Lessenserie HACCP - liudger.weebly.comliudger.weebly.com/.../reader_haccp_lessenserie.docx  · Web...

75
0 Naam: Liudger van der Meer Student nr.: 500543064 COHORT `: 2012-2013 Docent :: A.K. van Bergen Lessenserie HACCP

Transcript of Lessenserie HACCP - liudger.weebly.comliudger.weebly.com/.../reader_haccp_lessenserie.docx  · Web...

Inhoud1. Voorwoord.....................................................................................................................................2

2.0 Lesplanformulieren en theoretische werkbladen.............................................................................3

2.1 lesplanformulier les 1...................................................................................................................4

2.2 Theoretisch werkblad les 1..........................................................................................................7

2.3 Lesplanformulier en theoretisch werkblad les 2.....................................................................10

2.4 Theoretisch werkblad les 2........................................................................................................13

2.5 Lesplanformulier en theoretisch werkblad les 3.....................................................................15

2.6 Theoretisch werkblad les 3........................................................................................................183.0 Sleutelbegrippen Ebbens & Ettekoven...........................................................................................19

3.1 Sleutelbegrippen samenwerkend leren.....................................................................................19

3.2 Sleutelbegrippen effectief leren.................................................................................................20

3.3 Welke vormen van samenwerkend leren zijn er gebruikt?....................................................234.0 De 5 dimensies van Marzano..........................................................................................................24

4.1 Motivatie.....................................................................................................................................24

4.2 Nieuwe Kennis verwerven en integreren.................................................................................25

4.3 Kennis verbreden en verdiepen...............................................................................................26

4.4 Kennis toepassen in een betekenisvolle situatie.......................................................................26

4.5 Reflectie.......................................................................................................................................275.0 Taalgericht vakonderwijs................................................................................................................28

6.0 Niveau van vraagstelling................................................................................................................29

6.1 Meervoudige intelligenties.........................................................................................................307.0 De kleurrijke klas............................................................................................................................32

8.0 Lesverslag.......................................................................................................................................33

9.0 Uitslag enquête leerling..................................................................................................................34

10. Kijkwijzer........................................................................................................................................40

11. Evaluatie.........................................................................................................................................41

12. Nawoord.........................................................................................................................................42

13. Literatuur lijst.................................................................................................................................43

14. Bijlagen...........................................................................................................................................44

1

1. Voorwoord

Tijdens de ABV module didaktiek en diversiteit, gegeven door Annelotte van Bergen kregen wij de opdracht om een lessen serie te ontwikkelen. Deze lessenserie moest bestaan uit 3 lessen met samenhang. Ik heb direct het onderwerp HACCP gekozen. Dit is een heel breed onderwerp, wat onder andere te maken heeft met hygiëne. Iets wat immers heel erg belangrijk is in de keuken. Omdat mijn klasgenoot Jeroen Colijn bij de keuringsdienst van waren werkt, wat weer mooi op het onderwerp aansluit. Daarom hebben wij er voor gekozen om de opdracht samen te maken. Iets wat ook mocht, als je de lessen zelf maar uitvoerde op je stage school.

2

2.0 Lesplanformulieren en theoretische werkbladenIn dit hoofdstuk zijn de lesplanformulieren terug te vinden die gebruikt zijn tijdens de lessen.

Het zijn er in totaal drie. De lay out van deze formulieren geven inzicht in de onderwerpen; algemene informatie betreffende de opleiding, school en docenten alsook de leerdoelen, lesfase van Ebbens, hulpmiddelen en didactische werkvormen. Achter elk lesplanformulier is een uitgeschreven theoretisch werkblad bijgevoegd die de docent gebruikt als extra inhoudelijke informatie.

3

2.1 lesplanformulier les 1

lesplanformulier B 1

naam student : Liudger van der Meeropleiding :Horeca en VoedingHvA-begeleider: Jos Bongerswerkplekleren jaar 1 2 3 4 (omcirkelen)

naam school : ROC Friese Poort Drachtenwerkbegeleider : M.Swarteklas : HOROM 1datum van de les:4-2-13

lesonderwerp: Wat is HACCP

beginsituatie van de leerlingen:

De leerlingen zijn bekent met het begrip HACCP. Echter zal de kennis over dit onderwerp zich in de basis bevinden. Uitgebreide informatie zal ontbreken.

algemene doelstellingen van deze les.begrippen:

Kennis van HACCP vergroten.

vaardigheden:

Het kunnen uitleggen wat HACCP betekent. Vertellen hoe je het toe moet passen.Weten waarom het belangrijk is in een professionele keuken.

concrete lesdoelen

doel 1: Aan het einde van de les kunnen de leerlingen vertellen wat HACCP inhoud.

doel 2: Aan het einde van de les kunnen leerlingen vertellen waarom HACCP belangrijk is.

doel 3:Leerlingen kunnen tijdens de les, de gegeven stof samenvatten door te werken in duo`s

doel 4:Leerlingen kunnen de gegeven stof presenteren door het geven van een korte pitch.

eigen leerdoelen van de student:

doel 1: Het geven van een gestructureerde lesdoel 2 : Vragen van leerlingen duidelijk te kunnen beantwoorden.

1

4

HvA Onderwijs & Opvoeding

lerarenopleidingen vo/bve

fase GeplandeTijd

lesdoel nr.

lesinhoud (lesstof)

didactische werkvormen hulpmiddelen

leeractiviteit:Wat doet de leerling?

onderwijsactiviteit:Wat doe ik?

fase 1(p. 39)2

5 min 1 en 2 Welkom heten, uitleg van de les, voorkennis activeren

Luisteren, woordenspin aanvullen.

Vertellen over doelen les. Gegeven antwoorden bij woordenspin schrijven. Deze koppelen aan de volgende fase.

Woordenspin

fase 2(p. 41)

10 min 1 en 2 Stukje theorie vertellen over de basis van haccp.

Luisteren. Evt aantekeningen maken.

Vertellen over de theorie.

Powerpoint

fase 3(p. 46)

10 min 1 en 2 Beantwoorden van vragen over de gegeven stof individueel. Klassikaal bespreken d.m.v. individuele aanspreekbaarheid

Antwoorden invullen individueel. Klassikaal antwoord geven.

Uitleggen wat de bedoeling is. Vragenlijst uitdelen. Door de klas lopen. Individuele aanspreekbaarheid toepassen. Antwoorden op gegeven antwoorden van de leerlingen. Hierop interactie uitlokken.

Vragen lijst. Powerpoint.

fase 4/5(p. 50)

20 min 3 en 4 In een duo een samenvatting maken van de hygiëne code. Deze presenteren d.m.v een korte

Theorie samenvatten, wat volgens de leerling belangrijk is. Dit samen presenteren in

Leerlingen begeleiden in het maken van de samenvatting.

2 paginaverwijzing naar Ebbens, S & Ettekoven, S. (2005). Effectief leren basisboek. Groningen: Wolters Noordhoff.

5

pitch. een pich.

fase 6(p. 61)

5 min 1 en 2 Nabespreken van de geleerde stof. Dit doormiddel van het opnieuw invullen van een woordenspin en vergelijken met de eerste woordenspin. Gelegenheid bieden om vragen te stellen

Woordenspin invullen. Vragen stellen.

Invullen van woordenspin op bord. Antwoord geven op eventuele vragen.

Woordenspin

bordschema 1

Woordenspin

bordschema 2

2.2 Theoretisch werkblad les 1

6

Fase 1 (5 minuten)- Dia 1 - Welkom heten- Uitleg geven van de lesactiviteit- Voorkennis activeren met de vraag: Wat is HACCP?- Gebruik van woordenspin

Fase 2 (10 minuten)- Dia 2- Wat is HACCP ?

HACCP staat voor Hazard Analysis Critical Control Points. Wat vrij vertaald betekent: een analyse van kritische punten waarop extra goed gelet moet worden. Bij HACCP wordt het hele productieproces nagelopen op mogelijke gevaren voor de voedselveiligheid. Die gevaren worden in HACCP benoemd en de daaraan verbonden risico`s worden beheerst. Elk bedrijf werkt anders en daarom moeten bedrijven HACCP toespitsen op de eigen situatie. Bedrijven geven daarbij in zogenaamde hygiene plannen aan waar er in welke fase van productie-distributie processen gevaren voor de gezondheid zouden kunnen ontstaan. Vervolgens moet vastgelegd worden welke maatregelen er genomen moeten worden om risico`s te verminderen, welke controles worden uitgevoerd en wat de resultaten zijn.

Geschiedenis HACCP:

De HACCP is in de jaren 60 ontwikkeld in Amerika op verzoek van de NASA. De NASA had enorm veel belang bij zoiets als HACCP omdat deze ruimte reizen organiseert, welke enorm veel geld kosten. Wanneer er een personeelslid ziek zou worden in de ruimte, van voedsel, zou dit een groot probleem zijn.

De EU stelde in 1993 de Europese Hygiënerichtlijn vast. Een gevolg hiervan was dat de HACCP binnen 10 jaar in de wetgeving van alle lidstaten van de EU moest worden vastgelegd. Voor zover ze dat niet gedaan hebben geldt de Europese Hygiënerichtlijn vanaf 2003 rechtstreeks. De VWA (Voedsel waren autoriteit) heeft in de periode van 8 juni 2002 tot 1 januari 2003 alle bedrijven geïnspecteerd op de aanwezigheid van HACCP hygiëne plannen en op de kwaliteit.

Gevaren bij productie levensmiddelen:

Jaarlijks worden er ruim 2 miljoen mensen getroffen door een voedselinfectie of vergiftiging. Dit komt door het niet verantwoord omgaan met producten en het volgen van de hiervoor opgestelde regels.

Levensmiddelen en diervoeder bedrijven moeten de veiligheid van producten borgen door het consequent toepassen van de hygiene en HACCP regels. Als deze regels niet consequent of volledig worden toegepast, kunnen gevaren in de voedselketen ontstaan die mogelijk een risico vormen voor de consument.

Dia 3:

Met HACCP wordt gestreefd naar een hoger niveau van voedselveiligheid dan voorheen het geval was.

7

De HACCP principes zijn:- Inventariseren van de gevaren- Benoemen van de gevaren- Nagaan welke maatregelen er mogelijk zijn om het gevaar te beheersen (Analysis)- De kritische beheerspunten (Critical Control Points) vaststellen.

Dit zijn punten in het proces waar het risico kan worden voorkomen, kan worden weggehaald of tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht kan worden:

- Per CCP de kritische grenzen aangeven.- Vaststellen hoe de CCP`s bewaakt worden.- De correctieve acties vastleggen per CCP- Documentatie en registratie bijhouden.

Dia 4:

Hazard Analysis:

Een hazard is een gevaar dat redelijkerwijs in een product aanwezig zou kunnen zijn en een bedreiging van de gezondheid van de consument kan worden:

Het gaat daarbij om:

- Microbiologische gevaren als bacterie groei. Maar ook virussen en parasieten.- Chemische gevaren als verontreiniging met bestrijdingsmiddelen, toxinen of zware metalen.- Fysische gevaren als glassplinters, steentjes, hout, plastic of metaaldraad.

Deze gevaren kunnen in grondstoffen aanwezig zijn. Maar ze kunnen zich ook voordoen tijdens het bereiden, behandelen, verpakken of vervoer van levensmiddelen.

Dia 5:

Analysis

Dit onderdeel staat voor het analyseren van de redelijkerwijs aanwezige gevaren. Er moet een inschatting gemaakt worden van het risico. Dit is een combinatie van de kans dat het gevaar zich daadwerkelijk voordoet in het eindproduct en de gevolgen voor de gezondheid.

Dia 6:

Critical Control Point:

Na de analyse heeft men alle gevaren benoemd. Nu moet je nagaan op welke wijze deze gevaren kunnen worden voorkomen of tot een acceptabel niveau kunnen worden teruggebracht. Door het vaststellen van concrete grenzen bij de kritische beheers punten (CCP`s) en door deze te bewaken, wordt een borging van de voedselveiligheid verkregen. Daarbij worden bijvoorbeeld grenzen bewaakt van tijd, temperatuur, vochtgehalte, zuurgraad, beschikbaar chloor enzovoort. Dia 7:

HACCP en Hygienecodes:

Ondernemers zijn verplicht om voedselveiligheidsprocedures op te stellen, gebaseerd op de HACCP. Het is heel veel werk voor een bedrijf of instelling om een eigen HACCP plan te schrijven. Daarom kunnen bedrijven gebruik maken van de hygiene code. Hygiene codes worden centraal door de branche en sector organisaties opgesteld. In zo`n hygienecode staan bijvoorbeeld de inrichtingseisen, werkinstructies en standaard formulieren waarop je gegevens kunt registreren. Men werkt dan volgens het systeem van de door de branche

8

geschreven hygiene code en voldoet dan aan de HACCP verplichting. Er zijn hygienecodes voor bijvoorbeeld supermarkt, de groentehandel, bakkerij, de horeca en catering, de zorginstellingen.

2.3 Lesplanformulier en theoretisch werkblad les 2

9

lesplanformulier B 3

naam student :Liudger van der Meeropleiding : Horeca en VoedingHvA-begeleider: Jos Bongerswerkplekleren jaar 1 2 3 4 (omcirkelen)

naam school :ROC Friese Poort Drachtenwerkbegeleider :M. Swarteklas : HOROM 1datum van de les: 11-02-13

lesonderwerp:

Micro organismen

beginsituatie van de leerlingen:

Zijn bekend met het woord bacterie, maar wanneer je hier op door vraagt, houd het op bij de basis kennis.

algemene doelstellingen van deze les.

begrippen:

Algemene kennis van micro-organismen vergroten.

vaardigheden:

Herkennen van micro-organismenHerkennen van goede micro-organismenWeten waar en hoe micro-organismen zich goed vermenigvuldigen.

concrete lesdoelen

doel 1: De leerlingen kunnen aan het einde van de les, de gevaren benoemen, van bacteriën.

doel 2: De leerlingen kunnen aan het einde van de les, het verschil uitleggen tussen voedsel infectie en vergiftiging.

doel 3: De leerlingen kunnen aan het einde van de les, aangeven bij welke temperatuur een bacterie zich lekker voelt en bij welke niet.

eigen leerdoelen van de student:

doel 1: Helder en duidelijk de informatie op de leerling over brengen.

doel 2 : Zeggen wat je doet, doen wat je zegt.

3

10

fase

geplande

tijd

lesdoel nr.

lesinhoud (lesstof) didactische werkvormen hulpmiddelen

leeractiviteit:

Wat doet de leerling?

onderwijsactiviteit:

Wat doe ik?

fase 1

(p. 39)4

10 - Welkom heten.

- Uitleg van les activiteit

- Voorkennis activeren Youtube

- Uitleg geven over vragen formulier en deze uitreiken.

- Luisteren- Vragen

stellen- Antwoorden

op vragen docent.

- Uitleg van activiteit geven.

- Interactie uitlokken op filmpje.

- Whitebord- Internet –

Youtube- Vragenformulier- PowerPoint

fase 2

(p. 41)

20 1,2,3 - Theorie over micro-organismen

- Luisteren- Vragen

stellen- Vragen

invullen op formulier

- Theorie vertellen

- Laptop- PowerPoint- Vragenformulier

fase 3

(p. 46)

10 1,2,3 - Bespreken van vragen op uitgereikt formulier.

- Antwoord geven op vragen.

- Vragen stellen, individuele aanspreekbaarheid toepassen.

- PowerPoint- Vragenformulier- Whitebord

fase 4/5

(p. 50)

10 1,2,3 - In groepjes van 3 memory spelen.

- Actief meedoen met memory in groepjes van 3

- Uitleg geven van activiteit.

- Memory kaarten uitdelen.

- Actief begeleiden

- D,m,v. een onderwijsleergesprek de resultaten

- PowerPoint- Memory

kaarten

4 paginaverwijzing naar Ebbens, S & Ettekoven, S. (2005). Effectief leren basisboek. Groningen: Wolters Noordhoff.

11

bespreken met de leerlingen.

fase 6

(p. 61)

5 1,2,3 - Nagaan of de belangrijkste begrippen zijn blijven hangen door het gebruik van een woordspin.

- Woordenspin aanvullen

- Evt. vragen stellen

- Woordenspin aanvullen op whitebord.

- Evt. vragen beantwoorden.

- Powerpoint- Whitebord

bordschema 1 bordschema 2

12

2.4 Theoretisch werkblad les 2 Fase 1 – Dia 1 Welkom heten Uitleg van les activiteit Vragen formulier uitreiken, antwoorden worden gegeven, gedurende de les. De leerling moet dus

goed op letten. Later in les fase 3 worden deze vragen besproken. Individuele aanspreekbaarheid word hier toegepast.

Voorkennis activeren met filmpje van youtube.

Fase 2 - Dia 2 Theorie:Micro organismen zijn heel klein, maar ook heel gevaarlijk als je met voeding werkt. Je kunt ze meestal niet zien, maar ze kunnen wel ziekte en bederf van voedingsmiddelen veroorzaken.Behalve micro-organismen zijn er ook macro organismen waar we voor op moeten passen. Micro betekent klein, macro betekent groot. Macro organismen die we in de keuken niet willen hebben, zijn muizen, ratten, vliegen, mieren, torren en kakkerlakken. Ze kunnen voedingsmiddelen aanvreten, bevuilen of besmetten.

Wat zijn micro organismen? Dia 2Micro-organismen zijn zo klein dat je ze niet goed met het blote oog kunt zien. Je hebt er een goede microscoop voor nodig om ze wel te kunnen zien. De ruimte die wordt ingenomen door een suikerkorreltje is voldoende voor vijfhonderd miljoen bacteriën, zo klein zijn ze. Micro organismen zijn:

- Bacteriën- Schimmels- Gisten- Virussen.

Micro-organismen verdelen we in drie hoofdgroepen: Dia 31. Nuttige micro-organismen

Deze worden gebruikt bij:- Kaas- en yoghurtbereiding (melkzuurbacteriën)- Wijn- en bierbereiding (gist)- Brood- en gistdeging (gist)- Het bereiden van schimmelkaas (brie, camembert).

2. Micro-organismen die bederf veroorzaken Dia 4Deze zijn er de schuld van dat eten bederft. Je kunt aan voedsel zien, ruiken of proeven dat het door micro-organismen bedorven is.

3. Micro-organismen die ziektes verwekken Dia 4Deze zijn gevaarlijk, omdat ze gifstoffen maken (toxinen) die geen geur- of smaakafwijking aan het voedsel geven. Daarom zie en proef je niet dat er gifstoffen op of in het eten zitten.

Voedselbesmetting Dia 5

Onhygiënisch werken en vuile bedrijfsruimtes kunnen leiden tot het besmetten van voedsel. We onderscheiden twee vormen van besmetting:

- VoedselinfectieBacteriën komen via het voedsel in het maagdarmkanaal. Daar groeien ze uit tot grote aantallen. Ze tasten de darm aan, zodat er een ontsteking ontstaat die we voedselinfectie noemen.

- VoedselvergiftigingEr zijn bacteriën die zeer giftige stoffen uitscheiden, toxinen genoemd. Veel van deze toxinen kunnen hoge temperaturen verdragen en worden daardoor niet onschadelijk door het verhitten tijdens de bereiding. Bij voedselvergiftiging word je dus ziek van de toxinen en niet door de aanwezigheid van de bacteriën.

13

Controle Dia 6Besmetting van voedsel levert grote gevaren op voor de volksgezondheid. De Keuringsdienst van waren controleert bedrijven en producten daarom regelmatig. De keuringsdienst van Waren kijkt of bedrijven wel schoon en voedselveilig werken. Ze onderzoeken of er niet te veel micro-organismen in producten zitten. Dat kan wijzen op een fout bij het bereiden of bewaren van producten.

Groei van micro-organismen Dia 7In voedingsmiddelen en op vervuilde plaatsen voelen veel micro-organismen zich prettig. Ze hebben er alles wat ze nodig hebben om te leven en om zich te vermeerderen. Je zegt dan dat er aan hun leef en groeivoorwaarden wordt voldaan. Een gunstige leefomgeving voor micro-organismen heeft:

- Voedingsstoffen- Vocht- De juiste temperatuur- De juiste zuurgraad- De juiste hoeveelheid zuurstof.

Sommige micro-organismen hebben zuurstof nodig, voor andere is zuurstof dodelijk. Er zijn ook micro-organismen die zowel met als zonder zuurstof kunnen leven. Gist is daar een voorbeeld van.

Overleven door sporen Dia 8Sommige micro-organismen kunnen ook in slechte omstandigheden overleven (te zuur, te koud, te heet). Dat doen ze door sporen te vormen. Als de omstandigheden weer beter worden, ontwikkelen de sporen zich tot normalen cellen die zich weer kunnen vermeerderen.

De deling van bacteriën Dia 8Bacteriën vermenigvuldigen zich door deling. Hoe snel ze zich delen, hangt af van de omstandigheden. Als de omstandigheden gunstig zijn voor de bacterie, gaat het heel snel. Bij gekoeld bewaren deelt een bacterie zich maar een keer in het uur. Bij een gunstige (warme) temperatuur kan een bacterie zich elke twintig minuten delen. En pas op: een enkele bacterie kan zich dan in acht uur vermeerderen tot ongeveer zestien miljoen! Denk daaraan als je een stukje vlees hebt laten vallen en je laat het liggen of als je de snijplank niet goed schoonmaakt.

- Wanneer we voedsel bevroren bewaren, vermeerderen de meeste micro-organismen zich niet.- Bij een temperatuur van 0-7 graden Celsius vermeerderen ze zich langzaam.- Tussen de 7 graden Celsius en 60 graden Celsius vermeerderen ze zich snel.- Boven de 60 graden Celsius vermeerderen ze zich langzaam of gaan dood.- Boven 100 graden Celsius gaan bijna alle micro-organismen dood.

Daarom moet voedsel bewaard worden onder de 7 graden Celsius of boven de 65 graden Celsius.

Les fase 3 Dia 9 Bespreken van uitgereikt vragen formulier. Individuele aanspreekbaarheid toepassen.

Les fase 4 en/ 5 Dia 10 Memorie Uitleg van bedoeling activiteit. In groepjes van 3 Memorie spelen van de door de docent uitgereikte spel kaarten.

Les fase 6. Afsluiten met woordenspin Kijken of de belangrijkste begrippen zijn blijven hangen bij de term micro-organisme

14

2.5 Lesplanformulier en theoretisch werkblad les 3

lesplanformulier B 5

naam student : Liudger van der Meeropleiding : Horeca en voedingHvA-begeleider: Jos Bongerswerkplekleren jaar 1 2 3 4 (omcirkelen)

naam school : ROC Friese Poort Drachtenwerkbegeleider : M.Swarteklas : HOROM 1datum van de les: 05-03-2013

lesonderwerp: Wat doet de NVWA

beginsituatie van de leerlingen:

De leerlingen hebben twee lessen gehad over HACCP en microbiologie. Ook hebben zij kennis gemaakt met de Hygiënecode voor de Horeca. De term NVWA is hier wel in te vinden maar inhoudelijk weten de leerlingen niet wat de NVWA is en wat de NVWA inspecteur doet.

algemene doelstellingen van deze les.

begrippen:

Kennis van de NVWA en haar doel te vergroten

vaardigheden:

kunnen benoemen wat de NVWA iskunnen benoemen waar de NVWA inspecteur op let en verwachtKunnen benoemen welke maatregel de NVWA inspecteur kan nemen

concrete lesdoelen

doel 1: kunnen benoemen waar de letters NVWA voor staan en bij welk ministerie ze behoort

doel 2: de leerling kan benoemen waar de inspecteur op let in de keuken.

doel 3: de leerling kan benoemen wat hij in een interview met de NVWA inspecteur kan verwachten

doel 4: de leerling kan benoemen welke sancties de NVWA inspecteur kan gebruiken voor overtredingen

eigen leerdoelen van de student:

doel 1: Binnen de lestijd kunnen blijven en de concrete lesdoelen behandeld en gereflecteerd hebben

doel 2 : Alle leerlingen erbij kunnen blijven betrekken

5 Dit lesplanformulier B wordt uitgebreid besproken in de ABV-leerpraktijk Didactiek en Klassenmanagement.

15

fase geplande

tijd

lesdoel nr.

lesinhoud (lesstof) didactische werkvormen hulpmiddelen

leeractiviteit:

Wat doet de leerling?

onderwijsactiviteit:

Wat doe ik?

fase 1

(p. 39)6

5 min. 1 en 2 Welkom heten, uitleg van de les, voorkennis activeren, aandacht richten

Luisteren, woordenspin aanvullen.

Vertellen over doelen les. Gegeven antwoorden bij woordenspin schrijven. Instrumenten uitstallen die de NVWA inspecteur bij zich heeft.Deze koppelen aan de volgende fase.

Woordenspin

Instrumenten uit de tas van de NVWA inspecteur

fase 2

(p. 41)

20 min. 1,2,3,4 Theorie vertellen over de NVWA en het werk van de inspecteur.

Luisteren. Evt aantekeningen maken.

Vertellen over de theorie.

Objecten laten tonen

Powerpoint

fase 3

(p. 46)

5 min. 1,2,3,4 Quiz met rode (fout) en groene (goed) antwoordkaarten om na te gaan of de theorie over gekomen is

Luisteren en individueel een kleurkaart opsteken n.a.v de vragen

Vragen stellen en antwoord geven

Vragenlijst

Rode en groene kaarten

fase 4/5

(p. 50)

10 min 1,2,3,4 In duo’s

Aan de hand van foto’s herkennen wat er fout is: Hygiëne, temperatuur

Om zo te kijken of de stof in fase twee is geland

.Antwoorden invullen in duo’s. Klassikaal antwoord geven.

Uitleggen wat de bedoeling is. Vragenlijst uitdelen. Door de klas lopen. Individuele aanspreekbaarheid toepassen. Antwoorden op gegeven antwoorden van de leerlingen. Hierop interactie uitlokken.

Vragen lijst.

Foto’s

fase 6

5.min. 1 en 2 Nabespreken van de geleerde stof. Dit doormiddel van het

Woordenspin invullen. Vragen

Invullen van woordenspin op bord. Antwoord geven op

Woordenspin

6 paginaverwijzing naar Ebbens, S & Ettekoven, S. (2005). Effectief leren basisboek. Groningen: Wolters Noordhoff.

(p. 61)

opnieuw invullen van een woordenspin en vergelijken met de eerste woordenspin. Gelegenheid bieden om vragen te stellen

stellen. eventuele vragen.

bordschema 1 bordschema 2

2.6 Theoretisch werkblad les 3

Fase 1 Dia-1

17

Welkom heten Uitleg van les activiteit Voorkennis activeren op de vraag of men weet wat de NVWA is. Gegeven antwoorden bij

woordenspin schrijven. Instrumenten uitstallen die de NVWA inspecteur bij zich heeft. Deze koppelen aan de volgende fase.

Fase 2 - Dia 2-3Theorie: NVWA= de Nederlandse voedsel en Waren AutoriteitInspecteurs zijn BOA (een soort politie) De NVWA valt onder de overheid het ministerie van EZMinisterie uitleggen met behulp van een voorbeeld: school- afdelingen brood banketRutte Staten generaal (2e en 1e kamer) met daar onder de afdelingen de ministerie (even kijken naar het niveau

o Bewaken gezondheid: o Dieren (koeien, varkens enz.)o Planten (vraatschade, ziektekiemen, insecticide)o Dierenwelzijn: scharrelkippen, kalfjes genoeg ruimte, paarden niet verwaarloosd,

proefdierlijden beperkeno Veiligheid van voedsel: vergiftiging, infectie, residuen bestrijdingsmiddel, schimmels

(aflatoxine) eerlijkheid in de handelo Consumentenproducten: kerstverlichting, glijbanen, speeltuinen, kermisseno Natuurwetgeving: bosbeheer, flora en faunawet, invoer kwetsbare planteno Onderzoek:

Waar let de inspecteur op? Dia 5 t/m 21En als het niet goed is dan kan de inspecteur een: mondelinge waarschuwing geven, een schriftelijke waarschuwing, een boete en na drie boetes in 2 jaar overgaan tot sluiten

Les fase 3 Goed of Fout!De NVWA staat voor De Nieuwe voedingswaren Autoriteit De inspecteur let op Hygiëne, temperatuur beheersing en werkprocessen in de hygiënecodeDe inspecteur geeft les aan ondernemers (nee handhaven)De NVWA valt onder een ministerie De NVWA deelt alleen maar boetes uit.

Les fase 4 en/ 5 inspecteur spelen Uitleg van bedoeling activiteit. (duo of trio) foto’s bekijken en opschrijven wat je niet goed vindt

daarna bespreken (duo beantwoorden ik ga het rijtje af).

Les fase 6. Afsluiten met woordenspin Kijken of de belangrijke begrippen zijn blijven hangen bij de term NVWA

3.0 Sleutelbegrippen Ebbens & EttekovenOm duidelijk te maken wat er wordt verstaan onder samenwerkend & effectief leren hebben Ebbens & Ettekoven gebruik gemaakt van sleutel begrippen. De sleutelbegrippen verduidelijken puntsgewijs en

18

inhoudelijk de theorie waardoor het de docent als een praktische leidraad kan gebruiken. Door het goed beklijven en toepassen van de sleutelbegrippen is er een grotere kans op een hoger leerrendement.

De volgende onderdelen bevatten de sleutelbegrippen die hierna beschreven zijn.

1. samenwerkend leren

2. effectief leren

3.1 Sleutelbegrippen samenwerkend leren

1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid.

2. Individuele aansprakelijkheid en groepsverantwoordelijkheid.

3. Directe ondersteunende interactie.

4. Sociale en groepsvaardigheden.

5. Groepsevaluatie.

Les 1. Het samenwerkend leren uit zich in deze les middels: check in duo`s. In les fase 4 en 5 gaan ze in tweetallen een korte samenvatting maken van een deel uit de hygiëne code. Deze samenvatting gaan ze later in de les presenteren door middel van het geven van een korte pitch. De positieve wederzijdse afhankelijkheid komt naar voren, want de leerlingen merken dat het nodig is om samen te werken. Werken ze niet samen, dan moeten ze al het werk alleen doen, dus ook het presenteren. Door middel van individuele aanspreekbaarheid en Directe interactie word de pitch klassikaal besproken. Bij het klassikaal nabespreken, komen de sociale vaardigheden en evaluatie en bijstelling van groepsprocessen ook goed naar voren.

Les 2.Door middel van het spel memorie komt het samenwerkend leren goed naar voren. In groepjes van 3 gaan ze aan de gang met het spel. De rollenverdeling binnen de memorie is als volgt: Vrager, opzoeker en scheidsrechter. Wanneer iemand een memorie heeft, moet de opzoeker de theorie erbij zoeken en noteren. De vrager, mag de docent vragen over onduidelijkheden binnen de groep en de scheidsrechter bepaald de regels en houd de tijd in de gaten. Terwijl de leerlingen bezig zijn met het spel, loop ik door de klas om te kijken of alles volgens de afspraak gaat. Daarnaast bied ik hulp waar nodig is, beantwoord vragen en stel vragen over de stof binnen het memorie spel. Na het spel, bespreken we de resultaten van het memorie spel door middel van een onderwijs leergesprek.

Les 3.De leerlingen gaan aan de hand van fotobladen antwoorden formuleren op hetgeen ze zien en wat ze vinden afwijken. Dit doen ze in duo’s en door ze te vertellen dat we dat gezamenlijk gaan bespreken en ik het rijtje af ga voelt de leerling zich afhankelijk van de productie van de ander. Immers de leerling kan wel eens zelf aan de beurt komen om een antwoord te geven. Bij het geven van verkeerde antwoorden ga ik op zoek bij iedereen naar het goede antwoord door wat aanvullende vragen te stellen zoals “wat zie je op de foto? En waarom denk je dat de ondernemer dat zo doet?”. Ook bij het onderwijsleergesprek en mijn vraag waarde letters NVWA voor staan kijk ik iedereen aan in de klas om de leerling erbij te betrekken. Bij het geven van een antwoord van een leerling gebruik ik de samenwerking van de groep om verder te denken over de andere letter en de leerling aan te voelen die een letter goed had. Het is een samenwerking tussen de docent en de klas geworden. Uiteindelijk is het een mix van denken, delen en uitwisselen geworden

19

3.2 Sleutelbegrippen effectief lerenDe 6 sleutel begrippen voor effectief leren zijn:

1. Een goede structuur in de opbouw van de leerstof.2.Het juiste niveau van de leerstof.3.Betekenis geven.4.Individuele aansprakelijkheid.5.Zichtbaarheid.6.Motivatie.

Les 1

1.Een goede structuur in de opbouw van de leerstof: Voor elke les is een PPT ontwikkeld, de PPT is de leidraad voor de les. Voor ik begin met de theorie, begin ik met het bespreken van het programma van de dag: wat gaan we doen? Wat willen we bereiken? Waarom? Hoe? Etc. Op deze manier weten de leerlingen wat ze kunnen verwachten van de les.

2.Het juiste niveau van de leerstof: Ik begin de les met een woordenspin, op deze manier probeer ik de voorkennis te activeren, maar ook kan ik dan zien wat de kennis van het onderwerp is. Uiteraard is de les al geschreven, maar middels improvisatie zal je als docent toch altijd in moeten spelen op de situatie en de kennis van het onderwerp van je leerlingen. De stof is komt uit de boeken: Tendens. De boeken Tendens zijn geschreven voor het MBO consumptief.

3.Betekenis geven: Door het gebruik van foto`s in de PPT, hebben de leerlingen een beeld bij de besproken theorie. Ook het gebruik van film materiaal maakt de les interactief en geeft meer betekenis aan de les, dan alleen maar te luisteren naar het saaie verhaal van de docent. In deze les maak ik ook gebruik van een duidelijk voorbeeld. “Er komt 10 kg kipfilet binnen, hoe zou jij controleren volgens de HACCP dat je het wil ontvangen? Hoe sla je het op? Waar moet je rekening mee houden? Etc”.

4.Individuele aansprakelijkheid: Dit is een onderdeel dat in de hele les terug komt. Het begint al bij de woordenspin. Maar ook terwijl ik bezig ben met het behandelen van de theorie, bij het bespreken van vragen en bij het nabespreken. De leerlingen weten dit, en zijn daarom erg alert dat ze alles meekrijgen, want ze weten dat ze elk moment aangesproken kunnen worden door mij.

5.Zichtbaarheid: Tijdens de les, neem ik verschillende posities in, in het lokaal. Ik sta niet te lang stil op een plek. Hierdoor kunnen de leerlingen mij allemaal zien. Ook zoek ik met iedereen oogcontact, waardoor niemand zich buitengesloten of genegeerd voelt. Maar door niet stil te staan en continue te bewegen zie ik ook alles wat er gebeurd in het lokaal.

6.Motivatie: Voor een groot gedeelte van de les kan je de leerlingen motiveren, door zelf ook enthousiasme uit te stralen. Daarnaast is het geven van complimenten ook goed, foute antwoorden bestaan niet. Overal zit een kern van waarheid in. Uiteraard moet je de complimenten wel doseren, anders creëer je een fixed mindset.

Les 2.

1.Een goed structuur in de opbouw van de leerstof:

20

Ook in deze les is er een duidelijke structuur in de opbouw van de leerstof. Zoals in het boek van effectief leren van, Van der Wal ook word aangegeven, dat de meeste docenten een goede structuur hebben in de opbouw van de les. Er word daarom ook weinig aandacht aan besteed. Ik heb een PPT die voor de structuur zorgt in de les. Ook vertel ik aan het begin van de les duidelijk wat de bedoeling is van de komende les.

2.Het juiste niveau van de leerstof:

Het niveau van de leerstof is aangepast op de leerlingen van MBO 4. De theorie komt uit de Tendens boeken, welke geschreven zijn voor het voortgezet onderwijs en het MBO. Om te kijken of de belangrijkste begrippen zijn aangekomen, gebruik ik ook in deze les weer een woordenspin ter afsluiting. Deze vergelijk ik samen met de leerlingen met de eerste woordenspin. De uitslag is duidelijk, er staan veel meer woorden bij de laatste woordenspin, dus zijn er veel begrippen van de les blijven hangen.

3.Betekenis geven:

Het onderwerp van de tweede les is Microbiologie. In de vorige les is aangegeven dat wanneer je niet verantwoord met voedsel omgaat, men ziek kan worden. Dit komt door de ziekteverwekkende bacteriën en virussen. De voorkennis wordt geactiveerd door een filmpje van de smaakpolitie. Daarnaast is de PPT voorzien van veel foto`s, waardoor het onderwerp tastbaar wordt.

4.Individuele aansprakelijkheid:

Mijn leerlingen weten dat ze continue kunnen worden aangesproken door mij. In deze les deel ik ook een vragenformulier uit. De antwoorden kunnen worden ingevuld, als de leerlingen goed naar mijn theorie luisteren. Na de theorie, gaan we het klassikaal bespreken middels individuele aansprakelijkheid. Dit is aan het begin (Fase 1) uitgelegd en duidelijk gemaakt. Op deze manier dwing ik extra af dat leerlingen actief meedoen met de les.

5.Zichtbaarheid:

Ook is het vragenformulier een uitstekende manier om zichtbaarheid te creëren voor de leerlingen. De leerlingen vullen de vragen aan met de antwoorden. Op deze manier laat je ze bezig zijn met het onderwerp, ze zien dat er antwoorden verschijnen. Door het laten doen, wordt het voor de leerlingen zichtbaar dat ze wel degelijk wat leren. Later wordt het klassikaal besproken en wordt hun vermoeden bevestigd. De antwoorden zijn goed. Ze hebben wat geleerd.

6.Motivatie

Wanneer een leerling wordt aangesproken door mij, middels individuele aansprakelijkheid, geeft deze een antwoord of opmerking op/over mijn vraag. Foute antwoorden bestaan niet. Er zit altijd een kern van waarheid in. Ik complimenteer de leerlingen dan ook. Hierdoor laat je ze succes ervaren. Waardoor ze in de toekomst vaker uit hun zelf een opmerking of antwoord zullen plaatsen.

Ook door het afsluiten van de les met een woordenspin kun je de leerlingen motiveren. Ze zien namelijk wanneer we beide woordenspinnen met elkaar vergelijken, dat er veel meer bij de laatste woordenspin staat. Dit motiveert leerlingen.

Les 3.

1.Een goede structuur in de opbouw van de leerstof:

21

Ik begin met een PPT waarin ik de leerdoelen uitleg. De sheets op de PPT geven de structuur van de les aan en is mijn leidraad die mij stap voor stap door de les heen leidt.

2.Het juiste niveau van de leerstof:

Ik begin eerst met vragen te stellen over de NVWA om er achter te komen wat de leerling al weet. Van een simpele vraag aan het begin om voorkennis te activeren tot complexere vragen die verbanden moeten leggen tussen de theorie en de praktijk. De vraag wat de letters NVWA betekenen is meer een vraag om te onthouden. Maar de vraag om zelf inspecteur te spelen en te benoemen wat je ziet en wat de consequenties zouden kunnen zijn liggen meer in het integreren en creatief toepassen.

3.Betekenis geven:

Ik leg een directe relatie tussen Hygiëne en het belang van het goed toepassen in de praktijk door vanuit mijn werk voorbeelden te geven en cijfers te benoemen hoe vaak en hoe erg het fout kan gaan en dat je dat niet op je geweten wil hebben ondersteund door voorbeeld foto’s

4.Individuele aansprakelijkheid:

In het onderwijsleergesprek laat ik zien dat ik iedereen aan de beurt kan laten komen en niet alleen door te reageren op vingers maar ook zelf leerlingen aan te wijzen om een antwoord te geven. In de duo opdracht ga ik het rijtje langs voor antwoorden.

5.Zichtbaarheid.

ik kijk iedereen aan in de klas en gaf een leerling die teruggetrokken in de banken zat een podium. Zij zat er net een week en wist niet zo veel en heb haar verteld dat het een mooi moment is om samen te zoeken naar het antwoord en complimenteer haar bij het vinden van het juiste antwoord en vraag in de klas door waarom het antwoord dat zij gaf zo belangrijk was.

6.Motivatie:

Bij binnenkomst heet ik iedereen hartelijk welkom en vertel ze dat ik het fijn vind om ze weer te zien. Verder complimenteer ik veel en koppel ik veel antwoorden die gegeven zijn aan de te geven stof zodat iedereen het gevoel heeft dat als ze iets zeggen het ook echt gebruikt wordt en zeg meerdere malen dat we een prachtig vak hebben.

3.3 Welke vormen van samenwerkend leren zijn er gebruikt?

Tijdens de lessen zijn er diverse vormen van samenwerken gebruikt.

22

Les 1.

Vormen:

-Check in duo`s

-Denken delen uitwisselen

-Samenwerken als klas

-Check in de hele groep

Les 2.

Vormen:-Samenwerken als klas

-Denken, delen, uitwisselen

-Groepsverslagen (memory)

-Check in de hele groep

Les 3.

Vormen:- Samenwerken in duo’s.

- Samenwerken als klas.

- check in de gehele groep

4.0 De 5 dimensies van Marzano

De leerling zit op school om kennis te vergaren en zijn of haar diploma te halen. Het is de taak van de school en

23

haar docenten om deze leerlingen de leerstof zo goed mogelijk aan te bieden. Geïnspireerd door het werk van Marzano schreef Wietskse Miedema het boek leren in vijf dimensie die toegepast kan worden in de moderne lespraktijk in het Nederlandse Voortgezet onderwijs. Marzano heeft vanuit de leerpsychologie een praktisch model “de 5 dimensies” ontworpen. De docent krijgt uit dit ontwerp de beschikking over praktische instrumenten die vertaald zijn vanuit de leertheorie verkregen door nieuwe inzichten in het onderwijs. Er zijn vanuit de vijf dimensies didactische en pedagogische voorbeelden ontworpen waarin de leer en denkactiviteiten van de leerling centraal staan. De vorm bestaat uit 5 dimensies. Door deze te hanteren zal de docent een hoger rendement uit de lessen te krijgen.

1. Motivatie.2. Nieuwe kennis verwerven en integreren.3. Uitbreiden en verfijnen van kennis.4. Kennis toepassen in betekenisvolle situaties.5. Reflectie

4.1 MotivatieLes 1.

Tijdens deze les, de eerste van een serie van 3 leg ik uit wat de bedoeling is van de lessenserie en waarom. Ik probeer gemotiveerd en enthousiast over te komen. Hierdoor neem ik de leerlingen mee in mijn enthousiasme. Ik vertel wat we gaan doen, hoe we het gaan doen en waarom. Na de theorie lessen had ik de zelfde leerlingen ook in de praktijk. In de praktijk koppel ik veel terug van de theorie les. Op deze manier zien de leerlingen wat ze geleerd hebben en waarom. Door zelf enthousiast te zijn, worden de leerlingen hier ook in beïnvloed en zullen ze actiever mee doen.

Les 2.

In deze les motiveer ik de leerlingen door ze een hartelijk welkom te heten. Interesse tonen in hun belevingswereld is hier ook erg belangrijk. Ik begin de les met positieve feedback over de vorige theorie en praktijk les. Hierdoor krijg je de aandacht van de leerlingen en begin je eigenlijk direct met het activeren van de voorkennis. Het continue uitstralen van enthousiasme motiveert de leerlingen om actief mee toe doen tijdens de les. Ook wanneer er vragen worden gesteld, ga ik hier altijd positief mee om. Domme vragen bestaan niet. Ook een mooi voorbeeld van het motiveren van leerlingen is dat ik tijdens de praktijk, de leerlingen foto`s laat maken van het geen dat zij gemaakt hebben. Dit is mooi voor in het portfolio en voegt er een extra dimensie aan toe.

Les 3. Bij binnenkomst heet ik iedereen hartelijk welkom en vertel ze dat ik het fijn vind om ze weer te zien.

Tijdens het geven van de les heb ik benadrukt dat domme vragen niet bestaan en op het moment dat er een vraag gesteld wordt waarop de klas vind het een domme vraag is buig ik die om naar aanvullende informatie die ik handig vind voor het onderwerp. Zo voelt diegene zich niet aan de kant gezet. Verder complimenteer ik veel en koppel ik veel antwoorden die gegeven zijn aan de te geven stof zodat iedereen het gevoel heeft dat als ze iets zeggen het ook echt gebruikt wordt. Er was een nieuwe leerling en dan ga ik anders te werk. Ik geef haar het gevoel dat ze niet bang hoeft te zijn voor een antwoord door de vraag wat meer gesloten te stellen en haar het gevoel te geven dat we samen naar het antwoord zoeken.

4.2 Nieuwe Kennis verwerven en integrerenLes 1.

24

Tijdens de eerste les, over het onderwerp HACCP begin ik met het activeren van de voorkennis door middel van een woordenspin. Wanneer de voorkennis is geactiveerd, begin ik met het theorie gedeelte, deze is ondersteund door foto`s in een PPT. Tijdens het theorie gedeelte, laat ik zo nu en dan een leerling een sheet van de PPT voorlezen. Op deze manier wordt het tastbaarder. Na de theorie begin ik met een onderwijsleergesprek om na te gaan of de informatie is blijven hangen, hierdoor wordt de stof nog eens herhaald. Dan gaan de leerlingen zelf aan de slag met het maken van een samenvatting van de hygiëne code. Dit doen ze in duo`s. Deze gaan ze in het zelfde duo presenteren aan de rest van de groep.

Aan het einde van de les laat ik de leerlingen nog een woordenspin aanvullen. Hierdoor kan ik checken of de informatie over is gekomen en kan ik de theorie nogmaals herhalen. De woordenspinnen vergelijken we met elkaar. De leerlingen kunnen zien dat ze wel degelijk wat geleerd hebben van deze les. De eerste woordenspin begon met 4 woorden en de tweede was al aangevuld met acht woorden.

Les 2.

Om nieuwe kennis te verwerven en te integreren, gebruik ik tijdens deze les ook een PPT. Tijdens de theorie laat ik leerlingen sheets voorlezen. Hierdoor zijn ze er zelf fysiek mee bezig. Het gebruik van feiten is ook erg belangrijk, tijdens het bespreken van het vragenformulier worden enkel alleen feiten besproken. Ook tijdens het afsluiten van de les met de woordenspin, staan er alleen feiten op het bord. Ook om op een speelse manier de kennis te integreren bij de leerlingen is een uitstekende manier. Ik gebruik in deze les het memory spel. Het memory spel gaat over de gegeven les, namelijk: Microbiologie.

Les 3.

In deze les maak ik gebruik van het meest concrete kennisniveau namelijk, feiten. Dit in combinatie met de oorzaak-gevolg verbanden. De leerlingen krijgen op de PowerPoint opeenvolgende foto’s te zien hoe kruisbesmetting kan ontstaan. Daaropvolgend leg ik ze aan de hand van foto’s uit in een onderwijsleergesprek hoe bijvoorbeeld hygiënische tekortkomingen zijn ontstaan. In het onderwijsleergesprek laat ik de leerling antwoord geven op de vragen die naar boven komen door de foto’s. Zo leren de leerlingen relaties te leggen met het gevolg van een oorzaak. Ook laat ik de leerling attributen zien die de inspecteur bij zich heeft en leg uit waarvoor ze gebruikt worden om zo een link te leggen met de theorie en de voorgaande lessen. Dit alles om het elaboratieproces in gang te zetten.

4.3 Kennis verbreden en verdiepenLes 1.

25

In deze les laat ik de leerlingen een samenvatting maken van de hygiëne code(activerende leertaak). Dit doen ze in duo`s. Daarna moeten ze het presenteren voor de groep. In de hygiëneode staan alle voorschriften voor voedselverstrekkende instanties. Oftewel het is een uitgebreide herhaling van het theorie gedeelte over HACCP.

Les 2.

Zoals eerder aangegeven, hebben de leerlingen tijdens deze les een vragenformulier gekregen. Deze moeten ze aanvullen en wordt klassikaal besproken in fase 3. Daarna gaan ze een memory spel spelen in 3 tallen. Bij elke memory moeten ze informatie over het plaatje opzoeken en noteren. De notities worden ook weer klassikaal besproken door middel van een onderwijsleergesprek. Aan het einde van de les worden de uitkomsten van beide woordenspinnen vergeleken.

Les 3. Aan de hand van de geleerde stof mogen de leerlingen nu zelf inspecteur spelen. Ze krijgen een fotovel met daarop meerdere situaties die gebeuren in de keuken. Op het antwoordenvel mag de leerling opschrijven wat er mis is op het gebied van Hygiëne, werkwijze of temperatuur. De leerlingen mogen nu individueel uitleggen wat hun antwoorden zijn.

4.4 Kennis toepassen in een betekenisvolle situatieLes 1.

Hier gebruikte ik tijdens de theorie, een praktijk voorbeeld. Namelijk de “10 kg kipfilet”. Hierdoor konden ze de geleerde stof toepassen op een fictief voorbeeld uit de praktijk.

Les 2.

Niet gebruikt

Les 3. Niet gebruikt

4.5 ReflectieLes 1.

26

In de les ben je continue bezig met reflecteren. Ik stel een vraag aan willekeurige leerlingen, deze reageren, waarop ik ze complimenteer met: heel goed, of bijna goed etc. Het socratische dialoog is ook een mooie manier om kritisch en creatief denken te bekrachtigen. De vraag wat bedoel je met? Of kun je me een voorbeeld geven, gebruik ik dan ook in deze les bij het voorbeeld: er komt 10 kg kipfilet binnen.

Les 2.

Tijdens de activerende werkvorm memory, complimenteer ik de leerlingen op zijn of haar gedrag binnen het groepje. Hierdoor laat je zien dat wanneer de leerlingen actief meedoen binnen de groep, gewenst gedrag is en dit stimuleer je met complimenteren. Maar ook wanneer het gedrag niet gewenst is, maak je de gewoontes van de school duidelijk aan de leerlingen. Ik laat ze dan na denken over het gedrag, door het maken van een opmerking. Het nadenken wordt extra gestimuleerd door dat andere leerlingen hier op zullen reageren.

Les 3.

Tijdens het onderwijsleergesprek en het vertonen van de voorbeeldfoto’s complimenteer ik de leerlingen die de juiste antwoorden geven doordat ze het hebben onthouden door het maken van huiswerk. Ik geef ze ook een compliment omdat ze het huiswerk hebben gemaakt. Zo probeer ik de gewoonte van het huiswerk maken erin te brengen. Verder maak ik gebruik van de socratische dialoog door op een antwoord door te vragen en andere leerlingen uit te dagen om hierop over na te denken. Een kritische opmerking van een leerling gebruik ik om die om te buigen naar een motivatie door daar weer een vraag over te stellen.

5.0 Taalgericht vakonderwijsHet doel van taalgericht vakonderwijs is de lesstof zo duidelijk mogelijk aan te bieden. De 3 pijlers van het TVO zijn Context, begrippen, situaties en kennis waarin de nieuwe leerstof een plaats moet krijgen. Interactie, tussen de leerlingen de docent maar ook de leerlingen onderling. Taalsteun, steun die de leerling krijgt om de

27

vaktaal juist te gebruiken. Door dit goed in te zetten kan iedereen de stof op zijn eigen manier verwerken en een zo hoog mogelijk rendement uit de les halen.

Les 1.

Tijdens deze les is de PowerPoint mijn leidraad, met veel foto`s en een enkele video. Het begrip context krijgt tijdens de woordenspin aan het begin en einde van de les betekenis. Maar ook in de PowerPoint wordt context aangeboden. Taalsteun uit zich ook weer in de PowerPoint, tijdens de les laat ik soms leerlingen wat voorlezen van de PowerPoint. Op deze manier laat je iemand van de groep informatie overbrengen op de rest van de groep. Vaktaal wordt zo ook overgebracht. Het laten doen, het laten beleven, het laten zien en delen met de rest van de groep, geeft een efficiënte manier van Taalsteun. Maar ook interactie wordt hierdoor uitgelokt. Leerlingen gaan discussiëren over bepaalde onderwerpen van de les. Al met al vond ik het een geslaagde TVO les.

Les 2.

Aan het begin van de les koppel ik begrippen van de vorige les terug naar deze les. Deze begrippen schrijf ik op het bord. Hierdoor activeer ik de voorkennis, en laat ik de belangrijkste vak begrippen nog een keer zien. Ook in deze les, is er gebruik gemaakt van een PowerPoint. Hier door breng je een duidelijke context aan. Maar ook taalsteun, want leerlingen kunnen zien wat er besproken wordt. Tijdens de theorie, moeten de leerlingen vragen beantwoorden, die op een uitgereikt formulier staan. Hierdoor breng ik extra taalsteun aan, het laten opschrijven van de belangrijkste begrippen. Maar ook door dit vragenformulier, die ik na de theorie klassikaal ga bespreken, wordt er interactie gecreëerd.

Les 3.

Deze les is een mix van Context, Interactie en Taalsteun. Aan het begin van de les leg ik uit wat men aan het einde van de les hoort te weten en ik gebruik hierbij mijn PowerPoint waarin ik stapsgewijs de leerdoelen neerzet. In de les maak ik gebruik van een onderwijsleergesprek en stel ik vragen aan de leerlingen betreffende hygiëne en de daarbij behorende vaktaal zoals wat is, HACCP? Ik laat meerdere leerlingen aan het woord en complimenteer de juiste antwoorden of haal de goede dingen uit een verkeerd antwoord en gebruik die om verder te gaan in mijn vragen aan de leerlingen. Bijvoorbeeld op mijn vraag wat een monster is waarop een leerling het antwoord geeft dat het enge beesten zijn. Dit is niet het goede antwoord. Ik gebruik het antwoord enge beesten wel door deze te verbinden met bacteriën die in een monster, een sample, worden onderzocht in het laboratorium. Zo leren de leerlingen gelijk dat bacteriën gevaarlijk kunnen zijn voor de gezondheid. Waardoor we enge beesten hebben omgezet in vaktaal, bacteriën. De leerling die in eerste instantie een verkeerd antwoord gaf heeft nu wel het gevoel dat ze bijgedragen heeft aan het goede antwoord. Verder gaan de leerlingen in duo’s aan de slag met de fotovragen die we klassikaal gaan bespreken. Iedereen komt aan de beurt om een antwoord te geven zo spreek ik de positieve afhankelijkheid in de duo’s en de individuele aanspreekbaarheid aan doordat iedereen een antwoord moet geven.

6.0 Niveau van vraagstellingEr wordt tijdens de lessen gebruik gemaakt van meerdere vraagsoorten. Meestal in combinatie met een onderwijsleergesprek. Hierbij probeer ik ten allen tijden rekening gehouden met de individuele

28

aansprakelijkheid, veiligheid ( de leerling de tijd en gelegenheid geven om te antwoorden ) en de structuur van de vraag. Ik begin meestal de les met een vraag die minder complex van aard is, bijvoorbeeld door een “wat betekend….” of “wie weet….” Afgewisseld met gesloten vragen om tijdens de les over te gaan naar vragen die van een hogere complexere cognitief plan gaan. Ik stel meer open vragen en coach de leerlingen richting het verband leggen tussen onderwerpen

Les 1.

Deze les begin ik met een woordenspin. Ik stelde de volgende vraag: als ik zeg Haccp, waar denken jullie dan aan? Ik pas voornamelijk individuele aansprakelijkheid toe tijdens de woordenspin. Hierdoor hou ik zelf in de hand, dat iedereen een beurt krijgt. Wanneer ik iemand aanwijs, geef ik de leerling voldoende tijd om even na te denken. Mocht ze er op dat moment niet uitkomen, geef ik een ander de beurt en kom ik later bij haar terug. Het mooie van deze woordenspin, dat er geen foute antwoorden zijn. Alles wat gezegd wordt, noteer ik op het bord. Later in de les laat ik de begrippen die op het bord staan bij de woordenspin, terug komen.

Les 2.

Tijdens deze les is het niveau van vraagstelling erg belangrijk. Het is een onderwerp met al veel moeilijke woorden, begrippen en namen. Door speelsgewijs met sommige begrippen om te gaan, en het herkenbaar en tastbaar maken van het onderwerp microbiologie, krijgen de leerlingen een beter beeld van het onderwerp. Tijdens het onderwijsleergesprek kwam ik er ook achter dat het onderwerp duidelijk was geworden, want de leerlingen droegen allemaal verschillende voorbeelden aan over voedselvergiftiging.

Les 3.

In deze les projecteer ik middels de PowerPoint de letters NVWA en vraag waar deze letters voor staan. Doordat de leerling allerlei woordcombinaties maakt van de letters begint de motivatie te groeien om echt te weten waar deze letters nu echt voor staan. Als dan het juiste antwoord gegeven wordt blijft het antwoord beter beklijven. Halverwege de les gebruik ik bij fase 4 en 5 van Ebbens de hogere cognitieve complexiteit door de leerling situaties te laten zien van hygiënische tekortkomingen die zij in verband moeten brengen met een drietal opties namelijk een tekortkoming op Hygiëne, temperatuur of de werkwijze van de koks.

6.1 Meervoudige intelligentiesGeen kind is hetzelfde en zal dus ook niet op de zelfde manier leren. Door meervoudige intelligenties toe te passen doe je recht aan verschillen tussen leerlingen leer je variaties in de onderwijssituatie toe te passen en zo leren de kinderen zich beter voor te bereiden op de toekomst. Volgens Gardner zijn er 8 verschillende soorten

29

intelligenties om dit te bereiken en ik probeer hier zo veel mogelijk op in te spelen.De 8 intelligenties zijn:

1. Interpersoonlijk2. Intrapersoonlijk3. Lichamelijk-motorisch4. Logisch-mathematisch5. Muzikaal-ritmisch6. Natuurgericht7. Verbaal-linguïstisch8. Visueel-ruimtelijk

Les 1. 1. Interpersoonlijk: De leerlingen werken in duo`s met het voorbereiden van de pitch.

2. Intrapersoonlijk: n.v.t.

3. Lichamelijk-motorisch: n.v.t4. Logisch-mathematisch: Het leggen van verbindingen in de theorie5. Muzikaal-ritmisch: n.v.t ( Het gebruik van mijn stem op verschillende manieren)6.Natuurgericht: Er wordt verteld waar HACCP voor staat en waarom. Uiteindelijk is het om bacteriegroei te voorkomen.7. Verbaal-linguïstisch: Het presenteren van de pitch8. Visueel-ruimtelijk: Ondersteuning van foto`s en video`s in PowerPoint en woordenspin

Les 2.

1. Interpersoonlijk: De leerlingen werken samen in groepjes van 3 tijdens de memory 2. Intrapersoonlijk: Het invullen van de vragen op het vragenformulier3. Lichamelijk-motorisch: Bezig zijn met het memory spel

4. Logisch-mathematisch: Verbindingen in het memory spel5. Muzikaal-ritmisch: N.v.t ( Het gebruik van mijn stem op verschillende manieren)6.Natuurgericht: De hele les staat in het teken van microbiologie 7. Verbaal-linguïstisch: Individuele aansprakelijkheid tijdens het bespreken van vragenformulier 8. Visueel-ruimtelijk: Woordenspin, PowerPoint met foto`s en video`s en het memoryspel helpen hierbij.

Les 3.

1. Interpersoonlijk: De leerling werkt in duo’s met de opdracht maar ook in het onderwijs leergesprek.2. Intrapersoonlijk: n.v.t. 3. Lichamelijk-motorisch: het onderzoeken van de uitgedeelde apparatuur van de inspecteur4. Logisch-mathematisch: verbindingen leggen met hygiënische situaties naar de oorzaak en consequenties.5. Muzikaal-ritmisch: Ik probeer verschillende klankkleuren en volumes te gebruiken in mijn verhaal om te blijven boeien en hierbij gebruik ik de juiste non verbale uitdrukking6.Natuurgericht: Uitleg groei van bacteriën en laten zien van een kruisbesmetting maar ook ophoping van organisch vuil laten zien

30

7. Verbaal-linguïstisch: de combinatie van het onderwijsleergesprek met een bijbehorende ppt en de foto-opdracht is deze minimaal gebruikt. 8. Visueel-ruimtelijk: alhoewel ik d.m.v. foto’s de contextsteun wilde geven aan het verhaal denk ik dat deze niet 100% benut is.

7.0 De kleurrijke klasAl deze lessen zijn geschikt voor de kleurrijke klas. Hygiëne is een mondiaal onderwerp die zeer belangrijk is en de importantie ervan is niet moeilijk te begrijpen. Verschillende culturen brengen verschillende inzichten en interpretaties in wat hygiëne is en biedt een uitgelezen kans om begrip te kweken tussen deze culturen door deze in een onderwijsleergesprek te bespreken. De foto’s helpen de verbeelding en de taal betekenis te geven

31

aan het onderwerp. Door open vragen te stellen; wie, wat, waarom, wanneer en hoe, kun je een beroep doen op de taalvaardigheid in een begrijpelijk onderwerp zoals bij Hygiëne.

8.0 Lesverslag

Les 1 HACCP

32

De leerlingen komen binnen en gaan direct zitten. Ik vraag ze of ze de jassen uit willen doen, en ik begin met de les. Ik leg de bedoeling van de komende lessen uit. Daarna probeer ik de voorkennis te activeren d.m.v. een woordenspin. Ik krijg wel geteld 4 woorden bij de spin.

Ik begin nu met het theorie gedeelte over de HACCP. Met het oog op TVO laat ik zo nu en dan een leerling de tekst op een sheet voorlezen van de PPT.

Na de theorie leg ik uit wat een pitch is, de leerlingen moeten deze in duo`s voorbereiden. De pitch moet gaan over een samenvatting uit de hygiëne code.

Ik sluit de les af met een woordenspin, dit met het oog op Leren, leren. De laatste woordenspin is aangevuld met 8 woorden. De leerlingen hebben wat geleerd.

De les ging over het algemeen goed maar de tijdsplanning was wat minder. Ik was te snel door de stof heen, waardoor ik tijd over hield waar ik geen rekening mee had gehouden. Gelukkig greep mijn begeleidster in en konden de leerlingen nog even aan de slag met de pitch. Deze situatie is ook te zien in de vorm van een videofragment bij het hoofdstuk kijkwijzer.

Daarnaast was er nog het moment dat een leerling mij vroeg wat microbiologie is. Dit deed zich voor in de beginfase van de les. Ik ging er echter niet op in en dat is iets wat ik achter af jammer vind, want het was een mooi kans geweest om de voorkennis te activeren door een vraag uit de groep. Ook dit fragment is te zien bij het hoofdstuk kijkwijzer.

33

9.0 Uitslag enquête leerling

Na afloop van de lessen serie heb ik de leerlingen een enquête in laten vullen. Dit geeft een mooi beeld van hoe de leerlingen over mij denken als docent. De uitslagen heb ik verwerkt in grafieken.

Categorie 1 Categorie 2 Categorie 30

1

2

3

4

5

6

7

Verteld duidelijk en precies wat ik moet doenIs soms duidelijk soms nietis erg onduidelijk,meestal hoor ik het niet of ik snap het niet

Grafiek 1: Instructie over wat er moet gebeuren

Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3 Categorie 40

1

2

3

4

5

6

7

Uitleg is helder, kort en bondingIs soms duidelijk,soms nietVaak geen touw aan vast te knopen

Grafiek 2: Uitleg van nieuwe lesstof

34

Categorie 1 Categorie 2 Categorie 30

0.5

1

1.5

2

2.5

3

3.5

4

Je leert veel van deze docentGemiddeld Je leert vrijwel niets

Grafiek 3: Inhoud van de lessen

Categorie 1 Categorie 2 Categorie 30

1

2

3

4

5

6

Kan goed orde houdenSoms is het rommelig soms nietVaak is het in de les een puinhoop

Grafiek 4: Orde

35

Categorie 1 Categorie 2 Categorie 30

1

2

3

4

5

6

7

Houd je goed en op een plezierige manier aan het werkSoms moet je wel werken soms nietVaak hoef je niet te werken omdat de docent niet oplet of je werkt

Grafiek 5: Aanmoediging tijdens het werken

Categorie 1 Categorie 2 Categorie 30

1

2

3

4

5

6

7

8

Goede sfeer, je voelt je op je gemakSoms voel je je niet op je gemakEr hangt een nare sfeer

Grafiek 6: Sfeer in de klas

36

Categorie 1 Categorie 2 Categorie 30

0.5

1

1.5

2

2.5

3

3.5

4

Geeft gevarieerd les, vaak iets anders, vaak iets leuksDoet soms iets anders, of iets leuks, meestal zijn de lessen het zelfdeGeeft altijd op de zelfde saaie manier les

Grafiek 7: Afwisseling in de les

Categorie 1 Categorie 2 Categorie 30

0.5

1

1.5

2

2.5

3

3.5

4

4.5

5

Als de docent straf geeft is het terechtVrij streng, maar niet on-rechtvaardigStraft vaak onredelijk

Grafiek 8: Straf

37

Categorie 1 Categorie 2 Categorie 30

0.5

1

1.5

2

2.5

3

3.5

4

4.5

5

Ja graagMaakt niet uitLiever niet

Grafiek 9: Wil je deze docent volgend jaar weer hebben?

Aan de grafieken is te zien dat de meeste leerlingen wel positief zijn over mijn lessen. Het is erg leuk om dit te toetsen middels een enquête. Alleen de alle vragen waren meerkeuze. De volgende keer dat ik een enquête gebruik bij mijn leerlingen, wil ik er ook een kopje in hebben van: tip of compliment voor de docent.

Gezien naar de uitslagen van de grafieken, valt op dat de leerlingen vrijwel op 1 lijn zitten. Ik ben duidelijk, ze voelen zich op hun gemak bij me en vinden me streng maar rechtvaardig en als ik straf geef is het terecht in de leerlingen hun ogen. Alleen bij grafiek 3: uitleg van de nieuwe lesstof, zijn de meningen duidelijk verdeeld. De ene helft van de groep zegt dat ze wat bij me leren en de andere helft zegt gemiddeld.

38

10. Kijkwijzer

In deze kijkwijzer heb ik uit de opname van de eerste les 4 fragmenten gehaald. Ik laat twee sterke punten van de les zien en twee minder sterke punten. De filmpjes zijn gekoppeld aan mijn youtube account. Om de video fragmenten te bekijken, dient de koppeling gekopieerd te worden in uw internet Explorer.

Sterke Punten:

De les afsluiten met een woordenspin

http://youtu.be/cv6-RyETdqc

In dit fragment, laat ik zien dat het gebruik van de woordenspin in de laatste les fase een uitstekende manier is om te checken of de kennis is overgekomen. Ook laat je de leerlingen zien dat ze wat hebben geleerd. In dit fragment komen er 8 woorden bij de spin te staan, terwijl er bij de eerste woordenspin in les fase 1 maar 4 woorden stonden. Dit is een mooi voorbeeld van leren ,leren.

De leerling actief bij de les betrekken (TVO)

http://youtu.be/u1wN8bZ_sPU

In dit fragment, ben ik bezig met het theorie gedeelte over de HACCP. Ik spreek bij de nieuwe dia een leerling aan om voor te lezen wat er staat in de PowerPoint. Ik doe dit omdat in deze sheet een aantal moeilijke woorden zitten. Er stiekem van uitgaan dat wat ze lezen ook is wat ze onthouden, kun je niet doen. Zoals in het fragment te horen is, heeft de leerling best veel moeite met bepaalde woorden. Ik corrigeer de woorden die ze verkeerd uitspreekt en stel haar gerust, dat het geen probleem is dat ze het verkeerd uitspreekt.

Zwakke punten:

39

Het negeren van een goeie vraag

http://youtu.be/j8DBy89EnK8

Hier leg ik uit wat de bedoeling is van de komende lessen serie. Ik leg uit dat er een klasgenoot van mij komt, die bij de keuringsdienst van waren werkt en wat hij gaat doen in de gast les. Ik krijg de vraag wat microbiologie is, en ik kets de vraag af met : "dat zul je dan horen". Dit is mijn ogen erg dom van me zelf. Dit was natuurlijk een mooie manier om de voor kennis te activeren. Ook zal de leerling op deze manier niet snel weer een vraag stellen.

Het rommelig afsluiten van de les

http://youtu.be/6BQ1ub-OqKg

Hier is te zien, dat ik de les bijna af wil ronden omdat ik door de stof heen ben. Echter is dit te vroeg. Mijn stage begeleidster, grijpt daarom ook in. Het was het mooiste geweest dat de les een kop en een staart zou hebben die ik zelf in had gedeeld. Het begin van de les was goed, het midden was goed maar het einde van de les had anders gekund.

11. Evaluatie

Wat betreft de meningen van de leerlingen over mijn lessen, die zijn te vinden in de vorm van grafieken in het vorige hoofdstuk, deze heb ik zoals eerder aangegeven getoetst middels een enquête. Mijn stage begeleidster heeft ook een aantal punten genoemd die zei goed of minder goed vond. Ze is alleen aanwezig geweest in de eerste les. Dit is ook de enige les die gefilmd is, helaas. Maar aangezien mijn groep maar uit 10 leerlingen bestaat, waarvan 1 is gestopt en 1 langdurig ziek was, was het erg lastig om alles te laten filmen door een leerling want dan, was het bijna een privé les geworden. Dit is iets wat ik wil voorkomen, omdat ik vaker theorielessen wil gaan geven, sneller uit mijn comfortzone stappen.

Het geven van praktijklessen is mij wel bekent. Maar het geven van een theorieles voelt nog heel onnatuurlijk, omdat ik het niet gewend ben. Maar los van dit, gingen de theorie lessen wel erg goed voor mijn gevoel.

De feedback die ik van mijn stag begeleidster heb gekregen zijn de volgende:

Goed:

- Je geeft een duidelijke instructie over de bedoeling van de les- Je betrekt de leerlingen actief bij de les, d.m.v. individuele aansprakelijkheid - Wanneer de leerlingen in duo`s bezig zijn met het voorbereiden van de pitch, loop je duidelijk door de

groep en helpt waar dat nodig is.- Het afsluiten van de les met een woordenspin is erg leuk! Die ga ik ook gebruiken.

Minder goed:

- Zeggen wat je doet en doen wat je zegt, Je vraagt de leerlingen om de jassen uit te doen, maar je vraagt niet of ze de tassen van tafel willen halen. Je moet duidelijk zijn, tas van tafel en alleen een schrift met pen op tafel. De tassen zijn bij deze dames een barrière voor de telefoon.

- Het afsluiten van de les , zoals je zelf ook al aangaf had mooier gekund.

M. SwarteDocente / Coach Horeca

40

Restaurant NU

De volledige stage beoordeling is te vinden in de bscw map.

12. Nawoord

Het ontwikkelen van deze lessenserie heeft mij enorm veel geleerd op het gebied van didaktiek en diversiteit. Met name het lezen van het boek “Met open ogen” was erg interessant. Maar ook het toepassen van de sleutelbegrippen van Ebbens en de 5 dimensies van Marzano, was erg leerzaam.

Er is heel veel tijd in deze opdracht gaan zitten maar het eind resultaat mag er naar mijn mening zijn!

Liudger van der Meer

41

13. Literatuur lijst

Ebbens, S., Ettekoven, S. (2009). Effectief leren. Basisboek. Groningen: Noordhoff Uitgevers.

Marzano, R., Miedema, W. (2005). Leren in 5 dimensies. Moderne didactiek voor het voortgezet onderwijs. Assen: Koninklijke Van Gorcum BV.

Hajer, M., Meestringa, T. (2009). Handboek taalgericht vakonderwijs. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

Hajer, M., Hanson, M., Hijlkema, B., Riteco, A. (2011). Open ogen in de kleurrijke klas. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

42

14. Bijlagen

Originele Enquête formulieren ingevuld door de leerlingen.

43

44

45

46

47

48

49

50

Mijn leerlingen

51

Memory spel bij Les 2

52

PowerPoint Les HACCP

53

54

55

56

PowerPoint Les microbiologie

57

58

59

60

61

62