Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF ›...

18
t Dr. ALBERT LIEBMANN — LOGOPAEDIE EN PHONIATRIE 80 obturator hangt ook af van het materiaal dat gebruikt wordt. Hij heeft van Bagger geleerd, hoe deze zorgvuldig gebouwd moet worden. Zij waren het er ten slotte over eens, dat na de operatie, of na het aanbrengen van een obturator, een phoniatrische be- handeling in alle gevallen noodzakelijk is. Deze voordrachten heb ik wat uitvoeriger weergegeven, omdat de kinderen met gespleten gehemelten bij ons op het ogenblik zo zeer het middelpunt van de belangstelling uitmaken. Op de School voor Slechthorenden In Den Haag is sinds November 1934 een klas voor hen ingericht en wordt er dus elke dag met hen spreekoefeningen gehouden. Ook op de klinieken voor spraakgebrekkigen in ons land worden vele gevallen geholpen. (Ref.) (Wordt vervolgd). t Dr. ALBERT LIEBMANN Tijdens mijn verblijf te Berlijn was het mijn voornemen mijn oude leraar dr. Albert Liebmann te bezoeken. Op het congres hoorde ik echter, dat hij reeds in 1934 gestorven was. Het laatste jaar van zijn leven sukkelde hij voortdurend en kon hij zijn werk niet meer doen. Stil en rustig is hij heengegaan, onopgemerkt in het tegenwoordige Duitsland, zodat wij buiten- landers er geen bericht van ontvingen. De ouderen onder ons zullen zich hem nog wel herinneren. Er bestond toen nog geen opleiding voor logopaedist, zoals thans door onze vereniging wordt gegeven en de meeste van ons zijn bij dr. Liebmann een deel van hun kunde gaan halen. Het meest bewonderden wij in hem zijn grote rust en oneindig geduld waarmee hij kinderen en stotteraars behandelde. Zeker zal bij velen van ons Albert Liebmann in dankbare herinnering blijven. Wij gedenken hem hier met warme genegenheid voor alles, wat hij ons gaf en wat hij voor de spraakgebrekkigen gedaan heeft J. G. DE JONG. Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam. Ontvangen voor de bibliotheek van de schrijvers : A. Goeman en P. Linthorst: Liplezen voor Slechthorenden en Doven. Van Mej. Branco van Dantzig : 10 ex. van „Zur Frage des Zungenspitzen R's." 10 ex. van ,,Ein psychophysisches Sprachproblern." Verder van Mej. Branco van Dantzig : Revue Francaise de Phoniatrie Juillet 1935. Revue Francaise de Phoniatrie Janvier 1936. Lucie Patzay-Liebermann : Bewegungsuntersuchungen bei Stottern. (Overdruk uit het „Zeitschrift fiir Kinderforschung.") Waarvoor wij de gevers hartelijk dank zeggen. Indien er nog leden van de Vereniging zijn, die boeken willen afstaan aan de bibliotheek, zal dat zeer op prijs worden gesteld (eventueel ook present exemplaren van nieuw uitgegeven boeken.) De bibliothecaresse: H. VERMEER. Westkruiskade 19, Rotterdam (Centrum).

Transcript of Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF ›...

Page 1: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

t Dr. ALBERT LIEBMANN — LOGOPAEDIE EN PHONIATRIE 80

obturator hangt ook af van het materiaal dat gebruikt wordt. Hij heeft van Bagger geleerd, hoe deze zorgvuldig gebouwd moet worden. Zij waren het er ten slotte over eens, dat na de operatie, of na het aanbrengen van een obturator, een phoniatrische be-handeling in alle gevallen noodzakelijk is.

Deze voordrachten heb ik wat uitvoeriger weergegeven, omdat de kinderen met gespleten gehemelten bij ons op het ogenblik zo zeer het middelpunt van de belangstelling uitmaken. Op de School voor Slechthorenden In Den Haag is sinds November 1934 een klas voor hen ingericht en wordt er dus elke dag met hen spreekoefeningen gehouden. Ook op de klinieken voor spraakgebrekkigen in ons land worden vele gevallen geholpen. (Ref.) (Wordt vervolgd).

t Dr. ALBERT LIEBMANN Tijdens mijn verblijf te Berlijn was het mijn voornemen

mijn oude leraar dr. Albert Liebmann te bezoeken. Op het congres hoorde ik echter, dat hij reeds in 1934 gestorven was. Het laatste jaar van zijn leven sukkelde hij voortdurend en kon hij zijn werk niet meer doen. Stil en rustig is hij heengegaan, onopgemerkt in het tegenwoordige Duitsland, zodat wij buiten-landers er geen bericht van ontvingen. De ouderen onder ons zullen zich hem nog wel herinneren. Er bestond toen nog geen opleiding voor logopaedist, zoals thans door onze vereniging wordt gegeven en de meeste van ons zijn bij dr. Liebmann een deel van hun kunde gaan halen. Het meest bewonderden wij in hem zijn grote rust en oneindig geduld waarmee hij kinderen en stotteraars behandelde. Zeker zal bij velen van ons Albert Liebmann in dankbare herinnering blijven. Wij gedenken hem hier met warme genegenheid voor alles, wat hij ons gaf en wat hij voor de spraakgebrekkigen gedaan heeft J. G. DE JONG.

Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.

Ontvangen voor de bibliotheek van de schrijvers : A. Goeman en P. Linthorst: Liplezen voor Slechthorenden en Doven.

Van Mej. Branco van Dantzig : 10 ex. van „Zur Frage des Zungenspitzen R's." 10 ex. van ,,Ein psychophysisches Sprachproblern." Verder van Mej. Branco van Dantzig : Revue Francaise de Phoniatrie Juillet 1935. Revue Francaise de Phoniatrie Janvier 1936. Lucie Patzay-Liebermann : Bewegungsuntersuchungen bei Stottern.

(Overdruk uit het „Zeitschrift fiir Kinderforschung.") Waarvoor wij de gevers hartelijk dank zeggen. Indien er nog

leden van de Vereniging zijn, die boeken willen afstaan aan de bibliotheek, zal dat zeer op prijs worden gesteld (eventueel ook present exemplaren van nieuw uitgegeven boeken.)

De bibliothecaresse: H. VERMEER. Westkruiskade 19, Rotterdam (Centrum).

Page 2: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

Redactie-Adres: HERM. J. JACOBS

Valkenboschkade 455 — Den Haag

Administratie-Adres: N. V. UITGEVERS - MIJ. „H A G A" DEN HAAG — Giro No. 32990

17e JAARGANG NOVEMBER 1936 No. 11

TIJDSCHRIFT VOOR

BUITENGEWOON ONDERWIJS Verschijnt maandelijks Abonnementsprijs f 5.— per jaar

Dr. D. HERDERSCHÊE

Redactie: HERM. J. JACOBS P. H. SCHREUDER

HOOFDBESTUUR: P. H. SCHREUDER, Van Hogendorpstraat 89, Den Haag, Voorzitter C. DE JEU, Schepenstraat 86, Rotterdam, Onder-voorzitter P. v. D. WAALS, Valkenboschkade 135, Den Haag, le Secretaris E. P. SCHUYT, Johan de Wittlaan 24, Haarlem, Penningmeester. Gironummer

der vereniging: 6 7 1 8 1, Haarlem MEJ. DR. E. C. V. D. WAL, Zutphenschestraat 155, Apeldoorn, 2e Secrese K. DE BLOOTS, Stadhouderslaan 16, Hillegersberg

Aanvraag Bibliotheek: J. VAN PRAAGH, Klaverstraat 22, Den Haag Postrekening 14324

INHOUD:

Verslag van het B. L. O. over 1935. II. Dr. A. v. Voorthuijsen

Vereniging voor Christelijk Buitengewoon Onderwijs .

Veertig jaren Openbaar Buitengewoon Lager Onderwijs

Een week in „'t Land van Geluk." J. Meijer

Hoofdbestuur . • •

Benoemingen . . . • •

Stichting voor B. O. .

Onze Kolonie . • • • •

Berichten . . .

Bijdragen in te zenden vóór de 20,te van de maand Valkenboschkade 455, Den Haag

214

228

230

231

233

234

234

234

234

Page 3: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

VERSLAG B. L. 0. 1935 214

VERSLAG VAN HET BUITENGEWOON LAGER ONDERWIJS

OVE R HET JAAR 1935

door Dr. A. VAN VOORTHUIJSEN

I I.

Toelatingsleeftijd van zeven jaar. In verband met de bepaling omtrent de leeftijdsgrens van

zeven jaar voor de toelating tot de buitengewone school en met de daarmede samenhangende mogelijkheid voor het verlenen van dispensatie door den inspecteur, hebben mij vele aanvragen bereikt. Ofschoon ik daarop bij herhaling heb gewezen, is het mij gebleken, dat niet overal wordt begrepen, dat de maatregel van de leeftijds-grens in de eerste plaats als bezuiniging is bedoeld. Dit brengt mee, dat in enkele gevallen, waarbij de maatregel wordt toegepast, enige schade kan worden toegepast. Hier staat echter tegenover, dat de bepaling ten volle kan worden verdedigd op grond va n .

het teit, dat in het algemeen de beoordeling van grensgevallen op de leeftijd van zeven jaar veel gemakkelijker is, dan op de leeftijd van zes jaar.

In het bijzonder moet ik met nadruk de aandacht vestigen op de zesjarige (zelfs nu en dan de zevenjarige) kinderen, die, wat hun gehele constitutie betreft, achteraan komen. Kinderen, die, wat hun geestelijke en lichamelijke gesteldheid aangaat, nog niet rijp zijn voor de lagere school met haar betrekkelijk hoge eisen. Ik heb in deze gevallen de vergunning tot toelating van zesjarige kinderen geweigerd en in overweging gegeven de kinderen nog enige tijd op de bewaarschool te plaatsen. Hierbij heb ik onder-vonden, dat sommige bewaarscholen geen leerlingen opnemen, die de leeftijd van zes jaren reeds hebben bereikt. Ik moge de aandacht er op vestigen, dat dit standpunt volledig onjuist is. De bewaarschool, met haar vele uren van volkomen vrij spel en met de mogelijkheid van het verzuimen van de middagschooltijd, mag haar deuren niet sluiten voor de kinderen, die wegens onrijpheid nog niet tot de lagere school kunnen worden toegelaten.

De klasse voor imbecielen. In het afgelopen jaar (trouwens ook reeds vroeger) heb ik

op enkele scholen de mening aangetroffen, dat de bezinkings-klasse, behalve voor de imbecielen, tevens bedoeld is voor jeugdige debielen, die nog niet geschikt zijn voor plaatsing in de eerste gewone klasse. Ik moge er op wijzen, dat het niet de bedoeling is de bezinkingsklasse te bestemmen voor de debielen, die nog niet rijp zijn voor de eigenlijke school. Deze jeugdige debielen horen, zoals ik zoeven reeds uiteenzette, thuis op de bewaar-school. De bezinkingsklasse is te beschouwen als een afzonderlijk

Page 4: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

VERSLAG B. L. 0. 1935 215

schooltje, waarin imbecielen van elke leeftijd zijn opgenomen. Als regel blijven de imbecielen al hun schooljaren in deze zelfde klasse. Slechts enkele malen zal een overplaatsing naar de afdeling der debielen kunnen geschieden, wanneer een zodanige verbetering van de intellectuele vermogens optreedt, dat een leerling, bij welke eerst de diagnose imbecillitas is gesteld, na enige jaren tot de debielen mag worden gerekend.

Het spreekonderwijs op de scholen voor zwakzinnigen.

Het veelvuldig voorkomen van spraakgebrekkigheid bij de leerlingen der scholen voor zwakzinnigen is oorzaak, dat de verbetering der spraakgebreken als een noodzakelijk onderdeel der schoolopvoeding wordt beschouwd. De Vereniging voor Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het examen voor het getuigschrift voor spreekonderwijs er veel toe bijgedragen om bij de buitengewoon lager onderwijs-onderwijzers de kennis van de spraakgebreken en van de wijze van behandeling te ver-meerderen. In het jaar 1935 werd aan 11 leerkrachten van het onderwijs aan zwakzinnigen het getuigschrift uitgereikt, terwijl in 1932, 1933 en 1934 te zamen reeds 71 leerkrachten van het buitengewoon onderwijs het getuigschrift hadden verworven.

Door een Commissie uit de groep van leerkrachten bij het buitengewoon onderwijs uit de Bond van Nederlandse onderwijzers is een zeer goed rapport gepubliceerd, waarin een overzicht wordt gegeven van de regeling van het spreekonderwijs aan een aantal buitengewoon lager onderwijsscholen en waarin tevens verslag wordt uitgebracht over een onderzoek, dat door ter zake deskundigen is verricht op een vijftal scholen te Rotterdam en te Amsterdam. Bij het onderzoek is gebleken, dat weinig minder dan de helft der leerlingen van de buitengewoon onderwijsscholen aan spraak-gebreken lijdt. Al kan worden aangenomen, dat vrij veel jeugdige spraakgebrekkigen (vooral stamelaars) genezen, zonder dat bijzon-dere maatregelen worden getroffen, blijft er toch nog een voldoend aantal spraakgebrekkigen over om de vraag te rechtvaardigen, in hoeverre naast de pogingen tot verbetering in de klasse door de gewone leerkracht er een stelselmatige behandeling van de ernstige gevallen door specialisten op dit gebied wenselijk moet worden geacht. Deze vraag is in het afgelopen jaar, mede in verband met de bezuiniging, te Rotterdam aan de orde gesteld. Volgens het onderzoek, dat in April 1935 door mij is verricht, werden op dit tijdstip aan 124 leerlingen der openbare buiten-gewone scholen te Rotterdam afzonderlijke spreeklessen gegeven door drie daarvoor aangestelde specialiteiten. Deze groep van 124 leerlingen bestond uit 47 leerlingen der bezinkingsklassen en 77 leerlingen der klassen voor debielen. Van deze laatsten behoorden er 23 tot de stotteraars, 18 tot de stamelaars, 22 tot

Page 5: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

VERSLAG B. L. 0. 1935 216

de lispelaars en 14 tot de leerlingen met verschillende andere stoornissen.

Bij het advies over deze zaak en bij de besprekingen, die naar aanleiding van dit onderwijs aan spraakgebrekkigen zijn gevoerd, zijn de volgende punten overwogen. Het kan niet worden ontkend, dat het spreekonderwijs voor de leerlingen der bezinkingsklassen van groot belang is voor hun algemene ont-wikkeling. Evenmin kan echter worden tegengesproken, dat deze kinderen ook met het beste spreekonderwijs nooit zover worden gebracht, dat zij later in de maatschappij op eigen benen kunnen staan. Men mag verwachten, dat door de schoolopvoeding het verrichten van productieve arbeid in een werkinrichting mogelijk wordt. De vraag echter of bij deze arbeid meer of minder goed spreken van veel betekenis is, moet ontkennend worden beant-woord. De samenleving heeft ongetwijfeld ten opzichte van de leerlingen der bezinkingsklassen een taak te vervullen. Zij doet echter haar plicht, wanneer zorg wordt gedragen, dat laagstaande zwakzinnigen in eigen klassen een algemene opvoeding ont- vangen en wanneer zij tevens worden voorbereid tot het ver-richten van zeer eenvoudige arbeid.

Van de spraakgebrekkige leerlingen der klassen voor debielen kunnen zonder twijfel een groot aantal worden behandeld door de klasse-onderwijzers met voorlichting van den spraakleraar.

Op grond van deze beschouwingen en tevens niet het oog op de noodzakelijkheid der bezuiniging is door mij in overweging gegeven het spreekonderwijs, zoals dit te Rotterdam werd gegeven, zeer belangrijk in te krimpen en te beperken tot de gevallen, bij welke de behandeling der spraakleraren volstrekt niet kan worden gemist.

De opvoeding op de scholen voor zwakzinnigen.

Vooral op scholen voor zwakzinnigen komt men er licht toe om de leerlingen door dressuur enige vaardigheid bij te brengen in het verbergen van het tekort aan verstandelijke vermogens. Men maakt daarbij gebruik van de aanwezigheid van een be-trekkelijk goed geheugen, zoals dit niet zo heel zeldzaam bij zwakzinnigen voorkomt. Voorbeelden hiervan zijn : het laten van buiten leren van een aantal Franse woorden of van aardrijks-kundige namen met de bedoeling een goede uitspraak te ver-krijgen of althans over enkele dingen mee te kunnen praten. Men kan toegeven, dat hiermede een zekere uiterlijke beschaving wordt verkregen. Als zodanig kan men met de moeite, welke aan dit soort van onderwijs wordt besteed, vrede hebben. Innerlijke waarde heeft de vreemde taal of het van buiten leren van een groot aantal namen voor het zwakzinnige kind niet. De steeds wisselende omstandigheden van het leven maken het nodig, dat

Page 6: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

VERSLAG B. L. 0. 1935 `? 1

er inzicht in verhoudingen is, zoals deze zich van ogenblik tot ogenblik wijzigen.

In verband hiermede moet op de scholen voor zwakzinnigen de nadruk niet worden gelegd op dressuur en geheugenwerk, doch veeleer op de oefening van het oordeelsvermogen. Ik heb er in het algemeen gedeelte van dit verslag reeds op gewezen, dat om deze reden aan de zelfwerkzaamheid een grote plaats moet worden toegekend. Het is de trias van het zelf bedenken, het zelf vinden en het zelf doen, die den jeugdigen zwakzinnige kan brengen tot het peil, door de aanleg gesteld.

Door het op de voorgrond plaatsen van individualisatie en zelfwerkzaamheid mag volstrekt niet de indruk worden gewekt, alsof elke klassikale les moet worden veroordeeld. Grote waarde kan worden toegekend aan het vertellen op de school, aan het voorleesuurtje, aan het gemeenschappelijk gezang, aan het te zamen bespreken en het te zamen beleven van gebeurtenissen, welke in het middelpunt van de belangstelling staan.

Het komt er alleen op aan, dat er dagelijks een voldoend aantal uren wordt besteed aan oefeningen, waardoor niet het geheugen wordt belast met een aantal naast elkaar staande voor-stellingen, doch waardoor wordt getracht de hogere verstandelijke functies tot ontwikkeling te brengen.

Hulp bij de schoolvoeding in Den Haag.

In verband met hetgeen ik in liet eerste gedeelte van dit verslag heb gezegd over de opvoeding van misdeelden in het algemeen, moge ik nog melding maken van een poging, welke in Den Haag is gedaan om op de openbare buitengewone scholen de bezigheden, verbonden aan de schoolvoeding, niet langer te laten verrichten door daarvoor in het bijzonder aangestelde helpsters, doch deze op te dragen aan de meisjes der huishoud-klasse. Onder bezigheden, in verband met de schoolvoeding, moeten hier worden verstaan : het gereed zetten en dekken der tafels, het bedienen tijdens de maaltijd en het afwassen van de gebruikte borden, vorken en lepels.

Tegen dit plan is bij de leerkrachten der bedoelde scholen een zo algemeen verzet gerezen, dat zeer tot mijn spijt de uit- voering achterwege is moeten blijven. Slechts op één school zal een proef worden genomen ; de overige scholen hebben zich volkomen afwijzend tegenover het plan gesteld. Het is zeer de moeite waard om de verslagen der schoolvergaderingen, welke aan de behandeling van dit onderwerp zijn besteed, te lezen.

Ongetwijfeld kan men de bezwaren voor een deel beamen. Het is zeker mogelijk, dat op sommige scholen het aantal deel- nemers aan de schoolvoeding zo groot is, dat de tijd, benodigd voor de bovengenoemde werkzaamheden een te groot deel van

Page 7: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

VERSLAG B.L.O. 1935 218

de schooluren in beslag zou nemen. Ook van andere bezwaren kan worden toegegeven, dat zij redelijk zijn.

Bij de beoordeling van deze zaak in haar geheel is het echter een groot verschil, of men de school beschouwt als het instituut om kennis op te doen of als de plaats, waar de algemene vorming van het kind op de voorgrond staat. Uit de inleiding tot dit verslag is reeds gebleken, dat, naar mijn mening, de buitengewone school een grote en grootse taak heeft ten opzichte van de ontwikkeling van de arbeidslust en de vorming van het karakter. Sceptici zullen hierbij vragen : wat het afwassen van borden met de karaktervorming heeft te maken. Ik zou daarop willen antwoorden, dat de meest doeltreffende opvoeding in de school gelegen is in arbeid voor de school. De schoolvoeding kan worden gezien als een zeer natuurlijk werkobject, dat op de buitengewone school kan worden aangewend, ten bate van de opvoeding der oudere meisjes. Het is, naar mijn mening, mogelijk om de schoolvoeding dienstbaar te maken aan het kweken van eigenschappen als netheid, zorgvuldigheid en hulpvaardigheid. De hulp en de medewerking van een aantal leden van het personeel kunnen hierbij echter niet worden gemist. lk ben over-tuigd, dat deze medewerking gaarne wordt verleend, wanneer men ten minste volledig kan instemmen met het zoeven aange-wezen doel van de arbeid op de scholen voor buitengewoon onderwijs.

Ik hoop, dat men deze zaak nogmaals onder de ogen zal willen zien. Van weerskanten zal men zich voor overdrijving moeten hoeden ; voor grote bezwaren zal men uit de weg moeten gaan. Wanneer het niet mogelijk is het gehele plan ten uitvoer te brengen, laat men dan beginnen met enkele groepen. De buitengewone school kan niet afwijzend staan tegenover het ter hand nemen van practisch werk.

Gezondheidskolonies.

Het werk der gezondheidskolonie te Ede breidt zich steeds uit. Er werden in 1935 658 kinderen uitgezonden met een totaal van 29186 verpleegdagen. Van dit gehele aantal behoorden 516 tot de zwakzinnigen en 142 tot de lichamelijk gebrekkigen. De verpleging van dit grote aantal kinderen is alleen mogelijk door de huizen winter en zomer open te stellen. Dit continu-bedrijf heeft in alle opzichten zijn voordelen. Er zijn talloze kinderen, die de zomer redelijk doorkomen, doch juist in de winter extra-zorg nodig hebben.

De kolonie te Ede komt hoe langer hoe meer aan alle groepen van misdeelde kinderen ten goede. In het jaar 1936 zullen 24 leerlingen van de Inrichting voor doofstommen te Rotterdam worden opgenomen.

Page 8: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

VERSLAG B.L.O. 1935 219

Het aantal leerlingen der Rooms-Katholieke buitengewone scholen, dat uitgezonden is naar het Koloniehuis „Don Bosco" te Eersel, heeft in 1935 86 bedragen.

Ofschoon de moeite en de zorg aan deze kinderen besteed ten volle wordt gewaardeerd, moet mij toch van het hart, dat het aantal der uitgezonden kinderen veel te gering is. De katholieke scholen voor zwakzinnigen nemen in het Nederlandse buiten-gewoon onderwijs een zeer eervolle plaats in. De leerkrachten zullen het mij echter niet ten kwade duiden, wanneer ik de propaganda voor de gezondheidskolonie warm aanbeveel, als het middel bij uitnemendheid om het weerstandsvermogen van de aan hun zorgen toevertrouwde kinderen te verhogen.

Speciale opleiding en voortgezette vakstudie. Het bedrag, dat van Rijkswege beschikbaar is gesteld voor

de speciale opleiding en voor de voortgezette vakstudie van leerkrachten bij het onderwijs aan zwakzinnigen is in 1935 besteed aan leergangen voor voortgezette vakstudie op de Zaterdagmiddag en aan de zogenaamde seminarium-opleiding.

De voortgezette vakstudie is in het bijzonder bedoeld voor leerkrachten van het buitengewoon onderwijs, die hun kennis willen vermeerderen, terwijl zij gewoon de arbeid op de school blijven vervullen.

De sem.-opleiding wordt gevolgd door onderwijzers(-essen), die zich gedurende anderhalf of twee jaar geheel aan de studie kunnen wijden. De termijn van anderhalf jaar geldt voor onder-wijzers(-essen), die reeds enige tijd bij het buitengewoon onderwijs dienst hebben gedaan ; voor de overige seminaristen duurt de studietijd twee jaar.

Op 21 December had de sluiting plaats van de zesde leer-gang der groepen, staande op neutrale en Protestants-Christelijke grondslag en verenigd in de Stichting voor buitengewoon onderwijs. De lessen van deze leergang werden geregeld op de Zaterdag-middag gegeven. Zij zijn begonnen in Januari 1934 en werden bezocht door ongeveer 30 deelnemers.

De leergang, uitgaande van de groep der Rooms-Katholieke leerkrachten, heeft in 1935 bestaan uit lessen op 31 Zaterdagen. In de morgenuren werden lessen in handenarbeid gegeven, terwijl de middaguren aan de theoretische vakken waren gewijd. Behalve deze lessen werden nog op twee Zaterdagen excursies georganiseerd.

Aan de seminarium-opleiding werd in 1935, zowel in het eerste leerjaar als in het tweede leerjaar door vier leerlingen deelgenomen. De opleiding bestaat uit een theoretische en uit een practische afdeling. De theoretische lessen zijn door de Leidse hoogleraren van Bemmelen, Carp en Casimir, door een tweetal assistenten van professor Carp en door den heer P. H. Schreuder gegeven. Als leider van de lessen in verschillende soorten van

Page 9: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

VERSLAG B. L. 0. 1935 220

handenarbeid trad op de heer J. van Praagh. Ten slotte werd aan een openbare en aan een Christelijke school in Den Haag gelegenheid gegeven voor oefeningen in de practijk van het lesgeven.

Aan de vier leerlingen van het tweede leerjaar kon in December, na afgelegd eindexamen, de acte voor het buitengewoon onderwijs worden uitgereikt. Behalve de beide genoemde vormen van studie in de vakken der heilpaedagogiek is er door de Stichting voor buitengewoon onderwijs een derde plan ontworpen, dat tot doel heeft oud-deelnemers van een der leergangen voor voortgezette vakstudie in de gelegenheid te stellen tot het volgen van een éénjarige leergang. Hierbij zal de nadruk worden gelegd op zelfstudie aan de hand van materiaal, dat beschikbaar wordt gesteld. Gedurende de leergang zullen de deelnemers tweemaal een maand verlof moeten vragen, ten einde de lessen van de docenten te Den Haag en te Leiden bij te wonen en tevens scholen en inrichtingen te bezoeken.

Het is waarschijnlijk, dat de verkorte seminariumopleiding voor een weliswaar klein getal van leerkrachten bij het buiten-gewoon onderwijs zal voorzien in de behoefte, die bij niet weinige onderwijzers bestaat om aan hun werk een wetenschappelijke grondslag te geven door zich ook theoretisch te verdiepen in de problemen van de zwakzinnigen en van de zwak-zinnigenzorg.

Vanwege de groep buitengewoon onderwijs in de Bond van Nederlandse Onderwijzers is in October 1935 een leergang voor voortgezette vakstudie georganiseerd : als mondelinge cursus voor leerkrachten, werkzaam op scholen te Amsterdam of in de omgeving van Amsterdam en als een schriftelijke cursus voor leerkrachten van andere buitengewone scholen. Op deze leergang zijn be-handeld de onderwerpen : „Sociaal-peadagogische zorg voor zwak-zinnigen" ; „Zwakzinnigheid, van dynamisch standpunt gezien" en „Beoordelingsmethoden voor het onderzoek van jeugdige kinderen". Van de mondelinge lessen werden verslagen gemaakt, welke te zamen de schriftelijke cursus vormden. De kosten werden gedragen door het hoofdbestuur van de Bond en door de deelnemers zelf.

Bij de vermelding van de pogingen, welke de Stichting voor buitengewoon onderwijs in het werk heeft gesteld om de studie der aanwezige en toekomstige leerkrachten van het onder-wijs aan zwakzinnigen te bevorderen, moet de naam worden genoemd van P. H. Schreuder.

Op 15 Mei van het afgelopen jaar heeft Schreuder afscheid genomen van het Haagse buitengewoon onderwijs, dat hij 35 jaar met grote liefde heeft gediend. Op deze dag is hem een grootse hulde gebracht voor alles, wat hij voor het buitengewoon onder-wijs heeft gedaan, niet het minste voor zijn werk in het belang

Page 10: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

VERSLAG B. L. O. 1935 221

van opleiding en voortgezette vakstudie. Gelukkig dat het Neder-landse buitengewoon onderwijs nog van zijn vele gaven kan profiteren.

Propaganda. Ten slotte moge ik melding maken van hetgeen geschiedt

om het buitengewoon onderwijs en daarmede tevens de zorg voor zwakzinnigen in het algemeen, bekend te maken bij het grote publiek. Het is nodig, dat de werkers op het gebied der misdeelden-zorg ook deze arbeid ter hand nemen. Luidruchtige reclame is niet gewenst, maar wel moet ieder doordrongen zijn van het besef, dat voortdurend moet worden gepleit voor hen, „die niet in staat zijn voor zich zelf te pleiten". Welnu, ook in 1935 is de zorg voor zwakzinnigen behandeld in tal van artikelen, verschenen in de grote en de kleine pers. In voordrachten zijn de noden besproken ; er zijn filmvoorstellingen gehouden en er zijn tentoonstellingen georganiseerd.

Zonder daarbij andere propaganda-pogingen te kort te doen, meen ik in het bijzonder te mogen noemen de expositie der producten, vervaardigd en gekweekt op de werkplaatsen en in de tuin van de nazorg voor zwakzinnigen te Arnhem. De wijze, waarop de matten, de borstels, de kleedjes en de sjaals ter be-zichtiging waren neergelegd, waarop de rietmatten waren ver-anderd in Corintische zuilen en waarop ten slotte de groenten en de bloemen waren gerangschikt tot een glorie van de arbeid, heeft aan de vrienden der zwakzinnigenzorg de blijde openbaring gebracht, dat voor de arbeid onder de misdeelden niet alleen op doelmatige, doch tevens op kunstzinnige wijze propaganda kan worden gemaakt.

Scholen voor slechthorenden. Het aantal leerlingen op de scholen voor slechthorenden is

gedurende het jaar 1935 gestegen van 251 tot 261. Deze ver-meerdering is zo goed als geheel toe te schrijven aan de toename van het aantal spraakgebrekkige kinderen op de school te Den Haag. De bevolking der klassen voor deze kinderen vertoont over 1935 een winst van 11 leerlingen, zodat, voor zover het slechthorende kinderen betreft, eerder van een achteruitgang dan van een vooruitgang moet worden gesproken. Deze indruk wordt nog bevestigd door de omstandigheid, dat het aantal buiten-leerlingen over 1935 gedaald is van 26 op 24. Hieruit blijkt, dat de neiging in den lande, om slechthorende kinderen op de in het bijzonder voor hen bestemde scholen te plaatsen, uitermate gering is. Des te meer moet dit verwondering wekken, omdat in de kring der Vereniging van Slechthorenden bij voortduring pogingen in het werk worden gesteld om het juiste onderwijs voor de slechthorende kinderen te verkrijgen. De weinige groei-

Page 11: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

VERSLAG B. L. 0. 1935 222

kracht, welke het onderwijs aan slechthorenden blijkt te bezitten, is, naar het mij voorkomt, aanleiding om de vraag onder de ogen te zien of niet de scholen te Rotterdam en te Amsterdam mede dienstbaar moeten worden gemaakt aan het onderwijs aan spraakgebrekkigen op de wijze, als dit is geschied op de school te 's-Gravenhage. De Haagse school voor slechthorenden heeft thans twee klassen voor hoorstommen met 15 en 13 leerlingen en één klasse voor kinderen met een gespleten gehemelte met 14 leerlingen.

De groep der hoorstommen is op zodanige wijze in twee afdelingen gesplitst, dat in de éne klasse op 31 December 1935 waren geplaatst elf leerlingen, lijdende aan de motorische vorm der hoorstomheid en twee zeer hevige stamelaars, terwijl in de andere klasse bijeen waren gevoegd twaalf kinderen, lijdende aan de sensorische vorm der hoorstomheid en drie kinderen, bij welke het niet uit zich zelf gaan spreken althans voor een groot deel aan slechthorendheid was toe te schrijven.

Bij nauwkeurige bestudering van de gevallen blijkt het, dat het symptoom der hoorstomheid voorkomt bij kinderen, die in wezen zeer uiteenlopen. Er zijn allerlei mengvormen van moto-rische en sensorische hoorstomheid ; het is van groot belang, in hoeverre het gehoor normaal aanwezig is en het maakt een groot verschil of de hoorstomheid al dan niet gepaard gaat met zwak-zinnigheid. In verband met dit alles behoeft het geen betoog, dat de leerlingen van deze klassen alleen op streng individuele wijze onderwijs kunnen ontvangen. Hier komt nog bij, dat aan de onderwijzeressen een dubbele taak is opgelegd. Vooreerst moeten met elk der kinderen afzonderlijk of in kleine groepjes spreekoefeningen worden gehouden en tegelijkertijd moeten de leerlingen, die niet aan de spreekoefeningen deelnemen, schriftelijk bezig zijn met reken- en taalwerk, met tekenen en, voor zover het de ouderen betreft, met de overige vakken van het gewoon lager onderwijs. De buitengewoon moeilijke arbeid wordt enigs-zins verlicht door de hulp van een op de school aanwezige spraaklerares, die in beide klassen gedurende een zeker aantal uren per week de spreekoefeningen voor haar rekening neemt.

Tot nu toe heeft men bij de meeste leerlingen een grote vooruitgang kunnen vaststellen, niet alleen van het spreken, doch tevens van de algemene ontwikkeling. Eén leerling is terug kunnen gaan naar de gewone school, terwijl twee leerlingen ge-schiktheid hebben verkregen om het onderwijs op een school voor zwakzinnigen te volgen.

Op 31 December 1935 bevonden zich in de klasse der kinderen met gespleten gehemelte 14 leerlingen. De onderwijzer van deze klasse heeft de opdracht de kinderen het gewone school-onderwijs te geven en tevens hen duidelijk te leren spreken.

Page 12: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

VERSLAG B. L. 0. 1935 223

Ook hier derhalve een dubbele taak, die evenals in de klassen voor hoorstommen wordt verzwaard door de verschillen in leef-tijd en in aanleg van de leerlingen.

Het is bekend, dat verreweg de meeste lijders aan een ge-spleten gehemelte goed verstaanbaar kunnen leren spreken, wanneer zij langdurig en met grote energie worden behandeld. De ver-beteringen in de spraak, verkregen bij de leerlingen in het afgelopen jaar, zijn belangrijk. Daarbij is het echter gebleken, dat de invloed van het zich bevinden in een omgeving met lot-genoten van veel grotere betekenis is voor de geestelijke gesteld-heid van het individu, dan men te voren heeft kunnen denken. Het slechts in staat zijn onverstaanbare klanken voort te brengen heeft tot gevolg, dat het kind op de gewone school zich niet durft te uiten en zich terugtrekt. Reeds na een kort verblijf in de speciale klasse valt het op, dat de kinderen zich gaan ont-plooien en het gevoel van minderwaardigheid kwijt raken.

In het jaar 1935 zijn op de drie scholen voor slechthorenden 57 leerlingen ontslagen. Van dit aantal zijn 14 leerlingen terug-geplaatst naar de gewone lagere school, omdat de gehoorscherpte door de medische behandeling op de school zoveel was ver-beterd, dat het onderwijs te midden van goedhorende kinderen kon worden gevolgd. Voorts zijn 39 leerlingen ontslagen, omdat hun leertijd was afgelopen. Van deze kinderen werden 9 toege-laten tot een ambachtsschool en vonden 27 plaatsing in het vrije bedrijf.

Scholen voor lichamelijk gebrekkigen. De twee scholen voor lichamelijk gebrekkigen, die behoren

tot het buitengewoon onderwijs, werden op 31 December 1935 bezocht door 52 leerlingen. Op de school der Johanna-Stichting waren geplaatst 30 leerlingen ; op de school der Adriaan-Stichting 22 leerlingen. Er bestaat tussen deze beide inrichtingen een groot verschil in de gemiddelde tijdsduur der opname. Dit komt zeer duidelijk voor den dag in het zeer uiteenlopende aantal kinderen, dat in het jaar 1935 in elk der beide scholen werd toegelaten. Het aantal nieuwe leerlingen bedroeg over het jaar 1935 voor de school der Johanna-Stichting 4 en voor de school der Adriaan-Stichting 58. Dit verschil wordt veroorzaakt door de omstandig-heid, dat op de Adriaan-Stichting voornamelijk kinderen worden opgenomen, die een orthopaedische behandeling moeten onder-gaan en dat voor opname in de Johanna-Stichting voornamelijk gebrekkige kinderen in aanmerking komen, die in eigen omgeving de voor hen nodige opleiding niet kunnen ontvangen.

Het is zeer moeilijk om na te gaan, of er op dit ogenblik nog vele kinderen in Nederland zijn, die niet in een inrichting voor lichamelijk gebrekkigen worden opgenomen, hoewel om de een of andere reden opname gewenst moet worden geacht. In

Page 13: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

VERSLAG B. L. 0 1935 224

mijn functie van adviseur van het Koningin-Emma-Jubileum-Fonds ontmoet ik herhaaldelijk de mening, dat alleen reeds het feit der lichamelijke gebrekkigheid de plaatsing in een inrichting motiveert. Ik moet er de nadruk op leggen, dat deze mening onjuist is. De opname in een inrichting is alleen gerechtvaardigd, wanneer een orthopaedische behandeling nodig wordt geoordeeld, of wanneer de gewone schoolopleiding en de vakopleiding in de eigen omgeving niet op voldoende wijze kunnen geschieden. De mismaaktheid op zich zelf is derhalve geen indicatie tot plaatsing in een inrichting. Als voorbeeld moge ik aanhalen het geval van een jongen, die wegens het gemis van beide benen in de Adriaan-Stichting gedurende enige maandeg werd aange-nomen voor het aanmeten van kunstbenen en voor het houden van loopoefeningen. Na afloop van deze termijn werd de jongen echter teruggeplaatst op de school van zijn woonplaats met de opdracht zich nu en dan op de Stichting te laten zien voor controle.

De meeste kinderen, die in de inrichting voor lichamelijk gebrekkigen worden opgenomen, lijden aan verlammingen. Wanneer het verlammingen der onderste extremiteiten betreft en het lopen daardoor niet mogelijk is, gebeurt het niet zelden, dat de patiënten door operatieve hulp en later door het aanbrengen van steun-apparaten zogenaamd op de been worden geholpen. In vele van deze gevallen wordt er inderdaad een groot succes bereikt. Niet alleen verloopt dan de behandeling gunstig, doch komt het tevens voor, dat een achterstand in het onderwijs tijdens een soms vrij langdurig verblijf in de inrichting wordt ingehaald.

De beide aandoeningen, die op de scholen voor lichamelijk gebrekkigen de meeste moeite geven, zijn de athetose en de progressieve spierdystrophie. De athetose, die gepaard gaat met aanhoudende onwillekeurige spierbewegingen in bijna alle delen van het lichaam, maakt als regel het verrichten van arbeid met de handen onmogelijk. De aandoening heeft dikwijls tot gevolg, dat de patiënten niet verstaanbaar vermogen te spreken en verder heel slecht of in het geheel niet kunnen lopen. Het behoeft geen betoog, dat onder deze omstandigheden, zelfs bij aanwezig-heid van •een tamelijk intellect, het onderwijs op de allergrootste moeilijkheden stuit.

Een tweede groep van deerniswaardige patiënten bestaat uit de lijders aan progressieve spierdystrophie. Deze aandoening, die gewoonlijk bij meerdere leden van het gezin voorkomt, treedt op jeugdige leeftijd Op en verloopt uiterst langzaam. Het eerst worden gewoonlijk de benen verlamd, dan treden verlammingen op van de spieren van de romp en de bovenste extremiteiten, totdat na verloop van vele jaren de patiënten langzaam te gronde gaan aan een verlamming der ademhalingsspieren of aan een toevallig optredende ziekte. Het is de vraag of aan het onderwijs van deze kinderen moeite en kosten besteed mogen worden.

Page 14: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

VERSLAG B L. O. 1935 225

Ik ben steeds geneigd om in niet al te ongunstige gevallen te adviseren tot een doelmatige schoolopvoeding en voorts na het doorlopen der lagere school de opname aan te raden in een inrichting voor lichamelijk gebrekkigen, ten einde zeer eenvoudig rietvlechtwerk te leren. Dit advies grondt zich op twee omstandig-heden. In de eerste plaats beschikken de lijders aan progressieve spierdystrophie als regel over normale intellectuele vermogens en vervolgens blijven de handspieren meestal tot het laatst gespaard. De betekenis van dit onderricht kan helaas niet zijn de kinderen op den duur lonende arbeid te laten verrichten. Het doel, dat hier wordt nagestreefd, bestaat in het verschaffen van althans enige levensvreugde aan patiënten, wier lot zeer moeilijk valt te dragen.

School voor psychopathen. De August Hermann Francke-School te Rotterdam blijft nog

steeds de enige school voor psychopathen, welke onder de wette-lijke bepalingen van het buitengewoon onderwijs valt. De Vereniging „Zoekt het Verlorene", van welke de school uitgaat, breidt echter de werkzaamheden steeds uit. Voor het jaar 1935 is het grote feit in haar geschiedenis : de opening van het August Hermann Francke-Huis I te Hillegersberg, een nieuw internaat voor jongens, die de school bezoeken. De opening van dit internaat is een gevolg van de steeds groeiende behoefte aan gelegenheid tot opname van psychopathische jongens. Met betrekkelijk weinig kosten is een bestaande villa zodanig verbouwd, dat 47 jongens op geschikte wijze kunnen worden onderdak gebracht. Het is voor deze kinderen nodig geoordeeld geen gemeenschappelijke slaapzalen in te richten, doch voor elken jongen een afzonderlijk slaapkamertje beschikbaar te stellen. De afstand van het internaat aan de Kleiweg te Hillegersberg naar de school aan de Hofdijk te Rotterdam is vrij groot. Het wordt echter als een voordeel beschouwd, dat de jongens regelmatig in de morgenuren en in de namiddaguren een gezonde wandeling maken.

Op 31 December 1935 bedroeg het aantal leerlingen der school 130, 95 jongens en 35 meisjes. Van dit gehele aantal woonden 107 kinderen te Rotterdam en waren 23 kinderen afkomstig uit verschillende plaatsen van Nederland. Van de 130 kinderen was juist de helft in de bij de school behorende inter-naten ondergebracht. De andere helft bezoekt de school van uit het eigen gezin.

Het is duidelijk, dat op deze school de mutatie onder de leerlingen groter is dan op de scholen voor gewoon lager onderwijs. In 1935 werden 40 kinderen op de school geplaatst, terwijl 41 leerlingen de school verlieten. Van de laatsten werden 5 kinderen overgebracht naar een andere inrichting, terwijl 10 kinderen werden teruggeplaatst op de gewone lagere school.

Page 15: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

VERSLAG B. L. 0. 1935 226

In het afgelopen jaar heeft zich op de August Hermann Francke-School een wonderlijk feit voorgedaan, dat, beter dan enig ander voorbeeld, de invloed toont, welke van de sfeer der inrichting uitgaat. Een jongen met ernstige verlammingen is op mijn verzoek en met behulp van het Koningin-Emma-Jubileum-Fonds opgenomen in het aan de school verbonden internaat, omdat het verblijf in een der beste inrichtingen van Nederland niet kon worden voortgezet wegens een volledige onhandelbaar-heid van den knaap. Het kind gooide met alles, wat in zijn buurt aanwezig was, hij schold in de meest afschuwelijke taal en bracht de verpleegsters tot wanhoop. Onder enig voorbehoud werd de opname in de August Hermann Francke-School toegestaan. Dit voorbehoud bleek echter onnodig, daar de jongen zich in zijn nieuwe omgeving van het begin af uitstekend heeft gedragen en geen ogenblik lastig is geweest. Hij heeft zeer ijverig gewerkt op de school en hij heeft zich in zo'n mate bemind weten te maken in het internaat, dat de onderwijzer node afscheid van hem nam en de zuster tranen in de ogen had, toen hij wegens een verergering van zijn kwaal in het ziekenhuis moest worden opgenomen.

Uit dit geval moge blijken, dat op kinderen met psycho-pathische karaktertrekken een heilzame invloed kan worden uitge-oefend door hen te brengen in een omgeving, waar men in het bijzonder op deze stoornissen is ingesteld.

Ofschoon de internaatsverpleging voor een aantal kinderen niet kan worden gemist, blijft de Vereniging, van welke de August Hermann Francke-School uitgaat, zoveel mogelijk haar beginsel getrouw om jeugdige psychopathen te laten in het eigen gezin. Door middel van huisbezoek wordt een voortdurend contact met de ouders verkregen. Meestal moet niet alleen het gedrag van het kind veranderen, maar moet tevens de houding der ouders een wijziging ondergaan. Goed huisbezoek doen is moeilijk. De Directeur der school is van mening, dat daarbij aan één voor-waarde moet worden voldaan : „men moet merken, dat het den onderwijzer ernst is en dat hij naar vermogen de moeilijkheden wil meedragen."

Onderwis aan schipperskinderen.

Het jaar 1935 is voor het lager onderwijs aan schippers-kinderen belangrijk geweest door de totstandkoming van twee scholen met beperkte leertijd. De nieuwe aanwinst heeft het aantal van deze soort van scholen gebracht van 3 op 5 en het aantal leerlingen opgevoerd tot 622 op 31 December 1935. Het volgende lijstje doet zien, waar de scholen zijn gevestigd en hoeveel leerlingen op elke school waren geplaatst.

Page 16: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

VERSLAG B. L. U. 1935 227

Vreeswijk Christelijke School Zwartsluis Christelijke School Sneek Christelijke School . Rotterdam Christelijke School Rotterdam Openbare School

154 leerlingen 83

138 • 145 • 102

Deze cijfers zullen voldoening schenken aan allen, die van oordeel zijn, dat een goede oplossing van het onderwijs aan schipperskinderen alleen met behulp van scholen met beperkte leertijd kan worden gevonden. Het is nodig, dat men partij kiest ten opzichte van de middelen, die verbetering voor dit onderwijs kunnen brengen en het is gewenst, dat duidelijke voorkeur wordt geschonken aan het stelsel van plaatsing van zoveel mogelijk kinderen van de leeftijd van acht tot elf jaar op scholen, die zich onderscheiden door :

1. een leertijd van drie jaar, 2. een beperkt doch doelmatig leerplan, 3. een avondschooltijd voor de laatste twee jaren.

Het grote voordeel van dit stelsel bestaat daarin, dat het uitvoerbaar is. De kinderen worden met behulp van de Rijkssteun aan de Schoolfondsen gedurende drie jaren aan de wal geplaatst. Men heeft de zekerheid, dat de steun in de kosten van huis-vesting het meeste effect zal sorteren, omdat de schooljaren vallen in de periode van het grootste opnemingsvermogen en omdat de beste waarborgen aanwezig zijn, dat er intensief wordt gewerkt. Na een goede voorbereiding op de driejarige school zijn de schipperskinderen zover, dat zij na terugkomst op het schip overal in den lande op de gewone lagere scholen het onderwijs in een der hoogste klassen kunnen volgen. Zij zullen hier gaarne worden ontvangen, omdat aangenomen mag worden, dat het continu-onderwijs in de tijd van drie jaren een stevige grondslag heeft gelegd.

Het is duidelijk, dat het ligplaatsonderwijs niet op eenmaal kan worden afgeschaft. Het is echter evenzeer duidelijk, dat de vorming, verkregen alleen door ligplaatsonderwijs, nooit de ont-wikkeling kan brengen, welke verwacht mag worden van een opleiding met de driejarige school als middelpunt.

Naast de vijf thans bestaande scholen met beperkte leertijd zullen er meer van deze inrichtingen moeten komen. Daarbij is het nodig alle krachten in te spannen om de kinderen, die thans reeds een bijdrage in de kosten van huisvesting ontvangen, zoveel mogelijk geplaatst te krijgen op de scholen met beperkte leertijd. Meer dan dit tot nu toe het geval is geweest, zal de arbeid van alle schoolfondsen in deze richting moeten gaan.

Van verschillende zijden wordt aandrang uitgeoefend om de scholen met beperkte leertijd te rangschikken onder het buiten-

Page 17: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

VER. VOOR CHRISTELIJK BUITENGEWOON ONDERWIJS 228

gewoon onderwijs. Ik ben van mening, dat door deze rangschikking inderdaad de totstandkoming van nieuwe scholen zal worden bevorderd, indien ten minste de regeling bepalingen bevat, waarbij niet alleen de jaarwedden der leerkrachten, doch tevens de kosten van localiteit en van materiële exploitatie voor rekening van het Rijk worden genomen.

VERENIGING VOOR CHRISTELIJK BUITENGEWOON

ONDERWIJS

Te Utrecht werd de Jaarvergadering van de Vereniging voor Christelijk Buitengewoon Onderwijs gehouden onder leiding van den heer S. Stemerding uit Voorburg.

De secretaris, de heer P. G. Schreuder van Arnhem, wijst in zijn jaarverslag op de achterstand bij het Christelijk B. L. O., voorzover het de stichting van nieuwe Christelijke scholen voor achterlijke kinderen betreft. .

De agenda bevatte voorts zeer belangrijke voorstellen, die in haar geheel de onderdelen vormden van een voorlopig plan van werkzaamheid met een drieledig doel : bevordering van school-stichting wat scholen voor achterlijke kinderen betreft; bevordering van het schoolbezoek aan de scholen voor B. L. O. door de afwijkende kinderen uit alle groepen, waarvoor het B. L.O. wettelijk geregeld is; het geven van meerdere bekendheid aan heel het B.L.O.

Ook werd een commissie benoemd, bestaande uit de heren Dr. C. Beekenkamp, J. de Graaff en P. G. Schreuder, die zal onderzoeken, welke wettelijke bepalingen schoolstichting in de weg staan en die zal onderzoeken, welke wettelijke bepalingen wenselijk of noodzakelijk zijn ter voorkoming van het vasthouden door de L. S. van afwijkende leerlingen voor welke gelegenheid is B. L. O. te ontvangen.

Tenslotte werd een propaganda- en perscommissie benoemd, n.l. de heren K. de Bloois, G. J. van der Ploeg en N. IJ. Vlietstra, welke een zeer uitgebreide taak zich zag toebedeeld.

In samenwerking met de Vereniging tot bevordering van Christelijk Onderwijs aan achterlijke kinderen zal een commissie van advies worden benoemd tot voorlichting van hen, die tot oprichting van nieuwe scholen overgaan.

Na rondvraag werd de vergadering op de gebruikelijke wijze gesloten.

De Ver. voor Chr. B. O. heeft te Utrecht een vergadering gehouden met vertegenwoordigers van de Schoolraad voor de Scholen met de Bijbel, de Ver. voor Chr. Nat. Schoolonderwijs, Ger. Schoolverband, de Ver. voor Chr. Volksonderwijs, de Ver.

Page 18: Logopaedie en Phoniatrie. Afdeling Rotterdam.100jaarorthopedagogiek.nl › 100jaarPDF › PDF › paid › 1936-10.pdf · Logopaedie en Phoniatrie heeft door de instelling van het

VER. VOOR CHRISTELIJK BUITENGEWOON ONDERWIJS 229

voor Chr. Onderwijzers enz. en de Unie van Chr. onderwijzers. De Voorzitter, de heer S. Stemerding uit Voorburg, sprak

eerst een woord van herdenking van den overleden Voorzitter, den heer J. de Graaff, en gaf daarna het woord aan den heer K. de Bloois uit Rotterdam. Deze gaf een schets van de tegen_ woordige stand van het Chr. B. L. O. en betoogde, dat er een grote achterstand is in het bijzonder wat betreft de dagscholen voor zwakzinnigen.

Ook wees hij er op, dat in verschillende plaatsen, waar scholen voor B. L. O. bestaan, vaak de zwakzinnige leerlingen door de L. S. worden vastgehouden, zowel op de Chr. als op de R.-Kath. en de Openb. scholen. Hij noemt enige middelen om aan de onkunde omtrent het B. L. O. een eind te maken.

Doel dezer vergadering is, deze dingen te brengen onder de aandacht van hen, die hier een taak hebben. Er moet een weg gevonden kunnen worden, aldus spr., om het abnormale kind die opleiding en dat onderwijs te geven, dat het zozeer behoeft.

In een levendige bespreking werd algemeen instemming be-tuigd met dit doel en werd medewerking toegezegd. Ds. J. Barbas, voorzitter van de Schoolraad, en Mr. J. J. Hangelbroek (secretaris van de Schoolraad) geven nog enige praktische wenken. De laatste waarschuwt voor wettelijke dwangmaatregelen. De heer J. Nauta (Ger. Schoolverband) geeft verschillende illustraties van de huiverigheid van ouders tegen het B. L. O. en wijst middelen ter genezing. De heren A. de Jong Ezn. en A. P. Jungcurt be-pleiten het houden van propagandavergaderingen in de kringen van ouders en onderwijzers. De heer A. J. Schreuder van Oosterbeek meent, dat de samenwerking tussen de plaatselijke schoolbesturen en de gemeentebesturen er toe moet leiden, dat wederzijds geen leerlingen op de gewone scholen worden toegelaten, die van de L. S. naar de school voor B. L. O. zijn verwezen.

Door verschillende andere sprekers wordt voorts nog gewezen op het nut van het houden van ouderavonden en tentoonstellin-gen, van propaganda door pers en eventueel radio. Dr. A. van Voorthuijsen, Inspecteur van het B. L. O., zegt, dat het stichten van nieuwe scholen voor B. L. O. niet van de ouders, doch van de besturen moet uitgaan. Als er in een bepaald rayon maar één man is, die de zaak energiek aanpakt, komt men tot resultaten. Het zal z.i. in de grote stad gemakkelijker zijn om te beginnen dan op het platteland.

Dankbaar constateerde de voorzitter, de algemene imstemming met dit plan. Het bestuur zal zich nader beraden en de gegeven wenken overwegen. In een voortgezette vergadering, te houden ter gelegenheid van het a.s. Nat. Chr. Schoolcongres, hoopt het bestuur met definitieve plannen te komen.