Les_bloembollen

Format lesbeschrijvingsformulier Les. Bloembollen planten _________________________________________________________________________________

Pabo Hogeschool Zuyd – Heerlen / Maastricht

Format lesbeschrijvingsformulier Algemene gegevens:

naam student:

groep(en):

studiejaar:

naam mentor:

titel lesactiviteit: Bloembollen

naam schoolopleider:

datum / tijd onderwijsactiviteit

naam school:

Reflectie vooraf:

Verantwoording / intentie van de onderwijsactiviteit: - wat is het belang voor de kinderen om dit te leren?

Het is belangrijk voor de kinderen dat ze een eigen verantwoordelijk krijgen in de klas. Dat is dan het plantje verzorgen. Het is goed voor hun zelfvertrouwen en voor hun sociale vaardigheden (verantwoordelijkheid). Met deze activiteit krijgen ze inzicht in het groeien en bloeien van bloemen. Door dit inzicht zullen ze zelf hun plantje kunnen verzorgen.

Lesdoelen die de kinderen verwerven: - wat moeten de kinderen weten / kunnen / vinden? – hoe controleer je dat op het einde van de onderwijsactiviteit?

De kinderen van groep 4/5 Jan Baptist kunnen na deze les een plantje potten op de juiste manier. De kinderen van groep 4/5 Jan Baptist kunnen na deze les een plantje verzorgen. De kinderen van groep 4/5 Jan Baptist weten na deze les hoe een plantje kan groeien. Voor doelen beeldende vorming zie bijsluiter BEVO

De beginsituatie van de kinderen / de groep: - wat weet ik over de kinderen en de leerstof?

11 leerlingen Groep 4/5 – 9/10 jaar oud ZMLK school. De leerlingen hebben een cognitief niveau van 3 t/m 6 jarigen. De leerlingen hebben zeer veel structuur en herhaling nodig. De leerlingen hebben vorige week al een les gehad over bloembollen.

Eigen beginsituatie / persoonlijke leerdoelen - wat wil ik zelf leren tijdens deze onderwijsactiviteit? – wat zijn de verbeterpunten uit vorige lessen?

- Ik pas mijn opdrachten en woordgebruik aan, aan het niveau van de kinderen tijdens het geven van mijn lessen.



Didactische route:

De didactische route van de lesactiviteit (in steekwoorden): Kies uit: opnemen – bewerken – openen – delen – ervaren – doen – maken – verwerken – reflecteren – integreren

Tijd Haltes

Inhoud van het onderwijs Leerstof

Persoon van het kind Leerling

Werkelijkheid van het kind Leef- en belevingswereld

2 minuten. 10 minuten 5 minuten 10 minuten 5 minuten

Doel bespreken. We gaan vandaag bloembollen planten. Wat hebben we vorige keer gedaan? Inleiding Een spannend verhaal rondom bloembollen. De bloembollen zitten in een tas door elkaar. Afsluiting Kinderen bespreken de groei van hun plantje. Waar is hun plantje nu? Een bolletje. Elke week kijken we bewust hoe het plantje groeit.

Kern 1. Kinderen krijgen 2 bloembollen. 1 bloembol is om uit elkaar te halen. Hoe ziet zo’n bloembol er nou uit? Lijkt op een ui. De 2e bloembol is om te planten. Dat is voor kern 2. Kern 2. Kinderen gaan hun bloembol planten. Zand zit al in hun potje. Herhalen van het verzorgen van een plantje. 2 keer per week wat water.

Concrete uitwerking van bordschema / opstelling lokaal e.d.

Kinderen zitten tijdens de inleiding in de kring. Tijdens kern 1 en kern 2 gaan de kinderen op hun plek zitten om het plantje te planten en het bolletje te onderzoeken. Als laatste draaien de kinderen om naar het bord. Daar hangen grote platen over een bloem die gaat groeien. - voeg indien nodig een extra bijlage toe



Inhoudelijke planning en organisatie van de les:

Concrete (inhoudelijke) uitwerking van de onderwijsactiviteit / inrichting van de leeromgeving Hoe ga je de les organiseren: welke vakinhouden, welke spel- en / of leeractiviteiten, welke werkvormen / materialen?

Doel bespreken. We gaan vandaag bloembollen planten. Wat hebben we vorige keer gedaan? Inleiding Een spannend verhaal rondom bloembollen. De bloembollen zitten in een tas door elkaar. “Luister, er is nog een kindje die bloembolletjes wilde planten en dat kindje heette Hannah. Maar Hannah mocht dat helemaal niet van mama. Mama zei tegen Hannah: “ nee, dat ga je niet doen. Want dan maak je alles vies” Hannah was zo boos dat ze stiekem elke week haar spaarcentjes opzij zette om te sparen voor haar bloembolletjes. En na 10 daagjes slapen was het zo ver! Hannah had genoeg centjes om bloembolletje te halen. Stiekem fietste ze snel naar het winkelcentrum om haar bloembolletjes te betalen. En een tijdje later fietste Hannah trots met haar bloembolletjes naar huis. Ze had allerlei bloembolletjes gekocht, waar allerlei verschillende bloemetjes uitkomen. Roze, paarse, gele, witte, allemaal kleurtjes. Nu durft Hannah ze helemaal niet in de grond te stoppen. Ze was heel erg bang dat mama boos op haar wordt. Ze is 2 nachtjes slapen geleden naar mij toegekomen en heeft gevraagd aan mij of de klas ons kon helpen. Hannah wilt namelijk dat wij haar bloembolletjes gaan planten en laten groeien.” “Kijk en in deze tas zitten allerlei bloembolletjes bij elkaar en door elkaar. Jullie kiezen elk 2 bloembolletjes uit. Maar jullie moeten heel voorzichtig zijn. Als het bolletje kapot gaat kan het bloemetje niet groeien. Het andere bolletje gaan we uit elkaar halen.” Kern 1. Kinderen krijgen 2 bloembollen. 1 bloembol is om uit elkaar te halen. Hoe ziet zo’n bloembol er nou uit? Lijkt op een ui. De 2e bloembol is om te planten. Dat is voor kern 2. “Pak 1 bloembolletje. Die gaan we uit elkaar halen. Pulk het maar open. Hoe ziet het er uit? Welke kleur heeft het? Lijkt het een beetje op een ui? Ruik er eens aan. Hoe ruikt het? Ruikt het naar aarde? Durft er iemand ook aan te proeven? Hoe smaakt het?” Kern 2. Kinderen gaan hun bloembol planten. Zand zit al in hun potje. Herhalen van het verzorgen van een plantje. 2 keer per week wat water. “Jullie hebben nu het andere bloembolletje over. Die gaan we nu planten. Wat is planten? Hoe diep zou die moeten? Maak maar eerst een gaatje met je vinger in het zand. Daarna doen we voorzichtig het bloembolletje er in. Hoe moet het bolletje er in? Goed, met de worteltjes naar beneden. Wat zijn worteltjes? We gaan het bolletje niet helemaal ingraven. Anders duurt het heel lang om naar boven te komen!” Afsluiting Kinderen bespreken de groei van hun plantje. Waar is hun plantje nu? Een bolletje. Elke week kijken we bewust hoe het plantje groeit. Kijk maar naar de plaatjes. Dan kunnen we elke week bijhouden hoe het plantje gaat groeien!

- Vermeld handelingscomponent / spelcomponent (indien van toepassing) bij een onderwijsactiviteit voor het jonge kind Het planten van het bolletje en het verzorgen van het bloemetje!

Les_bloembollen

Documents

Transcript of Les_bloembollen