Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen,...

24
Jaargang 41 Nummer 3 Mei 2010 Prijs € 6,20 Maatschappij Politiek Vakblad voor Maatschappijleer Staat de Nederlandse democratie op instorten?

Transcript of Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen,...

Page 1: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

Jaargang 41

Nummer 3

Mei 2010

Prijs € 6,20

Maatschappij Politiek

Vakblad voor

Maatschappijleer

Staat de Nederlandse democratie op instorten?

Page 2: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

Enthousiaste gastdocenten van het IPP komen hier-voor graag naar uw school. En wat verandert er nogmeer als je 18 wordt? Ook die vraag beantwoordenonze gastdocenten samen met uw leerlingen. De les-sen richten zich op het mbo.

U kunt kiezen uit lessen met verschillende thema’s:– Stemmen– Hoe kun je zelf invloed uitoefenen?– Hoe wordt ons land bestuurd?– Politieke partijen– Lokale politiek– Europa

In alle lessen wordt kennisoverdracht gecombineerdmet interactieve werkvormen. De gastdocenten gevenper dag op één school minimaal twee en maximaalvijf lesuren. De gastlessen zijn gratis en beginnenniet voor 9.00 uur. Begin september vindt u meerinformatie over de gast lessen en de wijze waarop udeze kunt aanvragen op

> www.politiekindeklas.nl

Gaan uw leerlingen in maart 2010 voor het eerst naar de stembus?Vanaf 1 oktober heeft het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) eenaanbod van gastlessen dat zich richt op deze groep leerlingen.

Gratis gastlessen voor mbo Politiek, stemmen en verkiezingen

WWW.DEHAAGSETRIBUNE.NL

Start het komend schooljaarmet een bezoek aan

DE HAAGSE TRIBUNE

Bekijk de nieuwe programma’svanaf 12 mei en schrijf snel in!

De Haagse Tribune is een educatief programmarond het Binnenhof voor het voortgezet onder-wijs. Deelname is gratis

(advertenties)

Page 3: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

Ooit kregen maatschappijleer- en geschiedenisleraren meewarige blik-ken toegeworpen als zij politieke besluitvorming en staatsinrichting inhun klassen moesten behandelen. Die meewarigheid zal nu plaats hebben gemaakt voor afgunst. Politiek saai en te ver van de leerlingen -bedjes? Integendeel! Bijna dagelijks draagt de actualiteit opwindendmateriaal aan. Geen onderwerp, of het valt spannend te illustreren metnieuws, vaak ongevraagd door leerlingen in de lessen aangedragen.Gemeenteraadsverkiezingen met verhitte discussies over stadscomman-do’s, een kabinet dat valt, Kamerverkiezingen met een opwindende campagne in het verschiet, plotseling aftredende partijleiders, verras-sende opvolgers en peilingen waarin de partijen als springveren op enneer dansen… en dat alles tegen een decor, dat gedomineerd wordt door‘een grote geblondeerde’, die ik maar zo noem omdat hij zichzelf alsopvolger van ‘de goddelijke kale’ ziet.Kortom, politiek is van een tegen-heug-en-meug-onderwerp een dank-baar thema geworden. Dat is mooi, maar ook een beetje bedreigend.Want opwinding die niet permanent met nieuw drama wordt bijgevoerdzakt snel in. Dat bijvoeren moet door de politiek en de media gebeurenen daar heeft een leraar geen invloed op. Hem staat slechts één ding tedoen: met behulp van die opwinding de aandacht op de grote vragenvestigen: wat is politiek, hoe zit de staat in elkaar, hoe verloopt politiekebesluitvorming en hoe kunnen burgers daar invloed op uitoefenen? Alshem dat goed lukt, zet hij die opwinding om in begrip en blijvendebelangstelling. Intussen is het wel fijn dat die opwinding zo ruim voor-handen is.

Hans van der Heijde

Inhoud

Veenbrand in Nederlandseparlementaire democratie? 4Het vertrouwen van de kiezer in dedemocratie

Vijf vragen over verkiezingenin de klas 7

Potlood of drukknop? 8Pleidooi voor het rode rondje

Een misplaatste vergelijking 9Heeft het zin de PVV met de NSB tevergelijken?

Moeizame relatie tussen politieken media 10Docentendaglezing van PolitiekeCommunicatiewetenschapper KeesBrants

Stemmen in de nacht 12Pre-election party Nachttien loktjonge kiezer

Nederlander op zoek naar zichzelf 14Verslag Docentendaglezing socioloogPeter Achterberg

Doorstroom koesteren 15Overstap vmbo-havo vraagt ook meervan docent

RUBRIEKEN

Grom 11

De werkvloer 13Mening van docent

Geknipt 17

Lesmateriaal 18Verkiezingsaffiches

Recensies 20Nederlandse politiekGeschiedenis van Europa

NVLM 22

Gesignaleerd 23

Redactioneel

Page 4: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

4 Maatschappij & Politiek mei 2010

De Nederlandse politiek lijkt op drift. Verkiezingen laten

enorme verschuivingen zien en het vertrouwen van burgers

in de Nederlandse democratie is tanende. Opinieleiders als

Maurice de Hond menen dat de Nederlandse parlementaire

democratie op haar laatste benen loopt. Blijkt dat ook uit

onderzoek onder kiezers? Staat de Nederlandse parlemen -

taire democratie op omvallen? Hessel Nieuwelink dook in

de kiezersonderzoeken.

Al geruime tijd spreekt Maurice de Hondvan een veenbrand in Nederland. Hijmeent dat er een grote kloof is ontstaantussen enerzijds professionele bestuur-ders, volksvertegenwoordigers en zoge-naamde kwaliteitsmedia en anderzijdsde burgers. Dit uit zich onder andere inelectorale verschuivingen en gebrek aanvertrouwen in de politiek. Politici den-ken volgens De Hond dat fenomenen alsPim Fortuyn, Jan Marijnissen en GeertWilders op zichzelf staan, terwijl die inzijn ogen juist op een fundamentelerprobleem wijzen: de achterhaaldheidvan onze parlementaire democratie.Regelmatig herhaalt hij dan ook zijn ver-wachting dat de Nederlandse democra-tie op instorten staat. Heeft hij gelijk?

ZetelverschuivingenTen aanzien van de electorale verschui-vingen constateert De Hond eenenorme volatiliteit (beweeglijkheid)onder kiezers: in 1994 veranderden 66Kamerzetels van eigenaar en in 2002zelfs 92. Dat lijkt inderdaad veel. Bijnadere beschouwing lijkt dat echtermee te vallen. In zijn berekening telt hijhet aantal zetels dat partijen verliezenop bij het aantal zetels dat andere par-tijen winnen. In 1994 verloren CDA,PvdA en GroenLinks samen 33 zetels enwonnen onder andere VVD en D66samen 33 zetels. Dit komt neer op ietsmeer dan één vijfde van het totaal. In2002 betroffen het 46 zetels, iets minderdan een derde. Zo beschouwd is eengrote meerderheid van het Nederlandseelectoraat tamelijk honkvast. Interessanthierbij is overigens dat het in 2003 en2006 respectievelijk om slechts 24 en 30zetels ging. Van een structurele toenamelijkt dus geen sprake.

Het vertrouwen van de kiezer in de democratie

Veenbrand in Nederlandseparlementaire democratie?Hessel Nieuwelink

Page 5: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

mei 2010 Maatschappij & Politiek 5

Toenemend wantrouwen?Aannamen bij deze stelling over ‘het toe-genomen vertrouwen in de politiek’ zijndat er voorheen minder wantrouwenwas en dat steeds meer mensen de poli-tiek niet langer vertrouwen als legitiemplatform voor de oplossing van maat-schappelijke problemen. Dit zou op eensysteemcrisis wijzen.

In Het aanzien van de politiek komtRemieg Aerts, hoogleraar PolitiekeGeschiedenis, tot de conclusie dat elkegeneratie telkens ‘ongeveer eenzelfderepertoire aan klachten over de parle-mentaire politiek hanteert’. Klachten overde vunzigheid van de politiek, traagheid,gebrek aan leiderschap, gebrek aanniveau van parlementariërs en een klooftussen burgerij/de kleine luyden/arbei-ders/het volk/de mensen/ bur gers en depolitiek, is zeker niet aan de huidige tijdvoorbehouden. Het gebrek aan vertrou-wen in het parlement en de regering vannogal wat LPF-, SP- en PVV-stemmers isniet nieuw. Het is goed mogelijk dat ditook gold voor de kleine luyden tegenoverde liberale regeringen van jaren zestigen zeventig van de negentiende eeuw,voor SDAP’ers in de jaren twintig en der-tig tegenover de confessioneel-liberalekabinetten van toen en voor de baby-boomers van de jaren zestig tegenoverde burgerlijke regenten.

Vertrouwen en politiekSinds de jaren zeventig wordt bij elkeKamerverkiezing onderzoek gedaan naarpolitiek vertrouwen en politiek zelfver-trouwen. Het eerste gaat over de matewaarin burgers het functioneren vanpolitieke instituties en -actoren enerzijdswaarderen, en het politieke regime(democratie) anderzijds. Politiek zelfver-trouwen betreft de mate waarin mensendenken dat zij invloed op politiekebesluitvorming kunnen uitoefenen.Figuur 1 toont gemeten fluctuaties inbeide vormen van vertrouwen. Opval-lend is dat er geen duidelijke trend vanafname van beide vormen van vertrou-

wen is. Het aantal mensen dat tevredenis over het functioneren van de Neder-landse democratie vertoont zelfs een stij-gende lijn, met een dip aan het beginvan het vorige decennium. Het aantalmensen dat aangeeft politiek vertrou-wen te hebben en voldoende competen-ties denkt te bezitten om aan de politiekdeel te nemen blijft redelijk stabiel enneemt in elk geval niet dramatisch af.Verder valt op dat het aantal responden-ten dat aangeeft dat politici vooral opeigen belang uit zijn ongeveer gelijkblijft. Uit onderzoek van Marc Bovens en

Anchritt Wille blijkt dat onder de groepmensen met die opvatting, lageropgelei-den sterk oververtegenwoordigd zijn.Opleidingsniveau speelt dus een belang-rijke rol bij politiek vertrouwen en -zelf-vertrouwen.Deze gegevens wijzen dus niet op afne-mend vertrouwen in de Nederlandsedemocratie. Onderzoeken naar het ver-trouwen in politieke instituties laten weleen afname daarvan zien in het middenvan het vorige decennium (zie figuur 2).Vanaf begin 2002 daalt het aantal men-sen dat zegt dat de regering goed functi-

Figuur 1Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen

(Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008)

Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken met de andere EU-landen

(Bron: Bovens en Wille, 2008)

Percentage van de Neder-landers dat tevreden ismet de manier waarop dedemocratie werkt inNederland

Bewindslieden zijn vooraluit op eigen belang

Kamerlid word je eerderdoor je politieke vriendendan door bekwaamheden

Politiek zelfvertrouwen

90

80

70

60

50

40

30

20

10

01973 1977 1981 1986 1989 1994 1998 2002 2003 2006

Nationale regering EU15

Nationale regering NL

90

80

70

60

50

40

30

20

10

01997 1998 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008

Klachten over de vunzig-

heid van de politiek is

niet aan de huidige tijd

voorbehouden.

Page 6: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

6 Maatschappij & Politiek mei 2010

oneert en vertrouwen in haar te hebben.Tegelijkertijd relativeren deze gegevenshet idee van toenemend wantrouwen.Allereerst is er in 2006–2007 weersprake van een (tijdelijke?) toename indat vertrouwen. Verder blijkt dat datvertrouwen midden jaren negentigexceptioneel hoog was. In vergelijkbarelidstaten van de Europese Unie (EU) wasdat veel lager.1 Daarnaast is de afnamein vertrouwen in de regering niet ietsspecifieks Nederlands. Ook andere EU-landen hebben ermee te maken gehad.

Instemming met beleidVertrouwen in de democratie kan ookworden gemeten door te kijken naarhet aantal mensen dat met overheids-beleid instemt. Figuur 3 wijst op eenvergelijkbare ontwikkeling als figuur 2.In dezelfde periode is sprake van eendip in het aantal mensen dat met hetoverheidsbeleid instemt, waarna deinstemming weer toeneemt. Ook dezegegevens duiden niet op een continueafname van vertrouwen.

Veenbrand?Onderzoek wijst dus niet op een toene-mend wantrouwen in de politiek onderNederlanders. Een meerderheid van hetelectoraat lijkt tamelijk honkvast te zijn.Het aantal mensen dat vindt dat deNederlandse parlementaire democratiegoed functioneert, is sinds de jarenzeventig zelfs toegenomen; dat laat alle-maal wel onverlet dat een omvangrijkegroep daar anders over denkt. Al ruimveertig jaar meent ongeveer de helft vanhet aantal respondenten dat bewindslie-den vooral hun eigen belang dienen enongeveer veertig procent van de respon-denten geeft aan relatief weinig politiekzelfvertrouwen te bezitten.Interessant is dat opleidingsniveau eensterke verklarende variabele voor datvertrouwen is. Over de rol die het onder-wijs hierbij speelt, is niet veel bekend.Het schaarse onderzoek daarnaar wijsterop dat docenten in het beroepsonder-wijs meer nadruk leggen op de discipli-nering van hun leerlingen en docentenin het algemeen vormend onderwijsmeer de emancipatie van hun leerlingenbenadrukken. Het is dan ook wenselijkdat docenten zichzelf de vraag stellenwelke rol zij spelen bij het politieke ver-trouwen en politieke zelfvertrouwen vanhun leerlingen. 3

Wilt u op dit artikel reageren, stuurdan een e-mail naar:[email protected].

Noot1. Met EU15 worden de lidstaten bedoeld die

al voor 2004 lid van de Europese Uniewaren.

Bronnen– C.W.A.M. Aarts en J.J.A Thomassen, ‘Belang-

stelling voor politiek en politiek zelfver-trouwen’, in: Politieke veranderingen inNederland 1971–1998: Kiezers en de smallemarges van de politiek, SDU uitgevers, DenHaag, 2000, pp. 35–56.

– R. Aerts, Het aanzien van de politiek, BertBakker, Amsterdam, 2009.

– M. Bovens en A. Wille, ‘Politiek vertrouwenlangs de meetlat’, in: Socialisme en demo-cratie, (10) 2008, pp. 32–43.

– M. Bovens en A. Wille, Diploma Democracy.On the Tensions between Meritocracy andDemocracy, Utrecht/Leiden, 2009.

– M. de Hond, De weer uitslaande veenbrand,27 februari 2010. Verkregen van:http://maurice.ooip.nl/2010/02/27/de-weer-uitslaande-veenbrand/

– M. de Hond, Huis van Thorbecke stort in.Zonder datum. Verkregen van: http://mau-rice.ooip.nl/wp-content/uploads/2009/04/einde_thorbecke_democratie.pdf

– Sociaal en Cultureel Planbureau, De socialestaat van Nederland 2009, SCP, Den Haag,2009.

Figuur 3Percentage burgers dat ruime voldoenden geeft voor beleidsterreinen

(Bron: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2009)

Beleid werkgelegenheid

Beleid orde handhaving

Zorgbeleid

Gemiddelde 15 terreinen

90

80

70

60

50

40

30

20

10

01998 2000 2002 2004 2006 2008/9

Page 7: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

mei 2010 Maatschappij & Politiek 7

Vijf

vrag

en Vi

jf vr

agen

Vijf

vrag

en Vi

jf vr

agen

Hoeveel tijd besteedt u aan de naderende verkiezingen en hoe pakt u dit onderwerp aan?Het is jammer dat de verkiezingen voor de Tweede Kamer aan het einde van het schooljaar vallen. Het jaarprogram -ma is voor een groot gedeelte gepland en afgehandeld en de examenklassen zijn weg. Het is jammer dat ik het jaar-programma nu niet meer kan omgooien. Toch laat ik deze kans, met zoveel aandacht voor politiek, niet voorbijgaan.In het begin van mijn lessen bespreek ik de actualiteit en daar zal ik extra tijd voor reserveren. In klassen waarbij ik

de media behandel gebruik ik de verkiezingen als middel en in de verkiezingsweek organiseert de derde klas voor de heleschool leerlingen- en docentenverkiezingen. Als laatste probeer ik met een klas nog een verkiezingsbijeenkomst te bezoeken.

Welke invloed heeft de verandering in het politieke landschap (opkomst PVV, ineenschrompelingvan de grote partijen en van de partijtrouw enzovoorts)?In mijn onderwijscarrière is het politieke landschap altijd onderhevig aan grote schommelingen. Ik weet niet beter.

Behandelt u alle politieke partijen min of meer op dezelfde manier en besteedt u daarbijaandacht aan de verkiezingprogramma’s, of beperkt u zich tot enkele algemene kenmerken vanverschillende partijen?In eerste instantie vereenvoudig ik het politieke landschap tot drie grote partijen. Dat was tot voor kort CDA, PvdAen VVD. Hoe dat nu anno 2010 met de PVV moet, weet ik nog niet, maar ik denk dat ik dezelfde vereenvoudiging

aanhoud. Daarna zet ik tegenover de drie partijen hun conservatieve of progressieve opponent en bouw ik de partijen verderuit. Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet weet waar ik de Partij voor de Dieren moet plaatsen, maar ik vertel de leerlingen wel dateen dergelijke partij iets over de kwaliteit van onze samenleving zegt.

Wijst u leerlingen er op dat politieke partijen tot op heden verenigingen met leden waren,terwijl de PVV gekozen heeft voor het eenmansmodel (ook internationaal gezien, vrijwel uniek)?Om eerlijk te zijn eigenlijk niet.

Maakt u uw eigen voorkeur aan de leerlingen bekend?In eerste instantie, in het begin van mijn onderwijscarrière, probeerde ik zoveel mogelijk waardevrij onderwijs tegeven, maar dat lukt eenvoudigweg niet. Mijn overtuigingen en waarden schemeren vroeg of laat door in mijn les-sen. Daarna probeerde ik tijdens het doceren de verschillende waarden zo goed en zo eerlijk mogelijk naast elkaar tezetten. Dit concept moest ik echter ook laten lopen, om de eenvoudige reden dat veel leerlingen de verschillende

waarden nog niet zelf naast elkaar kunnen zetten en daaruit een onderbouwde mening kunnen vormen. Zij bezitten onvol-doende context om dit te kunnen doen. Dat is wat ik mijn leerlingen nou juist wil bijbrengen: zelfstandig nadenken en eenonderbouwde mening vormen. Daarvoor moet ik explicieter doceren. Ik trakteer mijn leerlingen op mijn waarden en mijneigen politieke voorkeur. Onderwijs moet leerlingen overladen met feiten, waarden en meningen en moet de leerlingen lerendeze te categoriseren. 3

Wolter Blankert

Vijf vragen over verkiezingen in de klas

Bas Huijbers is een groot voorstander van heterogeen onderwijs. Hij is docent Maatschappijleer op hetIJburg College in Amsterdam. Omdat het IJburg College nog in de opbouwfase verkeert, biedt de schoolbijzondere kansen die zich niet vaak voordoen. Het vak Maatschappijleer neemt een speciale plaats in,omdat alle vmbo-leerlingen Maatschappijleer 2 volgen en Maatschappijwetenschappen wordtaangeboden in de Tweede Fase. Wat doet Huijbers met de verkiezingen in de klas?

12345

Page 8: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

Maatschappij & Politiek mei 2010

Genoten heb ik, op 3 maart. Ik kreeg eenecht stembiljet, gemaakt van dat dunne,grijzige papier, in mijn stadsgemeentemet flink wat deelnemende partijentweemaal gevouwen. Ik heb er even aangeroken en ja, het had die geur van vroe-ger. Ook dat potlood vond ik fijn: jemoest, stevig drukkend, vele cirkelsdraaien voordat je het rondje bij de kan-didaat van je keuze helemaal rood hadgemaakt. De stemhokjes waren me teopen. Hadden die vroeger niet gordijnt-jes? Of verwart mijn geheugen ze met dekleedhokjes bij de medische keurings-dienst, waar je je, als docent, vroegerjaarlijks moest vervoegen voor de tbc-controle? De stemhokjes op mijn stem-bureau waren veel breder dan die vanvroeger en dat loste een probleem opwaar het traditionele potloodstemmennogal eens gepaard mee ging. Met namebij Tweede Kamerverkiezingen deden

soms zoveel partijen mee – vele tientallenna de partijpolitieke versplintering vande vroege jaren zeventig – dat het hokjete klein bleek om het stembiljet helemaalopen te kunnen vouwen. Het kan haastniet anders of, nu al lang vergeten partij-tjes als de Politieke Partij Radicalen (PPR,een linkse afsplitsing van de KatholiekeVolkspartij (KVP), die zelf even lateropging in het CDA), of Democratisch-Socialisten 1970 (DS’70, een ook al langopgeheven afsplitsing van de PvdA) heb-ben daardoor stemmen teloor zien gaan.Het zal namelijk vast nogal wat kiezersvan toen teveel zijn geworden om die opte sporen op dat stembiljet van meer danvierkante meter omvang.

Meer dan nostalgieNostalgie mag geen bepalende factorzijn bij de afweging tussen potlood encomputerdrukknop, ik weet het, maar er

zijn ook andere factoren. De voordelenvan stemmen met behulp van een stem-computer, ten opzichte van het traditio-nele potlood, liggen voor de hand:– de uitslag is luttele seconden na slui-

ting van de stembureaus bekend;– de computer maakt geen telfouten;– stemmen gaat snel en kiezers in de

stemspits hoeven niet lang in de rij testaan;

– er gaat geen boom verloren aan grond-stof voor stembiljetten.

Maar er zijn ook nadelen:– stemcomputers blijken niet onkwets-

baar voor manipulaties van buitenaf(hackers!);

– techniek is ook anderszins kwetsbaar:computers kunnen crashen en destroom kan uitvallen;

– omdat stemcomputers niet in stem-hokjes worden opgesteld ontstaat eenzekere tempodruk op de stemmer, diedaardoor eerder fouten maakt, metname de fout een stem uit te brengenop een kandidaat die zijn voorkeurhelemaal niet genoot;

– stemcomputers verarmen het demo-cratisch-rituele karakter van stemmen.

Een ander nadeel en tegelijkertijd voor-deel van het traditionele potloodstem-men heb ik nooit horen noemen. Som-mige kiezers maken van hun kiesrechtgebruik om – bewust! – een ongeldigestem uit te brengen. Ja, dat kan ook metstemcomputers, want die hebben daareen knop voor. Wat met een stemcompu-ter echter niet kan en met een stembiljetwel, is je hart luchten door daarop eenboodschap te schrijven in de trant van‘JPB/Bos/Pechtold, enzovoorts, is eengrote …’, ‘Weg met Nederland’, ‘Den Haagstinkt’, of … enfin, vul zelf maar aan. Kie-zers behoort die mogelijkheid, en ook demogelijkheid alle vakjes rood te kleuren,te worden geboden. Bovendien vind ikdat men recht heeft op een bloemlezinguit dat soort ongeldige stemmen, diesamen met de uitslag van de geldigestemmen zou moeten worden gepubli-ceerd. Dat kan alleen met potloodstem-men. Niet weer die stemcomputers dus,maar rode potloden en papieren stembil-jetten. 3

Wilt u op dit artikel reageren, stuur dan eene-mail naar: [email protected].

Pleidooi voor het rode rondje

Potlood ofdrukknop?Hans van der Heijde

Stemmen ging bij de gemeenteraadsverkiezingen van

3 maart weer met het rode potlood. Hoe moeten we dat

waarderen? Ouderwets, inefficiënt en dus snel weer

inruilen voor een stemcomputer? Of houden zo? Hans van

der Heijde weegt af.

Page 9: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

mei 2010 Maatschappij & Politiek 9

In de uitzending van Pauw & Wittemanbleek dat Herman van Veen een (naareigen zeggen) technische vergelijkinghad willen maken tussen de PVV en deNSB, op basis van afwezigheid van eendemocratische partij-organisatie. VanVeen zei in diverse totalitaire regimes tehebben gezien wat de gevolgen kunnenzijn van een ondemocratisch georgani-seerde politieke partij die aan de machtis. Het was niet zijn bedoeling geweestde PVV-sympathisanten in Nederland alslandverraders weg te zetten.

Weinig overeenkomstenMen kan zich naar aanleiding van dezekwestie twee zaken afvragen: snijdt devergelijking van Van Veen wel hout en iseen dergelijke vergelijking nuttig? Watde eerste vraag betreft kan men betrek-kelijk kort zijn: de PVV en de NSB verto-nen buitengewoon weinig overeenkom-sten. Van de PVV kan men bijvoorbeeldgeen lid worden, terwijl de NSB streefdenaar een zo hoog mogelijk ledental. Dekoers van de NSB en de keuze van lei-ders werden niet democratisch bepaald,maar het lidmaatschap van de partijbood wel een veelheid aan functies,waardoor vele leden een beetje invloed

konden uitoefenen. De NSB was daar-naast gestoeld op een fascistische ideo-logie en kwam zij er openlijk voor uit dedemocratie af te willen schaffen. Dat wasin het Interbellum overigens niet iets bij-zonders; met enige regelmaat werd aan

de orde gesteld of de democratie eigen-lijk wel de beste staatsvorm was. Aanlei-ding hiervoor waren bijvoorbeeld deEerste Wereldoorlog en de economischecrisis. Nu heeft Geert Wilders flinke kri-tiek op politiek Den Haag en alles watdaarmee te maken heeft, maar hetafschaffen van de democratie staat nietop zijn wensenlijstje. Een vergelijkingvan de NSB en de PVV gaat kortomzowel qua ideologie en verschijnings-vorm niet op.

GeschiedenisIn de genoemde uitzending van Pauw &Witteman zat ook historicus Geert Makaan tafel. Hij betoogde dat er in de PVV,net als in de NSB, sprake is van een lei-derschapscultuur. Het cruciale verschil isechter dat die bij de NSB een wezenlijkonderdeel uitmaakte van de fascistischeideologie. Misschien dat de PVV zonderWilders niet veel voor zou stellen, maarhet gaat te ver om de leiderschapscultusop die partij van toepassing te verklaren.Niet voor de eerste keer werden in deuitzending van Pauw & Witteman paral-lellen met de Tweede Wereldoorloggetrokken. Mak betoogde dat hoewelgebeurtenissen nooit identiek zijn, hetwel degelijk nuttig kan zijn bepaaldeprocessen te vergelijken. Men kan vande geschiedenis leren. Historici zijn heter echter over eens dat de NSB in degeschiedenisboeken slechts een voet-

Heeft het zin de PVV met de NSB te vergelijken?

Een misplaatstevergelijkingJan Dirk Gerritsen

Aan het rijtje bekende Nederlanders dat zich tegen de

PVV uitspreekt, kon eind vorig jaar zanger en cabaretier

Herman van Veen worden toegevoegd. Bij een herden -

king van de val van de Berlijnse Muur zou Van Veen vol -

gens De Telegraaf de PVV met de Nationaal Socialis tische

Beweging (NSB) hebben vergeleken. Van Veen ontving

daarop een stortvloed aan hatemail, en kreeg in Pauw &

Witteman de gelegenheid zijn standpunt toe te lichten.

In tegenstelling tot de PVV streefde de NSB naar een zo hoog mogelijk ledental.

Page 10: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

10 Maatschappij & Politiek mei 2010

noot zou zijn geweest, als de TweedeWereldoorlog niet had plaatsgevonden.In 1935 kreeg de partij weliswaar vanuithet niets een ongekend aantal stemmen,maar bij verkiezingen in 1937 en in 1939bleef daar niet veel meer van over. Hetproces waar Mak naar verwijst, heeft hierdus betrekkelijk weinig met de NSB temaken, maar meer met de activiteitenvan nazi-Duitsland in Europa. Niemandzal betwisten dat de Europa’s van toenen nu volstrekt onvergelijkbaar zijn.

NutDe tweede vraag die kan worden gesteldis of het nuttig is voor het debat dit soortvergelijkingen te maken. Aan de enekant kan men betogen dat wie kaatst, debal kan verwachten. Wilders cum suisstaan niet bepaald bekend om denuance en laten in elk geval niet blijkendat het hun interesse heeft hoe een uit-spraak kan overkomen. Het beklag vanGeert Wilders en Martin Bosma in deVolkskrant van 30 januari 2010 over deNSB-vergelijking komt dan ook wat aan-stellerig over.Aan de andere kant zijn vergelijkingendie aan de Tweede Wereldoorlog rakenmeestal niet zo vruchtbaar. Het is nogsteeds een emotioneel beladen onder-werp, en velen beschouwen het dan ookals een zwaktebod om dat tijdvak erbij teslepen. Beter is het, met echte argumen-ten te komen.Tot slot kan men zich afvragen of het eenprobleem is, als een politieke partij dooréén persoon wordt bestierd. Als de aan-hangers van de PVV er genoegen meenemen eens in de vier jaar op de partij tekunnen stemmen lijkt er weinig aan dehand. Van Veen lijkt te suggereren dateen ondemocratisch georganiseerdepartij als vanzelf een ondemocratischeideologie heeft. Daar is echter geenbewijs voor. Een partijleider is evenwelniet onbeperkt houdbaar, en hoe meerhet succes van een partij van één per-soon afhangt, hoe groter het risico opafbraak is. 3

Jan Dirk Gerritsen is als projectleider werk-zaam bij het Instituut voor Publiek en Politiek en studeerde af op de NSB oplokaal niveau.

Wilt u op dit artikel reageren, stuur dan eene-mail naar:[email protected].

Wat verwachten de media van de poli-tiek? Persvrijheid. Wat verwacht de poli-tiek van de media? Dat deze pluriformeinformatie verstrekken, een platformvoor dialoog vormen, een controlefunc-tie vervullen en desnoods ook nog vooramusement en ontspanning zorgen.Politiek en media hebben een moeizamerelatie. De media hebben teveel macht,vindt 67 procent van de politici. Slechts14 procent van de journalisten vindt datook. Journalisten zijn veel te cynisch,vindt 61 procent van de politici, maarvan de journalisten zelf vindt maar 22procent dat, aldus Kees Brants.

Spanning tussen politiek enmediaDe media zijn veranderd van aanbod-naar vraaggestuurd. De berichtgevinghanteert sindsdien niet langer een poli-tieke logica maar een medialogica.Hierin staat de consument centraal. De

tegenwoordige journalist zoekt vooralnaar de conflictkant: conflicten zijnspannend. Het vertrouwen in autoritei-ten neemt af, niet alleen in de politiek,maar ook in andere sectoren. De voxpopuli krijgt het podium. De journalistiekverandert hierin mee: GeenStijl en deJakhalzen (De Wereld Draait Door) drin-gen door in de reguliere journalistiek enworden ook zelf nieuwsbronnen. Veelinformatie ligt onmiddellijk op straat en

Docentendaglezing van PolitiekeCommunicatiewetenschapper Kees Brants

Moeizame relatietussen politiek enmediaLieke Meijs

Buitengewoon hoogleraar Politieke Communicatie Kees

Brants (Universiteiten van Amsterdam en Leiden) hield op

de afgelopen Docentendag een lezing onder de titel

‘Politieke communicatie in het tijdperk van Big Brother en

GeenStijl’. Hij ging in op veranderingen in media en

politiek: ‘Wat blijft er over van het idee van journalistieke

informatievoorziening en kritische waarheidsvinding, van

politieke transparantie, representatie en verantwoording,

en van een publieke sfeer waar geïnformeerde burgers

zich rationeel met elkaar onderhouden?’

Page 11: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

mei 2010 Maatschappij & Politiek 11

politici krijgen steeds meer met overval-journalistiek te maken. Tegelijkertijd ver-andert de politiek van een partijendemo-cratie in een toeschouwers- ofdramademocratie. In die dramademocra-tie gaat het minder om de autoriteit vande politicus en meer om zijn persoon, omzijn charisma en empathische vermogens.

GevolgenDe zorgvuldigheid van de journalistiekkomt op de tocht te staan; de huidigeberichtgeving draait meer om emotiedan om inhoudelijk hoor- en wederhoor.Brants zelf krijgt nogal eens de vraag vanjournalisten ‘Vindt u ook niet dat…?’. Ant-woordt hij daarop dat het een en andergenuanceerder ligt, dan is hij niet meerinteressant. Het publiek komt meer cen-traal te staan, daar wordt naar geluisterd.De informatiefunctie van de media wordtuitgehold doordat berichtgeving uit DenHaag verandert van informatie in info-tainment (zie de talkshows), waarin ter-zake ondeskundige sidekicks de gesprek-ken voor politici onveilig tot onmogelijkmaken. Circa 300 journalisten houdenzich bezig met 150 volksvertegenwoordi-gers. Ze rennen allemaal achter dezelfdequotes aan, maar willen tegelijkertijduniek zijn in hun berichtgeving. Dat leidttot hype-journalistiek. De controlefunctieverandert als de media zich vooral rich-ten op wat mensen beroert en verwordtdaarmee van functie tot louter vorm:overval de politicus met een onver-wachte vraag en tracht hem op het ver-keerde been te zetten. Een ander gevolgis dat media en politiek meer in de banvan het populisme komen. Hierin staathet negatieve centraal. Brants hield zijntoehoorders voor dat deze ontwikkelin-gen een genuanceerder beeld opleverendan dat van de getatoeëerde klasse (Josde Beus) die het publieke domein ver-overt en om zeep helpt.Er is ook een positief gevolg: de wensenvan het publiek worden eindelijk serieusgenomen. Rita Verdonk gaat hierin hetverst: ze heeft geen partijprogrammanodig, want zij gaat immers uit van het-geen het volk wil en haar aanreikt. 3

Wilt u op dit artikel reageren, stuurdan een e-mail naar:[email protected].

Efficiënter maken,ombuigenof gewoonbezuinigen?

Ik weet natuurlijk niet of u gewoon bent mij serieus te nemen, maar deze keer hoeft dat niet. Het vol-

gen van mijn gedachtegang volstaat, als denkexperiment.

Bij algehele bezuinigen kunnen we niet voor bepaalde sectoren uitzonderingen maken, want de

bestaande verhoudingen tussen de uitgaven zijn al een weerspiegeling van het relatieve belang dat

de gemeenschap aan de verschillende beleidssectoren toekent. Proportioneel bezuinigen is de enige

eerlijke, politiek neutrale manier. Ontzie je bijvoorbeeld het onderwijs, dan verhoog je, met de crisis

als smoes, het gewicht van deze sector binnen de bestaande waardentoewijzing. Zo wordt de crisis

politiek misbruikt. Politieke avonturiers van allerlei slag zien er een kans in hun stokpaardjes te

berijden.

Dus liefst eenzelfde percentage voor alles en iedereen, en dat hoeft niet per se 20 procent te zijn,

want over het tempo van de operatie valt te twisten. Elke sector, ook onderwijs, zou zelf een af te

spreken percentage in eigen huis bij elkaar moeten sprokkelen.

De ambtelijke commissies stellen voor havo en vwo met een jaar te bekorten. Laat ik ze daar eens

mee helpen. Als het middelbaar onderwijs afstand doet van alle oneigenlijke, ad-hoc politiek wen-

selijke taken die de maatschappij in de loop der tijd over zijn schutting heeft gegooid en zich

beperkt tot zijn kerntaak (opleiding en overdracht van kennis en vaardigheden), dan is vier à vijf jaar

meer dan genoeg.

Pardon? Nu bezondig ik me zelf aan wat ik hierboven aan de kaak stel: de crisis misbruiken voor het

berijden van stokpaardjes! Want het bestrijden van waan-van-de-dag-onderwijstaken is de rode

draad door mijn hele columnistenbestaan. Ik kan daar dus beter niet zelf aan meedoen, aan dat

bezuinigingsspel.

Maar nu dit: wat te denken van de Duitse oplossing? De Duitsers willen juist lastenverlichting, want

daar is het probleem dat de mensen zijn met consumeren zijn gestopt! Moeten wij niet eerst afwach-

ten wat dat voor ons gaat betekenen, zoals meer export naar onze traditioneel grootste afnemer?

Dan is polderen met ombuigingen en efficiënter werken wellicht toch voldoende!

Grom

[email protected]

Foto

: Koe

n va

n Ro

ssum

Page 12: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

12 Maatschappij & Politiek mei 2010

Aan de vooravond van de gemeente-raadsverkiezingen werd in theater DeOosterpoort in Groningen de pre-elec-tion party Nachttien gehouden met ver-schillende nationaal bekende acts, debekendmaking van de Scholierenverkie-zingen, verschillende debatten en alshoogtepunt het vervroegd stemmen.Vanaf middernacht, als burgemeesterPeter Rehwinkel als eerste zijn stem uit-brengt, tot het einde van het feest omhalf drie, brengen circa achthonderd kie-zers hun stem uit.

SnuisterijenIn De Oosterpoort staan de gezichtenvan de medewerkers van de organisatievan Nachttien gespannen vlak voor deopening. Zouden de jongeren komen?Gelukkig staat er al snel een grote rij bijde kassa. Na binnenkomst moeten dejongeren een lange gang door om dezalen te bereiken. Hier staan de politiekepartijen klaar om nieuwe leden te wer-ven. Iedereen wordt aangesproken. Erworden niet alleen flyers uitgedeeld,maar ook fietslichtjes (PvdA), lichtge-vende armbandjes (VVD) en aanstekers(Student & Stad). Laten de jongeren zichpaaien door dit soort snuisterijen?Gelukkig raken enkele jongeren ook ingesprek met de aspirant-politici. Een-

maal binnen begint de avond met depresentatie van de Scholierenverkiezin-gen. In aanwezigheid van rapper LangeFrans wordt de uitslag bekend gemaaktdoor het Instituut voor Publiek en Poli-tiek (IPP). De presentatrice eindigt eer-der dan gepland, want het Volendamsezangduo Nick & Simon staat op het pro-gramma. De zaal, die daarvoor matiggevuld is, stroomt vol. Dit scenario her-haalt zich bij de debatten. De organisatie,het Groninger Forum, spreekt dankzijmeer dan 2.000 bezoekers van een door-slaand succes. 3

Pre-election party Nachttien lokt jonge kiezer

Stemmen inde nachtBas Banning

Op allerlei manieren proberen politieke partijen en orga -

nisaties jongeren warm te maken voor politieke kwesties.

Het is hard werken om jonge kiezers naar de stembus te

lokken. Het Groninger Forum verleidt jongeren door

middel van verkiezingsfeesten, debatten, rappers en door

de jonge kiezers ’s nachts te laten stemmen.

Groninger ForumActiviteiten voor jongeren zijn lastigte organiseren. Te veel inhoud kaneen incrowd publiek betekenen vanlouter politiek actieve jongeren, zon-der de niet-actieve jongeren binnente halen. Te veel amusement bete-kent evenwel het gevaar dat politiektot het irritante voorprogrammavoor die leuke band of rapper ver-wordt. Hoe daarmee om te gaan?Het Groninger Forum bestaat eenjaar en organiseert allerlei multidisci-plinaire evenementen, zoals Nacht-tien. Volgens Herman Meijer, pro-grammamaker van het GroningerForum, trekken politieke evenemen-ten nog te vaak vooral hbo- en wo-studenten aan. Hij richt zich liever opde groep die daaronder ligt, ook al ishet lastig die jongeren te bereiken.Ze gaan niet snel naar een debat ofpolitiek evenement. Het televisie -programma De Uitlaatklep lukte ditvolgens hem wel. Dit programma vanRTV Noord werd gepresenteerd doorVictoria Koblenko en richtte zich ophete hangijzers in de regio. Het waspopulair bij vmbo-jongeren. Ook hadhet Groninger Forum in de Week vande Geschiedenis een programmagericht op vredesmissies. Familiesvan militairen op missie en veteranenkwamen in de klas om in gesprek tegaan met jongeren. Ook dit sprakdeze doelgroep aan.

Page 13: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

Mening van docentHet zijn gouden tijden voor mij, als docent Maatschappijleer. Gemeenteraadsverkiezingen, proble-men met de vorming van colleges hier en daar, rommelige toestanden bij het stemmen in Rotterdam,de val van het kabinet en opstappende partijleiders… en dat allemaal tijdens het blok waarin ik inmijn vierde klassen met politiek bezig ben. Mijn lessen vullen zich bijna vanzelf, leerlingen krijgenprachtige praktijkvoorbeelden van de theorie die tijdens de les aan de orde komt. Wat wil een mensnog meer?

OpenWat ik had gestemd, wilden mijn leerlingen weten. Nu vind ik het zelf geen enkel punt om in hetopenbaar te zeggen wat ik heb gestemd. Ik schaam me daar totaal niet voor, dus ik zei: ‘PvdA’. Som-mige maatschappijleerdocenten, en misschien ook andere docenten, vinden dat niet gepast. Volgenshen moet je in je lessen altijd neutraal en objectief zijn. Ten eerste vraag ik me af of dat mogelijk is(volgens Joris Luyendijk zijn journalisten dat zelfs niet) en ten tweede: waarom? Het is toch prima omdaar open over te zijn? Je zou zelfs kunnen zeggen, dat het heel goed is om te laten zien dat je daar inNederland open over kunt zijn. Je hoeft het niet te zeggen (ook belangrijk), maar het mag wel. Ik zegniet dat ik vind dat mijn leerlingen later ook op de PvdA moeten stemmen. Ik zeg dat iedereen zijneigen afweging moet maken, liefst op basis van kennis over de partijen en hun verkiezingsprogram-ma’s en niet op basis van mooie krullen of een lekker kontje.

GroepsdenkenOok naar mijn mening over Geert Wilders wordt in de les wel eens gevraagd, en ook daar kun jegewoon antwoord op geven, vind ik. Ik zal hem niet demoniseren, want dat schijnt hij erg vervelendte vinden, maar erg enthousiast word ik niet van hem. Graag leg ik mijn leerlingen uit waarom. Ikben namelijk geen fan van groepsdenken in het algemeen en ik vind het altijd beter om te kijkennaar individuele rechten in plaats van naar groepsrechten… dat hadden ze op de Balkan ook beterkunnen doen, en zo zijn er andere voorbeelden uit de geschiedenis te geven. Natuurlijk is het goed enzelfs van levensbelang dat individuen ook bij groepen horen. Het kan soms goed zijn om je als groepte manifesteren, maar de ene groep opzetten tegen de andere leidt meestal niet tot prettige situaties.Zelfs bij voetbal brengt het minder mooie dingen in de mens naar boven. De vrijheid waar Wildershet over heeft, is de vrijheid van een bepaalde groep die hand in hand gaat met de onvrijheid van eenandere. Bovendien spreken zijn schijnbaar eenvoudige oplossingen voor ingewikkelde maatschappe-lijke problemen mij niet aan. Dat wil ik overal uit kunnen spreken als mensen mij daar naar vragen.

MeningsvormingTot nu toe heeft niemand me kunnen overtuigen van de nadelige gevolgen die deze openheid voorleerlingen zou kunnen hebben. Docenten geven over van alles en nog wat hun mening, waarom danniet over politiek: omdat leerlingen dan niet meer in vrijheid hun mening kunnen vormen? Een eigenmening vorm je toch op basis van kennis en op basis van verschillende ideeën, gedachten en menin-gen van anderen? De meningen van je familie, van je vrienden en ook die van docenten. Ik vind deopvatting dat je door je wel te uiten, je je leerlingen teveel beïnvloedt, een onderschatting van hundenkvermogen. Ze zijn heel goed in staat om hun eigen mening te vormen. Ik zorg er natuurlijk voordat zij die in mijn lessen kunnen uiten… ook als hun mening de mijne niet is. 3

Anique ter Welle

13

De w

erkv

loer

Page 14: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

14 Maatschappij & Politiek mei 2010

Als aftrap van zijn Docentendaglezingliet Peter Achterberg een trouwkaartjevan een bevriend stel zien. Het Delftsblauwe kaartje was voorzien van eenklein Nederlands vlaggetje en een oranjebinnenkant. Volgens Achterberg zoudeze vormgeving in de jaren tachtig vande vorige eeuw zeker met extreem-

rechts zijn geassocieerd. Tegenwoordigwordt die link niet meer gelegd; hetbruidspaar had zeker geen politiekeboodschap met het kaartje.

ZoektochtIn de moderne maatschappij verdwijnenvertrouwde zekerheden. De moderne

mens gelooft niet in een God die alleantwoorden heeft, is een klein radertjein een ingewikkeld productieproces,maakt geen deel meer uit van eenhechte dorps- of buurtgemeenschap enwordt elke dag opnieuw geconfronteerdmet mensen uit andere culturen dieanders denken dan hij. Mensen hebbengeen vanzelfsprekende identiteit meeren ervaren dat als een probleem. Zijgaan op zoek naar oplossingen voor ditprobleem. Achterberg laat drie terreinenzien waarop deze zoektocht zichtbaarwordt: religie, politiek en populaire cul-tuur.

ReligieNaarmate het aantal christenen in dewesterse samenleving afneemt, neemthet belang van het geloof voor dezegroep toe. De christenen die na de ont-kerkelijking vanaf de jaren zestig zijnovergebleven, vinden dat het geloof eengrotere rol in de maatschappij moet spe-len, bijvoorbeeld in de politiek en in hetonderwijs. Christenen stemden meerdan twintig jaar geleden op christelijkepartijen. Ook christelijke jongeren geven bijonderzoeken in verschillende westerselanden aan dat het christendom eenbelangrijke rol in de samenleving moetspelen. De toenemende zichtbaarheidvan het geloof doet zich niet voor in lan-den waar (bijna) iedereen zichzelf chris-telijk noemt.

PolitiekIn de politiek kwamen in de jaren zeven-tig nieuwe thema’s en onderwerpen op,zoals vrouwenemancipatie, abortus enhomorechten. De politieke strijd tussenlinks en rechts over sociaaleconomischethema’s leek door een politiek debatover culturele thema’s te worden vervan-gen. Deze niet-materiële thema’s werdenopgepikt door nieuwlinkse partijen zoalsde Pacifistisch Socialistische Partij (PSP).In landen als Frankrijk, Duitsland en Bel-gië kwamen in reactie op de nieuwlinksestroming ook nieuwrechtse partijen op.In Nederland ontstonden die partijenniet, waardoor men even dacht een gids-land te zijn. Pas na 2000 kwamen inNederland nieuwrechtse politieke bewe-gingen op, al was onder de bevolkingaltijd al veel steun voor invoering van dedoodstraf en strenger optreden tegencriminaliteit.

Verslag Docentendaglezing socioloog Peter Achterberg

Nederlander opzoek naar zichzelfCoen Gelinck

In tijden van toenemende individualisering en

globalisering gaan mensen op zoek naar hun eigen

identiteit. Elk weekend kijken 2,5 miljoen mensen naar

het televisie pro gramma Ik hou van Holland, en dat is

niet alleen omdat Linda de Mol het zo leuk presenteert.

Volgens Peter Ach ter berg, docent Sociologie aan de

Erasmus Universiteit, zijn mensen op zoek naar het

fundament dat ze door allerlei maatschappelijke

ontwikkelingen zijn kwijtgeraakt.

Page 15: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

mei 2010 Maatschappij & Politiek 15

Uit onderzoek blijkt dat het belang vanhet sociaaleconomische thema’s in deverkiezingsprogramma’s de afgelopentwintig jaar stabiel is. Wel neemt depolarisatie tussen partijen over deze thema’s af. In verkiezingsprogramma’swordt tegenwoordig meer aandacht aande culturele thema’s besteed. Ook depolarisatie over deze thema’s neemt toe.Na Lijst Pim Fortuyn (LPF) volgden departijen van Geert Wilders en Rita Ver-donk. Het zijn steeds dezelfde mensendie op deze partijen stemmen: lagerop-geleide geïndividualiseerde niet-gelo-vige mensen. Hogeropgeleide geïndivi-dualiseerde niet-gelovige mensenstemmen op nieuwlinkse partijen alsD66 en GroenLinks. Uit de peilingenblijkt dat de PVV en D66 beiden profite-ren van de toenemende polarisatie opde culturele thema’s.

Populaire cultuurOok in de populaire cultuur ligt de laat-ste jaren de nadruk sterk op de Neder-landse identiteit. In de jaren tachtig washet aandeel Amerikaanse muziek in deTop 40 erg hoog, tegenwoordig is Neder-landstalige muziek weer helemaal terug.Ook zijn de Nederlandse artiesten steedsmeer in het Nederlands gaan zingen.Had men vroeger BZN en The Cats, dievoornamelijk in het Engels zongen,tegenwoordig zijn Jan Smit en Nick &Simon hot. Het is dan ook geen toevaldat Volendam een groot percentagePVV-stemmers kent. Socioloog MarcelLubbers toont in zijn onderzoek aan dathet verkiezingsresultaat van nieuw-rechtse partijen per land samenhang ver-toont met het aantal hits in de nationaletaal. Achterberg sprak van een ‘loeisterkverband’.Hij heeft het nieuwe examenprogrammavoor Maatschappijwetenschappen vastniet gelezen, maar zijn lezing maakt éénding duidelijk: het is heel goed mogelijkom ingewikkelde processen als moder-nisering, individualisering en globalise-ring aan havo- en vwo-leerlingen uit teleggen. Hitlijsten laten de reactie vanonze samenleving op dit soort proces-sen zien. Een betere link met de bele-vingswereld van leerlingen kan eendocent zich toch niet wensen? 3

Wilt u op dit artikel reageren, stuurdan een e-mail naar:[email protected].

Op basis van een internationale vergelij-king stelde een OESO-rapport dat devroege selectie in het Nederlands onder-wijsstelsel leerlingen uit achterstands-groepen benadeelt. De selectieleeftijduitstellen hoeft niet, concludeert deOnderwijsraad, maar het is wel nodigom andere maatregelen te nemen, zoalshet stimuleren van de doorstroom vanvmbo- t naar havo.1 Hoe kan dat bijMaatschappijleer?

Grillig patroon van doorstroomAls wordt teruggeblikt op het overheids-beleid ten aanzien van de overstapmo-gelijkheden tussen de verschillendeonderwijstypen, dringt het beeld vaneen sinuskromme zich op. De Mam-moetwet moest het stapelen bevorde-ren. Vooral de doorstroom van mavonaar havo was een populaire optie; met

name voor kinderen met lageropgeleideouders. Het doel was immers de vergro-ting van onderwijskansen voor allelagen van de bevolking. Toen efficiencyen stroomlijning van leerwegen echterweer sleutelwoorden van het beleidvormden, werd het stapelen te kostbaargevonden en was er juist weer sprakevan andere accenten. De doorstroomvan vmbo-t naar havo nam daarmee tij-delijk weer af. Een grillig patroon vandoorstroom laten ook de cijfers zien(figuur 1).Vanuit het derde en vierde leerjaarvmbo-t is er heel weinig doorstroomnaar havo; in het derde leerjaar minderdan 0,5 procent.3 Jongens en allochtoneleerlingen maken relatief meer gebruikvan de stapelmogelijkheid dan meisjesen autochtone leerlingen.

Overstap vmbo-havo vraagt ook meer van docent

DoorstroomkoesterenLieke Meijs

De Onderwijsraad heeft in opdracht van het Ministerie

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) onderzocht

of het Nederlands onderwijsstelsel niet te vroeg

selecteert. Aanleiding vormde de kritiek die de

Organisatie voor Economische Samenwerking en

Ontwikkeling (OESO) in 2007 leverde op het Nederlands

onderwijsstelsel. In dit artikel wordt nader ingegaan op

de selectie en doorstroom van Nederlandse leerlingen.

Figuur 1Doorstroom van vmbo-t-leerlingen naar havo (in procenten)

1995 1998 20022 2003 2004 2008 200916% 12% 9% 13% 16% 21% 19%

Page 16: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

vmbo. Van havo-4-leerlingen wordt ver-wacht dat ze zelf het overzicht op huntaken houden en dat ze kunnen plan-nen. Van leerlingen in vmbo-t-4 wordtdit nauwelijks verlangd. Ook dit leidtdus tot aansluitingsproblemen.

Programma’sVoor Maatschappijleer zijn in verbandmet de doorstroom de volgende zakenrelevant: de aansluiting van Maatschap-pijleer 1 en 2 op de havo-4-vakkenMaatschappijleer/Maatschappijweten-schappen en de verschillen in aanpaken didactiek.Het Nationaal expertisecentrum leer-planontwikkeling (SLO) heeft alle maat-schappijleerprogramma’s naar zes kern-concepten geordend en deze indoorlopende leerlijnen beschreven.(zie: www.slo.nl/voortgezet/onderbouw/themas/leerlijn/progr/ en www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/).De inhoudelijke aansluiting tussenbeide programma’s is goed.4 Alle pro-gramma’s hebben onderdelen overmacht, gezag en bestuur en over cultuuren levensbeschouwing. Ook het onder-deel welvaart en welzijn is in de verschil-lende programma’s terug te vinden. Hetkernconcept communicatie en samenle-ving ontbreekt in het havoprogramma,maar is wel in alle drie de andere pro-gramma’s terug te vinden. Internationaleverhoudingen komt slechts weinig voorin de vmbo-programma’s, maar is wel inalle havo-onderdelen van Maatschappij-leer en in enkele van Maatschappijwe-tenschappen aanwezig.Voor een overstap van vmbo-t naarhavo is het van belang dat de docentverbindingen weet te leggen tussenhetgeen leerlingen al in hun vmbo-pro-gramma hebben gehad, zoals beeldvor-ming en stereotypering, met dat watnieuw voor hen is, zoals massamedia encultuur (Maatschappijwetenschappen).Voor een havo/vwo-docent betekent ditdat ze zich in het vmbo-programmamoeten verdiepen.

DidactiekEen andere kwestie is de overstap naareen andere didactiek en aanpak van hetvak. Vmbo-leerlingen zouden een beeldmoeten krijgen van de maatschappij-leeraanpak in havo-4. Dat kan doorproeflessen aan te bieden, of door eendag mee te lopen met een havo–4-klas,

Knelpunten bij het stapelenEen hoger doorstroompercentage vanvmbo naar havo betekent niet per sesucces: van de doorstromers rondt eenkwart de havo-opleiding niet af enloopt ruim 10 procent extra vertragingop.De invoering van de Tweede Fase ver-grootte de aansluitingsproblemen tus-sen sectoren en profielen. Aanvankelijkleidde dat tot de doorstroomeis datvmbo-t-leerlingen in elk geval examenin Frans of Duits en Wiskunde moestenhebben gedaan. Deze eis is weer verval-len: in de praktijk bleken leerlingen doormiddel van een bijspijkerprogrammagoed in staat achterstanden weg te wer-ken en een havodiploma te halen. Scho-len stellen zelf weer aanvullende eisendoor bijvoorbeeld de motivatie van deleerlingen te toetsen of een minimumcijfergemiddelde voor enkele of allevakken te eisen.Andere knelpunten zijn er nog wel.Door de schaalvergroting van het voort-gezet onderwijs, gevolgd door opsplit-sing in locaties van vmbo en havo/vwo,is de kloof tussen vmbo-t en havo grotergeworden. Ook in het docententeam isde scheiding tussen vmbo-t- enhavo/vwo-docenten scherper gewor-den. De invoering van het Studiehuismet zelfwerkuren laat in havo-4 veelaleen andere didactiek zien dan in het

zoals het stoeltjes passen in de brugklasdoor leerlingen van het basisonderwijs.Louter aankondigen dat het op de havomoeilijker is en dat leerlingen daar zelfmeer moeten nadenken, zegt potentiëleoverstappers niets. Door een dagje meete draaien of een docent een typischehavo-les in vmbo-t-4 te laten geven,krijgt de potentiële doorstromer eengoede indruk van het verschil. Eenandere optie is het opnemen van enkelehavo-achtige proefvragen in toetsenvoor mogelijke doorstromers. Zo wordtduidelijk dat er verschil zit tussen ‘zakenuit je hoofd leren’ en ‘inzicht hebben in’.Ook kan het verschil tussen de havo- envmbo-vragen van de centrale examensworden getoond. Havo-examens bevat-ten minder multiple choice-vragen danvmbo-t-examens en dat verlangt van(toekomstige) havisten een anderemanier van antwoorden en een grotereleesvaardigheid. Zo telde het bronnen-boekje van het vmbo-t-examen uit 2009vijf pagina’s, het bronnenboekje van hethavo-examen elf.Vmbo’ers die zijn geïnteresseerd en hetvak op havoniveau willen doen, kunnenvia bijspijkermodules achterstandenwegwerken. Bied die aan, want door-stroom moet worden gekoesterd. 3

Noten1. Onderwijsraad, Vroeg of laat, Advies over de

vroege selectie in het Nederlandse onderwijs,Den Haag, 2010.

2. Door de invoering van de Tweede Fasewerd de aansluiting op de profielen inhavo-4 moeilijker.

3. Onderwijsraad, Doorstroom en talentont-wikkeling, Den Haag, 2007.

4. Op de website wwww.maatschappijenpoli-tiek.nl vindt u een vergelijking van deinhoudelijke onderdelen uit de examen-programma’s Maatschappijleer van hetvmbo-t en Maatschappijleer/Maatschap-pijwetenschappen op de havo.

Wilt u op dit artikel reageren, stuurdan een e-mail naar:[email protected].

16 Maatschappij & Politiek mei 2010

Page 17: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

Zwarte en witte havo/vwo’sVmbo’s zijn in grote steden overwe-gend zwart, vwo en havo’s voorname-lijk wit. Een handjevol havo- en vwo-scholen wordt echter bijna volledigbevolkt door allochtone leerlingen.Dat maakt de toch al onbehaaglijkescheiding tussen witte en zwarte scho-len nog sterker. Er zijn ook in dehogere regionen van het voortgezetonderwijs kinderen die van hun vierdetot hun achttiende jaar geen Neder-landse kinderen om zich heen hebben.De zwarte scholen zien dat ook als eenmanco. Met projecten proberen ze dekinderen in aanraking te brengen metde Nederlandse samenleving. Dit soortmaatregelen is noodzakelijk om dekinderen te begeleiden bij hun maat-schappelijke vorming. Het zijn echterlapmiddelen die aantonen hoe lastighet is voor deze leerlingen te integre-ren in een samenleving waarvan ze inhun jeugdjaren nauwelijks deel uitmaken.Pogingen om deze scholen gemengdte maken, zijn vrijwel overal mislukt.Voor het voortgezet onderwijs is datook geen realistische weg: de kinderenkunnen eenvoudig een eindje verderfietsen, naar een witte school. Ver-plichte spreiding is een paardenmid-del; sluiting van de paar zwarte scho-len ook.Ongeveer een derde van alle havo- envwo-leerlingen in de grote steden isallochtoon; zeventig procent witte endertig procent zwarte leerlingen lijkteen mooi evenwicht voor eengemengde school. Er is dus alle aanlei-ding voor een open, niet-dogmatischdebat over de vraag hoe kan wordenvoorkomen dat de scheiding tussenzwart en wit zich ook op havo- envwo-scholen voltrekt. Gelet op hetgeringe aantal zwarte havo’s en vwo’s,

moet er nog een ommekeer mogelijkzijn.(Bron: Commentaar, Trouw, 26 maart2010)

Met betrekking tot de doorstroom vanleerlingen: ‘Selectie als zodanig is nietzozeer het probleem, maar wel de vormdie selectie in Nederland aanneemt. Hetrigide systeem belemmert dat we regel-matig kijken of een leerling wel op hetgoede niveau zit. Een goed presterendevmbo-leerling zou tussentijds moetenkunnen overstappen naar de havo.Maar omdat deze leerling vaak in eenapart schoolgebouw of zelfs aparteorganisatie zit, is dat moeilijk’,(Herman van de Werfhorst, hoogleraarsociologie, UvA, in: NRC Handelsblad,6 februari 2010)

Van Bijsterveldt consulteertscholieren via Hyves

Voor een goede invoering van demaatschappelijke stage is demissionairstaatssecretaris Marja van Bijsterveldtop zoek naar de mening van scholieren.Daarom lanceerde zij op dinsdag 30maart een Hyves-pagina die geheel inhet teken staat van de maatschappe-lijke stage. Daar kunnen scholieren,maatschappelijke stageaanbieders enscholen leren van elkaars ervaringen.‘De Hyves-pagina is een uitstekendpodium voor jongeren om ervaring tedelen. Ik verwacht niet alleen hosanna,maar ook een scherpe en kritische blik.Dat draagt alleen maar bij aan een suc-cesvolle invoering van de maatschap-pelijke stage. Ik kijk uit naar al die krab-bels!’, aldus Van Bijsterveldt.Tijdens de lancering waren ruim veer-tig jongerenambassadeurs aanwezig

die aankomende maanden op middel-bare scholen voorlichting gaan gevenover de maatschappelijke stage. Dejongerenambassadeurs komen uit hethele land en hebben een traininggekregen over voorlichting geven encampagne voeren. De inzet van socialemedia is daarin steeds belangrijker.Met een handzaam videoapparaatgaan zij hun ervaringen vastleggen enpubliceren op http://masteams.hyves.nl.De staatssecretaris zal de discussies opinternet nauwgezet volgen en reage-ren op de inbreng van de jongeren. Debeste tips en ideeën van scholieren diebijdragen tot een succesvollere invoe-ring van de maatschappelijke stage,maken kans bewaarheid te worden.

‘Ten slotte zijn de scholieren zelf debelangrijkste ervaringsdeskundigen’,voegt de staatssecretaris er aan toe.Vanaf 2011 volgt elke leerling tijdensde middelbare school een maatschap-pelijke stage. Elke school bepaalt zelfwanneer en hoe de maatschappelijkestage wordt gegeven.(Bron: website Ministerie van OCW,30 maart 2010)

‘Het fascinerende van politiek? Hoe eenpaar mensen kunnen bepalen hoe wijleven. De invloed. Mensen zeuren zo snel,maar je kunt zelf iets bijdragen.’(Elze ’t Hart, nr. 2 kandidatenlijst D66 inLeiden, in: de Volkskrant, 2 maart 2010)

We laten jonge hersensniet rijpenScholen moeten meer rekening hou-den met de ontwikkeling van de herse-nen en met individuele verschillen inhet brein, zegt neuropsycholoog JelleJolles, voorzitter van de CommissieHersenen en Leren. In Buitenhof pleitteJolles voor meer aandacht voor de hersenen en niet alleen het lijf bij hetopvoeden en scholen van jongeren.Volgens Jolles worden er tegenwoor-dig te snel keuzen gevraagd van jon-geren die nog niet aan die keuzen toezijn. Hierdoor vallen met name jongenste vaak buiten de boot. ‘Een langzaamgroeiende boom kan uiteindelijk dehoogste worden’, maar deze wordennu te snel ‘omgehakt’.(Bron: televisie-uitzending Buitenhof,4 april 2010)

Geknipt

mei 2010 Maatschappij & Politiek 17

Page 18: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

De verkiezingen voor de

Tweede Kamer komen

eraan. De SP maakt weer

hectoliters tomatensoep,

de PvdA heeft pallets rode

rozen besteld en het CDA is

nieuwe groene t-shirts en

shawls aan het uitzoeken.

De verkiezingsborden zijn

na de gemeenteraadsver-

kiezingen langs de weg

blijven staan en het zal

niet lang duren voordat de

plakstrijd onder de par-

tijen weer losbarst: wie

weet de mooiste plaats op

het bord te veroveren?

Lesmateriaal

VerkiezingsaffichesVerkiezingsaffiches moeten de aandacht trekken van de kiezers. In één krachtigbeeld moeten ze de partij neerzetten en het kieslijstnummer in het geheugen van dekiezer prenten. Sommige beelden zijn zo sterk dat ze de verkiezingen overleven. Zostaat de poster van Katholieke Volkspartij (KVP) met daarop Hendrik Colijn aan hetroer, op mijn netvlies gebrand. Het meest indrukwkkende verkiezingsaffiche is datevenwel van de Pacifistisch Socialisitsche Partij (PSP, later opgegaan in GroenLinks)uit 1971, met daarop een naakte vrouw in een weiland. Uit het beeld van de naaktevrouw spreekt bevrijding en ontwapening (de eerste P van PSP), en natuurlijkheid,beklemtoond door, nogmaals, het naakt, het decor van de groene weide, de koe enhet groene kleurfilter over het beeld.Een ander, recenter voorbeeld van een affiche met een duidelijke boodschap is dievan de PvdA van de vorige Kamerverkiezingen. Wouter Bos kijkt je met een overtui-gende blik aan. Achter hem staat een groep mensen; bij nadere beschouwing alle-maal PvdA-prominenten. Het beeld zet Bos neer als leider en de boodschap was dui-delijk: die verkiezingen stonden in het teken van de strijd om het premierschaptussen Jan Peter Balkenende en Wouter Bos.In tegenstelling tot het genoemde affiche van de PSP uit 1971, legde het affiche vande PvdA de nadruk helemaal op de lijsttrekker en de steun die hij van zijn partijgeno-ten ontving. Op het affiche van de PVV voor de afgelopen verkiezingen voor hetEuropese Parlement was het net andersom. Op de voorgrond stond weliswaar delijsttrekker, maar de aandacht werd vooral getrokken door Geert Wilders op achter-grond. Niet eerder werd een partijleider, die zelf niet kandidaat stond, zo duidelijk alsstemmentrekker voor Europese Verkiezingen ingezet.

BeeldIn eerder lesmateriaal (Maatschappij & Politiek, 2010, nr.1) werd beschreven hoe leer-lingen zelf een verkiezingsaffiche kunnen maken. Daarop moesten minstens vijfstandpunten van de partij staan. Door die eis te stellen zouden hun produkten afwij-ken van echte verkiezingsaffiches, waarop immers zelden inhoudelijke standpuntenzijn afgedrukt. Het beeld moet het werk doen. Met één blik moet de kiezer begrijpenwaar de partij voor staat. Dat begrijpen mag best enig denkwerk vergen. In de cam-pagne voor de vorige Europese verkiezingen presenteerde de SP zich als eurocritica.Op het verkiezingsaffiche van de SP stond een skyline van fabrieken met grote rook-wolken uitstotende schoorstenen. Daaronder stond in grote letters: ‘Voor een anderEuropa’. Het is aan de kiezer om te bedenken dat de SP niet een nieuwe industrialisa-tiegolf in Europa wilde ontketenen, maar een dam wilde opwerpen tegen het, doorde Europese Unie beschermde, internationale kapitalisme.

OpdrachtOok in de klas vormen verkiezingsaffiches een aantrekkelijk aangrijpingspunt voorhet aan de orde stellen van verkiezingen. Onderstaand lesmateriaal is bedoeld omleerlingen partijaffiches voor de campagne voor de aankomende Kamerverkiezingente laten analyseren. De centrale vraag is: wat willen de respectieve partijen met dezeaffiches uitdrukken? Voor de beantwoording moeten de leerlingen dus beelden ana-lyseren. Wat is afgebeeld en waar verwijst dat naar? Welke kleuren zijn gebruikt en

18 Maatschappij & Politiek mei 2010

Page 19: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

wat moeten die uitdrukken? Wat wil een eventuele tekst uitdrukken? Welke conclu-sies vallen daaruit te trekken over standpunten van de onderscheiden partijen?Om de leerlingen op weg te helpen, is het aan te raden om eerst twee of drie affichesklassikaal te analyseren. Vervolgens is het de beurt aan de leerlingen. Bestel bij poli-tieke partijen de verkiezingsaffiches en hang ze in volgorde van kieslijstnummer opaan de muren van het lokaal. Laat de leerlingen in tweetallen de verkiezingsposterslangsgaan en analyseren. Waarna ze, eventueel in grotere groepjes, hun bevindingenmet elkaar bespreken en tot slot klassikaal hun antwoorden op het bord zetten.Hieronder vindt u een aantal vragen aan de hand waarvan de leerlingen deaffiches kunnen analyseren. Ter introductie van een dergelijke les vindt u op de website van Maatschappij & Politiek (www.maatschappijenpolitiek.nl) oude verkie-zingsaffiches.3

Christine Elout

mei 2010 Maatschappij & Politiek 19

StemmentrekkerOp donderdag 9 juni vinden de Tweede Kamerverkiezingen plaats. Alle Nederlanders van 18 jaar enouder mogen op deze dag gebruik maken van hun stemrecht. De verkiezingscampagnes zijn al opgang gekomen. Overal in het land voeren leden van de verschillende partijen actie om stemmenvoor hun partij te werven. De SP deelt weer sponsjes uit, de PvdA houdt het bij de traditionele roderozen en elke partij heeft nieuwe verkiezingsaffiches laten drukken. Waarschijnlijk heb je ze algezien, de grote houten borden waarop partijen hun affiche kunnen plakken. In deze opdracht ga jede verkiezingsaffiches van deelnemende partijen grondig bekijken. Wat drukken ze uit?

Bekijk de posters die in het lokaal hangen aandachtig en beantwoord onderstaande vragen.

Affiche 1.Partij: …………………….

1. Wat valt je als eerste op?2. Beschrijf wat is afgebeeld.3. Welke kleur(en) beheersen het beeld? Zegt die kleur iets over de partij? Spreekt uit

die kleur(en) een bepaald gevoel of idee (bijvoorbeeld, groen kan staan voornatuur)?

4. Welke personen staan op deze poster? Wie zijn deze personen?5. Staat er tekst op de poster? Zo ja, neem deze tekst over. Welk standpunt spreekt uit

deze tekst?6. Zoek het logo van de partij. Waar staat het logo? Is het logo goed zichtbaar?7. Wat wil de poster volgens jou uitdragen?8. Staat er een nummer op het affiche? Waar verwijst dat nummer naar?9. Spreekt het affiche je aan en wekt het je interesse in deze partij? Geef met minimaal

één argument aan waarom wel of waarom niet.

Page 20: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

Politiek voor leken

Wolter Blankert

Eddy Habben Jansen, adjunct-direc-teur van het Instituut voor Publiek enPolitiek (de uitgever van dit blad)beschikt over de nodige ervaring methet aan de man brengen van politiek.Die ervaring heeft hij ingezet om eentoegankelijk handboek over ditonderwerp te schrijven. Wolter Blan-kert laat zich door Politiek Nederlandleiden.

Van de bijna driehonderd bladzijden vanPolitiek voor Dummies is ongeveer dehelft aan de traditionele staatsinrichtinggewijd, met een bespreking van deregering, het parlement en de lagereoverheden. Ook deze hoofdstukken,waarin het bestuur van Nederland opeen glasheldere manier uit de doekenwordt gedaan, bieden evenwel veelextra boeiende stof om de lezer aan hetdenken te zetten. Zowel aardig als origi-neel is het hoofdstuk ‘Rond het Binnen-hof’, waarin de lezer letterlijk bij de handwordt genomen om een beeld te krijgenvan de ruimtelijke spreiding van deHaagse instellingen.De andere helft van het boek zorgt ener-zijds voor de nodige achtergrondinfor-matie en spoort anderzijds de lezer aanzelf aan de slag te gaan. Met betrekkingtot de achtergrondinformatie gaat deauteur diep in op de betekenis van poli-tiek en de verschillende staatsvormen inverleden en heden, met extra aandachtvoor het ontstaan en de werking vandemocratie. Daarnaast biedt het boekeen korte inleiding in de geschiedenisvan Nederland, waarbij de hoofdzakengoed uit de verf komen. Aan Europesesamenwerking en aan de wereldpolitiekzijn aparte hoofdstukken gewijd.

Politiek procesGezien de achtergrond van de auteur zalhet geen verbazing wekken dat heteigenlijke politieke proces, of wel depraktijk van het politieke bedrijf, centraalstaat. Het gaat daarbij om de achter-grond van de politieke partijen, het kies-stelsel en vooral de verkiezingen zelf. Opdeze manier beschreven, worden hetaansprekende onderwerpen.In het deel ‘Het kan ook anders’ wordt deburger aangespoord om zelf aan de slag

te gaan of tenminste actief over de eigeninbreng mee te denken. Verder richt deschijnwerper zich op de gebreken vanhet systeem met mogelijke verbeterin-gen. Daarbij komen zaken aan bod dieafbreuk (kunnen) doen aan het ‘primaatvan de politiek’, zoals lobbyen en deinvloed van adviesgroepen en de media,naast de uitbesteding van overheidsta-ken aan (semi)private organisaties diebuiten de parlementaire controle vallen.Als toegift krijgt de lezer concrete tipsvoor een eigen politieke carrière.

KanttekeningenHoewel Habben Jansen dus veel derevue laat passeren (begripsbepalingen,geschiedenis, staatsinrichting en dedagelijkse gang van zaken) valt hij ner-gens op onjuistheden, subjectieve oor-delen of partijdigheid te betrappen. Opdeze lofzang vormt alleen de behande-ling van het ‘Statuut van het Koninkrijk’een uitzondering. Het gaat hier om onzehoogste staatsregeling, die aan deGrondwet vooraf gaat en niet om ‘eenverdrag waar we ons aan moeten hou-den’. Op grond van het Statuut is voorheel wat wijzigingen in ons politiekebestelde instemming van de andere rijks-delen een absoluut vereiste, omdat hetvaak om rijkswetten gaat.Daarnaast kan als kritiekpunt gelden datde Europese Unie en de Verenigde Natiestamelijk geïsoleerd worden behandeld.Bij de Europese Unie wordt wel aangege-ven dat die op tal van terreinen deinvloed van de Tweede Kamer beperkt,maar dit had wel iets specifieker gemo-gen – met meer aandacht voor de wissel-werking. Het zal tot dummies niet onmid-dellijk doordringen dat bij economischezaken, landbouw en milieu Brussel alshoogste bestuurslaag functioneert, ter-wijl bij bijvoorbeeld onderwijs Den Haaghet nog echt voor het zeggen heeft. Overde Verenigde Naties (VN) had kunnenworden vermeld dat de marges van onsvluchte lingen- en dus immigratiebeleidin belangrijke mate door het VN-vluchte-lingenverdrag worden bepaald. In tegen-

Recensies

20 Maatschappij & Politiek mei 2010

Luuk van Middelaar, De Passage naarEuropa. Geschiedenis van een begin,Historische Uitgeverij, Groningen, 2009,ISBN 978–90–6554–236–6, 498pagina’s, prijs: € 35

Eddy Habben Jansen, Politiek voorDummies, Pearson Education Benelux,Amsterdam, 2010, ISBN 978–90–430–1849–4, 300 pagina’s, prijs: € 27,95.

Als toegift krijgt de lezer

concrete tips voor een

eigen politieke carrière.

Page 21: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

KarikatuurDe schrijver laat zichzelf veelvuldig dooreigen retoriek bedwelmen. Zijn visie dathet Verdrag van Luxemburg van 1966 deminste van twee kwaden was, valt alsorigineel te prijzen. Daarna verheft hijdeze evenwel door pragmatisme inge-geven berusting in het handhaven vanhet vetorecht van de lidstaten tot geni-aal, om dat nog tot vervelens toe uit tespinnen.Als zo velen voor hem, wijst de schrijverop de kracht van de lidstaten die verdereeenwording alleen nastreefden als ditmet hun eigen belang strookte. Daarbijmaakt hij – en ook daarin staat hij nietalleen – een karikatuur van het veronder-stelde geloof in een federatie bij eerderehistorici, nationale politici en de stichtersvan de euromarkt. In werkelijkheid is deinvloed van gelovige federalisten binnengenoemde groepen altijd bescheidengebleven (die federatie is er dan ook nietgekomen).

GezamenlijkheidDe belangrijkste vondst van de auteur isde ontdekking van de tussenlaag, degezamenlijkheid van de lidstaten die zichgeleidelijk ontwikkelt als zelfstandigemacht, onder meer dankzij het fre-quente samen tafelen. Deze gezamenlijk-heid krijgt vorm in de Europese Raad(van regeringsleiders, sinds 1986 eenofficiële instelling van de Europese Unie).Een prima vaststelling, maar ook hierpast een kanttekening. Hij lijkt in detweede helft van zijn boek te vergetendat de Europese Unie nog steeds voorruim 90 procent een economische unieis. Daarover gaat in belangrijke mate debinnensfeer, of wel de Europese Commis-sie met enige controle door het Euro-pees Parlement. Die Europese Commis-sie breekt banken in stukken, is de schrikvan monopolisten, verhindert staats-steun, drukt zijn stempel op het milieu-beleid van de lidstaten en verwijst bij-voorbeeld de Nederlandsehuurbescherming deels naar de prullen-bak (een voorbeeld van het aan de laars lappen van subsidiariteit), als hoeder vande open markt.

PrestatieDe Europese Raad kan daar weinig spec-taculairs tegenover stellen. Haar niet teoverschatten en mogelijk niet te evena-ren prestatie is de soepele wijze waarop

stelling tot de zo gevarieerde opzet vanhet boek, blijven de inter nationalehoofdstukken grotendeels steken in eenopsomming van instel lingen.

EindoordeelOp zich is deze focus op ons eigen bestuurheel begrijpelijk, want een doelstellingzal zeker zijn de belangstelling voor deHaagse politiek te vergroten. Dit toegan-kelijk geschreven handboek biedt daar-voor prima mogelijkheden en mag daar -om, zonder overdrijving, niet ontbrekenin de boekenkast van de leraar Maat-schappijleer. Zelfs als die alleen maarmocht beschikken over een schamel boe-kenplankje, hoort dit boek, als na slag -werk en inspiratiebron daarop thuis. 3

Europa voorgevorderden

Wolter Blankert

De filosoof Luuk van Middelaar slaagter in De passage naar Europa in om opeen meeslepende manier het procesvan de Europese eenwording te be -schrijven. Daarbij hanteert hij origi-nele invalshoeken met aansprekendevergelijkingen: tafels en stoelen alsmetafoor voor Europees overleg ofeen kampvuur voor een topconferen-tie.

Met de daarbij behorende breedsprakig-heid dipt Luuk van Middelaar, tevensspeechschrijver van voorzitter van deRaad van de Europese Unie Herman vanRompuy, zijn onderwerp Europa in eenfilosofisch sausje. Zijn kennelijke afschuwvan heldere overzichten maakt het boekalleen geschikt voor gevorderden, diesnappen wat de schrijver met zijn geheeleigen terminologie bedoelt, zoals bin-nenlaag voor de Europese instellingen entussenlaag voor de samenwerkende lid-staten. Zijn nieuwe terminologie doet ineerste instantie verfrissend aan, maarbetekent eigenlijk zelden een verbete-ring. Zo duidt de auteur de EuropeseGemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)consequent aan als ‘de mijnbouwsamen-werking’, terwijl dat de essentie ervannegeert (zo komt staal niet uit de grond,aardolie weer wel).

de eenwording van Europa na 1992 (uit-breiding met vijftien lidstaten) tot standis gekomen. Over elke nieuwe uitbrei-ding moest de uitdijende gezamenlijk-heid unaniem beslissen. Het gaat hierom de meest spectaculaire prestatie,maar niet de enige. Daarnaast kan menonder meer denken aan de vredeshand-having in het voormalige Joegoslavië;wel helaas pas na 1995.

Daarentegen demonstreert de EuropeseRaad ook keer op keer dat er van eenUnie eigenlijk geen sprake is, omdat degezamenlijkheid het laat afweten. Denkdaarbij aan Bosnië (1992–1995), Irak,Israël/Palestijnen, Afghanistan, het ver-schil eurozone/Europese Unie en zelfs dehuidige economische crisis. Ter bespot-ting van die ontbrekende gezamenlijk-heid, kan een klein land als Libië de lid-staten van de Europese Unie bijtoerbeurt gijzelen.Bij deze kwesties lijkt de door de auteurzo opgehemelde tussenlaag inderdaadsprekend op een kring rondom eenkampvuur, waar de samenzang zich totsimpele deuntjes beperkt, maar het aflaat weten zodra meerstemmigheid toteen harmonische compositie moet wor-den gekneed; vooral dat gezamenlijk-heid niet een keuze is, maar een vereiste,wil men van een Unie kunnen spreken.

EindoordeelOndanks of dankzij deze kanttekeningengaat het om een boeiend boek, metschitterende schetsen van Europese bij-eenkomsten, voorzien van aanspre-kende details. Kortom, van harte aan -bevolen aan de al wat ingewijde,kritische lezer, dus aan de leerkrachtenMaatschappijleer; niet als naslagwerkof leerboek, maar als slijpsteen voorde geest. 3

mei 2010 Maatschappij & Politiek 21

Ter bespotting van

die ontbrekende

gezamenlijkheid, kan een

klein land als Libië de

lidstaten van de Europese

Unie bij toerbeurt gijzelen.

Page 22: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

Examenbesprekingen 2010De eindexamens komen er weer aan endat geldt dus ook voor de examenbe-sprekingen. De examenbesprekingen vande NVLM zijn dit jaar in Utrecht. Locatie:Bestuursgebouw Universiteit Utrecht (opde Uithof ), Heidelberglaan 8, 3584 CSUtrecht.– Examenbespreking vwo Maatschappij-

wetenschappen: dinsdag 25 mei,16.00–18.00 uur

– Examenbespreking havo Maatschappij-wetenschappen: maandag 31 mei,15.00–17.00 uur

– Examenbespreking vmbo-kb & -gl/tlMaatschappijleer 2: maandag 31 mei,17.00–18.00 uur

Check vooraf nog even op www.nvlm.nlin welke zaal de besprekingen zijn.

PrijsuitreikingProfielwerkstukwedstrijdOp 15 juni is de prijsuitreiking van deprofielwerkstukwedstrijd Maatschappij-wetenschappen. De winnaars zullenbovenin de Euromast dineren met EvaJinek, presentatrice van het NOS Journaalen het nieuwe programma Nieuwsuur.Daarnaast winnen zij een notebook. Erwordt een prijs uitgereikt voor zowelhet beste havo- als voor het beste vwo-werkstuk. De werkstukken wordenbeoordeeld door een vakkundige jurybestaande uit docenten en socialeweten schappers.

Pilot Maatschappijweten schappenHet Ministerie van Onderwijs, Cultuur enWetenschap (OCW) heeft het Nationaalexpertisecentrum leerplanontwikkeling(SLO) gevraagd een vernieuwingtrajectvoor het vak Maatschappijwetenschap-pen in gang te zetten op basis van hetexamenprogramma dat door de Vervolg-commissie Schnabel is uitgewerkt. SLOzoekt scholen die interesse hebben omaan de pilot mee te doen. De voorberei-dingen starten in 2011, het pilot-jaar is2011–2012. Daarnaast zoekt SLO belang-stellenden voor de ontwikkeling van les-

materiaal voor het nieuwe examenpro-gramma, dat in augustus 2010 start. Eindmaart hebben scholen een oproep vanSLO ontvangen om mee te werken aande pilot. Scholen en docenten kunnenzich uiterlijk maandag 17 mei melden bijLieke Meijs: [email protected].

Syllabuscommissie aan de slagDe Syllabuscommissie van het Collegevoor Examens (de vroegere CEVO) is vanstart gegaan. Deze commissie zal hetExamenprogramma Maatschappijweten-schappen dat door de Commissie Schna-bel is ontwikkeld uitwerken in een sylla-bus voor de havo en een syllabus voorhet vwo. Op basis van die syllabi wordt inde pilot-fase (vanaf 2011) materiaal ont-wikkeld. De eerste pilot-examens wordenin 2013 en 2014 afgenomen. Voorzittervan de Syllabuscommissie is Thérèse Car-pay, oud-voorzitter van de NVLM. Hetsecretariaat van de commissie is in han-den van SLO in de persoon van LiekeMeijs. Vanuit het NVLM-bestuur makenRob van Otterdijk en Coen Gelinck deeluit van de commissie. Daarnaast makendocenten, vertegenwoordigers van Citoen een lid van de vaksectie Maatschap-pijwetenschappen van het College voorExamens deel uit van de Syllabuscom-missie. De syllabi moeten uiterlijk augus-tus 2011 gereed zijn.

Betaling contributie 2010Op 1 maart heeft u van onze ledenadmi-nistratie een mail ontvangen met hetverzoek uw contributie voor 2010 tebetalen. De contributie van de NVLMbedraagt 25 euro. Als u uw contributieop 1 mei nog niet betaald heeft, komtdaar 2,50 euro administratiekosten bij.Kunt u de mail met de factuur niet meervinden? Stuur dan een mail naar IngridFaas: [email protected]. Zij zal u de fac-tuur opnieuw toesturen.

Beroepsgroeporganisatie?Het Ministerie van OCW wil StichtingBeroepskwaliteit Leraren (SBL) omvor-men tot een ‘coöperatief verband vansamenwerkende beroepsorganisaties’. Indeze beroepsgroeporganisatie zoudenvakbonden, Beter Onderwijs Nederland(BON) en vakinhoudelijke verenigingenpartners moeten zijn. Deze ontwikkelingis onder andere van belang omdat SBLop dit moment werkt aan het tot standbrengen van een lerarenregister. Een

aantal vakverenigingen ziet dat leraren-register als goede mogelijkheid om deverdere professionalisering van docentente stimuleren. Om in het register te kun-nen blijven zou men namelijk door mid-del van scholing of andere professionali-seringsactiviteiten de professionaliteit oppeil moeten houden. Binnen het trajectvan SBL is afgesproken dat de zeggen-schap over het lerarenregister in handenligt van de vakverenigingen. In een ver-gadering van Platform VVVO, de organi-satie van vakverenigingen, is begin aprilnog eens vastgelegd dat elke vakvereni-ging ook in de nog op te richten beroeps-groeporganisatie de volledige zeggen-schap over de vakinhoudelijke aspectenvan het register (zoals de registratiecrite-ria en het valideren van professionalise-ringsactiviteiten) moet krijgen. De NVLMheeft nog geen beslissing genomen overdeelname aan het lerarenregister. Volle-dige zeggenschap over de vakinhoude-lijke aspecten van het lerarenregister isechter voor het NVLM-bestuur een eerstevereiste om ‘ja’ tegen het lerarenregisterte kunnen zeggen.

Coen Gelinck

NVLM-bestuur

Hans Teunissen, voorzittertelefoon: 06–28125692e-mail: [email protected] Gelinck, secretarisNieuwe Prinsengracht 78 II1018 VV Amsterdamtelefoon: 06–40755812e-mail: [email protected] Stroobach, penningmeestertelefoon: 0320–249481e-mail: [email protected] Pormese-mail: [email protected] Faas, ledenadministratiee-mail: [email protected] van Otterdijke-mail: [email protected] van Vugte-mail: [email protected] Leenderse-mail: [email protected] Esselink, aspirant-bestuurslide-mail: [email protected]

www.nvlm.nlGirorekening NVLM: 1889654

22 Maatschappij & Politiek mei 2010

Page 23: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

Mensenrechtenonderzoek

Wat betekenen mensenrechten eigenlijk in ons dage-lijkse leven in Nederland? Het Nederlands JuristenComité voor de Mensenrechten (NJCM) en het Plat-form Mensenrechteneducatie zoeken scholen (ofklassen) die willen helpen om dit in kaart te brengen.Scholieren van 10 tot 12 en van 15 tot 18 jaar krijgeneerst een mensenrechtenles en worden daarna zelfonderzoeker door (groot)ouders, vrienden en burente interviewen aan de hand van digitale speciale vra-genlijsten. Het onderzoek past in het kader van hetburgerschapsonderwijs en brengt scholieren in tweetot drie lesuren op een (inter)actieve manier belang-rijke basiskennis over mensen- en kinderrechten bij.Docenten ontvangen ter voorbereiding een helderedocentenhandleiding. De website www.mensenrech-tenonderzoek.nl staat van 26 april tot 26 mei openvoor deelname.Meer informatie: [email protected] oftelefoon 070–3136827.

Discussie over islamDe discussie over de positie van de islam in Neder-land is pas echt op gang gekomen in de tachtigerjaren. Dit is de periode waarin de islam door middelvan moskeeën, eigen media en islamitische scholenvoor iedereen direct waarneembaar is geworden. Alte vaak bleek echter dat men in kringen van gezond-heidszorg, onderwijs en lokale politiek geen realisti-sche kijk had op de rol die de godsdienst in het dage-lijks leven van moslims kan spelen.Het centrale thema in het boek Vooroordelen,Onbe-grip en Paternalisme, Discussies over de islam in Neder-land van W. Shadid en P. van Koningsveld is de scha-

delijke invloed die vooroordelen kunnen uitoefenenop de betrekkingen tussen moslims en niet-moslimsin de hedendaagse maatschappij. In vier hoofdstuk-ken worden de artikelen gebundeld die de auteurs opverspreide plaatsen hebben gepubliceerd over visiesop de islam van theologen en islamologen; stereoty-pen en vooroordelen over moslims in de gezond-heidszorg; misverstanden over de islam binnen hetonderwijs; en incidenten in de lokale politiek rond derelatie tussen gemeenten en plaatselijke islamitischegemeenschappen. Het boek wordt ingeleid met eentheoretische beschouwing over de belemmeringendie moslims ontmoeten op hun weg naar integratie.Aan het slot geven de auteurs een reeks concreteaanbevelingen ter verbetering van de bestaandesituatie en het heersende klimaat.Meer informatie: www.damon.nl.

Polariseren binnen onze grenzenIn Nederland werd polderen een werkwoord dat staatvoor consensusvorming. Recent lijken tegenstellin-gen steeds vaker aangescherpt te worden. In media,politiek en in de wijk leidt polariseren soms tot hef-tige emoties. Inmiddels is polariseren zelf ook onder-werp van debat. Sommigen duiden polariseren nega-tief: het is slecht voor de sociale cohesie en dedemocratie. Anderen pleiten juist voor polariserenomdat dit het inhoudelijk debat bevordert.In Polariseren binnen onze grenzen pleit de Raad voorMaatschappelijke Ontwikkeling (RMO) voor ruimteom uiting te geven aan maatschappelijke tegenstel-lingen, maar niet onbegrensd. De samenleving heeftbehoefte aan spelregels die het mogelijk maken ompolariseren als kracht te benutten en waar nodigtegenstellingen te overbruggen. In dit advies beant-woordt de RMO de vraag hoe bestuur, politiek, mediaen rechtspraak kunnen bijdragen aan een omgevingwaarin polariseren minder bedreigend en juist verrij-kend is.Informatie: www.swpbook.com.

Debat in de klasDebatvaardigheden zijn cruciaal voor een goede bij-drage aan samenleving en democratie. De huidigedebatinitiatieven richten zich echter teveel op eenkleine elite onder de jongeren. Zo neemt slechts 0,1procent van de jongeren in het basis- en voorgezetonderwijs deel aan zogeheten debattoernooien.Scholen hebben behoefte aan twee zaken: laagdrem-pelige debattraining (training die betaalbaar is endie binnen het lesprogramma kan worden ingepast)en ondersteuning van scholieren die zelf aan de slagwillen, of zelfs het debat verder willen verspreidenbinnen hun school. Debatrix heeft het onderwijsplat-form debatindeklas.nl gelanceerd. Daarmee kunnende komende vijf jaar 100.000 jongeren actief debat-teren. Het platform biedt gratis toegang tot debattips,stellingen, oefeningen en debatvormen. Op de web-site staat alles wat nodig is om zelf te debatteren.Ook biedt het platform een selectie van bewezenstandaardtrainingen die direct online kunnen wor-den besteld. Door deze aanpak kunnen scholen top-trainingen volgen vanaf 250 euro.Meer informatie: www.debatindeklas.nl.

Maatschappij & Politiekis een uitgave van het Instituut voor Publieken Politiek. Hierin zijn tevens opgenomen demededelingen van de NVLM. De redactie -leden zijn in hun journalistieke werkzaam -heden onafhankelijk.RedactieBas Banning, Wolter Blankert, RadboudBurgsma, Christine Elout, Coen Gelinck, Hansvan der Heijde (hoofdred.), Lieke Meijs, HesselNieuwelink, Gerard van Rossum, Anique terWelle, Jeff Peck (correspondent New York, VS).EindredactieMaarten CrasVormgevingAddy de MeesterOmslagfotoBob KarhofDrukDrukkerij HaasbeekUitgeverInstituut voor Publiek en Politiek,Prinsengracht 9151017 KD Amsterdamtelefoon 020 521 76 00e-mail: [email protected] voor Publiek en PolitiekPrinsengracht 9151017 KD Amsterdamtelefoon 020 521 76 00e-mail menp@publiek-politiek.nlwww.maatschappijenpolitiek.nlAbonnementsprijs M & P 2010€46,50 per jaar. Studenten €39,70. Scholen eninstellingen €50,90. M & P verschijnt achtkeer per jaar. Losse nummers €6,20 (exclusiefverzendkosten).Nieuwe abonnementenAbonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan na ontvangst van het abonne-mentsgeld. Afhankelijk van de ingangsdatumwordt een evenredig gedeelte van de prijsvan een jaarabonnement in rekeninggebracht. Abonnementen kunnen ook wor-den aangegaan met terugwerkende kracht.Dit is echter afhankelijk van de voorraad oudenummers. Aanmelding van nieuwe abonneesbij de uitgever.Beëindiging abonnementOpzegging schriftelijk tot 1 december van hetlopende abonnementsjaar.AuteursrechtNiets uit deze uitgave mag worden vermenig-vuldigd zonder voorafgaande toestemmingvan de redactie met uitzondering van de tekstvan het leerlingenmateriaal, indien ditgeschiedt zonder winstoogmerk. In allegevallen dient de bron duidelijk te wordenvermeld.AdvertentiesTarieven op aanvraag verkrijgbaar bij de uit-gever, telefoon 020 5217600.Kopij en mededelingenBijdragen naar het redactiesecretariaat.ISSN 1566-1555

Het komende nummer vanMaatschappij & Politiek

verschijnt op 31 mei

Gesignaleerd

Page 24: Maatschappij Politiek · Politiek vertrouwen en politiek zelfvertrouwen (Bron: Aarts en Thomassen, 2000; Bovens en Wille, 2008) Figuur 2 Vertrouwen in de regering in Nederland vergeleken

Scholierenverkiezingen Tweede Kamer 2010

maandag 7 en dinsdag 8 juni

www.scholierenverkiezingen.nl

Prijs en bestelgegevens

De krant is geïllustreerd, telt acht pagina’s en is te bestel-

len als pakket van 35 exemplaren. De prijs van het pakket

bedraagt € 43,-. De verzendkosten zijn hierbij inbegrepen.

Ga naar www.politiekindeklas.nl voor meer informatie.

U kunt de krant bestellen door een e-mail te sturen naar

[email protected]. Geef in de mail aan op welke

dag op uw school de meivakantie eindigt.

Vermeld ook het aantal pakketten, de gewenste versie, de

bijbehorende bestelcode (havo/vwo, bestelcode 978 906473

8111 of vmbo, bestelcode 978 906473 8222) én het adres

van de school.

De kranten worden direct na de meivakantie geleverd.

Op 9 juni 2010 zijn de vervroegde verkiezingen voor de

Tweede Kamer. Hierover maakt het IPP een onderwijs-

krant, en wel in twee versies: één voor havo/vwo en één

voor het vmbo.

Een greep uit de inhoud

Kiezen en gekozen worden

De lijsttrekkers

Jonge kandidaten

Vergelijking inhoudelijke stand-

punten

Hoe win je de verkiezingen?

Het stemhokje

Het Kamerwerk

Vragen en opdrachten

maandag 7 en dinsdag 8 junieede KwTTw

cholierS

entie) ter(adv

maandag 7 en dinsdag 8 juniamer 2010eede K

ieerkvencholier

maandag 7 en dinsdag 8 juniamer 2010

zingen ie

maandag 7 en dinsdag 8 juni

ww

maandag 7 en dinsdag 8 juni

.scholierwwmeld u aan op

maandag 7 en dinsdag 8 juni

erkven.scholiermeld u aan op

maandag 7 en dinsdag 8 juni

zingen.nlieerkmeld u aan op

maandag 7 en dinsdag 8 juni

zingen.nl

maandag 7 en dinsdag 8 juni

zingen.nl

nderO

rant wijsknder

ieerkVrant

zingen 2010ie

zingen 2010

nderO

.oor het vmbov

el in t, en wtanrk

. Hieramereede KwT

p 9 juni 2010 zijn de vO

rant wijsknder

o/vvoor haersies: één vee vwel in t

er maakt het IPP een ondervo. Hier

zingen vieerkoegde vvrerp 9 juni 2010 zijn de v

ieerkVrant

o en één wo/v

-wijser maakt het IPP een onder

oor de zingen v

aagt € 43,-. Dbedr

len als pakk

t is geïllustranre kD

Prijs en best

zingen 2010ie

en zijn hierbij inbegrostendkzere vaagt € 43,-. D

e prijs ven. Demplarxan 35 eet vlen als pakk

t paginaelt ach, tdeert is geïllustr

ensvelgegePrijs en best

zingen 2010

epen.en zijn hierbij inbegr

et an het pakke prijs v

-ele bests en is t’’st pagina

ens

oe winHHo

enpuntte

gelijkerrgVVe

aJonge kka

De lijsttr

en ezzeieezKKi

eep uit de inhouden grE

zingen?erkieezn je de vve

e stking inhoudelijkke

entteandida

ersekkkerre

denorrden wwozzeoozen gekko

eep uit de inhoud

zingen?

-andd-tta

bijbehor

ermeld ook het aanV

dag op uw school de meiv

el@publiekbest

t de kunU k

a naar wG

, bestowo/vvode (haelcende bestbijbehor

en, de gewetttal pakkermeld ook het aan

tie eindigtanakdag op uw school de meiv

eef in de mail aan op w. G.nl-politiekel@publiek

-mail tellen door een et bestanrt de k

oor meer inf.nl vindeklas.politiekwwa naar w

978 906473 ode elc, best

, de ersiee vensten, de gew

.tie eindigt

e elkeef in de mail aan op w

en naar e stur-mail t

.tieormaoor meer inf

gen eaagrraVVr

amet KKaHHe

emet stteHHe

enachtteen opdrra

erkwweamer

emhokje

tanre kD

an de schoolv

of vmbo8111

t na de meivecden diroren wt

.an de school

978 906473 8222ode elc, bestof vmbo

.dertie gelevanakt na de meiv

es ) én het adr978 906473 8222