1990 was de kwaliteit van de

aangeboden diensten te verbeteren. Dit wou men ondermeer realiseren door een

overheidsorgaan op te richten dat zich bezig hield met de controle van de instroom van

individuen en ondernemingen op de bewakingsmarkt. Concreet gebeurde dit door de

bewakingsondernemingen te onderwerpen aan een vergunningstelsel, en de individuele

bewakingsagenten te verplichten een identificatiekaart te dragen. Zowel de vergunning als de

identificatiekaart worden afgeleverd door de Minister van Binnenlandse Zaken, indien

voldaan wordt aan de toelatingsvoorwaarden (cfr. supra).32

In de praktijk worden de controles

uitgevoerd door de Directie Private Veiligheid, welke ressorteert onder de Algemene Directie

Veiligheids- en Preventiebeleid van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken.33

De proactieve controle ten aanzien van de bewakingsondernemingen

“Niemand mag de diensten van een bewakingsonderneming aanbieden […] of zich als

dusdanig bekend maken, indien hij daartoe vooraf geen vergunning heeft gekregen van de

Minister van Binnenlandse Zaken, na advies van de Veiligheid van de Staat en van de

procureur des Konings van de vestigingsplaats van de onderneming en, bij ontstentenis ervan,

van de Minister van Justitie.”34

Dit staat te lezen in het 2e artikel van de wet van 1990. Het

advies dat aan de Minister van Binnenlandse Zaken gegeven wordt, is echter niet bindend.

Waarom is dit advies dan noodzakelijk, als het toch geen bindende kracht heeft? De literatuur

stelt dat dit advies als functie het vaststellen van het gerechtelijk verleden van de vragende

partij heeft.35

In principe wil men hiermee dus voorkomen dat ondernemingen welke zich

ervoor al niet conform de wet gedroegen, opnieuw een vergunning krijgen.

Wil een onderneming een vergunning verkrijgen, zal deze moeten voldoen aan een aantal

wettelijk bepaalde voorwaarden inzake personele, organisatorische, technische en

32

Hutsebaut F, Peperstraete T, ‘De controle op de private bewakingsondernemingen: een stand van zaken’,

Panopticon, 2005, 3, blz 46 33

Hutsebaut F, Peperstraete T, o.c., blz 47 34

Art 2 van de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25 mei 1990), gewijzigd bij de

wetten van 18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10 juni 2001 (B.S. 19 juli

2001) en 19 december 2003 (B.S. 3 juni 2004) 35

Schoolmeesters P, Bewaking en beveiliging: Praktische gids bij de nieuwe wetgeving, Brugge, Die Keure,

1991, 21 en Hutsebaut F, Peperstraete T, o.c., 47

Page 18: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

11

infrastructurele middelen.36

Vergunningen worden verleend voor een termijn van 5 jaar, en

kan voor gelijke termijnen worden verlengd.37

De onderneming mag bovendien geen andere activiteiten uitvoeren dan deze waarvoor zij een

vergunning heeft gekregen. Dit principe komt voor uit Art 2, §2 van de wet van 1990. De

wetgever tracht hiermee te voorkomen dat nieuwe, onervaren ondernemingen zich meteen

zouden toeleggen op risicovolle activiteiten.

Er dient ook worden aangestipt dat het volgens de wet verboden is voor derden om gebruik te

maken van de diensten van een bewakingsonderneming welke niet vergund is.38

Aan de vergunningsverplichting van de ondernemingen worden ook vereisten van de

bewakingsagenten gekoppeld. Deze zullen later besproken worden.

Er worden in de wet naast de algemene verplichtingen ook een aantal specifieke bepalingen

besproken. Zo moet de bewakingsonderneming verbonden zijn aan een erkende

verzekeringsonderneming betreffende haar burgerrechtelijke aansprakelijkheid. Verder

worden een aantal technische minimumvereisten vastgelegd zoals bijvoorbeeld het feit dat de

exploitatiezetel voldoende communicatiemogelijkheden moet hebben met de politiediensten

of dat de onderneming moet beschikken over een afzonderlijk beveiligd lokaal waarin alle

klantendossiers worden bijgehouden. Het model van de werkkledij van de bewakingsagenten

moet ook vooraf goedgekeurd zijn door de Minister van Binnenlandse Zaken. Dit uniform

mag geen aanleiding geven tot enige verwarring met de kledij van de agenten van de openbare

macht, wat ook het geval is voor de voertuigen dat deze gebruiken.39

De proactieve controle ten aanzien van het bewakingspersoneel

De controle op de bewakingsondernemingen blijft niet enkel bij het afleveren van een

vergunning voor de onderneming. De individuele medewerkers van deze sector worden ook

36

Art 4bis, §1 van de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25 mei 1990), gewijzigd

bij de wetten van 18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10 juni 2001 (B.S. 19 juli

2001) en 19 december 2003 (B.S. 3 juni 2004) 37

Idem 38

Art 4, §1er van de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25 mei 1990), gewijzigd

bij de wetten van 18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10 juni 2001 (B.S. 19 juli

2001) en 19 december 2003 (B.S. 3 juni 2004) 39

Art 8, §1 en §4 Art 4, §1er van de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25 mei

1990), gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10 juni

2001 (B.S. 19 juli 2001) en 19 december 2003 (B.S. 3 juni 2004)

Page 19: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

12

aan een grondige screening onderworpen. De wet maakt hierbij een onderscheid tussen het

leidinggevend en het uitvoerend personeel. De verschillen tussen de vereisten van beide

groepen zijn echter miniem te noemen. Wat volgt zal dus voor beide groepen gelden, tenzij

het uitdrukkelijk wordt vermeld.

Een eerste voorwaarde betreft het gerechtelijk verleden van de medewerkers. Het 5e artikel

van de wet van 1990 geeft aan dat de personen dat de werkelijke leiding hebben over de

onderneming in het verleden niet mogen veroordeeld zijn, ook niet met uitstel, tot enige

correctionele of criminele straf, bestaande uit een geldboete, een werkstraf of een

gevangenisstraf.40

Ten aanzien van het uitvoerend personeel geldt dat deze niet mogen

veroordeeld zijn tot een gevangenisstraf van ten minste 6 maanden, wegens enig misdrijf.

Daarboven komt nog eens dat de personen dat in het verleden veroordeeld werden tot een

gevangenisstraf van ten minste 3 maanden wegens slagen en verwondingen, ook geweerd

worden. Het uitvoerend personeel mag tenslotte ook niet veroordeeld zijn geweest voor feiten

zoals oplichting, aanranding van de eerbaarheid of de vorming van een criminele

organisatie.41

Waar het leidinggevend personeel helemaal niet mag veroordeeld zijn, blijft

men bij het uitvoerend personeel toch iets soepeler, doch nog steeds zeer streng. Doorheen de

jaren werden de vereisten in verband met het strafrechtelijk verleden van de medewerkers

meermaals aangescherpt, wat erop wijst dat de wetgever doorheen de jaren toch een stijgend

belang hechtte aan de betrouwbaarheid van de personen dat professioneel actief zijn in deze

sector.42

Zowel het leidinggevend als het uitvoerend personeel moet voldoen aan een aantal vereisten

in verband met de beroepsdeontologie. De wet zegt dat er voldaan moet worden aan een

aantal “moraliteitsvoorwaarden” vooraleer men aan de slag kan in de sector. In de praktijk

krijgt dit de vorm van een veiligheidsonderzoek, wat uiteindelijk een doorgedreven screening

is van de persoon.43

Daarnaast worden in de wet een aantal voorwaarden gegeven inzake opleiding, vorming en

ervaring van het bewakingspersoneel. Het leidinggevend personeel moet beschikken over een

40

Art 5 van de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25 mei 1990), gewijzigd bij de

wetten van 18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10 juni 2001 (B.S. 19 juli

2001) en 19 december 2003 (B.S. 3 juni 2004) en Hutsebaut F, Peperstraete T, o.c., blz 48 41

Art 5, 1° en Art 6, 1° van de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25 mei 1990),

gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10 juni 2001

(B.S. 19 juli 2001) en 19 december 2003 (B.S. 3 juni 2004) 42

Hutsebaut F, Peperstraete T, o.c., blz 48 43

Hutsebaut F, Peperstraete T, o.c., blz 49

Page 20: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

13

specifiek bekwaamheidsattest dat kan worden behaald bij een officieel erkende

opleidingsinstelling. De erkenning van deze opleidingsinstellingen wordt eveneens verleend

door de Minister van Binnenlandse Zaken en geldt voor een hernieuwbare termijn van 5 jaar.

Voor het uitvoerend personeel zijn de voorwaarden iets complexer. Zij moeten ten eerste een

algemeen bekwaamheidsattest behalen, plus eventueel een bijkomende specialisatiemodule

afhankelijk van de opdracht dat men zal uitvoeren. Bovendien moet het uitvoerend personeel

slagen in een eenmalig psychotechnisch en medisch onderzoek.44

Een belangrijke voorwaarde voor beide soorten medewerkers is dat er een onverenigbaarheid

van beroepen bestaat. Het leidinggevend en uitvoerend personeel mag niet tegelijkertijd het

beroep van privé detective uitvoeren, noch fabrikant of handelaar zijn van wapens of munitie.

Bovendien is er een sperperiode na het bekleden van bepaalde openbare ambten. Om een

functie binnen een bewakingsonderneming te bekleden mag men sinds 5 jaar geen lid geweest

zijn van een politiedienst, inlichtingendienst of enige andere instantie van openbare of

militaire ambten (over deze laatste bestaat een nader door de Koning bepaalde lijst).45

Het

doel van deze overgangsmaatregel bestaat erin een te sterke verwevenheid tussen de publieke

en private veiligheidsactoren tegen te gaan, en zo het ontstaan van de ‘grijze politie’ (of een te

sterke communicatie tussen beide) te vermijden.46

Indien het uitvoerend of leidinggevend personeelslid voldoet aan de vereiste voorwaarden,

verkrijgt deze van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken een identificatiekaart.

Deze moet ten allen tijde gedragen worden tijdens het uitvoeren van de activiteit, en moet

kunnen voorgelegd worden indien de bevoegde personen daarom vragen.47

Besluit Proactieve overheidscontrole

De overheid wenst door middel van het vergunningstelsel en via toelatingsvoorwaarden de

kwaliteit van de sector op peil te houden. De bewakingsondernemingen worden voor een

periode van 5 jaar door het Ministerie van Binnenlandse Zaken vergund, voor een beperkt

44

Art 5, 5° en Art 6, 5° van de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25 mei 1990),

gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10 juni 2001

(B.S. 19 juli 2001) en 19 december 2003 (B.S. 3 juni 2004) 45

Art 5, 4°, 6° en Art 6, 4° en 6° van de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25

mei 1990), gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10

juni 2001 (B.S. 19 juli 2001) en 19 december 2003 (B.S. 3 juni 2004) 46

Hutsebaut F, Peperstraete T, o.c., blz 51 47

Hutsebaut F, Peperstraete T, o.c., blz 50

Page 21: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

14

aantal activiteiten. Met de bepaling dat geen derde mag gebruik maken van een niet vergunde

onderneming wordt niet enkel de niet vergunde onderneming, maar ook de persoon die ervan

gebruik maakt, geïncrimineerd. Bovendien blijft het niet enkel bij de vergunning voor de

onderneming, maar ook voor de medewerkers gelden specifieke toelatingsvoorwaarden. Met

dit systeem tracht de overheid de groei van een sector welke dicht aanleunt tegen 1 van haar

eigen activiteiten, in de hand te houden en de kwaliteit ervan te verzekeren.

4.2 De controle op het gebruik van middelen en methodes van bewaking

De controle op het gebruik van middelen en methodes vormt een tweede vorm van

overheidsinterventie ten aanzien van de private veiligheidssector. Omwille van het feit dat een

aantal van deze ingezette middelen en gebruikte methodes een gevaar kunnen vormen voor de

openbare orde, creëerde de wetgever bij de totstandkoming van de wet van 1990 de

mogelijkheid om deze middelen en methodes aan bepaalde eisen te onderwerpen.48

Het dragen van wapens

Uit de wapenwet komt voort dat het ook voor bewakingsagenten verboden is wapens te

dragen. Op deze regel kunnen uitzonderingen gemaakt worden als de bewakingsagent over

een speciaal bekwaamheidsattest wapendracht beschikt en indien hij over een ervaring van ten

minste 6 maanden beschikt. Bovendien moet de onderneming een bijzondere toestemming

verkrijgen van de Minister van Binnenlandse Zaken, en moet er een aparte wapenkamer

ingericht zijn waarbij een verantwoordelijke permanent het gebruik van de wapens

registreert.49

Vervoer van waarden

In 1995 werd het land opgeschrikt door een aantal gewelddadige overvallen op

geldtransporten. Vanaf dan werd ook deze tak van de bewakingssector aan een strenger

overheidstoezicht onderworpen. Vandaag moeten de bewakingsagenten dat voor het vervoer

van waarden instaan beschikken over een bekwaamheidsattest waardentransport, wat

48

Hutsebaut F, Peperstraete T, o.c., blz 51 49

Idem

Page 22: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

15

verkregen wordt na een specifieke opleiding. De wet van 1990 stelt ook dat bij elk transport

de federale en lokale politie op de hoogte moet worden gebracht. Ook de procedure voor het

laden en lossen van waarden wordt via de wet geregeld.50

Activiteiten van sociale controle

In 1999, na een aantal ophefwekkende gebeurtenissen in de portierswereld, werd nog een

activiteit toegevoegd aan het overheidstoezicht. Het betrof hier het toezicht op en controle van

personen met het oog op het verzekeren van de veiligheid op het voor publiek toegankelijke

plaatsen.51

Vanaf dan werden alle personen dat activiteiten van sociale controle uitoefenden,

gezien als bewakingsagenten. Deze aanvulling op de wet van 1990 werd dan ook de

portierswet genoemd. Er werd duidelijkheid geschept over wat toegangscontrole precies

inhield, en deze controle werd aan allerhande bepalingen onderworpen. Zo mag enkel gezocht

worden naar wapens en andere gevaarlijke voorwerpen die het goede verloop van het

evenement zouden kunnen verstoren. Deze opsporing mag niet systematisch gebeuren, mits

toelating en slechts oppervlakkig.52

Dit zijn slechts voorbeelden van de bepalingen dat in de

portierswet weergegeven worden. De geïnteresseerde lezer kan de wet van 1990 raadplegen,

artikel 8, §6bis.

Specifiek toezicht op andere activiteiten van bewaking

In 2003 werden nog 3 andere methodes van bewaking gereguleerd. Concreet werden de

mobiele bewaking, winkelinspectie en het gebruik van honden aan bijkomende vereisten

onderworpen.53

50

Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25 mei 1990), gewijzigd bij de wetten van

18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10 juni 2001 (B.S. 19 juli 2001) en 19

december 2003 (B.S. 3 juni 2004) 51

Art 1 van de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25 mei 1990), gewijzigd bij de

wetten van 18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10 juni 2001 (B.S. 19 juli

2001) en 19 december 2003 (B.S. 3 juni 2004) 52

Art 8, §6bis, van de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25 mei 1990), gewijzigd

bij de wetten van 18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10 juni 2001 (B.S. 19 juli

2001) en 19 december 2003 (B.S. 3 juni 2004) 53

Hutsebaut F, Peperstraete T, o.c., blz 53

Page 23: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

16

4.3 De reactieve overheidscontrole

Hoewel de hierboven beschreven maatregelen tot doel hebben de bewakingsmarkt te

vrijwaren tegen minder betrouwbare ondernemingen en de toepassing van ongeoorloofde

bewakingsmethoden uit te sluiten, lijkt het noodzakelijk dit te ondersteunen met een reactief

controle- en sanctieapparaat. In de wet werden dan ook diverse maatregelen genomen om

inbreuken vast te stellen.

De eerste mogelijkheid ter controle zijn de activiteitenverslagen welke de

bewakingsondernemingen elk jaar aan de Minister van Binnenlandse Zaken moeten toesturen.

Artikel 14 bepaalt dat de ondernemingen elk jaar een verslag moeten indienen bij het

Ministerie van Binnenlandse Zaken, waarvan de Minister zelf de inhoud bepaalt. De Minister

zal op zijn beurt hierover verslag uitbrengen bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers.54

Later in deze verhandeling zal aan de hand van deze verslagen een beeld geschetst worden

van de sector.

De ondernemingen worden ook doorgelicht door middel van het vergunningstelsel en bij de

aanvraag voor een nieuwe vergunning. Er kunnen ook controles worden uitgevoerd op

aangeven van de reguliere politiedienst of na klacht van een burger.

Indien bij een controle inbreuken worden vastgesteld, voorziet de wet in een aantal sancties.

De vergunning van de onderneming kan ingetrokken worden of voor een periode van 6

geschorst. Ten aanzien van de individuele bewakingsagent kan men eveneens tijdelijke of

definitieve sancties opleggen. De identificatiekaart van de agent kan ingetrokken worden of

de agent kan eveneens voor een periode van 6 maanden geschorst worden.

De onderneming kan ook een administratieve geldboete opgelegd worden, indien deze een

aantal exact bepaalde voorwaarden niet naleeft. Bijvoorbeeld indien de onderneming geen

volledige medewerking verleent aan een rechterlijke instantie.55

Boetes kunnen gaan van 2,5

tot 25000 euro.56

54

Art 14 van de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25 mei 1990), gewijzigd bij

de wetten van 18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10 juni 2001 (B.S. 19 juli

2001) en 19 december 2003 (B.S. 3 juni 2004) 55

Art 10 van de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25 mei 1990), gewijzigd bij

de wetten van 18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10 juni 2001 (B.S. 19 juli

2001) en 19 december 2003 (B.S. 3 juni 2004) 56

Art 18 van de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid (B.S. 25 mei 1990), gewijzigd bij

de wetten van 18 juli 1997 (B.S. 28 augustus 1997), 9 juni 1999 (B.S. 29 juli 1999), 10 juni 2001 (B.S. 19 juli

2001) en 19 december 2003 (B.S. 3 juni 2004)

Page 24: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

17

In de literatuur is de vraag gerezen of deze controle niet gereduceerd wordt tot een papieren

controle. Het is niet ondenkbaar dat een bewakingsonderneming zich laat verleiden tot het

uitvoeren van een activiteit waarvoor zij niet is vergund. Een eenzijdige administratieve

controle (onder de vorm van een activiteitenverslag) lijkt dan niet de meest aangewezen

manier om dergelijke inbreuk vast te stellen. Een voldoende aantal controles in het veld moet

er dan ook voor zorgen dat dergelijke inbreuken op tijd vastgesteld worden. Deze

inspanningen worden vooral geleverd door de medewerkers van de Dienst Private

Veiligheid.57

5. Internationaal

Tot hier werd een overzicht gegeven van de Belgische wetgeving met betrekking tot de

private veiligheid. Aangezien de Services Directive een belangrijke invloed heeft, of zou

gehad hebben, op deze sector, wordt deze ook kort besproken.

5.1 Services Directive

Bedrijven dat gevestigd zijn in de EU hebben de vrijheid om zich te gaan vestigen in een

ander land van de EU, of diensten aan te bieden in een ander land dat lid is van de EU. De

vrijheid van vestiging en de vrije verrichting van grensoverschrijdende diensten zijn 2

fundamentele vrijheden dat de Europese markt kenmerken. Hoewel deze 2 punten toepasbaar

moeten zijn voor de hele Europese markt, blijken de voordelen zich vooral te bevinden in de

goederenmarkten. Onderzoek naar de staat van de Europese interne dienstenmarkt heeft

aangetoond dat er hier nog wettelijke, administratieve en praktische obstakels te vinden zijn.

Als reactie op dit rapport werd in januari 2004 de Services Directive opgesteld en

aangenomen door het Europese Parlement in december 2006. Tegen eind 2009 zou de

Services Directive moeten aangenomen worden in al de EU lidstaten.58

Het doel van de Services Directive, ook wel de Bolkestein-richtlijn genoemd, is het

wegnemen van hinderpalen die de ontwikkeling van de dienstenactiviteiten en de voltooiing

van de interne markt in de weg staan. Men wil zowel de dienstverrichters als de afnemers de

57

Hutsebaut F, Peperstraete T, o.c., blz 57 58

X, (z.d.), ‘A single Market for services’, [WWW] European Commission Internal Market,

http://ec.europa.eu/internal_market/top_layer/index_19_en.htm [09/03/2008]

Page 25: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

18

mogelijkheid geven om makkelijker gebruik te maken van de fundamentele vrijheden van

vrijheid van vestiging en de vrije verrichting van grensoverschrijdende diensten. Hen deze

mogelijkheid geven zou een positieve invloed moeten hebben op de kwaliteit van de diensten,

alsook op de prijzen ervan.59

Concreet zegt de Services Directive dat er geen nationaliteitscriteria meer mogen gehanteerd

worden voor wie een dienst wil aanbieden, en ze vereenvoudigt de toelatings-, erkennings- en

vergunningsprocedures voor buitenlandse bedrijven.

De bepaling met betrekking tot de nationaliteitscriteria vormt het beginsel van het

‘oorsprongsland’. Het houdt in dat dienstverrichters enkel en alleen aan de nationale

bepalingen van het land van oorsprong onderworpen zijn en niet aan de wetten van het land

waar de diensten geleverd worden. Anderzijds wil de richtlijn ook de hinderpalen waarvoor

geen dwingende reden van algemeen belang bestaat, en die een rem vormen op de vestiging

van een onderneming op het grondgebeid van een lidstaat, verbieden.60

Bijkomend voorzag de

richtlijn dat enkel de autoriteiten van het land van oorsprong ook in het land van bestemming

de activiteiten van de betrokken onderneming mochten controleren en sanctioneren.61

Oorspronkelijk viel de private veiligheidssector ook onder de richtlijn. Hierop kwam echter

onmiddellijk kritiek. Zeker met betrekking tot het principe van het oorsprongsland werden een

aantal niet onbelangrijke bedenkingen gemaakt.

In de meeste Europese landen beschouwen nationale overheden de dienstverlening met

betrekking tot private veiligheid als een activiteit met raakpunten aan de openbare orde en

publieke veiligheid. Een eerste punt van kritiek was dat de richtlijn hieraan geen aandacht

schonk. Er is ook veel verschil in wetgeving omtrent wat een private speler mag en niet mag.

Zo mogen bijvoorbeeld in sommige landen bewakingsagenten wapens dragen, maar in andere

dan weer niet. Het verschil in reglementering is dus een tweede punt van kritiek. In

bijvoorbeeld Cyprus of Tsjechië is de private veiligheidsector nauwelijks gereglementeerd.

Een onderneming zou zich dus in 1 van deze landen kunnen gaan vestigen, in heel Europa vrij

diensten aanbieden, en alzo aan toezicht en controle te ontsnappen.62

59

X, (z.d.), ‘Handboek voor de implementatie van de dienstenrichtlijn’, [WWW]

http://ec.europa.eu/internal_market/services/docs/services-dir/guides/handbook_nl.pdf [09/03/2008] 60

X, (z.d.), ‘Basisprincipes van de richtlijn Bolkestein’, [WWW] ACV, http://www.acv-

online.be/Actueel/Campagnes/Richtlijn_bolkestein/Basisprincipes/bolk_basis.asp?ComponentId=43550&Source

PageId=43640 [09/03/2008] 61

De Clerck H, ‘Diensten van private veiligheid: uit de greep van Bolkestein?’, Private Veiligheid/Securité

privée, april 2006, 28, blz 29-31 62

Idem

Page 26: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

19

Toen de Services Directive opgesteld werd, had deze voor ogen de kwaliteit van diensten te

verbeteren. Het ook laten toepassen op de private veiligheidssector zou een behoorlijk verlies

aan kwaliteit kunnen inhouden. De betrokken ondernemingen vreesden niet enkel een

kwaliteitsverlies, maar ook een niet te houden concurrentie, welke weer een invloed zou

hebben op de prijzen.

De CoESS (Europese Confederatie van Veiligheidsdiensten) en de ESTA (Europese

vereniging van waardetransporteurs) hebben dan ook hevig weerwerk geboden tegen de

richtlijn.

In de uiteindelijke Services Directive worden de diensten voor bewaking van eigendommen

en panden, beveiliging van personen, surveillances of toezicht op gebouwen en het in

bewaring geven en houden, vervoeren en distribueren van geld en kostbaarheden uitgesloten

van het toepassingsgebied. De verkoop, levering, installatie en onderhoud van technische

beveiligingsvoorzieningen vallen er wel nog onder.63

6. Besluit

Door middel van het vergunningstelsel en de proactieve controle, oefent de overheid een

behoorlijk sterke controle uit over de private veiligheidssector. Enerzijds wil zij hiermee de

“avonturiers en amateurs” weghouden uit een sector dat zich toelegt op de veiligheid van de

burger, anderzijds wil zij de burger beschermen tegen machtsmisbruik of het gebruik van

methoden en middelen welke de fundamentele rechten van de burger kunnen schenden. De

overheid heeft een arsenaal van sanctiemogelijkheden uitgewerkt voor deze ondernemingen

die zich niet houden aan de vooropgestelde voorwaarden.

Het ziet ernaar uit dat de wetgever doorheen de jaren steeds verder afdrijft van haar

tegenhoudend standpunt ten opzichte van de privatisering van de politiefunctie. De

bijsturingen die plaats gevonden hebben sinds 1990 lijken het private initiatief te stimuleren.

Een voorbeeld hiervan is de creatie van een juridische basis die het uitvoeren van politietaken

door bewakingsondernemingen moet reguleren. In een artikel in Private Veiligheid van 2006

verklaarde toenmalig Minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael dat het

activiteitenpakket van de private bewakingsmarkt doorheen de jaren inderdaad is uitgebreid.

Het uitgangspunt daarbij was echter altijd dat er geen afbreuk mocht gedaan worden aan de

63

X, (z.d.), ‘Handboek voor de implementatie van de dienstenrichtlijn’, [WWW]

http://ec.europa.eu/internal_market/services/docs/services-dir/guides/handbook_nl.pdf [09/03/2008]

Page 27: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

20

kerntaken van de politie. Veiligheid is een recht en een taak dat de overheid op zich moet

nemen. De privé bewaking kan echter wel als ondersteunend en aanvullend gezien worden.64

Met deze veranderende trend wordt aan de private veiligheidssector de mogelijkheid gegeven

om een publiek-private samenwerking op te zetten. De beveiligingsmarkt van de KMO’s en

bedrijven lijken min of meer volledig gedekt te zijn. Het lijkt mij de dag van vandaag

ondenkbaar dat er nog veel bedrijven zijn zonder alarminstallatie, of die niet aangesloten zijn

bij een bewakings- of beveiligingsfirma. Net daarom ligt de toekomst van de veiligheidssector

mijn inziens in de publiek-private samenwerking. De steeds toenemende veiligheidseis zal

optimaal kunnen beantwoord worden, indien beide partijen uitvoeren waarin zij uitblinken en

waarvoor zij zijn opgeleid.

Op internationaal vlak vallen de beveiligingsdiensten onder de Services Directive, de

bewakingsactiviteiten niet. Dit is enigszins logisch te noemen, omdat de overheid ernaar

streeft de sector te reglementeren, terwijl deze richtlijn het mogelijk zou maken om aan die

regulering te ontsnappen.

64

X, ‘Interview met Minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael’, Private veiligheid, april 2006 (28), Blz

13

Page 28: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

21

Hoofdstuk 2: Evolutie

1. Inleiding

In dit tweede deel wordt de toch wel explosieve groei van de private veiligheidsbranche

aangetoond. Dit kan worden verklaard door de toegenomen criminaliteitsvormen gericht tegen

particuliere personen en eigendommen enerzijds (bijvoorbeeld winkeldiefstal,

bedrijfscriminaliteit, …) en anderzijds door een toegenomen algemeen onveiligheidsgevoel.

In de jaren ’80 werd dit onveiligheidsgevoel gedreven door de gewelddadige aanslagen van

onder andere de bende van Nijvel. Meer recent kunnen we de dreiging van terroristische

aanslagen als oorzaak aanduiden. Deze zaken brachten een meer dwingende vraag naar

preventieve bescherming met zich mee, bijvoorbeeld het toezicht op woningen, op goederen

in winkels, enzovoort.

Veiligheid wordt in de eerste plaats gezien als een taak van de overheid. Maar de

politiediensten kunnen zich evenwel niet bezig houden met zowel de traditionele (reactieve)

opdrachten van openbare ordehandhaving als de meer preventieve opdrachten. Dit zou ook

moeilijk te verklaren zijn, aangezien er geen misdrijf ontstaat, tot op het moment dat het

weldegelijk gebeurd is.

De overheid kon dus niet beantwoorden aan de steeds groeiende vraag naar preventieve

maatregelen, en daarom werd de toevlucht gezocht in de private sector. De private

veiligheidssector was geboren. Een private sector die in feite semi-politionele activiteiten zou

gaan uitvoeren.

Vanuit de bekommernis om grondrechten en vanuit het besef dat de opmars van de private

veiligheid toch niet kon gestopt worden, heeft de overheid geoordeeld dat het nodig was deze

sector strikt te reglementeren en te controleren. In dit kader zag de wet Tobback in 1990 het

licht. Een specifieke wettelijke reglementering stelde strikte eisen aan de sector, waaronder

ook het jaarlijks opmaken van een activiteitenverslag.

In dit deel zal aan de hand van de in die activiteitenverslagen beschikbare informatie een

beeld geschept worden van de evolutie van de private veiligheidssector. In deze

activiteitenverslagen wordt vanaf 1992 informatie gegeven omtrent het aantal

Page 29: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

22

vergunningsaanvragen, de types activiteiten dat uitgevoerd worden, het personeelsaantal en

omzetcijfer, de incidenten, enzovoort.

Doorheen de verschillende jaren verschilt de aard van informatie dat gegeven wordt. Men

merkt namelijk dat in de periode 1992 tot 2000 veel meer informatie gegeven wordt dan

hierna. Dit komt enerzijds omdat vanaf 2001 de activiteitenverslagen opgenomen worden in

een groter activiteitenrapport. Waar tot en met 2000 aparte boekjes uitgegeven werden van

ongeveer een 150-tal bladzijden, wordt dit vanaf 2001 opgenomen in het globaal

activiteitenrapport van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, waarin private veiligheid

slechts een tiental bladzijden krijgt. Dit is dus een eerste belangrijke beperking op de

hoeveelheid informatie dat voor handen is.

Ten tweede kan worden opgemerkt dat in de periode 2001-2003 toch wel bijzonder weinig

informatie beschikbaar is. Uit een gesprek met Prof. Cools blijken hiervoor 2 redenen voor

handen. Enerzijds werd in die periode veel inzet gevraagd van alle medewerkers om de

politiehervorming tot een goed einde te brengen. Anderzijds werd de federale ambtenarij

grondig hervormd door de Copernicus hervorming. Deze 2 redenen zouden aanleiding

gegeven hebben tot een verminderde aandacht aan de activiteitenrapporten, waardoor

aanzienlijk minder informatie beschikbaar was.

Vanaf 2004 wordt weer meer informatie beschikbaar. Maar m.i. bereikt dit niet meer het

kwaliteitsniveau dat het voordien had. Ook in het laatste beschikbare rapport, dat van 2006, is

bijzonder weinig terug te vinden.

Een laatste beperking in mijn onderzoek zijn de cijfers van 1996. Deze cijfers ontbreken

omdat het rapport van dat jaar onvindbaar bleek te zijn. Het bleek niet meer voor handen te

zijn bij het documentatiecentrum van Binnenlandse Zaken, niet bij de Directie Private

Veiligheid, noch ergens anders waar het had moeten zijn… Vandaar dat ook in de cijfers van

de bewakingsondernemingen het cijfer van 1996 ontbreekt.

De evolutie zal weergegeven worden aan de hand van 3 punten, namelijk het totaal aantal

vergunningen dat bekomen werd, het omzetcijfer en het personeelsaantal. Zoals reeds

vermeld, zullen deze gegevens van een aantal jaren ontbreken wegens te beperkte of

onvindbare activiteitenrapporten.65

65

Dit deel is gebaseerd op een studie van de activiteitenverslagen beschikbaar bij het Ministerie van

Binnenlandse Zaken. Voor verwijzingen, zie bibliografie.

Page 30: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

23

2. Bewakingsondernemingen

2.1 Aantal erkende bewakingsondernemingen

Onderstaande grafiek geeft een inzicht in het totaal aantal vergunde ondernemingen per jaar,

beginnend vanaf 1992.

Het aantal erkende bewakingsondernemingen neemt een start in 1992 aan 14. Opmerkelijk is

dat alle 14 ondernemingen vergund zijn voor het toezicht op en bescherming van roerende en

onroerende goederen. Dit wijst op het feit dat deze activiteit wel eens de hoofdactiviteit zou

kunnen uitmaken van de sector. Ongeveer de helft van alle ondernemingen is vergund voor

alle activiteiten.

Doorheen de jaren lijkt bevestigd te worden dat het toezicht op en bescherming van roerende

en onroerende goederen de hoofdactiviteit is. Het aantal ondernemingen dat hiervoor vergund

is, blijft elk jaar ongeveer gehandhaafd op 70% van het totaal.

Er lijkt zich wel een trend van specialisering voor te doen. Het aantal ondernemingen dat voor

alle activiteiten vergund werd, bedroeg in 1992 de helft van het totaal. In 1993 wordt dit

teruggebracht tot een derde van het totaal. In 1994 nog 1/4e, en deze evolutie wordt voortgezet

doorheen de jaren.

Het feit dat er minder vergunningen worden afgeleverd voor alle activiteiten wordt enerzijds

verklaard doordat de administratie strenger is gaan optreden. Het leek de overheid niet

wenselijk vergunningen toe te kennen voor activiteiten dat toch niet zouden uitgevoerd

worden. Daarom is zij begonnen met bewijzen te vragen of de nodige infrastructuur aanwezig

was om de gevraagde activiteit uit te voeren. Anderzijds hebben de ondernemingen er zelf

voor gekozen zich te gaan specialiseren, en dus meer gerichtere aanvragen in te dienen.

De trend lijkt vanaf 1993 gezet te zijn voor bedrijven om 1 tak te kiezen dat voor hen het

meest rendabel lijkt, en zich hierin te gaan specialiseren. Enkel de grotere ondernemingen

leggen zich nog toe op meerdere activiteiten tegelijk.

Van 1992 tot 1998 ondergaat de private veiligheidssector een stevige groei. Maar in 1998 lijkt

aan deze groei een einde gekomen te zijn. Waar er in 1992 nog maar 14 ondernemingen

erkend waren, blijkt dit in 1997 al rond de 100 te zijn. In de jaren ’98, ’99 en 2000 blijft dit

Page 31: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

24

aantal hangen op 100 à 110. (In 1998 102, 1999 110 en in 2000 113 om meer precies te zijn)

Een eenduidige verklaring voor dit fenomeen is niet voor handen.

Vervolgens breekt een moeilijke periode aan op het gebied van gegevensverzameling. Zoals

reeds in de inleiding gezegd werd, had het Ministerie van Binnenlandse Zaken in de jaren

2001, 2002 en 2003 teveel manskracht nodig om de politiehervorming en de Copernicus

hervorming tot een goed einde te brengen. Dit leidde tot een verminderde aandacht voor de

private veiligheidssector. De enige informatie dat beschikbaar is, zijn het aantal bijkomend

vergunde ondernemingen. Er wordt echter geen informatie gegeven over de verlengingen

noch intrekkingen van vergunningen. Respectievelijk worden in 2001, 2002 en 2003 29, 37 en

24 bewakingsondernemingen bijkomend vergund.

In het activiteitenrapport van 2004 blijkt dat de sector de beperkte groei van 1998-2000 heeft

overwonnen, en wordt het aantal bewakingsondernemingen op 155 gebracht. Wanneer de

groei zich herpakt heeft, valt moeilijk te zeggen, aangezien we met een donkere periode zitten

van 3 jaar. We weten dus wel dat vanaf 2000 tot 2004 het aantal bewakingsondernemingen in

België is gestegen van 113 tot 155. Meer informatie omtrent de vergunningsaanvragen en

dergelijke ontbreekt ook.

De groei dat hersteld leek in 2004 blijkt zich eens te meer door te zetten in 2005, aangezien in

2005 179 vergunde ondernemingen geteld worden. Ook hier ontbreekt verdere informatie

omtrent vergunningsaanvragen. We kunnen dus niet met zekerheid stellen dat het toezicht op

en bescherming van roerende en onroerende goederen nog steeds de hoofdactiviteit uitmaakt.

Doordat in 2006 weer geen informatie beschikbaar is omtrent het totaal aantal vergunde

ondernemingen, blijft het cijfer van 2005 het laatste zekere getal. Er wordt wel informatie

gegeven over het aantal intrekkingen, verlengingen en 1e goedkeuringen, en reeds in het

rapport van 2005 is ook wat geschreven over 2006. Deze beide zaken maken het mogelijk een

schatting te geven van het aantal erkende ondernemingen in 2006. Het aantal erkende

bewakingsondernemingen in 2006 zou tussen de 210 en 215 liggen. Dit is slechts een

vermoedelijk cijfer dat niet bevestigd wordt in het activiteitenrapport. Daarom wordt dit cijfer

ook niet opgenomen in de onderstaande grafiek.

Page 32: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

25

Erkende bewakingsondernemingen

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

200

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

Jaar

Aan

tal

Reeks1

Figuur 1: Aantal erkende bewakingsondernemingen

2.2 Omzetcijfer Bewakingsondernemingen

De evolutie van het omzetcijfer van de bewakingssector volgt een gelijkaardige groeiende

tendens doorheen de jaren. Maar toch moet opgemerkt worden dat er een aantal verschillen

zijn.

In de periode tot ’95-’96 ziet men een gestage groei van het omzetcijfer. Het begint bij 245

miljoen euro, en gaat tot 320 en 330 miljoen euro in 1995 en 1996. Ook uit de omzetcijfers

blijkt dat het toezicht op en bescherming van roerende en onroerende goederen de

hoofdactiviteit is van de sector. Deze activiteit is goed voor een 70% van de omzet doorheen

deze jaren.

Net zoals bij het aantal vergunde ondernemingen doet zich een stabilisatie voor. Opmerkelijk

is dat deze bij de evolutie in omzetcijfers begint in 1996 en duurt tot 1998, waar ze bij het

aantal ondernemingen begon in 1998. Waar het aantal erkende ondernemingen bleef hangen

Page 33: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

26

op 100 à 110 in de jaren 1998-2000, is dit niet te merken in de omzetcijfers. Deze stijgen in

die jaren van 350 miljoen tot 450 miljoen euro.

Vervolgens krijgt men weer de zwarte periode, deze keer met helemaal geen informatie

omtrent omzetcijfers. Wanneer er weer informatie beschikbaar is, in de jaren 2004 en 2005,

blijkt de groei zich doorgezet te hebben en zit het omzetcijfer aan 500 en 550 miljoen euro.

Omzet bewaking

0

100000000

200000000

300000000

400000000

500000000

600000000

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

Jaar

Om

zet

Reeks1

Figuur 2: Omzet bewakingsondernemingen

Het feit dat aantal ondernemingen toch redelijk is toegenomen, samen met de stijging in

omzet van het jaar 2005, zou kunnen wijzen op het feit dat er veel kleinere ondernemingen

zijn bijgekomen.

Het lijkt mij vervolgens nuttig om de evolutie van het gemiddelde omzetcijfer per

onderneming weer te geven. In onderstaande grafiek wordt dus de evolutie gegeven van het

omzetcijfer gedeeld door het aantal ondernemingen.

In 1992 lijkt dit bijzonder hoog te zijn. Er moet dan ook rekening gehouden worden met het

feit dat er in deze periode slechts 14 ondernemingen officieel erkend waren. Het omzetcijfer

per onderneming neemt vervolgens een duik om in 1994 op een relatief stabiel punt te blijven.

Page 34: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

27

Gedurende de komende jaren zou het omzetcijfer blijven schommelen tussen de 3,5 en 4

miljoen euro per onderneming.

Met opnieuw een sterk toegenomen aantal erkende ondernemingen, wordt het gemiddelde

omzetcijfer per onderneming in 2004 en 2005 respectievelijk op 3,2 en 3 miljoen euro

gebracht.

Gemiddelde Omzet

0

2000000

4000000

6000000

8000000

10000000

12000000

14000000

16000000

18000000

20000000

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

Jaar

Cij

fer

Gemiddelde

Omzet

Figuur 3: Gemiddelde omzet bewaking

2.3 Personeel Bewakingsondernemingen

De eerste 9 activiteitenverslagen geven een inzicht in het personeelsaantal dat tewerkgesteld

wordt in de private veiligheidssector. Zij maken daarbij allen het onderscheid tussen het totale

aantal en het aantal bewakingsagenten. Vanaf 2001 wordt dit onderscheid niet meer

gehanteerd, en bijgevolg zijn er voor de jaren 2004 en 2005 enkel getallen beschikbaar met

betrekking tot het aantal bewakingsagenten. Het verschil tussen het totale personeelsaantal en

het aantal bewakingsagenten, vormt het administratief en logistiek personeel.

Zoals te verwachten was, heeft ook het personeelsaantal een stijgend verloop. Toch is deze

evolutie niet eenduidig. Zo wordt in 1994 een lichte daling van het aantal bewakingsagenten

Page 35: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

28

vastgesteld, terwijl het totale personeelsaantal stijgt. In ’94 worden dus in vergelijking tot

1993 relatief meer mensen tewerkgesteld in de administratieve en logistieke diensten van de

ondernemingen. In het jaar ’95 wordt weer een stijging vastgesteld, enkel om het jaar

daaropvolgend weer te dalen. Deze keer zowel voor het totale aantal, als voor het aantal

bewakingsagenten. In 1998 wordt een groeiend aantal personeelsleden weer vastgesteld, en

deze keer zal dit blijven duren tot 2005. In 1999 zowel als in 2005 worden sterke stijgingen in

het aantal bewakingsagenten genoteerd. Deze van 1999 kan verklaard worden door het

introduceren van de portierswet (cfr. Deel over de wetgeving) waardoor elke portier nu onder

de benaming “bewakingsagent” viel. De stijging in 2005 kan enerzijds verklaard worden door

het introduceren van 2 nieuwe activiteiten in de wet, zijnde het verrichten van vaststellingen

met betrekking tot de waarneembare toestand van goederen en de begeleiding van groepen

met het oog op de verkeersveiligheid. Anderzijds wordt het jaar 2005 gekenmerkt door een

sterke stijging van het aantal bewakingsagenten dat tewerkgesteld werd voor de “controle op

personen” (de bewakingsagenten dat dus vallen onder de portierswet).

Personeel bewaking

0

2000

4000

6000

8000

10000

12000

14000

16000

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

Jaar

Aan

tal

Totaal

Waarvan bewakingsagent

Figuur 4: Personeel bewaking

Page 36: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

29

3. Beveiligingsondernemingen

3.1 Aantal erkende beveiligingsondernemingen

Als een eerste zicht wordt geworpen op de grafiek omtrent het aantal

beveiligingsondernemingen, valt meteen op dat er hier danig meer zijn dan

bewakingsondernemingen. Waar het aantal bewakingsondernemingen in 2005 op net geen

180 komt te liggen, start het aantal beveiligingsondernemingen al op 289 in 1992. De oorzaak

vloeit voort uit het feit dat de beveiligingsactiviteiten niet steeds de hoofdactiviteit inhouden

van de ondernemingen. De erkende beveiligingsondernemingen zijn vaak ondernemingen met

andere hoofdactiviteiten, met het uitvoeren van beveiligingsactiviteiten als nevenactiviteit. De

meest voorkomende hoofdactiviteiten van deze ondernemingen zijn algemene

elektriciteitswerken, plaatsen van kabels, elektrische draad en buizen, plaatsen van elektrische

huishoudtoestellen, parlofonie, telefonie en videobewaking, brandkasten en brandbeveiliging,

e.d.m.

In het algemeen zijn er 3 “soorten” beveiligingsondernemingen vast te stellen:

1. De algemene elektriciteitsonderneming met een kleine omzet in de beveiliging

2. De kleine zelfstandige installateur met een omzet uitsluitend in de elektronische

beveiliging

3. De middelgrote onderneming met een grote omzet in de algemene beveiliging

Een gegeven dat meermaals terugkomt in de activiteitenverslagen is het feit dat er wel een

toename wordt geconstateerd in het aantal erkende ondernemingen, maar dat dit gepaard gaat

met een dalende specialiteit in de sector. Met andere woorden het totale aantal erkende

ondernemingen stijgt, maar het aantal ondernemingen dat kunnen overleven op uitsluitend

beveiligingsactiviteiten, daalt.

Als de grafiek bekeken wordt van het aantal erkende beveiligingsondernemingen, stelt men

een vrij sterke stijging vast tot 1997, en dat dit plots terugvalt in het jaar 1998. Dit is niet heel

speciaal te noemen, aangezien een vergunning verkregen wordt voor een periode van 5 jaar.

Het dalen in het aantal bewakingsondernemingen in 1998 kan dus verklaard worden uit het

Page 37: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

30

feit dat de eerst uitgereikte vergunningen verlopen waren, en dat deze niet meer zijn verlengd.

Anderzijds is in dit jaar ook de procedure tot erkenning strenger geworden. Tot dan was het

mogelijk een voorwaardelijke erkenning te verkrijgen. Dit was het geval als een deel van het

personeel nog geen opleiding gevolgd had. Hiervan werd misbruik gemaakt en dit leidde dan

ook tot het afschaffen van deze maatregel. De verklaring voor de daling in 1998 is dus te

vinden in het verlopen en niet hernieuwen van de vergunning en de strengere procedure.

Ook voor de beveiligingsondernemingen is er bijzonder weinig informatie beschikbaar over

de jaren 2001 tot 2003. Uit de activiteitenrapporten is enkel af te leiden dat er 56, 61 en 52

beveiligingsondernemingen bijkomend erkend werden. Verdere informatie ontbreekt.

Er is geen duidelijke reden voor de daling in het aantal beveiligingsondernemingen in 2004.

Wegens de afwezigheid van informatie in de 3 voorgaande jaren valt hier ook weinig qua

evolutie over te vertellen. In 2005 blijkt deze terug het niveau van het jaar 2000 te behalen.

Aantal beveiligingsondernemingen

0

100

200

300

400

500

600

700

800

900

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

Jaar

Aan

tal

Ondernemingen

Figuur 5: Aantal erkende beveiligingsondernemingen

Page 38: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

31

3.2 Omzet Beveiligingsondernemingen

Bij de omzetcijfers van de beveiligingsondernemingen heb ik gekozen enkel het cijfer dat

behaald werd uit de beveiligingsactiviteiten weer te geven. De omzet behaald uit de andere

activiteiten zou een vertekend beeld geven.

In 1997 wordt een lichte daling vastgesteld in het omzetcijfer. Een verklaring hiervoor is

mogelijks dat een aantal beveiligingsactiviteiten als een andere activiteit werd in de

boekhouding opgenomen om zo heffingen te ontlopen.

In 2004 is er een merkwaardig hoog omzetcijfer behaald in de sector, zonder dat hiervoor een

duidelijke reden voor handen is. Het jaar daaropvolgend is de omzet weer gedaald tot haar

normaal punt. Het verschil tussen beide omzetcijfers valt m.i. niet eenduidig te verklaren door

een stijging in het aantal ondernemingen. Een andere verklaring moet mogelijk zijn, maar het

activiteitenrapport is, zoals elk jaar sinds 2001 het geval is, bijzonder zwijgzaam over de

beveiligingsondernemingen.

Omzet Beveilingsondernemingen

0

20000000

40000000

60000000

80000000

100000000

120000000

140000000

160000000

180000000

200000000

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

Jaar

Cij

fer

omzet

Figuur 6: Omzet beveiligingsondernemingen

Page 39: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

32

3.3 Personeel Beveiligingsondernemingen

In onderstaande grafiek wordt de evolutie van het beveiligingspersoneel uitgezet. Deze

gegevens hebben dus enkel betrekking op het personeel dat instaat voor de

beveiligingsactiviteiten. In de grafiek daaronder wordt de vergelijking gemaakt met het totale

personeelsaantal, voor de jaren waarover informatie beschikbaar was. Uit die grafiek merkt

men eenzelfde evolutie, zij het in mindere mate.

De evolutie van het beveiligingspersoneel volgt een gelijkaardige trend met de omzet behaald

uit beveiligingsactiviteiten, met dus ook een terugval in het jaar ’97. In ’98, ’99 en 2000

ondergaat het personeelsaantal een sterke stijging. Zoals het activiteitenrapport zelf zegt, is de

reden hiervan niet duidelijk.

In de jaren 2004 en 2005 wordt evenmin uitleg gegeven bij de sterke terugval van de

hoeveelheid beveiligingspersoneel. Het beveiligingspersoneel volgt hier eenzelfde trend als

het aantal ondernemingen, doch iets uitdrukkelijker.

Beveiligingspersoneel

0

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

4000

4500

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

Jaar

Aan

tal

Beveiligingspersoneel

Figuur 7: Personeel beveiliging

Page 40: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

33

Personeel Beveiliging

0

2000

4000

6000

8000

10000

12000

14000

16000

18000

1992

1994

1996

1998

2000

2002

2004

2006

Jaar

Aan

tal

Totaal personeel

Waarvan beveiligingspersoneel

Figuur 8: Personeel beveiliging

4. Besluit

Sinds 1992 stijgt het aantal bewakingsondernemingen enorm. Van 14 erkende ondernemingen

in ’92 tot net geen 180 in 2005. Het verloop van het aantal vergunde ondernemingen en dat

van de omzet van deze ondernemingen is gelijkaardig. Beide stijgen doorheen de jaren, met

een kleine stabilisatie in het jaar 1998. Het cijfer voor 1996 ontbreekt, maar het zou raar zijn

moest dit cijfer de toenmalige evolutie niet volgen. Als de activiteiten bekeken worden

waarvoor de ondernemingen vergund zijn, blijkt dat het toezicht en bescherming van roerende

en onroerende goederen de hoofdactiviteit vormt van deze sector. Ook valt een toenemende

specialisering op doorheen de jaren.

Het personeel van de bewakingsondernemingen wordt sterker beïnvloed door de

veranderingen in de wetgeving dan het aantal erkende ondernemingen. In 1999 wordt

bijvoorbeeld een sterke stijging van bewakingsagenten vast gesteld, maar dit is te verklaren

door het in werking treden van de portierswet. Ook in 2005 wordt een sterke stijging

vastgesteld, welke kan verklaard worden door het opnemen van 2 nieuwe activiteiten in de

bewakingswet.

Page 41: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

34

Bij de beveiligingsondernemingen valt meteen op dat er qua aantal veel meer zijn, en dat deze

minder gespecialiseerd zijn. Deze ondernemingen houden zich meestal niet enkel bezig met

beveiligingsactiviteiten, maar tevens met andere algemene elektriciteitswerken. Het aantal

beveiligingsondernemingen stijgt net zoals de bewakingsondernemingen tot het jaar 1998. In

dat jaar daalt het aantal vergunde ondernemingen toch stevig. Enerzijds te verklaren door het

verlopen van de vergunning, anderzijds door de strengere erkenningsprocedure. Als men het

jaar 1998 bekijkt voor zowel bewakings- als beveiligingsondernemingen, blijkt dit toch een

moeilijke periode te zijn. De ene sector ondervindt een stabilisering, terwijl de andere een

daling te verwerken krijgt. Dit kan erop wijzen dat voor deze periode toch een verzadiging

van de markt ontstond.

De omzetcijfers van de beveiligingsondernemingen volgen een gelijkaardig verloop, maar de

daling in 1998 is lang niet zo sterk. De omzet in het jaar 2004 is merkwaardig hoog, zonder

dat hier een duidelijke reden voor is.

Eveneens onduidelijk is de sterke stijging van het beveiligingspersoneel in de jaren ’99-2000.

De oorzaak daarvoor kan niet liggen in een aanpassing van de wetgeving, aangezien er geen

grote aanpassingen gedaan werken in deze periode.

Page 42: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

35

Hoofdstuk 3: De Private Veiligheidssector Vandaag

We hebben reeds gezien welke evolutie de private veiligheidssector heeft doorgemaakt onder

invloed van een toch wel strenge wetgeving. In dit laatste deel gaan we na tot wat deze

evolutie heeft geleid. Met andere woorden, hoe ziet de markt er vandaag uit? Wat zijn de

hoofdrolspelers, hoeveel marktaandeel hebben zij en niet onbelangrijk, wat voor soort markt

is de private veiligheidssector. Dit zijn de vragen die centraal zullen staan in dit laatste

hoofdstuk.

Voor de bewakingssector zal in een eerste deel een bespreking gegeven worden van de

belangrijkste spelers op deze markt. Per onderneming wordt een kort overzicht gegeven van

het pad dat zij tot vandaag hebben gevolgd.

In een tweede deel zal de structuur van de markt van vandaag besproken worden. Volgens

Shepherd kan deze structuur besproken worden aan de hand van 3 elementen66

. Het

marktaandeel van elke onderneming vormt daar het eerste van. De mate van dominantie van

de grootste onderneming, is de vraag dat hierbij centraal staat. Het tweede element is de mate

van concentratie, oftewel het gecombineerd marktaandeel van de leidende ondernemingen.

Dit geeft, indien het een oligopolie betreft, de mate hiervan aan. De toetredingsbarrières

vormen het laatste element in de bespreking van de marktstructuur.

Het laatste deel van dit hoofdstuk wordt gewijd aan de markt van de beveiligingssector.

1. Hoofdrolspelers bewaking en hun geschiedenis

In het deel over de marktaandelen zal blijken dat er 4 hoofdrolspelers zijn op de

bewakingsmarkt. Dit zijn Securitas, Group4-Securicor, Seris Security en Cobelguard. De

exacte marktaandelen van deze bedrijven zullen in het tweede deel van dit hoofdstuk

besproken worden.

In 1998 verscheen een artikel in Top Security over de evolutie van de markt tot dan, en de te

verwachten evolutie. Over het verleden werd vooral geschreven dat dankzij de strengere

66

Shepherd W.G., The economics of industrial organization: Fourth edition, Illinois, Wareland Press, 1999, blz

71

Page 43: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

36

wetgeving het professionalisme in de sector is toegenomen. De markt was volgens dit artikel

“volwassen geworden”. Dit artikel voorspelde voor de toekomst nog een sterke groei voor de

sector, maar vooral een golf van fusies en overnames werd voorspeld.67

Dit deel heeft als doel

een overzicht te geven van de fusies en overnames, gedaan door de hoofdrolspelers in de

private veiligheidssector.

1.1 Securitas

In 1934 worden door Erik Philip Sörensen een aantal bewakingsondernemingen opgericht in

Zweden. Deze worden tegen 1972 allen samengebracht onder de naam Securitas. Rond 1981

beslist de stichter ermee op te houden, en zijn werk door te geven aan zijn 2 zonen. Uit deze

verdeling ontstaat Securitas AB enerzijds en anderzijds Group 4 Securitas (welke later zal

besproken worden). Hoewel oorspronkelijk Group 4 zich concentreerde op de buitenlandse

markt en Securitas op de Zweedse, gaan beide toch internationaal.68

In België wordt in 1985 onder Securitas AB op de nationale luchthaven van Zaventem

Belgavia Security Systems opgericht. Dit zal de bewaking en beveiliging van de luchthaven

op zicht nemen.

3 jaar later, in 1988 worden de activiteiten van Securitas AB in België onder de naam Securis

gebracht.

In 2000 breekt een periode van overnames aan voor het toenmalige Securis. Achtereenvolgens

worden Baron Security, Intersafe, Prosecco en een aantal jaren later ook Best Security Service

overgenomen.

In 2004 ondergaat Securis alweer een naamsverandering en wordt het Securitas NV. In 2007

neemt het bedrijf nog Faceo Security and Prevention over.69

67

X, ‘Top Security 10jaar’, Top Security, maart/april 1998 (nr 50), blz 6-15 68

X, (23/10/06) ‘History’ [WWW] Securitas: http://www.securitas.com/en/About-Securitas/History/ [28/04/08] 69

X, (z.d.) ‘Securitas NV: 22 jaar in de frontlinie voor veiligheid’, [WWW] Securitas:

http://www.securitas.be/apps/iwwcm/publishnl.nsf/Content/Securitas+Belgie

[26/04/08]

Page 44: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

37

Figuur 9: Evolutie Securitas

Ondertussen telt Securitas AB 190 000 werknemers, en is het actief in 23 landen.

1.2 Group 4 Securicor

Zoals hierboven vermeld, ontstond Group 4 Securitas in 1981 uit de splitsing van het vroegere

Securitas opgericht door Erik Philip Sörensen. Group 4 Securitas wordt ook in datzelfde jaar

actief in België.

In België koopt het bedrijf in 1991 Intergarde Monitor Security, en in 2000 fusioneert het met

Falck, een tot dan toe behoorlijk onbekende onderneming. De naam wordt in 2003 veranderd

naar Group 4 – Falck.

In 2004 fusioneert de groep met Securicor, waaruit de naam Group 4 Securicor ontstaat.70

Figuur 10: Evolutie Group4-Securicor

70

X, (z.d.) ‘Belgische Groep – Historisch overzicht’ [WWW] Group 4 Securicor:

http://www.group4securicor.be/page.asp?id=29&lid=1 [26/04/08]

Page 45: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

38

1.3 Seris Security

De evolutie tot Seris Security is er 1 van een aantal overnames, maar geen fusies. Het begint

in 1907 bij GMC, dat opgericht werd voor beveiligingsactiviteiten uit te voeren in de haven

van Antwerpen. In 1968 wordt dit GMIC. In 1985 wordt GMIC overgenomen, en verandert

de naam in Generale Bank-Mayne-Nickless.

In 1997 wordt dit overgenomen door de Rentokil-Initial groep. De naam wordt eerst Rentokil,

om in 2001 de naam Initial Security te krijgen.

In 2006 wordt door de Rentokil-Initial groep beslist de bewakingsactiviteiten op te geven.

Securifrance neemt de activiteiten over en de naam wordt in België Seris Security.

Figuur 11: Evolutie Seris Security

1.4 Cobelguard

Cobelguard is een vrij jonge onderneming dat op korte termijn een behoorlijke reputatie heeft

weten op te bouwen. Zij is in 1992 opgericht, en heeft tot dusver geen fusies of overnames

gedaan. Zij is ook enkel actief in België.

Page 46: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

39

1.5 Marktstructuur

De economie vormt een geheel van individuele markten. Aangenomen wordt dat in elke

markt in meer of mindere mate een vorm van effectieve competitie moet te vinden zijn.

Effectieve competitie wil zeggen dat er een redelijk aantal concurrenten is en dat deze min of

meer vergelijkbaar zijn, zodat de competitie hard is en geen enkele speler een langdurige

controle krijgt over de markt. Een te grote controle van een bedrijf zou de efficiëntie van de

markt negatief beïnvloeden, innovatie beperken en de keuzevrijheid van de consument

limiteren.71

Anderzijds moet een onderneming een zekere mate van “marktmacht” hebben, om

niet ten onder te gaan aan “competitieve druk”.72

De mate dat een onderneming macht heeft over de markt wordt weergegeven door het

marktaandeel van dat bedrijf. Het marktaandeel kan in principe gaan van 0% tot 100%

waarbij een hoger marktaandeel een hogere marktmacht betekent. In de literatuur wordt een

grens van 25 à 30 % marktaandeel al aangeduid als een behoorlijke hoeveelheid marktmacht.

De gradatie van marktmacht bepaalt de marktvorm. Men kan in grote lijnen onderscheiden:

volkomen concurrentie, monopolie, monopolistische concurrentie en oligopolie. De volkomen

concurrentie veronderstelt een zeer groot aantal vragers en aanbieders van gelijke goederen en

diensten dat tegen eenzelfde prijs worden verhandeld. Bij een monopolie is er slechts 1

aanbieder. Aangezien er geen concurrentie is, heeft deze de mogelijkheid de prijs volledig

autonoom te bepalen. Zoals reeds gezegd, houdt deze marktvorm heel wat negatieve effecten

in zich. Bij de monopolistische concurrentie zijn er veel aanbieders, maar de differentiatie van

goederen of diensten zijn zodanig groot, dat iedere aanbieder een zekere “eigen markt” heeft.

Als laatste vorm heeft men het oligopolie, wat gekenmerkt wordt door slechts een klein aantal

aanbieders waardoor er onderlinge relaties ontstaat tussen de concurrerende ondernemingen.

Deze marktstructuur is overwegend in de Westerse samenleving.73

Naast marktaandeel is ook concentratie een belangrijke indicator van de marktstructuur.

Concentratie is het gecombineerd marktaandeel van de leidende bedrijven en geeft de graad

van het oligopolie aan. In het boek van Shepherd worden “tight oligopolies” en “loose

oligopolies” onderscheiden.74

Bij de dichte vorm van het oligopolie bezitten de 4 grootste

71

Shepherd W.G., The economics of industrial organization: Fourth edition, Illinois, Wareland Press, 1999, blz

1 72

Ibid, blz 71 73

De Clercq M, Economie toegelicht, Antwerpen, Garant, 2006, blz 379-400 74

Shepherd M.G., o.c., blz 51

Page 47: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

40

ondernemingen meer dan 60% marktaandeel. Bij de andere vorm is dit minder dan 40%. Van

een monopolie is sprake wanneer 1 onderneming 100% marktaandeel bezit.

In 2005 was het marktaandeel in de bewakingswereld als volgt verdeeld75

:

Marktaandeel

Securitas

42%

Group4

Securicor

36%

Seris Security

14%

Cobelguard

6%

Andere

2%

Figuur 12: Marktaandeel Bewaking 2005

Deze cijfers geven duidelijk aan dat Securitas de grootste onderneming is, met Group 4

Securicor dicht op de hielen. Deze 2 bedrijven zijn dus de hoofdrolspelers in deze sector.

Nieuwere gegevens zijn op dit moment niet voor handen. Maar Cobelguard zou naar schatting

in 2007 wel een marktaandeel van 8% gerealiseerd hebben.76

Hoewel hoofdstuk 2 het inzicht gaf dat er zeer veel bedrijven zijn, geven deze cijfers aan dat

er slechts een beperkt aantal grote spelers zijn. Als men kijkt naar de mate van concentratie,

valt op dat 98% van het marktaandeel in handen is van de 4 eerder vermeldde ondernemingen.

Hoewel een marktstructuur nooit vaststaat, en competitie constant evolueert, kan men met

deze cijfers besluiten tot een marktstructuur van ‘tight oligopoly’.

In de bespreking van een marktstructuur dienen ook de toetredingsbarrières besproken te

worden. Toetredingsbarrières zijn al de moeilijkheden dat nieuwe ondernemingen kunnen

75

Persoonlijke mededeling door C. Bombeke, Branch Manager Securitas, 24 april 2008 76

Persoonlijke Communicatie met Tanghe G, HR Officer Selection & Recruitment Cobelguard, 2 mei 2008

Page 48: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

41

ondervinden bij het willen betreden van een markt.77

Deze moeilijkheden kunnen van

wettelijke aard zijn of opgeworpen kunnen worden door de bestaande ondernemingen. Voor

de bespreking van toetredingsbarrières verwijs ik deels naar hoofdstuk 1, aangezien de

wetgeving volgens mij de belangrijkste toetredingsdrempel vormt in deze sector. Anderzijds

is het feit dat de bewakingsondernemingen exclusieve contracten afsluiten met hun klanten

ook een belangrijke toetredingsdrempel. Samenwerking wordt regelmatig voor enkele jaren

afgesloten. Dit laat dus niet veel ruimte voor nieuwe bedrijven. In deze context vermeld ik

nogmaals de opkomst van Cobelguard. Hoewel dit een jong bedrijf is, heeft het in de sector

toch al een sterke naam opgebouwd. Mede dankzij het verwerven van contracten met grote

namen zoals Kinepolis, MediaMarkt en Inno.78

2. Beveiligingsondernemingen

De markt van de beveiligingsondernemingen is niet zo gemakkelijk te omkaderen dan de

bewakingssector. Enerzijds zijn er in de beveiligingssector de kleine éénmanszaken,

anderzijds heeft men de grote multinationals dat ook beveiligingsactiviteiten uitvoeren. De

kleine ondernemers zijn die elektronicawinkels dat eveneens diensten aanbieden met

betrekking tot beveiliging. Dit kan bijvoorbeeld gaan om het installeren van een

alarmsysteem. Anderzijds heeft men de grote multinationals, dat zich gaan toeleggen op de

grote zaken zoals bijvoorbeeld een museum elektronisch beveiligen. Beide groepen zijn

spelers op dezelfde beveiligingsmarkt, maar kunnen niet met elkaar vergeleken worden. Een

kleine ondernemer kan nooit de technologische know-how of het kapitaal verwerven dat een

multinational nodig heeft. Daarom stel ik ook vast dat deze markt verdeeld is in een

monopolistische concurrentie, zijnde al de verschillende ondernemers welke eigenlijk een

eigen lokale markt hebben, en een soortgelijke markt als de bewakingssector voor de

multinationals. De beveiligingsmarkt valt dus uiteen in een dualiteit van markten, met

enerzijds de industriële beveiligingsmarkt, en anderzijds de meer lokale ondernemer.

Een feit is dat in de industriële beveiligingsmarkt dezelfde namen terugkomen dan in de

bewakingsmarkt, zijnde dan wel met andere afdelingen. Een grote speler op de

beveiligingsmarkt is Securitas met Securitas Alert Services. Ook Group4-Securicor Security

77

Sanchez R, Heene A, The new Strategic Management; Organization, Competition and Competence, New

York, John Wiley & Sons Inc., 2004, blz 135 78

X, ‘Quality in Security’, [WWW] Cobelguard: http://www.cobelguard.be [28/04/2008]

Page 49: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

42

Systems heeft een belangrijk aandeel, zowel als Seris Security. Daarnaast hebben ook de

producenten van alarmsystemen zoals bijvoorbeeld Siemens en GE ook een belangrijk

aandeel in het installeren van (industriële) alarmsystemen.

Nelectra, één van de sectororganisaties van de beveiliging, is momenteel bezig met het in

kaart brengen van marktaandelen van de beveiligingsondernemingen. Binnen enkele maanden

zal dit af zijn, en dan zal dus meer geweten zijn over deze markt.

De beveiligingsmarkt blijft, in tegenstelling tot de bewakingsmarkt, niet beperkt tot het

aanbieden van diensten. Er zijn veel verschillende producenten van alarmsystemen, en ook

hiervoor bestaat dus een markt. In 2004 werd een onderzoek79

verricht naar de marktsituatie

van de aanbieders van beveiligingssystemen. Hieruit bleek dat General Electric en Honeywell

de marktleiders zijn, met Bosch, Siemens en Tyco op respectievelijk de 3e, 4

e en 5

e plaats.

80

De markt dat bestudeerd werd, ging wel over Europa, het Midden Oosten en Afrika. Maar aan

de hand van deze informatie wordt toch een beeld geschetst van de belangrijkste aanbieders

van alarmsystemen.

In ons land waren in 2005 minstens 239 922 alarminstallaties, geplaatst door 732 erkende

beveiligingsondernemingen waarvan slechts 44 zich uitsluitend bezig houden met

beveiligingsactiviteiten.81

79

Everett P, The EMEA Market for intruder alarms; 2006 edition, Wellingborough, Austin, Shanghai, IMS, 147

blz 80

Informatie verkregen van Coppens S, Country Sales Leader GE, 28 april 2008 81

Capelle J, ‘Alarmsystemen en alarmdiensten in cijfers’, Top Security, december 2007 (35), blz 24-26

Page 50: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

43

Besluit

De centrale vraagstelling in mijn masterproef was één naar de regulering van de bewakings-

en beveiligingsondernemingen en welke evolutie deze sector onder die regulering had

meegemaakt.

In hoofdstuk 1 werd gezien dat de overheid voorzag dat de sector een sterke groei zou gaan

doormaken, en zij heeft dit in de mate van het mogelijke proberen in goede banen te leiden.

Ten eerste wordt de toegang van ondernemingen tot de markt afhankelijk gesteld van een

vergunningsverplichting. Dit is de proactieve overheidscontrole. Ten tweede reguleert de

overheid de werking van de ondernemingen door een controle in te lassen op het gebruik van

middelen en methodes dat gebruikt worden. Bovenstaande maatregelen worden ten derde

ondersteund door een reactief sanctieapparaat voor de ondernemingen dat zich in hun werking

niet aan de regels houden.

Deze regulering heeft doorheen de jaren ’92 tot 2005 geleid tot een situatie waarin vooral

multinationals de bovenhand halen. Dit zowel in de bewakings- als in de

beveiligingsindustrie. Hierbij moet echter opgemerkt worden dat Cobelguard, een vrij jong

Belgisch bedrijf, toch aan een sterke opmars bezig is in de sector. En op korte termijn een

redelijk marktaandeel heeft kunnen verwerven.

Wat vooral opviel is het feit dat er veel meer beveiligingsondernemingen zijn, als

bewakingsondernemingen. Zoals gezien in hoofdstuk 2 is dit te verklaren door de graad van

specialisatie in de sector. Er zijn slecht 44 van de 732 beveiligingsondernemingen dat zich

uitsluitend bezig houden met beveiligingsactiviteiten. De andere ondernemingen halen hun

omzet bijvoorbeeld ook uit algemene elektriciteitswerken. Terwijl de ondernemingen in de

bewakingssector zich steeds meer zijn gaan specialiseren, is dit dus niet zo voor de

beveiligingssector.

Een bewakingsonderneming is volgens de wet elke rechtspersoon dat diensten aanbiedt in de

vorm van:

1. Toezicht op en bescherming van roerende en onroerende goederen

2. Bescherming van personen

3. Toezicht op en bescherming bij het vervoer van waarden

4. Beheer van alarmcentrales

Page 51: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

44

5. Toezicht op en controle van personen met het oog op het verzekeren van de veiligheid

op al dan niet publiek toegankelijke plaatsen

6. Verrichten van vaststellingen die betrekking hebben op de onmiddellijk waarneembare

toestand van goederen

7. Begeleiding van groepen van personen met het oog op verkeersveiligheid

Een beveiligingonderneming is echter enkel die rechtspersoon dat een activiteit uitoefent

bestaande uit de levering van diensten van conceptie, installatie, onderhoud of herstelling van

alarmsystemen of alarmcentrales.

Hoewel de definitie van de beveiligingsonderneming op het eerste zicht beperkter lijkt dan die

van een bewakingsonderneming, omvat dit toch veel meer activiteiten. Onder beveiliging kan

zowel inbraakpreventie, als brandbeveiliging, videobewaking en toegangscontrole gezien

worden. Inbraakpreventie kan dan nog eens onderverdeeld worden onder beveiliging van de

zogenaamde “buitenperimeter”, beveiliging binnen, objectbeveiliging of antihold-up

mechanismen.

Deze onderverdelingen leiden ertoe dat binnen de beveiligingsmarkt een veelheid aan

deelmarkten bestaat, en dus moeilijk te omkaderen valt. Wat minder het geval is bij de

bewakingsmarkt, aangezien deze zich enkel beperkt tot de 7 voornoemde activiteiten. Daarom

werd in hoofdstuk 3 de beveiligingsmarkt opgedeeld in 2 delen. Enerzijds heeft men de lokale

installateur, welke in feite een eigen lokale markt heeft, een eigen prijs, service enzovoort. Dit

deel van de beveiligingsindustrie valt m.i. onder de monopolistische concurrentie. Anderzijds

heeft men de industriële beveiligingsondernemingen. In dit deel zijn er maar een beperkt

aantal grote spelers, en besluit ik dan ook tot oligopolie, net zoals in de bewakingsmarkt.

Ten slotte wens ik nog te vermelden dat de wijdverspreidheid van de aanbieders van

beveiligingsactiviteiten ook blijkt uit de sectororganisaties. Bij bewakingsactiviteiten is er

slechts 1 organisatie dat de bewakingsondernemingen vertegenwoordigt, en dit is de BVBO.

Bij de beveiligingsondernemingen zijn er zoveel dat het niet meer overzichtelijk wordt. Er

bestaat ALIA Security, Nelectra, Fedelec, ACA, enzovoort. En dit om er maar enkele te

noemen.

Het doel van mijn masterproef was enkel het beschrijven van de bewakings- en

beveiligingssector. Binnen de wet op de private veiligheid wordt echter ook het onderscheid

Page 52: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

45

gemaakt naar opleidingsinstellingen en interne bewakingsdiensten. In dit besluit wens ik dan

ook nog kort mee te geven dat ook bij de opleidingsinstellingen ondernemingen zoals

Securitas en Group4-Securicor niet afwezig zijn. Deze ondernemingen lijken mij dan ook de

grootste spelers op de gehele markt van de private veiligheidszorg.

Page 53: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

II

Bibliografie

Boeken

Button M, Private Policing, Cullompton, Willan publishing, 2002, 155 blz

Capelle J, Het labyrint; private politie en politiewezen doorgelicht met het officiële rapport

van de Commissie Wijninckx, Brussel, SEVI, 1982, 232 blz

Cools M, Haelterman H, Nieuwe sporen : het actieterrein van de particuliere recherche in

België en Nederland, Diegem, Kluwer, 1998, 236 blz

Cools M, Criminologie. De wetenschap, de mens, in: Vanderborght, J., Vanacker, J. en

Maes, E. (eds), Criminologie, De Wetenschap, De Mens, Brussel, Politeia, 2000, Blz 203-

216

Craig P,de Búrca G, EU law : text, cases, and materials, Oxford, New York : Oxford

University Press, 2008, 1148 blz

De Clercq M, Economie toegelicht, Antwerpen, Garant, 2006, 721 blz

Everett P, The EMEA Market for intruder alarms; 2006 edition, Wellingborough, Austin,

Shanghai, IMS, 147 blz

Hoogenboom A.B., Privatisering van toezicht en opsporing, Lelystad, Koninklijke

Vermande, 2000, 165 blz

Hill D.A., Rockley L.E., Security : its management and control, London, Business

books, 1981, 210 blz

Jones T, Newburn T, Private security and public policing, Oxford, Clarendon press, 1998,

288 blz

Muijen P.J.D.J, Handleiding politie en particuliere beveiliging : de betekenis van de Wet op

de weerkorpsen en de particuliere beveiligingsorganisaties voor de politiepraktijk en de

beveiligingsbranche, ’s-Gravenhage, VUGA, 1994, 97 blz

Matthys J, Private policing and security : a law and economics approach : case studies:

Belgium and England, (Diss. master in European criminology and criminal justice systems)

2004, 42 blz

Pease K.K.S., International organizations : perspectives on governance in the twenty-first

century, Upper Saddle River, Pearson/Prentice Hall, 2008, 345 blz

Sanchez R, Heene A, The new Strategic Management; Organization, Competition and

Competence, New York, John Wiley & Sons Inc., 2004, 326 blz

Shearing C.D., Stenning P.C., Private security and private justice : the challenge of the 80s,

Montreal, Institute for research on public policy, 1982, 63 blz

Page 54: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

III

Sheperd W.G., The economics of industrial organization: Fourth edition, Illinois, Wareland

Press, 1999, 447 blz

Sherer F.M., Ross D., Industrial Market Structure and Economic Performance; Third Edition,

Boston, Houghton Mifflin Cooperation, 1990, 713 blz

Stead R, Curwen P, Lawler K, Industrial economics; theory applications and policy, London,

McGraw Hill Book Company, 1996, 222 blz

Van Beek B, De evolutie van de private bewaking en opsporing in België vanaf 1830, (Diss.

Lic. Crim. Wet.), 2001-2002, 96 blz

Van Laethem W, Bas R, Decorte T, Private politiezorg en grondrechten : de methoden van

private bewaking en opsporing en de grondrechten van de mens, Leuven, Universitaire

pers, 1995, 357 blz

Van Outrive L, Cartuyvels Y, Ponsaers P, Sire, ik ben ongerust : geschiedenis van de

Belgische Politie 1794-1991, Leuven, Kritak, 1991, 367 blz

Van Outrive, L.; Bas, R.; Decorte, T., Private opsporing en bewaking : onderzoek naar

methoden van private opsporing en bewaking en de grondrechten van de mens,

Brussel, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele

aangelegenheden, 1995, 233 blz

Wakefield A, Selling security : the private policing of public space, Cullompton, Willan

publishing, 2003, 252 blz

X, Bewakingsondernemingen, beveiligingsondernemingen, interne bewakingsdiensten -

Activiteitenverslag van het jaar 1992, Brussel, Politeia, 1993, 83 blz

X, Bewakingsondernemingen, beveiligingsondernemingen, interne bewakingsdiensten -

Activiteitenverslag van het jaar 1993, Brussel, Politeia,1994, 104 blz

X, Bewakingsondernemingen, beveiligingsondernemingen, interne bewakingsdiensten -

Activiteitenverslag van het jaar 1994, Brussel, Politeia, 1995, 112 blz

X, Bewakingsondernemingen, beveiligingsondernemingen, interne bewakingsdiensten -

Activiteitenverslag van het jaar 1995, Brussel, Politeia, 1996, 134 blz

X, Bewakingsondernemingen, beveiligingsondernemingen, interne bewakingsdiensten -

Activiteitenverslag van 1997 en 1998, Brussel, Politeia, 2000, 200 blz

X, Bewakingsondernemingen, beveiligingsondernemingen, interne bewakingsdiensten -

Activiteitenverslag van 1999 en 2000, Brussel, Politeia, 2000, 319 blz

X, Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie - Activiteitenverslag 2001, Brussel, FOD

Binnenlandse Zaken, 2002, 72 blz

Page 55: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

IV

X, Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid - Activiteitenverslag 2002, Brussel,

FOD Binnenlandse Zaken, 2003, 93 blz

X, Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid - Activiteitenverslag 2003, Brussel,

FOD Binnenlandse Zaken, 2004, 127 blz

X, Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid - Activiteitenrapport 2004, Brussel,

FOD Binnenlandse Zaken, 2005, 152 blz

X, Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid - Activiteitenrapport 2005, Brussel,

FOD Binnenlandse Zaken, 2006, 164 blz

X, Algemene Directie Veiligheid en Preventie - Activiteitenrapport 2006, Brussel, FOD

Binnenlandse Zaken, 2007, 142 blz

Tijdschriften

Beaufays G, ‘De plus- en minpunten van de wet van 10 april 1990’, Top Security, Maart/april

1998, 50, Blz 22-26

Biot F, ‘Is er naast de openbare veiligheid plaats voor een particuliere veiligheid?’, Top

Security, jan/feb 2005, 36-40

Capelle J, ‘Alarmsystemen en alarmdiensten in cijfers’, Top Security, december 2007 (35),

blz 24-26

Cools M, ‘De onderstromen in de private veiligheidszorg’, Panopticon, 2002, Kluwer,

Mechelen, Blz 135

Cools M, ‘De Commissie Wijninckx ‘revisited’’, in Christiaens J, Enhus E, Snacken S, Van

Calster P, Criminologie: Tussen kritiek en realisme deel I, Brussel, VUB University Press,

2007, Blz 127-128

De Clerck H, ‘Diensten van private veiligheid: uit de greep van Bolkestein?’, Private

Veiligheid/Securité privée, april 2006, 28, blz 29-31

Dewael P, ‘Opvallende tendensen in de Private Bewaking; Toespraak van de minister van

Binnenlandse Zaken’, Private Veiligheid, 2004, 20, blz 38 – 41

Eliaerts, C., ‘De Commissie Wijninckx: een herwaardering

van de controlefunctie van het parlement of een storm in een glas water?’

Panopticon, 1981, 525-532

Hutsebaut F, Peperstraete T, ‘De controle op de private bewakingsondernemingen: een stand

van zaken’, Panopticon, 2005, 3, blz 45-62

Page 56: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

V

Morre L, Keppens F, ‘Ontwerp van de wet houdende verscheidene maatregelen ter verhoging

van de veiligheid van de burger’, Politie Officier, 1988, (5), Blz 12

Van Fraeghem T, ‘Stand van zaken publiek-private samenwerking in de veiligheidszorg;

Casestudy bij een bewakings- en beveiligingsonderneming’, Private Veiligheid, Nov 2006,

Blz 34

X, ‘De Europese markt van veiligheidssystemen in de handel en de industrie’, Top Security,

mei/juni 1999, Blz 38

X, ‘Interview met Minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael’, Private veiligheid, april

2006, Blz 13

X, ‘Top Security 10jaar’, Top Security, maart/april 1998, 50, blz 6-15

X, ‘Naar meer en betere private veiligheid binnen de Europese Unie’, Private Veiligheid,

januari/februari 2002, 69, blz 42

X, ‘Gezamelijke verklaring van de CoESS en UNI-Europa over de Europese harmonisatie van

de wetgevingen betreffende privé-beveiliging’, Top Security, maart/april 2002, 70, blz 14-18

Internet-Bronnen

X, (z.d.), ‘A single Market for services’, [WWW] European Commission Internal Market,

http://ec.europa.eu/internal_market/top_layer/index_19_en.htm [09/03/2008]

X, (z.d.), ‘Handboek voor de implementatie van de dienstenrichtlijn’, [WWW]

http://ec.europa.eu/internal_market/services/docs/services-dir/guides/handbook_nl.pdf

[09/03/2008]

X, (z.d.), ‘Basisprincipes van de richtlijn Bolkestein’, [WWW] ACV, http://www.acv-

online.be/Actueel/Campagnes/Richtlijn_bolkestein/Basisprincipes/bolk_basis.asp?ComponentId=43550&Source

PageId=43640 [09/03/2008]

X, (z.d.), ‘Regulation (EC) No 2320/2002 of the European Parliament and of the Council of

16 december 2002 establishing common rules in the field of civil aviation security’, [WWW]

EurLex, http://eur-

lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2002:355:0001:0021:EN:PDF

[27/03/2008]

X (z.d), ‘Vordering (EG) nr 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart

2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten’,

[WWW] FOD Binnenlandse Zaken, http://www.crisis.ibz.be/uploads/EU-

verordening_ISPS.pdf [08/03/2008]

X, (z.d.), ‘ISPS’, [WWW] Haven Amsterdam Port Security,

http://www.portofamsterdam.nl/smartsite1789.dws [08/03/2008]

X (z.d.), ‘The international ship and port facility code’, [WWW] Haven Amsterdam Port

Security,

http://www.portofamsterdam.nl/PortSecurity/documents/Werknotitie%20ISPS%20Code.pdf

Page 57: Marktanalyse van de Private veiligheidszorg in Belgiëlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/621/RUG01... · stellen. Het doel van mijn masterproef is in een eerste deel een samenvatting

VI

X (14/12/2006), ‘Havenveiligheid’, [WWW] FOD Binnenlandse Zaken,

http://www.crisis.ibz.be/havenveiligheid/ [08/03/2008]

X, (23/10/06) ‘History’ [WWW] Securitas: http://www.securitas.com/en/About-

Securitas/History/ [28/04/08]

X, (z.d.) ‘Securitas NV: 22 jaar in de frontlinie voor veiligheid’, [WWW] Securitas:

http://www.securitas.be/apps/iwwcm/publishnl.nsf/Content/Securitas+Belgie

[26/04/08]

X, (z.d.) ‘Belgische Groep – Historisch overzicht’ [WWW] Group 4 Securicor:

http://www.group4securicor.be/page.asp?id=29&lid=1 [26/04/08]

X, ‘Quality in Security’, [WWW] Cobelguard: http://www.cobelguard.be [28/04/2008]