O N T W E R P B E S L U I T

2.1 Vaststelling van het reglement betreffende de aanvullende bepalingen van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de zone Westhoek

Gelet op de wet van 15 mei 2007 (Belgisch staatsblad 31 juli 2007) betreffende de civiele veiligheid, in het bijzonder op artikel 103;Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;Gelet op het koninklijk besluit van 19 april 2014 (Belgisch staatsblad 1 oktober 2014) tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones;Gelet op het koninklijk besluit van 19 april 2014 (Belgisch staatsblad 1 oktober 2014) houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones;Overwegende dat in een FAQ wordt geantwoord dat de bepalingen van de hoger vermelde koninklijke besluiten betreffende de statuten niet mogen gekopieerd worden in een zonaal reglement; dat enkel waar een vrijheid wordt gegeven aan de zone om eigen bepalingen op te nemen de zone dit kan doen in aparte reglementen of in één reglement;Overwegende het voorstel van reglement waarin de hiernavermelde artikelen worden aangevuld:I. Het administratief statuut In art. 36. 5e & 6e lid wordt rekening gehouden met de voorwaarden van de snelste adequate hulp en met een straal die een ruime dekking van het grondgebied van de zone waarborgt;In art. 37 in verband met de aanwerving van brandweerman wordt een voorstel van jury ingeschreven en tevens een bijkomende praktische proef over manuele basisvaardigheden om de jury in staat te stellen maximaal de kandidaten te screenen en op basis van alle elementen in het dossier een rangorde vast te stellen;In art. 38. in verband met de aanwerving van kapitein wordt een voorstel van jury ingeschreven en tevens een bijkomende schriftelijke proef om de jury in staat te stellen maximaal de kandidaten te screenen en op basis van alle elementen in het dossier een rangorde vast te stellen;In art. 39 wordt voorgesteld om de theoretische en praktische vorming die door de stagiair gevolgd moet worden in de dienst uit te werken in een apart vormingsplan omdat er momenteel nog een onvolledig zicht is op het aanbod;In art. 41 wordt voorgesteld dat de beroepsstagiair zijn brevet ambulancier moet behalen. Tevens kan het vrijwillig personeelslid de toelating krijgen om de cursus ambulancier te volgen, na voorafgaande goedkeuring door de zonecommandant, na advies van de postoverste;In art. 71 wordt analoog met de bepalingen van art. 37 en 38 gewerkt;In art. 93 wordt analoog met de bepalingen van art. 37 en 38 gewerkt;In art. 195 §6 wordt voorgesteld om één aanvullende jaarlijkse verlofdag toe te kennen per jaar omdat dit in combinatie met de 4 dagen uitzonderlijk verlof wegens overmacht te wijten aan de ziekte of een ongeval van een gezinslid, resulteert in een verlofsituatie die vergelijkbaar met deze van de gemeentebesturen;In art. 197 wordt voorgesteld om een eventuele overdracht van verlofdagen naar het volgende jaar toe te laten beperkt in aantal en beperkt in de tijd;In art. 206.§2 wordt voorzien in een bijkomende dienstvrijstelling voor een bloed-, plasma of bloedplaatjesafname omdat dit een positief maatschappelijk signaal is;Bij art. 302 wordt rekening gehouden met de belasting die eigen is aan de taken van ambulancier en waarvoor een aangepaste regeling wordt uitgewerkt die deels geïnspireerd is op de bestaande regelgeving omtrent de wedertewerkstelling op verzoek van het personeelslid;

II. De bezoldigingsregeling In art. 3 betreffende de modaliteiten voor terugbetaling van de reis- en verblijfskosten wordt verwezen naar de betreffende artikelen in het administratief en geldelijk statuut van het administratief personeel om dezelfde regeling voor alle personeelsleden te hanteren;In art. 8 wordt een werkwijze bepaald die uitgedrukt is in dertigsten;In art. 31 wordt voorgesteld om de toekenning van een diplomatoelage in een apart reglement door de raad te laten goedkeuren omdat ook op provinciaal niveau werd afgesproken om te wachten op aangepaste wetgeving;In art. 32 wordt de prestatievergoeding opgesplitst tussen dringende oproepen en niet-dringende prestaties zoals wachtdiensten, oefeningen, vergaderingen, voorafgeplande interventies, … Voor de

vaste brandweerlieden wordt eveneens een afspraak vastgelegd die rekening houdt met de operationaliteitspremie;In art. 38 wordt de werkwijze van art. 31 gevolgd;In art. 40 wordt de toelage voor onregelmatige prestaties bepaald op basis van wat momenteel in de zone bestaat, en dat is divers; in het voorstel wordt voor zowel de nachtprestaties als voor de zondagprestaties het maximum toegekend; de zaterdag wordt minder betoelaagd, nl. aan 25%, omdat dit een dag is waarop de meeste vrijwilligers beschikbaar zijn;Bij art. 45 worden ter aanvulling verschillende vergoedingen en sociale voordelen toegekend, nl. fietsvergoeding, maaltijdcheques en hospitalisatieverzekering;Bij art. 46 wordt voorgesteld om te wachten op een voorstel van de provincie;Overwegende de bespreking in het BOC van 18 november en 2 december 2014 en het ondertekende protocol van akkoord van 2 december 2014;

Besluit:Art. 1. De prezoneraad stelt het reglement betreffende de aanvullende bepalingen van het

administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel vast als volgt:

I. Het administratief statuut Art. 36. 5e & 6e lidBij de benoeming van het vrijwillig personeelslid moet deze voldoen aan de woonplaats- of beschikbaarheidsverplichting die inhoudt dat het vrijwillig personeelslid in een straal van 8 km in vogelvlucht van de brandweerpost waartoe hij behoort dient te wonen.Van deze woonplaatsverplichting kan worden afgeweken na goedkeuring door het college op advies van de zonecommandant als:

- voor de overgang van zijn post naar de hulpverleningszone het vrijwillig personeelslid reeds een afwijking op zijn woonplaatsverplichting heeft verkregen in de brandweerpost waartoe hij behoorde;

- het vrijwillig personeelslid tewerkgesteld is in een straal van 4 km van de brandweerpost waartoe hij behoort en dat hij, mits een voorafgaande toestemming van zijn werkgever, die aan het college moet worden bezorgd, zijn werkpost mag verlaten voor dringende oproepen;

- het vrijwillig personeelslid reeds lid was van één van de samengevoegde posten wanneer brandweerposten worden samengevoegd.

Art. 37. Behoudens wanneer specifieke bepalingen werden vastgelegd in een reglement betreffende de inhoud van de bijkomende proef en/ of van de samenstelling van de jury geldt de volgende samenstelling van de jury en er is een bijkomende praktische proef over manuele basisvaardigheden:

1° de commandant of een postoverste, als voorzitter van de jury; hij kan zich laten vervangen door een officier van de zone;2° een officier;3° Een onder-officier; 4° een secretaris, zonder recht op vraagstelling of beoordeling, De leden en de secretaris van de examencommissie worden nominatief door het college aangesteld op voordracht van de zonecommandant. De examencommissie kan geldig beraadslagen wanneer de helft van de beraadslagingsgerechtigde leden aanwezig is. De beslissingen worden bij eenvoudige meerderheid genomen. De raadsleden, de leden van het college en de afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties mogen uitsluitend als waarnemer bij het examen aanwezig zijn. Zij mogen niet aanwezig zijn bij het kiezen van de vragen en het delibereren over de uitslag van de examens. De examencommissie maakt een lijst op van de geslaagde kandidaten in de orde van het behaalde resultaat.

Art. 38. Behoudens wanneer specifieke bepalingen werden vastgelegd in een reglement betreffende de inhoud van de bijkomende proef en/ of van de samenstelling van de jury geldt de volgende samenstelling van de jury en er is een bijkomende schriftelijke proef:

1° de zonecommandant, als voorzitter van de jury; hij kan zich laten vervangen door een officier van minstens de graad van kapitein;2° een postoverste, hij kan zich laten vervangen door een officier van minstens de graad van kapitein;3° Een officier van minstens de graad van kapitein; 4° een secretaris, zonder recht op vraagstelling of beoordeling.

De leden en de secretaris van de examencommissie worden nominatief door het college aangesteld op voordracht van de zonecommandant. De examencommissie kan geldig beraadslagen wanneer de helft van de beraadslagingsgerechtigde leden aanwezig is. De beslissingen worden bij eenvoudige meerderheid genomen. De raadsleden, de leden van het college en de afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties mogen uitsluitend als waarnemer bij het examen aanwezig zijn. Zij mogen niet aanwezig zijn bij het kiezen van de vragen en het delibereren over de uitslag van de examens. De examencommissie maakt een lijst op van de geslaagde kandidaten in de orde van het behaalde resultaat.

Art. 39. De theoretische en praktische vorming die door de stagiair gevolgd moet worden in de dienst zal worden uitgewerkt in een apart vormingsplan.

Art. 41. De raad legt de verplichting op tot het volgen van de cursus brevet ambulancier door de beroepsstagiair en om te slagen in de proeven.Het vrijwillig personeelslid kan de toelating krijgen om de cursus ambulancier te volgen. Het volgen van deze cursus moet vooraf worden goedgekeurd, na advies van de postoverste, door de zonecommandant die hiervoor delegatie krijgt van de zoneraad.

Art. 71. Voor een graad uit het basiskader wordt de regeling van artikel 37 toegepast. Voor een hogere graad wordt de regeling van artikel 38 toegepast, waarbij tot en met de graad van luitenant een bijkomende praktische proef over manuele basisvaardigheden wordt opgelegd. Voor de hogere graden wordt een bijkomende schriftelijke proef opgelegd.

Art. 93. Voor een graad uit het basiskader wordt de regeling van artikel 37 toegepast. Voor een hogere graad wordt de regeling van artikel 38 toegepast, waarbij tot en met de graad van luitenant een bijkomende praktische proef over manuele basisvaardigheden wordt opgelegd. Voor de hogere graden wordt een bijkomende schriftelijke proef opgelegd.

Art. 195 §6. De raad kent één aanvullende jaarlijkse verlofdag toe per jaar.Art. 197. Het beroepspersoneelslid mag maximaal 10 dagen van zijn jaarlijkse verlofdagen

overdragen naar het volgend jaar. Het overgedragen saldo moet opgenomen zijn tegen 31 maart. Het deeltijds personeelslid mag maximaal 10 dagen pro rata zijn prestatiebreuk overdragen.

Art. 206 §2. Bijkomend wordt volgende dienstvrijstelling voorzien:Art. 151. Het personeelslid kan maximaal tien keer per jaar dienstvrijstelling krijgen op de dag waarop het bloed, plasma of bloedplaatjes geeft. De dienstvrijstelling geldt voor de tijd die nodig is voor de gift waarin inbegrepen de tijd die naargelang het geval nodig is voor de verplaatsing (ten hoogste 2 uur) naar en van het afnamecentrum.De commandant of zijn vervanger kan deze dienstvrijstelling weigeren om dienstredenen.

Art. 302. Wat betreft de benoemingsvoorwaarde van het bezit van het brevet van ambulancier wordt deze niet langer beschouwd als een vereiste wanneer het personeelslid bevorderd werd tot de graad van luitenant of voldoet aan de voorwaarden voor wedertewerkstelling voorzien in art. 111,2° a) en b) cumulatief. Dit is a) de leeftijd van zesenvijftig jaar bereikt hebben; b) beschikken over vijftien jaar anciënniteit als beroepspersoneelslid met een operationele graad;

II. De bezoldigingsregeling Art. 3. De modaliteiten voor terugbetaling van de reis- en verblijfskosten zijn van toepassing

zoals vastgelegd in de artikelen 240 tot 245 van het administratief en geldelijk statuut van het administratief personeel zoals vastgesteld door de raad.

Art. 8. Wanneer de indiensttreding in de loop van de maand geschiedt, krijgt het personeelslid zoveel dertigsten van de maandwedde als er nog dagen zijn, te rekenen vanaf en met de dag van indiensttreding.Wanneer een uitdiensttreding in de loop van de maand geschiedt, krijgt het personeelslid zoveel dertigsten van de maandwedde als er dagen gepresteerd werden.

Art. 31. De toekenning van een diplomatoelage wordt vastgesteld in een reglement door de raad goed te keuren.

Art. 32. De minimale vergoeding voor een prestatie die geleverd wordt in het kader van een dringende oproep, stemt overeen met die welke verschuldigd is voor twee prestatie-uren. Ieder begonnen uur wordt volledig vergoed.De minimale vergoeding voor een prestatie die geleverd wordt niet in het kader van een dringende oproep stemt overeen met die welke verschuldigd is voor één prestatie-uur. Duurt de prestatie langer dan één uur dan wordt de werkelijke prestatieduur vergoed.

Voor de vaste brandweerlieden, die niet van dienst zijn, die een dringende oproep beantwoorden wordt steeds de minimale vergoeding van 1 uur toegepast en wordt ieder begonnen uur volledig vergoed.

Art. 38. De toekenning van een diplomavergoeding wordt vastgesteld in een reglement door de raad goed te keuren.

Art. 40. Toelage voor onregelmatige prestaties§4. De raad bepaalt dit percentage bij reglementaire bepaling ter aanvulling van dit statuut

op 25% voor dringende oproepen en op 1% voor niet dringende oproepen.§5. De raad bepaalt dit percentage bij reglementaire bepaling ter aanvulling van dit statuut

op 25% voor dringende oproepen en op 1% voor niet dringende oproepen.§6. De raad bepaalt dit percentage bij reglementaire bepaling ter aanvulling van dit statuut

op 100% voor dringende oproepen en op 1% voor niet dringende oproepen.

dringende oproep GEEN DRINGENDE OPROEP (wachtdienst, oefeningen,vergaderingen, ook wespen-bestrijding,…)

nachtprestaties 25% 1%zaterdagprestaties 25% 1%zondagprestaties 100% 1%

Art. 45. De bepalingen in de art. 246 tot 261 en van 264 tot 270 van het administratief en geldelijk statuut van het administratief personeel met betrekking tot de toekenning van maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering en fietsvergoeding zijn van toepassing.Er is geen recht op maaltijdcheques voor het vrijwillig personeelslid van het operationeel personeel.Er is geen recht op gratis aansluiting bij de collectieve hospitalisatieverzekering voor het vrijwillig personeelslid van het operationeel personeel.Binnen deze collectieve hospitalisatieverzekering wordt de mogelijkheid geboden om de vrijwillige personeelsleden van het operationeel personeel en hun inwonende gezinsleden eveneens bij deze groepsverzekering aan te sluiten en dit op individuele en private basis.Het recht op de fietsvergoeding wordt toegekend aan alle personeelsleden, met uitzondering van het vrijwillig operationeel personeel.

Art. 46. Het voorstel voor de toekenning van een erkentelijkheidspremie wordt later behandeld.

Art. 52. §2. In afwijking van art. 8 blijft het personeelslid dat bij de overgang naar de zone vooruit betaald wordt en kiest voor zijn huidig geldelijk statuut, verder van deze betalingswijze genieten.Bij de keuze voor het nieuw geldelijk statuut is art. 52§1 van de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van toepassing waarbij de overgangsperiode gerespecteerd wordt op dat moment van overgang, ongeacht of dit een eigen keuze is of een gevolg is van de toepassing van een administratieve bepaling (vb. na bevordering).

Art. 2: Afschrift van dit besluit zal overgemaakt worden aan de Minister van Binnenlandse Zaken en aan de heer provinciegouverneur van West-Vlaanderen.