Wat is de maatschappelijke functie en inbedding van het onderwijs?
Magazine ‘Vooroordelen elektronische uitwisseling ...aan de structurele inbedding van technologie...
Transcript of Magazine ‘Vooroordelen elektronische uitwisseling ...aan de structurele inbedding van technologie...
‘Vooroordelen elektronische uitwisseling patiëntgegevens achterhaald’
Magazine over innovatie en ICT in de zorg Jaargang 2 • Nr. 1 • www.digitalezorg.nl
Magazine
‘Wearables zorgen voor een revolutie in de zorg’
‘Digitale microscopen ondersteunen innovaties’
Beursspecial Zorg & ICT
nr. 1 / 2015 3
BEST
BUSINES
S
CASE PRIVA
TE
SECTO
R • BES
T BUSI-
NESS C
ASE PUBLIC
SECTO
R •
BEST CLO
UD START-U
P • BES
T CLOUD
PRODUCT • BES
T BUSINES
S CASE
PRIVATE
SECTO
R • BES
T BUSINES
S CASE
PUBLIC SE
CTOR •
BEST CLO
UD START-U
P • BES
T CLOUD PRODUCT • B
EST
BUSINES
S CASE
PRIVATE S
ECTO
R • BES
T BUSINES
S CASE
PUBLIC
SECTO
R • BES
T CLOUD ST
ART-UP • B
EST CLO
UD PRODUCT • BES
T BUSI-
NESS C
ASE PRIVA
TE SEC
TOR • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PUBLIC
SECTO
R • BES
T CLOUD
START-U
P • BES
T CLOUD PRODUCT • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PRIVA
TE SEC
TOR • B
EST BUSI-
NESS C
ASE PUBLIC
SECTO
R • BES
T CLOUD ST
ART-UP • B
EST CLO
UD PRODUCT • BES
T BUSINES
S
CASE PRIVA
TE SEC
TOR • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PUBLIC
SECTO
R • BES
T CLOUD ST
ART-UP • B
EST CLO
UD
PRODUCT • BES
T BUSINES
S CASE
PRIVATE S
ECTO
R • BES
T BUSINES
S CASE
PUBLIC SE
CTOR • B
EST CLO
UD
START-U
P • BES
T CLOUD PRODUCT • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PRIVA
TE SEC
TOR • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PUBLIC
SECTO
R •
BEST CLO
UD START-U
P • BES
T CLOUD PRODUCT • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PRIVA
TE SEC
TOR • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PUBLIC
SEC-
TOR • B
EST CLO
UD START-U
P • BES
T CLOUD PRODUCT • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PRIVA
TE SEC
TOR • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PUBLIC
SEC-
TOR • B
EST CLO
UD START-U
P • BES
T CLOUD PRODUCT • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PRIVA
TE SEC
TOR • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PUBLIC
SECTO
R •
BEST CLO
UD START-U
P • BES
T CLOUD PRODUCT • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PRIVA
TE SEC
TOR • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PUBLIC
SECTO
R • BES
T
CLOUD ST
ART-UP • B
EST CLO
UD PRODUCT • BES
T BUSINES
S CASE
PRIVATE S
ECTO
R • BES
T BUSINES
S CASE
PUBLIC SE
CTOR • B
EST CLO
UD
START-U
P • BES
T CLOUD PRODUCT • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PRIVA
TE SEC
TOR • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PUBLIC
SECTO
R • BES
T CLOUD
START-U
P • BES
T CLOUD PRODUCT • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PRIVA
TE SEC
TOR • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PUBLIC
SECTO
R • BES
T
CLOUD ST
ART-UP • B
EST CLO
UD PRODUCT • BES
T BUSINES
S CASE
PRIVATE S
ECTO
R • BES
T BUSINES
S CASE
PUBLIC
SECTO
R • BES
T CLOUD ST
ART-UP • B
EST CLO
UD PRODUCT • BES
T BUSINES
S CASE
PRIVATE S
ECTO
R • BES
T
BUSINES
S CASE
PUBLIC SE
CTOR • B
EST CLO
UD START-U
P • BES
T CLOUD PRODUCT • B
EST BUSIN
ESS
CASE PRIVA
TE SEC
TOR • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PUBLIC
SECTO
R • BES
T CLOUD ST
ART-UP • B
EST
CLOUD PRODUCT • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PRIVA
TE SEC
TOR • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PU-
BLIC SE
CTOR • B
EST CLO
UD START-U
P • BES
T CLOUD PRODUCT • B
EST BUSIN
ESS
CASE PRIVA
TE SEC
TOR • B
EST BUSIN
ESS C
ASE PUBLIC
SECTO
R • BES
T
CLOUD ST
ART-UP • B
EST CLO
UD PRODUCT • BES
T BUSINES
S CASE
PRIVATE S
ECTO
R • BES
T BUSINES
S CASE
PUBLIC SE
CTOR
• BES
T CLOUD ST
ART-UP • B
EST CLO
UD PRODUCT
• BES
T BUSINES
S CASE
PRIVATE S
ECTO
R •
BEST BUSIN
ESS C
ASE PUBLIC
SEC-
TOR • B
EST CLO
UD START
2015!
SCHRIJF NU IN VOOR DE EUROCLOUD NEDERLAND AWARDS
Ook dit jaar reikt EuroCloud NL in samenwerking met CloudWorks de EuroCloud Nederland Awards uit. Sponsors zijn EMC en VMware. Noteer alvast 18 juni in uw agenda.
Categorieën • Best Business Case Private sector• Best Business Case Public sector• Best Cloud Start-up• Best Cloud Product
De winnaars dingen ook deze keer weer mee naar de EuroCloud Europe Awards in september
Kijk op www.eurocloudnl.eu voor meer informatie
Voorwoord
Colofon
Veel zorgen om ICT?
De laatste tijd is er weer veel te doen om ICT en tech- nologie in de zorg. Salesforce meldt dat technologie onvoldoende is ingezet in de zorg. De ICT-kosten per ziekenhuismedewerker blijven maar stijgen door de digitalisering. En de transitie van zorg naar de gemeenten mist de mogelijkheden van eHealth.
Maar is het ook inderdaad zo slecht gesteld met de opkomst van technologie in de zorg? Er zijn tal van veel-belovende initiatieven: er is aandacht voor technologie in de zorg binnen het onderwijs, startups krijgen ruimte en kansen van de instellingen en beleidsmakers en nieuwe samenwerkingen krijgen vorm om ecosystemen in te richten. Stuk voor stuk ontwikkelingen die meebouwen aan de structurele inbedding van technologie in de zorg. En dat daarbij soms de kost voor de baat uitgaat…
Tijdens de Zorg&ICT-beurs die van 18 tot en met 20 maart in Utrecht plaatsvindt, zullen veel organisaties weer hun bijdrage aan deze inbedding laten zien. Nieuwe producten en diensten, echte innovaties, startups, Young Professionals en vooral veel netwerken en kennis delen. Meer dan 150 deelnemers zullen u ontvangen en praten u graag bij. Ook wij dragen bij door het vormgeven van het
Young Professional-programma en de EU eHealth-succes-verhalen in de Zorgacademie. Kortom, genoeg reden om u aan te melden.
Tot ziens in Utrecht!
Paul PelsmaekerHoofdredacteur en voorzitter Stichting Digitalezorg.nl
Digitalezorg.nl Magazine verschijnt 5 maal per jaar
in een oplage van 3.000 ex. Het magazine biedt interviews, praktijkverhalen en achtergronden over ICT in de zorg en zorg-innovatie in de breedste zin van het woord. Speciaal geschre-ven voor bestuurders en zorgprofessionals in het algemeen en ICT-professionals binnen het zorgdomein in het bijzonder.
Toezending van Digitalezorg.nl Magazine vindt plaats op basis van abonnementen en controlled circulation. Vraag uw abonnement aan via [email protected].
UitgeverJos Raaphorst06 - 34 73 54 [email protected]
HoofdredacteurPaul Pelsmaeker06 - 10 60 96 [email protected]
Advertentie-exploitatieFred Biloen06 - 21 22 07 [email protected]
RedactieRobbert Hoeffnagel06 - 51 28 20 [email protected]
Eindredactie/trafficAb [email protected]
VormgevingStudio Kees-Jan Smit BNO
DrukGrafia Media Groep
Digitalezorg.nl Magazine is een uitgave vanStichting Digitalezorg.nlPostbus 3763400 AJ IJsselstein
FenceWorksBeatrixstraat 22712 CK Zoetermeer
Het kopiëren of overnemen van artikelen, geheel of gedeeltelijk, is uitsluitend toe-gestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever. © Copyright 2015 Stichting Digitalezorg.nl en Uitgeverij FenceWorks
4 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 5
Inhoud Inhoud
6 Kort nieuws 11 Spoedartsen massaal over op mobiele communicatie 12 Location based services bieden zorg ongekende mogelijkheden 20 ‘Digitale microscopen ondersteunen innovaties’ 21 Beursspecial Zorg & ICT 34 Zorg moet investeren in modern datacenter 42 ‘Vooroordelen elektronische uitwisseling patiëntgegevens zijn achterhaald’ 44 Zorginstelling TriviumLindenhof kiest voor WhatsUp 48 ‘Alles draait om betrouwbaarheid’ 50 Gezondheidszorg heeft baat bij videosamenwerking
Traditionele IT-systemen kunnen de dagelijkse operatie van een ziekenhuis danig in de weg zitten. Zo ook bij het Meander Medisch Centrum (MeanderMC). Teneinde twee oudere loca-ties te consolideren is inmiddels een geheel nieuw ziekenhuis gebouwd in Amersfoort. De bouw werd aangegrepen om ook de IT-infrastructuur ingrijpend te vernieuwen, waardoor medewer-kers veel sneller en gemakkelijker dan voorheen kunnen werken met IT-applicaties en zorginformatie.
De Amerikaanse kankerbestrijdingsorganisatie ASCO gaat sa-menwerken met SAP in de strijd tegen kanker. Het resultaat is ASCO’s CancerLinQ, een big-datasysteem dat allerlei gegevens van kankerpatiënten wereldwijd verzamelt en daaruit inzichten voor onder andere de juiste behandelmethoden destilleert.
Dat cyber security volop in de belangstelling staat bleek recent tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van het World Economic Forum in Davos in januari 2015. Daar werd uitgebreid over dit onder-werp gesproken. Ook op Europees niveau staat cyber security in het middelpunt van de belangstelling en wordt er aan nieuwe regelgeving gewerkt. Tegelijkertijd bestaat er op dit moment geen specifieke regelgeving die de weerbaarheid van medische hulpmiddelen tegen cyberaanvallen versterkt. Hoe zit het met de beveiliging van medische hulpmiddelen?
“Er zijn stappentellers, hartslagmeters, bloeddrukmeters, fitness trackers en nog een heleboel andere draagbare apparaatjes die bepaalde lichaamwaardes meten. De aantallen en soorten zoge-heten wearables groeien explosief: de verwachting van ICT-on-derzoeksbureau Gartner is dat er volgend jaar zo’n 100 miljoen in omloop zijn, inclusief de smart watches. Tot nu worden die apparaten vooral recreatief gebruikt, voor sport, fitness of dieet. Maar ik voorzie dat deze wearables voor een revolutie in de ge-zondheidszorg gaan zorgen.”
Aan het registreren van patiëntgegevens is de zorgverlener soms veel tijd kwijt. Voor artsen-microbioloog is daarvoor het softwareproduct MICORE ontwikkeld. Naast ondersteuning van het consultatieve werk van de medische specialist, maakt de software geautomatiseerde registratie van ziekenhuisinfecties mogelijk.
8 ‘Zorgsector maakt onvoldoende gebruik van moderne technologie’ 46 ASCO en SAP samen in medisch onderzoek
14 Medische hulpmiddelen en cyber security - de stand van zaken
40 ‘Wearables zorgen voor een revolutie in de zorg’
En verder
Agenda
18 Dreigende bacteriënresistentie vraagt om IT voor
consultregistratie
Datum Evenement Plaats Website
18-20/03/15 Zorg & ICT / Zorg Totaal 2015 Utrecht www.zorg-en-ict.nl
12-16/04/15 HIMSS ‘15 Chicago Chicago www.himss.eu/secure-place-chicago
22/04/15 Med-e-Tel 2015 Luxemburg www.medetel.eu
11-12/05/15 eHealthWeek 2015 Riga www.worldofhealthit.org
18-20/05/15 Health 2.0 EU Barcelona www.health2con.com/events/conferences/spring-fling-barcelona-2015/
22/05/15 Supporting Health by Technology VI Enschede www.utwente.nl/supporting-ehealth/
27-29/05/15 MIE2015 Madrid www.mie2015.es
18/06/15 6e congres ‘Architectuur in de zorg’ Bussum www.zorginformatiearchitectuur.nl/web/
08/10/15 Mobile Healthcare Zeist www.mobilehealthcare.nl
6 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 7
Menzis geeft NextGen Ventures extra slagkracht op weg naar duurzame gezondheidszorg
NextGen Ventures heeft haar fondsvermogen verhoogd naar €12 miljoen dankzij de participatie van zorgverzeke-raar Menzis. NextGen Ventures is een gezamenlijk initiatief van Stichting Triade (gelieerd aan het Universitair Medisch Centrum Groningen), Noaber Ventures en DFZ Participaties (gelieerd aan De Friesland Zorgverzekeraar) en richt zich met haar investeringen op innovaties binnen de zorg. De participatie van zorgverzekeraar Menzis verhoogt de slag-kracht van het fonds en brengt daarmee innovaties voor een betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg dichterbij.
Focus van het fondsDe gezondheidssector staat onder druk en de zorgkosten blijven stijgen. NextGen is opgericht om slimme innovaties te ondersteunen die de zorgsector duurzamer maken en
de kwaliteit van gezondheidszorg verbeteren. De focus van het fonds ligt op preventie, vroegdiagnose en zelfstandig-heid (zelfmanagement, langer thuis wonen). Daarbij kijkt het fonds momenteel naar ontwikkelingen op het gebied van: e-health, domotica, serious games en devices.
Gezamenlijke doelstellingenGoede zorg voor iedereen, dat is ook het uitgangspunt van Menzis. Daarom zet zij zich met zorgaanbieders, patiëntenorganisaties en andere partijen actief in om goede zorg ook in de toekomst voor iedereen bereikbaar en betaalbaar te houden. NextGen Ventures en Menzis hebben elkaar in hun doelstellingen gevonden en zullen in de toekomst van elkaars netwerk gebruik gaan maken om deze doelen te realiseren.
Kort nieuws Opschaling van digitaal gezondheidsportaal voor burgers in regio Utrecht
Het gezondheidsportaal PAZIO, dat zorgt voor digitaal contact tussen patiënten en zorgverleners, gaat opscha-len in de regio Utrecht. PAZIO heeft al een stevige basis in de eerstelijnszorg in de regio Utrecht. Door opschaling in deze regio naar meer eerstelijnspraktijken en het sociaal domein ontstaat een regionale zorginfrastructuur die de zorg in brede zin digitaal ontsluit voor burgers. ZonMw herkent deze opschalingspotentie en de meerwaarde daar-van voor de zorg. Ze ondersteunt deze opschaling in het kader van haar programma ‘De Zorg Ontzorgd met ICT’.
Focus op ouderenMensen worden steeds ouder en hebben een langere pe-riode zorg en ondersteuning nodig. Om die zorg toegan-kelijk te houden en de zelfredzaamheid van burgers te ondersteunen, is digitale toegang tot zorg essentieel. Bij de opschaling van PAZIO ligt de focus op het ondersteunen van ouderen. Allereerst worden de behoeften van oude-ren op het gebied van online zorg in kaart gebracht bij de
betrokken zorgorganisaties. Daarbij wordt gebruikgemaakt van de methode User Driven Innovation. Door middel van learning communities wordt op innovatieve wijze ken-nis gedeeld en gebruikt als feedback voor de opschaling. Belangrijk hierbij is de focus op de procesimplementatie: technisch is er al van alles mogelijk maar inbedding in de dagelijkse praktijk vergt inzet en energie.
Krachten gebundeldDe opschaling van PAZIO wordt gerealiseerd door een con-sortium van partijen. Door samenwerking in een consor-tium worden de krachten gebundeld, daarmee borgen we de continuïteit van het opschalingsproces. Het consortium onder leiding van zorginnovatienetwerk VitaValley bestaat vooralsnog uit PAZIO, PAZIO Patiëntenpanel, UMC Utrecht, Gezondheidscentrum Maarssenbroek (GCM), U-zorg, Saltro en Economic Board Utrecht (EBU). Het initiatief is daarmee verzekerd van een belangrijke basis voor succes: betrok-kenheid van alle relevante stakeholders.
Een aan de Universiteit Utrecht ontwikkelde ‘serious game’ helpt zorgprofessionals effectiever te communiceren met mensen met complexe problemen. Hierdoor kunnen patiënten beter geholpen worden. Dit blijkt uit ervaringen van professionals uit enkele Utrechtse wijken. Uniek aan de game is dat de ‘virtuele patiënt’ ook emoties toont. Victor Everhardt, wethouder Volksgezondheid van de gemeente Utrecht, en Anton Pijpers, vice-voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Utrecht, tekenden dinsdag 3 februari een overeenkomst voor de verdere ontwikkeling van de game. Met de serious game ‘De Virtuele Patiënt’
oefenen zorgprofessionals gesprekken met mensen die bovengemiddeld last hebben van meerdere en complexe problemen. In de Utrechtse wijk Overvecht is hiervoor met succes een nieuwe aanpak ontwikkeld. Belangrijk onder-deel van de aanpak is het op een andere manier voeren van persoonlijke gesprekken. “De Virtuele Patiënt helpt om een gesprek zo te sturen dat je samen de lichamelijke, geeste-lijke, maatschappelijke en sociale problemen ontwart. De patiënt kan daardoor een effectievere behandeling krijgen”, aldus Ruth Lenstra, praktijkondersteuner van huisartsen-praktijk De Dame en Gezondheidscentrum Ondiep.
Effectievere communicatie door oefenen met ‘virtuele patiënt’
Technologie onvoldoende ingezet in gezondheidszorg
Salesforce, het Customer Success Platform en ’s werelds meest gebruikte CRM-applicatie, publiceert het rapport ‘2015 State of the Connected Patient’. Uit dit Amerikaanse onderzoek - onder ruim 2000 volwassenen met een zorg-verzekering - blijkt dat moderne technologie nog onvol-doende wordt ingezet ter verbetering van het zorgaanbod. Terwijl met name de zogeheten Generatie Y (tussen de 18 en 34 jaar) juist behoefte zegt te hebben aan de inzet van tech-nologische middelen, zoals apps, tele-zorg en wearables.
Uit het rapport ‘2015 State of the Connected Patient’ blijkt dat slechts 10% van de ondervraagde personen gebruikmaakt van internet, e-mail of tekstberichten om een afspraak met een arts of andere zorgaanbieder te maken. Slechts 40% heeft contact over preventieve zorg, zoals het monitoren van beweeggedrag of het uitvoeren van gezondheidschecks. Hier liggen zeker kansen, omdat de Generatie Y juist behoefte heeft aan communiceren via moderne technologieën.
8 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 9
Xxx
Nieuwbouw en samenvoeging van bestaande faciliteiten
is vaak een goed moment om ook problemen in de IT-
infrastructuur aan te pakken. Voorafgaand aan de bouw
van het nieuwe ziekenhuis in Amersfoort had MeanderMC
dan ook de investeringen in technologie stopgezet. Tegen
de tijd dat de bouw daadwerkelijk een aanvang nam, was
de behoefte van het ziekenhuis aan een upgrade van zijn
IT-infrastructuur er zeker niet minder op geworden. Deze
behoefte betrof met name ook de virtualisatie van IT-ap-
plicaties. De vitualisatielaag ondersteunde op dat moment
ongeveer 1500 desktops via Citrix XenApp, samen met een
traditioneel Windows PC-park van ongeveer 500 machines.
TwEE DATAcEnTERs Het systeem voor de applicatie-virtualisatie was beschikbaar
vanuit twee datacenters. Hier stonden meer dan tweehon-
derd fysieke servers en eenzelfde aantal virtuele machines
opgesteld. Het beheer van al deze systemen was geregeld via
hypervisors en vCenter 4 beheersoftware van VMware.
“Het Citrix XenApp 32-bit platform was aan het einde van
de levenscyclus en de XenApp-ondersteuning voor me-
dische applicaties was beperkt”, vertelt Paul Bauwens,
informatie- en communicatietechnologie-architect van
MeanderMC. “Onze uitdaging was het bouwen van een
nieuwe desktop-infrastructuur die een betere basis kon
bieden voor het gecentraliseerd ter beschikking stellen
van applicaties. En die tevens e en betere ondersteuning
voor medische applicaties kon bieden. Daarnaast wilden
we het aantal lokaal geïnstalleerde en gespecialiseerde pc’s
verminderen.”
Met de overstap op een nieuwe zogeheten’ virtual desktop
infrastructure’ (VDI) verwachtte het ziekenhuis een aan-
tal organisatiedoelstellingen te kunnen realiseren. Denk
aan verbeterde diagnostiek, een hogere productiviteit,
een grotere tevredenheid van de werknemers, een betere
patiënt-ervaring, goed beveiligde patiëntinformatie en
lagere zorgkosten.
Tegelijkertijd had het ziekenhuis plannen om een aantal
moderniseringen van het datacenter door te voeren om de
eigendomskosten (TCO, total cost of ownership) van het
center te verlagen, de beheerlasten te verlagen en betere
mogelijkheden te creëren voor mobiel werken. Daarmee
moesten ook de prestaties, het serviceniveau en de busi-
ness continuity op een hoger peil komen.
TcO-sTUDiEMeanderMC heeft een TCO-studie uitgevoerd. Deze toonde
aan dat upgraden van XenApp naar Citrix XenDesktop
weliswaar marginaal duurder zou zijn dan het bestaande
systeem, maar tegelijkertijd additionele voordelen zou
bieden. En dan met name vanwege de goede ondersteuning
van een VDI-omgeving. Na een evaluatie van een half jaar
koos MeanderMC voor de implementatie van XenDesktop
op Cisco Unified Computing System (UCS) blade server.
Hierbij werd bovendien gekozen voor gebruik van een zo-
geheten FlexPod. Dit is een door Cisco en opslagspecialist
NetApp ontwikkelde oplossing voor computing, networ-
king en storage.
Een belangrijk punt hierbij is de keuze voor Cisco UCS.
Deze is met name ingegeven door de synergie die hiermee
ontstaat tussen IT-omgeving en het netwerk. Daarnaast
verwachtten de betrokken IT-specialisten hiermee een
redelijk eenvoudige implementatie en configuratie tot
stand te kunnen brengen. Bovendien sluit deze manier van
werken goed aan op andere oplossingen die reeds in ge-
bruik zijn, zoals VMware voor virtualisatie van applicaties.
VERVERsinG“Het komt in feite neer op een volledige verversing van
het datacenter”, zegt Bauwens, “Dat was ook haalbaar om-
dat onze oude informatie- en communicatie-apparatuur
economisch aan het einde van haar levensduur was. We
hebben daarom onze verouderde server blades uitge-
faseerd. Het nieuwe datacenter omvat twee geografisch
gescheiden locaties. Daarmee bereiken we een volledige
redundantie van de softwarediensten en een gedeelte-
lijke redundantie voor VDI. MeanderMC kan de operaties
vanuit een van de twee sites blijven verzorgen - ook als
de ander uitvalt.”
Naast VDI ondersteunt het UCS-platform alle bedrijfs-
kritische applicaties. Denk aan het patiënt-monitoring-
systeem van Philips, evenals de elektronische patiënt-
gegevens. Het enige dat hierin niet is opgenomen, is het
zogeheten ‘picture archiving and communications system’
(PACS). Dit draait op een afzonderlijke storage-oplossing.
De nieuwe aanpak zorgt ervoor dat het ziekenhuis VDI kan
opschalen zonder dat het nodig is om veel opslagcapaci-
teit toe te voegen.
Praktijk
iT-inFRAsTRUcTUUR inGRijpEnD VERniEUwD
‘ Zorgsector maakt onvoldoende gebruik van moderne technologie’
Traditionele iT-systemen kunnen de dagelijkse operatie van een ziekenhuis danig in de weg zitten. Zo ook bij het Meander Medisch centrum (MeanderMc), een van de grotere regionale ziekenhuizen van ons land. Het telt 3300 mede-werkers en meer dan 580 bedden, verspreid over drie locaties, plus een aantal zorglocaties in regionale centra. Het medisch centrum is tot stand gekomen door een fusie van enkele kleinere ziekenhuizen. Teneinde twee oudere locaties te consolideren is inmiddels een geheel nieuw ziekenhuis gebouwd in Amersfoort. De bouw werd aangegrepen om ook de iT-infrastructuur ingrijpend te vernieu-wen, waardoor medewerkers veel sneller en gemakkelijker dan voorheen kunnen werken met iT-applicaties en zorginformatie.
‘Onze uitdaging was het bouwen van
een nieuwe desktop-infrastructuur
die een betere basis kon bieden voor
het gecentraliseerd ter beschikking
stellen van applicaties’
10 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 11
NieuwsMAppEn“We hebben de I/O load van VDI gemapt op het grote
geheugen van de Cisco UCS blades, waardoor we een zeer
goede schaalbaarheid en goede CPU-prestaties voor de
virtuele desktops hebben gerealiseerd”, zegt Bauwens. “We
mikken op verticale schaalbaarheid, in termen van CPU en
I/O resources per virtuele machine, en horizontale schaal-
baarheid door load balancing, of door het aantal parallelle
virtuele servers te vergroten.”
Een voorbeeld van de nieuwe flexibiliteit is dat het zieken-
huis speciaal geconfigureerde blades heeft aangeschaft met
CPU’s die over minder, maar wel snellere cores beschikken.
Met deze benadering heeft het ziekenhuis licentiebeper-
kingen van de Oracle database kunnen oplossen. Boven-
dien kunnen nu UCS service profielen worden gebruikt om
gemakkelijk en snel blades in te zetten voor ondersteuning
van applicaties, of voor ondersteuning van VDI.
REsUlTATEnDe medische en ondersteunende teams hebben nu sneller
toegang tot informatie en zorgdiensten. De prestaties van
de applicaties zijn volgens het ziekenhuis met tweehon-
derd procent verbeterd. De nieuwe hardware ondersteunt
1500 gelijktijdige VDI-sessies, op basis van Windows 7
32-bit pc’s met Citrix Receiver en Imprivata software voor
eenmalig inloggen. Doordat er geen informatie meer op de
lokale harde schijven van de pc’s staat, kan MeanderMC
nu een betere informatiebeveiliging realiseren. De benut-
tingsgraad van de servers is met 40 procent toegenomen,
terwijl de opslagcapaciteit, het energieverbruik en de
koeling juist met hetzelfde percentage zijn afgenomen.
Dankzij UCS als het fundament voor VDI kan MeanderMC
nu nieuwe diensten vierhonderd procent sneller uitrollen,
schat men in.
Het dagelijkse IT-beheer is eveneens aanzienlijk vereen-
voudigd, zegt zegt Bauwens. Dat bespaart 75 procent tijd.
De business continuity en de time-to-recovery zijn met
hetzelfde percentage verbeterd. Het belangrijkste voor-
deel is het gecentraliseerde softwarebeheer. Het installe-
ren van een werkplek en de mogelijkheid om desktop-
sessies af te breken en elders - zelfs thuis - voort te
zetten, biedt de werknemers van het ziekenhuis de
broodnodige flexibiliteit.
MeanderMC is van plan om de VDI-implementatie uit
te breiden om 1800 gelijktijdige sessies te ondersteunen
en om Jabber, Cisco’s zakelijke instant messenger, te
implementeren. Verder kijkt het ziekenhuis naar inte-
gratie van technologieën voor social media, video-
communicatie, mobility, BYOD en CYOD (choose your
own device).
‘Het komt in feite neer op een
volledige verversing van het
datacenter’
”Met alle voorzieningen van mobiele informatieoverdracht
gaan de partijen in de keten van het zorgvervoer elkaar
vaker zien en spreken. Door die samenwerking ontstaan
win-win situaties”, aldus Joost Clijsen, directeur Dutch
Medical Group, waarvan Meditaxi een onderdeel is.
De op Schiphol gevestigde organisatie is met Broeder de
Vries tevens actief in nationaal en internationaal ambu-
lancevervoer. Clijsen heeft als ondernemer in het zorgver-
voer de opkomst van digitale hulpmiddelen van dichtbij
meegemaakt. Lag aanvankelijk de nadruk op ritregistraties
en voertuignavigatie, gaandeweg is ook de informatievoor-
ziening naar de spoedarts een belangrijke rol gaan spelen.
Een valbestendige laptop, geplaatst in een docking station
in de auto, stelt een arts in staat de informatie uit dossiers
te raadplegen alvorens bij het spoedgeval te arriveren.
Clijsen: ”We hebben veel ervaring met op de huisartsen-
posten gebruikte software als Call Manager en Protopics en
met navigatiesoftware van TomTom en CityGIS, alsmede
met het Mobitex draadloze radionetwerk van RAM Mobile
Data. Die afzonderlijke voorzieningen functioneren naar
behoren. Van onze klant in Doetinchem, maar ook van el-
ders uit de markt, horen we van CU-BOX positieve geluiden
als het gaat om het classificeren van de ritten, fijnmazige
rapportages, dynamisch spoedvervoer en storingsvrije
communicatie. Wij willen een bredere groep kennis laten
maken met het systeem. Daartoe hebben we CU-BOX inge-
bouwd in een spoedauto, die we eerst op proef laten rijden
bij één van onze klanten: de Regionale Huisartsenpost
Apeldoorn. Bij een groter aantal afnemers is het functie-
rijke systeem straks prijstechnisch in te passen binnen het
budget van de huisartsenposten.”
MinDER ADMinisTRATiE VOOR spOEDARTsCU-BOX bundelt alle informatie in de spoedauto’s van de
huisartsenpost; navigatiegegevens en ritinformatie voor
de chauffeur en medische gegevens voor de spoedarts. Het
concept is ooit door PK bedacht om een spoeddienst te laten
voldoen aan kwaliteitsindicatoren van de huisartsendien-
sten en de richtlijnen voor spoedvervoer. De gecertificeerde
zorgserviceprovider met vestigingen in Assen en Eindhoven
werkte destijds aan projecten rond het landelijk EPD/LSP
met onder meer de Ensemble technologie van InterSystems,
waarmee zich data van uiteenlopende applicaties met elkaar
laat koppelen. Daarnaast experimenteerde PK met innove-
rende mobiele communicatietechnieken. Die expertise zorgt
ervoor dat CU-BOX altijd en overal verbinding heeft, ook in
de grensstreken. Een huisartsenpost kan daardoor altijd zien
waar een auto zich bevindt en wat de status is.
Bij de huisartsendienst Drenthe, waar al langer 6 spoed-
auto’s met CU-BOX zijn uitgerust, roemt locatiemanager
Ronald Officier de administratieve ontlasting die het sys-
teem bewerkstelligt. ”Voorheen was een arts na een dienst
van 8 à 9 uur soms nog eens een uur extra tijd kwijt aan
het rapporteren. Hun verslagen maken ze nu tijdens de rit
naar de volgende visite. De uitwisseling van de gegevens
met de diverse dossiers verloopt digitaal en storingsvrij.”
MEDiTAxi nEEMT cU-BOx Op pROEF in spOEDAUTO VAn HUisARTsEnpOsTEn
Spoedartsen op grote schaal aan mobiele communicatie
De proefprojecten voor het cU-BOx platform voor mobiele berichten- uitwisseling bij de spoedartsendiensten gaan in omvang toenemen. Meditaxi, het bedrijf dat ongeveer 55% van de huisartsenposten voor- ziet van een spoedauto met chauffeur, is een samenwerking aangegaan met pK Automatisering, de ontwikkelaar van het systeem.
12 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 13
Misschien kent u het fenomeen ‘location based services’
nog wel van de ophef rond een aantal winkelbedrijven. Zo
kwam de Bas Group, eigenaar van onder andere Dixons,
vorig jaar negatief in het nieuws toen bleek dat de retail-
keten zijn klanten volgt met wifi-tracking. Het bedrijf had
verzuimd de bezoekers van zijn winkels van deze ontwik-
keling op de hoogte te stellen. Hierdoor hadden die niet
de mogelijkheid gekregen om - bijvoorbeeld - wifi op hun
smartphone uit te zetten en op die manier niet mee te
doen met deze vorm van het volgen van mensen.
ip-ADREsLocation based services kunnen voor tal van doeleinden
worden ingezet. In de zorg kunnen we onder andere den-
ken aan het volgen van mensen of goederen. Waar bevindt
zich een patiënt, een arts of een technisch medewerker die
support kan geven bij een storing in een apparaat of sys-
teem? Maar denk ook aan het volgen van goederen en me-
dische artikelen - van bedden tot mobiele meet- en analyse-
apparatuur. Daarnaast zijn ook veel toepassingen denkbaar
als het op de locatie afstemmen van apps op tablets. Of het
informeren van mensen die bepaalde locaties naderen.
Zoals vaker gebeurt bij dit soort innovatieve technieken
stuiten de initiatiefnemers al snel op het fenomeen ‘pri-
vacy’. In veel gevallen prikkelt de techniek echter dermate
de fantasie dat dit aspect nog wel eens over het hoofd
wordt gezien. Zo gaf Bas Group in een verklaring aan dat
het onderwerp privacy helemaal niet was opgekomen. Be-
langrijkste daarvoor was dat zij alleen de bewegingen van
MAC-adressen in kaart brachten. Niet ieder gegeven hoeft
immers te worden gekwalificeerd als persoonsgegeven,
daarvoor is het een vereiste dat het herleidbaar is tot een
individu.
Volgens privacy-toezichthouder CBP is daarentegen een
IP-adres voldoende om te individualiseren, to single out a
person, zoals het in wetteksten heet. Daardoor wordt een
IP-adres een persoonsgegeven zonder dat verdere gegevens
van de houder van het adres bekend zijn. Het argument is
dat met behulp van een IP-adres de houder ervan beïnvloed
kan worden met gerichte reclame of informatie. Van het
CBP moet het betreffende individu op de hoogte worden
gesteld en een aanbod krijgen zich hiervoor af te melden.
VisiTEKAARTjEHet is de vraag of wat voor IP-adressen geldt ook van
toepassing is op MAC-adressen. Een MAC-adres is immers
het unieke visitekaartje van een apparaat en niet van een
persoon. Een mobiele telefoon is echter meestal wel een
persoonsgebonden apparaat dat niet aan derden wordt
meegegeven. Door de verplaatsingen van een specifieke
telefoon in kaart te brengen, is te achterhalen waar de eige-
naar woont en werkt en kan met aanvullende informatie
zijn of haar identiteit worden vastgesteld.
De ervaringen van onder andere Bas Group leiden tot hel-
derheid over wat wel en niet kan. Het CBP stelt dat zodra
MAC-adressen worden opgeslagen de eigenaren van de
apparaten hierover moeten worden geïnformeerd. Zij moe-
ten bovendien tijdig de mogelijkheid krijgen hun wifi of
bluetooth uit te schakelen. Voor het meten van anonieme
klantgegevens over beweging of aanwezigheid hoeven de
MAC-adressen niet lang te worden bewaard. Als de gege-
vens daarna worden vernietigd, is er volgens het CBP niet
veel aan de hand.
pAssiVE VERsUs AcTiVE TRAcKinG “Je moet een onderscheid maken in passive en active
tracking bij LBS”, legt Spencer Hinzen, regional sales
director Southern Europe bij Ruckus Wireless, uit. Ruckus
Wireless is een leverancier van wifi-netwerken en LBS-
technologie. “Bij passive tracking vindt data-uitwisseling
plaats tussen het apparaat en het wifi-netwerk, zoals alle
wifi-apparaten normaal gesproken altijd al doen tijdens het
zoeken naar nieuwe draadloze netwerken in de omgeving.”
De exploitant - of dat nu een winkelketen is die klanten
ontvangt of een zorginstelling die patiënten en bezoekers
volgt - krijgt dan informatie over MAC-adressen, signaal-
sterktes en het type apparaat dat de klant gebruikt. De
enige wijze waarop de klant zich bij passive tracking kan
afmelden voor de dienst, is door wifi uit te zetten.
“Bij active tracking meldt de klant zich via een app of por-
tal aan bij het netwerk en is dus sprake van communicatie
in twee richtingen. Apps geven bij installatie aan welke
informatie van de gebruiker ze nodig hebben.”
Hoe lang de gegevens worden bewaard is volgens Hinzen
iets dat de netwerkbeheerder bepaalt. “Bij passive tracking
kunnen bij het bewaren van MAC-adressen privacy-issues
optreden. Bij active tracking kan een gebruiker aangeven
waaraan hij wel of niet wil meewerken. Dat kan de ontwik-
kelaar van de software in de app regelen.”
AnAlysEMOGElijKHEDEnLBS biedt ongekende mogelijkheden. Doordat met LBS
bewegingen nauwkeurig kunnen worden bijgehouden,
kunnen bedrijven op maat gesneden diensten opzetten.
De techniek biedt brede analysemogelijkheden op basis
van real-time of historische informatie op basis van loca-
ties. In de gezondheidszorg biedt LBS een brede variatie
aan toepassingsmogelijkheden zoals navigatie via mobiele
telefoons of tablets. Doordat LBS in feite een soort GPS
voor overkapte ruimten vormt, zijn ook tal van operatione-
le toepassingen denkbaar die gebruikt kunnen worden om
werkprocessen te optimaliseren of apparaten en systemen
te lokaliseren en te beheren.
spoT serviceSPoT Service van Ruckus Wireless helpt bezoekers of pa-tiënten in een overdekte omgeving met een wifi-netwerk bij hun zoektocht naar locaties of diensten. Ook kunnen alle apparaten en systemen die een wifi-signaal uitzen-den worden gevolgd. Een zogeheten ‘heat map’ geeft met stippen, kleurgebieden en grafieken in real-time een beeld van de positie van alle personen en apparaten. De software biedt mogelijkheden om gebieden met elkaar te vergelij-ken en om verkeerspatronen in verschillende zones tegen elkaar af te zetten. De real-time data kan tegelijkertijd worden vergeleken met historische data.
Technologie
Location based services biedenzorg ongekende mogelijkheden
in de gezondheidszorg bieden zogeheten ‘location based services’ (lBs) tal van toepassingsmogelijkheden. Denk aan navigatie binnen instellingen via mobiele telefoons of tablets. Ook kunnen patiënten op eenvoudige wijze gelokaliseerd worden. Maar wat is lBs nu precies? Hoe werkt het? En hoe zit het met de privacy-aspecten?
“je moet een onderscheid maken in passive en active tracking bij lBs”, legt spencer Hinzen, regional sales director southern Europe bij Ruckus wireless, uit.
14 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 15
Juridisch
In hoeverre zijn medische hulpmiddelen bestand tegen
cyberaanvallen? Welke regels zijn er binnen de Europese
Unie op het gebied van informatiebeveiliging in relatie tot
medische hulpmiddelen? We zien een groeiende noodzaak
voor cyber security. Wat kunnen fabrikanten van medische
hulpmiddelen nu al doen om de gebruiker van de hulpmid-
delen te beschermen tegen cybercriminaliteit? Deze vragen
zullen in dit artikel aan de orde komen. Maar we beginnen
met de beantwoording van een andere vraag.
RisicO’sHet toepassen van IT in (implanteerbare) medische hulp-
middelen is relatief nieuw. Het zal de patiënt veel goeds
brengen. Helaas liggen er echter ook cybercriminelen op de
loer. Waar zitten de risico’s?
Belangrijke vraag: is het mogelijk om patiënten met actieve
implanteerbare hulpmiddelen, zoals pacemakers, op deze
manier op afstand te ‘gijzelen’?
Ja en nee. Een medisch hulpmiddel kan geïnfecteerd raken
met ransomware en de patiënt zal misschien een bezoek
aan het ziekenhuis moeten brengen om van zijn cyberin-
fectie af te komen. In het ergste geval zal een implantaat
mogelijk operatief verwijderd moeten worden. Er is voor
cybercriminelen geen business model voor grootschalig
gebruik van ransomware in de context van medische hulp-
middelen. Aanvallen met ransomware zullen vooral heel
doelgericht en persoonlijk zijn.
In zijn algemeenheid vormt malware wél een bedreiging
voor de veiligheid van medische hulpmiddelen. Het hacken
en daadwerkelijk ontregelen van medische hulpmiddelen
vormt een grotere bedreiging voor de gezondheid van een
patiënt en het imago van de fabrikant en het ziekenhuis.
• Hacken
In november 2014 verscheen in de Britse pers een be-
richt dat terroristen pacemakers kunnen hacken zoals in
‘Homeland’. In deze tv-serie zagen we hoe terroristen het
serienummer van de pacemaker van de Amerikaanse vice-
president te pakken kregen en deze onklaar maakten. Het
verhaal gaat dat het idee voor dit scenario is opgekomen,
nadat de voormalige Amerikaanse vice-president Dick
Cheney in 2007 draadloze herprogrammering van zijn
geïmplanteerde defibrillator had uitgeschakeld - juist om
hacken te voorkomen.
Verder legde Barnaby Jack van McAfee in 2011 al een
ernstig probleem met de draadloze besturing van insuline-
pompen bloot. Tot een afstand van honderd meter kon de
pomp - in ieder geval in theorie - zodanig worden ontre-
geld dat het apparaat de patiënt een fatale dosis toedient.
Beveiligingsrisico’s negeren is voor geen enkel bedrijf een
optie. Gelukkig zien we dat bedrijven maatregelen nemen
zoals het gebruik van toegangspoorten, kluizen en authenti-
catie. Het cyberlandschap is echter voor veel bedrijven onbe-
kend terrein. Terwijl criminelen zich snel aanpassen en al
snel de kwetsbaarheden van een nieuwe technologie vinden,
lopen bedrijven en instellingen vaak achter de feiten aan.
REGElGEVinGMet welke regels op het gebied van cyber security hebben
we momenteel te maken als we naar medische hulpmidde-
len kijken? En welke regelgeving is er in voorbereiding?
• Richtlijn medische hulpmiddelen
Allereerst de wetgeving voor medische hulpmiddelen. In
bijlage I van de Europese Richtlijn medische hulpmiddelen
(Richtlijn 1993/42) zijn de essentiële eisen opgenomen
waaraan medische hulpmiddelen moeten voldoen. De
• Diefstal van data
De laatste jaren is diefstal van persoonsgegevens in de me-
dische sector toegenomen. Patiëntgegevens zijn geld waard.
• Malware
Daarnaast maken cybercriminelen steeds vaker gebruik
van malware zoals ‘ransomware’. Dit is software waarmee
belangrijke documenten ‘gegijzeld’ worden door deze te
versleutelen. Bestanden kunnen alleen nog worden inge-
zien door betaling van - zeg maar - ‘losgeld’ (‘ransom’).
Ze vragen enkele tientallen tot honderden euro’s en voor
grote bedrijven loopt het op tot duizenden euro’s. De cen-
trale vraag: is een bedrijf bereid om te betalen of kan men
zonder de foto’s of documenten?
fabrikant van een medisch hulpmiddel is verantwoordelijk
voor de naleving van deze eisen. In het licht van cyber
security springen de volgende twee eisen in het oog:
‘12.1 Hulpmiddelen met programmeerbare elektronische
systemen moeten zodanig zijn ontworpen dat herhaalbaar-
heid, betrouwbaarheid en prestatievermogen van deze sys-
temen overeenkomstig het beoogde gebruik, gewaarborgd
zijn. In geval van een eerste fouttoestand (in het systeem)
(‘single fault condition’) moeten er passende maatregelen
worden getroffen om de daaraan verbonden risico’s zoveel
mogelijk uit te schakelen of te verminderen.
12.1 bis In het geval van hulpmiddelen waarin software
is opgenomen of die op zichzelf medische software zijn,
moet de software met de meest geavanceerde methoden
worden gevalideerd, rekening houdend met de beginselen
van de ontwikkelingscyclus en van risicobeheer, validatie
en verificatie.’
Door implementatie van de geharmoniseerde standaard EN
62304 ‘software lifecycle processes’ kan voldaan worden
aan deze eisen. Staat er iets in deze standaard op het
gebied van cyber security? Ja, in artikel 3.22 vinden we de
volgende definitie van ‘security’:
‘Protection of information and data so that unauthorized
people or systems cannot read or modify them and so that
authorized persons or systems are not denied access to
them (ISO/IEC 12207:1995 definition 3.25)’
Deze standaard is sterk gericht op het beveiligen van
informatiesystemen zoals databanken van ziekenhuizen
waarin patiëntgegevens vastliggen. Verder treffen we de
volgende ‘security requirements’ aan voor standalone
software:
‘(…) Examples include:
- those related to the compromise of sensitive information,
- authentication,
- authorization,
- audit trail, and
- communication integrity’
De EN 62304-standaard verwijst verder naar EN
14971:2012 voor het toepassen van risicomanagement op
de beveiligingseisen. Deze standaard schrijft een proces
voor dat de fabrikant laat beredeneren aan welke risico’s
het hulpmiddel bloot staat en hoe die in het ontwerp ervan
geadresseerd zijn. In de wetgeving over medische hulp-
middelen is verder niets te vinden over cyber security. In
Amerika is de Food and Drug Administration (FDA) intus-
sen begonnen met het openbaar maken van richtlijnen
voor cyber security voor medische hulpmiddelen. Hierin is
een raamwerk opgenomen voor de ontwerpvereisten van
een hulpmiddel op het gebied van cyber security.
Medische hulpmiddelen en cyber security - de stand van zaken
Dat cyber security volop in de belangstelling staat bleek recent tijdens de jaarlijkse bijeen-komst van het world Economic Forum in Davos in januari 2015. Daar werd uitgebreid over dit onderwerp gesproken. Ook op Europees niveau staat cyber security in het middelpunt van de belangstelling en wordt er aan nieuwe regelgeving gewerkt. Tegelijkertijd bestaat er op dit moment geen specifieke regelgeving die de weerbaarheid van medische hulpmiddelen tegen cyberaanvallen versterkt. Hoe zit het met de beveiliging van medische hulpmiddelen?
Mike Lameree is cyber security consultant, Sofie van der Meulen is advocaat bij Axon advocaten
16 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 17
• FDA guidance
In oktober 2014 heeft de FDA het document ‘Content of
Premarket Submissions for Management of Cyber security
in Medical Devices’ gepubliceerd. In dit document is cyber
security als volgt gedefinieerd:
‘the process of preventing unauthorized access, modifica-
tion, misuse or denial of use, or the unauthorized use of
information that is stored, accessed, or transferred from a
medical device to an external recipient’.
Volgens de FDA moeten fabrikanten van medische hulp-
middelen maatregelen ontwikkelen om de cyber security
te handhaven en de functionaliteit en de veiligheid van de
medische hulpmiddelen te waarborgen. Om te bepalen welke
maatregelen genomen moeten worden, dienen fabrikanten
zich te laten leiden door de volgende security-functies: iden-
tificeren, beschermen, detecteren, reageren en herstellen.
In de praktijk zien we dat fabrikanten van medische hulp-
middelen hun eigen invulling geven aan cyber security.
Zij proberen de apparaten te beveiligen tegen ongeauto-
riseerd gebruik. Cyber security wordt doorgaans niet als
hoofdtaak van de fabrikant gezien en de beveiliging van
medische hulpmiddelen schiet daardoor al snel tekort.
Ook als een fabrikant denkt een medisch hulpmiddel goed
beveiligd te hebben, dan nog weet een hacker vaak relatief
eenvoudig zijn weg te vinden.
• Richtlijn bescherming persoonsgegevens
Europa kent op dit moment geen verordening of richtlijn
op het gebied van cyber security. Wel zijn er algemene re-
gels voor de beveiliging van persoonsgegevens opgenomen
in de Richtlijn bescherming persoonsgegevens (artikel 17).
Ook medische hulpmiddelen die verbinding maken met
internet en bijzondere persoonsgegevens zoals informatie
over iemands gezondheid verwerken, moeten aan die richt-
lijn voldoen. Wijziging of vernietiging van die gegevens kan
de werking van een hulpmiddel of de conclusies die een
arts uit de gegevens trekt beïnvloeden. De artikel 29 Wor-
king Party (WP29) noemt onder andere in advies 02/2013
over apps op intelligente apparaten het begrip ‘ingebouwde
privacybescherming’ (‘privacy by design’). Ook komt pri-
vacy by design naar voren in de e-Privacy Richtlijn.
pRiVAcy By DEsiGnWat is privacy by design? Het belangrijkste element is dat
reeds bij de ontwikkelingen van een informatiesysteem
rekening wordt gehouden met de bescherming van de
privacy van gebruikers. Het vereist van fabrikanten dat zij
gegevensbescherming vanaf het allereerste begin in het
ontwerp meenemen.
Fabrikanten van besturingssystemen en apparaten hebben
derhalve een grote verantwoordelijkheid voor het waar-
borgen van de bescherming van de persoonsgegevens en
van invloed zijn op de kern van diensten die zij verlenen.
Bepaalde incidenten zullen bovendien gemeld moeten wor-
den bij de bevoegde autoriteit.
Vallen fabrikanten van medische hulpmiddelen onder de
NIS Richtlijn? De ontwerprichtlijn zal vooral relevant zijn
voor bedrijven die medische hulpmiddelen als service aan-
bieden. Dat geldt ook voor informatie-dienstverleners en
diensten aanbieden zoals monitoring en het op afstand uit-
lezen van apparaten. Softwareontwikkelaars en fabrikanten
van hardware vallen vooralsnog buiten de definitie. In de
praktijk bieden deze partijen echter vaak ook diensten die
onder de NIS Richtlijn vallen. De richtlijn is echter nog niet
formeel vastgesteld. Er kunnen dus nog wijzigingen optre-
den in definities, reikwijdte en inhoud.
EFFiciEncy VERsUs sEcURiTyOp dit moment zijn er alleen specifieke beveiligingsmaat-
regelen voor medische hulpmiddelen opgenomen in de
standaard EN 62304 ‘software life-cycle processes’. Verge-
leken met Amerika loopt de EU serieus achter. Dat strookt
niet met de Europese ambities op het gebied van eHealth,
waarbij juist veel medische hulpmiddelen aangesloten
worden op netwerken en het internet.
De documenten van WP29 hebben wel aandacht voor de
concepten privacy & security by design. Deze documenten
vormen echter slechts niet-bindende richtlijnen voor de
praktijk en hebben alleen betrekking op gegevensbescher-
ming. Ze bieden geen raamwerk voor beveiligingsmaatre-
gelen voor de bescherming van de gezondheid van gebrui-
kers van de medische hulpmiddelen. Tegelijkertijd worden
belangrijke standaarden op het gebied van netwerkbeveili-
ging en IT-risicomanagement in de gezondheidszorg, zoals
de IEC 80001 standaard, niet dwingend voorgeschreven.
In de praktijk maken steeds meer apparaten draadloos
verbinding met computers of andere apparaten in de zorg.
Dit zorgt voor efficiëntie. Waardevolle gegevens worden
automatisch uitgelezen, waarmee ook tijd bespaard kan
de privacy van gebruikers van medische software. Deze
verantwoordelijkheid omvat onder andere de verplichting
om de beschikbaarheid te garanderen van procedures om
de eindgebruiker te informeren en voor te lichten over
de mogelijkheden van apps en de gegevens waartoe zij
toegang kunnen krijgen. Bovendien dienen zij gebruikers
voorzieningen te bieden waarmee zij de kenmerken van de
verwerking kunnen aanpassen.
sEcURiTy By DEsiGnNaast privacy by design heeft WP29 in Opinie 08/2014
(‘on the recent developments on the Internet of Things’)
security by design geïntroduceerd. In paragraaf 2.6 staat:
‘Er is een risico dat het Internet of Things een alledaags
object kan veranderen in een potentieel cyber crime-doel-
wit. Apparaten die minder veilig zijn aangesloten op het
internet vertegenwoordigen risico’s voor cyberaanvallen.
Datalekken kunnen ertoe leiden dat persoonlijke gegevens
worden gestolen en verhandeld. Apparaten en platforms
binnen het Internet of Things zullen ook gegevens uitwis-
selen met en gegevens opslaan op infrastructuren van
dienstverleners. Daarom moet bij de beveiliging niet alleen
gekeken worden naar de beveiliging van de apparaten zelf,
maar ook de communicatieverbindingen, de opslag-infra-
structuur en andere ingangen van het ecosysteem.’
Een voorbeeld: de meeste sensoren die op dit moment op
de markt zijn, kunnen geen versleutelde verbinding voor
communicatie creëren, omdat de rekenkracht van het
apparaat beperkt is door het gebruik van batterijen met
een geringe capaciteit. Hierdoor zijn ze extra vatbaar voor
zogenaamde ‘man in the middle attacks’.
Beveiliging van persoonsgegevens is belangrijk, maar
maatregelen op basis van deze regelgeving bieden geen
bescherming van de gezondheid van gebruikers.
• Voorstel Richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging
Als onderdeel van de Europese cyber security-strategie
heeft het Europees Parlement in maart 2014 een voorstel
voor een netwerk- en informatiebeveiligingsrichtlijn ge-
publiceerd (NIS Richtlijn). Samen met de voorgestelde EU-
verordening rond gegevensbescherming zal deze richtlijn
op Europees niveau de minimale informatiebeveiligings-
eisen weergeven.
Een belangrijk element van de NIS Richtlijn is dat lidstaten
ervoor moeten zorgen dat overheidsinstanties en sommige
marktdeelnemers passende technische en organisatorische
maatregelen nemen om de veiligheidsrisico’s van net-
werken en informatiesystemen te beheren (Artikel 14). Er
dient een beveiligingsniveau gegarandeerd te worden dat
past bij de risico’s. Veiligheidsincidenten moeten zoveel
mogelijk voorkomen worden en de impact van veiligheids-
incidenten moet worden geminimaliseerd voor zover ze
worden. Efficiëntie en security staan echter op gespannen
voet met elkaar. Op het gebied van eHealth legt Europa
sterk de nadruk op efficiency en lijkt security vooralsnog
– en onterecht – beperkt te worden tot gegevensbescher-
ming.
ADViEsOns advies is niet te wachten tot het moment dat de EU
met regels komt op het gebied van cyber security voor me-
dische hulpmiddelen. Het is zaak om zelf actie te onder-
nemen om medische hulpmiddelen te beschermen tegen
cyber crime.
Naast het toepassen van de standaarden EN 62304 en IEC
80001 kunnen de hiervoor genoemde richtlijnen van de
FDA gebruikt worden. De FDA-richtlijnen bevatten aspec-
ten die op zichzelf niet nieuw zijn voor organisaties die
gebruikmaken van IT, maar ze bieden een goede handlei-
ding. Punten die in de richtlijnen benoemd worden zijn
onder andere:
• Voer een risicobeoordeling uit waarin gekeken wordt
naar de kwetsbaarheden van het apparaat, de impact
hiervan, de kans van misbruik en de maatregelen die
genomen kunnen worden om misbruik te voorkomen of
na misbruik het apparaat te herstellen.
• Beperk toegang tot apparaten tot vertrouwde gebruikers
door het implementeren van verschillende authenticatie
technieken.
• Beperk het uitvoeren van niet vertrouwde software
updates door de programmeercode digitaal te onderte-
kenen.
• Beperk het uitlezen van de gegevens door encryptie toe
te passen.
• Implementeer maatregelen voor detectie van misbruik en
bescherm de kritische onderdelen van een apparaat om
schade te beperken.
• Ga na wat de patiënt zelf kan doen in het geval van
misbruik en zorg dat de patiënt hiervan op de hoogte is
zodat de patiënt - zo mogelijk - het apparaat kan herstel-
len naar de oorspronkelijke staat.
Sofie van der Meulen (l.) en Mike Lameree
nr. 1 / 2015 1918 Digitalezorg.nl Magazine
Thijs Tersmette is één van de vijf artsen-microbioloog,
werkzaam in het St. Antonius Ziekenhuis. Zij zijn lid van de
regionale maatschap Medische Microbiologie en Immuno-
logie, die de ziekenhuizen St. Antonius, Diaconessenhuis
Utrecht, Zuwe Hofpoort en Amstelland, alsmede verpleeg-
huizen en huisartsen bedient. De laboratoria in deze
ziekenhuizen produceren per dag duizenden onderzoeks-
resultaten. Aanvragen van onderzoek en resultaten worden
al geruime tijd verwerkt via een Laboratorium Informatie
Systeem (LIMS), dat ook het werkproces op het laboratorium
ondersteunt. Het belang van overleg met behandelend art-
sen en telefonische consulten over de onderzoeksresultaten
(alleen al in het St. Antonius jaarlijks 12.000) neemt toe.
Tersmette: ”het bieden van een volledig microbiologisch en
immunologisch onderzoekspakket en de investeringen in
laboratoriumvoorzieningen vereisen een ziekenhuisover-
stijgende samenwerking van laboratoria. Vandaar dat de
maatschap voor meer ziekenhuizen binnen de regio werkt.
Onze automatiseringsystemen moeten dus meer ziekenhui-
zen tegelijkertijd kunnen bedienen. Bij het verwerken van
onderzoeksresultaten en consulten moeten we nagaan van
welk ziekenhuis de patiënt is en op welke locatie binnen
onze regio deze nog meer onderzoeken heeft ondergaan.
Met de consultregistratiesoftware van MICORE kan dat.”
VAn UiTslAG MET VOETnOOT nAAR cOnsUlT MET cOnclUsiEs Volgens de medicus is deze software geheel op maat voor
zijn werkproces ontwikkeld. Het systeem legt alle klinische
data vast, vanaf het eerste contact met de behandelaar tot
aan de conclusies en aanbevelingen op basis van de labuit-
slagen, inclusief de actuele en historische gegevens van
de patiënt. ”Wij werken nu efficiënter en leveren verrijkte
informatie aan de behandelaars. De focus in de verslag-
legging is omgekeerd: vroeger rapporteerden we enkel
labuitslagen met hooguit een commentaar bij een afzon-
derlijke uitslag als voetnoot. De interpretatie lieten we aan
de behandelaar over. Nu overleggen we steeds vaker met
ze over de juiste behandeling en leggen dat vast in ons
consult. De verzamelde labuitslagen zijn de voetnoten,
die onze conclusies onderbouwen. Dat is een belangrijke
ontwikkeling nu de snel toenemende resistentie van bacte-
riën ons steeds vaker confronteert met beperkingen in de
behandelingsmogelijkheden”, aldus Tersmette.
GEEn pAniEK Bij MRsA-UiTBRAAKMICORE is ontwikkeld door Softmedex uit Duiven. Direc-
teur Peter Geytenbeek voorziet een grote behoefte aan
snel inzetbare functionele IT-modules in de zorgsector.
”Het is van belang dat ze passen binnen de informatie
architectuur van een organisatie, zodat gegevens ordente-
lijk zijn opgeslagen en te ontsluiten.” Zijn bedrijf ontwik-
kelde tevens een MICORE module ter ondersteuning van
de werkprocessen op de afdeling ziekenhuishygiëne &
infectiepreventie. ”De diverse incidenten rond de uitbraak
van bijvoorbeeld de MRSA-bacterie in ziekenhuizen tonen
aan dat er totale paniek kan uitbreken door het ontbreken
van actuele informatie bij de coördinerende afdeling”, zegt
de Softmedex directeur en vervolgt: ”Er moet snel een lijst
komen van patiënten waar contact mee is geweest. Bevin-
den zij zich nog in het ziekenhuis of zijn ze ontslagen? Er
is een actie-/takenlijst nodig voor onder andere het starten
of opheffen van isolaties of voor het bijhouden van positie-
ve kweekuitslagen. Daarnaast vraagt een calamiteit ook om
inzicht in gepland polibezoek en om opnamegegevens van
gevlagde patiënten. Met een uitbraak is al gauw meer dan
100.000 euro aan kosten gemoeid. Onze softwareoplossing
heb je dus al na één of twee jaar terugverdiend.”
Thijs Tersmette kan nog geen financieel waardeoordeel
geven over de module infectiepreventie. Zijn organisatie
gaat er wel mee aan de slag. Alleen al een beperkte reduc-
tie van het aantal ziekenhuisinfecties dankzij adequate
registratie en terugkoppeling, kan een ziekenhuis aanzien-
lijke besparingen opleveren. De koppelingen met diverse
bronsystemen zijn volgens Tersmette al wel gedefinieerd,
maar nog niet gerealiseerd en getest. Hij heeft er alle ver-
trouwen in en koestert hoge verwachtingen. Vooral van de
dashboardfunctionaliteit, die onmiddellijk inzicht geeft in
de stand van zaken bij het actueel monitoren van specifie-
ke patiëntgegevens. Interactief te gebruiken gereedschap
(Gantt-chart) maakt het mogelijk projecten te plannen en
de voortgang te volgen, evenals de ontwikkelingen rond
kritische micro-organismen, inclusief trendanalyse. De
aanlevering van de infectieregistratie aan PREZIES, het
nationale bewakingsysteem van het RIVM, verloopt straks
automatisch.
RicHTlijnEn VOOR AnTiBiOTicAGEBRUiKDe voortvarende arts-microbioloog van St. Antonius heeft
ook al een volgende uitbreiding van MICORE in het vizier.
Ziekenhuizen formeren zogeheten AB-teams, die instel-
lingsbreed de uitgifte van antibiotica controleren en co-
ördineren. Daartoe ontwikkelde Softmedex een Antibiotic
Stewardship module. Die moet de leden van de AB-teams
gaan ondersteunen bij het opzetten en bewaken van de
richtlijnen voor het antibioticagebruik. Niet langer is zo’n
optimalisatieslag gebaseerd op het raadplegen van histori-
sche gegevens, maar wordt deze gestuurd aan de hand van
real-time informatie. De software omvat de functionaliteit
voor het samenstellen van een interactief AB-boekje, het
vaststellen van de interventie prioriteit en het aanmaken
van TAM-waarschuwingen (Therapeutische Antibiotica
Monitor).
EnsEMBlE TEcHnOlOGiE VOOR inTEGREREn ZORG-sysTEMEnMICORE software wordt geleverd als SaaS (Software as a
Service). Geïnstalleerd op een gevirtualiseerde server bin-
nen het bedrijfseigen computerpark van een ziekenhuis
laten de applicaties zich probleemloos opschalen naar een
groter aantal gebruikers of een hogere graad van beschik-
baarheid. De koppeling met de diverse bronsystemen (EPD,
ZIS, HIS, LIMS enz.) verloopt via de Connectivity Gateway,
een systeem voor berichtenuitwisseling volgens de HL7-
standaard en andere protocollen als X.12 en SOAP. Het
ontsluitingsmechanisme is gebaseerd op de Ensemble in-
tegratietechnologie van InterSystems. Naast een tool voor
het beheren van de koppelvlakken naar de verschillende
zorgapplicaties omvat de technologie ook functionaliteit
voor workflow management en real-time business intel-
ligence, alsmede analyse op ongestructureerde tekst. De
onderliggende database legt alle uitwisseling en transfor-
matie van berichten vast. Ensemble leent zich daardoor
goed voor het traceren van data en processen.
Volgens Geytenbeek toont InterSystems zich een prima
partner, die niet concurreert met specifieke softwareoplos-
singen. ”Hun technologie staat internationaal hoog aange-
schreven. Zolang de ziekenhuizen zich met hun primaire
applicaties conformeren aan de gangbare standaarden voor
berichtenuitwisseling, kunnen wij met geringe inspanning
alle bronsystemen op onze software aansluiten.”
ARTsEn-MicROBiOlOOG sT. AnTOniUs VAn sTART MET Op wERKpROcEs TOEGEspiTsTE sOFTwARE
Dreigende bacteriënresistentie vraagt om IT voor consultregistratie
Aan het registreren van patiëntgegevens is de zorgverlener soms veel tijd kwijt. Voor artsen-microbioloog is daarvoor het softwareproduct MicORE ontwikkeld. naast ondersteuning van het consultatieve werk van de medische specialist, maakt de software geautomatiseerde registratie van ziekenhuisinfecties mogelijk.
tekst: Frans van der Geest
Interview
Thijs Tersmette
20 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 21
Digitale UsB-microscopen bieden tal van moge-lijkheden in de zorg. De lichte en makkelijk mee te nemen apparaten worden meer en meer toegepast. “Toch staan traditionele werkmethoden de accep-tatie nog wel eens in de weg”, meent jan Boers van iDcp, Europees importeur van de Dino-lite micro-scopen.
tekst: Hans Vandam
Digitale USB-microscopen worden al veel gebruikt in indus-
triële toepassingen, kwaliteitscontrole, het checken van de
echtheid van documenten, bij restauratie van schilderijen
en dergelijke. Ook voor de zorg bieden deze microscopen
volop mogelijkheden, meent Jan Boers, directeur van IDCP.
Deze firma importeert de Dino-Lite digitale microscopen.
“In de zorg duurt het wat langer voordat er sprake is van
een brede acceptatie”, meent hij. “Dat heeft onder andere
te maken met het regelen van de goedkeuring die voor het
gebruik nodig is. Ook blijkt het vinden van budgetten nog
wel eens een punt van aandacht. Maar tegelijkertijd speelt
ook een zekere mate van conservatisme nog wel eens een
rol. Soms blijft men liever de oude vertrouwde hulpmid-
delen gebruiken.”
EERsTE TOEpAssinGEnToch ziet Boers ook in de zorg de belangstelling toene-
men. “We zijn met partners betrokken bij diverse projecten
waarin de Dino-Lite gebruikt wordt als de camera voor het
verkrijgen van microscopische beelden. Die opnamen
kunnen vervolgens gebruikt worden in combinatie met
farmaceutica of software voor analyse of visualisatie.”
Hij noemt een aantal voorbeelden:
• Photodynamische therapie, waarbij slijmhuid met een
Dino-Lite voorzien van UV-licht wordt bekeken om te
kunnen inschatten of zich kanker aan het ontwikkelen is.
• Een samenwerking met de makers van een gynaecolo-
gisch speculum, de FemiScope, om te komen tot een di-
gitale versie voor het doen van microscopisch inwendig
onderzoek en zelfonderzoek voor het bepalen van het
optimale vruchtbaarheidsmoment.
• Het analyseren van bloedsomloop, met name op de
intensive care, waarbij sepsis met software automatisch
geanalyseerd kan worden;
• Bij veel Nederlandse huisartsen wordt teledermatologie
inmiddels toegepast via de telemedicine-organisatie
KSYOS; dit gebeurt in combinatie met de Dino-Lite
DermaScope;
• Bij het stellen van een diagnose van sclerodermie wordt
met de Dino-Lite CapillaryScope onderzoek gedaan naar
de microcapillairen onder de nagelriem.
“In vergelijking met traditionele microscopen, maar ook de
grotere digitale oplossingen bieden digitale USB-microsco-
pen een aantal voordelen”, vertelt Boers. “Niet onbelangrijk
zijn natuurlijk de lagere kosten. Maar er is meer. Het gaat
om handzame en eenvoudig mee te nemen apparaten,
waarbij niet het te meten of te analyseren onderwerp naar
de microscoop moet worden gebracht, maar de microscoop
naar de patiënt. Bovendien zijn onze USB-microscopen
geschikt om geïntegreerd te worden met andere applicaties
en software van derden.”
Interview
jAn BOERs VAn DinO-liTE:
‘ Digitale microscopen ondersteunen innovaties’
Voorbeeld van het gebruik van een Dino-lite Earscope. Dit soort UsB-microscopen kunnen op eenvoudige wijze geïntegreerd worden met tal van softwareapplicaties.
Met onder andere
BEURSSPECIAL
Magazine
Bent u klaar voor de toekomst van de zorg?
Veelzijdig & inhoudelijk sterk programma
Beursplattegrond
Innovaties in de zorg
nr. 1 / 2015 2322 Digitalezorg.nl Magazine
De zorgsector is aan grote veranderingen onderhevig. De
uitvoering en gevolgen van de decentralisatie en de vragen
die dit oproept alsook het beleid om mensen te stimuleren
om langer zelfstandig te blijven wonen, doet de behoefte
naar kennisdeling, nieuwe antwoorden en het uitwisselen
van ervaringen sterk groeien. Zorg & ICT is hét kennisplat-
form voor mensgerichte zorg- en ICT-innovaties dat zich
focust op actuele thematieken en vol vertrouwen koers zet
richting de toekomst.
Bijvoorbeeld door de behoefte van de bezoekers leading
te laten zijn in het programma van de Zorgacademie. De
thematieken waarvan bezoekers hebben aangegeven die
belangrijk te vinden, staan hier centraal in de vorm van
keynotes, lezingen, presentaties en workshops. Deze the-
matieken zijn:
• EPD/ECD, domotica & robotica
• Health apps
• Gaming in de zorg
• Wet- en regelgeving
• Europese zorginnovaties
• Veiligheid van patiëntgegevens
• Zorg op afstand (zelfmanagement)
OnAFHAnKElijKHEiD, ROBOTs & sERiOUs GAMinGHet stimuleren van mensen om zo lang mogelijk zelfstan-
dig te wonen is een belangrijke pijler voor Zorg & ICT. Op
het Domoticaplein ontdekt u bijvoorbeeld dat het niet
alleen draait om technologie en woningautomatisering; het
gaat vooral om een bepaalde vorm van onafhankelijkheid,
gemoedsrust en eigenwaarde van de cliënt.
Zorgrobots kunnen hier succesvol worden ingezet ter
ondersteuning van de zelfredzaamheid en ter bevordering
van mantel- of professionele zorg. Op Zorg & ICT ontmoet
u enkele van deze slimme en leuke robots die leven in de
brouwerij brengen, structuur geven aan de dagelijkse rou-
tine en een oogje in het zeil houden. Daarnaast is het nut
van games binnen de zorg inmiddels bewezen in bijvoor-
beeld revalidatie. De volgende stap is nu om deze serious
gaming naar de huiskamer te brengen en zo het zelfma-
nagement van mensen te vergroten.
jOnGE EnTREpREnEURs En DE sTART-Up AwARDBovendien verscherpt Zorg & ICT haar blik op jong talent
met een speciaal programma voor Young Professionals in
de Zorgacademie. Daarnaast wordt met de Zorg Innovatie
Start-up Award, die dit jaar voor het eerst wordt uitgereikt
(in samenwerking met vakbeurs Zorgtotaal die tegelijker-
tijd in de Jaarbeurs plaatsvindt) de ambities van jonge be-
drijven in de zorg een extra platform geboden. Een vakjury
selecteert tien partijen die zich gedurende de beurs mogen
presenteren aan alle bezoekers. Het beste idee, project of
prototype wordt beloond met de Zorg Innovatie Start-up
Award 2015.
DUURZAME TOEKOMsTMet een breed en innovatief exposantenaanbod, meer dan
70 klantcases van topleveranciers, een uitgebreid ken-
nisprogramma en nieuwe onderdelen zoals de EPD-ECD
Arena, biedt Zorg & ICT u alles wat u nodig heeft voor een
standvastige en duurzame positie binnen de zorg. Nu en in
de toekomst.
GRATis TOEGAnGsBADGEMeld u nu aan voor een gratis toegangsbadge op www.
zorg-en-ict.nl. Met uw toegangsbadge voor Zorgt & ICT
heeft u tevens toegang tot Zorgtotaal, die gelijktijdig
plaatsvindt in de Jaarbeurs.
Bent u klaar voor de toekomst van de zorg?
Van 18 t/m 20 maart vindt u tijdens Zorg & icT niet alleen het antwoord op deze vraag, u verrijkt tevens uw kennis, inzicht en netwerk waardoor u uw positie als zorgprofessional versterkt in een sector die – juist nu – in beweging is.
Beursspecial
nr. 1 / 2015 2524 Digitalezorg.nl Magazine
Op Zorg & ICT kunt u ook dit jaar weer van alles beleven.
Naast een groot exposantenaanbod vindt u er ook een
uitgebreid inhoudelijk programma vol lezingen, work-
shops en presentaties. Hieronder enkele highligths. Deel
uw kennis en ervaringen met vakgenoten en breid uw
netwerk uit!
KEynOTE: jE HEBT lUisTEREn En EcHT lUisTEREn…Woensdag 18 maart om 10:15 uur in zaal 1 van de
Zorgacademie
Zorg waarin de patiënt nadrukkelijk betrokken wordt bij
zijn of haar behandeling, leidt tot minder vraag naar zorg,
meer zelfmanagement, kostenreductie en hogere kwaliteit
van zorg. Maar hoe doet u dat? Weet u of wat u biedt ook
is wat uw doelgroep echt wil? Waarin kunt u het verschil
maken? Chief listening officer Corine Jansen zet het voor
u uiteen.
KEynOTE: TRAnsiTiE VAn ZORG nAAR GEMEEnTEWoensdag 18 maart om 10:15 uur in zaal 2 van de
Zorgacademie
De zorgmarkt is constant in beweging. Sinds 1 januari
2015 is de WMO van kracht gegaan, wat veel betekent
voor zorgorganisaties en gemeenten. De transitie van zorg
naar gemeenten is gestart en volop in gang; hoe kijkt de
gemeente naar deze ontwikkeling? Hoe heeft de gemeente
Oss haar processen ingericht, hoe werken zij samen met
zorgorganisaties en wat zijn de lessons learned tot nu toe?
wETsVOORsTEl cliënTEnREcHTEn Bij ElEKTROni-scHE GEGEVEnsVERwERKinGAlle dagen om 13:00 uur in zaal 2 van de
Zorgacademie
Op 1 juli 2014 werd het wetsvoorstel cliëntenrechten bij
elektronische gegevensverwerking aangenomen door de
Tweede Kamer. Wat houdt dit wetsvoorstel precies in en
wat zijn de gevolgen in de praktijk? Anton Ekker, juridisch
adviseur bij Nictiz (expertisecentrum voor standaardisatie
en eHealth), doet het uit de doeken.
yOUnG pROFEssiOnAls pROGRAMMADonderdag 19 maart vanaf 08:30 uur in zaal 1 van de
Zorgacademie
Maak kennis met de wereld van Zorg & ICT en ontmoet in-
novatieve bedrijven die kansen bieden aan jonge entrepre-
neurs. Wat zijn de trends van de komende 5 jaar, hoe ziet
het landschap er uit en waar liggen de kansen?
08:30 – 09:10 uur: Inloop met breakfast
09:15 – 09:20 uur: Opening dagvoorzitter Paul Pelsmaeker,
voorzitter Stichting Digitalezorg.nl
09:20 – 09:45 uur: Trends in HealthIT - Stan Aldenhoven,
directeur Aldenhoven & Company
09:50 – 10:15 uur: Maarten Wittrop Koning, directeur KPN
Zorg strategie & innovatie
10:20 – 10:45 uur: Nick Guldemond, associate Professor
Integrated Care & Technology University Medical Centre
Utrecht
yOUnG pROFEssiOnAl BEURsROUTENa afloop van het programma brengt de Young Professio-
nal beursroute de deelnemers in contact met bedrijven die
op dit moment kansen bieden aan jonge talenten. De be-
drijven presenteren zichzelf en geven een nadere toelich-
ting over de mogelijkheden die er binnen hun organisatie
zijn voor Young Professionals.
KEynOTE: QUAnTiFiED sElF, HOE TEcHnOlOGiE En DATA inVlOED HEBBEn Op OnZE GEZOnDHEiDVrijdag 20 maart om 10:15 uur in zaal 1 van de
Zorgacademie
Quantified Self is een wereldwijde non-profit community
die zich richt op metingen en experimenten om zelfinzicht
te vergroten, onder andere door het gebruik van wearables,
open data en visualisaties. De community die voorheen al-
leen maar mogelijk was binnen de gesloten infrastructuur
van bijvoorbeeld een ziekenhuis. Maarten den Braber is
medeoprichter van Quantified Self Europe, en medeorgani-
sator van Singularity University NL en Permanent Beta. Tij-
dens deze keynote praat hij u volledig bij over de impact
van deze beweging en wat het betekent voor individuen,
zorgorganisaties en bedrijven.
cOnGREs wMO: DOMOTicA in DE pARTicipATiE-MAATscHAppijVrijdag 20 maart om 10:30 uur in Theater Oranje
Afwachten is geen optie! Om de WMO transitie te laten
slagen wil VWS dat de komende vijf jaar onder andere do-
motica grootschalig toegepast gaat worden. Smart Homes
- Kenniscentrum Domotica & Slim Wonen - voert een pittige
discussie met de betrokkenen om de samenwerking tussen
gemeenten en initiatiefrijke burgers te optimaliseren, wan-
neer het gaat om grootschalige invoering van zorgtechno-
logie en domotica.
DOMOTicAplEinVragen, twijfels of gewoon geïnteresseerd in Domotica &
Slim Wonen? Experts van Smart Homes staan tijdens Zorg
& ICT samen met diverse aangesloten partners voor u klaar
op het Domoticaplein om al uw vragen te beantwoorden en
kennis te laten maken met de laatste trends. Ook laten zij
u hier de nieuwste zorgrobots zien.
Kijk voor het volledige programma en om u aan te
melden voor de diverse sessies op:
www.zorg-en-ict.nl
Veelzijdig & inhoudelijk sterk
AcTiViTEiTEnpROGRAMMA
Beursspecial
eHEALTH
EPD/ECDDOMOTICA
HAL 10
HAL 11
ENTREEWEST
Domotica area
e-Health area
EPD/ECD
Cafetaria
Toiletten
Informatiepunt
Garderobe
ENTREE
Situatie per 24 januari 2015. Wijzigingen onder voorbehoud.
InnovatieStart-up
Organisatie- en VIP-Lounge
Domoticaplein
eHealthstartup square
eHealthstartup square
Opleidingenplein EPD ECD arena
THEATERROOD
THEATERBLAUW
1
2
ZORGACADEMIE
THEATER
ORANJE
THEATERGROEN
10A001
10A009
10A011
10A013
10A015
10A017
10A021
10A025
10A031
10A041
10A044
10A046
10A048
10A058
10A060
10A062
10A064
10A055
11A014 11A012
11B013
11B010
11B014
11C04511B058
11C05711C059
11C052
11D064 11D058
11E057
11E044
11E048
11E058
11E062
11E064
11E008
11E009
11E01311E012
11A041
11B047
11B049
11B051
11B053
11B055
11C047
11B01511A035
11A038 11A036
10A047
10A053
11A037
11A039
11A040
11B027
11B020
11B03411B040
11B065
11D061
005
004
003
002
00111E061
11F059
11F063
11F045 11F043
11F042
TO1
TO2
TO3
TO4
11F03411F020
11F016 11F010
11G011
11G01211G014
11G01611G018
11G02011G024
11G026
11G028
11E04911E020
11E034
11F035
11D050 11D034
11D010
11C06011C050
11C034
11C010
11B037
11B045
10A004
10A008
10A010
10A016
10A018
10A020
10B003
10B002
10B011
10B01510B017
10B021
10B03110A02210A030
10A032
10B035
10B03310B051
10B053
10B055
10B067
10B065
10B063
10B016
10B056
10B043
10B050
10B010
10C02710B028
10B030
10B046
10C029
10C041
10C047
10C051
10C055
10C05410C042
10C03210C022
10D014
10E02110D018
10D028
10E027
10E03910D040
10D048
10E053
10E065
11C004
11D004 10E064
10E068
10F064
10F068
10G068 10G066 10G06410G060
10G062
10G056 10G052
11F002
11F00111E00611E004
10F05510E054
10E048
10E02010E016
10E014
10E010
10D009
10E012
10E026
10F040
10F026
10F01610F01410E04710D052
10C067
10C065
10C064
10D063
10D065
10B001
10B012
10C013
10C015
#zict15#ztt15
nr. 1 / 2015 2726 Digitalezorg.nl Magazine
Beursspecial
28 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 29
innOVATiE
Declaratiechaos gemeenten:Care Expert biedthulp en inzicht
Zorgaanbieders kunnen vergelijkbare problemen verwachten rond de uitbetaling van declaraties door gemeenten als de chaos die momenteel speelt in de uitbetaling van het persoonsgebonden budget door de sVB. Dat stelt Bas van nieuwkerk, algemeen directeur bij care Expert, specialistische dienstver-lener in het declareren en factureren van zorgbud-getten voor zorgaanbieders in de caresector.
“Er zijn drie dingen nodig om een succesvolle declaratie
aan de gemeenten te kunnen waarborgen: een format waar-
mee zorgaanbieders een declaratie kunnen aanleveren, de
goedkeuring van de ingediende declaratie en de uitbetaling.
Ik verwacht grote problemen rondom dit proces, vergelijk-
baar met de huidige pgb-chaos, waardoor zorgaanbieders
met serieuze cashflowproblemen te maken kunnen krijgen.”
DEclARATiEFORMATsOm zijn doelgroep te helpen met het uitvragen van de
declaratieformats die gemeenten gebruiken, is Van
Nieuwkerk gestart met de Gemeentelijke Groene Vink. Op
www.gemeentelijkegroenevink.nl kunnen gemeenten hun
format centraal beschikbaar stellen aan alle zorgaanbieders
in Nederland. Van Nieuwkerk: “Om onze klanten, doelgroep
én gemeenten te begeleiden met het in kaart brengen van
de declaratieprocessen, hebben we een coördinator aan-
gesteld. In de praktijk blijkt dat het erg lastig is om alle
gegevens die nodig zijn voor een correcte declaratie uit
te vragen aan gemeenten, omdat gemeenten hun wensen
rondom de declaratie nog steeds niet volledig geïmplemen-
teerd hebben. Onze coördinator helpt daar vrijblijvend bij.”
GOEDKEURinG VAn DE DEclARATiEAls er een format beschikbaar is, of als er tijdelijke afspra-
ken zijn over de declaratie totdat het definitieve format is
geïmplementeerd, moet de factuur worden goedgekeurd.
“Omdat we nog steeds wachten op de formats van een aan-
tal gemeenten, hebben we uit naam van onze klanten een
brief gestuurd met de mededeling dat we ‘gewone’ factu-
ren gaan sturen die aan de wettelijke eisen voldoen. Onze
klanten moeten hun declaraties kunnen indienen, omdat
ze recht hebben op de uitbetaling van geleverde zorg en
dienstverlening. Of gemeenten deze factuur accepteren, is
nog maar de vraag”, aldus Van Nieuwkerk.
UiTBETAlinGDe laatste stap is de uitbetaling van het gedeclareerde
bedrag. “Ik voorzie hierin grote problemen. De Sociale Ver-
zekeringsbank, die verantwoordelijk is voor de uitbetaling
van pgb-budgetten, heeft op dit moment grote problemen
met deze laatste stap in het proces, ondanks dat ze grote
hoeveelheden extra personeel hebben ingezet om dit te
kunnen waarborgen. Ik ben er bang voor dat dit ook bij in-
dividuele gemeenten gebeurt. Als gemeenten niet uitbeta-
len, gaan zorgaanbieders serieuze problemen krijgen met
hun kasstromen.” Van Nieuwkerk wil voorkomen dat dit bij
zijn klanten gebeurt: “Ik ga er alles aan doen om ervoor te
zorgen dat mijn klanten worden uitbetaald. Desnoods start
ik incassotrajecten om te krijgen waar mijn klanten recht
op hebben. Ik ben ook van plan om dit probleem bij de
Tweede Kamer aan te kaarten.”
Care Expert is onderdeel van TTS Technology To Serve.
Samen staan de organisaties onder de naam TTS op Zorg
& ICT. Kom tijdens de beurs langs op stand 11.F042 voor
meer informatie over de Gemeentelijke Groene Vink.
innOVATiE
Het Zorg Initiatief: software met meerwaarde
Dat software organisaties helpt om efficiënter te wer-ken, is algemeen bekend. Maar dat er nog een over-treffende trap is van efficiënt werken, weet nog lang niet iedereen. Reden genoeg voor het Zorg initiatief, het samenwerkingsverband van AFAs, De Heer soft-ware en ORTEc, om zich te presenteren op Zorg & icT.
De softwarebedrijven die de handen ineen hebben geslagen
in het Zorg Initiatief, bieden elk hun eigen oplossingen aan
de zorg. Voor een ERP-systeem kunnen klanten bij AFAS
terecht. De Heer Software is gespecialiseerd in het elektro-
nisch cliëntendossier. En dienstrooster- en planningsvraag-
stukken kunnen instellingen oplossen met ORTEC.
nAADlOOs VERBOnDEnEen nog grotere efficiencywinst is te behalen als zorginstel-
lingen gebruikmaken van de mogelijkheden die de aanbie-
ders van deze systemen gezamenlijk bieden aan gebrui-
kers. Dankzij gecertificeerde koppelingen zijn de systemen
aan elkaar verbonden en als geïntegreerde totaaloplossing
Beursspecial
nr. 1 / 2015 3130 Digitalezorg.nl Magazine
eenvoudig toegankelijk. De zorgapp van CareConnections
maakt het mogelijk de diverse systemen eenvoudig te
ontsluiten voor medewerkers zodat zij gegevens altijd en
overal kunnen raadplegen en verwerken. Zo haalt u met
het Zorg Initiatief veel meer in huis dan de som der delen.
En dat biedt echte meerwaarde.
OnTZORGEnDe zorg ontzorgen, dat is wat het Zorg Initiatief wil.
Dankzij de samenwerking van de betrokken softwarehui-
zen verlopen administratieve processen veel soepeler en
sneller. Daarnaast biedt de gerealiseerde besparing van tijd
en kosten uw organisatie meer armslag en letterlijk meer
handen aan het bed.
innOVATiEFDe systemen achter het Zorg Initiatief zijn innovatief en
voldoen aan de hoogste technologische eisen. Maar de
grootste innovatie van het Zorg Initiatief bestaat eruit dat
drie marktpartijen elkaar hebben gevonden en hun dienst-
verlening inzetten om het beter te maken voor de klant.
Zodat het in de zorg weer kan gaan over zorgen voor cliën-
ten en niet over zorgen om software.
ZORG iniTiATiEF En ZORG & icTHet Zorg Initiatief bestaat in 2015 zes jaar. In die tijd heeft
het collectief spectaculaire resultaten bereikt voor geza-
menlijke klanten. Op Zorg & ICT is het Zorg Initiatief geen
onbekende, voor het vijfde jaar op rij zijn de softwareaan-
bieders op de beursvloer te vinden.
Kent u het Zorg Initiatief nog niet of wilt u weten wat de
kansen en mogelijkheden zijn voor uw instelling, dan bent
u van harte welkom op stand 11.C050.
innOVATiE
Eerste keten-EPD: nieuwe wereld in ‘cure’ en ‘care’
Rivas Zorggroep ging begin april 2014 live met Hix. Op meer dan 50 locaties - variërend van zieken-huis tot verzorgingshuizen en thuiszorg - stapten de zorgprofessionals op één dag van verschillende systemen over op één Elektronisch cliëntendossier (EcD). En met succes.
De cliënten hebben samen met de zorgverleners baat
bij het systeem, ontwikkeld door ChipSoft. Alle cliënt-
gegevens zijn nu bij iedere behandelaar van Rivas (mits
geautoriseerd) in de keten bekend. Voor cliënten zelf
betekent dit dat zij hun verhaal veel minder vaak hoeven
te vertellen en dat zij zullen ervaren dat hun zorg opti-
maal is ondersteund.
GEEn scHRiFTElijKE OF MOnDElinGE OVERDRAcHTAls een cliënt in het ziekenhuis komt voor een nieuwe
heup, kan de zorggroep nu direct de nazorg inplannen,
waar dan ook binnen de ketenorganisatie. Dit kan zorg
in een verpleeghuis, een verzorgingshuis of thuiszorg
zijn. De medewerkers van die organisatieonderdelen zien
daardoor direct in welke conditie zij de cliënt ontvangen
en welke zorg en hulpmiddelen hij of zij nodig heeft,
bijvoorbeeld een hoog-laag bed.
Die schriftelijke of mondelinge overdracht is door
HiX verdwenen. Tot voor kort beschikten de klinische
afdelingen van Rivas nog over papieren dossiers. Deze
werden aan de balies samengesteld en voorzien van
juiste cliëntgegevens. Dat is nu allemaal weggevallen.
Iets waar de medewerkers enthousiast over zijn.
iDEAAl VOOR VAsTE En MOBiElE DEVicEsHiX is het meest innovatieve en gebruiksvriendelijke
ZIS/EPD op de Europese markt en ideaal voor mobiel en
vast gebruik. Het is de allereerste geïntegreerde totaal-
oplossing die voorziet in een volledige integratie van
eerste-, tweede- en derdelijnszorg. Binnen HiX heeft
iedere patiënt één dossier, waarop alle behandelaars
binnen de keten hun eigen specifieke view hebben.
Daarbij draagt het systeem rol- en taakgerichte oplos-
singen aan, zodat iedere zorgverlener voor iedere
situatie de juiste inzage- en registratiemogelijkheden
krijgt aangereikt. Doordat HiX naast oplossingen ook
medische content biedt voor specialismen, kunnen
zorgprofessionals hun kostbare tijd optimaal besteden
aan het verlenen van patiëntenzorg.
KlAAR VOOR DE TOEKOMsTMet HiX komen de ‘cure’ en de ‘care’ samen in één
systeem. Een innovatieve oplossing om verschillende zorg-
methodieken in één keer inzichtelijk te maken en naadloos
op elkaar te laten aansluiten. Hiermee zijn zorginstellingen
van allerlei omvang klaar voor de toekomst, waarin nieuwe
devices en de wens voor transmurale toepassingen een
steeds grotere rol gaan spelen. HiX voorziet in een voort-
durend evoluerend systeem voor de gehele zorgketen,
waarin elektronische dossiervoering, ordermanagement,
patiëntenlogistiek en facturering één geïntegreerd geheel
vormen.
Benieuwd naar het implementatieproces? Bezoek de
stand van ontwikkelaar ChipSoft tijdens Zorg & ICT. De
specialisten staan u graag te woord in hal 10 op stand
10.C022.
32 Digitalezorg.nl Magazine
innOVATiE
Nieuw platform om zelf medische apps samen te stellen
Op het gebied van medische apps nemen de mogelijkheden en kansen de komende jaren alleen maar toe. Medische apps op het gebied van blaas-problemen, reumatologie, prostaatkanker, zeldzame ziektes, fysiotherapie, oogaandoeningen en fenyl-ketonurie zijn momenteel reeds ontwikkeld en in gebruik genomen door diverse zorginstellingen. nu zet ontwikkelaar synappz de volgende stap met het innovatieve platform ‘personalized Medical Apps’.
Met dit platform zijn arts én patiënt straks in staat om
zelf een medische app samen te stellen. Het platform is
momenteel in ontwikkeling. Inzicht in de aandoening en
zelfregie zijn hierbij key. Technologie staat bij Synappz
in dienst van de medische relevantie en daarom wordt er
hard gewerkt aan modules die de gewenste gedragsveran-
dering stimuleren.
pREsEnTATiEs TijDEns ZORG & icTOp Zorg & ICT toont Synappz naast dit platform ook de
nieuwste eHealth ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het
gebied van revalidatie, kankerpreventie, koemelkallergie,
alzheimer, cerebrale parese, zwangerschap en incontinen-
tie.
OVER synAppZSynappz Medical Apps bedenkt, ontwikkelt en vermarkt
vernieuwende mobiele digitale concepten en praktische
oplossingen voor medische professionals, zorgcentra, ge-
neesmiddelfabrikanten en patiëntenorganisaties. In 2012 is
Synappz uitgeroepen tot eHealth Start Up of the Year. Ook
won Synappz de Health App Award op Artsennet met haar
app ‘iP Plaslijst’, de eerste CE-gecertificeerde medische app
in Nederland. Meer informatie vindt u op www.synappz.nl
U vindt Synappz tijdens Zorg & ICT in hal 10 op stand
10.A026.
18 t/m 20 maart 2015Jaarbeurs | Utrecht
18 t/mJaarbeurs
Hét kennisplatform voor mensgerichte zorginnovatie
eHealthDomoticaEPD/ECD
Vraag uw gratis toegangsbadge aan via www.zorg-en-ict.nl/toegang
#zict15
34 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 35
VU OnTwiKKElT ROADMAp
Zorg moet investeren in modern datacenter
Bij veel universiteiten, ziekenhuizen en andere organisaties bestaat grote behoefte aan het moderniseren van de iT-aanpak. Men overweegt te investeren in Big Data of business analytics, wil wellicht een private cloud-omgeving hosten en veel sneller dan voorheen kunnen inspelen op nieuwe eisen en wensen van de business. Dit be-tekent in veel gevallen dat men interne computer-ruimtes en datacenters dient te moderniseren. Maar hoe doen we dat? Om beter op de toekomst voorbereid te zijn werkt de Vrije Universiteit met Royal HaskoningDHV samen aan het ontwikkelen van een road map om de behoefte aan serverruimte in de vorm van toekomst-scenario’s te inventarise-ren en vorm te geven.
Een organisatie die zijn interne datacenter wil moderniseren,
heeft met nogal wat randvoorwaarden te maken. Denk aan
duurzaamheid, efficiëntie, flexibiliteit, security en data-
safety. De Vrije Universiteit werkt met Royal HaskoningDHV
samen aan het ontwikkelen van een roadmap om de be-
hoefte aan serverruimte in de vorm van toekomstscena-
rio’s te inventariseren en vorm te geven. Daarnaast wordt
gewerkt met systems engineering tools waarmee geborgd
wordt dat het ontwerp niet kan gaan divergeren van de
oorspronkelijk aan het ontwerp gestelde eisen. Deze be-
nadering borgt een betere afstemming op de toekomstige
behoefte van de organisatie en biedt gelegenheid te opti-
maliseren op de randvoorwaarden MVO, duurzaamheid,
efficiëntie, flexibiliteit, security en data-safety.
inTEGRAlE AAnpAKOm te komen tot een in-house datacenter dat specifiek bij
de desbetreffende organisatie aansluit - zowel op organi-
satorisch als op technisch niveau - is een integrale aanpak
nodig. Dat kan alleen wanneer alle belangen bekend zijn
en geborgd worden. Op deze manier worden technische
eisen en randvoorwaarden beter geformuleerd en wordt
een organisatie gedwongen tot het formuleren van een
visie op de lange termijn waarbij alle stakeholders recht
gedaan wordt.
Een integraal ontwerp vraagt een integrale aanpak en beant-
woording aan alle doelen die de organisatie zich stelt. Dat
betekent alle invloedsfactoren betrekken en tegelijkertijd
orde scheppen. Enerzijds is er het primaire doel van het da-
tacenter: het faciliteren van de ICT-apparatuur. Anderzijds
moet voldaan worden aan de wirwar aan randvoorwaarden
die de organisatie stelt. Ook stelt de maatschappij eisen
aan datacenters die door de politiek kracht worden bijge-
zet. Als voorbeeld: energetische efficiëntie is geen keuze
meer, het is een vereiste voor een succesvolle opzet.
sysTEMATiscH En inTEGRAAl BEnADEREnEen integrale aanpak begint met het inventariseren van
alle stake-holders en het inzichtelijk maken welke belan-
gen er zijn. De mindmap (figuur 1) geeft een indruk van
de complexiteit van het vraagstuk. Het is evident dat het
programmeren, specificeren en realiseren vraagt om een
heldere methodiek om het spoor niet bijster te raken. Een
van de manieren is om de methodieken die bekend staan
als ‘systems engineering’ te adopteren en op het vraagstuk
toe te spitsen. Het doel is immers alle stakeholders te
betrekken en daarbij het primaire doel niet uit het oog te
verliezen.
Om de belangen van alle stakeholders recht te doen en het
centrale doel niet uit het oog te verliezen moet een hiërar-
chie van eisen bepaald worden. Als voorbeeld kan onder-
staande gelden.
• Missie
Het is duidelijk dat de IT-voorziening de organisatie moet
ondersteunen bij het waarmaken van haar missie.
• Maatschappij
Maatschappelijk moet rekening gehouden worden met
toenemende eisen vanuit de politiek ten aanzien van
energieverbruik, maar ook ten aanzien van data security
(privacyvraagstuk bijvoorbeeld) en de - zeg maar - na-
speurbaarheid van processen.
• Gebruikers
Een concrete invulling hiervan wordt verwoord door de
eisen die gebruikers stellen en de te verwachten ontwikke-
lingen van deze eisen over de levenscyclus van het data-
center. Hoewel niemand de toekomst exact kent kunnen
de eisen van vandaag geëxtrapoleerd worden met behulp
van voorziene ontwikkelingen en een onzekerheidsgebied
gedefinieerd worden.
• Techniek
Technisch moet tenslotte gekeken worden naar de actieve
apparatuur, de te verwachten ontwikkelingen en de
beschikbare IT-, elektrotechnische en werktuigbouwkun-
dige structuur binnen een campus. Hoe de verschillende
technische mogelijkheden en beperkingen ingezet kun-
nen worden om tot een integrale opzet te komen die aan
bovenstaande eisen voldoet.
Deze stappen dalen af in aggregatieniveau en het is in elk
van deze stappen van belang de uitkomsten telkens en
itererend te toetsen aan bovenliggende eisen om daad-
werkelijk tot een integrale aanpak te komen. Voor dit artikel
is gekozen voor deze vier niveaus (figuur 2). Elk niveau
kan weer worden opgedeeld in meerdere stappen om de
hanteerbaarheid van het vraagstuk te verbeteren.
Figuur 2: systems Engineering in-House Datacenter
AcHTERGROnD En UiTwERKinG• Missie
Onderzoekers, R&D, ziekenhuizen (privacygevoeligheid)
en mission critical datacenters willen dicht bij apparatuur
zitten. Onderzoekers willen niet afhankelijk zijn van de
cloud om hun onderzoek te kunnen valideren. R&D-afde-
lingen zijn vanwege hun strategisch belang sowieso sterk
beveiligd en organisaties zoeken naar mogelijkheden om
dit beter te borgen. Ziekenhuizen hebben te maken met
strenge privacyregelgeving en willen hun clientèle maxi-
male kwaliteit bieden wat dit betreft.
Onderzoek
Figuur 1: Mindmap in-house datacenter
36 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 37
• Maatschappij
- Duurzaamheid
Green IT stimuleert energiezuinige datacenters en maxi-
maal hergebruik door het gebruik van (thermische) smart-
grids. Lokale overheden zoals de gemeente Amsterdam
stellen regels op voor datacenters die zich in hun ge-
meente vestigen. Maatschappelijke organisaties stellen
energieverslindende datacenters bloot aan publiciteit het
zogenaamde ‘naming en shaming’. Energiezuinig is geen
keuze meer, alleen de mate waarin is dat nog.
- Dataopslag
Organisaties zullen meer data gaan opslaan en verwachten
dat informatie vanuit het verleden beter, langer en ‘direct’
beschikbaar is. Wettelijke vereisten vanuit het perspectief
van reproduceerbaarheid van processen versnelt de groei
van opslagcapaciteit verder.
• Gebruikerseisen
- Verwachte behoeften organisatie
In vrijwel alle gevallen zijn organisaties alleen in staat
eisen te formuleren voor de praktijk die zij vandaag ken-
nen. Om tot een goede programmering te komen moeten
deze eisen naar een toekomstverwachting geëxtrapoleerd
worden door alle voorziene ontwikkelingen, technisch
maar ook maatschappelijk in de eisen te verdisconteren.
• Devices
- Handheld devices
De afgelopen jaren is het aantal ‘handheld devices’ explosief
gegroeid. Niemand kijkt er nog van op wanneer iemand drie
of meer handheld devices heeft die via wifi of 4G-netwerk
communiceren. Het dataverkeer loopt (deels) via het interne
wifi-netwerk en deels via het 3G/4G-netwerk (extern).
Het 4G-netwerk wordt door veel gebruikers als stabieler
en sneller ervaren, ten opzichte van het wifi-netwerk.
Vooralsnog leidt dit tot een toename van wifi-capaciteit,
maar 3G en 4G concurreren hiermee sterk. Het is voor-
alsnog niet duidelijk welk netwerk gebruikers zullen
gaan prefereren. Vooralsnog is groei in alle mobiele en
wireless netwerken te bespeuren en is niet te verwachten
dat één van de netwerken het volledig van het andere zal
overnemen.
- Desktops
Desktops worden veelal gebruikt om de gebruikelijke
Windows-applicaties te draaien. Over het algemeen zijn er
twee á drie specifieke programma’s voor de bedrijfsvoe-
ring, zoals SAP benodigd. Het aantal gebruikers met een
standaard aansluiting vormt in het algemeen de meerder-
heid. Deze aansluitingen worden doorgaans op een data-
snelheid aangesloten kleiner dan 500 Mbit per seconde.
Binnen deze groep gebruikers zijn geen grote ontwikkelin-
gen te verwachten.
- Onderzoeksapparatuur, diagnostiek en dergelijke
Onderzoeksapparatuur met ‘zware’ applicaties (MRI,
elektronenmicroscopen, supercomputers en dergelijke)
zijn niet de norm, maar de uitzondering die naast data-
verkeer en dataopslag meer eisen stellen aan de bouw-
kundige omgeving en op het installatietechnische vlak.
Juist dergelijke applicaties zijn van grote invloed op het
in-house datacenter. Ze genereren grote datastromen en
daarmee gepaard gaande eisen aan dataopslag die met
het datacenter gefaciliteerd moet worden. Er is een dui-
delijke trend zichtbaar waarbij deze apparatuur gebruik-
maakt van universele infrastructuren. De toename in
snelheidseisen en dichtheid van universele netwerken zal
naar verwachting verder toenemen.
TEcHniscHE AcHTERGROnD• Ontwikkeling actieve ICT-apparatuur
Wat zijn de verwachte ontwikkelingen in datasnelheid en
dataopslag in relatie met het verwachte energieverbruik en
de behoefte aan fysieke ruimte? Kan efficiënter omgegaan
worden met de gevraagde energie?
Om deze vragen te kunnen beantwoorden, zal inzicht ver-
kregen moet worden in de actieve apparatuur die de ICT-
afdeling gebruikt en wat de te verwachten ontwikkelingen
in de toekomst zijn. Centrale ICT-apparatuur kan in twee
hoofdcategorieën ingedeeld worden: processoren (data-
snelheid) en dataopslag. Bij beide is een ontwikkeling te
herkennen, die invloed heeft op de omvang en technische
eisen die aan het datacenter gesteld moeten worden.
- Datasnelheid
Een algemeen bekende wet die een voorspelling doet over
de ontwikkeling van processoren, is de Wet van Moore.
Deze wet zegt dat de snelheid van een processor of CPU
(Central Processing Unit) iedere 18 maanden zal verdubbe-
len. De wet van Moore is echter niet meer geldig [1]. Sinds
2005 is de snelheid van een enkele processor vrijwel gelijk
gebleven. Chipleveranciers hebben dit probleem tijdelijk
‘opgelost’ door de zogenaamde duo-processor in 2006 te
introduceren. Deze technologie werkt op basis van twee of
meerdere processoren in één systeem parallel te plaatsen.
De toename in snelheid is echter niet evenredig. De toe-
name vlakt af naarmate het aantal toegepaste processoren
toeneemt (Amdahl’s Law). De verwachting is derhalve dat
de groei in benodigde serverruimte voorlopig niet stopt
of afneemt; de groei zal wellicht enigszins afvlakken. Wel
vindt een verdichting van apparatuur plaats. Dat betekent
dus meer energieverbruik en grotere warmtelast per opper-
vlakte-eenheid.
- Dataopslag
Naast servers wordt ook dataopslag geplaatst in een data-
center. De huidige disk-dataopslag wordt in de toekomst
naar verwachting in hoog tempo vervangen door flash-
dataopslag [2][3][4]. Flash-dataopslag kan per HE (Hoogte
Eenheid, vaste eenheid in een ICT-kast) in een hogere
concentratie uitgevoerd worden dan disk-dataopslag. Met
andere woorden: het vraagt 50 tot wel 70 procent minder
fysieke ruimte en minder energie. De groei in behoefte aan
dataopslag zal voor een deel kunnen plaatsvinden in een
transitie van disk-opslag naar veel kleinere en met name
zuiniger opslagmedia. De ruimtebehoefte volgt de toename
in opslagruimte, echter niet evenredig.
RAnDVOORwAARDEn OnTwERpDe Power Usage Effectiveness (PUE) [5] wordt berekend
door de totaal verbruikte energie te delen op de energie
die door de ICT-apparatuur is verbruikt. Vanuit de politiek
worden eisen gesteld aan datacenters en de verwachting
is dat deze eisen in de toekomst strenger zullen worden.
Tot nu toe wordt self-reporting als meetmethode toegepast
(wat ertoe leidt dat informatie op zijn zachtst gezegd arbi-
trair is), maar op afzienbare termijn valt te verwachten dat
certificeringsmethodieken met betrekking tot het beperken
van energieverbruik usance zullen worden.
Wanneer de verwachting van het aantal en type servers en
de dataopslag is vastgesteld, de ontwikkeling in de komende
jaren in een onzekerheidsgebied is vertaald kan de fysieke
omvang van het datacenter in grote lijnen worden bepaald.
De locatiekeuze kan een invloed uitoefenen op de keuze
van de actieve apparatuur. Bij locaties met een hoge vier-
kante meter-prijs zal de TCO (Total Cost of Ownership) een
(duurdere) high density-oplossing beter te rechtvaardigen
zijn ten opzichte van een lage vierkante meter-prijs.
Tevens heeft locatiekeuze een invloed op de elektrotech-
nische en werktuigbouwkundige oplossingen. Er moet
namelijk worden afgewogen of er hoger in de hiërarchie
gelegen eisen zijn, zoals toegankelijkheid voor bepaalde
gebruikersgroepen.
ElEKTROTEcHniscHE AAnslUiTinGEnVanuit het verwachtingsprofiel voor het dataverkeer en
dataopslag is het elektrische aansluitvermogen te bepalen.
Het stroomverbruik is evident aan de gekozen oplossing,
op dit vlak is er op korte termijn weinig ruimte voor inno-
vatie. Een server met een gevraagde aansluiting van 230V
en 5A zal ook minimaal op 230V/5A aangesloten moeten
worden voor een goede werking. Het opgenomen elektri-
sche vermogen door de actieve ICT-apparatuur wordt voor
een (groot) deel omgezet in warmte.
Twee ontwikkelingen die in de markt plaatsvinden op
elektro-technisch gebied zijn DC-netwerken en grafeen.
Grafeen bestaat uit koolstofatomen in een honingraatstruc-
tuur van één atoom dik. De eigenschappen zijn extreem:
dun (één atoom dik), sterk, buigzaam, geleidend en als
geleider als vervanging van koper en goud (de structuur
van grafeen blijft geordend bij geleiding van elektronen)
tevens een vervangen van silicium en dus te gebruiken als
halfgeleider. Grafeen is zeer veelbelovend, in de elektro-
nica voor wat betreft warmteontwikkeling mogelijk zelfs
grensverleggend. Inmiddels zijn de eerste stappen buiten
het laboratorium gezet. In de nabije toekomst zal blijken
hoe grafeen zich gaat ontwikkelen in massaproductie. Of
DC dan wel grafeen in de nabije toekomst (1 á 2 jaar) ook
uitgerold kunnen gaan worden, is echter afhankelijk van
tal van factoren.
wERKTUiGKUnDiGE AAnslUiTinGEnVanuit het verwachtingsprofiel voor servers, dataopslag
en de verwachting binnen de organisatie is de verwachte
warmteontwikkeling in het datacenter te bepalen.
De ICT-afdeling wil graag een datacenter op een bepaalde
temperatuur hebben. Deze temperatuur wordt vaak geko-
zen uit gewoonte, waarbij de medewerkers geacht worden
langdurig in de ruimte aanwezig te zijn. Deze temperatuur
is vaak niet gebaseerd op het temperatuurwerkgebied van
de servers, die op hogere temperaturen kunnen functio-
neren. Een gemiddelde server heeft een werktemperatuur
tussen de 10 tot 35°C. Hiermee ontstaat de vraag of een
ruimte 24/7 (8760 uur per jaar) gekoeld moet worden op
+/- 21 °C, terwijl er maar een tweetal uur per dag (500 uur
per jaar) iemand aanwezig is.
De Europese Commissie en CPU-ontwikkelaars als Intel [6]
hebben onafhankelijk van elkaar geïndiceerd dat de tem-
peratuur van datacenters verhoogd kan worden in verband
met energiebesparing. Zonder daarbij de performance
van het datacenter uit het oog te verliezen. Uit testen van
Intel blijkt dat er geen noemenswaardige verhoging van
de ‘failure rates’ ontstaat door verhoogde temperatuur en
vochtigheid. Volgens Mark Monroe van Sun Microsystems
kunnen datacenters per 1 °C verhoging een energiebespa-
ring van vier procent realiseren [7].
Figuur 3: werktemperaturen in een datacenter volgens AsHRAE
38 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 39
ICT-afdelingen refereren regelmatig naar ASHREA voor de
uitgangspunten van de temperatuur en de vochtigheids-
graad in een datacenter. ASHREA geeft als geadviseerde
werktemperatuur voor class 1 datacenters van 18°C tot
27°C. En een toegestane werktemperatuur voor Class A1
datacenters van 15°C tot 32°C!
Theoretisch gezien mag de temperatuur in het datacenter
dus oplopen tot 32°C. Een integrale aanpak vraagt dan wel
om verder te kijken wat de gevolgen zijn voor de overige
installaties.
Een punt van aandacht is dan dat de temperatuur van ho-
ger dan 27°C aan de koude kant van de actieve apparatuur
het kantelpunt is waarbij de fans in de apparaten sneller
gaan draaien en daarmee meer elektrisch vermogen gaan
gebruiken. Een energiebesparing aan één kant moet ook
een energiebesparing over het gehele systeem zijn en niet
een verschuiving van energieverbruik.
wARMTEBEHEERsinGIn de basis bestaat er geen wens om een datacenter te
koelen, maar bestaat de wens de warmteontwikkeling te
beheersen. En dan bij voorkeur op een effectieve manier.
Of het elektrisch aansluitvermogen van de servers op korte
termijn verlaagd zal worden, is nog maar de vraag. Het
aantal servers zal echter zeker toenemen en daarmee ook
de warmteontwikkeling. En dat terwijl de ICT-sector met
de Meerjarenafspraken energie-efficiency juist de afspraak
heeft staan om tot 2020 het energieverbruik jaarlijks met
gemiddeld twee procent terug te dringen [8].
De koeling van een traditioneel datacenter is al snel 40 tot
50 procent van het totale energieverbruik. Een energiebe-
sparing op de koeling zien we direct terug in de PUE.
GRATis KOElinGOrganisaties met meerdere gebouwen bij elkaar gesitu-
eerd, bijvoorbeeld op een campus, zijn dikwijls voorzien
van een centrale koude-opwekking. Deze koude wordt
getransporteerd door de gebouwen via een koud-waternet.
De ervaring leert dat het grootste deel van het jaar de
koelopwekking niet volledig wordt belast. Hierdoor is de
delta T tussen de voedende (primaire) leiding en de retour
(secundaire) leiding lager ten opzichte van het geïnstal-
leerde vermogen. Het gevolg is dat de koude opwekking
een groot deel van het jaar een lager rendement heeft ten
opzichte van een grotere delta T tussen de voedende en
retourtemperatuur.
We kunnen gratis koeling voor het datacenter verkrijgen
door de retour-koudeleiding van de gebouwen naar het
datacenter te leiden en deze retourkoude via een drie-
wegklep aan te sluiten op de primaire kant van de koude
aanvoer zodat de aangeboden temperatuur hoger is
waarmee het datacenter gekoeld kan worden. Bijkomend
voordeel is dat delta T bij de centrale koelmachine ver-
groot wordt, waarmee het rendement van de koelmachine
zal toenemen. De temperatuur van de aangeboden koude
aan het datacenter zal dan hoger zijn ten opzichte van een
conventioneel ontwerp.
Ilko van Genderen, consultant Vrije Universiteit FCO
Peter Schumacher, adviseur en projectmanager Royal
HaskoningDHV, Building services
ilko van Genderen (links) en peter schumacher. Foto’s: Marjolein Ansink
ReferentiesUniversity of Ulm[1] Lutz Schubert – The classical Strategies no longer hold
true Computing PerformanceDatacenterWorks[2] http://datacenterworks.nl/2014/01/24/storage-gaat-
het-datacenter-veranderen/Flash Memory Summithttp://www.flashmemorysummit.com/[3] 20130814_Inspiring IT Innovation with SSD Soluti-
ons_Crooke.pdf[4] 20130813_Flash at Facebook_Taylor.pdfFHI IT Room Infra[5] Energy Logic – A Holistic Approach to Data Center
Energy Savings - Emerson Network PowerIntel.nl[6] http://www.intel.com/content/www/us/en/data-cen-
ter-efficiency/efficient-datacenter-high- ambient-temperature-operation-brief.html
Data center knowledge [7] http://www.datacenterknowledge.com/ar-
chives/2008/10/14/google-raise-your-data-center-temperature/
Agentschap NL Energie en Klimaat[8] Duurzaam Koelen van datacenters Het mes snijdt aan twee kanten
Zorginstellingen worden gedwongen in hoog tempo wijzigingen in hun applicaties door te voeren. Het huidige test- en acceptatieproces is vaak erg administratief en arbeidsintensief, en kan veel efficiënter meent Zorgon.
Aan het zogeheten test- en acceptatieproces van zorgin-
stellingen worden steeds meer eisen gesteld. Dit zijn
de procedures die instellingen hanteren om de kwaliteit
van de wijzigingen in de applicaties aan te tonen. Hierbij
spelen onder andere het convenant ‘Veilige toepassing van
medische technologie in het ziekenhuis’ een rol. Maar ook
normen als ISO 27001 en NEN 7510, ZekereZorg3 van NIAZ
en NOREA evenals de periodieke accountantscontroles.
sUppORTBOOKHoe gaan we op een pragmatische en efficiënte manier om
met deze steeds grotere uitdaging? Zorgon heeft hiervoor
in samenwerking met Martini Groningen, Noorderboog
Meppel en Antonius Sneek het online platform Support-
book ontwikkeld.
Supportbook verzorgt het test- en acceptatieproces van
nieuwe releases, updates, hotfixes en gewijzigde confi-
guraties in zowel het ZIS als het EPD. Bovendien kunnen
instellingen onderling de testresultaten delen, wat zorgt
voor sneller en beter zicht op de risico’s die een wijziging
in het ZIS of EPD met zich meebrengt. Ruim een jaar na de
lancering gebruiken al bijna twintig ziekenhuizen en GGZ-
centra de applicatie.
TRAin-DE-TRAinERSupportbook is via internet te benaderen en vereist
daarom geen complexe technische implementatie. In
slechts een halve dag worden medewerkers via het train-
de-trainer-principe opgeleid. Zij kunnen vervolgens in ei-
gen tempo de rest van de organisatie helpen Supportbook
eigen te maken.
Kijk voor meer informatie op www.zorgon.nl/sb
‘ Zorg heeft beter test- en acceptatieproces nodig’
Techniek
40 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 41
Jeroen Vermeulen, directeur Innovatie van ICT-dienstver-
lener Winvision verwacht dat wearables het komend jaar
al uit de gadgetsfeer komen en hun intrede zullen doen
in de ‘serieuze’ zorgverlening. “Al die apparaten zijn nu
stand-alone en registreren losse data die iets zeggen over
een specifiek onderdeel van de conditie van de drager. Als
je die data bij elkaar kunt brengen, dan ontstaat er een
samenhangend en doorlopend beeld van de gezondheid.
Maak je die geaggregeerde data beschikbaar en behapbaar
voor verplegers, artsen en specialisten dan hebben die een
geweldige informatiebron om herstel, ziekteverloop, effect
van medicijngebruik of het ontwikkelen van ziektebeelden
op afstand te monitoren.”
VAn BAnDjE TOT sliMME cOnTAcTlEnZEnDraagbare apparaten zijn enorm in opkomst. De Nike
FuelBand is een bekend fenomeen, vorig jaar kwam de
Microsoft Band op de markt die hartslag, verbrande
calorieën en stappen meet. Er zijn weegschalen die
en hebben goed zicht op het verband tussen leefpatroon
of eetpatroon en gezondheid. Zij kunnen zelf ook, indien
noodzakelijk, direct bijsturen.”
ZiEKTEs OF cOMplicATiEs VOORKOMEnWinvision is momenteel in gesprek met een aantal zorg-
organisaties om met behulp van wearables de zorg op
afstand in te richten. “Je kunt per patiënt heel gericht de
parameters ingeven: welke aspecten monitor je en wat is
de bandbreedte van de meetgegevens waarbuiten je een
seintje krijgt. Een arts kan in korte tijd z’n patiënten door-
lopen en beeld krijgen van hun gezondheid en de ontwik-
keling daarvan. De aanschaf van de wearables zal geen
probleem opleveren: zoveel kosten die niet en de prijzen
zullen alleen maar verder dalen. Er gaat ook een enorm
preventieve werking van uit: door patiënten goed te volgen
kun je ziektes of complicaties voorkomen. Dat zou dus ook
een positieve invloed kunnen hebben op de zorgkosten.
Het systeem of de financiering van het systeem is dus ook
interessant voor zorgverzekeraars.”
winVisiOn lAAT HET ZiEn Op ZORG&icTOp de vakbeurs Zorg & ICT laat Winvision zien hoe
wearables in een geïntegreerde omgeving een belangrijke
rol kunnen spelen in zorgverlening. Op de stand zijn een
aantal draagbare apparaten beschikbaar, waarvan de
data samenkomen in een dashboard. Jeroen Vermeulen:
verbonden zijn met internet. De Scanadu is een soort
hockeypuck die je tegen je slaap moet houden om binnen
tien seconden hartslag, bloeddruk en temperatuur te me-
ten. Dit jaar zullen ook de smart watches en brillen een
grote vlucht nemen die ook gezondheid kunnen meten.
En dan zijn er zelfs nog slimme contactlenzen en juwelen
in ontwikkeling.
pATiënTEn VEEl MEER BETREKKEn Bij DE ZORGJeroen Vermeulen: “Denk je eens in wat het kan betekenen
als een zorgverlener dagelijks online kan zien hoe het met
zijn patiënten gaat: slaan medicijnen aan, verbetert de
zuurstofopname, daalt de bloeddruk? Komen er alarme-
rende waardes, dan is er snel een afspraak gemaakt of kan
de specialist via Lync of Skype direct contact opnemen
met de patiënt. Gaat het goed, dan hoeven patiënt en arts
geen tijd in te ruimen voor een afspraak. Groot voordeel
is ook dat patiënten veel meer betrokken zijn bij hun
gezondheid en herstel. Zij zien ook de gemeten waardes
“Winvision is een echte systemintegrator. We zijn continu
bezig om innovatieve technologie te integreren en bruik-
baar te maken voor zorgorganisaties. De ontwikkelingen
op het gebied van wearables zijn zeer interessant, maar
zijn pas van toegevoegde waarde als je losse gegevens
samenvoegt in een totaalbeeld en beschikbaar maakt voor
zorgverleners. Ik ben ervan overtuigd dat we samen met
zorgorganisaties zo de zorg efficiënter, effectiever en pro-
actiever kunnen maken. Niet over twee jaar, maar nu al.”
Wearables
VOEG lOssE inFORMATiE sAMEn in EEn TOTAAlBEElD En jE KUnT EFFEcTiEVER En pROAcTiEVER ZORG VERlEnEn
‘ Wearables zorgen voor een revolutie in de zorg’
“Er zijn stappentellers, hartslagmeters, bloeddrukmeters, fitness trackers en nog een heleboel andere draagbare apparaatjes die bepaalde lichaamwaardes meten. De aantallen en soorten zogeheten wearables groeien explosief: de verwachting van icT-onderzoeksbureau Gartner is dat er volgend jaar zo’n 100 miljoen in omloop zijn, inclusief de smart watches. Tot nu worden die apparaten vooral re-creatief gebruikt, voor sport, fitness of dieet. Maar ik voorzie dat deze wearables voor een revolutie in de gezondheidszorg gaan zorgen.”
42 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 43
Als het aan Jan van Beek ligt, wordt de elektronische uit-
wisseling van patiëntgegevens tussen eerste en tweede lijn
even normaal als ontbijt in de ochtend. Zelf is Van Beek
drie jaar geleden begonnen met deze elektronische uitwis-
seling. “Wat ik daarmee win, is veel tijd met het opvragen
van patiëntinformatie. Per dossier is mijn secretariaat er
vijf minuten mee bezig - en dan reken ik nog ruim.”
pRODUcTiViTEiT TOEGEnOMEn“Ik heb de actuele data meteen, van bloeduitslagen tot
radiologische informatie. Vergelijk dat eens met de
oude situatie. Toen moest ik vijf dagen wachten voordat
ik deze gegevens van de ziekenhuizen had. De patiënt
moest wachten en terugkomen voor een nieuwe
afspraak. Vrijwel alle nieuwe patiënten kregen hiermee
te maken. Er waren gevallen waarbij die wachttijd
medisch gezien niet eens nodig zou zijn, laat staan
dat die verantwoord was.’
Niet alleen de patiënt heeft baat bij de snelle uitwisse-
ling van data, ook de arts zelf, stelt Van Beek. Dankzij de
elektronische uitwisseling van patiëntinformatie heeft hij
ongeveer twintig procent extra behandelcapaciteit gekre-
gen. “De productiviteit van mijn praktijk - en met name het
medisch handelen voor de patiënt - is omhoog gesprongen.
Die kan nog veel verder stijgen, als je bedenkt dat nog lang
niet alle ziekenhuizen zijn aangesloten.”
TERUGHOUDEnDHEiDIn Den Haag doen de meeste ziekenhuizen mee aan het
elektronisch uitwisselen van patiëntgegevens. “Maar er
is een ziekenhuis dat er nog niet aan wil. Daar moet ons
secretariaat nog per telefoon of fax de gegevens per
patiënt opvragen en wachten tot het ziekenhuis de aan-
vraag verwerkt. Dit is tijdrovend en kostbaar.”
De loftrompet die Van Beek steekt over de elektronische
uitwisseling van patiëntgegevens klinkt bij lang niet alle
artsen. Integendeel, begin dit jaar was nog geen tien pro-
cent van alle patiëntdossiers aangemeld voor elektronische
uitwisseling bij het Landelijk Schakelpunt. Terwijl er was
gerekend op minstens de helft. Huisartsen sluiten zich
wel massaal aan bij het Landelijk Schakelpunt, maar zijn
terughoudend om er gebruik van te maken. Van de zieken-
huizen doet 38 procent mee.
REcHTERTwee grote knelpunten staan in de perceptie van veel be-
trokkenen de elektronische uitwisseling van patiëntinfor-
matie tussen zorgverleners in de weg. In de ogen van Van
Beek zijn deze problemen echter opgelost en staat niets
een breder gebruik in de weg.
Het eerste obstakel is de veiligheid van patiëntinformatie.
De Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VP Huisartsen)
heeft hierover alarm geslagen. Via de rechter is tevergeefs
geprobeerd om het Landelijk Schakelpunt uit te zetten. Het
bezwaar van veel artsen is dat artsen zonder medische re-
latie met bepaalde patiënten toch bij patiëntgegevens kun-
nen die hen niet aangaat. Patiënten daarentegen hebben
geen idee welke informatie van hen wordt uitgewisseld.
Van Beek onderstreept dit bezwaar ten dele. “Waar het
gaat om de toegang van de patiënt tot zijn eigen medische
gegevens zijn alle problemen uit de lucht. Bij het Landelijk
Schakelpunt is dat niet het geval, daarom ben ik daar niet
bij aangesloten.”
EiGEn inlOGEr zijn echter goede alternatieven die de patiënt wel infor-
meren, benadrukt Van Beek. “Ik werk met de technologie
van Meddex. Die geeft patiënten wel inzage in hun eigen
medische gegevens. Ze krijgen een eigen inlog en kunnen
met behulp daarvan altijd zien welke gegevens door artsen
in de eerste en tweede lijn zijn opgeslagen. Dit is verge-
lijkbaar met een bank, waar je als klant toegang hebt tot je
eigen account via je persoonlijke inlogcode.”
“Ik merk dat mijn patiënten het plezierig vinden dat ze bij
hun eigen medische gegevens kunnen”, vervolgt Van Beek.
“Ze hoeven maar in te loggen en ze kunnen volgen wat de
artsen over hen hebben vastgelegd in medische dossiers.
Zo kunnen ze goed volgen wat medici doen, ze zijn voor
deze informatie niet meer afhankelijk van de arts.”
ROMpslOMpDe andere drempel die de elektronische uitwisseling van
patiëntinformatie tegenhoudt - de vermeende rompslomp
- is minstens zo hoog. “Van de hoeveelheid administra-
tief werk die onze praktijk hiervoor en voor alle andere
aanpassingen onbetaald moet verrichten, worden wij niet
vrolijk”, zo verwoordde Huisartsenpraktijk Venhuizen
eerder dit jaar haar bezwaar tegen de elektronische uitwis-
seling van patiëntgegevens. “Daarbij komt de vraag wie
er verantwoordelijk is voor het up-to-date houden van uw
individuele dossier. Deze vraag is niet beantwoord door de
plannenmakers, die ook geen solide financiële basis op de
langere termijn onder dit beleid hebben gelegd.”
KOUDwATERVREEsVan Beek noemt dit ‘koudwatervrees’. “Veel huisartsen heb-
ben nog onvoldoende medische automatiseringskennis.
Anderen zijn bang dat automatisering de dagelijkse rou-
tine zal ontwrichten en dat ze op kosten worden gejaagd.
Misschien denken ze zelfs dat ze alle technologie zelf moe-
ten gaan installeren. Maar deze zorg is onterecht. De digi-
tale uitwisseling van patiëntinformatie is uiteindelijk niet
zo ingrijpend voor een arts. Er zijn geen grote ingrepen in
de eigen ICT-infrastructuur en de kosten zijn reëel.”
“Wat ik bij veel artsen zie, is dat zij op het gebied van IT
nog onvoldoende bereidheid hebben om te investeren in
de zorg anno nu voor hun patiëntenpopulatie. Goede pa-
tiëntenzorg kost nu eenmaal tijd, dat is altijd zo geweest.
Als je je daarover beklaagt, vraag ik mij af of je uiteinde-
lijk voldoende bereid bent om de aandacht met alles er
op en er aan beschikbaar te stellen waar de patiënten om
vragen. Ik kan me dat vanuit mijn medische opleiding niet
voorstellen. En daarom denk ik eigenlijk dat het eerder on-
wetendheid of onhandigheid is, dan onwil.”
“Als arts moet je je echt afvragen of de analoge zorg beter
is. Al dat papier, dat wachten, dat gebrek aan overzicht.
Patiënten die alsmaar vragen om hun informatie. Dat is pas
zwaar en geeft veel gedoe. Er zijn betrouwbare en goede
alternatieven die aantoonbaar werken. Als arts moet je
over vele en meestal op emotie gestoelde vooroordelen
heen kunnen stappen.”
jAn VAn BEEK, MAnUEEl GEnEEsKUnDiG ARTs:
‘Vooroordelen elektronische uitwisseling
patiëntgegevens zijn achterhaald’
Informatie-uitwisseling
Artsen zijn onwillig om patiëntgegevens elektronisch uit te wisselen. Veiligheid, transparantie en complexiteit worden als argument van stal gehaald. Terwijl deze bezwaren aantoonbaar achterhaald zijn. jan c. van Beek, arts, manueel geneeskun-dige en oud-huisarts in Den Haag, koos juist wel voor elektronische uitwisseling van patiëntgegevens en zag zijn productiviteit met een vijfde toenemen.
44 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 45
TriviumLindenhof verleent zorg aan kinderen, adoles-
centen en hun ouders. Met meer dan 650 specialistische
medewerkers biedt de organisatie ambulante hulp-
verlening, dagbehandeling en 24-uurszorg aan circa
2500 cliënten per jaar. TriviumLindenhof beschikt over
zeventig locaties in de stadsregio Rotterdam en de regio
Zuid-Holland-Zuid.
GEGARAnDEERD 24/7 UpTiMEOngeveer anderhalf jaar geleden nam TriviumLindenhof
zijn volledige infrastructuur onder de loep in een poging
meer grip op zijn ICT-netwerken te krijgen. Monique Vink,
ICT & Facility manager bij TriviumLindenhof legt uit: “Onze
organisatie faciliteert 24/7 crisiszorg. Om hierin succesvol
te zijn is de beschikbaarheid van alle belangrijke ICT-
systemen dus cruciaal. De geografische spreiding van de
bedrijfslocaties vraagt om effectief ICT-beheer ter voorko-
ming van downtime.”
“We hadden daarom behoefte aan een oplossing die ons
zou helpen bij het zo effectief mogelijk monitoren van
de 65 apparaten binnen ons netwerk. Na de evaluatie
besloten wij de bestaande Service Level Agreements
met externe leveranciers stop te zetten en de bewaking
van onze netwerken intern te regelen. Samen met onze
partner Yaguti Systems zijn wij op zoek gegaan naar een
betaalbare en efficiënte manier om de gegevens-
verbindingen te bewaken.”
24/7 te monitoren. Daarom was de keuze voor het monito-
ren van de gegevensverbindingen met datzelfde WhatsUp
relatief snel gemaakt. Het implementeren van de software
ging dan ook zonder problemen.
“Met deze software kan onze helpdesk precies zien wat er
zich binnen het netwerk afspeelt. We hebben nu een groot
MOniTORinGOm de infrastructuur te versterken, is TriviumLinden-
hof gebruik gaan maken van twee dataverbindingen: één
primaire VPN-verbinding en een secundaire verbinding om
in noodsituaties op te kunnen terugvallen. Yaguti maakte
reeds gebruik van Ipswitch WhatsUp Gold - en dan met
name de Premium-variant - om het serverpark van Trivium
scherm opgesteld met daarop een geografisch overzicht
van alle locaties die verbonden zijn met onze hoofdkanto-
ren. Als er een probleem optreedt met één van de verbin-
dingen, dan wordt direct een alarmering in de vorm van
een rood lampje gegeven. We kunnen dan direct ingrijpen
en contact opnemen met onze service providers die het
probleem technisch kunnen aanpakken. Op deze manier is
een probleem in veel gevallen al weer opgelost, nog voor-
dat de medewerkers op locatie in de gaten hebben dat er
überhaupt een probleem speelde.”
MEER TRAnspARAnTiE, MinDER KOsTEnTriviumLindenhof kan dankzij de keuze voor deze aanpak
zelfstandig zorg dragen voor het netwerkbeheer. De beslis-
sing heeft geresulteerd in een kostenbesparing van 80.000
euro. Dit is een gevolg van het feit dat de zorginstelling
niet langer geld behoeft te investeren in SLA’s met derde
partijen om downtime te voorkomen.
Een ander voordeel van de nieuwe manier van werken is
de transparantie die het biedt. De helpdesk van Trivium-
Lindenhof kan precies zien wat er zich binnen het netwerk
afspeelt en proactief ingrijpen als de tool een probleem de-
tecteert. ICT-manager Monique Vink: “Voorheen hadden we
geen enkel zicht op wat er binnen het netwerk gebeurde.
Als er een probleem optrad, nam het oplossen daarvan (te)
veel tijd in beslag. Dit resulteerde in onnodige downtime.
In de praktijk blijkt dat WhatsUp ons daadwerkelijk helpt
om downtime te voorkomen. Aan het einde van het jaar
kunnen we een rapport genereren over de beschikbaarheid
van onze netwerken. Vorig jaar ondervonden we in het ge-
heel geen downtime. Dit jaar verloopt alles tot nu toe ook
voorspoedig”.
Over TriviumlindenhofTriviumLindenhof is een zorginstelling die jaarlijks onge-veer aan 2500 cliënten ambulante hulpverlening, dagbe-handeling en 24-uurzorg biedt. De instelling beschikt over 70 locaties in de stadsregio Rotterdam en de regio Zuid-Holland-Zuid.
Uitdagingen:• 24/7 uptime garanderen voor de belangrijkste locaties
op een kosteneffectieve manier• 65 apparaten monitoren, verspreid over verschillende
gegevensverbindingen in real-time, 24/7
Resultaten:• Kostenbesparing door het vervangen van bestaande
SLA’s• Gemakkelijk monitoren van verschillende netwerken• Significante verbeteringen in de beschikbaarheid van het
netwerk
Business continuity
OplOssinG VOOR nETwERKBEwAKinG ZORGT VOOR jAARlijKsE BEspARinGEn VAn 80.000 EURO
Zorginstelling TriviumLindenhof kiest voor WhatsUp
instellingen met tientallen vestigingen zijn in de zorg geen uitzondering. Bij zo’n geografische spreiding zijn netwerkverbindingen tussen alle locaties van cruciaal belang. Maar hoe voorko-men we dat technische storingen het aanbieden van zorg in de weg gaat zitten? De in Rotterdam en omstreken actieve instelling Triviumlindenhof vond daar een technische oplossing voor, die bovendien een interessante kostenbesparing mogelijk bleek te maken.
46 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 47
Het uitgangspunt van CancerLinQ is niet zozeer het tijdig
diagnosticeren van kanker, maar het verbeteren van het
zorg- en behandeltraject. Daartoe verzamelt het data van
kankerpatiënten wereldwijd. Zorgverleners kunnen uit al
die gegevens kwaliteitsvergelijkingen maken, of advies
voor behandelplannen destilleren. Met CancerLinQ meten
zorgverleners bijvoorbeeld hoe hun zorg presteert ten
opzichte van de prestaties van collega’s wereldwijd.
niEUwE BEHAnDElMETHODEnOok helpt het systeem met de beslissing over het juiste
behandeltraject, door het inzichtelijk maken van trajecten
van duizenden vergelijkbare patiënten. Bovendien spoort
CancerLinQ ook nieuwe, voorheen onzichtbare patronen
in het ziektebeeld bij patiënten op. En die kunnen weer
leiden tot nieuwe inzichten en betere behandelmethoden.
in DE pRAKTijKHoe werkt CancerLinQ in de praktijk? Mark Raben, Director
Innovation & Product Strategy bij SAP, legt uit: “Stel uzelf
een persoon voor die kampt met een zeldzame vorm van
kanker en ergens in Friesland woont. Zijn kanker is in
een vergevorderd stadium en hij zoekt raad bij een klein,
lokaal oncologiecentrum. De dokter stelt een behandelplan
op basis van zijn analyse op. Toch zou de arts graag snel
een second opinion willen voor de bevestiging van zijn
aanpak. Hij kent een groot oncologiecentrum dat gespecia-
liseerd is in keelkanker. Maar dat centrum is niet gemakke-
lijk bereikbaar voor de patiënt, het zit zo’n 100 kilometer
verderop. Even langsgaan is er dus niet bij.”
“De arts legt de geanonimiseerde gegevens over de patiënt
en zijn aandoening vast in CancerLinQ. Vrijwel direct toont
het systeem tientallen vergelijkbare gevallen. Velen kre-
gen dezelfde behandeling als de arts heeft voorgesteld en
reageerden daarop goed. De patiënt en zijn arts besluiten
dan ook de behandeling te starten. De data die daaruit weer
voortvloeit, verrijkt het systeem verder en zorgt op die ma-
nier voor een nog betere aanpak bij toekomstige gevallen.”
ROl VAn sAp HAnADe technologie van SAP, SAP HANA genaamd, maakt
het dankzij een in-memory platform mogelijk om grote
hoeveelheden data razendsnel te verwerken. CancerLinQ
heeft de inhoud van duizenden patiëntdossiers vrijwel
direct oproepbaar, waardoor verbanden en patronen
veel sneller naar boven drijven en gemakkelijker aan de
oppervlakte komen. Dankzij de beschikbare analyses
kunnen artsen conclusies trekken, voorspellingen doen
of nauwkeurig inzicht krijgen. En dat helpt weer met het
opstellen van een persoonlijke, patiëntgerichte aanpak
van de ziekte.
CancerLinQ is overigens niet de eerste die SAP HANA inzet
in de strijd tegen kanker. Zo zetten oncologen de tech-
nologie ook in om binnen luttele seconden een menselijk
genoom te vergelijken met een database van miljoenen
genomen en op basis daarvan bijvoorbeeld de beste behan-
delmethoden op te zoeken.
in OnTwiKKElinGHet nieuwe CancerLinQ-systeem is momenteel nog in ont-
wikkeling. Raben: “De eerste versie staat gepland voor het
einde van 2015. Acht oncologiepraktijken in de VS hebben
inmiddels hun patiëntdossiers beschikbaar gesteld aan het
systeem. Nog zeven praktijken sluiten binnenkort aan. Bij
elkaar zal de eerste versie van het systeem zo’n 500.000
patiëntdossiers ontsluiten.”
Het is voor ASCO nog maar het begin, maar met deze
aantallen kunnen ze belangrijk voorwerk verrichten en met
de opgedane inzichten het systeem verder verfijnen en
afronden. Na die fase kunnen alle oncologiepraktijken in
de VS aansluiten.
CancerLinQ is zo ontwikkeld dat het systeem beter wordt
naarmate de input vergroot. Input van artsen, specialisten
en patiënten maakt in de loop van de jaren het systeem
alleen maar rijker en effectiever.
BiG DATA-sysTEEM cAncERlinQ VERBETERT BEHAnDElplAn
ASCO en SAP samen in medisch onderzoek
Technologie
De Amerikaanse kankerbestrijdingsorganisatie AscO gaat samenwerken met sAp in de strijd tegen kanker. Het resultaat is AscO’s cancerlinQ, een big data-systeem dat allerlei gegevens van kankerpatiënten wereldwijd verzamelt en daaruit inzichten voor onder andere de juiste behandel-methoden destilleert.
48 Digitalezorg.nl Magazine nr. 1 / 2015 49
Rob Stevens van Interconnect begon samen met zijn broer
Jeroen in 1995 met het aanbieden van internetdiensten.
Vanwege de afhankelijkheid van het internet is het aanbod
van Interconnect meegegroeid met de vraag van de klant.
“Alles draait om betrouwbaarheid”, zegt Stevens. “Het is
niet meer genoeg om alleen te investeren in redundante
apparatuur. Tegenwoordig zijn de meeste ISP’s voorzien
van noodstroomaggregaten, 24-uur bemanning en beveili-
ging, een dubbele uitvoering van de netwerkapparatuur en
een 99,9 procent uptime-garantie.”
veel verder”, licht Stevens toe. “Als de continuïteit van een
werkmaatschappij om wat voor reden dan ook in gevaar
mocht komen, worden de diensten die de klanten afnemen
toch gecontinueerd. Dit doen wij door een tweede volledig
onafhankelijke werkmaatschappij in het leven te roepen
die over dezelfde middelen beschikt. Dit gaat op een
geoorloofde en transparante manier. Dat wij nu met deze
continuïteitsgarantie komen, heeft alles te maken met ti-
ming. Deze stap kan namelijk alleen gezet worden voordat
van een eventueel faillissement sprake is. Daarom moet
een dergelijke maatregel genomen worden op het moment
dat het financieel goed gaat - zoals bij ons het geval is.”
Deze dienst waarborgt dat de dienstverlening nog zes
maanden ongestoord blijft verlopen, zodat klanten een
reële tijd hebben om een alternatieve leverancier te zoeken
nadat is gebleken dat bij Interconnect geen doorstart meer
haalbaar is.
Interconnect beschikt over twee datacenters, een in
’s-Hertogenbosch en een Tier 3++ datacenter in Eindhoven.
Samen beschikken deze over ruim 6.800 m2 (fase 2) data-
centervloer. De service die Interconnect levert, is van een
dusdanig niveau dat de dienstverlening verder gaat dan
‘slechts’ Tier 3. Rob Stevens: “Een ieder die wil weten hoe
dit er precies uitziet en hoe het geregeld is, heten wij van
harte welkom bij onze datacenter inloopdagen!”
cOnnEcTiViTEiT is EssEnTiEElOm te kunnen overleven in de snel veranderende we-
reld van service providers, kan Interconnect volgens Rob
Stevens bovendien terugvallen op een ander belangrijk
kenmerk. Hosting betekent dat je een betrouwbaar en goed
beveiligd datacenter aanbiedt als een veilige locatie voor
de zorgautomatisering en bijvoorbeeld een ERP-systeem
van een partner, maar Stevens voegt daar een belangrijke
voorwaarde aan toe. “Je moet er als klant natuurlijk wel bij
kunnen. Je hebt niks aan een Tier3++ datacenter waar je
een flexibele cloud-omgeving host, zonder een fatsoenlijke
breedbandverbinding. Uiteindelijk is je connectiviteit naar
het datacenter net zo belangrijk als de beschikbaarheid
van het datacenter of van die cloud-applicatie zelf. Als een
van de twee niet goed werkt, heb je nog niks. Dat wordt
nog wel eens onderschat.”
Deze bereikbaarheid wordt onder andere gerealiseerd
doordat Interconnect gebruikmaakt van verschillende
netwerken. “We gebruiken de diensten van zowel KPN,
Eurofiber, Tele2 als Ziggo. Bovendien investeren wij zelf in
alle netwerkapparatuur die voor deze connectiviteit nodig
is. Wij zijn dus geen verkoopkantoor van welke partij
dan ook. Dat maakt ons onafhankelijk. Heb je het over
redundantie, dan gaat dat niet alleen over bandbreedte
of aantallen megabits. Wij adviseren klanten: neem naast
een glasverbinding van de ene aanbieder ook een DSL-
TwEEDE wERKMAATscHAppijSinds 1 januari 2015 biedt Interconnect nu ook een conti-
nuïteitsgarantie. Deze garandeert aan klanten dat zij - ook
na een eventueel faillissement van de service provider
- toegang behouden tot de bedrijfsgegevens die zij heb-
ben vastgelegd op IT-apparatuur die bij Interconnect is
geplaatst.
“Continuïteit werd altijd door ons geboden, maar dan heb-
ben we het vooral over technische maatregelen. Dit gaat
verbinding van een andere netwerkleverancier. Wij kunnen
dat technisch zodanig aanbieden, zodat die verschillende
verbindingen ook echt elkaars fallback vormen, bijvoor-
beeld met dezelfde IP-adressen. Het gaat om die ene keer
per jaar dat – bijvoorbeeld – een glasverbinding van een
leverancier een uur lang niet beschikbaar is.”
VODAFOnEDe dienstverlening van Interconnect wordt onder andere
toegepast door telecomaanbieder Vodafone. Vodafone
heeft in Interconnect een partij gevonden die, net als
zij, betrouwbaarheid hoog in het vaandel heeft staan.
Vodafone Nederland is ruim twee jaar geleden gestart
met de zoektocht naar een datacenter dat aansluit op hun
langetermijnstrategie. De dienstverlening van Vodafone
richt zich op gebruikersgemak en continuïteit van netwerk-
verbindingen. Dit zijn ook uitgangspunten voor colocatie
bij Interconnect. De dedicated ruimtes die zijn gebouwd
voor het Vodafone SuperSwitch-project zijn gekoppeld
aan een volledig redundante, gescheiden en uitbreidbare
stroomvoorziening. Door een aansluiting op twee aparte
feeds, met twee transformatoren en met twee generatoren
per zaal is 2N-redundantie een feit.
Visie
ROB sTEVEns VAn inTERcOnnEcT:
‘Alles draait om betrouwbaarheid’
interconnect, internet service provider uit ’s-Hertogenbosch, startte onlangs met een noviteit op datacentergebied. Het antwoord op de ultieme garantie-vraag van klanten biedt interconnect met een continuïteitswaarborging. Zelfs wanneer de isp onverhoopt zou omvallen, garandeert interconnect zijn klanten nog toegang tot hun bedrijfsdata. Voor zorginstellingen - waar toegang tot data vaak van levensbelang is - een hele geruststelling.
50 Digitalezorg.nl Magazine
Videosamenwerking is een effectieve zakelijke communi-
catiemethode - ook in de zorgsector. Samenwerkingstech-
nologieën helpen grote en kleine zorgorganisaties bij het
samenbrengen van patiënten met de voor hen best moge-
lijke zorg, onafhankelijk van plaats en tijd. Het gevolg, zo
blijkt uit onderzoek: betere resultaten, verhoogde produc-
tiviteit, kostenbesparing en - het allerbelangrijkst - beter
gecoördineerde en effectievere zorg. Er zijn voordelen te
behalen op zes terreinen:
• Verlies geen tijd meer
Tijd is een van de grootste risicofactoren in de gezond-
heidszorg. Voor slachtoffers van een hartaanval kan
toegang tot een expert en een behandeling binnen de
eerste drie uur het verschil betekenen tussen een
gezond leven of permanente schade en veel herstel-
activiteiten. Video verbindt de specialisten op afstand
met clinici, waardoor er tijdens transport geen kost-
bare tijd verloren gaat.
• Geef meer patiënten toegang tot (gespecialiseerde)
gezondheidszorg
Een patiënt heeft soms meer nodig dan wat er lokaal
beschikbaar is. Met een mobiele videoapplicatie op smart-
phone of tablet - of zelfs gewoon thuis via pc - hoeven
patiënten niet langer grote afstanden af te leggen voor
advies van de beste specialisten. Dankzij video spreken
ze ‘face-to-face’ en real-time met een expert - vanaf vrijwel
elke plek.
• Verbeter de productiviteit
Er zijn maar weinig sectoren die zoveel onderzoek en
informatie bieden als de gezondheidszorg. Betrokkenen
willen dit tot zich kunnen nemen en ernaar kunnen han-
delen. Door via videosamenwerking de afstandsdrempels
weg te nemen, is medisch personeel op de hoogte van
best practices, en nieuwe en innovatieve behandelingen,
en werken ze samen aan het oplossen van de grootste
zorguitdagingen, bijvoorbeeld de ouderenzorg. Van ef-
fectiever werken tot en met het sneller betrekken van
mensen: videosamenwerking biedt een platform om de
productiviteit bij zorginstellingen flink te verbeteren -
overal ter wereld.
• Verminder tweede-ziekenhuisopnames en versnel herstel
Video helpt zorgfaciliteiten meer en meer bij het terug-
brengen van tweede-ziekenhuisopnames van patiënten
- een essentieel onderdeel van de zorgnorm van tegen-
woordig. Video speelt een belangrijke rol voor verpleeg-
kundigen om herstelinformatie adequaat door te geven
en patiënten te monitoren om te controleren of ze zich
houden aan zorginstructies. Dankzij regelmatige interactie
met de patiënt buiten de ziekenhuismuren kunnen dokters
en verpleegkundigen het herstel beter volgen en vaststel-
len waar er problemen kunnen ontstaan.
• Bied hulp bij genezing
Zorg aanbieden aan hulpbehoevenden in landelijke en
afgelegen gebieden is een grote uitdaging. Video helpt
zorginstellingen om medisch specialisten in stedelijke of
regionale ziekenhuizen in verbinding te brengen met deze
gebieden.
• Bespaar kosten daar waar het telt
Zorgfaciliteiten zoeken voortdurend naar budgetefficiënte
manieren om zowel operationele werkzaamheden als
patiëntenzorg te verbeteren. Videosamenwerkingsoplos-
singen ondersteunen regionalisatie van gespecialiseerde
zorgmedewerkers, zoals virtuele projectmanagers die
projecten kunnen verdelen voor meer efficiëntie. Betere
samenwerking tussen publieke zorgafdelingen zorgt voor
besparingen van honderdduizenden tot miljoenen euro’s,
die zijn in te zetten voor nieuwe programma’s, projecten
of technologieën.
Communicatie
OnDERZOEK TOOnT AAn:
Gezondheidszorg heeft baat bij videosamenwerking
robots.nuTijdens Zorg & ICT kunt u op het Domoticaplein een aantal zorgrobots ontmoeten die ingezet kunnen worden ter ondersteuning van de zelf-redzaamheid en ter ondersteuning van mantel- of professionele zorg. Slimme en leuke robots die leven in de brouwerij brengen, structuur geven aan de dagelijkse routine en een oogje in het zeil houden.
Wat kunnen we verwachten van robots in de zorg voor de toekomst?
Op woensdag 18 maart en vrijdag 20 maart wordt het antwoord hier-op gegeven. Tussen 10.45 en 11.15 uur kunt u binnenlopen bij de speciale workshop waarbij Randall van Poelvoorde van Robots.nu
• een beeld schetst van de historie• ingaat op het heden en de toekomst van de robot• duidelijk maakt welke technologieën een robot mogelijk maken
Vervolgens wordt er concreet besproken welke robots er al zijn in Care en Cure. Wat kunnen we verwachten van robots in de zorg voor de toekomst?
Deelnemers wordt gevraagd welke toepassingen ze zelf zouden wensen.
Verzekerd zijn van een plaats?Schrijf u in via de website van ZorgtotaalGa naar www.zorgtotaal.nl/nl-NL/Bezoeker/Activiteiten/Sessies
ONTDEK DE KRACHT VAN ALL IT ROOMS
WWW.ALLITROOMS.COM
ALL IT Rooms B.V. | Lange Kleiweg 50B | 2288 GK Rijswijk | T +31(070)31 98 999 | E [email protected]
➔ Oog voor het milieuMilieu is een belangrijk onderwerp ook voor wat be-treft uw computerruimte. Het besparen van energie staat hoog op de agenda van organisaties. Voor All IT Rooms is energiebesparing een belangrijk uitgangs-punt in de ontwerpen die wij maken voor uw com-puterruimte of datacenter. Ook hierbij kijken wij naar de toekomst. Wij onderzoeken de mogelijke ener-giebesparingen. Hiervoor brengen wij de kosten en natuurlijk ook de opbrengsten in beeld, zodat er een zorgvuldige afweging gemaakt kan worden.All IT Rooms weet welke subsidies er voor u zijn op het gebied van energiebesparende maatregelen en kan deze subsidie aanvragen voor u afhandelen.
Computerruimtes / datacenters / serverruimten· Advies en ontwerp· Nieuwbouw en verbouw· Service en onderhoud· Beheer en monitoring