Lezen en spellen: Theorie en Praktijk

61
Lezen en spellen: Theorie en Praktijk Prof. dr. Anna M. T. Bosman [email protected]

description

Lezen en spellen: Theorie en Praktijk. Prof. dr. Anna M. T. Bosman [email protected]. Twee-route model. Fonologisch Coherentie Model. Microniveau FCM. Ongetraind netwerk (niet-lezer). Bezig met trainen (globaallezer). Getraind netwerk (decodeerder). Verschillen in zelf-consistentie. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Lezen en spellen: Theorie en Praktijk

Page 1: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Lezen en spellen: Theorie en Praktijk

Prof. dr. Anna M. T. Bosman

[email protected]

Page 2: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Twee-route modelMentaal Lexicon

"Woord"

Grafeem-foneem omzetter

WOORD

directe of lexicale route

indirecte of fonologische route

Page 3: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Fonologisch Coherentie Model

Phonologic nodes Semantic nodes

Orthographic nodes

Page 4: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Microniveau FCM

/d1/ /u2/

D1 E2

/e2/ /d1/ /u2/

D1 E2 U2 D1 E2 U2

/d1/ /u2/ /e2/

3a 3b 3c

Page 5: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Ongetraind netwerk (niet-lezer)

/a/........ /z/........ / οο/........ / /e

........ ........ ........A Z O E

Page 6: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Bezig met trainen (globaallezer)

/a/......../z/........../ οο/........... / /e

........ ........ ........ A Z O E

Page 7: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Getraind netwerk (decodeerder)

/a/......../z/......../ οο/........ / /e

........ ........ ........A Z O E

Page 8: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Verschillen in zelf-consistentie

/k// ε / i Phoneme Nodes

NNNNNKEILetterNodes1

21

2

Differen t level s of self-consistenc y between letter-phon eme relations

Page 9: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Monolinguaal netwerk

/a/........./j/......... /dj/........../g/............/z/

.......................... .......................... A J Z

Page 10: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Multilinguaal netwerk

/a/........../j/.......... /dj/........... /g/........./z/

.......................... .......................... A J Z

Page 11: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Stimuli 1e lettertaak

40 woorden met een klinker als beginklank

20 met een lange klank (e.g., adem, eter, over)

20 met een korte klank (e.g., anker, enkel,

orgel)

Page 12: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Proefpersonen 1e Lettertaak

Leeftijdmatch Leesmatch Dyslexie

EMT 70 37 37

KLEPEL 57 33 19

Leeftijd 12;3 8;1 12;3

M/J 10/10 10/10 7/13

Page 13: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

1e lettertaak (over vs. otter)

0

200

400

600

800

LeeftijdLeesmatchDyslexie

Ie Letterbenoemtijd

Lange klank

Korte klank

Page 14: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Basis aannamen

Lezen en spellen

Orthografie

Semantiek

Fonologie

Interactief

Page 15: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Volledig en Partieel Netwerk

/a1/ /s2/

A1 S2

/a1/ /s2/

A1 S2

5a 5b

Page 16: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Dyslexia

Reading

Orthography

SemanticsPhonology

??

?

?

?

Page 17: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Stimuli

120 stimuli (spelling-klank consistent)

60 woorden

30 words: klank-spelling consistent

(e.g., MENS, SOMS)

30 words: klank-spelling inconsistent (e.g., FIJN,

SAUS)

60 pseudowoorden30 klank-spelling consistent (e.g., PRUG, KERT)

30 klank-spelling inconsistente (e.g., HIJF, BAUS)

Page 18: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Proefpersonen Lexicale Decisietaak

Leeftijdmatch Leesmatch Dyslexie

EMT 69 31 31

KLEPEL 65 29 21

Leeftijd 12 jaar 7;8 12 jaar

M/J 11/12 9/14 13/10

Page 19: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Consistentie-effect RTsaus - RTmens

0

20

40

60

80

100

120

140

LeeftijdmatchLeesmatchDyslexie

Page 20: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

is ook interactief van aard !

Lezen door kinderen met dyslexie

Orthografie

SemantiekFonologie

Page 21: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Leren spellen

Slimme oefeningen en het bevorderen van het spellingbewustzijn

Page 22: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Experiment 1

Een vergelijking van instructiemethoden

Page 23: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Woordjes

paleis stouterd kachel

rondje vuilnis modder

schilderij miauwen nagel

bloot pantoffel hengel

Page 24: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Instructies & Deelnemers

Instructie Goede spellers

Gemiddelde spellers

Leeftijd M/J n

Lezen 96% 83% 7;3 9/5 14

Overschrijven 96% 80% 7;4 6/8 14

Grafeem selectie 97% 87% 7;4 7/7 14

Mondeling spellen 97% 85% 7;4 5/9 14

Visueel dictee 97% 86% 7;3 6/8 14

Page 25: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Trainingsfouten

0

2

4

6

8

10

12

14

Lezen Kopiëren Grafeemselectie

Mondelingspellen

VisueelDictee

Goede spellers Gemiddelde spellers

Page 26: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Prestaties ‘Groep 3’

0

20

40

60

80

100

LezenKopiëren

Grafeem selectieMondeling spellen

Visueel Dictee

Goede spellers Gemiddelde spellers

Page 27: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Conclusies

Lezen is de minst effectieve

instructie

Visueel Dictee (uit het hoofd

opschrijven) is het meest effectief

voor alle leerlingen

Het spellingniveau bepaalt mede de

effectiviteit van een instructie

Page 28: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Experiment 2

Visueel dictee op het regulier en speciaal

onderwijs

Page 29: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Woordjes

borstkas kunsthandel trommelstol glinsteren

zwerfkatten melkkruk kerstbal stripboeken

krulspelden marktkoopman rotstreek hoestbui

drijfhout blauwbaard levensecht geheimzinnig

politie bouwval achterlijf reizigers

nieuwigheid schiereiland zeemeeuw fluweel

Page 30: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Instructie & Deelnemers

School Spelling Leeftijd M/J n

LOM 61% 11;4 2/9 11

MLK 64% 12;6 7/4 11

ZMOK 64% 9;4 1/10 11

Page 31: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Prestaties ‘LOM-leerlingen’

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

Blauwbaard Melkkruk

Voortest Natest Retentietest

Page 32: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Prestaties ‘MLK-leerlingen’

0102030405060708090

100

Blauwbaard Melkkruk

Voortest Natest Retentietest

Page 33: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Prestaties ‘ZMOK-leerlingen’

0102030405060708090

100

Blauwbaard Melkkruk

Voortest Natest Retentietest

Page 34: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Prestaties ‘Alle deelnemers’

Toename correct in % *

Blauwbaard Melkkruk

LOM 22 17

MLK 17 13

ZMOK 31 10

* Score is (gemiddelde van de score op de natoets en de retentietoest) – score op voortoets

Page 35: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Conclusies

Visueel dictee is effectief voor

alle type leerlingen

Visueel dictee is vooral

effectief voor woorden zoals

‘blauwbaard’

Het type leerling bepaalt mede de

effectiviteit van een instructie

Page 36: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Experiment 3

Lezen-zoals-het-hoort

vergeleken met Lezen-wat-er-staat

Page 37: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Woordjes

asperge champignon giraffe jungle

kangoeroe onmiddellijk milieu populair

bungalow douane jeans jus

kievit niveau passagier station

Page 38: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Instructies & Deelnemers

Lezen Spelling Leeftijd M/J n

Regulier

zoals-het-hoort 80% 9;1 9/12 21

wat-er-staat 81% 9;3 7/13 20

Speciaal

zoals-het-hoort 81% 11;4 2/20 22

wat-er-staat 80% 11;2 7/15 22

Page 39: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Prestaties ’Regulier onderwijs’

0

25

50

75

100

Lezen-zoals-het-hoort Lezen-wat-er-staat

natest retentietest

Page 40: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Prestaties ‘Speciaal onderwijs’

0

25

50

75

100

Lezen-zoals-het-hoort Lezen-wat-er-staat

natest retentietest

Page 41: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Conclusies

Lezen-wat-er-staat is voor alle

leerlingen effectiever dan lezen-

zoals-het-hoort

De spelling beklijft goed bij

leerlingen uit het regulier onderwijs

De spelling beklijft minder goed bij

leerlingen uit het speciaal onderwijs

Page 42: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Experiment 4

Lezen-wat-er-staat

vergeleken metde PLUS-variant

Page 43: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Woordjes

asperge champignon giraffe jungle

kangoeroe onmiddellijk milieu populair

bungalow douane jeans jus

kievit* niveau passagier station

* Kieviet na 1998

Page 44: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Instructies & Deelnemers

LOM-leerlingen

Page 45: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Prestaties ‘Goede spellers’

0102030405060708090

100

Natest 1 Natest 2 Natest 3 Retentietest 1 Retentietest 2

Lezen-wat-er-staat Lezen-wat-er-staat+

Page 46: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Prestaties ‘Zwakke spellers’

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

Natest 1 Natest 2 Natest 3 Retentietest 1 Retentietest 2

Lezen-wat-er-staat Lezen-wat-er-staat+

Page 47: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Prestaties ‘Transfertest’

70

75

80

85

90

95

100

Lezen-wat-er-staat Lezen-wat-er-staat+

Goede spellers Zwakke spellers

Page 48: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Conclusies experiment 4

Lezen-wat-er-staat beklijft met een verlengde

training ook bij leerlingen uit het speciaal

onderwijs

De zwakke leerlingen leren evenveel als de

goede

Het oefenen van de ‘rare’ uitspraak draagt bij

aan de effectiviteit van de methode

Transfer is makkelijker voor de goede spellers

en als de ‘rare’ uitspraak is geoefend

Page 49: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Experiment 5

Een vergelijking van spelfouten in

opstellen en dictees

Page 50: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Deelnemers

Regulier SpeciaalGroep Meisjes Jongens Meisjes Jongens

5 9 10 - -

6 9 11 6 9

7 10 6 2 13

8 10 9 7 24

Totaal 38 36 15 46

Page 51: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Opdracht

Elke leerling schreef eerst een opstel

Van elk kind werd een goed gespeld en een fout gespeld woord geselecteerd

Ten slotte werd een dictee afgenomen bij alle leerlingen. Dit dictee bestond uit de geselecteerde goed en fout gespelde woorden van elke leerling uit de groep

Page 52: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Prestaties op opstel en dictee

0

25

50

75

100

Regulier Speciaal

Opstel Dictee

Page 53: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Vergelijking van dictee en opstel

0

15

30

45

60

75

DicteeGoed-OpstelGoed DicteeFout-OpstelFout DicteeGoed-OpstelFout DicteeFout-OpstelGoed

Regulier Speciaal

Page 54: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Conclusies

Een kwart (26%) van de spellingen van alle

leerlingen is instabiel (‘Goed-Fout’ of ‘Fout-

Goed’)

Leerlingen schrijven woorden in een dictee

beter dan in een opstel, omdat zij mogelijk

worden geholpen door een formele voorleesstijl

Alle leerlingen maken meer fouten in hun dictee

dan in hun opstel, omdat zij zich mogelijk

bewust zijn van wat ze wel en wat ze niet kunnen

Page 55: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Experiment 6

Bevorderen van het spellingbewustzijn

Page 56: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Woordjes

Woorden van de voor- en natoets waren 200 woorden geselecteerd uit de SVS-2 en het PI-dictee voor de groepen 4-8

Het materiaal voor de 5 trainingsbijeen-komsten bestond uit de woorden van de taal- en spellingmethode ‘Taaltijd’

Page 57: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Deelnemers

1 is spellingbewustzijnscore: “Weet de spelling en het is goed” + “Weet de spelling niet en het is fout”

Page 58: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Toename spellingbewustzijn

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

20

Experimenteel Controle

Goede spellers Zwakke spellers

Page 59: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Conclusies

Spellingbewustzijn kan reeds bevorderd worden in Groep 5 kan in even sterk mate bevorderd worden in goede als zwakke spellers

kan zelfs enigszins bevorderd worden door het aanbieden van slechts één test (de voortoets), zoals aangetoond door de prestaties van de controle groep op de natoets

Page 60: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

De moraal van dit verhaal

U kunt het besteN de instructie afstemmen op het type spellingprobleemN zo snel mogelijk beginnen met het bevorderen van het spellingbewustzijn van uw leerlingen

Bedenk dat N leerlingen beter spellen in een opstel dan op een dicteeN de goede en zwakke spellers evenveel kunnen profiteren van een effectieve instructie

Page 61: Lezen en spellen:  Theorie en Praktijk

Met dank aan Mijn collega’s

Guy Van Orden Martin van Leerdam Annette de Groot Janet van Hell

Mijn voormalig studenten Wendy Exterkate & Anne-Marie Rosink Margie Voorzee, Wendy Harbers & Monique Bartelings

Ilona Schiffelers Manuela Donderwinkel Raquel Paffen Marieke Willemen