LESMAP - CC Beringen
Transcript of LESMAP - CC Beringen
LESMAP
Het Ongerijmde
Het Ongerijmde is in de eerste plaats een gezelschap van spelers. Spelers die er voor kiezen
aan de slag te gaan met materiaal uit het klassieke theaterrepertoire. Niet met de bedoeling om
door een ingewikkelde, intellectualistische analyse tot een vergezochte interpretatie te komen,
maar om via spel en scenografie een persoonlijke en hedendaagse visie neer te zetten.
Onze voorstellingen worden gespeeld in een kernachtige, gebalde taal, ontdaan van onnodige
franjes, waardoor de inhoud op een elegante en slimme manier in haar waarde wordt gelaten.
Via bewuste selectie van scènes, klemtonen en beelden, laat er zich een duidelijke
interpretatie voelen.
De wetmatigheden van o. a. komedies, tragedies, conversatiestukken etc. worden blootgelegd
via transparant acteren. De spelers wisselen van realistische inleving enerzijds naar het
doorprikken van de situatie anderzijds. Het bewust combineren van verschillende speelstijlen,
het optrekken en neerhalen van de vierde wand, het rechtstreeks aanspreken van het publiek,
spelen met de chronologie, knippen in scènes enz. houdt de toeschouwer alert en
nieuwsgierig.
Naast deze specifieke manier van spelen wordt er ook veel aandacht besteed aan het zoeken
naar theatrale beelden. Voor dit visuele aspect halen we onze inspiratie uit film, fotografie,
schilder- en beeldhouwkunst, etc. Abstractie van decor, geluids- en lichteffecten creëren een
specifieke sfeer en prikkelen de verbeelding van het publiek.
Als gezelschap trachten we theater te maken dat de diverse toeschouwer op verschillende
niveaus aanspreekt. Vertrekkende vanuit een heldere vertelling en steeds op zoek naar
culturele referenties streven we – van de eerste repetitie tot en met de laatste voorstelling –
naar toegankelijke theaterproducties die bij verschillende bevolkingscategorieën weerklank
vinden.
Le Médecin malgré lui.
Het verhaal:
Sganarelle, een simpele houtmarchand, zatlap en lamzak, troeft regelmatig zijn vrouw
Martine af. Terwijl Martine op zoek is naar de ultieme manier om zich te wreken, loopt ze
Valère en Lucas tegen het lijf. Beide mannen zijn door hun patron Géronte op pad gestuurd,
op zoek naar een soort van wonderdokter om diens dochter Lucinde te genezen van een plots
verlies van stem. Valère informeert bij Martine of zij zo iemand kent. Ze maakt hem wijs dat
haar man, Sganarelle een zeer bijzondere dokter is, die de meest uiteenlopende ziektes kan
genezen, op voorwaarde dat hij een flink pak slaag krijgt. Zo gezegd zo gedaan. Sganarelle
wordt stevig afgetroefd en wordt op die manier tegen zijn wil, in de rol van excentrieke dokter
gedwongen. Hij wordt tot bij Lucinde gebracht en verneemt dat zij haar ziekte veinst om zo
aan een geforceerd huwelijk te ontsnappen met de welgestelde Horace. Samen met Léandre,
de ware liefde van Lucinde, verzint Sganarelle een list, waardoor de twee jonge geliefden
kunnen vluchten om in ’t geheim te trouwen.
Hij wordt echter ontmaskerd en er wacht hem de
strop. Gelukkig komt Léandre net op tijd terug
met het nieuws dat hij zopas een enorme som
geld heeft geërfd, waardoor Géronte hem met
plezier de hand van zijn dochter schenkt.
Sganarelle wordt buiten vervolging gesteld.
Eind goed al goed!
De auteur: Molière (1622-1673)
Zijn leven:
Op 15 januari 1622 wordt Jean Baptiste Poquelin in Parijs
geboren als zoon van een welgestelde behanger-stoffeerder. Hij
groeit op in de buurt van de Parijse Halles en gaat naar school bij
de Jezuïeten in het Collège de Clermont.
Zijn grootvader langs moeders zijde neemt hem vaak mee naar het
Hôtel de Bourgogne waar de Grandes Comédiens tragedies
opvoeren en de Comédiens Italiens kluchten vertonen.
In 1641 voltooit hij zijn rechtsstudies in Orléans maar oefent het beroep van advocaat maar
enkele maanden uit.
In 1642 leert hij Madeleine Béjart , een actrice, kennen
en sticht samen met haar en nog acht anderen het
Illustre Théatre.
Vanaf 1 januari 1644 steekt het Illustre Théatre van
wal en noemt Jean Baptiste Poquelin zich voortaan
Molière.
Maar in 1645 gaat het theater failliet en belandt Molière
door toedoen van kaarsenhandelaar Antoine Faussier, in
de gevangenis, vanwege onbetaalde rekeningen (de
theaters werden in die tijd met kaarsen verlicht.)
Uiteindelijk worden de schulden door vader Poquelin betaald (Molière zal hem later alles
terugbetalen).
Kort daarop sluit Molière zich samen met Madeleine Béjart aan bij de toneelgroep van
Dufresne en zal met deze troep tot 1658 doorheen Frankrijk zwerven, net zoals een 14-tal
andere reizende gezelschappen.
In 1658 trekt de troep van Molière via Rouen naar Parijs. Op 24 oktober spelen ze in het
Louvre in aanwezigheid van Lodewijk XIV het stuk Nicodème van tijdgenoot CORNEILLE.
Nadien speelt hij Le docteur amoureux, een klucht die hij zelf schreef. De koning amuseert
zich kostelijk met het virtuoze spel van Molière. Monsieur, de broer van de koning, neemt het
gezelschap onder zijn bescherming. Vanaf dan installeert La troupe de Monsieur zich in het
Théatre de Petit-Bourbon
1660 Het Petit-Bourbon wordt gesloopt om het Louvre uit te breiden. De troep is drie
maanden werkloos. Tenslotte stelt Lodewijk XIV het zaaltje van het Palais Royal ter
beschikking.
In 1661 schrijft Molière zijn enige tragedie: Dom Garcie de Navarre ou le Prince jaloux. Het
wordt een mislukking.
In 1662 huwt hij op 40 jarige leeftijd de 17-jarige Armande
Béjart, hoogstwaarschijnlijk de dochter van Madeleine Béjart,
alhoewel de officiële documenten haar als zuster van
Madeleine bestempelen. Maar Armande zou het niet zo nauw
genomen hebben met de echtelijke trouw en Molière wordt als
hoorndrager afgeschilderd. Later zal hij ook van incest
beschuldigd worden: Armande Béjart zou volgens haar leeftijd
inderdaad een dochter kunnen geweest zijn van Molière en
zijn vroegere geliefde Madelène.
Op 19 januari 1664 krijgt Molière een zoon. Lodewijk XIV aanvaardt het peterschap maar het
kind blijft slechts enkele maanden leven. Dat zelfde jaar begint de hele zaak Tartuffe, een
komedie over schijnheilige devotie. Nog voor het stuk voltooid is tracht de Confrérie du
Saint-Sacrément het te doen verbieden.
1665: Tartuffe blijft verboden. Lodewijk XIV neemt de troep onder zijn persoonlijke
bescherming. Voortaan heet ze La troupe du Roi.
In 1666 wordt Molière ziek (tuberculose) en speelt hij niet gedurende verscheidene maanden.
Zijn jongste stuk: Le Misanthrope kent maar weinig succes tot het samen met Le Médecin
malgré lui op de affiche wordt geplaatst.
In 1668 scheidt Molière van Armande, die hij nu slechts op de scène ontmoet. Hij is opnieuw
ziek.
In 1669 wordt er eindelijk toelating verleend om Tartuffe te spelen. Het succes is
overweldigend.
In 1673 schrijft Molière: Le malade imaginaire .Nog steeds ziek, speelt hij de hoofdrol. Op
17 februari heeft hij een vreselijke hoestaanval op de scène. Hij houdt vol tot het einde . Na
afloop van de voorstelling wordt hij naar huis gebracht. Twee priesters weigeren hem bijstand
te verlenen. Hij sterft nog diezelfde dag. De pastoor weigert hem te begraven omdat hij zijn
(door de kerk als verderfelijk beschouwd) beroep van acteur niet had afgezworen. Armande
vraagt tevergeefs aan de bisschop om deze beslissing ongedaan te maken. Ze wendt zich
uiteindelijk tot de koning die persoonlijk tussenbeide komt. Op 21 februari wordt Molière in
het donker en zonder enige ceremonie, begraven op het kerkhof van Saint-Joseph.
De troep van Molière fusioneert met deze van het Théatre du Marais, ze spelen in de rue
Guénegaud.
In 1680 brengt Lodewijk XIV de troep van de rue Guénegaud met deze van het Hôtel de
Bourgogne tezamen. Zo ontstaat de Comédie Française.
Molière en het thema van de geneeskunde:
Dokters en geneeskunst zijn thema’s die al sinds de middeleeuwen opduiken in farces en
kluchten. Ook in de commedia dell’arte is de dokter een terugkerend personage.
Molière heeft zich hierdoor zeker laten inspireren. Tegelijkertijd was hij zelf erg
geïnteresseerd in geneeskunde. Enerzijds door het verlies van zijn enige zoon en zijn eigen
gezondheidsproblemen, anderzijds door de dood van de moeder van Lodewijk XIV in 1666,
die na verschillende pijnlijke medische experimenten toch sterft aan borstkanker. Zijn
wantrouwen is groot ten opzichte van de medische wereld. In een dertigtal van zijn stukken
worden dokters opgevoerd. Net als in Le Médecin malgré lui (1666) hekelt hij de charlatans
die alleen maar chique kleren dragen en dure woorden gebruiken. Waarschijnlijk refereert de
bijzondere interesse van Sganarelle voor de borsten van de min naar de dood van de koningin-
moeder dat zelfde jaar.
Bibliografie:
Le Médecin volant (1645)
La Jalousie du barbouillé (1650)
De doordraver (L'Étourdi ou les Contretemps, 1655)
Le Dépit amoureux (16 december 1656)
Le Docteur amoureux (1658)
De belachelijke "precieuses" (Les Précieuses ridicules, 18 november 1659)
Sganarelle ou le Cocu imaginaire (28 mei 1660)
Dom Garcie de Navarre ou le Prince jaloux (4 februari 1661)
L'École des maris (24 juni 1661)
Les Fâcheux (17 augustus 1661)
L'École des femmes, 26 december 1662
La Jalousie du Gros-René (15 april 1663, tekst verloren gegaan)
La Critique de l'école des femmes (1 juni 1663)
L'Impromptu de Versailles (14 oktober 1663)
Tegen wil en dank getrouwd (Le Mariage forcé, 29 januari 1664)
Gros-René, petit enfant (27 april 1664, tekst verloren gegaan)
La Princesse d'Élide (8 mei 1664)
Tartuffe of De huichelaar (Tartuffe ou l'Imposteur, 12 mei 1664)
Don Juan, of De stenen gast (Dom Juan ou le Festin de pierre, 15 februari 1665)
L'Amour médecin (15 september 1665)
De Mensenhater (Le Misanthrope ou l'Atrabilaire amoureux, 4 juni 1666)
Dokter tegen wil en dank (Le Médecin malgré lui, 6 augustus 1666)
Mélicerte (2 december 1666)
Pastorale comique (5 januari 1667)
Le Sicilien ou l'Amour peintre (14 februari 1667)
Amphitryon (13 januari 1668)
George Dandin ou le Mari confondu (18 juli 1668)
De vrek (L'Avare ou l'École du mensonge, 9 september 1668)
De heer van Pourceaugnac, Of een vrijage met hindernissen (Monsieur de
Pourceaugnac, 6 oktober 1669)
Les Amants magnifiques (4 februari 1670)
De parvenu (Le Bourgeois gentilhomme, 14 oktober 1670)
Psyché (17 januari 1671)
De schelmenstreken van Scapin (Les Fourberies de Scapin, 24 mei 1671)
Het huwelijk van Gravin van Escarbagnas (La Comtesse d'Escarbagnas, 2 december
1671)
Geleerde dames (Les Femmes savantes, 11 maart 1672)
De ingebeelde zieke (Le Malade imaginaire, 10 februari 1673)
Historische context:
Het politieke en geestelijke klimaat:
Het absolutisme en de gecentraliseerde Franse staat.
Onder het vorstelijk absolutisme wordt de
bestuursvorm verstaan, waarbij alle macht
geconcentreerd wordt in de persoon van de vorst,
die zich daarbij meestal op het zogenaamde droit
divin beroept. Volgens dit, uit de middeleeuwen
stammende Goddelijk recht, had de vorst zijn
wereldlijke macht rechtstreeks van God gekregen en
was hij daardoor aan geen enkele mens
verantwoording verschuldigd. In de geschiedenis
van Europa gold het vorstelijk absolutisme van de
16de
tot het einde van de 18de
eeuw (de Franse
revolutie), met Lodewijk XIV (1643-1715) als
absolute vorst bij uitstek. Onder zijn bewind, werd
de sterk gecentraliseerde politiek, die door zijn
voorgangers kardinaal Richelieu en Mazarin gevoerd werd, verder gezet. Van alle staten in
Europa bezat Frankrijk ten tijde van Molière, het grootste aaneengesloten grondgebied en het
grootste inwonersaantal en was het onbetwistbaar, hét toonaangevende land in Europa.
Het geestesleven.
Met het humanisme dévot kent Frankrijk tussen 1580 en 1660 een geweldige opleving van
religiositeit.
Hoofdpersoon van het Devote humanisme is François de Sales. Met zijn uitspraak:"L'homme
peut quelque-chose", verdedigt hij de menselijke vrije wil, die hij laat bestaan naast de
Goddelijke almacht.
Tegenover deze religieuze strekking stond het Jansenisme, genoemd naar de Leuvense
hoogleraar en bisschop van Ieper Cornelius Jansenius. Deze religieuze en politieke beweging
ontwikkelde zich, vooral in Frankrijk, als reactie tegen bepaalde ontwikkelingen in de
Katholieke Kerk en tegen het absolutisme van de vorsten. Het Jansenisme werd in het begin
van de 18e eeuw ook een politieke beweging in Frankrijk, die gesteund werd door het
parlement tegen de autoriteit van koning Lodewijk XIV (1643 - 1715). In die tijd was de
beweging succesvol in het rekruteren onder advocaten en de magistratuur.
Daarnaast maakten in de salons ook libertijnse denkrichtingen opgang. Rond 1608
verzamelde markiezin de Rambouillet te Parijs een aantal vooraanstaande edellieden, burgers
en kunstenaars in haar salon. In de tweede helft van de 17de
eeuw verschijnen in Parijs
belangrijke gelijkaardige salons. Hier bekleedden dames een centrale plaats: zij bepaalden de
sfeer en de thema’s van de bijeenkomsten.
Het Franse theater in de 17de
eeuw:
Het classicisme.
Deze stroming is in de 17de
eeuw in Frankrijk ontstaan. Ook het theater werd onder invloed
van het classicisme aan strakke regels onderworpen. In plaats van verplichting tot originaliteit
die de barok voorschreef, stelde het classicisme een eenvoudig en duidelijk regelsysteem in.
Het was niet langer de bedoeling de kijker te "verblinden" met allerlei ingrepen, de
classicisten wilden een diepgaandere boodschap overbrengen onder een eenvoudige vorm. De
vorm mocht hierbij niet verstorend werken, dus bedachten de classicisten een strak en
eenvoudig regelsysteem dat voor iedereen duidelijk was en waar alle werken aan dienden te
voldoen. Hoewel de classicistische auteurs een zo doorzichtig en eenvoudig mogelijke
schrijfstijl probeerden te hanteren, betekende dit niet dat de thematiek ook zo simpel mogelijk
diende te zijn. Integendeel: veelal was er sprake van een complexe thematiek, die door
eenvoudig taalgebruik snel begrijpbaar voor de lezer/toeschouwer gemaakt werd. Zo laten
classicistische personages zich vaak leven door hun passies en zitten zij gevangen in een
bepaald soort dwangmatig gedrag, dat door de schrijver op eenvoudige wijze beschreven
wordt. Een aantal goede voorbeelden vindt men terug in de satirische werken van Molière,
zoals: Tartuffe, L'École des femmes, Le Misanthrope, Le malade imaginaire en L'avare.
Een classicistisch theaterstuk diende aan drie belangrijke zaken te voldoen, de zogenaamde
3 eenheden:
de eenheid van actie: een (theater)stuk mocht slechts één enkele intrige omschrijven,
alles wat er in het stuk gebeurde moest te maken hebben met de ontwikkeling van één
en hetzelfde plot en de ontknoping daarvan.
de eenheid van tijd: alle actie beschreven in het stuk moesten zich binnen een
tijdsbestek van maximaal 24 uur afspelen.
de eenheid van plaats: het gehele stuk diende zich op een enkele plek af te spelen.
Deze eenheden moesten gerespecteerd te worden vanwege twee belangrijke redenen. In de
eerste plaats omdat dit ten goede kwam aan de gelijkenis met de werkelijkheid, en in de
tweede plaats om te vermijden dat de vorm zou afleiden van het verhaal.
Naast de drie eenheden dienden alle stukken aan het principe van bienséance, kuisheid, te
voldoen. Dat betekende dat gewelddadige of intieme scènes niet getoond mochten worden,
maar naverteld werden door een personage.
Le Médecin malgré lui is een klucht, waarin de strenge regels van het classicisme niet
gerespecteerd worden. In deze voorstelling refereert Molière naar de commedia dell’arte
waarin de naam van het hoofdpersonage Sganarelle duidelijk een verfransing is van de naam
van de twee archetypische knechten: Zanni of Zannerelli (in ’t verkleinwoord). Molière
besloot dit stuk op de affiche te zetten samen met Le Misanthrope, dat wel geschreven werd
volgens de regels van het classicisme maar dat maar matig succes kende.
De theaters.
In Parijs werden er tegen het einde van de 16de
eeuw en in de 17de
eeuw verscheidene
overdekte toneelzalen ingericht. Ofwel waren het tot theater omgebouwde zalen ofwel werden
ze speciaal voor het toneel gebouwd.
Het Petit Bourbon was aanvankelijk een balzaal, het Théatre du Marais was een voormalige
kaatsbaan, het Palais Royal had een toneelzaal met machinerieën. Zowel toneel- als
toeschouwerruimte hadden een helling. In de parterre waren houten zitplaatsen, wat in
vergelijking met andere toneelzalen een grote luxe was. Op het toneel zelf waren er ook
enkele zitplaatsen voor de edelen die de voorstelling van nabij wilden volgen, wat de
bewegingsvrijheid van de spelers erg beperkte en het declamatorisch karakter van het Franse
toneel accentueerde. Molière speelde met zijn troep van 1663 tot 1673 in dit theater.
Aanvankelijk was er plaats voor 600 toeschouwers maar later werd de zaal vergroot. De
voorstellingen werden aangekondigd door aanplakbrieven. Molière gebruikte hiervoor een
groene kleur, welke nog steeds de kleur is van de Comédie Française. En dikwijls trok de
troep met tromgeroffel stoetsgewijze door de straten van Parijs, naar het theater. De
voorstelling begon gewoonlijk om 16 of 17u, ook al was het aanvangsuur officieel om 14u
gesteld. Tijdens de voorstelling werd er door het publiek luidop commentaar gegeven
waardoor het in de zaal vaak heel rumoerig was.
Kwakzalver van het Ongerijmde.
De tekstbewerking:
Voor de vertaling/tekstbewerking van deze klucht werd er gekozen om het volkse, ritmische
karakter van de taal te vertalen naar Vlaamse korte zinnen die doorspekt worden met
rijmelarijen in het Frans:
JAQUELINE: Mon dieu!
LUCAS: Parbleu!
GERONTE: Monsieur! … U heeft haar aan ’t lachen gemaakt!
SGANARELLE: Tant mieux!
Ook werd er gezocht naar Vlaamse uitdrukkingen om het volkse karakter van Sganarelle en
zijn vrouw te duiden:
SGANARELLE: Subiet toek op uw bakkes!
MARTINE: Wijnzak!
SGANARELLE: Subiet ferm toek op uw bakkes!
MARTINE: Walgelijke vent!
SGANARELLE: Subiet ferm toek overal!
Verder is de oorspronkelijke structuur van de tekst onveranderd gebleven, in tegenstelling met
voorgaande bewerkingen van Het Ongerijmde werd hier niet geknipt of geplakt.
De enscenering:
Inhoud
In Le Médecin malgré lui hekelt Molière het blinde ontzag voor dokters, specialisten, etc. De
kleren maken de man, onkunde wordt gemaskeerd door het gebruik van moeilijke woorden.
Vandaag de dag is dat niet anders, in de politiek, op economisch vlak, in de culturele en de
medische sector draait het tegenwoordig vooral om P.R. en reclame: wie zichzelf, of zijn
product het beste verkocht krijgt, heeft het voor het zeggen. Alles draait om geld en macht.
Vaak worden geneesmiddelen voorgeschreven die vanuit de farmaceutische industrie
gepromoot worden. Bedrijven produceren totaal overbodige producten, vaak ten koste van ons
milieu, en hebben een gigantische reclamemachine nodig om de consument te overtuigen deze
te kopen. Welke politieke partij mag regeren, wie minister of burgemeester wordt, hangt vaak
af van verkiezingscampagnes, deelname aan populaire televisieprogramma’s, een nieuwe
look, enz.
Hoe lang gaat het nog duren voor wij wakker worden?
Kwakzalver is een duidelijke uitvergroting van dit thema, de vorm is speels en visueel maar
de onderliggende boodschap blijft razend actueel, zelfs hoogdringend, als je ziet hoe alles aan
’t mislopen is op ecologisch, politiek en economisch gebied.
Transparantie
Het stuk telt 11 personages, die door 4 acteurs gespeeld worden. Wisselingen van personage
worden aan de hand van kostuum duidelijk. Ook hier wordt er van het realisme afgeweken.
De transformatie van het ene naar het andere personage gebeurt vaak op de scène, in het zicht
van het publiek. Het personage van Lucinde, dat veinst dat ze ineens niet meer kan spreken
om te ontsnappen aan een huwelijk met een man die ze niet graag ziet, is in onze versie een
pop. De keuze om van dit personage een figuur te maken die gemanipuleerd wordt door haar
vader, Sganarelle en Leandre, maakt onze voorstelling inhoudelijk nog grimmiger. Haar tekst
wordt in onze enscenering door Léandre gezegd. Waar zij werkelijk voor staat als individu,
doet er hier niet toe. Het belangrijkste is dat de vader een rijke schoonzoon krijgt, de dokter
aanzien en geld en de minnaar zijn vrouw.
Net zoals in al onze vorige producties, houdt Het Ongerijmde eraan de zogenaamde
machinerie achter de schermen te tonen aan ’t publiek. In Kwakzalver gaan we daar nog een
stukje verder in. In deze productie wordt er op een ludieke manier zwart theater uit de kast
gehaald.
Dit is een theatervorm waarbij in een zwarte ruimte, poppen of objecten
in een smalle lichtbaan worden bewogen. Om ervoor te zorgen dat
alléén de figuren of objecten in de lichtval zichtbaar worden, zijn de
bespelers van top tot teen (inclusief het hoofd) in zwarte kledij gehuld.
Illustratie uit: Schwarzes Theater.
Auteur: Ralph Kersten.
Impressum: Puppen & Masken, Frankfurt/M. (1990).
Stamboeknummer: 72.661.
Decor
Voor de enscenering van Kwakzalver, hebben we er deze keer voor gekozen om zonder decor
te werken. Lichtveranderingen geven aan wanneer er een volgende scène begint. In ons
concept, waar we er voor gekozen hebben abstractie te maken van de verschillende locaties,
wordt er nergens een concreet beeld gegeven van waar de scène zich precies afspeelt. Door
deze keuze wordt de focus gelegd op het inhoudelijke van de voorstelling.
SPELERS
Kadér Gürbüz werd geboren op 29 juli
1969. Ze studeerde af aan het
Conservatorium Gent en al snel kwam haar
eerste opdracht bij het BALLET VAN
VLAANDEREN, “Je Anne (Anne Franc)
waar ze de hoofdrol op zich nam. Verder
was ze nog te zien bij o.a. ARCA,
“Hysteria”, bij de KNS speelde ze mee in
“Equus” en “Trojaanse vrouwen”, “Sneeuw”
in het JEUGDTHEATER, “God van de
Slachting” in het RAAMTHEATER,
“Beestig” (Fat Men In Skirts) van Nicky Silver in DE KOMEET, “Julius”, “Tsjechov In
Love” en “Hippoliet”van HET ONGERIJMDE. Ook voor de televisie speelde ze mee in
W817, Aspe, Witse, Flikken, F.C. De Kampioenen, Thuis, Jes, De Vijfhoek e.a. Ze
presenteerde “Huis Zoekt Date” en ook bij Life TV was ze de gastvrouw die het huis Life
Style programma aan elkaar praatte.
Jenne Decleir voltooide zijn toneelopleiding
in ’99 bij Studio Herman Teirlinck. Als
eindproject speelde hij mee in “Raving Not
Drowning”, een samenwerking tussen HET
TONEELHUIS en Studio. Hij speelde in
verschillende theaterproducties, oa.
“Weeskinderen” van T ECHT ANTWERPS
THEATER, “De Vinger En De Mond” van
FROE FROE, “Schipper Mag Ik Overvaren”
bij DE MAAN, “Norway Today bij HET
GEVOLG en ook in de eerste productie van HET ONGERIJMDE “Julius” en later in
“Tsjehov In Love” en “Hippoliet”. Voor de camera was hij te zien in oa. W818, Dief,
Antonia, De Verlossing, De Kavijacks, Waiting For Dublin, Sextet, Dennis P, De Amazones,
Rwina en Click ID en De Vijfhoek.
Machteld Timmermans werd geboren op 27 oktober
1970 te Hasselt. Ze studeerde sociologie aan de K. U.
Leuven maar na twee kandidatuurjaren ging ze naar
Brussel om daar een toneelopleiding te volgen aan het
Koninklijk Conservatorium. In 1996 behaalde ze haar
diploma “meester in de dramatische kunst” en werd
datzelfde jaar geëngageerd door het
repertoiregezelschap Ensemble Leporello. Buiten deze
toneelgroep speelt/speelde ze o.a. bij Bronks,
Toneelgroep Ceremonia, Muziektheater Tirasilla, Het
Ongerijmde e.a. Ze gaf les aan de stedelijke academie van Zaventem en regisseerde bij zowel
beroeps- als amateur-gezelschappen. Vanaf 1996 vertolkte ze rollen in verschillende
televisieproducties. Ze was te zien in: Dokters (VTM), Wittekerke (VTM), Thuis (VRT),
W817 (Ketnet), 16+ (VRT), Kinderen van Dewindt (VRT), FC. De Kampioenen, De
Elfenheuvel (Ketnet), De Ridder (VRT) e. a.
Danny Timmermans is bij toeval terecht gekomen in de
klas van “Meester, hij begint weer!” en maakte daar zijn
TV debuut. Ook bij toeval is hij bij het amateur-theater in
Mechelen zijn eerste stappen op de planken gaan zetten.
Hij speelde mee in een vijftal produkties bij
figurentheater “DE MAAN” waar ook zijn regie debuut
tot stand kwam, “De jongen Van Zee” van Ignace
Cornelis. Verder was hij mede-oprichter en acteur bij het
gezelschap “DE KOMEET” waar hij meespeelde in oa.:
“Popcorn” van Ben Elton en “Beestig” van Nicky Silver.
Ook was hij enkele jaren actief bij het gezelschap “ENSEMBLE LEPORELLO”, waar hij
meespeelde in “Britannis”, “Bekket”, “Fool For Love” en “Beestenbende”. Voor HET
ONGERIJMDE is dit, na Julius, Tjsechov In Love, Emmeken en Hippoliet zijn vijfde
produktie. Voor de televisie is hij voornamelijk bekend als Robin uit “Buiten De Zone” of als
‘Tom’ uit “W817”. Hij speelde ook mee in oa. Smos (Ketnet), en Flikken (één).
BRONMATERIAAL:
LECTUUR:
MOLIERE, Le Médecin malgré lui, Etonnants Classiques, GF Flammarion, 1999
Ph. HARDNOLL, Geschiedenis van het Theater, Int. Th. Bookshop, Amsterdam, 1987
T. BROUWERS, Geschiedenis van de dramatische kunst, 1993
FILMS:
L’Avare, Louis De Funes
Kill Bill, Quentin Tarantino
The Pink Panther, Peter Sellers
INTERNET:
Wikipedia
You Tube