Management & Organisatie [1]...Managerial Grid Robert R. Blake & Mary Jane Srygley Mouton, 1964 d...
Transcript of Management & Organisatie [1]...Managerial Grid Robert R. Blake & Mary Jane Srygley Mouton, 1964 d...
Management & Organisatie [1]
D.E.S.T.E.P.Analyse van de macro-omgeving
Demografische factoren• Leeftijdsopbouw [ontgroening & vergrijzing], huishoudens en samenstelling, etc.
Economische factoren• koopkracht, inkomen, ontwikkelde/onderontwikkelde economie, effectenbeurs, inflatie, recessie, conjunctuur, consumentenvertrouwen etc.
Sociaal-maatschappelijke factoren• taal, religie, normen en waarden, emancipatie, arbeidsmoraal, mode, eetpatroon, vrijetijdsbesteding, sport en gezondheid, toename gebruik van social media, toename éénpersooonshuishoudens, binge watching
Technologische factoren• Stand van de techniek wereldwijd, satelliet communicatie, ADSL, internet, micro chips, mobiele telefonie.
Ecologische factoren• Klimaat en natuurlijke bronnen (grondstoffen), het gaat steeds vaker, harder regenen, milieu, verantwoord produceren en ondernemen [MVO]
Politiek-juridische factoren• Wet Productaansprakelijkheid, Prijzenwet, Colportagewet, Wet Economische Mededinging, Wet bescherming Persoonsgegevens, Reclame Code Commissie, patenten, etc.
VijfkrachtenmodelMichael E. Porter, 1980
Onderhandelings-macht
Leveranciers
Onderhandelings-macht
Afnemers
1. Toetredingsbarrières
3. Determinanten van de positie
van de leverancier
Dreiging nieuwe toetreders
Dreiging substituten
2. Rivaliteit
determinanten
4. Determinanten van de positie van de koper
5. Determinanten van de substitutiedreiging
4,0
4,0
2,0
5,06,0
zie voor scores www.ruscon.nl
P.I.M.S.Profit Impact of Marketing Strategy by General Electric
Aantrekkelijkheid van de markt wordt bepaald door:1. Ontwikkelingsfase van de markt2. Hoogte van de inflatie3. Aantal leveranciers4. Afnemers5. Organisatiegraad van werknemers6. Omvang van importen en exporten
Waardeketen (Value chain) Michael E. Porter
©Klijnen Managementontwikkeling & Organisatieadvies
Inkoop
Technologie-ontwikkeling
HR
Algemene bedrijfsvoering
Nazorg&
Service
Uitgaandelogistiek
ProductieInkomendelogistiek
margeOnd
ers
teun
end
epr
ocess
en
Marketing
Primaire proces
Product-Markt Matrix Autonome groeistrategieën volgens Igor Ansoff
Portfolio-analyseBoston Consulting Group
hoog
laag
laag
hoog
1,0
..%
Portfolio-analyseBoston Consulting Group
hoog
laag
laag
hoog
1,0
..%
Portfolio-analyseBoston Consulting Group
hoog
laag
laag
hoog
1,0
Strategieinvesteren/groei
handhaaf groei/winst
Strategieaccent op groei of verkopen/stoppen
Strategiehandhaaf marktaandeel
Strategieniet rendabel en
alleenstaand product: verkopen, oogsten of
afbouwen
..%
Directional Policy MatrixShell
DesinvesterenGefaseerd
terugtrekkenVerdubbelen of terugtrekken
Gefaseerdterugtrekken
Behoedzaamheid Meer inspanning
Genereren van cash flow
Groei Leider
onaantrekkelijk aantrekkelijkgemiddeld
Vooruitzichten voor de sector
Con
curr
ent
iepo
sitie
gemiddeld
zwak
sterk
S.W.O.T./ T.O.W.S.Heinz Weihrich, 1982
Beschrijf kansen en bedreigingen als trend of feit in de externe omgeving. Geef nog niet aan wat je er mogelijkerwijs mee kunt gaan doen.Als je beschrijft wat je mogelijkerwijs kunt gaan doen dan is dat geen kans of bedreiging, maar een optie [zie ook later ‘strategische opties’]
Confrontatiematrix
Vul per kolom in 1x5; 1x3; 1x1
5 = veel impact3 = gemiddelde impact1 = weinig impacht
Sterkten
Zwakten
Confrontatiematrix
Vul per kolom in 1x5; 1x3; 1x1
5 = veel impact3 = gemiddelde impact1 = weinig impacht
55
5
5
5
55
53
3
3
3
3
33
3
11
1
1 1
1
1
1Sterkten
Zwakten
Confrontatiematrix
5 = veel impact3 = gemiddelde impact1 = weinig impacht
Aanvallen Verdedigen
Versterken Turnaround
Sterkten
Zwakten
Confrontatiematrix
Schrijf uit wat de verschillende combinaties voor mogelijkheden geven
S1K1…………………… S1B2……………………
Z1K2…………………… Z1B1……………………
S1K2……………………
Z1K4……………………
Sterkten
Zwakten
ConfrontatiematrixHoofdaandachtspunten [HAP’s] per kwadrant - Marian Dingena
Hoe kunnen we sterkten benutten om kansen te verwezenlijken?
Hoe kunnen we sterkten gebruiken om bedreigingen af te weren?
Hoe kunnen we zwakten versterken om op kansen in te kunnen spelen
Hoe kunnen we zwakten zodanig versterken dat bedreigingenkunnen worden afgeweerd?
ConcurrentiestrategieënGenerieke strategieën van Porter, 1980, 1985, 1987
.
WaardedisciplinesMichael Treacy & Fred Wiersema
Minimum verwachting
Leading Edge(Performance marktleiders)
CustomerIntimacy
ProductLeadership
OperationalExcellence
CustomerIntimacy
ProductLeadership
OperationalExcellence
Klantperspectiefbetrouwbare club, goede prijs
Intern perspectief:focus op proces, kosten & kwaliteit
Klantperspectiefprecies wat ik zoek
Intern perspectief:focus op klant is koning, service
Klantperspectiefcreatief, innovatief
Intern perspectief:focus op nieuwe producten
BestTotalCost
BestTotal
Solution
BestProduct
.
WaardedisciplinesMichael Treacy & Fred Wiersema
.
WaardedisciplinesOperational Excellence
• Focus op processen, kosten & kwaliteit
• Management van personeel
• Efficiënte transactie
• Toewijding aan meetsystemen
• Weinig tot geen aanpassingen aan assortiment/procedures
.
WaardedisciplinesCustomer Intimacy
• Maatwerk
• Beschikbaarheid van een breed scala van oplossingen voor klanten
• Bedrijfsstructuur die beslissingsbevoegdheid in handen legt van werknemers die dicht bij de klant staan
• Een bedrijfscultuur die specifieke oplossingen beloont en haar beloning haalt uit langdurigerelaties met klanten
.
WaardedisciplinesProduct Leadership
• Aanmoediging van innovatie
• Erkenning dat het huidige en toekomstige succes van de organisatie ligt bij de R&D-afdelingen en diegenen die hen ondersteunen
• Drang om de markt te leiden en op een hoger niveau te brengen
• Flexibele bedrijfscultuur
Blue Ocean4 acties raamwerk
Vergelijk eigen score met score van concurrent
Hoog
Laag
prijs
Heersende norm
.
Blue Ocean Strategy Canvas Cirque du Soleil
Info TwynstraGudde
Cirque du Soleil in Dubai
SamenwerkingKeuzes
NetwerkenStrategische allianties
Lossemarktcombinaties
OutsourcingLicentiesFranchises
Contractuelerelaties
Joint ventures
Eigendomsrelaties
OvernamenFusies
Integratie
Intensiteit van de samenwerkingSterkZwak
Doelen van samenwerking
• Concurrentie verminderen• Realiseren van risicospreiding
• Combinatie van specifieke ondernemingsgebieden• Wegnemen van (internationale) barrieres
Geheel of Partieel?
SamenwerkingOverzicht van samenwerkingsvormen
• Fusie
• Overname
• Strategische allianties
• Joint ventures
• Kruisparticipaties
• Minderheidsparticipaties
• Franchising
• Inkoopverenigingen
• Gezamenlijk kwaliteitslabel
• Systeemintegratie
• Licentieverlening
• Consortia
• Samenwerking bij productontwikkeling
• Stilzwijgende samenwerking
• Netwerken
• Outsourcing (als contractueel samenwerkingsverband)
Managerial GridRobert R. Blake & Mary Jane Srygley Mouton, 1964
Rela
tiege
rich
theid
Taakgerichtheid
Gulden middenwegmanagement
Country Club management
TeamgerichtDemocratischManagement
VerschraaldManagement
Taakgericht(Autoritair)management
1.9 9.9
1.1
5.5
9.1
3 Dimensioneel leiderschapsmodelDr. William James [‘Bill’] Reddin
Relatiestijl Integratiestijl
(vergelijk Blake & Mouton 9.9)
Separatiestijl
[‘afscheiding’]
Dedicatiestijl
[‘toewijding’]
Leiderschapsstijl
Stijlbewust
Situationele gevoeligheid
Stijlflexibiliteit
Veranderingsvaardigheid
Rela
tiege
rich
theid
Taakgerichtheid
veel
veelweinig
weinig
b.v. wanneer de technologie goedmeetbare resultaten kent en er
veel onverwachte situaties teverwachten zijn
b.v. wanneer het werk van veelverschillende medewerkers
afhankelijk is en er veel onderlingcontact nodig is
b.v. wanneer het werk van te vorenniet goed in te schatten is [b.v.
creatief werk]
b.v. wanneer het werk parallel of op afstand van de directie gebeurd
[b.v. accountant]
1930 – 1999
Separatiestijl
Dedicatiestijl
Relatiestijl
Integratiestijl
taakgericht
rela
tiege
rich
t Bureaucraat Welwillendautocraat
Ontwikkelaar Bestuurder
taakgericht
rela
tiege
rich
t
Deserteur Autocraat
Missionaris Compromiszoeker
taakgericht
rela
tiege
rich
t
Meer effectief
Minder effectief
Elementen die de situatie bepalen:
1. Organisatie2. Technologie3. Superieur van de manager4. Andere managers5. Ondergeschikten
3 Dimensioneel leiderschapsmodelDr. William James [‘Bill’] Reddin
1930 – 1999
Situationeel LeiderschapPaul Hersey & Kenneth Blanchard
S3
Ondersteunen,
Overleggen
Listen
S2
Overtuigen
Sell
S4
Delegeren
Let
S1
Instrueren
Tell
taakgerichtheidweinig veel
veel
weinig
rela
tiege
rich
theid
Situationeel LeiderschapPaul Hersey & Kenneth Blanchard
MotivatietheorieBehoeftehiërarchie van Abraham Maslow
Liefde, vriendschap, erbij horen; genegenheid; familie
Studie; creativiteit; problemen oplossen; ethiek; zelfbewustzijn;onbevooroordeeld; jezelf kunnen zijn
Ademen; eten; drinken; sex; slaap; beweging;ontspanning
Status; prestige; achting; succes; zelfwaardering; respect van en voor anderen
Veiligheid; orde; stabiliteit, ‘een dak boven je hoofd’;gezondheid; bescherming
Fysiologische behoeften
Zekerheid
Sociale acceptatie
Waardering
Zelfontplooiing
MotivatietheorieFrederick Irving Herzberg
0%10% 10%20% 20%30% 30% 40%40% 50%50%
Prestatie
Erkenning
Het werk zelf
Verantwoordelijkheid
Promotie
Groei
Bedrijfsbeleid
Supervisie
Relatie met chef
Werkomstandigheid
Salaris
Relatie met collega’s
Persoonlijkheden
Betrekkingen met ondergeschikten
Status
Zekerheid
Hygiëne factoren /De-motivatorenDissatifiers
MotivatorenSatisfiers
(1923-2000)
MotivatietheorieProcestheorie van Victor Vroom
Effort
Performance
Outcome [Reward]
Personal goals
Expectancyleads to
Instrumentalityleads to
Valence
Motivatie = E x I x V = Expectancy x Instrumentaliteit x Valentie.Is een van deze factoren nul, dan ontbreekt de motivatie om een bepaald doel na te streven
Zal het mij lukken mijn doel te bereiken?
Levert mijn gedrag een beloning op?
Hoe waardevol vind ik de beloning?
Theorie X
➢ Een mens is lui en heeft een afkeer van werken.
➢ Een mens wil en kan niet denken
➢ Een mens moet gedwongen worden tot presteren en is alleen geintereseerd in geld.
➢ Een mens schuwt het dragen van verantwoordelijkheid en staat het liefstonder leiding
Theorie Y
➢Een mens wil graag werken en vindt het even natuurlijk als ontspannen
➢Een mens is vindingrijk, creatief en heeftverbeeldingskracht
➢Een mens presteert als hij zichzelf kanontplooien en als hij beloond wordt in immateriele waarden. Geld is niet de enigeprikkel.
➢Een mens is bereid om verantwoordelijkheidte dragen
MotivatietheorieX & Y theorie Douglas McGregor
Persoon
Macht
Rol
Taak
MachtscultuurLeider beloont en straft nadrukkelijkGrote afstand tussen baas en medewerkers.Agressieve houding naar buiten toe. Vechten om intern hogerop te komen. Sterk hiërarchisch gericht.De organisatie richt zich op het domineren van de omgeving. Zelf wil zij zich liefst onttrekken aan regels en wetten. Meedogenloos, soms illegale praktijken.Intern: wet van de jungle. Ieder streeft naar persoonlijk succes, desnoods ten koste van anderen.
RolcultuurRatio, logica, spelregels en argumenten staan voorop. Keurslijf van omslachtige regels.Interne gerichtheid. Formele organisatie, veel procedures. Het informele persoonlijke sterk gescheiden van het formele hiërarchische.Streven naar orde en stabiliteit. Voorspelbaar gedrag.Mensen beperken zich strikt tot de taken die bij hun rol horen. Correct gedrag is vaak belangrijker dan effectief gedrag.
TaakcultuurSamenwerking en gerichtheid op de toekomst en een hoger doel staan voorop. Soms roofbouw op mensen. Licht chaotisch.De klus klaren, al dan niet in een veranderende omgeving. Hoge mate van flexibiliteit. Het doel heiligt de middelen. Management werkt aan condities. Veel decentrale bevoegdheden.Alles gericht op het behalen van het doel. Persoonlijke behoeften worden soms onderdrukt ten faveure van het hogere doel. Regels die het bereiken van het doel blokkeren worden veranderd of opzij gezet.
PersoonscultuurZelfmotivatie en eigen verantwoordelijkheid als belangrijke kenmerken.Persoonlijke interesse staat voorop.Buitenwereld alleen belangrijk als verschaffer van interessant werk. Sterk gericht op individuele ontwikkeling. Verzameling van individuen, los zand. Weinig controle.Primaire gerichtheid op behoefte van de personen in de organisatie. Besluitvorming op basis van consensus.
CultuurMichael I. Harrison, 1972
http
://ww
w.m
arkensteijn
.com
/cultu
urtest.h
tm
Zeus
Apollo
Athene
Dionysus
Cultuur‘Gods of Management’ – Charles Handy
Cultuur‘Gods of Management’ – Charles Handy
Organisatie draait om topfiguur.Weinig regels & procedures.
Ad hoc beslissingen.b.v. kleine, jonge organisaties
Netwerk van professionals.Zelfstandigeid en
resultaatgerichtheidis belangrijk
b.v. matrixorganisaties
Prioriteit aan individu.Organisatie is er voor de mens.
Manager is gelijk aan medewerker.Management is een noodzakelijk kwaad.
b.v. advocatenkantoor, notaris
Organisatie gekenmerktdoor regels & procedures.Functies zijn belangrijk,
niet de medewerkers.b.v. bureaucratische
organisaties
Typologie van Handy is gebaseerd
op 2 dimensies:
Machtspreiding
= mate waarin de
beslissingsbevoegdheid
centraal of decentraal is
geregeld (hoge
machtsspreiding wil zeggen:
hoge mate van (decentrale)
delegatie
Samenwerkingsgraad
= mate van samenwerking
(hoog of laag)
laag
laag
hoog
hoog
Bronpagina afbeelding: http://www.gertjanschop.com/modellen/cultuurtypologie_n_hardy.html
Cultuur‘Gods of Management’ – Charles Handy
BedrijfscultuurGeert Sanders & Bram Neuijen
Symbolen
Helden
Rituelen
Waarden&
Grondbeginselen
BedrijfscultuurGeert Sanders & Bram Neuijen
RisicomijdendElke dag detzelfde routine
Aandacht voor de mensGroepsbeslissingen
Identificatie met organisatieFamiliegevoelNiet tever vooruit kijken
Ruimte voor iedereenOpenheid naar iedereenIedereen voelt zich thuis
KostenbewustStrikte werktijden
Resultaten belangrijkerdan proceduresNauwelijks bijdrage aanSamenlevingKlantwensen zijn belangrijkRuime omgang t.a.v. ethiek
Werken met uitdagingenMaximaal presteren
Aandacht voor resultaatIndividuele beslissingen
Identificatie met beroepLange termijn planningPrive en werk zijn gescheiden
Veel geheimzinnigheidNiet iedereen past in de organisatie
Niet kostenbewustFlexible werktijden
Procedures belangrijkerdan resultatenStrikte naleving ethiekHoge bijdrage aan samenleving
Huidig Gewenst
Procesgericht
Mensgericht
Organisatiegebonden
Strakke controle
Pragmatisch
Resultaatgericht
Werkgericht
Professioneel
Gesloten
Losse controle
Normatief
Open
AfdelingscultuurPaul R. Lawrence & Jay. W. Lorsch
Cultuurkenmerken van afdelingen:
• Doel oriëntatie
• Tijd oriëntatie
• Interpersoonlijke oriëntatie
• Formaliteit van de structuur
Differerentiatie = het verschil in cognitieve en emotionele oriëntatie tussen managers in verschillende afdelingen binnen dezelfde organisatie t.a.v. de externe omgeving
BedrijfstakcultuurDirk Horringa, 1966
Verschillen tussen culturen [‘klimaten’] in bedrijven op basis van hun ‘kritieke activiteit’ [= die activiteit die een organisatie goed moet uitvoeren om succesvol te zijn]
- Inkopersklimaat [b.v. handelsondernemingen]
- Modeklimaat [b.v. modebranche]
- Ingenieursklimaat [b.v. electriciteitscentrale]
- Serviceklimaat [banken, ziekenhuizen]
Internationale cultuurdimensiesGeert Hofstede
Power Distance Index (PDI)Individualism (IDV)Masculinity (MAS)Uncertainty Avoidance Index (UAI)Long-Term Orientation (LTO)
Later toegevoegd 6e dimensie:Mate van overgeven aan genieten
Zie: www.geerthofstede.com
Internationale organisatiecultuurFons Trompenaars & Charles Hampden-Turner
Belangrijke dimensies [‘dilemma’s’]
• Beheersen wij de omgeving of beheerst de omgeving ons?
• Wat is belangrijker: regels of relaties?
• Is falen de verantwoordelijkheid van een individu of van een team?
• Hoeveel identificeren wij ons met onze fouten?
• Ontlenen wij onze status aan prestatie of aan positie?
Cultuur Impact MatrixWendy Hall, 1995
Hoog Laag
Gemiddeld Laag/afwezig
Hoog Laag
Veel
Wein
ig
InterdependentieMate van invloed van het werk van mdw A op werk mdw B
Int
era
ctie
Aan
talco
ntac
ten
tuss
en
de m
edew
erk
ers
OrganiserenManagementmethoden
Improviseren Programma Project Proces[niet-routinematig]b.v. veranderproces
Proces[routinematig]b.v. bedrijfsproces
Tijdshorizon ‘Het begint als het is begonnen en het is klaar als het er is’
Tijdelijk, stopt zodra mogelijk en nodig
Einde tevoren [met bepaalde marge] bepaald
Tijdelijk, met een niette voorspellen einde
Einde tevoren bepaald
Gericht op Best haalbareonvoorspelbare, resultaat
Vooraf bepaalde doelen Vooraf bepaald resultaat
[On]mogelijke volgendestap
Input, Throughput, Output
Besluitvorming Ad hoc Op bepaalde tijden op basis vanprogrammaplan
Per projectfase gebaseerd opbeslisdocumenten
Ad hoc; zodra mogelijk Op basis van uitkomstenvan metingen
Aanpak Experimenteren Geplande en coherenteinspanningen
Gefaseerd in concrete, logische stappen
Alleen de huidige stapvoorzien
Routinematige herhaling[‘Steady State’]
Uitkomst Onbekend; ‘we zien wel waar we uitkomen’
Uniek, coherent, dynamisch,gewild
Uniek, eenmalig, complex,gewild
Afhankelijk, onzeker, misschien
Zeker, binnenvastgelegde normen
Samenwerken ‘Twee weten meerdan één’
We willen er samen naar streven
We moeten het samen maken
We weten nog niet of we samen iets willen
Proces is leidend
Managen Ad hoc; situationeel
Sturing op THEFD-factoren
Beheersing van GOKIT-factoren
m.b.v. faciliteren en blokkeren
Procesbeschrijvingen[IDEF, flow charts]
Tempo, Haalbaarheid, Efficiëntie, Flexibiliteit,
Doelgerichtheid
Geld, Organisatie, Kwaliteit, Informatie,
Tijd
NetwerkplanningRelatiediagram + Kritieke pad [A-D-G]
1
2
3
6
4 5A
D
G
B E
F
C
6
5
3
4
2 2
1
.
Visgraat-diagramIshikawa
Machines Processen Mensen
Materialen Werkomgeving Management
Oorzaken Gevolg/Effect
Probleem
SERVQUAL‘Klovenmodel’ - Parasuraman, Zeithaml & Berry, 1988
Verwachte dienst
Klant
Organisatie
Kloof 5
Kloof 3
Kloof 2
Kloof 4
Kloof 1geen juiste vertaling
van de gebruikersverwachtingen
Waarneming van verwachting van de klant
Externe communicatie sluit niet aan bij werkelijkheid
Kloof 2geen juiste vertaalslag
naar de regels en richtlijnen
Kloof 3geen juiste vertaalslag naar uitvoerende taken
Kloof 5verschil tussen verwachte
en ervaren kwaliteit van een dienst bij gebruikers op basis van communicatie
door de verlener van de dienst
Vertaling van waarnemingin het ontwerp van de dienst
Informatie naar klant
Ervaring uit verledenPersoonlijke behoeftenMond-tot-mond reclame
Ervaren dienst
Feitelijke uitvoeringvan de dienst
Financieel perspectief
Leren & Groeien perspectief
Time to market
Productinnovaties
Opleidingen mdw’s
Klanten perspectief
8
0
0
Interne processen perspectief
Klantloyaliteit
NPS
Aantal klachten
€ Omzet
Personeelskosten
Materiaalkosten
Doorlooptijd
Procestijd
Beschikbaarheid
Balanced Score Card (BSC)Robert S. Kaplan & David P. Norton, 1996
Wat is het oordeel van onze aandeelhouders?
Waar moeten we goed in zijn?
Hoe blijven we bij de tijd?
Hoe zien onze klanten ons?
8
0
0
Maatstaf Norm Score Trend
+0
+
Actie
Maatstaf Norm Score Trend Actie
Maatstaf Norm Score Trend Actie
Maatstaf Norm Score Trend Actie
0
0
0
0
0
0
+-0
0
0
0
0
0
0
+0
0
0
0
0
0
0
0
--0
Consolideren
Vlootschouw
Bezuinigen
Consolideren
Actie R&D
Actie HRM
Intro Lean
Intro Lean
Onderzoek
Consolideren
Onderzoek
Consolideren
ArbeidsverdelingProf. Dr. H.J.Kruisinga, 1956
Horizontaal Verticaal
Afdelingsvorming Bevelsverhoudingen[hiërarchie]
Horizontaal Verticaal
Functionalisatie[functievorming]
Verticaledifferentiatie
Horizontaledifferentiatie
[Interne]specialisatie
-> F(unctionele) indeling -> P(roduct) -, -> M(arkt) – of -> G(eografische) indeling
Relaties
• Lijnrelatie of hiërarchische relatie
• Stafrelatie
– Generalistische staf: beschikt over een brede kennis van bepaalde gebieden en geeft de manager complete adviezen over wat te beslissen of hoe te handelen
– Specialistische staf: geeft de manager advies op een specifiek kennisgebied zoals recht, marktonderzoek of economie
– Persoonlijke staf of personal assistent (PA): zorgt voor het stroomlijnen van het werk van de manager, zoals maken van afspraken en plannen van reizen
• Functionele relatie [zie ook: achtbazenstelsel van Taylor] (= hulpdienst)– Functionele bevoegdheden om op een beperkt gebied aan medewerkers opdrachten te geven
– Bevoegdheden om te bepalen hoe een opdracht moet worden uitgevoerd, b.v. kwaliteitszorg
• Laterale relatie– Een laterale relatie is een overlegrelatie tussen functionarissen op hetzelfde niveau in de
organisatie
• Diagonale relatie– Een diagonale relatie is ook een overlegrelatie, maar dan tussen functionarissen van verschillende
afdelingen op verschillende niveaus in de organisatie
Bevoegdheden
Centralisatie & decentralisatie:
• Centralisatie: topleiding neemt alle belangrijke beslissingen zelf
• Decentralisatie: veel beslissingen worden op lagere niveaus genomen
• Spreiding: manier waarop beslissingsbevoegdheden zijn gespreid, is van grote invloed op het functioneren van een organisatie
• Mate van centralisatie en decentralisatie is van invloed op de snelheid waarmee beslissingen worden genomen
De volgende factoren spelen een rol bij de mate van centralisatie of decentralisatie binnen een organisatie:
• Groei in omvang van de organisatie
• Groei in complexiteit van de organisatie
• Mate van veranderlijkheid in de externe omgeving
• Mate van geografische spreiding
• Snelheid van de communicatiemogelijkheden
• Bekwaamheid van individuele managers
• Managementfilosofie of mensbeeld van het topmanagement
SamenhangJames David Thompson, 1967
1. Gepoolde (indirecte) samenhang: afdelingen zijn niet op elkaar gericht, maar alleen op het management daarboven
2. Sequentiële of volgtijdelijke samenhang: tussen afdelingen die elkaar opvolgen in de verschillende fasen van het productieproces.
3. Reciproque of wederkerige samenhang: niet alleen sequentiële samenhang; volgende afdeling beïnvloedt ook het werk in de vorige afdeling
Samenhang & Coördinatievoorzieningen
Soort samenhang
Coö
rdin
atie
voor
zieni
ng
Gepoold Sequentieel Reciproque
complex
planning
elementair
elementair elementair elementair
planning planning
complex
Configuraties‘Structure in Fives’ - Henry Mintzberg, 1992
Technischestaf
Technostructure
Ondersteunendestaf
Support staffMidden niveauMiddle line
Uitvoerende kernOperating core
Cultuur
Strategische topStrategic apex
1. Uitvoerende kern2. Strategische top3. Middenniveau4. Technische staf5. Ondersteunende staf
1. Onderlinge afstemming2. Rechtstreeks toezicht3. Standaardisatie werkzaamheden4. Standaardisatie resultaten5. Standaardisatie competenties6. Standaardisatie normen
1. Functiespecificatie2. Omvang van afdelingen3. Centralisatie/Decentralisatie4. Formalisering van gedrag
1. Technische systeem van de organisatie2. Omgevingsinvloeden3. Leeftijd & omvang van de organisatie
Configuraties‘Structure in Fives’ - Henry Mintzberg, 1992
.
Strategische types Raymond Miles & Charles Snow
Technisch
probleem
Administratief
probleem
Ondernemers
probleem
Volwassen bedrijf in een volgroeide industrie die het marktaandeel probeert te behouden door:•Efficiënte productie•Sterke controlemechanismen•Continuïteit•Betrouwbaarheid
Bedrijf met weinig controle op externe omgeving, mist bekwaamheid om hoofd te bieden aan externe concurrentie, mist effectieve controlemechanismen.(Veelal) geen strategie, ontwerp of structuur
Bedrijf dat weinig bovenmatige risico’s neemt, maar uitblinkt in de levering van producten & diensten. Beperkte reeks producten. Marktaandeel vergroten door andere aanbieders in kwaliteit te overtreffen
Bedrijf dat marktaandeel probeert te verwerven of te behouden door exploitatie van kansen en ontwikkeling van nieuwe producten door:•Goede marketing•Sterke R&D•Productvernieuwing
Hoe wordt de oplossing voor het ondernemersprobleem geïmplementeerd?
Hoe moet het bedrijf het marktaandeel managen?
Hoe moet het bedrijf zichzelf structureren om oplossingen voor de implementatie voor de andere problemen te managen?