LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar...

98

Transcript of LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar...

Page 1: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van
Page 2: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

1

Inleiding

Leer- en ervaarstages onderwijs-arbeidsmarkt voor mentoren van bedrijven en

leerkrachten organiseren. Hun expertise en ervaring waarderen, naar boven halen en

versterken. Daaruit handvaten voor duaal leren halen. Dat was de basis van het LES-

project. Ook leerlingen uit diverse onderwijsvormen wilden we kort na een

leermoment op de bedrijfsvloer bevragen en laten nadenken over elementen die

voor hen bijdroegen tot leren. Op die manier wilden we tot handvaten voor een

geïntegreerde kwaliteitsvolle begeleiding van leerlingen op bedrijfsvloer en school

komen. Dit in het kader van de doorstroom uit het studiegebied bouw naar de

arbeidsmarkt in de provincie Limburg.

De expertise die binnen het Steunpunt Onderwijs opgebouwd was in andere

projecten (Architect van je eigen succesvolle loopbaan, Leerloopbanen van de

toekomst en Uniform) versterkten dit pilootproject. De Limburgse hogescholen

waren door hun kennis van en betrokkenheid bij deze andere projecten het best

geplaatst om de praktijkvoorbeelden van de deelnemers theoretisch te kaderen en

wetenschappelijk te onderbouwen. De Confederatie Bouw Limburg was de ideale

partner in dit project, aangezien de bouwsector in Limburg een prioritaire

arbeidssector is met groeipotentie en de mogelijkheid biedt tot doorstroom van

jongeren uit diverse nijverheidsrichtingen. De werkwijze en de ervaringen die we

daarbij opdeden vormen een blauwdruk voor andere sectoren en regio’s. Op deze

basis maakte het departement Onderwijs dit project mogelijk met haar financiële

steun.

In dit rapport geven we u graag een concreter beeld van opzet en verloop van dit

project. We staan stil bij enkele aanbevelingen voor gelijkaardige toepassingen. De

kennis, ervaring en het engagement van de deelnemers waren essentieel voor het

welslagen van dit project. De praktijkvoorbeelden die ze aanbrachten vormen de

basis voor het rapport. Het theoretische kader dat experten van de Limburgse

hogescholen eronder bouwden heeft vooral als doel inzicht te geven in waarom een

bepaald praktijkvoorbeeld werkt. Daarom wordt in twee hoofdstukken naar de

praktijkvoorbeelden gekeken vanuit twee verschillende, maar bij elkaar aanleunende

invalshoeken.

Naast het vergaren van kennis, toepassingsmogelijkheden en meer inzicht is ook

het beschikbaar maken ervan belangrijk. De deelnemers aan het project en héél wat

potentiële gebruikers van resultaten zijn doeners. Zij verkiezen soms concrete,

kernachtige handvaten boven langere teksten. Daarom kozen we voor een

bijzondere bijkomende vorm van rapportage. De deelnemers aan de carrousels en

het slotcafé ontvangen LES-fiches in een duurzame en makkelijk raadpleegbare

houder. Elke fiche bestaat uit een aansprekende kernzin en een kort

praktijkvoorbeeld. Wie behoefte heeft aan meer informatie en kader kan dat vinden

in het digitale rapport dat nu voor u ligt. Dit wordt op een USB-stick bij de houder

gevoegd.

Page 3: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

2

Inhoud

Projectverloop, -evaluatie en -aanbevelingen

Praktijkvoorbeelden gekaderd vanuit de zelfdeterminatietheorie en fixed en growth

mindset

Praktijkvoorbeelden gekaderd vanuit ‘high impact learning that lasts’

Bijlagen

1. Projectomschrijving

2. Praktijkvoorbeelden uit carrousels (ruwe versie)

3. Twee voorbeelden van een uitgebreide samenwerking tussen bedrijf en

school

4. Deelnemende bedrijven, scholen en experten

Page 4: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

3

Projectverloop, -evaluatie en -aanbevelingen

Bekendmaking & werving

Gekaderd in het partnerschap van Steunpunt Onderwijs Provincie Limburg en

Confederatie Bouw Limburg werd de doelgroep afgebakend tot de opleidingen

opgesomd in de regionale folder ‘Building Heroes’ voor Limburg. Alle Limburgse

scholen met een aanbod tso, bso, buso of leren en werken (CLW en Leertijd) in de

richtingen bouw, hout, centrale verwarming & sanitaire installaties en schilderwerk &

decoratie werden in mei 2016 aangeschreven. Vervolgens werden ze gebeld om het

project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun

specifieke onderwijsvorm in het kader van leren op school en bedrijfsvloer rekenen

we de Centra voor Leren en Werken even als aparte scholen. Zo bekeken maakten 45

scholen deel uit van onze doelgroep. Daarvan toonden er 26 verdere interesse na de

brief en het telefonisch contact. Daarbij 8 van de 11 buso-scholen, 12 van de 27

scholen voltijds en 6 van de 7 CLW’s. Deze werden in juni 2016 bezocht om meer

concreet in te gaan op doelstellingen, verloop en engagement. Er werd gevraagd dat

waar mogelijk de leerkrachten uit de betrokken richtingen aanwezig waren bij het

gesprek. In de meeste gevallen waren enkel directie en/of coördinatoren de

gesprekspartners. De grote meerderheid van de bezochte scholen stond open voor

deelname, maar legden de beslissing bij de leerkrachten. Scholen die zich

engageerden (14) werd gevraagd om bedrijven waar ze al mee samenwerkten aan te

spreken. Zo kon de carrousel gebeuren binnen een bestaande samenwerking tussen

een school en bedrijf. De voornaamste redenen om niet deel te nemen waren: de

vrees dat de kleine zelfstandigen waar de meeste leerlingen stage liepen zich

onvoldoende zouden kunnen vrijmaken voor dit engagement, en al te veel andere

geplande projecten voor schooljaar 2016-2017.

Slechts enkele scholen brachten ook effectief een bedrijf aan. Via de Confederatie

Bouw werden bijkomende bedrijven gericht gecontacteerd naargelang het aantal

deelnemende leerkrachten en de opleidingen van waaruit ze kwamen. Tijdens een

overleg van hr-medewerkers (september 2016) werd het project eveneens toegelicht.

Indien bedrijven interesse hadden, werden ook zij gecontacteerd en bezocht om het

project toe te lichten. Uiteindelijk engageerden 15 bedrijven zich.

Het project en de gelegenheid tot deelname werden ook voorgesteld op het ROP

(regionaal overlegplatform) op 1 juli.

De carrousels, voorbereiding, verloop en verwerking

In overleg met de dienst Sociale Inspectie werd een deelnameattest aangemaakt om

te vermijden dat leerkrachten tijdens een carrousel bij een bedrijf beschouwd

zouden worden als overtreders van de arbeids- of sociale wetgeving.

Page 5: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

4

Een werkgroep had vanuit het projectopzet als doel een kijkwijzer te maken die de

deelnemers zou helpen om tijdens de carrousels gericht te kijken naar de

leerkansen. Daarnaast moest een LES-fiche gecreëerd worden waarop deelnemers

praktijkvoorbeelden noteerden en daarbij een eerste reflectie maakten over de vraag

‘Waarom werkt dit?’. In overleg met de stuurgroep werd gekozen om het

theoretische en administratieve aspect zo licht mogelijk te maken voor de

deelnemers.

In LES-café 1 werden het projectopzet en verloop toegelicht aan de deelnemers. Ze

maakten kennis met elkaar in 5 LES-teams (van elk ongeveer 9 personen). In elk LES-

team werd aan de hand van gerichte vragen stilgestaan bij de focus leerkansen van

jongeren. Enkele medewerkers van Steunpunt Onderwijs waren als coach aanwezig

om die gesprekken te ondersteunen. Zo werd de kijkwijzer aangebracht. Via een

sjabloon werd gevraagd om in de mate van het mogelijke ook al concrete afspraken

te maken om bij elkaar mee te draaien.

In de periode oktober 2016 tot januari 2017 vonden de carrousels plaats. Tijdens

hun carrousel keken de begeleiders op school- en werkvloer met de bril leerkansen

voor jongeren’ naar elkaars praktijk en context. Via algemene en persoonlijke mails

en telefonische contacten werd het maken van de nodige afspraken gestimuleerd.

De deelnemers werden herinnerd aan de focus die we in LES-café 1 bespraken door

een mail kort voor hun effectieve carrousel. Daarbij ontvingen ze ook het

deelnameattest. Vlak na de carrousel kwamen die ‘bril’ en een aanzet tot reflectie

terug in een online bevraging die de deelnemer gemaild kreeg. Daarop volgde een

telefonisch contact van de deelnemer met de projectcoördinator. Deze noteerde de

praktijkvoorbeelden. Zo werd invulling gegeven aan de LES-fiche zonder de

deelnemer met ‘papierwerk’ op te zadelen.

De jongeren zelf gaven hun mening in groepsdiscussies kort na een periode waarin

ze het leren op school en bedrijf combineerden.

Uitstel wegens ziekte of drukte in het bedrijf of de school leidde ertoe dat een aantal

carrousels (nog) niet doorgingen. Uiteindelijk leverden de bevraging van 29

leerlingen samen met 32 carrousels van bedrijfsmentoren of leerkrachten 350

praktijkvoorbeelden op. Daarbij weliswaar héél wat overlapping. Het gaat j om

ongefilterde info die de deelnemers telefonisch doorgaven, opgesplitst per

praktijkvoorbeeld. Daarnaast waren er natuurlijk positieve effecten zoals de

verrijking van de kennis van de deelnemers, betere onderlinge relaties en enkele

samenwerkingsinitiatieven.

De werkgroep kwam opnieuw samen om de carrousels en bijbehorende resultaten te

evalueren, en LES-café 2 voor te bereiden. Aangezien héél wat deelnemers laat

thuiskomen van hun werk, of ’s morgens vroeg weg moeten, werden zowel LES-café

1 als Les-café 2 beperkt in tijd tot twee à tweeënhalf uur.

Tijdens LES-café 2 werd ingezet op uitwisseling, reflectie/theoretisch kader en

verdieping/uitwerking. Omdat de ervaringen tijdens de carrousel de basis vormden,

werden enkel de deelnemers uitgenodigd die effectief een carrousel deden. Zij

Page 6: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

5

werden versterkt door medewerkers uit diverse onderwijsgerelateerde organisaties

die hun eigen expertise met het leren van jongeren op school en bedrijf inbrachten:

een CLB-medewerkster die een deelnemend centrum voor leren en werken

begeleidde

een (ex-)trajectbegeleidster van SYNTRA

een begeleidster van IBAL die jongeren uit Centra voor Leren en Werken

begeleidt op hun weg naar tewerkstelling

een medewerker van een project dat vastgelopen buso-jongeren via

werkervaringsstages een nieuwe kans geeft

een begeleider van een project ervaringsleren in bedrijven vanuit

jongerenwelzijn

Iedereen ging aan de slag in drie groepjes die elk met drie verschillende ‘cafés’

kennismaakten. Daar kregen ze telkens gedurende tien minuten een ander

theoretisch kader aangereikt door een medewerker van de Limburgse hogescholen.

Dit om meer inzicht te krijgen in ‘wat werkt waarom’. Het doel was om daarna in

duo’s praktijkvoorbeelden uit te wisselen, er één uit te kiezen, en dat uit te werken

tot een plan om ermee aan de slag te gaan in de eigen context.

De evaluatie van dit café door de deelnemers was positief. Als suggestie tot

verbetering kwam vooral een sterke nood aan meer gelegenheid tot uitwisseling

naar voren. De beoordeling van het geboden theoretisch kader was gevarieerd.

Vooral inspirerende inzichten die verbonden werden met de praktijkvoorbeelden

werden gewaardeerd, meer dan het doceren van een theorie.

Op basis van de carrousels en dit LES-café werd een ontwerprapport gemaakt dat

werd voorgelegd aan een resonantiegroep. Deze bestaat uit experten uit het

onderwijs, de bedrijfswereld en de economie, en jongeren in armoede en sociale

uitsluiting.

De definitieve versie van het rapport wordt op het Slotcafé gepresenteerd aan

geïnteresseerden uit de bedrijfswereld, het onderwijs en flankerende organisaties.

Tijdens dit café kunnen de geïnteresseerden inspiratie en informatie vinden, maar

ook concrete werkvormen ontdekken waarmee ze het leren van jongeren op de

bedrijfs- en schoolvloer kunnen versterken.

Aanbevelingen

Natuurlijk liep niet alles van een leien dakje. Hierbij geven we alvast enkele

aanbevelingen mee voor gelijkaardige initiatieven in de toekomst.

Héél wat scholen gaven als knelpunt om deel te nemen aan dat de stageplaatsen van

de jongeren dikwijls kleine zelfstandigen waren. Voor deze mensen zou de

deelname aan dergelijk project te moeilijk te combineren zijn met het werk voor hun

eigen zaak. Door bekendheid en goede contacten van grotere bedrijven met de

Page 7: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

6

Confederatie Bouw Limburg investeerden deze wel in deelname aan het project. Dat

gaf extra gelegenheid tot carrousels, maar die kwamen niet altijd tot stand. Daarom

lijkt het zinvol om het gezamenlijke engagement tot deelname van een school met

een bedrijf vooraf sterker te maken, mogelijk door een onderlinge overeenkomst.

De promotoren kunnen hun rol in dit proces spelen door scholen en bedrijven met

elkaar in contact te brengen (databanken van wie interesse heeft om aan het project

deel te nemen).

Het moment om ervaringen uit te wisselen, te kaderen en erover te reflecteren kan

het best korter op de carrousel aansluiten. Er werd in het projectopzet gekozen voor

een langere periode om de carrousels te doen, zodat iedereen daartoe voldoende

gelegenheid had. Daardoor was het voor sommige deelnemers aan LES-café 2 echter

meer dan vier maanden geleden dat ze ergens meedraaiden. Een kortere periode

voor de carrousels lijkt daarom aangewezen. Mogelijk onderdrukt dat ook de

neiging om de concrete afspraak om met elkaar mee te draaien uit te stellen.

De nood aan uitwisseling was erg groot. LES-café 2 volstond dan ook niet om zowel

uitwisseling, theoretisch kader en reflectie als concrete uitwerking van de

voorbeelden tot een goed einde te brengen. De gelegenheid om nog samen te

komen na LES-café 2 werd geboden. Dat kende weinig succes. Het lijkt beter om bij

de start van het project meer momenten of tijd in te plannen als men alle

hogergenoemde aspecten aan bod wil laten komen.

Bij de bezoeken aan de scholen kwamen diverse andere noden naar voren. Deze

worden na afsluiting van dit project samen met een volledige evaluatie bezorgd aan

het departement Onderwijs via een projectverslag.

Page 8: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

7

Hoofdstuk 1 LES-RAPPORT: ‘brillen’ ZDT en

growth en fixed mindset

Kristof Das, expertisecel Education for All, UCLL

Leerlingen geven duidelijk aan dat ze sterk gebaat zijn met een realistische

leeromgeving waar hun werk een blijvend karakter heeft. Deze hoge zinvolheid

scherpt de motivatie aan tot een hoger niveau dan gemiddeld.

Fouten maken is essentieel wanneer we echt willen leren. Het verschil

tussen de schoolse context en de werkvloer werd door jongeren,

werknemers en leerkrachten treffend benoemd en verbonden met

motivatie.

“Op een bouwwerf leer je meer dan in de school omdat de

realiteit dikwijls niet overeenkomt met de theorie. Je kunt dus

niet zomaar toepassen wat je geleerd hebt, maar moet je

werkwijze aanpassen aan de realiteit en (samen) oplossingen

zoeken.”

“Door de goede

uitleg van een

werknemer, die me

ook alles toonde (op

een bestaand

groendak) wist ik

goed wat ik moest

doen, wat men

verwachtte. Ik mocht

dit nadien zelfstandig

doen, en leerde zo

héél veel op korte

tijd.”

“Ik ben meer gemotiveerd om het goed te doen, omdat

mijn werk daar ‘voor echt’ is, het blijft staan. Op school

moet alles weer afgebroken worden.”

“In de realiteit op de werf is er meer afwisseling, doe ik

andere dingen dan op school, en is het resultaat

blijvend.”

De leerling krijgt het best de boodschap

dat fouten maken geen ramp is, maar hij

moet ze wel melden en eruit leren.

“We mochten

fouten maken.

Het is belangrijk

dat we dan

uitleg krijgen

over hoe het

beter moet.

Daaruit leren we

het meest. Om

te vermijden dat

onze fouten te

veel tijd en geld

kosten om ze

recht te zetten,

is het zinvol dat

een andere

werknemer in de

buurt is en het

ziet als we de

fout maken.”

“Het helpt niet zoveel als men boos wordt wanneer we een fout maken,

integendeel.”

Leg jongeren uit waarom ze het moeten melden als

ze fouten maken. Vraag eerst of ze zelf vinden dat

dat moet gebeuren. Leg daarna uit waarom je dat

beter wel kunt doen. Kader dit gedrag, bijvoorbeeld:

“Zo toon je dat je verantwoordelijkheid neemt, dat is

positief.” Leer hen oplossingsgericht te denken. Stop

hier veel tijd in.

Page 9: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

8

Theoretische onderbouwing LES

1. Verantwoording kaders

Als basismodel om de uitspraken van de deelnemers (leerkrachten, werknemers

bouw en leerlingen) aan de LES-carrousels te interpreteren en te verklaren, hanteren

we twee basiskaders die rechtstreeks verbonden zijn aan de motivatiepsychologie.

We kunnen dan enerzijds niet buiten de zelfdeterminatietheorie van Ryan en Deci.

De zelfdeterminatietheorie en de opdeling van eerder extern en eerder intern

gereguleerde motivatie is algemeen aanvaard en wordt ook in Vlaamse scholen

gehanteerd als basiskader om motivatie te versterken. Daarnaast kaderen we ook

een aantal uitspraken binnen de theorie van Carol Dweck over fixed en growth

mindsets. Het werk van Carol Dweck is langzaam maar zeker aan een opmars bezig

en meer en meer beginnen leerkrachten overtuigd te raken van het belang van

procesgerichte feedback, de focus op groeikansen en het geloof in doorzetting.

1.1 Zelfdeterminatietheorie

De onderstaande schets geeft krachtig weer waar de zelfdeterminatietheorie voor

staat:

Page 10: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

9

Als premisse geldt dat elke leerling altijd op zoek is naar zelfontplooiing, een drang

voelt om te groeien en bereid is om te leren. Uiteraard is het mogelijk dat leerlingen

niet gemotiveerd zijn (fase van amotivatie). Deze leerlingen haken af en nemen

afscheid van het (in hun ogen) te schoolse model.

Tijdens het coderen viel echter op dat er geen uitspraken werden gedaan die wezen

op amotivatie.

Om leren echt mogelijk te maken is er een basisnood aan autonomie,

verbondenheid en competentie. Autonomie kan ontstaan wanneer leerlingen en/of

leerkrachten en werknemers een gevoel van vrijheid ondervinden waarbij ze zelf

kunnen kiezen welke activiteit het best past binnen hun leren of binnen het

uitvoeren van een taak. Er is een basisgevoel van veiligheid waarbij de idee van

controle zo weinig mogelijk aanwezig is. Controle wordt gezien als een rem op het

gevoel van autonomie. Met controle wordt hier hoofdzakelijk gedoeld op

mechanismen die het doel hebben om iemand te betrappen op een fout zonder dat

er daarbij nieuwe leerkansen ontstaan.

Verbondenheid duidt op het gevoel hebben dat je ‘ergens bij hoort’, dat je geliefd

bent door anderen en dat er betekenisvolle contacten ontstaan tussen leerlingen

en/of volwassenen die samen taakgericht aan de slag gaan. Verbondenheid staat

haaks op systemen die gekenmerkt zijn door eerder kille contacten die enkel

taakgericht zijn maar geen toegevoegde waarde vanuit het contact an sich

genereren.

Het competentiegevoel laat zich relatief eenvoudig verklaren vanuit het vertrouwen

dat iemand in staat is om een bepaalde taak succesvol uit te voeren, of uit te voeren

en daarbij te leren vanuit het proces van uitvoering, zodat het de volgende keer

sneller of beter wordt uitgevoerd. De gehanteerde strategieën zijn dan doelgericht

en eerder efficiënt en effectief. Wanneer iemand een te laag competentiegevoel

bezit, dan zal de gehanteerde strategie eerder inefficiënt zijn (bv. gokken, afkijken,

extern attribueren van onkunde, bv. de kwaliteit van de instructie versus de kwaliteit

van het uitgevoerde werk, …) maar vaak wel effectief.

Page 11: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

10

De opdeling in autonomie, competentie en verbondenheid wordt onder hoofdstuk 2

als eerste opdeling gebruikt om uitspraken van leerlingen te kaderen en verklarend

te zijn voor de positieve effecten die ontstaan tijdens het werkplekleren.

Waarom we iets doen (motivatie movere = bewegen) kan binnen de

zelfdeterminatietheorie gekaderd worden binnen twee niveaus van gecontroleerde

motivatie en twee niveaus van autonome motivatie.

We zien enerzijds extern gereguleerde motivatie en geïntrojecteerde regulatie. Deze

twee niveaus zijn gekenmerkt door het gegeven dat de motivatie afhankelijk is van

eerder externe beweegredenen.

Page 12: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

11

Op het laagste niveau zien we verklarende aspecten vanuit de idee van straffen en

belonen. Zo gaan we werken omdat we ervoor betaald worden of omdat we niet

ontslagen willen worden, kloppen we overuren omdat we graag op vrijdag iets

vroeger willen stoppen om iets leuks te doen. Leerlingen zouden kunnen leren

omdat ze er punten voor krijgen of misschien straf krijgen van hun ouders wanneer

hun punten te laag zijn. Maar ook omdat de school een beloningssysteem hanteert

of omdat de ouders beloofd hebben om iets te kopen wanneer ze geslaagd zijn. De

beweegredenen zijn alleszins volledig afhankelijk van motivationele aspecten die

integraal buiten de persoon liggen (we geven onszelf geen loonsvermindering,

ontslag, aftrek van punten of een strafstudie).

Een niveau hoger, maar nog steeds gecontroleerde motivatie, is de geïntrojecteerde

regulatie. We laten ons sturen door het verwachtingspatroon van anderen. Deze

vorm van motivatie lijkt van binnenuit te komen, maar is wel degelijk gebaseerd op

verwachtingen van anderen die daarvoor belonen. Het onderstaande voorbeeld kan

helpen. Als volwassenen weten we niet echt exact meer welke punten we ooit voor

welke test of opdracht hebben gekregen. De kans is echter wel groot dat we ons

nog een groot en duidelijk compliment herinneren na een bepaalde test, opdracht of

examenreeks. Die uitdrukking van waardering motiveert ons langer en intenser dan

de punten die we ervoor gekregen hebben. We gaan dan meer gemotiveerd gedrag

stellen, omdat we opnieuw gewaardeerd willen worden. Die waardering doet denken

aan het verbondenheidsprincipe dat hierboven werd omschreven, maar het valt toch

nog steeds onder gecontroleerde motivatie, omdat we voor de waardering

afhankelijk zijn van de leerkracht, terwijl verbondenheid/relatie een meer wederzijds

begrip is.

De onderstaande schets geeft goed weer hoe de twee meer gecontroleerde

motivatievormen leiden tot geen of weinig internalisatie en gekenmerkt zijn door

onderliggende emoties als stress en druk.

Page 13: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

12

Binnen de autonome motivatie zien we op een eerste niveau geïdentificeerde

regulatie. Hier is de motivatie te verklaren vanuit de idee dat de persoon de uit te

voeren activiteit zinvol/nuttig of belangrijk vindt. Motivatie wordt dan verklaard

vanuit de keuze van de persoon om de taak uit te voeren, en die keuze ligt bij de

persoon zelf. Het is nog steeds extrinsieke motivatie: de metselaar werkt graag aan

een huis omdat hij trots wil kunnen zijn op zijn werk, niet om er zelf in te kunnen

wonen.

Nog een niveau hoger valt op dat we spreken over passie en motivatie die zelfs

eerder intrinsiek is. Het internaliseren van het gedrag is dan niet nodig omdat de

activiteit fijn is om te doen en aansluit bij de passie van de leerling/leerkracht of

werknemer. De persoon is erin geslaagd om van zijn hobby zijn beroep te maken en

gaat elke keer opnieuw fluitend aan de slag.

Het motivatiecontinuüm is een tweede kader dat werd gebruikt om de uitspraken te

kaderen en te verklaren waarom iets werkt binnen de LES-carrousels. We opteerden

ervoor om te werken met de tweedeling gecontroleerde motivatie en autonome

motivatie en daarbinnen telkens het onderscheid te maken tussen de hierboven

uitgewerkte motivatievormen.

Page 14: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

13

1.2 Fixed en growth mindset, Carol Dweck

Een tweede kader om te kijken naar de reden waarom we leren wordt aangereikt

door Carol Dweck, hoogleraar psychologie aan de Stanford University. Zij voert

reeds meer dan 40 jaar onderzoek naar de reden waarom leerlingen maar ook

volwassenen soms (eerder snel) plafonneren in hun ontwikkeling en anderen

schijnbaar eindeloos blijven groeien en ontwikkelen.

Om dat te verklaren ontwikkelde ze een theorie waarbij ze lerenden opdeelde in

twee groepen: personen met een eerder fixed mindset en personen met een eerder

growth mindset.

Page 15: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

14

Fixed mindset

Personen met een eerder fixed mindset zijn vooral bezig met een prestatieniveau;

ze willen liever slim lijken dan echt te leren. Ze koppelen de status die verworven

wordt met slim lijken aan meer aanzien in plaats van dat ze fouten willen maken en

daaruit leren. Net daarom gaan ze uitdagingen sneller uit de weg en kiezen ze liever

voor schijnbaar complexe taken die voor de uitvoerder echter neerkomen op

herhaling van wat reeds gekend is. Bij tegenslag en dus de mogelijkheid op verlies

van status geven ze eerder snel op en feedback wordt genegeerd of vijandig (gericht

op betrapping) geïnterpreteerd. De manier waarop moeite een dubbele betekenis

krijgt in beide modellen is uitermate boeiend. In een fixed mindset is moeite het

beste bewijs dat iemand eigenlijk minder competent is, want als je echt slim bent,

dan gaat het vanzelf.

Het (goede) resultaat van anderen is voor iemand met een fixed mindset een

bedreiging, want het is een weergave van de idee dat iemand anders beter, sneller

of slimmer is. Binnen een fixed mindset is dat beter/slimmer zijn dan ook een

statisch gegeven waar weinig aan veranderd kan worden. Onderwijs en werk zijn

dan plaatsen waar de rangorde wordt gemaakt op basis van kennen en kunde

aanwezig in de persoon.

Page 16: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

15

Growth mindset

Een op groei gerichte mindset is gekenmerkt door een verlangen om steeds te

blijven groeien, verstand of kunde wordt minder als aanleg gezien en meer als het

resultaat van volgehouden inspanning (oefening baart kunst). De taakkeuze wordt

niet bepaald door de te verwerven status maar meer door de groei- en leerkansen

eigen aan de taak. Het hoeft geen betoog dat de groeimindset een verlengstuk is

van de autonome motivatie van Ryan en Deci, waar vanuit vrije keuze geopteerd

wordt voor de weg die het meest perspectief biedt op zelfontwikkeling en

zelfontplooiing. Evaluatie en feedback wordt dan niet gezien als een

rangordesysteem maar als een fundamentele voorwaarde voor groei; feedback wordt

opgezocht vanuit een lerende grondhouding en ervaren veiligheid in het krijgen van

kritiek. Moeite betekent dat de persoon een taak uitvoert met maximale leerkansen.

Wanneer het moeite kost, is het zinvol. Wanneer het geen moeite kost, is het louter

reproductie van reeds verworven kennis of kunde. Het succes van anderen is een

extra kans om te leren; succes wordt niet gekopieerd in een eerder goedkope

poging om zelf succesvol te zijn, maar wordt kritisch bekeken, en werkzame

elementen worden geïncorporeerd in het eigen handelen.

Page 17: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

16

Uitspraken van leerlingen, werkkrachten of leraren die wezen op één van deze twee

mindsets, werden in een derde luik opgenomen als verklarend model voor de

zinvolheid van de leer- en ervaarstages.

2. Analyse van de gegevens uit de feedbackgesprekken na de carrousels

Niet alle ruwe data werden opgenomen in de onderstaande categorieën. Wanneer

een bepaald item reeds (enkele) keren werd vermeld, kozen we ervoor om dat niet

opnieuw op te nemen, om de leesbaarheid van het rapport te bevorderen.

2.1 Autonomie – verbondenheid – competentie

2.1.1 Autonomie

Werken met tijdsdruk en deadline opbouwen in de loop van het schooljaar

door eerst korte eenvoudige opdrachten te geven, waarbij bepaalde

vaardigheden meermaals terugkomen (herhaling op kortere termijn verhoogt

kennen en onthouden). Vrijheid inbouwen kan door bijvoorbeeld keuze te

laten in materialen of de kans te laten een eigen, creatief element toe te

voegen.

Page 18: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

17

Bij de start van het schooljaar een uurtje samenzitten en brainstormen over

mogelijke opdrachten die passen in het leerplan. Leerlingen kunnen eigen

ideeën inbrengen op basis van hun interesses en van hun eerdere ervaringen

tijdens een stage, als jobstudent, wat ze van thuis kennen, enzovoort. Zo is

er meer draagvlak en motivatie door inspraak en aansluiting bij de interesses.

Meer inspraak geven aan zesde- of zevendejaars over de opdrachten of

werkstukken waarmee het leerplan gerealiseerd wordt. Naast impact op de

motivatie geeft dit ook ruimte aan creativiteit. Mogelijk kan daardoor een

breder gamma aan materialen en vaardigheden aan bod komen. Sommige

vaardigheden kunnen extra herhaald worden. De focus mag zeker ook liggen

op het probleemoplossend vermogen.

Twee jongeren (buso) waren tijdens de carrousel stage aan het lopen in het

brugproject. Daar kunnen zij (in tegenstelling tot vele andere stageplaatsen)

zelfstandig repetitief werk doen op hun eigen werkpost, waarbij ze ook de

eigen werkfiches beheren. Om dit in de school te kunnen bieden, is repetitief

werk van een opdrachtgever nodig. Dat heeft een positief effect op het leren

en de motivatie van de jongeren door de zelfstandigheid,

verantwoordelijkheid en het produceren van iets voor een klant.

Ik leerde in de school dat het erg belangrijk is om de leerlingen duidelijk

afgelijnde doelstellingen mee te geven: Wat moet je gedaan hebben tegen

wanneer (en hoe)? Het best doe je dat individueel (aangepaste taak op een

gepaste manier brengen). Dat wil ik zelf ook meer toepassen bij mijn

personeel.

Je bent meer gemotiveerd als je zelfstandig kunt/mag werken. Daarbij kan er

het best wel toezicht zijn. Het helpt ook als je de kans krijgt om iemand van

je ploeg aan te spreken indien je vragen hebt. Zo kun je stilaan meer

verantwoordelijkheid krijgen en een groter deel van een taak zelf doen

(bijvoorbeeld isolatie op maat maken voor het volledige dak).

De communicatie over het bedrijf moet beter als we een stageplaats kiezen of

contacteren. Het is fijn dat we mogen kiezen, maar dan hebben we meer info

nodig. Niet enkel een correcte naam en een adres en telefoonnummer. Maar

ook wat het bedrijf precies doet (bv. platte daken, hellende, welke

dakbedekkingen, groendaken), wat we mogen verwachten en wat we moeten

kunnen. Dan kunnen we ook kiezen op basis van wat aansluit bij onze sterke

punten en interesses. Nu hadden we het gevoel dat we in de diepte gegooid

werden.

Ik kreeg al snel verantwoordelijkheid in het bedrijf. Dat motiveert me.

Ik mag op stage zelfstandig metselen. Zo voel ik vertrouwen en

verantwoordelijkheid, en doe ik extra mijn best.

Op school wordt alles stap voor stap uitgelegd. Dat remt het leren en is geen

uitdaging. In het bedrijf krijg je de opdracht iets te maken. Je moet zelf

Page 19: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

18

sommige dingen uitzoeken en vragen stellen als het niet lukt. Dat maakt het

uitdagender en leuker.

Conclusie: Zeker leerlingen maar ook leerkrachten en werknemers voelen aan dat

autonomie een sterke katalysator is voor hun motivatie. Enkele keren benoemen ze

dat ook letterlijk. Men stelt vast dat er een verschil is in de mate van autonomie op

school en in een bedrijf of op stage. Autonomie wordt niet gezien als stuurloosheid,

men blijft vragen naar opvolging, voorbeelden en coaching. Tijdsdruk en

prestatiegerichtheid wordt het vaakst vermeld als bedreiging voor de autonomie.

Opvallend is dat er amper wordt gesproken over onderwijskundige doelmatigheid

(inspectie, leerplannen, ontwikkelingsdoelen) als beperking.

De kloof in autonomie tussen school en bedrijf verdient aandacht. In een aantal

antwoorden van leerkrachten valt ook op dat ze autonomie enkel mogelijk achten bij

leerlingen die ouder zijn (laatste graad). Autonomie zien als een schaal of

groeimodel naar zelfstandigheid kan ondersteunend zijn om dit ook in een schoolse

setting verder uit te werken.

2.1.2 Verbondenheid

Vooral de positieve instelling van het bedrijf maakt een verschil. Ze investeren

in begeleiding en geven jongeren leerkansen.

Zowel op school als in het bedrijf is het waardevol om in te zetten op de

persoonlijke relatie. Begrip voor een werknemer die ‘s ochtends aangeeft dat

hij met iets zit of voor een jongere op school of in een bedrijf die in dezelfde

situatie verkeert, maakt dat die nadien beter en geëngageerd kan verder

werken.

Ik heb nieuwe technieken gezien, maar ook uit de omgang met elkaar neem

ik het menselijke aspect mee. Daarbij is het beter om niet dadelijk op de

feiten in te gaan als iemand boos is of het moeilijk heeft. De boodschap

geven dat ze bij je terechtkunnen als het nodig is, in vertrouwen en op een

moment en locatie waar ze zich veilig voelen, is een belangrijke aanpak bij

jongeren in een CLW.

In het begin van een les investeer ik tijd om te horen hoe het met de

leerlingen gaat, wat ze deden in het weekend. Dan gaat het leren nadien véél

beter dan wanneer ik direct wil beginnen met lesgeven.

Blijven geloven in jongeren werkt. Ook als ze zich de eerste maanden (of zelfs

langer) niet inzetten, het niet kunnen of afwezig blijven. Hun duidelijk tonen

dat je er voor hen bent en in hen gelooft, en interesse tonen in de leerling als

persoon werkt.

Er komt een leerling van de school bij ons op stage. De kans op succesvol

leren wordt verhoogd door hen dadelijk te laten meedraaien maar kort op te

volgen. Het voordeel van een iets groter bedrijf is dat er altijd wel een

werknemer is met wie het klikt. Daardoor lukken de meeste stages, ook voor

leerlingen met ‘gedragsproblemen’. Op de bedrijfsvloer hebben de meeste

Page 20: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

19

leerlingen ook geen last van hun schoolmoeheid (het is dus geen

leermoeheid). Hen prikkelen is de belangrijkste uitdaging.

Ook een aangename groep collega’s is erg belangrijk.

De afspraken lopen soms mis. Het bedrijf verwittigt de vaste werknemers

indien we vroeger, later of niet naar de werf gaan (bv. wegens het weer). Maar

wij worden nogal eens vergeten. Het is voor ons belangrijk dat men ons als

volwaardige werknemers behandelt, ook al kunnen we nog niet alles.

Het is belangrijk dat het klikt met je baas. Bij een eerdere stageplaats liep het

mis omdat die baas altijd maar riep. Hij deed dat tegen iedereen, maar toch

zorgde het ervoor dat ik me nooit op mijn gemak voelde en moeilijk

functioneerde.

In het bedrijf maakt de ploegbaas tijd om me een goede uitleg te geven en

dingen te tonen bij een (nieuwe) opdracht of techniek. Zo leer ik meer en

sneller.

De ploegbaas gromde op me en had steeds kritiek op mijn werk. Dat

collega’s me ondersteunden en zeiden dat hij dat bij iedereen deed, hielp me

om door te zetten.

De leerkrachten in het CLW zijn anders dan in voltijds onderwijs: wat losser,

ze behandelen ons meer als volwassenen. Daardoor gedragen we ons ook

meer zo.

Doordat je samen op verplaatsing gaat voor een opdracht, heb je meer een

teamgevoel.

Op stage hebben we meer werkplezier, waardoor we ook liever leren.

Overeenkomen met de ‘collega’s’ is toffer dan op school.

Conclusie: Iedereen is unaniem wanneer het gaat over het belang van

verbondenheid. We schrijven er veel waarde aan toe en zien het als een duidelijke

verklaring voor een verhoogde motivatie. Leerlingen hebben het dan echt over

sturing voelen vanuit informeel verband, collegiale druk en tijdsdruk in plaats van

gestuurd worden door (strenge) regels, eigen aan een schoolcontext. Ook de

negatieve effecten van werken in een team komen duidelijk naar boven (grommende

en roepende ploegbazen of collega’s), maar leerlingen zien snel compenserende

mechanismen in collega’s die ondersteunend zijn wanneer iets moeilijk loopt.

Positieve teamverbanden zijn stimulerend voor zelfsturing en motivatie. Deze

positieve teamverbanden worden niet enkel benoemd op gedragsniveau maar ook op

het niveau van overtuiging (Dilts & Bateson). Zeker deelnemers uit bedrijven

benadrukken het belang van geloven in leerlingen, overtuigd zijn van hun intenties

en wil om te leren.

Page 21: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

20

2.1.3 Competentie

De bedrijfsleider die als stage-introductie kort komt praten in de klas over

wat ze kunnen verwachten en wat van hen verwacht wordt, is zeker een

meerwaarde, zelfs al is dit niet hun stageplaats.

Het is belangrijk te waarderen waar iemand goed in is. Aandacht voor het

positieve en dan samen zoeken hoe aan verbeterpunten gewerkt kan worden.

Als je eerst en vooral aandacht geeft aan wat iemand niet kan, verlaagt de

motivatie om te leren.

Het was erg nuttig dat we lijmtechnieken mochten oefenen met afval. Nadien

werd dit nagekeken en legden ze ons uit wat nog anders of beter moest,

waarop we moesten letten, en waarom. Dat was erg leerrijk. Het zou nog

beter zijn als we de tips al kregen tijdens het uitvoeren.

Conclusie: Er waren minder vaak uitspraken te noteren die het belang van

competentiegevoel onderstreepten. Een aantal uitspraken over fouten maken werden

opgenomen bij de categorie mindsets. Het gaf leerlingen wel rust wanneer ze op

voorhand goed wisten wat er van hen verwacht zou worden op een stageplaats. Op

die manier kunnen ze een zelfinschatting maken, waardoor motivatie kan toenemen.

De druk om iets niet te kunnen is voelbaar in sommige antwoorden, want enerzijds

is men blij dat het werk ‘voor echt’ is maar anderzijds wil dat ook zeggen dat fouten

maken duur kan zijn. Leerlingen appreciëren dan ook het feit dat stageplaatsen die

stress verlagen door bijvoorbeeld eerst te laten oefenen op afval. Dat wordt niet

gezien als een niet waarderen van mogelijkheden maar wel als een goede opstap om

ergens beter in te worden.

De focus op fouten maken, die nefast is voor de motivatie, wordt zo verschoven naar

leerkansen.

2.2 Gecontroleerde motivatie – autonome motivatie

2.2.1 Gecontroleerde motivatie, externe regulatie

Ook in de school leerlingen laten inschatten hoelang ze aan iets zullen

werken, en opvolgen of dit klopt.

Leerkansen (ook tempo) zijn belangrijker dan loon. De mogelijkheid creëren

voor zwakkere leerlingen om langere tijd in een bedrijf mee te draaien zonder

vergoeding verhoogt de leerkans.

Als een leerling duidelijk voelt dat hij enkel voor het vuile zware werk

gebruikt wordt, daalt zijn motivatie. Zo mocht iemand de eerste twee weken

(dus de helft) van de stage enkel schoonmaken en zware rollen de ladder op

dragen.

We zijn gemotiveerd om te leren omdat we punten en een diploma willen

halen, en geld willen verdienen. Maar we willen ook graag ervaring opdoen.

Page 22: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

21

We zijn meer gemotiveerd als er nadien kans op werk is in dat bedrijf.

Het zou nog beter zijn als we er geld voor kregen (indien we het goed doen).

Er kan beter niet te veel druk gezet worden op de leerling.

In de nieuwe wetgeving verdienen we minder. Te weinig, gezien de zware job

die we doen.

Leerkrachten gaan meer langs op stage bij wie het moeilijker heeft. Dat is

enerzijds begrijpelijk. Maar daardoor is de beoordeling van de anderen ook

oppervlakkiger, gebaseerd op een paar dingen die de leerkracht ziet.

Daardoor vinden we de punten soms niet rechtvaardig.

We zijn meer gemotiveerd door: geld verdienen, meer kunnen bewegen, geen

gezaag van de leerkracht en leren in de realiteit.

Conclusie: Twee zaken springen hier onmiddellijk in het oog: enerzijds de duidelijke

vraag naar (meer) financiële waardering voor het geleverde werk en anderzijds de

focus op punten.

Financiële beloning ligt in balans met leerkansen en groeimogelijkheden, maar het

hoeft niet verwonderlijk te zijn dat leerlingen hier belang aan hechten. Verschillende

onderwijssystemen (dbso, SYNTRA) passen dit principe immers toe om

motivatieverhogend te zijn en de leerlingen staan op de brug tussen onderwijs en

tewerkstelling. Het thema punten komt ook regelmatig terug, waarbij leerlingen en

soms werknemers of leerkrachten zich de vraag stellen hoe er eerlijk of

rechtvaardig geëvalueerd kan worden en toch de focus kan liggen op feedback en

coaching.

Bijna niemand refereert in het gesprek aan controlemechanismen op de werkvloer,

gedragsregulatie of controle op de kwaliteit van het uitgevoerde werk.

2.2.2 Gecontroleerde motivatie, geïntrojecteerde regulatie

Een leerling kan beter niet (non-verbaal) dat hij geen zin heeft. De andere

werknemers weten ook wel dat een bepaalde taak niet leuk is. Maar soms

moet je gewoon doen wat nodig is. Het helpt wel als ze je daarna bevestigen.

Steeds met het positieve afronden. De jongeren trots laten zijn op hun werk

en dat stimuleren. Geef enorme pluimpjes. Iemand afbreken kun je in vijf

minuten, iemand opbouwen duurt soms twintig jaar.

Conclusie: Het valt op dat deze categorie ondervertegenwoordigd is. Dat wijst erop

dat de motivatiestrategieën tijdens het werkplekleren beduidend sterker zijn dan

binnen een klassieke schoolse context en dus de idee van controle achter zich laten.

De idee dat sommige taken nu eenmaal moeten en daarom uitgevoerd worden kan

ook zonder de idee van gecontroleerde motivatie gedacht worden. Zodra de jongere

er de zinvolheid van inziet, verlaten we zelfs dit niveau.

Page 23: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

22

Opvallend is wel dat er relatief weinig wordt gerefereerd aan het geven van

complimenten. Gelet op de sterke focus die we vaststellen binnen verbondenheid,

was het te verwachten dat dat vaker zou terugkomen.

2.2.3 Autonome motivatie, geïdentificeerde regulatie

Meedraaien in een bedrijf geeft een beter zicht op wat we jongeren moeten

leren om aan te sluiten op de hedendaagse realiteit. Hun basiskennis is wel

goed, maar ze kennen bijvoorbeeld te weinig van beslag plaatsen bij

houtwerk.

Er is nog veel aandacht voor werken met massief hout, terwijl in de

bedrijfswereld plaatmateriaal meer opkomt.

Tijdens de stage motiveert de economische waarde van wat ze doen de

leerling. Dan zie je pas wat er in een jongere zit.

De opleiding in school beter afstemmen op de noden van bedrijven is erg

belangrijk.

De manier van lesgeven beperkt. Oefeningen zijn goed (metselen), maar die

moeten beter toegespitst zijn op echt metselen, bekisten, wapenen

(wapeningsplannen lezen) en echt ruwbouwwerk in plaats van bijvoorbeeld

riolering. Het is een kwestie van prioriteit.

We zijn meer gemotiveerd, want het is ‘voor echt’, serieuzer. Ons werk is

blijvend.

Op school metsel je en breek je het af. In het bedrijf metsel je en moet je het

enkel afbreken als het niet goed is. Daardoor doe ik in het bedrijf nog meer

mijn best.

Wat je op stage maakt blijft staan, wat je op school maakt wordt afgebroken.

Daardoor doe je ook minder je best om het goed te doen.

Ik was meer gemotiveerd om in het bedrijf te leren. Daar was het allemaal

echt en nuttig.

Het machinepark in de school is erg verouderd. Zo kunnen jongeren dit niet

leren kennen. In een bedrijf of brugproject zijn dergelijke machines wel

aanwezig. Hoe zorgen we ervoor dat de jongere dit op locatie kunnen gaan

ontdekken en aanleren?

Trots zijn op wat je gemaakt hebt.

Conclusie: Dit niveau komt zeer vaak terug. Dat wijst op een sterke focus op

autonomere motivatie, wat uiteraard een significante en belanghebbende

vaststelling is. Er wordt vaak verwezen naar significantie van de opleiding voor het

werkveld. Deze significantie heeft twee gedaantes. Enerzijds zijn de materialen van

Page 24: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

23

de school ontoereikend (bv. andere mortel of oudere machines) en anderzijds is het

inhoudelijk aanbod niet altijd up-to-date (bv. werken met vol hout versus

plaatmateriaal, ramen en trappen, terwijl het werkveld dat uitbesteedt).

Jongeren hechten duidelijk zeer veel belang aan het realistische karakter van de

taken. Ze geven duidelijk aan dat uitgevoerde taken die ze weer moeten afbreken op

school demotiverend werkt.

2.2.4 Autonome motivatie, intrinsieke motivatie

Van je hobby je beroep kunnen maken? Dat zou ideaal zijn, maar kan het? Ik

ga ervan uit dat ik dit beroep 10 à 15 jaar blijf doen. Langer is moeilijk door

de fysieke belasting. Dat zien we bij oudere werknemers.

Je leert het meest vanuit wat je graag doet.

Conclusie: Zuivere intrinsieke motivatie komt eerder zelden terug in de uitspraken,

en wanneer we er iets over terugvinden, dan nuanceert de deelnemer dat zelf. Het

lag ook niet in de lijn van verwachting dat jongeren of volwassenen binnen dit

project dit toch wel hoge niveau van motivatie zouden verwoorden.

Opvallend is wel dat werknemers noch leerkrachten ergens spreken over het

doorgeven van een passie, liefde voor het vak. Volwassenen met jaren

praktijkervaring, al dan niet in het onderwijs, kunnen dat wel als drijfveer voor ogen

blijven houden.

2.3 Mindsets

2.3.1 Fixed mindset

Taken aansluitend bij het vermogen van de leerlingen.

Een leerling die te zwak was voor kwalificatie kreeg toch een kans in het

bedrijf.

Onze leerlingen krijgen door hun beperkte vaardigheden dikwijls erg

eenvoudige, saaie taakjes. Als je dat dan vele weken moet doen, wordt het

saai en is het moeilijk om gemotiveerd te blijven. Ze beseffen dat ze niet veel

keuze hebben door hun beperking, maar houden het enkel vol omdat ze een

kwalificatie willen halen.

Conclusie: Gelet op het soms tegengestelde karakter van mindsets is het niet evident

om uit te maken welke uitspraak waar thuishoort. De bovenstaande uitspraken

werden weerhouden omdat ze in hun uitspraak over de leerling ook iets vertelden

over de persoon die ze hanteert. Opvallend is dan het schijnbaar beperkte geloof in

het kunnen van de leerling of het nog ontbreken van uitdaging in het aanbod.

Page 25: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

24

2.3.2 Growth mindset

Het leerproces is belangrijker dan het resultaat.

Ik zag ex-leerlingen werken die in bedrijf duidelijk nog bijgeleerd hebben. De

leerlingen die in de school bij de beteren waren, leerden ook in het bedrijf

meer bij.

Concreet: een leerling (3e jaar) die zich in de school wat wegstopt opdat hem

niets gevraagd zou worden, kan onder begeleiding van een leerkracht al twee

dagen gaan meedraaien in het brugproject.

Ook als leerkracht ben je nooit te oud om te leren. Ik heb nieuwe technieken

gezien, maar ook uit de omgang met elkaar neem ik het menselijke aspect

mee. Daarbij is het beter om niet dadelijk op de feiten in te gaan als iemand

boos is of het moeilijk heeft. De boodschap geven dat ze bij je terechtkunnen

als het nodig is, in vertrouwen en op een moment en locatie waar ze zich

veilig voelen, is een belangrijke aanpak bij jongeren in een CLW.

De leerlingen moeten niet bang zijn om fouten te maken.

Ook dan is het nog beter als iemand van de werknemers je in het oog houdt

en tips geeft (bijvoorbeeld over de volgorde waarin je het best iets kunt

uitvoeren).

We mochten fouten maken. Het is belangrijk dat we dan uitleg krijgen over

hoe het beter moet.

Daaruit leren we het meest. Om te vermijden dat onze fouten te veel tijd en

geld kosten om ze recht te zetten, is het zinvol dat een andere werknemer in

de buurt is en het ziet als we de fout maken.

Het helpt niet zoveel als men boos wordt wanneer we een fout maken,

integendeel.

Je kunt het best ook met meerdere werknemers in contact komen, want van

iedereen kun je iets leren.

Misschien is het beter dat er meer leerlingen bij één bedrijf stage lopen. Dan

kan de leerkracht meer komen kijken, feedback geven en krijgen, en de

veiligheid en de werking op de werf in het algemeen ervaren.

De leerling kan het best de boodschap krijgen dat fouten maken geen ramp

is, maar dat hij ze wel moet melden en eruit leren.

Ook jongeren met een beperking kunnen dingen bijleren. We mogen ons niet

te snel neerleggen bij het idee dat ze iets nog niet kunnen (bijvoorbeeld een

machine instellen). Laat het hen proberen en controleer nadien.

Uit fouten leer je. Het helpt als de baas (wanneer je je best doet) niet boos

wordt als je iets verkeerd doet, en de tijd neemt om het je uit te leggen.

Page 26: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

25

Ook een ‘moeilijke’ jongere kun je op school of in het bedrijf op het goede

pad krijgen. Door hem duidelijke grenzen en voldoende werk (gepaste

opdrachten) te geven, maar ook door te bevestigen voor inspanningen en

resultaten. Je moet er tijd in stoppen om je eigen liefde voor het vak over te

brengen. Zo kun je over de onderwijsvormen heen ook ‘zwakkere’ jongeren

klaarstomen voor de bedrijfswereld.

Leg jongeren uit waarom ze het moeten melden als ze fouten maken. Vraag

eerst of ze zelf vinden dat dat moet gebeuren. Leg daarna uit waarom je dat

beter wel kunt doen. Kader dit gedrag, bijvoorbeeld: “Zo toon je dat je

verantwoordelijkheid neemt, dat is positief.” Leer hen oplossingsgericht te

denken. Stop hier veel tijd in.

De leerlingen verwachten soms te veel dat het vanzelf gaat. Ze moeten meer

geduld en doorzettingsvermogen hebben.

Conclusie: Fouten maken mag; dat is bijna een slagzin die door de verschillende

deelnemers aan de carrousels wordt gehanteerd. Het geeft enerzijds aan dat dit idee

nog niet ingeburgerd is in het denken (vooral binnen scholen). Leerlingen en

werknemers zien een duidelijk verschil tijdens de stage. Fouten zijn er leerkansen. Er

wordt wel gehamerd op het eerlijk communiceren over gemaakte fouten, wat zou

kunnen wijzen op een door leerlingen te laag ervaren gevoel van veiligheid.

Feedback wordt genoemd als sleutel voor groei en jongeren geven zelf constructieve

ideeën om dat te organiseren, wat getuigt van hoge betrokkenheid bij dit idee. Dit

procesgerichte denken, dat haaks staat op resultaatgericht denken, biedt veel

kansen om ons onderwijsmodel te versterken.

1. Ryan, R. M. & Deci, E. L. (2000). Self-Determination Theory and the Facilitation

of Intrinsic Motivation, Social Development, and Well-Being. American

Psychologist, 55 (1), 68.

2. Gagné, M. & Deci, E. L. (2005). Self-Determination Theory and Work

Motivation. Journal of Organizational Behavior, 26 (4), 331-362.

3. Deci, E. L. & Ryan, R. M. (2002). Handbook of Self-Determination Research.

University Rochester Press.

4. Vansteenkiste, M. & Soenens, B. (2015). Vitamines voor groei: ontwikkeling

voeden vanuit de Zelf-Determinatie Theorie. Uitgeverij Acco.

5. Vansteenkiste, M., Lens, W., & Deci, E. L. (2006). Intrinsic Versus Extrinsic

Goal Contents in Self-Determination Theory: Another Look at the Quality of

Academic Motivation. Educational Psychologist, 41 (1), 19-31.

6. Bateson, G. (1972). The Logical Categories of Learning and Communication.

Conference of National Institute of Mental Health, 279-308.

7. Dweck, C. S. (2017). Mindset – Updated Edition: Changing the Way You Think

to Fulfil Your Potential. The Random House Publishing Group.

Page 27: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

26

8. Blackwell, L., Trzesniewski, K., & Dweck, C. S. (2007). Implicit Theories of

Intelligence Predict Achievement Across an Adolescent Transition: A

Longitudinal Study and an Intervention. Child Development, 78 (1), 246-263.

9. Dweck, C. S. (1999). Self-Theories: Their Role in Motivation, Personality, and

Development. Philadelphia: Psychology Press.

Page 28: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

27

Hoofdstuk 2 LES-RAPPORT: ‘bril’ HILL

Inez Castermans, onderzoekscentrum Onderwijsinnovatie Hogeschool PXL

Bevindingen van leer- en ervaarstages onderwijs-arbeidsmarkt vanuit het

perspectief van het High Impact Leaning that Lasts-model (HILL-model)

van Dochy, F., Berghmans, I., Koenen, A. & Segers, M. (2015)

Page 29: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

28

INHOUDSOPGAVE

p. 4

Het

Hill-model

p. 5

Bouwsteen 1

Probleem - uitdaging

- tekort

p. 12

Bouwsteen 3

Samenwerken

- coaching

p. 8

Bouwsteen 2

Verantwoordelijkheid

voor je leerproces

p. 15

Bouwsteen 4

Leren d.m.v.

verschillende

methodes

p. 18

Bouwsteen 6

Flexibele

leerruimte

p. 17

Bouwsteen 5

Leren door actie -

delen van kennis

p. 20

Bouwsteen 7

Evaluatie

Page 30: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

29

“Een leerling haalt

motivatie uit het

kunnen zien en laten zien

van werk. Dat kan door

kleine projecten op school

of bij klanten, bijvoorbeeld

het pleisteren van een muur

of het tegelen van een

badkamer.”

“Werktempo en

werkplanning op

school kun je realistisch

afstemmen op die van het

bedrijfsleven door

voorafgaand aan de

praktijkles het gebruik van

de machines via een

werkvoorbereiding of

planning te maken tijdens

een theorieles.”

“Om het aantal 18-jarigen

dat het onderwijs zonder

diploma dreigen te verlaten,

te verlagen, moeten we

ouders en andere externen

(bedrijven, VDAB …) vragen

om het belang van een

diploma/getuigschrift te

komen uitleggen.”

Uitspraken van de LES-

cafés en de

samenwerkingen

tussen bedrijf en

school:

Page 31: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

30

UITSPRAKEN op de vorige pagina getuigen van het potentieel en de waarde van het

project leer- en ervaarstages onderwijs-arbeidsmarkt. Het zijn één voor één solide

getuigenissen die van belang zijn voor de leden van het onderwijslandschap en de

arbeidsmarkt. Om echter te kunnen leren van die concrete uitspraken en

bevindingen, gaan we ze analyseren aan de hand van de zeven bouwstenen van het

HILL-model (high impact learning that lasts) van Dochy, F., Berghmans, I.,

Koenen, A. & Segers, M. (2015). Het doel hiervan is dat we lessen kunnen trekken

die bruikbaar zijn in de praktijk van het onderwijs en de arbeidsmarkt.

Dit rapport bevat verschillende soorten info. Enerzijds zijn er theoretische

fragmenten waarin de wetenschappelijke fundamenten en verklaringen worden

weergegeven. Anderzijds zijn er alinea’s die voornamelijk de praktijk en het

werkveld betreffen. Ten slotte zijn er tips voor toepassingen in de praktijk. Voor de

vlotte leesbaarheid en het verhogen van de toegankelijkheid voor publiek werken we

met de volgende pictogrammen:

Theorie

Wetenschappelijke fundamenten en onderzoek

Praktijk

Aan de slag in het werkveld

Idee

Tips voor het toepassen in de praktijk

Page 32: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

31

Vooraleer we tot de analyse overgaan, beschrijven we kort het HILL-model dat we

gebruiken als ‘bril’ om naar de bevindingen te kijken.

Het Hill-model probeert het leren te herleiden tot zijn kern. Het

probeert een antwoord te geven op de vraag ‘Op welke manier leren

we zodat het een echt effect (impact) kan hebben op onze

toekomst?’ en ‘Wanneer leren we op zo’n manier?’. Met ‘effect’

bedoelen we het feit dat we kennis, vaardigheden en attitudes goed

kunnen toepassen in verschillende soorten situaties.

‘High impact learning that lasts’ wordt door Dochy, Berghmans, Koenen & Segers

omschreven als: “Het moment dat een persoon zijn gedrag op het werk of op school

verandert en dus een effect heeft op zijn toekomstige studie- en/of werksituatie”.

Effect of impact hebben op je studie- en/of werksituatie is met andere woorden de

mogelijkheid bezitten om jouw gedrag in een studie- of werksituatie te veranderen.

De ‘bril’ die we opzetten om naar de ervaringen van het LES-project te kijken, zijn

zeven bouwstenen die samen het HILL-model vormen.

In het onderstaande schema zien we hoe het HILL-model werkt. In het midden

vinden we ‘HILL’ oftewel ‘high impact learning that lasts’ oftewel ‘leren met blijvend

effect’. Errond vinden we de bouwstenen.

1. Urgentie –

hiaat –

probleem

2.

Zelfmanagement –

3. Collaboratie

en

4. Hybride leren

5. Actie en

kennisdeling

6. Flexibiliteit:

formeel en

informeel

7. Assessment

HIGH IMPACT

LEARNING

(leren met

blijfend

effect)

Page 33: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

32

Het HILL-model gebruiken we vervolgens als raamwerk waaraan we de bevindingen

en ervaringen van de deelnemers van het LES-project ophangen. De zeven

bouwstenen vormen de structuur van dit rapport.

Bouwsteen 1: Urgentie – hiaat – probleem

De centrale vraag van deze eerste bouwsteen is: ‘Waarom begint

iemand met iets te leren?’ Volgens Dochy (2015) start elk diepgaand leerproces

vanuit een urgentie, een hiaat of een probleem. Hierna omschrijven we deze termen

als ‘probleem, uitdaging en tekort’. De lerende wordt geconfronteerd met een

situatie of uitdaging waardoor er een sense of urgency ontstaat of een zekere mate

van hoogdringendheid. Bijvoorbeeld een dakwerker die vrijwel dagelijks merkt dat

zijn leerjongeren de veiligheidsharnassen foutief vastgespen, waardoor hij verplicht

wordt om die extra te controleren en daardoor tijd verliest. Of bijvoorbeeld bij een

ernstige klacht van een klant van een bouwbedrijf of vanuit een sterke interesse in

nieuwe, duurzame bouwmaterialen. Dit soort triggers brengen de lerende ertoe om

in ‘maximale toestand van betrokkenheid’ en intrinsieke motivatie1

(Ryan & Deci.,

2002) aan de slag te gaan. Een routineprobleem daarentegen zal deze intrinsieke

motivatie niet triggeren.

Deze ‘problemen, uitdagingen en tekorten’ moeten het startpunt zijn van het

onderwijsaanbod.

De ervaringen van het LES-project leren ons dat zowel de nood aan

een uitdaging en het ervaren van een tekort de grootste redenen voor jongeren zijn

om te leren.

1 Deci, E. & Ryan, R. (2002). Overview of Self-Determination Theory: An Organismic

Dialectical Perspective. Handbook of Self-Determination Research, 3-34. University

Rochester Press.

Page 34: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

33

Uitdaging

Zo zien we dat het van belang is voor de jongeren om hen bij de start van hun

opleiding grondig te laten kennismaken met de verschillende richtingen en/of

specialisaties. Een goede, brede oriëntering is nodig om een verantwoorde

studiekeuze te maken. Een studiekeuze (of keuze voor specialisatie) die aanleunt bij

hun interesses of zelfs hobby’s zorgt ervoor dat de jongeren sneller ‘getriggerd’

worden, omdat ze vaak meer willen weten over die thema’s. Deze opmerking lijkt

evident te zijn, maar een geschikte manier vinden om die interesses naar boven te

halen en op een heldere manier te verbinden met een studierichting, lijkt minder

evident. De connectie tussen beide moet (bij voorkeur door de leerkracht)

duidelijker worden voor de jongere. Concrete, eigentijdse voorbeelden,

getuigenissen en beeldmateriaal spelen hierin een voorname rol.

Zodra de jongere voor een richting heeft gekozen en de eindfase van zijn opleiding

nadert, raden werkgevers en werkplekmentoren aan om de jongere verder op te

leiden met eerder gedegen en gedetailleerde kennis van enkele (interesse)gebieden,

in tegenstelling tot een algemene kennis van vele sectoren. De uitgebreidheid van

het curriculum viel op. Zowel jongeren als werkgevers stellen zich de vraag of dit

wel de beste werkwijze is.

“We moeten per stage gradueel selecteren en specialiseren en de juiste prioriteit

leggen in wat jongeren moeten leren. De oefeningen op school zijn goed, maar er is

meer specialisme nodig.”

In de stage duiden de jongeren op de uitdaging van ‘het onbekende’. “Hier kunnen

we nieuwe dingen ontdekken.” Voldoende oefenmateriaal en oefentijd zijn van het

grootste belang.

Begeleide vrijheid en zelfstandigheid zijn de voorkeurswerkvormen van de jongeren.

Bepaalde taken zelf mogen ontdekken en uitzoeken, deeltaken zelf kiezen

gecombineerd met bijtijds uitleg kunnen vragen, doet de motivatie stijgen. Zo

krijgen ze niet het gevoel dat ze een ‘leeg vat’ zijn waar op passieve manier kennis

wordt ingepompt.

“Toegepaste kennis is meer motiverend dan kennis voor de kennis.”

Het belang van uitdagingen van de stage wordt bevestigd. Jongeren geven aan hier

meer geconcentreerd te kunnen werken dan in school, vanwege de tijdsdruk.

Werken tegen de tijd en met prestatiegerichte collega’s brengt soms een aspect van

‘gezonde concurrentie’ mee. Om het snelst/best werken wordt een uitdaging.

“Je wordt door de collega’s meegetrokken in de wil om het werk gedaan te krijgen.

Op school zitten we met vrienden samen en is het meer voor de fun.”

Werkplekmentoren die opmerken wanneer een jongere een nieuwe prikkel of

bijkomende verantwoordelijkheid nodig heeft, hebben een sleutelrol. Ze moeten

kunnen inspelen op de ‘gaten’ in de kennis van de jongeren en hen zo snel en kort

prikkelen om bij te leren. Creatieve opdrachten die inpikken op nieuwe trends

Page 35: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

34

wakkeren de nieuwsgierigheid aan. Creativiteit en innovatie hoeven niet gelijk te

staan met spenderen van veel middelen:

“We kregen de opdrachten om paletten uit elkaar te halen en er meubels van te

maken!”

Behoefte

Een niet te onderschatten factor om te leren is het besef van de economische

waarde van het werk dat jongeren leveren tijdens de stage. In eerste instantie gaat

het om het (toekomstige) loon waarmee de jongeren in hun onderhoud zullen

voorzien. Op school kan hier het best op ingespeeld worden door meer

‘levensgericht onderwijs’ te bieden. Jongeren willen leren wat ze (financieel) nodig

hebben om hun plan te kunnen trekken in de echte wereld. Een wisselwerking

tussen stage en die thema’s zorgt voor maximale benutting van hun behoefte aan

(kunnen omgaan met) loon (naar werken).

In tweede instantie gaat het om inzicht verwerven in de werking van een

winstgevend bedrijf. Tegelijkertijd verruimen ze hun blik en kan dit hen ook

inspireren.

Jongeren hebben behoefte aan bewust leren kiezen. Door de stages leren ze van

hun oudere collega’s dat bepaalde beroepen (fysiek) erg zwaar zijn en dat ze die

maximaal 15 jaar zullen kunnen volhouden. Dat zorgt ervoor dat ze wel degelijk

met loopbaanplanning bezig zijn. Ze concluderen dan ook dat ze in de secundaire

school liefst gespecialiseerd worden opgeleid zodat ze ‘onmiddellijk kunnen

meedraaien’, aangezien duidelijk blijkt dat ze zich na verloop van tijd zullen moeten

bijscholen of omscholen. In dat kader pleiten we dan ook voor een stevige brede

oriëntatie met een doorgedreven specialisatie en zicht op levenslang leren via

aangepast volwassenenonderwijs.

Dé uitdaging voor jongeren is echter het blijvend resultaat dat

ze creëren voor de klant. Het feit dat ze een authentieke dienst

verlenen, doet het besef van verantwoordelijkheid stijgen. Opdrachten

waarvan het resultaat een effectief nut heeft, stimuleren!

“Laat jongeren in alle afdelingen meedraaien, ook die waarin ze

niet specialiseren, dan zien ze hoe het bedrijf moet samenwerken om

winst te draaien.”

Page 36: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

35

De jongere wil als volwaardige medewerker behandeld worden. Hij heeft behoefte

aan een persoon met wie het klikt. Een aangename groep collega’s die hem

aanvaardt en hem meetrekt leidt tot minder angst om uit zijn schulp te komen en

een grotere drang om zich te bewijzen. In een groot bedrijf met veel medewerkers is

er grotere kans om iemand te vinden met wie het klikt. In een school is het dan weer

zaak om in kleine groepen met een begeleider te kunnen oefenen.

Probleem

Een authentiek probleem dat in de praktijk opgelost moet worden, geniet de

voorkeur om het leren te stimuleren. Leerkrachten met praktijkkennis en

‘bedrijfsrealisme’ doen jongeren meer oppikken.

Op school is het eindresultaat eerder vaag, wordt het werk weggegooid en is het

‘niets waard’.

“Op het werk is het niet meer voor de fun, maar is het serieus.”

Bouwsteen 2: Zelfmanagement – learner control

In het onderwijs van de laatste jaren wordt het begrip ‘reflectie’

(te) vaak gebruikt. Reflectie gaat over het expliciet kunnen terugblikken op en het

nadenken over het eigen handelen2

. Dochy stelt dat reflectie niet enkel gaat over het

terugblikken op de actie (reflection-on-action), maar evenzeer reflection-in-action.

Dat wil zeggen dat je reflecteert tijdens de actie, zodat je kunt bijsturen wanneer

mogelijk en nodig. Reflectie is dus relevant en belangrijk, maar mag niet het doel an

sich worden. Reflectie is een middel dat je moet kunnen hanteren om je gedrag te

veranderen. Reflectie vereist dus een kritische ingesteldheid en een flexibele

houding. Het is een moeilijke vaardigheid/attitude om te leren en om aan te leren,

maar om het überhaupt te kunnen leren, zijn er dus opleiders nodig die on the job

kunnen bijsturen en coachen.

2 Schön, D.A. (1983). The Reflective Practioner: How Professsionals Think in Action. U.S:

Basic Books.

Jongeren werken meer geconcentreerd aan een ‘serieuze opdracht

voor de klant’ omdat daar geen fouten in mogen zitten. Ze halen er meer

voldoening uit.

Page 37: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

36

Dochy spreekt in dit verband ook over de behoefte aan zelfmanagement en ‘learner

control’. “Elke professional (leerling/stagiaire of werknemer) is een manager op zich,

met name van zijn denken, handelen en functioneren. Zelfmanagement is als het

ware een doorgroeivaardigheid.”3

Jezelf managen kun je niet als dusdanig leren in

een opleiding. Het is eerder een ingesteldheid. De lerende moet er als het ware elke

dag voor kiezen om verantwoordelijkheid voor zijn leren en professioneel handelen

op te nemen. Het leerproces dat je doormaakt om te kunnen leren en werken is niet

afgehandeld na het doorlopen van een opleiding. Dit proces loopt door in elk

moment van het persoonlijke en professionele leven van de lerende. Het is iets waar

hij aan zal moeten blijven werken, wil hij adequaat omgaan met zijn loopbaan.

Het feit dat zelfmanagement niet in een mooi afgewerkte opleiding kan worden

gegoten, wil niet zeggen dat hier geen invloed op uit te oefenen is. Opleiders

kunnen opgeleid worden om effectieve feedback te geven en de lerenden positief te

bekrachtigen. Opleiders kunnen hun lessen doorspekken met specifieke

feedbackmethodieken waarin er wordt ingezoomd op de verwachting van de

leerkracht, het concrete gestelde gedrag van de leerling en het concrete (positieve)

gevolg van die gedragingen. Deci en Ryan (self-determination theory) toonden al aan

dat de lerenden door positieve feedback een verlangen naar meer ontwikkeling en

gevoel van autonomie krijgen.

Een doorgedreven causaal verband aanstippen in deze feedback levert de lerende

een voorbeeld-denken op. Ze krijgen letterlijk te horen hoe de leerkracht de

reflectie-on-action van hun gedrag uitvoert. Door bewust deze vormen van

doorgedreven feedback aan te leveren, kan de leerkracht geleidelijk het pad effenen

voor de lerende om zelf over te gaan tot deze reflectie. Als de lerende op een goede

wijze leert reflecteren, is hij een stap dichter bij het goed managen van zijn

leerproces. Het draait hier om het bewust maken (leerkracht) en het bewust worden

(leerling) van iemands algemeen functioneren.

Na het reflecteren echter moet de lerende flexibel genoeg zijn om met de

onaangekondigde problemen (die hij door middel van reflectie en feedback heeft

geconstateerd) om te gaan. De durf en de mogelijkheid hebben om het over een

andere boeg te gooien, zorgt ervoor dat zelfmanagement een belangrijk element is

in het HILL-model.

Naast zelfmanagement heeft de wetenschap al langer de klemtoon gelegd op ‘self-

efficacy’. Dit is het vertrouwen dat je hebt in jouw vaardigheid om iets specifieks te

kunnen. Naast reflectie en feedback van anderen kunnen we dat bereiken door

voldoende ‘learner control’. Dat heeft te maken met de ruimte die jou als lerende

wordt gegeven om mee je leerproces te bepalen. De lerende heeft voldoende

(gevoel) van autonomie nodig om goed te functioneren en leren. Indien de lerende

enkel ‘geworpen’ is in zijn leerproces en geen inspraak heeft, daalt zijn intrinsieke

motivatie. Learner control heeft veel te maken met talentgericht kunnen werken. De

lerende moet de mogelijkheid hebben om een leersituatie te creëren waarin hij het

3 Dochy, F., Berghmans, I., Koenen, A. & Segers, M. (2015). Bouwstenen voor High Impact

Learning: het leren van de toekomst in onderwijs en organisaties. Boom: Lemma.

Page 38: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

37

meest toegevoegde waarde heeft voor anderen, waarin hij met andere woorden zijn

grootste talent kan inzetten.

Momenteel wordt er nog te veel gewerkt met teacher control, extrinsieke motivatie

en negatieve feedback. De nadruk ligt op straffen in plaats van op erkenning van

progressie, en er is weinig autonomie voor de lerende.

De verantwoordelijkheid die je neemt ten aanzien van je

leerproces verhoogt, wanneer er tegemoet wordt gekomen aan drie elementen:

competentie, autonomie en zich verbonden voelen.

Competentie

Leerkansen geven en nemen staat centraal. Je laat hen het best onmiddellijk

meedraaien, zodat je kunt kijken hoe ze werken en leren. Over het algemeen

hebben veel jongeren het moeilijk met inschatten van de tijd en werkplanning. Dat

kan aangeleerd worden door hen stilaan de verantwoordelijkheid van de volledige

taak te laten verwerven. Door een duidelijk werkkader te bieden en hen in stappen

te laten werken, vergroot je hun zelfvertrouwen.

Tempo is een belangrijk gegeven. Dat wordt het best opgebouwd door het eerst af

te regelen op maat van de jongere. In een brugproject kan een zwakkere jongere

langere tijd meedraaien in het bedrijf en de taken zo aanleren. In dat kader kan ook

repetitief machinewerk een leerkans zijn.

“Voorbeeld brugproject: Een jongere werkt eerst aan een eenvoudige repetitieve

opdracht om zijn werktempo te verhogen. Hij weet dat hij daarna met de machine

mag werken, wat hem motiveert.”

Belangrijk is wel dat het inoefenen van eerder eenvoudige taken wordt afgewisseld

met korte, uitdagende taken, anders wordt het saai en daalt de motivatie. Voor dit

type van begeleiding moeten er wel voldoende begeleiders zijn.

In de school zijn leerkansen ‘veiliger’. De opdrachten zijn meestal eenvoudiger en

het eindresultaat is minder bepalend.

Tijdens de les kun je de jongeren het best stimuleren om te vragen

naar wat ze willen inoefenen tijdens de praktijklessen.

Op eigen tempo inoefenen tot het goed is, feedback krijgen en

perfectioneren is de boodschap.

Page 39: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

38

“Als ik begrijp waarom het belangrijk is, doe ik meer mijn best om het goed te

leren. Als het voorbeeld komt uit wat ik in de praktijk doe, kan ik het me beter

voorstellen en het beter begrijpen.”

Autonomie

Door jongeren, leerkrachten en werkgevers wordt er gepleit voor meer inspraak en

zelfstandigheid voor de jongeren op verschillende gebieden. Des te groter de impact

die ze hebben op een opdracht, des te groter de motivatie en het

probleemoplossend vermogen.

“Op school krijgen we vertrouwen van de leerkracht; voor wat, hoort wat. Als we

goed werken, krijgen we er ook iets voor terug. We worden niet te streng

gecontroleerd. Om dat zo te houden, doen we ook ons best om het goed te laten

verlopen.”

Jongeren inspraak geven kan in verschillende vormen. Kader echter eerst hoe ze dat

kunnen aanpakken en zorg dat ze weten dat je beschikbaar bent voor vragen.

Uit gewoonte controleren we vaak de situatie om fouten uit te sluiten. Jongeren

leren echter het meest door ervaring en feedback op hun werk.

Zich verbonden voelen

Ook hier komt terug dat de jongeren als teamleden erkend willen worden. Weten en

erkennen dat werkomstandigheden voor stagiairs even zwaar en lang zijn, de

gewijzigde planning ook tijdig aan hen laten weten, hun reacties over het werk

beluisteren enzovoort, zorgt voor een gevoel van volwaardigheid en wederzijds

respect. Voor jongeren met leerstoornissen is dit gegeven van mee opgenomen te

worden minstens zo belangrijk.

“Door mijn ASS was het moeilijk voor me om gezag te aanvaarden. Ik denk anders.

Probeer dat te begrijpen en te leren hoe je ermee omgaat.”

Een andere vorm van wederzijds respect is duidelijk maken dat ze nog in leerproces

zijn en dat ze dus fouten mogen maken, op voorwaarde dat ze die melden, ervan

leren en doorzetten. Hun inzet primeert en dat moet regelmatig in de verf worden

gezet. Jongeren groeien van complimenten. In dat kader is het belangrijk dat niet

Geef jongeren de verantwoordelijkheid om zelf een stageplaats te

zoeken en contact op te nemen. Laat ze hun eigen werkpost en

werkfiches beheren. Daag ze bijvoorbeeld ook uit om een nieuw aspect

toe te voegen aan een techniek. Geef echter éérst de nodige uitleg.

Page 40: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

39

alleen de werkgever of werkplekmentor hen begeleidt, maar dat de andere collega’s

eveneens gepaste feedback en foutencontrole doen.

Feedback en reflectie

Self-efficacy noemt men het vertrouwen dat je hebt in jouw vaardigheid om iets

specifieks goed te kunnen. Dit wordt grotendeels bepaald door feedback en

zelfreflectie.

In dat verband is het belangrijk om de jongeren snel te laten meedraaien en kort op

te volgen en toezicht te houden tijdens hun werk. Zo kun je ingrijpen wanneer nodig

en kunnen ze jou om feedback vragen. Zo kun je ze stilaan loslaten, zodat ze meer

verantwoordelijkheid krijgen.

“Een vaste structuur hielp me om me veilig te voelen. Daarna kon ik langzaam

andere dingen leren kennen en omgaan met veranderingen. Wanneer het elke dag

anders was (bv. verschillende werven), lukte me dat niet.”

Ook hier is het zaak om een klimaat te scheppen waarin je fouten mag maken en er

onvermijdelijk zult maken. Leren betekent fouten maken. Ook de ervaren collega’s

op de werkvloer maken immers nog fouten.

“Leren doe je door bij de patroon mee te draaien, te doen wat iedereen doet, zelf

uitleg te vragen en goed te kijken. Soms komt de baas vragen of het lukt.”

Door jongeren in detail te vragen met welke opdracht ze bezig zijn

en waarom ze het op de gekozen manier aanpakken, help je hen bij de

tijdsinschatting en planning.

Doe eens de oefening: Tel het aantal keren dat je de jongeren op

een dag feedback geeft. Hoeveel van de opmerkingen waren positief of

een compliment? Weetje: van de tien gegeven opmerkingen moeten er

zeven positief of opbouwend zijn om een goed gevoel aan je werkdag

over te houden … (Eveneens van toepassing op oudere medewerkers.)

Vraag eerst aan jongeren wat zij ervan vinden om fouten te maken

en om dat al dan niet te melden. Leg dan aan de jongeren uit dat jij vindt

dat ze fouten mogen maken en waarom jij het belangrijk vindt dat ze die

ook melden.

Page 41: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

40

Stimuleer de jongere om actief te reflecteren over zijn werkproces en het

eindresultaat.

Bouwsteen 3: Collaboratie en coaching

Er kan alleen tot ‘high impact learning’ gekomen worden als de

praktijkomgeving deel uitmaakt van het leren. Een lerende is immers in constante

interactie met zijn omgeving. Het HILL-model stelt dat er drie vormen van leren in de

praktijkomgeving zijn die de lerende positief kunnen beïnvloeden. De eerste vorm is

het teamleren of collaboratief leren. De lerende moet de kans krijgen om als

gelijkwaardig lid in een team te functioneren.

Vervolgens is er het ‘peer-assisted learning’. Hier functioneert de lerende in feite

voornamelijk individueel, maar maakt hij deel uit van een netwerk. Interactie met en

feedback van ‘peers’ (dat zijn de andere leerjongeren of medeleerlingen) moeten

aan bod komen.

Ten slotte is er het leren door middel van coaching. Hier leert de lerende individueel

met interactie en feedback van een coach die de lerende ondersteunt in zijn

leerproces. De coach moet op gezette tijden de lerende sturen en vertrouwen geven.

Vertrouwen moet leiden tot co-constructie en constructieve conflicten.

Page 42: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

41

Teamleren, coaching en leren van medeleerlingen in de praktijk

Teamleren

Samenwerken draait niet alleen om de jongere en de school, maar ook om de

samenwerking tussen de school en het bedrijf. Zo kan het bedrijf samen met de

school werken aan het leerplan en inspiratie voor werkstukken geven. Misschien kan

het bedrijf mee input geven over de afdeling waar de jongere het best stage kan

lopen. Het is voor de leerkracht niet evident om alleen een goede inschatting te

maken van de taken, complexiteit en de moeilijkheidsgraad van het bedrijf. Hier is

een pertinente rol voor de onderwijscoördinator (technisch adviseur) weggelegd.

Deze moet de mogelijkheid krijgen om in de bedrijven regelmatig poolshoogte te

nemen. Er is immers ook nog een hoge onderlinge heterogeniteit bij de

stagebedrijven. Voorts is het van belang dat het bedrijfsleven geconsulteerd wordt

voor de bouw van nieuwe praktijkscholen, zodat die zo lang mogelijk geschikt

blijven als oefenterrein.

Jongeren geven aan dat het niet makkelijk is om van de communicatie op school

over te stappen naar de communicatie in een werkomgeving. Vooral wanneer ze

fouten hebben gemaakt of wanneer ze op school een andere techniek hebben

aangeleerd. Een groot bedrijf heeft het voordeel van veel medewerkers in dienst te

hebben, waardoor de jongere wel iemand vindt met wie hij een klik heeft. Wel moet

altijd duidelijk zien wie er instaat voor de jongere en wie het laatste woord heeft.

Ook is de coördinatie van het werk er meer gestructureerd en vindt de jongere

sneller aansluiting.

“Op school wordt veel belang gehecht aan beleefdheid. Op stage is het losser en is

wat ruwer taalgebruik mogelijk. Zelfs discussie kan wat meer, daardoor stellen we

ook meer vragen. De collega’s op het bedrijf hebben vroeger zelf ook stage gelopen;

zij begrijpen je beter.”

Opdat de jongere vlot in het team kan worden ingeschakeld, is het van groot belang

dat team in te lichten over de voorkennis van de jongeren. Problemen en frustraties

Veranker samenwerking tussen bedrijf en school structureel en

verklein de kloof:

1. Update de kennis van de school over nieuwe werkingsprocessen,

machines en materialen door regelmatig overleg en bezoek.

2. Zoek samen naar didactische oplossingen om gebrek aan nieuwe

machines en materialen in school weg te werken of minstens te

compenseren.

Page 43: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

42

in de praktijk ontstaan vaak naar aanleiding van foute verwachtingen. Dat geldt ook

voor bepaalde delicate kwesties betreffende de thuissituatie, leerstoornissen of

andere zaken die impact hebben op het leren van de jongere. De leerkracht dient de

werkgever (en vervolgens het team) in te lichten, mits toestemming van de jongere,

daar waar nodig.

Ook omgekeerd moet de jongere de nodige informatie krijgen over het werk, de

werkgever en het team. ‘Sociale’ voorkennis in de mate van het mogelijke en het

wenselijke zorgt ervoor dat de jongere niet in een volledig ongekende omgeving

terechtkomt.

Coaching

Coaches of werkplekmentoren vervullen een onmisbare rol. Ze dienen de liefde voor

hun werk over te brengen op de jongere. Dat gebeurt het best door meer ervaren

werknemers met een groot inlevingsvermogen. Een coach moet in staat zijn om niet

boos te worden als er fouten worden gemaakt, maar het telkens vriendelijk opnieuw

willen uitleggen. Resultaten en inspanningen moeten bevestigd worden en elk (ook

het kleinste) succes geloofd. “Laat de jongere trots zijn op zijn werk.”

Problemen en frustraties in de praktijk ontstaan naar aanleiding van

foute verwachtingen. ‘Bezint eer ge begint!’:

Weet jij wat de jongere kan en kent voor hij of zij aan de slag gaat bij

jouw bedrijf?

Weet de jongere wat er concreet van hem of haar wordt verwacht qua

kennis en kunde?

“Blijven geloven in jongeren, ook als ze zich in het begin niet

inzetten, het niet kunnen of afwezig blijven. Hun duidelijk tonen dat je er

voor hen bent en in hen gelooft, interesse tonen in de leerling als persoon.

Dat werkt.”

Page 44: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

43

Coachen wil ook zeggen dat je duidelijke grenzen aangeeft en de jongeren blijft

bevragen wat ze nodig hebben om aandachtig te kunnen werken. Er kunnen het

best wederkerige voorwaarden worden afgesproken. Indien die voorwaarden worden

overschreden, kan dat het best onmiddellijk aan de jongere gecommuniceerd

worden. Maar rond wel steeds positief af.

“Geef pluimpjes. Iemand afbreken kun je in vijf minuten, iemand opbouwen duurt

soms twintig jaar.”

De begeleider op school of in een bedrijf geeft het voorbeeld.

“… als zij weinig gemotiveerd zijn, zijn wij het ook.”

Peer-assisted learning (jongeren leren van hun medeleerlingen)

Jongeren leren van elkaar. Jongeren zijn vaak (heel erg) eerlijk tegen elkaar en over

elkaars vaardigheden. Een goed leerproces ontstaat in dit verband enkel als de

werkplekmentor een goed werkend kader geeft waarin de jongeren elkaar van

feedback kunnen voorzien. Dat wil concreet zeggen dat je hen het best kunt

stimuleren om regelmatig samen iets nieuws uit te laten zoeken of degene die reeds

ervaring heeft, samen te laten werken met de ander. Jongeren spreken dezelfde taal.

De manier waarop zij elkaar iets uitleggen, is uniek. Hun verwoording zal nooit

hetzelfde zijn als die van een mentor of andere medewerker. Houd echter altijd een

oogje in het zeil, zodat de verhoudingen tussen de jongeren in evenwicht blijven.

Degene met de sterkere kennis of vaardigheden blijft te allen tijde de gelijke van

zijn medeleerling. Enkel de werkplekmentor is de gezagsdrager.

Bouwsteen 4: Hybride leren

Er is een hybride leeromgeving nodig om tot ‘high impact

learning’ te komen. Dat wil zeggen dat er geleerd wordt door interactie en

verschillende methoden en dragers. Leren gebeurt in een moderne opleiding online

en face to face (school of werplekleren). Die twee methoden dienen in een continu

proces met elkaar verweven te zijn. De bestaande leermanagementsystemen zoals

Blackboard of Smartschool worden onderbenut door ze te gebruiken als online

prikbord en communicatiekanaal. Er moet aan de nieuwe generaties lerenden

In grotere bedrijven lopen vaak meerdere jongeren tegelijkertijd

stage. Maak daar dankbaar gebruik van! De jongere die sneller gaat kan

de andere ‘als gelijke’ bijstaan. Dat is vaak minder intimiderend voor de

meer verlegen jongeren.

Page 45: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

44

tegemoet gekomen worden door hen te laten inzetten op hun (meestal sterkere)

online skills. Dat is tevens een manier waarop de lerende zich bekwaam kan voelen

(self-efficacy) en bij het leren tijdens de stage zichzelf positief in de kijker kan

werken.

Een doordachte opzet van werken en leren biedt veel

mogelijkheden om het leren effectief en interactief te maken. Afwisseling houdt de

motivatie hoog. Dat kan door:

te variëren in de opdrachten die er gegeven worden;

met verschillende machines te werken;

met verschillende soorten materialen te werken;

verschillende technieken te gebruiken;

verschillende medewerkers in te zetten (andere ploegsamenstellingen);

de werkdag op te delen in korte en lange periodes: een lange periode

repetitief werk doen, gevolgd door een korte periode innovatief en creatief

denken;

afwisseling te bieden tussen precies en minder precies werk;

te variëren in opdrachten met een hoog of laag tempo/tijdsdruk.

“Ik ben geïnteresseerd in de leerplannen voor mijn bedrijf. Misschien kan ik daarmee

differentiëren in de opdrachten.”

Veel jongeren pleiten voor korte stageperioden gespreid over verschillende

bedrijven, om te kunnen proeven van de verschillende bedrijfsculturen en om

alleszins meer bedrijfsbezoeken te doen. Op school kunnen bijvoorbeeld

klasgesprekken worden georganiseerd over de verwachtingen binnen een bepaalde

bedrijfscultuur.

Theoretische vakken kunnen immers ook gegeven worden in een praktijkomgeving

(bv. een afgebakende zone van een werf) zonder dat men daarin moet participeren.

Een stimulerende omgeving die de jongeren prikkelt, versnelt het leerproces.

Vooral voor jongeren van het buso is die variatie belangrijk om te

zorgen voor een evenwichtige concentratie.

Page 46: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

45

“lk leer de jongeren in het bedrijf de techniek aan; de werkplekmentor heeft het druk

met de productie. Zo kan ik achteraf in de klas met de jongeren inzoomen op de

nieuwste technieken, zonder productieverlies.”

Jongeren willen ook op een vroeger moment in de opleiding een observatiestage

doen. Ze zijn nieuwsgierig naar de realiteit. Die interesse moet optimaal benut

worden. Ze zijn sterk vragende partij om in de praktijk te gaan kijken. Ze hebben

dan ook voor een beroepsgeoriënteerde studierichting gekozen.

“Meer gemotiveerd tijdens de stage dankzij de afwisseling, de andere omgeving,

andere gewoontes, … een ander uitzicht.”

Ten slotte kan er ook gedifferentieerd worden door de jongere het gehele

productieproces eens te laten doorlopen of alleszins te laten meekijken. Zo kan hij

kennismaken met alle facetten.

Page 47: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

46

Bouwsteen 5: Actie en kennisdeling

Leren gebeurt het best ‘in actie’, door te leren met ‘peers’, in

team of door middel van een reallife (of gesimuleerde) situatie of door leren in de

praktijk zelf. Vandaar dat kennisdeling het best ‘just in time’ kan gebeuren. Dat wil

zeggen, op het moment dat we die knowhow echt nodig hebben om een probleem

op te lossen. De lerende moet dan ook aangezet worden tot het (mee)delen van zijn

leervragen (in de klas of in de praktijk) om just in time de nodige nieuwe informatie

te krijgen waardoor je verder kunt.

De praktijkomgeving is in feite de ideale leeromgeving om ‘in actie’ te leren. Ze

biedt immers authentieke, realistische problemen. Belangrijk is om een geschikt

leerklimaat binnen die leeromgeving te creëren. Dat leerklimaat bestaat uit het

aanmoedigen om fouten te maken, omdat het feedback geven op die fouten de

mogelijkheid geeft voor ontwikkeling. Fouten mogen maken in combinatie met

doorgedreven continue feedback biedt de beste leerkansen. Momenteel zijn scholen

en bedrijven gericht op het verbergen van fouten, waardoor leerkansen afnemen en

Tips voor de scholen voor gebruik van verschillende soorten van

dragers voor het leren:

Bedrijven contacteren of ze in onbruik geraakte machines

hebben die up-to-date zijn.

Bedrijven vragen naar overschotten van materialen die om

financiële redenen niet op school beschikbaar zijn.

De mogelijkheid bekijken om gereedschap te lenen of goedkoop

te huren. Ook bedrijven en materiaalverhuurders hebben er

immers belang bij dat hun aanbod gekend is bij toekomstige

werknemers.

Oefenen op afvalmateriaal.

Meerdere toepassingen van één soort materiaal.

Online ‘how to’-filmpjes voor machines.

Page 48: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

47

leren competitie wordt met anderen. “Door continue actie en interactie als deel van

een leerproces te zien, wordt ook het maken en rechtzetten van fouten een gewoon

acceptabel leeronderdeel.”4

Die redenering is niet alleen voor de lerenden ‘stricto

sensu’ van toepassing, maar ook voor de opleiders in de school en op de werkplek.

Ten gevolge van onder meer nieuwe wetenschappelijke en technologische

ontwikkelingen blijven ook zij ten dele ‘lerenden’ en moeten ook zij in een veilig

leerklimaat als professionals kunnen functioneren. Daartoe is in alle echelons van

het onderwijs en de arbeidsmarkt een oprecht leergierige en meer open mindset qua

kennisdeling nodig.

De onderstaande tips geven weer hoe je van de praktijkomgeving

een ideale leeromgeving maakt om aan ‘actieleren’ te doen. Meedraaien in een

bedrijf geeft het beste zicht op wat de jongere moet kennen om aan te sluiten op de

realiteit.

Een medewerker van het bedrijf die komt spreken in de school is ook een

meerwaarde.

Beeldmateriaal van een hedendaags bedrijf prikkelt ook.

Theorie en praktijklessen op verplaatsing in een reële werkomgeving onder

begeleiding van een leerkracht zorgen ook voor echte actie.

De jongeren van het zesde jaar eens laten meedraaien met het zevende jaar.

Die vormen van ‘actieleren’ zijn nodig om de jongeren te leren omgaan met

tijdsinschatting en te leren werken tegen een bepaalde deadline. Essentiële

vaardigheden die volgens de bedrijfswereld tot nu toe niet genoeg aandacht krijgen.

Het kan daarom van belang zijn om samen met de jongere een tijdsinschatting te

laten maken, die tijdens het werkproces intensief onder de loep te nemen samen

met de jongere en die vervolgens (collectief) te bespreken.

De jongere moet ook aangezet worden tot het (mee)delen van zijn leervragen om

‘just in time’ (op de juiste moment) de nodige nieuwe informatie te krijgen waardoor

je verder kunt. Dat wil zeggen dat het weinig nut heeft om de jongere op school

noch in de praktijk te laten ondersneeuwen met informatie. Specifieke

gedetailleerde info wordt het best onthouden wanneer je ze, na het aanleren van de

basis, pas geeft op het moment dat de jongere ze in het leerproces nodig heeft. Zo

kun je de basis van de techniek aanleren, terwijl je wacht met de details totdat de

jongere er effectief mee aan de slag moet. Pas dan wordt de kennis toegepast en

wordt die goed onthouden.

4 Dochy, F., Berghmans, I., Koenen, A. & Segers, M. (2015). Bouwstenen voor High Impact

Learning. Het leren van de toekomst in onderwijs en organisaties. Boom: Lemma

Page 49: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

48

“Ik leer het meest als het voorgedaan wordt en men me nadien nog tien minuten

opvolgt.”

In dat verband moeten we ons opnieuw de vraag stellen bij het curriculum dat de

school op dit moment moet volgen. De leerkrachten moeten de jongeren door

zodanig veel informatie loodsen dat er in de toekomst misschien andere keuzes

worden gemaakt. Door dit project concluderen we dat dat voor wat de

vakinhoudelijke competenties betreft alleszins in vraag moeten worden gesteld.

Een ander belangrijk onderdeel van een authentieke praktijkomgeving is ‘loon naar

werken’. In de realiteit ga je werken om je boterham te verdienen. Voor jongeren in

het systeem ‘leren en werken’ is dat niet anders. De geboden verloning is geen

‘extraatje’, maar wordt gezien als een rechtvaardige vergoeding voor hun geleverde

werk. Werk dat niet nog niet perfect is, aangezien ze in een leerproces zitten, maar

toch verlangen ze een inkomen naargelang de inspanning of ten minste het

perspectief op een vast inkomen.

Bouwsteen 6: Flexibiliteit: formeel en informeel

In een boeiende leeromgeving is het niet mogelijk om alles vooraf

te plannen en voor te bereiden. Toevallige activiteiten en interacties leiden vaak tot

interessante invalshoeken om de leerstof te benaderen. Zowel de opleider als de

student moet enige flexibiliteit toelaten om open te staan voor de leereffecten van

niet geplande acties (informeel leren). Daar je informeel leren per definitie niet kunt

plannen, is het zaak om te zorgen voor incentives die de lerenden aansporen om

informele acties uit te voeren. Je kunt met andere woorden wel een leereffect

uitlokken door fysiek en mentaal ruimte te laten voor spontaniteit.

In het HILL-model worden verschillende concrete voorbeelden aangehaald van

incentives zoals digitale interactie tijdens stages (chat), ‘peers’ om feedback vragen,

projectwerk, leerportfolio, enzovoort.

Overlaad de jongere niet met alle informatie van het volledige

werkproces. Voorzie de rode draad en de nodige uitleg voor de opstart.

Naargelang het werk vordert, bied je de rest van de uitleg in detail aan.

Page 50: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

49

Informeel leren (ongepland leren) kun je niet plannen, maar je

kunt wel zorgen dat er stimuli zijn die de jongeren de vrijheid geven om al

experimenterend te leren.

“Laat een leerling die zijn best heeft gedaan, eens iets doen wat nog niet in de

module past. Zo voelen ze zich belangrijk en krijgen ze een uitdaging en hebben ze

een idee van wat komt, een perspectief. Dit waar het kan op school en op de

bedrijfsvloer.”

Enkele goede praktijken uit het LES-project:

vrijheid inbouwen door de keuze van materialen, een eigen creatief element

laten toevoegen

op zoek gaan naar een alternatief gebruik van materialen

bij de start van het schooljaar brainstormen met jongeren over mogelijke

opdrachten die passen in het leerplan, eigen ideeën inbrengen op basis van

interesses en eerdere ervaringen

projectwerk

digitale interactie tijdens stage: chat, ...

Bouwsteen 7: Assessment

Assessment for learning vindt plaats tijdens het leren en niet

aan het einde. Leerkrachten en werkplekmentoren kunnen in die zin meer als coach

of als expert optreden.

Stimuleer experimenten, nieuwsgierigheid, interesses om bij te leren

(ook al is het niet exact de opdracht die je die dag had gepland). Bevraag

de jongere over zijn leefwereld en pik iets mee wat je in de les of de

praktijk kunt gebruiken.

Page 51: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

50

We moeten streven naar een manier waarop beoordeling geen onaangename

activiteit is maar een actie tijdens het leerproces, waarbij de nadruk ligt op het

toekomstperspectief (dat kan afhankelijk van het leerproces langer, intensiever dan

wel kort zijn) en de toets een motiverende uitkomst heeft. Continu feedback geven

moet een mindset van de docent zijn, waarbij minstens de helft van de feedback

positief moet zijn. Dochy stelt dat leerlingen immers een bevestiging van hun talent

(beperkt of onbeperkt) krijgen om hun motivatie gaande te houden.

Concluderend stelt het HILL-model dat het tijd is voor de opleider om als een

onderwijsingenieur/-designer aan de slag te gaan die continu zijn eigen

leeromgeving voor zijn opleiding ontwerpt en dat ook in een team doet. Daarvoor

zijn er wel organisatorische veranderingen nodig. De onderwijsinstelling en het

bedrijf moeten fungeren als lerende organisaties waarbij de leerkracht en de

werkplek een ruimer speelveld moeten krijgen dan enkel de klas of de specifieke

werktaak van de dag (indien mogelijk) om dat te realiseren. We spreken hier onder

andere over echte, blijvende uitwisselingscontacten met de arbeidsmarkt,

onderzoeksinstanties, intermediairen, enzovoort.

De evaluatie moet ook gebeuren door de mensen die met de

jongeren hebben gewerkt. Een supervisor die hen niet letterlijk aan het werk heeft

gezien, kan voor een vertekend beeld zorgen. Stagebedrijven moeten dan ook

eerlijk zijn in de feedbackmogelijkheden die er zijn voor de jongere. Zowel op het

gebied van tekorten als op het gebied van interessante extra mogelijkheden die ze

voorzien.

Het belang van als volwaardig teamlid behandeld te worden, komt ook terug op het

gebied van evaluatie en feedback.

Indien we willen dat de leerkrachten (weer) positief worden bekeken

als echte vakexperten, moeten we hun hier dan ook de kans toe geven. Er

is een platform nodig waar didactische expertise gemengd wordt met

bedrijfsrealisme opdat een innovatieve, adequaat functionerende

onderwijsvorm kan ontstaan.

“Als de jongere feedback krijgt zoals een volwassene, gaat de jongere

zich ook als volwassene gedragen.”

Page 52: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

51

Een heikel punt is het feit dat veel jongeren aangeven dat de punten te veel gegeven

worden op basis van wat in je stageboekje staat en te weinig op wat je echt gedaan

en gepresteerd hebt tijdens de stage.

Jongeren willen dat er ‘open kaart met hen wordt gespeeld’. Ze verwachten tijdens

het leerproces te worden bijgestuurd en concrete tips te krijgen hoe ze zich moeten

verbeteren. Het leerproces is voor een ‘lerende’ dan ook belangrijker dan het

resultaat.

Tijdens een moment van feedback kan de motivatie verhoogd worden door eerst

aandacht te geven aan een positief punt en dan samen verbeterpunten te zoeken,

waardoor de leerkracht of werkplekmentor de kans krijgt om de werkpunten aan te

brengen. Een eindevaluatie kan het best door de leerkracht en de werkplekmentor

samen gebeuren. Op die manier tonen beiden dat ze samen verantwoordelijk zijn.

Hoewel we de neiging hebben om het merendeel van de aandacht naar de zwakkere

jongere te laten gaan, heeft de sterke jongere die aandacht evenzeer nodig. Continu

feedback en verbetertips geven moet als stelregel in de gedachten van de begeleider

zitten, waarbij minstens de helft van de feedback positief moet zijn, ook al lijkt de

inzet of het talent minder aanwezig. Er is bevestiging nodig om motivatie gaande te

houden.

Een constructieve evaluatie groeit uit het geheel van openhartige,

eerlijke, on the spot geleverde feedback van leerkracht, werkplekmentor

en andere medewerkers (eventueel medeleerlingen) mét tips ter

verbetering, ruimte voor de mening van de jongere, gedocumenteerde

verbeteracties en een schouderklop voor de reeds geleverde inspanning.

Page 53: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

52

Page 54: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

53

Bijlage 1: projectomschrijving

LES: Leer- en ervaarstages onderwijs-arbeidsmarkt: Het opzetten van een

pilootproject duaal leren rond het verbeteren van de begeleiding van leerlingen

in het kader van de doorstroom uit het studiegebied bouw naar de

arbeidsmarkt in de provincie Limburg als blauwdruk naar andere sectoren.

1. Oproep pilootprojecten duaal leren

De conceptnota bis Duaal Leren vermeldt een aantal concrete doelstellingen voor

het nieuwe duale stelsel van leren en werken waaronder de regeling van de

trajectbegeleiding in zijn verschillende facetten. In het kader van de uitrol van

pilootprojecten rond Duaal Leren dient het provinciebestuur Limburg- Steunpunt

Onderwijs een project in dat zich primordiaal richt op het verbeteren van de

trajectbegeleiding van leerlingen met het oog op de optimalere doorstroom uit het

studiegebied bouw naar de arbeidsmarkt in de provincie Limburg. Met dit

pilootproject wil het provinciebestuur samen met de Confederatie Bouw uiteindelijk

de doorstroom verbeteren uit het studiegebied bouw naar de arbeidsmarkt in de

provincie Limburg. Anderzijds wil men vanuit de ervaringen essentiële

succesfactoren en valkuilen van een beter afgestemde begeleiding en ondersteuning

van leerlingen in het duaal leren detecteren en uitrollen voor de transfer naar andere

arbeidssectoren in Limburg en/of Vlaanderen.

2. Situationele analyse

Het Steunpunt Onderwijs van de provincie Limburg streeft binnen haar

speerpuntwerking naar een maximale afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt

en naar een consensus tussen onderwijsbehoeften en behoeften van het werkveld.

Daarnaast geloven wij ook sterk in de kruisbestuiving van de werking duaal leren

met de andere deelwerkingen van het Steunpunt Onderwijs:

- ondersteuning lokale besturen

- voorkomen vroegtijdig schoolverlaten ikv leerrecht

- versterken lerarenopleiding

- stimuleren technische geletterdheid binnen Ontdek techniek Talent

- participatie Regionaal Overlegplatform Leren en Werken

- studiekeuzebegeleiding

In het Strategische Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK) wordt in het

bijzonder ingezoomd op de problematiek van de doorstroom van het onderwijs naar

Page 55: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

54

de arbeidsmarkt waarbij een afstemming tussen beiden primordiaal is om te komen

tot een optimale doorstroom. Dit zorgt enerzijds voor een betere gekwalificeerde

uitstroom uit het onderwijs maar ook voor een beter gefaciliteerde instroom in

relevante arbeidssectoren. In dit kader is de bouwsector een prioritaire

arbeidssector met een groeipotentie en de mogelijkheid tot doorstroom van

jongeren uit diverse nijverheidsrichtingen.

Eén van de hoofdthema’s dat aan bod komt in het Limburgse Onderwijsplatform,

onder voorzitterschap van de gedeputeerde van onderwijs, is de doorstroom van het

secundair onderwijs in al haar vormen naar de arbeidsmarkt en/of het hoger

onderwijs. Uitgangspunt van de bijeenkomsten van het Onderwijsplatform is

fundamenteel het verhogen van de gekwalificeerde uitstroom uit het onderwijs.

Partners uit alle onderwijskoepels uit het basis- secundair en hoger onderwijs zijn

vertegenwoordigd in dit platform, alsook vertegenwoordigers uit het departement

en kabinet onderwijs, het Steunpunt Onderwijs en de CLB’s. Het Limburgs

Onderwijsplatform stelt zich tot doel nieuwe en bestaande initiatieven af te

stemmen en elkaar te laten versterken.

In het kader van SALK – Strategisch Aktieplan in het Kwadraat – en haar reguliere

werking wordt er binnen het Steunpunt Onderwijs ingezet op een aantal projecten

en netwerken die gericht zijn op de afstemming onderwijs-arbeidsmarkt gericht

op de verhoging van de gekwalificeerde uitstroom. De expertise die hier is

opgebouwd kan de uitvoering van dit pilootproject versterken. Projecten die

inzetten op het afstemmen van mentoren uit het bedrijfswereld en school:

Architect van je eigen loopbaan (SALK-project)

Leerloopbanen van de toekomst(ESF-project)

Uni-form (Spoor 4)

3. Inhoudelijke analyse

De begeleiding van leerlingen in het kader van de doorstroom uit het studiegebied

bouw naar de arbeidsmarkt kan verbeteren als er een optimale afstemming is tussen

school en werkplek. Dit kan pas verwezenlijkt worden wanneer begeleiders en

betrokkenen uit school en werkplek dezelfde taal spreken, wanneer ze in interactie

treden en ervaringen delen en dit vanuit een respectvolle houding tav ieders

werking, en doelstelling. Kwaliteitsvol leren en werken leidt tot grotere kans op

duurzame tewerkstelling. In dit pilootproject benadrukken we de werkcomponent,

rekening houdend met het toekomstig systeem Duaal Leren, waarbij we de

onderwijscontext en de jongere nooit uit het oog verliezen. Meer nog de jongere in

zijn leerproces zal centraal staan.

Page 56: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

55

Als pilot richten we ons in eerste instantie tot samenwerking met de bouwsector. Er

bestaat nog een hiaat wanneer we zicht willen krijgen op de werking en de

begeleiding van jongeren in het normaal economisch circuit (NEC). In het kader van

dit project werken de Confederatie Bouw en de provincie Limburg samen om

kritische succesfactoren te formuleren in het kader van het toekomstige model van

duaal leren. In de toekomst willen we dit verder uitrollen naar bestaande structuren

zoals het Limburgse Ondernemersplatform en/of andere sectoren.

4. Projectomschrijving

Projectdoelstellingen

Met dit project willen we de kwaliteit van de trajectbegeleiding van jongeren uit het

studiegebied bouw op weg naar een duurzame tewerkstelling verbeteren. Er is nog

veel onduidelijkheid over de werking en begeleiding van jongeren in stages in het

normaal economisch circuit. In het duaal leren van de toekomst wordt de

afstemming tussen leer-en werkplek belangrijk om te komen tot succes in de latere

tewerkstelling.

Het project zet in op

het versterken van kennis over de mogelijkheden van Duaal Leren en

competentieontwikkeling op de school- en werkvloer, zowel vanuit het

perspectief van de jongere, school als de onderneming

werken naar een geïntegreerde begeleiding in functie van een optimale

interactie tussen lesplaats en werkplek. De samenwerking met het

werkveld en experten uit de bouwsector is cruciaal. Enkel op die manier

kan er een goede match ontstaan tussen de werkcomponent en de visie

vanuit onderwijs.

Het versterken van het netwerk bouwsector-onderwijs met mogelijke

uitbreiding naar andere sectoren

Conceptueel

Samen met de Confederatie Bouw willen we een aantal leer-ervaar-stage (LES)-

trajecten op de leer- en de werkplek realiseren. Vanuit deze pilot willen we de

kritische succesfactoren detecteren die in het kader van het toekomstige duaal leren

kunnen meegenomen worden om te komen tot succesvolle trajectbegeleiding van

leerervaarstages. Doel is om te komen tot een betere doorstroom van leerlingen uit

het studiegebied bouw naar de bouwsector.

We passen de methodiek van de leer-en ervaarstages toe om trajectbegeleiders en

begeleiders op de werkvloer te ondersteunen in het aanscherpen van hun

competenties. De traject- en leerlingbegeleiders en (vak)leerkrachten maken actief

kennis met de dagdagelijkse werking op de werkvloer. Mentoren op de werkvloer

stappen mee in de wereld van leren en trajectbegeleiding op school.

Page 57: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

56

In de LES-trajecten staan de leerlingen centraal:

- Hoe worden ze optimaal begeleid?

- Hoe krijgen ze de meeste kansen op een duurzame tewerkstelling op de

arbeidsmarkt?

Doelgroep zijn de leerlingen uit BuSO, DBSO, Leertijd, TSO en BSO. Ook zij spelen

een actieve rol in het delen van ervaringen.

Er wordt een kijkwijzer ontworpen door pedagogische begeleiding, lectoren

hogescholen, experten uit de bouwsector en kansarmoede zodat deelnemers uit de

LES-trajecten bewust en gerichter kijken. Via observaties, deelname aan activiteiten

en leermomenten, gesprekken, reflectie, … krijgen de deelnemers zicht op de

taakinvulling en begeleiding van de ander. Begeleiders scherpen hun vaardigheden

aan met betrekking tot begeleiding en coaching en delen de eigen expertise aan de

collega-deelnemers.

We zetten hierbij in op leren uit ervaring, uit de praktijk van onderuit. De conclusies

vanuit deze praktijkervaring koppelen aan een wetenschappelijk onderbouwd kader

om zo te komen tot kritische succesfactoren op verschillende niveaus. Dit vanuit de

hypothese dat bewuster en gerichter kijken naar de praktijk in het onderwijs en op

de werkplek al heelwat bouwstenen in zich dragen om tot innovatie en optimalisatie

te komen. Hierdoor krijgen we meer draagvlak – en kracht.

Doel is ook om in de toekomst de ervaringen uit deze pilot verder uit te rollen

sectoren zoals de metaalsector waar we “oefenplekken” voor jongeren missen. Ook

denken we aan het verbinden van duaal leren en jongeren die omwille van de

situatie tijdelijk buiten school “leren” in bijvoorbeeld een zorgboerderij, een

zorgbouwbedrijf. De inzichten uit dit project kunnen ons helpen om het individuele

en/of flexibel leertraject van jongeren met een verhoogd risico op vroegtijdig

schoolverlaten te versterken. Een opstap naar een brug tussen arbeid-onderwijs-

welzijn.

Operationeel

Doelgroep:

Trajectbegeleiders leren en werken

Trajectbegeleiders BuSO

Mentoren op de werkvloer uit de bouwsector en werkgevers

Aanbieders schoolaanvullende projecten (leerrecht, organisatoren brug

en IBAL)

Leerlingbegeleiders en (vak)leerkrachten (bouw) uit TSO en BSO

CLB-medewerkers

Leerlingen BuSO, Leren en Werken, TSO en BSO

Page 58: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

57

5. Projectplanning

Periode Actie

Jan- mei 2016 Actie 1: Opstart stuurgroep

Actie 2: bekendmaking project en toeleiding

Actie 3: ontwikkelen kijkwijzer

April- juni 2016 Actie 4: Proefcarrousel LES-team

Juni 2016 Actie 5: Samenstelling “LES-teams”

Actie 6: Eerste LEScafé

kennismaking

project/concept/verwachtingen

verheldering kijkwijzer

kennismaking LES teams

Aug – dec 2016 Actie 7: 4 carrousels leerteams gaan op pad

Jan - feb 2017 Actie 8: Opmaak LESfiches door de deelnemers

Maart 2017 Actie 9: Tweede LEScafé

ervaringsuitwisseling en reflectie

bespreking goodpractices

eerste kadering: waarom werkt iets wel,

waarom werkt iets niet, een eerste

metareflectie

April - mei 2017 Actie 10: Opmaak eindrapport en

wetenschappelijke kadering door stuurgroep en

experten

Juni 2017 Actie 11: Slotcafé

Actie 1: opstart stuurgroep

overkoepelende stuurgroep monitort het project. De stuurgroep is als

volgt samengesteld:

o vertegenwoordigers pedagogische begeleiding

o vertegenwoordiger Confederatie Bouw

o vertegenwoordiger CLB’s

o vertegenwoordiger Limburgs onderwijsplatform

o vertegenwoordiger Departement/Kabinet Onderwijs

o vertegenwoordiger steunpunt Onderwijs

Page 59: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

58

Wetenschappelijk experten uit zowel onderwijs als arbeidsmarkt gaan

met de fiches aan de slag en onderbouwen de output. Afhankelijk van

het verloop van de project zullen deze experten actief deelnemen aan

de LES-cafés.

Actie 2: bekendmaking project en toeleiding

Actie 3: ontwikkelen kijkwijzer

Het bestaande kader uit ‘Architect van mijn loopbaan’ (SALK-project)

wordt gebruikt als basis voor de ontwikkeling van de kijkwijzer om het

kijken en doen van de handelingspraktijk in kaart te brengen. Deze

kijkwijzer is duidelijk, toegankelijk en makkelijk hanteerbaar voor elk

deelnemer aan een carrousel..

Actie 4: Proefcarrousel LES-team

In een carrousel gaan deelnemers uit een LES-team observeren en

actief meewerken bij andere deelnemers om zo bewust en gericht

ervaring op te doen op de les-of werkplek. De deelnemers gebruiken

de kijkwijzer als leidraad om hier een aantal good practices uit te

distilleren.

Voor de ‘proefcarrousel’ wordt gekozen voordeelnemers die nu reeds

openstaan voor of vragende partij zijn om mekaar beter te leren

kennen.

Actie 5: samenstelling LES-teams

minstens 4 trajecten (waaronder één proefcarrousel - in verschillende

Limburgse regio’s) waarbij telkens

o groepen van 5 deelnemers (1 trajectbegeleiders BuSo, 1

trajectbegeleider Leren en werken, 1 mentor op de werkvloer

van een bedrijf uit het NEC, 1 trajectbegeleider brug/IBAL, 1

stagebegeleider uit TSO/BSO).

o Deze groepen kunnen uitgebreid worden met ondernemers,

leerkrachten en/beleidsmedewerkers en leidinggevenden.

(Ondernemers: expertise en noden vanuit het werkveld toetsen

aan mogelijkheden van onderwijs, Leerkrachten: vakinhoud

bewuster en gerichter aanpassen aan de leefwereld van de

praktijk…

Actie 6: eerste LES-café

Alle deelnemers aan het project komen samen in een eerste LES-café.

Hier worden de doelstellingen en verwachtingen van de LES-stages

duidelijk geformuleerd. Belang van rapportage en het engagement van

de deelnemers wordt extra in de verf gezet

Page 60: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

59

Actie 7: carrousels LES-stages

3 carrousel van LES-stages

Actie 8: opmaak LES-fiches opgemaakt door alle deelnemers

De LES-fiches vormen een belangrijk element in het project. De

deelnemers formuleren er de kansen en valkuilen voor de eigen

werking. Hierbij is het vooral belangrijk dat de reden van slagen/

missen duidelijk verwoord en benoemd kan worden. Het eerder

intuïtief aanvoelen van “dat werkt” wordt gecombineerd met

theoretische kaders van “dit werkt daarom en daarom”.

Actie 9: tweede LES-café

In een tweede LES-café staan ervaringsuitwisseling en intervisie

centraal. De deelnemers bespreken de sterke punten van de

verschillende werkingen. Waar zitten de opportuniteiten naar een

toekomstig systeem van duaal leren. Waar moeten we zeker mee aan

de slag? Waar zitten de kansen?

Een LES-café voor en door jongeren in de huidige systemen van duaal

leren genereert LES-fiches die meegenomen worden in het hele traject.

Organisatie van een LES-café voor alle deelnemers met ruimte voor

intervisie: met welke vragen, verwachtingen ben ik in de carrousel

gestapt, wat heeft me verrast, hoe kan ik zelf rolmodel zijn, wat kan ik

op korte en lange termijn veranderen op vlak van organisatie, aanpak,

beleid, …De inzichten van de deelnemers aan de carrousel zullen “op

café” aangevuld worden met de wetenschappelijke inzichten.

Actie 10: opmaak eindrapporten en wetenschappelijke kaders

Wetenschappelijke experten uit zowel onderwijs als economie,

ondernemers en onderzoekers uit onderwijs onderbouwen de fiches

met een theoretische kadering, goodpractices, do’s en don’t uit de

LES-fiches en zoeken aansluiting en transfermogelijkheden bij

bestaande onderwijsvernieuwende kaders, gebruikt binnen Limburgse

onderwijscontexten (vb. zelfdeterminatietheorie, nieuwe autoriteit,…)

Het LES-eindrapport is een bundeling van de LESfiches, theoretisch en

praktisch gekaderd en onderbouwd door praktijkmensen,

wetenschappelijke experten, werkgevers en onderwijsexperts.

Actie 11: Slotcafé

Tijdens het slotcafé worden de resultaten van de LESfiches voorgesteld

en dus ook de goodpractices De geobjectiveerde LESfiches worden

besproken en gekaderd en later op een website geplaatst. Er volgt een

disseminatie naar andere structuren en sectoren.

Page 61: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

60

Op die manier kunnen alle toekomstige “deelnemers” aan duaal leren

inspiratie putten om kwaliteitsvol aan de slag te gaan met

trajectbegeleiding en leren op de werkplek.

Rol projectcoördinator

De projectcoördinator monitort en houdt contact met alle deelnemers

aan het project. Hij/zij staat in voor het nauwkeurig opvolging van de

planning en timing van de leerstages. Hij/zij zorgt ervoor dat de

deelnemers tijdig en correct de LESfiches opmaken en verzamelt deze.

De projectcoördinator brengt verslag uit aan de stuurgroep en

signaleert knelpunten. Een goede planning met concrete afspraken

rond de timing van leerstages is cruciaal voor het slagen van dit

project.

Héél wat praktijkvoorbeelden werden verwerkt en theoretisch gekaderd in

voorgaande hoofdstukken. Hierna volgt een overzicht van alle praktijkvoorbeelden

zoals ze door de deelnemers werden ingebracht. Daaruit kan je bijkomend

inspiratie halen, en zien vanuit welke context het voorbeeld werd ingebracht.

Tijdens het project stootten we op 2 voorbeelden waarin bedrijf en school

uitgebreid samenwerkten om de jongere leerkansen te bieden. Je vindt ze achter de

tabel met de praktijkvoorbeelden uit de carrousels.

In dergelijke samenwerkingsverbanden is het belangrijk dat expliciet prioriteit

gegeven wordt aan het leerproces en de leerkansen voor leerlingen, waarbij de

leerkracht steeds begeleid en het behalen van competenties en doelen opvolgt.

Binnen dit kader is er dan ruimte voor autonome invulling.

Heb je graag meer info van één van deze partners dan contacteer je best Steunpunt

Onderwijs van de provincie Limburg.

Page 62: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

1

Bijlage 2: een overzicht van alle aangeleverde praktijkvoorbeelden

Les-project praktijkvoorbeelden verwerking BM = bedrijfsmedewerker; AL: alumni; LI = leerling individueel; LG = leerlingengroep LR = Leerkracht richtingsvak; LA =

leerkracht algemene vorming LB = leerlingbegeleiding, Aanvullend staat de 3e letter D voor deeltijds en B voor buitengewoon onderwijs

Hout; Bouw; S&D = schilderwerk & decoratie; CV& S = Centrale verwarming & Sanitair

Wie Sector

Beschrijving

LR Hout Het belangrijk is dat leerlingen leren inschatten hoeveel tijd ze nodig hebben voor een opdracht = planning en werken onder tijdsdruk.

BM Hout Werken met tijdsdruk deadline opbouwen in de loop van het schooljaar door eerst korte eenvoudige opdrachten te geven, waarbij bepaalde vaardigheden meermaals terugkomen (herhaling op kortere termijn verhoogt kennen & onthouden).

BM Hout Vrijheid inbouwen kan door bv keuze te laten in materialen of de kans te laten een eigen, creatief element toe te voegen.

BM Hout Bij start schooljaar een uurtje samenzitten en brainstormen over mogelijke opdrachten die passen in het leerplan leerlingen kunnen eigen ideeën inbrengen op basis hun interesses en van hun eerdere ervaringen tijdens een stage, als jobstudent, wat ze van thuis kennen ea. Zo is er meer draagvlak & motivatie door inspraak & aansluiting bij interesse.

BM Hout School kan bij bedrijven te rade gaan over invulling leerplan, inspiratie voor werkstukken die actueel en representatief zijn etc. Afgeleid daarvan kan men deze info ook in de theorie aan bod laten komen.

BM Hout Tijdens stage motiveert de economische waarde van wat ze doen de leerling. Dan zie je pas wat er in een jongere zit.

BM Hout Bedrijfsleider die als stage-introductie kort komt praten in de klas over wat ze kunnen verwachten en wat van hen verwacht wordt is zeker een meerwaarde, zelfs al is dit niet hun stageplaats.

Page 63: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

2

BM Hout School kan leerplan (waar leerling al kan en aan ‘t leren is) aan de mentor in het bedrijf bezorgen. Deze kan er op inspelen door het te laten toepassen, verdiepen of aanvullen.

BM Hout Er zit op school weinig tijdsdruk achter de opdrachten en deze duren lang. Daardoor hangen jongeren soms wat rond, het maakt (op korte termijn) niet veel uit hoeveel ze afgewerkt hebben. Het is zinvol om de jongere te leren omgaan met tijdsdruk, deadline’s. Dit kan door een korte opdracht tussen de langlopende door. Begeleiding en beoordeling kan dan meer focussen op werktempo, inschatten van benodigde tijd en respecteren van de deadlines. Dit kan niet alleen motiverend werken door de afwisseling en het korte termijnperspectief. Het biedt ook de kans om jongeren met andere materialen of aspecten te laten kennismaken (bv beslag, plaatmateriaal, kunststof). Tot slot brengt het ook afwisseling.

BM Hout Meer inspraak geven aan 6e of 7e -jaars over de opdrachten/werkstukken waarmee het leerplan gerealiseerd wordt. Naast impact op de motivatie geeft dit ook ruimte aan creativiteit. Mogelijk kan daardoor een breder gamma aan materialen en vaardigheden aan bod komen. Sommige vaardigheden kunnen extra herhaald worden. De focus mag zeker ook liggen op het probleemoplossend vermogen.

BM Hout Aandacht voor aansluiting bij de bedrijfsrealiteit in gebruikte materialen en (eventueel korte) opdrachten.

LG Bouw Stages worden beter verdeeld over meerdere korte periodes. Bijvoorbeeld 2 x 2 weken ipv 1 x 4 weken. Zo leren we meer technieken op de werf, verschillende ‘culturen’ in bedrijven, krijgen we een beter zicht op onze werkpunten. Elke week 1 dag op de werf is ook goed, dan ook best verschillende stageplaatsen en werven.

LG Bouw Als de leerkracht langskomt denken we dat hij best zowel met ons als met een werknemer praat. Liefst zelfs samen. Het zou ook beter zijn als we 1 vaste begeleider hadden.

LG Bouw Ik leerde in 2 weken meer op stage dan in 1 jaar op school. Dit omdat ik kon oefenen op grote oppervlaktes, het anders werd uitgelegd, met aandacht voor eenvoudiger en efficiënter werken. In de school is het probleem dat er dikwijls maar één machine of geschikt gereedschap beschikbaar is. Ik denk ook dat we in een 7e jaar dat dient om ons te specialiseren enkel richtingsvakken zouden moeten krijgen. PAV, wiskunde en godsdienst kregen we de jaren ervoor al genoeg.

BM Hout Ook jongeren met een beperking kunnen dingen bijleren. We mogen ons niet te snel neerleggen bij het idee dat ze iets nog niet kunnen (bijvoorbeeld een machine instellen). Laat het hen proberen en controleer nadien.

LG Bouw De leerkracht laat ons een tijdje vooraf weten als hij op stagebezoek komt. Die ochtend zelf stuurt hij ons daarvoor opnieuw een sms, zelfs erg vroeg. Hij neemt ook de tijd om even op de werf te blijven te kijken wat we doen en met iedereen te praten. Zo toont hij dat hij met ons inzit. Dat is veel beter dan een leerkracht die alleen maar kort langskomt voor een evaluatie.

Page 64: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

3

LG Hout Werken voor klanten geeft meer voldoening, precisiewerk is belangrijk, er mogen geen fouten inzitten. Want dit is in het nadeel van de baas. Daarom spannen we ons meer in om goed werk te leveren. Op school worden werkstukken soms weggegooid, dat is minder zinvol.

LG Hout 1 dag stage/week is niet goed. Je bent een deel van wat je even leerde al weer vergeten omdat je het weinig kon oefenen en er weer een week tussen zit, je komt niet in het ritme. Een langere periode (blokstage) of periodes met 3 dagen stage per week is beter. Zo kan je een project van begin tot einde afwerken, zie je vooruitgang en evolutie, alle aspecten van het werk, meer vragen stellen, onthou je beter wat je leert omdat je het iedere dag doet, leer je meer, ben je meer betrokken bij het zoeken van oplossingen voor probleemsituaties.

LG Hout Op school wordt alles stap voor stap uitgelegd. Dit remt het leren, is geen uitdaging. In het bedrijf krijg je de opdracht iets te maken. Je moet zelf sommige dingen uitzoeken, vragen stellen als het niet lukt. Dat maakt het uitdagender en leuker.

LG Hout Op stage zit er tijdsdruk achter, het moet af zijn tegen een bepaald moment, je moet doorwerken. Daar leer je van, je werkt ook geconcentreerder.

LG Hout Op school krijg je stap voor stap uitgelegd, daardoor leer je trager, je hebt ook geen of vaag zicht op het eindresultaat. (een GIP is al beter). Op stage weet je ‘dat gaan we maken’, tot in detail. Zo kan je beter leren.

LG Hout We zouden graag meer bedrijfsbezoeken doen. Dat is boeiender, duidelijker, concreter, interessanter en leerrijker dan op school een foto bekijken over een techniek. Dan gaan we meer vragen stellen. leerkrachten kunnen er zelf ook iets van leren.

LG Hout We vinden dat leerlingen op school al vroeger met machines moeten leren werken. We willen er ook meer over leren, bv niet enkel een CNC-machine leren gebruiken, maar ook programmatie ophalen, of zelfs maken

BM S&D Variatie in opdrachten brengen ipv elk jaar hetzelfde te doen. Liefst iets nuttigs. Best meer aansluitend bij de huidige realiteit in het werkveld, Ik zag dit al ergens, de leerlingen waren daar beter op tijd en oplettend al waren ze aan verschillende opdrachten bezig. Dit principe kan in alle onderwijsvormen toegespitst worden,

BM S&D Ik ga samen met een fabrikant les gaan geven in de school, bv ivm muurafwerking. Fabrikanten doen dat graag! Ze doen dat niet alleen voor bedrijven. Scholen kunnen dit vragen, Zo leren de leerlingen véél meer en sneller.

LRB Bouw Ik laat de jongeren mee bepalen welke taak ze opnemen, We hebben als school een takenlijst bij werftaken. Daarop zijn verschillende deeltaken opgesomd. De leerlingen konden zelf kijken op welke taak ze wilden focussen, bv ploegbaas die voorbereidt, eerder metsen, … Als leerkracht begeleidden we dan de leerling dan ifv gekozen rol. Zo was deze meer gemotiveerd om te leren.

Page 65: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

4

LRB Bouw WE trachten de leerlingen probleemoplossend te laten werken: ze moeten zelf nadenken hoe ze een bepaalde taak gaan aanpakken, Dit in overleg met andere leerlingen.

LRB Bouw Soms laten we een leerlingen die iets al beter kan een andere leerlingen bijstaan. Dat werkt goed.

BM Hout Op school en bedrijf kunnen we de tafels van vermenigvuldiging laten inoefenen door leerlingen stapeltjes te laten maken met houten balkjes: zo zien deze tafels letterlijk (in hoogte en breedte).

LG Bouw Je krijgt theorie krijgen is niet voldoende om iets te leren. Als je praktijktoepassing aansluit op de theorie is het ideaal. Je vergeet veel als er teveel tijd tussen theorie en toepassing zit. Indien je praktijk al even zag voor de theorie kan je je dit beter voorstellen, begrijp je de theorie beter.

LR Hout Klasgesprek over verwachtingen in bedrijfswereld door bedrijfsleider met jongeren van 5e jaar VOOR hun 1e stage is erg nuttig.

LBB Hout Closer samenwerken lijkt me aangewezen. Concreter uitwerken hoe we de jongeren voorbereiden op tewerkstelling. Mogelijke opties: extra stageperiode, praktijkles op verplaatsing in reële werkomgeving onder begeleiding leerkracht.

LRB Hout Onze leerlingen kunnen in een brugproject (in tegenstelling tot vele andere stageplaatsen) zelfstandig repetitief werk doen op hun eigen werkpost, waarbij ze ook de eigen werkfiches beheren. Dit heeft een positief effect op het leren en de motivatie van de jongeren door de zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, en het produceren van iets voor een klant.

LRB Hout In het brugproject kan met een deadline/werkdruk gewerkt worden. Zo leren de leerlingen niet alleen tegen een zeker tempo kwalitatief goed te werken, het is ook uitdagend (kan ik dat even snel of sneller dan …). Ik zag een duidelijk verschil in motivatie bij de jongeren dan in de schoolcontext.

LRB Hout Leerkrachten hebben meer ruimte en tijd nodig om de jongere te begeleiden bij (de start van) het leren in het bedrijf. Concreet voorbeeld (ervaring buiten carrousel LES): de mentor op het bedrijf heeft het druk met uitvoering/productie. Hij kan de leerling daardoor onvoldoende begeleiden bij voorbereidend werk. De leerkracht leerde de leerling de taak aan in het bedrijf. Bijkomend voordeel: de leerkracht kent de jongere beter, daardoor dikwijls meer vertrouwen.

LRB Hout We kunnen met onze leerlingen een halve dag naar het bedrijf (brugproject) voor werkplekleren. Ze zien dan hoe het er in een bedrijf aan toe gaat, en kunnen vaardigheden en technieken oefenen met machines die we in de school niet hebben.

LRD Bouw het bedrijf speelt snel in op problemen en knelpunten door directe communicatie met alle betrokkenen vanuit diverse invalshoeken. Ook in de klascontext kan (nog meer) ingezet worden op in gesprek met jongeren die problemen hebben of een opdracht anders interpreteren. Zo leren ze meningsverschillen constructief oplossen.

Page 66: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

5

LRD Bouw Zowel in school als bedrijf is het waardevol in te zetten op de persoonlijke relatie. Begrip voor een werknemer die ’s ochtend ’s aangeeft dat hij met iets zit of een jongere in school of bedrijf in dezelfde situatie maakt dat deze nadien beter en geëngageerd kan verder werken.

LRD Bouw Het is belangrijk te waarderen waar iemand goed in is. aandacht aan het positieve en dan samen zoeken hoe aan verbeterpunten kan gewerkt worden. Als je eerst en vooral aandacht geeft aan wat iemand niet kan verlaagt de motivatie om te leren.

LRD Bouw In het begin van een les investeer ik tijd om te horen hoe het met de leerlingen gaat, wat ze deden in het weekend. Dan gaat het leren nadien véél beter dan wanneer ik direct wil beginnen lesgeven.

LRD Bouw Blijven geloven in jongeren werkt. Ook als ze zich de eerste maanden (of zelfs langer) niet inzetten, het niet kunnen of afwezig blijven. Hun duidelijk tonen dat je er voor hen bent en in het gelooft, interesse tonen in de leerling als persoon werkt.

LRD Bouw De firma toonde me een website (facebook?) waarop ze filmpjes aanbieden die de juiste werkwijze of toepassing van technieken tonen. Dat wil ik gebruiken om samen met de leerlingen te leren.

LRB Bouw (Sommige van) onze leerlingen zijn teruggetrokken (owv faalangst). Het is best vooraf persoonlijk met hen eens naar de stagplaats te gaan en hen wegwijs te maken. Dit verlaagt de angst, vergemakkelijkt de start en verhoogt de kans op een succesvolle stage.

LRB Bouw In een groot bedrijf krijgen de leerlingen meer ondersteuning, er is ook een goede coördinatie.

LR Hout Je kan de leerling beter informeren en voorbereiden op de stage als je het bedrijf kent. Ook bij moeilijkheden tijdens stage kan ik nu beter inschatten hoe motiveren, of hen begeleiden in oplossen problemen. Daarom zijn meer carrousels nuttig. Ik wil een 2e carrousel doen.

LR Hout Een bedrijf moet weten welke taken een leerling wel zou kunnen (bv gelijkaardige machine) en hem daarmee laten beginnen. Als de leerling dan tijdens de stage toont meer in petto te hebben en gemotiveerd is, kan hij nieuwe taken aanleren in bedrijf. Dus de lat in het begin niet te hoog leggen EN vooraf goed communiceren tussen school & bedrijf.

BM Hout Ik leerde in de school dat het erg belangrijk is de leerlingen duidelijk afgelijnde doelstellingen mee te geven: wat moet je gedaan hebben tegen wanneer (en hoe). Best doe je dit individueel (aangepaste taak op gepaste manier brengen). Dit wil ik zelf ook meer toepassen bij mijn personeel.

BM Hout De school beschikt niet over de bruikbare machines die nodig zijn om de leerlingen de juiste vaardigheden te leren. Niet alleen is het beperkte machinepark verouderd. Er is een betere machine, maar deze wordt al een jaar niet in gebruik genomen. De schoolinfrastructuur is er niet voor aangepast. Oorzaken: te weinig werkingsmiddelen, te weinig personeel in een kleine school om zich er mee bezig te houden, bureaucratische drempels. Ook wordt/werd bij nieuwbouw te weinig rekening gehouden met toekomstige noden. Een gebouw wordt gezet voor de noden op dat

Page 67: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

6

moment, zonder vooruit te kijken. Het streven naar de laagste prijs bij de aanbesteding versterkt dit. Daardoor zijn er bv te weinig stopcontacten. Initiatief door de school om een bedrijf te zoeken als sponsor (geld of werken uitvoeren) kan oplossing bieden op korte termijn. Aangepast doordacht bouwen met voldoende middelen is noodzakelijk. Aandachtspunten: betrokkenheid van decision makers; middelen; mandaat; hoger op de agenda plaatsen.

BM Hout Er komt een leerling van de school bij ons op stage. De kans op succesvol leren wordt verhoogd door: hen dadelijk te laten meedraaien maar kort op te volgen. Voordeel van een iets groter bedrijf is dat er altijd wel een werknemer is waar het mee klikt. Daardoor lukken de meest stages, ook voor leerlingen met ‘gedragsproblemen’. Op de bedrijfsvloer hebben de meeste leerlingen ook geen last van hun schoolmoeheid (het is dus geen leermoeheid). Hen prikkelen is de belangrijkste uitdaging. daarvoor zijn meer middelen nodig (ook voor het bedrijf - personeelskost) en een goede begeleiding.

LRB Bouw Als leerkracht een week meedraaien (kijken en meedoen) is ideaal als werkplekleren. Een leerling met autismespectrumstoornissen kan op die manier een bedrijf gepast (met meer kans op succes) leren kennen. Als leerkracht en bedrijf kunnen we zo ook meer mogelijkheden om de leerling te laten leren ontdekken.

LRB Bouw Materiaal gekregen van bedrijf, voor leerlingen een leerkans, voor het bedrijf afval.

LRB Bouw Met meerdere lk & bedrijf nadenken over gepaste plaats/opdracht voor Duaal leren = betere begeleiding.

LG Bouw We merkten dat we héél wat technieken die nodig zijn op de werf (nog) niet geleerd hadden in de school. Oorzaken: Op school is het dure gereedschap niet voor handen; er is onvoldoende ruimte om de techniek goed in te oefenen; Onze stage valt in 1e trimester. We krijgen veel technieken pas later; Het zou beter zijn om van bij de start van het schooljaar basiskennis en -technieken van zowel platte als hellende daken te krijgen. Nu kregen we slechts één van beide, maar op de stageplaatsen moesten we net het andere kennen.

LG Bouw Je komt best ook met meerdere werknemers in contact, van iedereen kan je iets leren.

LG Bouw Ik leer het meest als het voorgedaan wordt en me nadien nog 10’ opvolgt.

LG Bouw Het bedrijf wist niet vooraf wat we wel of (nog) niet leerden. Dat zou wel nuttig zijn

LG Bouw In principe komt de leerkracht 1 x/week langs, dus 4x. In praktijk is dat 1 of 2 keer. We begrijpen dat wel door bv de afstand tot de werf. Misschien is het beter dat er meer leerlingen bij 1 bedrijf stage doen. dan kan de leerkracht meer komen kijken, feedback geven & krijgen, de veiligheid en de werking op de werf in het algemeen ervaren.

LG Bouw Door de goede uitleg van een werknemer, die me ook alles toonde (op een bestaand groendak) wist ik goed wat ik moest doen, wat men verwachtte. Ik mocht dit nadien zelfstandig doen, en leerde zo héél veel op korte tijd.

Page 68: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

7

LG Bouw Het was erg nuttig dat we lijmtechnieken mochten oefenen met afval. Nadien werd dit nagekeken en legden ze ons uit wat nog anders of beter moest, waarop we moesten letten, en waarom. Dit was erg leerrijk. Het zou nog beter zijn als we de tips al kregen tijdens het uitvoeren.

LG Bouw De communicatie over het bedrijf moet beter als we een stageplaats kiezen/contacteren. Het is fijn dat we mogen kiezen, maar dan hebben we meer info nodig. Niet enkel een correcte naam, adres en telefoonnummer. Maar ook wat het bedrijf precies doet (platte daken, hellende, welke dakbedekkingen, groendaken, …), wat wij mogen verwachten en wat we moeten kunnen. Dan kunnen we ook kiezen op basis van wat aansluit bij onze sterke punten en interesse. Nu hadden we het gevoel dat we in de diepte gegooid werden.

LG Bouw In de theorieles (van de richting) meer focus op de realiteit op de werkvloer ipv de theorie. Best ook OP de werf gaan kijken dan, zodat we het kunnen zien. Eventueel daar ook inoefenen.

LG Bouw Een evaluatie gebeurt nu dikwijls door iemand van het bedrijf die ons niet eens bezig zag. Zo krijgt de school geen goede info over wat we al kennen en nog moeten leren.

ALB Hout Een leerling heeft ook ondersteuning op maat nodig om een stageplaats te vinden en er afspraken mee te maken.

ALB Hout Denk er aan dat “slecht gedrag” van een leerling niet altijd betekent dat hij niet wil. Misschien verbergt hij iets dat hij niet kan of durft.

BM Hout Jongere zijn nog erg speels op school. In het bedrijf wordt verwacht dat ze langere tijd geconcentreerd kunnen werken tegen een zeker tempo. daarom is het zinvol dat de school meer inzet op het aanleren daarvan, anders is de stap te groot. Misschien hebben die jongeren het daar moeilijk mee. Maar ondanks hun beperkingen en achtergrond is het toch aan leren blijven werken.

BM Hout Het machinepark in de school is erg verouderd. Zo kunnen jongeren dit niet leren kennen. In een bedrijf of brugproject zijn dergelijke machines wel aanwezig. Hoe zorgen we ervoor dat de jongere dit op locatie kunnen gaan ontdekken en aanleren.

LG Bouw Op een bouwwerf leer je meer dan in de school omdat de realiteit dikwijls niet overeenkomt met de theorie. Je kan dus niet zomaar toepassen wat je leerde, maar moet je werkwijze aanpassen aan de realiteit en (samen) oplossingen zoeken.

LG Bouw In het bedrijf krijg je meer diverse taken. Zo leer je van alles wat. De afwisseling verhoogt ook je motivatie.

LG Bouw In school mets je en breek je het af. In het bedrijf mets je en moet je het enkel afbreken als het niet goed is. Daardoor doe ik in het bedrijf nog meer mijn best.

Page 69: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

8

LG Bouw School en bedrijf werken goed samen: zo moest ik op het bedrijf Ytongblokken kunnen zagen, en leerde leerkracht me dat in de praktijkles op school.

LG Bouw De leerkracht leggen alles goed en geduldig uit, herhaalt vriendelijk indien nodig, en helpt ons. Je leert meer van een vriendelijke leerkracht. Daar neem je meer van aan en doe je meer voor.

LRD S&D Succeservaringen zijn belangrijk. Daarvoor is afwisseling nodig, bv geen 3 maanden schuren. Mogen afkitten (iets wat leerlingen mogen doen), Laat de leerling zijn werk tonen, toon interesse, geef bevestiging dat ze geleerd hebben en/of toon hoe ze het kunnen doen. Dit maakt hen zelfzekerder en bevordert vooruitgang in leren. Vraag hen dan wat ze nog willen bijleren (geef indien nodig mogelijkheden).

LRD S&D Laat een leerling eens iets doen wat nog niet in module past, bv mogen spuiten. Zo voelen ze zich belangrijk krijgen ze een uitdaging, hebben ze een idee van wat komt en perspectief. Dit waar het kan, op school en bedrijfsvloer.

BM Hout Communicatie school-bedrijf: nut leerlingen meer betrekken, zien hoe het er aan toe gaat, wat gemaakt kan worden = motiverend. ook waar eindresultaat staat.

LRD Cv&S Het is belangrijk dat stagebedrijven open en eerlijk zijn over reilen en zeilen leerlingen, Deze info is nodig opdat ik hen goed kan evalueren EN begeleiden in wat ze nog te leren hebben,

LRD Cv&S Sommige bedrijven maken het verschil in leren door extra inspanningen te doen Bv invullen stageboeken is moeilijk voor leerlingen, begeleiding bedrijf laat leerlingen dit invullen.

LRD Cv&S lk geef ook punten op indruk wanneer hij toekomt op stageplaats + in volgende praktijkles bespreken: waarom deze punten. dat komt in stageverslag. Belangrijk dat leerlingen weet wat evaluatie inhoudt. Open kaart spelen met met leerlingen.

LRD Cv&S Goede relatie LK met stageplaats is erg belangrijk. Praktijkervaring Lk in bedrijf is belangrijk voor deze band, weten waar ze over spreken, respect. Durven stageplaats naar hun expertise vragen voor les aan de leerlingen te geven. u kwetsbaar durven opstellen.

BM Bouw Wijs jongeren er op dat ze regels goed kunnen leren interpreteren (wat rigide toepassen, wat flexibel, hoe) door te kijken naar (gedrag van) de collega’s op de werf.

BM Bouw Maak leerlingen duidelijk dat ze elkaar later in een werksituatie terug tegen komen (binnen een opleiding en over de opleidingen heen) en moeten samenwerken.

Page 70: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

9

BM Bouw Steeds met het positieve afronden. De jongere trots laten zijn op hun werk en dit stimuleren. Geef enorme pluimpjes. Iemand afbreken kan je in 5 minuten, iemand opbouwen duurt soms 20 jaar. Toch mag je dit niet opgeven. het is belangrijk dat leerkrachten (en mentoren) correct grenzen aangeven, maar soms ook speels mee gaan. Steeds ALLE inzet en kwaliteiten zien en waarderen.

BM Bouw Blijven geloven in die jongeren, dat ze willen en kunnen werken. Ongeacht wat ze van thuis uit soms niet mee kregen. Ze mee trachten te krijgen door een combinatie van kordaat en luchtig, respect geven en eisen.

BM Bouw Bij werkplekleren gedurende een langere periode, (meer dan enkele dagen) zou de groep leerlingen een geïntegreerde opdracht in de realiteit kunnen uitvoeren. De mentor van het bedrijf geeft de opdracht, wat doe je, hoe, in welke volgorde. Hij blijft verantwoordelijk voor het groepsgebeuren, volgt op, roept overleg samen, is beschikbaar voor vragen, aan het werk zetten, De rol van de leerkracht is dan NIET uitleg geven, of gedrag aanpakken. Dit laat hij over aan de mentor van het bedrijf. De leerkracht werkt mee en observeert de leerlingen. Wat hij ziet pakt hij nadien ifv leren op in de schoolse situatie.

BM Bouw De motivatie en aanpak (geduld, engagement, gepaste begeleiding) van de leerkracht maakt of kraakt het kind. De kans geven om te leren door te blijven uitleggen, motiveren, kansen geven op eigen inbreng en vragen stellen.

BM Bouw Aandachtig kunnen werken is belangrijk in de later arbeidssituatie. Daarom moet er geïnvesteerd worden in het leren en oefenen om aandachtig te werken, zeker bij jongeren die het daar moeilijk mee hebben. Bespreek het met hen, vraag wat ze nodig hebben om dit te kunnen, verhoog langzaam streeftijden om dit vol te houden. laat hen oefenen en geef hen daarbij de uitleg waarom, de ondersteuning en aandacht die ze nodig hebben, en de positieve bevestiging voor progressie (eerder dan negatieve wanneer het niet (meer) lukt. daag die leerlingen daarbij uit door uitdagende opdrachten, zo breng je hen ook de passie voor het vak bij.

BM Bouw Laat jongeren waarheidsgetrouw oefenen. Ook aan aspecten zoals opruimen. daarbij maak je best een leerling persoonlijk verantwoordelijk voor het eigen materiaal of bepaalde gemeenschappelijke dingen. Maar als verantwoordelijke observeer je wie zijn deel deed. Die mogen dan op het einde rusten terwijl wie zijn deel niet deed alsnog aan de slag moet.. Niemand gaat weg uit de klas of van de werf zolang niet alles in orde is. (ook de leerkracht of ploegbaas niet natuurlijk). Zo werk je aan individuele EN gezamenlijke verantwoordelijkheid. An zij getuig ken je de werkman. Ook hier heeft leerkracht een functie als rolmodel.

BM Bouw Meer bedrijfsbezoeken zijn noodzakelijk opdat jongeren de realiteit goed kennen. Bij bedrijven of werven in de buurt moet dat niet altijd veel tijd kosten. Soms ken je zelfs van achter de omheining evolutie en werkwijze opvolgen.

BM Bouw Jongeren moeten de nieuwste processen en gebruikte materialen leren kennen. Dit motiveert ook en daagt uit. Gaan kijken bij de bedrijven die voorlopers zijn op een vlak, kan ook bij opendeurdag bedrijf. Een leerkracht die begeleidt en

Page 71: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

10

zelf interesse toont is natuurlijk noodzakelijk. Vraag als leerkracht ook info op bij bedrijven, velen zullen dit graag geven, het is ook in hun voordeel dat dit gekend is.

BM Bouw Het maakt niet uit van waaruit iemand stage doet (SO, HO, VDB, …). Een begeleider die geregeld (niet enkel bij evaluatie) op de werf komt kijken, observeren en overleggen is ERG belangrijk voor het leren van de jongere. Zo toon je als begeleider betrokkenheid, kan je zelf leren welke leersituatie je nadien in de school aanbiedt aan een bepaalde leerling. Zo werken de leerling, de mentor en de leerkracht SAMEN aan het leren.

BM Bouw Vraag op een werf naar een afgekeurd plan om jongeren hiermee te leren werken.

BM Bouw Door een gerichte en creatieve aanpak kan de school zorgen voor meer reële leersituaties in de school: 1. rondbellen naar bedrijven of deze geen in onbruik geraakte machines hebben die meer up to date zijn dan wat in de school staat, 2, eveneens bij bedrijven vragen naar (overschotten) van materialen die (om financiële redenen) niet in de school beschikbaar zijn 3. Mogelijkheid bekijken om gereedschap te lenen of (goedkoop) te huren (bv bekistingsmateriaal).. Ook bedrijven en materiaalverhuurders hebben er immers belang bij dat hun aanbod gekend is bij toekomstige werknemers. Dat deze hun systemen kennen. 4. Geef de geëngageerde leerkrachten de kans en de ruimte om hiertoe initiatief te nemen 5. laat zoveel mogelijk middelen van de school rechtstreeks naar de opleiding van die jongeren gaan 6. de leerkrachten moeten goede contacten hebben in hun sector. Door goede relaties is meer mogelijk wat betreft krijgen, huren enzovoort.

LG Hout We mogen zelf een stageplaats zoeken, al heeft de school een lijst. Zo kan je zelf kiezen en zoek je info over het bedrijf, weet je beter wat te verwachten. Je neemt dan zelfstandig contact. dat is goed. Bij de ondertekening van het stagecontract wordt dat nog duidelijker.

LG Hout We zouden op school liever meer zelfstandig kunnen leren, zelf ontdekken hoe iets moet of we iets kunnen oplossen.

LG Hout Leerkrachten geven ons het voorbeeld. Als zij weinig gemotiveerd zijn, wij ook. En omgekeerd.

BM S&D Scholen kunnen onderling beter samenwerken: zo zouden leerlingen ramen in een school kunnen schilderen ipv altijd zelfde muurtje. Dit motiveert de leerlingen meer, Er moet natuurlijk wel geld zijn voor de verf.

BM S&D De sector vernieuwt constant, de school loopt achter. Op school moet een leerling natuurlijk de basis leren, ze hebben middelen nodig om dit meer te laten aansluiten bij hedendaagse realiteit. Meer actuele methodes en materialen, de technieken die leerlingen nu leren op school worden soms al jaren niet meer gebruikt in praktijk.

BM Hout De leerlingen zijn goed opgeleid qua veiligheid! Om hieraan blijvend aandacht te besteden kan je kiezen voor een uniforme lay out van veiligheidsfiches (herkenbaarheid). O je kan net wisselen inzake vorm, kleur ea om de aandacht te trekken? Info uitdagend aanbieden, op verschillende manieren motiveert.

Page 72: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

11

BM Hout Een leerling met gedragsproblemen op school, heeft die soms niet zo in her bedrijf, De verschillende context draagt hier toe bij (nieuw, volwassen collega's)

BM Hout Het is belangrijk ook stagiairs in te lichten over veiligheidsprocedures (bv brand), Ik dek hieraan omdat onlangs een stagiair als enige omkwam bij een bedrijfsbrand

BM Hout We hebben al lang een goede samenwerking bedrijf & school. Personen die elkaar kennen maken daarbij het verschil, De school bevraagt actief school wat het bedrijf nog mist aan kennis bij de leerlingen.

BM Hout Scholen kunnen niet allemaal alle machines hebben, bijvoorbeeld om cnc te leren. Kan er in een samenwerkingsverband ergens 1 gezamenlijke oefenhal komen met dergelijke machines?

LR Hout Leerlingen verantwoordelijkheid durven geven bij realistische opdrachten: LK durven loslaten tov risico duur materiaal (op school) te laten verknoeien. In mate mogelijke uit ervaring leren, leerlingen verantwoordelijk voor eigen project, maar lk controleert sterk ikv fouten uitsluiten.

LRB Hout We moeten in de school meer aandacht besteden aan het door leerlingen zelf tekeningen kunnen/leren lezen, stap voor stap.

BM Hout Ons bedrijf heeft zowel jobs voor seriewerk of montage, We hebben diverse types werknemers. Maar leerlingen beseffen dit niet. Ze moeten meer zicht krijgen op welke profielen bedrijven nodig hebben.

BM Hout We laten een stagiair heel het productieproces doorlopen bij ons, zodat deze met alle facetten kan kennismaken.

BM Hout Een leerplan legt dingen op. Deze sluiten niet altijd aan bij de hedendaagse praktijk en noden in de bedrijfswereld. Bv te weinig aanbod inzake interieur, terwijl er wel jobs zijn in deze sector, We gaan best op zoek naar wat echt geëist wordt door departement onderwijs, en waar ruimte voor verandering.

BM Hout Ramen en trappen worden nog amper geproduceerd in België. Toch wordt er op op school behoorlijk wat tijd aan besteed, Ok dat leerlingen een basis moeten leren, maar toch wordt best samen met bedrijven bekeken of het leeraanbod niet in andere verhoudingen kan gebeuren, bv meer interieur.

LKB Hout De school heeft nood aan een moderner machinepark. Project samen met een bedrijf? Werkplekleren?

LKB Hout Als school en leerkracht is het moeilijk om bij te blijven met nieuwe materialen en technieken, zeker omdat de scholen onvoldoende budget hebben om dat aan te kopen, Ook als leerkracht moeten we hier meer over kunnen leren.

LG Bouw We hebben echte leersituaties, met diverse taken en technieken. Dat is leuker en leerrijk.

LG Bouw Bedrijf geef uitleg over een techniek anders dan de school: hoe het makkelijker + sneller gaat.

LG Bouw Er is weinig communicatie school-bedrijf. Wat we moeten leren gaat via ons. Begeleiders hebben daar ook onvoldoende tijd voor.

Page 73: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

12

LG Bouw Baas vult competentieblad in, zo weet school wat ge kunt. Op school Mini-praktijkproeven: bepalen in 1e periode wat je kan, op einde praktijkproeven. Zo wordt wat je kan op meerdere plaatsen beoordeeld, dat is wel goed.

LR Hout Meedraaien in bedrijf geeft beter zicht op wat we jongeren moeten leren om aan te sluiten op hedendaagse realiteit. Hun basiskennis is wel goed maar ze kennen bv te weinig van beslag plaatsen bij houtwerk.

LR Hout Meedraaien op bedrijfsvloer terwijl een leerling er stage doet geeft beter beeld van wat de leerling echt kan. Ze nemen meer aan van een bedrijf(leider).

BM Hout Ook in de school leerlingen laten inschatten hoe lang ze aan iets gaan werken + opvolgen of dit klopt.

BM Hout Ook/meer aandacht besteden aan toepassingen met plaatmateriaal, beslag, geleiders, …

BM Hout Leerproces is belangrijker dan het resultaat van het werkstuk in de school.

LR Bouw lk leerde nieuwe techniek, waardoor 1 persoon op 1 dag binnenmuren van appartement kan zetten, Dergelijke technieken leren kennen is belangrijk om de leerlingen te informeren over de hedendaagse werf, en het hen indien mogelijk aan te leren.

LBB Hout Ik kreeg meer zicht op noden inzake kennis en vaardigheden bij bedrijven, en kan de opleiding in de school daarop afstemmen.

LBB Hout Ik heb gezien hoe moeilijk het is om jongere (uit BuSo) in te schakelen in productieproces (bv bon lezen) Kan ik mee aan de slag in les algemene vorming.

LBB Hout Ik kan het nut van tafels te kennen beter duidelijk maken aan leerlingen ifv motivatie. Het belang van die kennis is in onderwijs kleiner geworden.

LBB Hout Ik heb foto’s genomen voor collega’s leerkrachten om bedrijfsrealiteit te tonen.

LBB Hout Ik zag ex-leerlingen werken die in bedrijf duidelijk nog bijgeleerd hebben.

LBB Hout De leerlingen die in de school bij de betere waren leerden ook in het bedrijf meer bij.

BM Hout Door in te spelen op de ‘gaten’ in het geleerde kan de jongere niet alleen bijleren, het kan de stage ook interessanter maken (motivatie).

BM Hout Aandacht voor veilig en gedisciplineerd werken is in school EN bedrijf belangrijk!

LRB Hout Door de bereidheid en het engagement van dit brugproject om leerkansen te bieden kunnen jongeren vroeger in hun opleidingsfase gericht proeven van de arbeidscontext. Concreet: een leerling (3e jaar)die zich in de school wat wegstopt opdat hem niets gevraagd zou worden kan onder begeleiding van een leerkracht al 2 dagen gaan meedraaien in het brugproject.

Page 74: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

13

LRB Hout Vooral de positieve instelling van het bedrijf (brugproject) maakt een verschil. Ze investeren in begeleiding en geven jongeren leerkansen. Zo mag een (zwaarlijvige) jongere eerst aan een eenvoudige repetitieve opdracht werken om zijn werktempo te verhogen. Hij weet dat hij daarna met de machine mag werken, wat hem motiveert.

LRB Hout In het bedrijf wordt meer met plaatmateriaal gewerkt, terwijl we in de school enkel met vol hout werken. Ik denk dat de school zou kunnen kiezen voor plaatmateriaal, maar dan hebben we geschikte machines nodig. De school kan een betere tweedehandsmachine gratis krijgen maar de kost om dit volgens de regels te installeren en onderhouden is te hoog. Ook het feit dat de toekomst van OV3 door het M-decreet in meerdere scholen onzeker is speelt een rol.

LRD Bouw Ook als leerkracht ben je nooit te oud om te leren. Ik zag nieuwe technieken, maar ook uit de omgang met elkaar neem ik het menselijke aspect mee. Daarbij is het best om niet dadelijk op de feiten in te gaan als iemand boos is of het moeilijk heeft. De boodschap dat ze bij je terecht kunnen als het nodig is, dit in vertrouwen en op een moment en locatie waarop ze zichzelf veilig voelen is een belangrijke aanpak bij jongeren in een CLW. Deze hebben immers dikwijls véél negatieve ervaringen, een slecht zelfbeeld, een moeilijke thuissituatie.

LRD Bouw Omdat in het schoolgebouw soms niet de ruimte of machines aanwezig zijn om iets te leren, sloot ik een overeenkomst met de VDAB. Dat moet je wel tijdig afspreken, soms voor volgend schooljaar. Volgens mij kan dit ook voor voltijds onderwijs. We gaan daar 10 dagen een cursus volgen met de leerlingen, waarvan ik de inhoud mee kan bepalen. Ik zag tijdens de carrousel een nieuwe techniek en ga vragen of deze daar ook aan bod kan komen. Op die locatie is ook een kleedruimte, een lokaal om theorie te geven, zelfs een cafetaria.

BM Bouw De oefeningen die leerlingen op school krijgen zijn op zich wel goed (metsen). Ik ben geschrokken van hoe veel ze leren. Maar het is beter toe te spitsen op wat echt gebeurt op de werf, De reële situatie hoe men daar metst, leren bekisten, wapenen en wapeningsplannen lezen. Beter leren over het echte ruwbouwwerk ipv bv riolering. Het is een kwestie van de juiste prioriteit te leggen in wat je ze leert.

LRB Bouw Op de werf zijn vele onderaannemers, met diverse nationaliteiten en talen. Hoe bereiden we onze leerlingen daar goed op voor?

LRB Bouw De nieuwe technieken zien was een uitdaging en maakte me nieuwsgierig.

LRB Bouw Het is belangrijk dat een Technisch Adviseur (Coördinator) van een school dit ook doet en de ogen de kost geeft om de nieuwe evoluties te kennen en daar in schoolbeleid en -planning rekening mee te houden.

LRB Bouw Om deze nieuwe technieken aan de leerlingen te leren moeten we ze niet alleen zelf kennen, De school moet ook gepast materiaal kopen.

LRB Bouw Het is belangrijk om vertrouwens te scheppen en de leerling te blijven motiveren, ook al is deze nog speels of niet meer gemotiveerd.

Page 75: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

14

LRB Bouw De leerling duidelijk maken dat hij niet bang moet zijn om fouten te maken, daaruit leer je.

LRB Bouw Omdat de technieken evolueren moeten we onze leerlingen helpen inzien dat ze levenslang moeten leren.

LR Hout Ik kan als gevolg van de carrousel met de leerlingen op bedrijfsbezoek om daar te leren (rondleiding).

LR Hout Door zelf mee te draaien heb ik ervaring opgedaan. Nu kan ik dit (beter) uitleggen in les, samenwerking is belangrijk.

LR Hout Als de leerlingen merken dat ik meer weet over de bedrijfsrealiteit pikken ze ook meer op van mij.

LR Hout Op school is er soms een verkeerd beeld van de werkrealiteit. Bij delicate projecten (duur, moeilijk) kunnen de leerlingen niet aan alles werken, Het kost tijd om de leerling dit aan te leren, Dat is op een stage soms moeilijk haalbaar. Daarom best eerst de basis in de school leren.

LR Hout Omdat de taken, complexiteit en moeilijkheidsgraad van bedrijf tot bedrijf verschillen is het zinvol dat ik als leerkracht een bedrijf goed ken, Dan kan ik inschatten welke leerlingen waar passen, Maar ook hoe ik ze kan voorbereiden: vaardigheid extra inoefenen of aanleren (indien zelf gekwalificeerd, juiste machine hebben).

BM Hout Leerlingen meer prikkelen is ook in de school noodzakelijk. Daarbij is het belangrijk te zoeken naar trends (in de sector), en in de mate van het mogelijke creatief aan de slag te gaan met het leerplan. Of nog beter: meer flexibiliteit toe te laten in dit leerplan. Zo leerlingen uitdagende opdrachten geven, designer tools. Voorbeeld: ode paletten gaan vragen bij bedrijf, uit elkaar halen, daar meubels mee maken.

LRB Bouw De jongere kan steeds gemotiveerd worden door een tegemoetkoming van bedrijf. Op school is dat door wisselende werkomstandigheden aan te bieden. Ervoor zorgen dat ze zich thuis voelen zowel op hun werk als school en gewaardeerd worden met hun eigen talenten. Elke jongere blijven stimuleren om toch maar zijn opleiding of stage tot een goed einde te brengen.

LRB Bouw Nieuwe technieken praktijk zien maakt beter kunnen uitleggen aan leerlingen.

LRB Bouw De begeleiding op bedrijf zowel als school moeten goed op elkaar afgestemd zijn. De jongere moet ook weten dat hij steeds kan terugvallen op zijn begeleiding. leerlingen 5ej moeten 5 stageplaatsen zoeken, dan rangschikken.. lk gaat deze ook bezoeken. zien of dit past bij de leerlingen. dan pas met bedrijf concretiseren. dan pas ok voor 6e j stage, leerlingen zelf bedrijf contacteren.

LRB Bouw Anderstalige werknemers (werk per lopende meter) bij bedrijf is soms moeilijk voor leerlingen. geschikte ploeg binnen bedrijf nodig.

LRB Bouw Leerkansen (ook tempo) belangrijker dan loon. De mogelijkheid creëren voor zwakkere leerlingen om langere tijd in een bedrijf mee te draaien zonder vergoeding verhoogt leerkans.

Page 76: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

15

LRB Bouw In een groot bedrijf wordt meer overlegd dan in een klein. Daardoor is er ook meer (kans op) gepaste begeleiding van een leerling.

LRB Bouw Blijven bijleren als leerkracht is noodzakelijk. Zoals in dit project meedraaien bij een bedrijf is daarvoor een ideale gelegenheid. Om nog meer bij te leren is het probleem dat de school oplossingen moet zoeken om ondertussen de leerlingen les te geven.

LG Bouw Je bent meer gemotiveerd als je zelfstandig kan/mag werken. Daarbij is er best wel toezicht. Ook de kans om iemand van je ploeg aan te spreken indien vragen hebt helpt. Zo kan je stilaan meer verantwoordelijkheid krijgen en een groter deel van een taak zelf doen (bijvoorbeeld isolatie op maat maken voor het volledige dak). Ook dan is het nog beter als iemand van de werknemers je in het oog houdt en tips geeft (bijvoorbeeld over de volgorde waarin je best iets uitvoert).

LG Bouw Ook (leren) tegen de tijd werken, een taak goed uitvoeren tegen een deadline zorgt dat je meer leert en voldoening hebt.

LG Bouw We mochten fouten maken. het is belangrijk dat we dan uitleg krijgen over hoe het beter moet. Daaruit leren we het meest. Om te vermijden dat onze fouten te veel tijd en geld kosten om ze recht te zetten, is het zinvol dat een andere werknemer in de buurt is en het ziet als we de fout maken.

LG Bouw De werkdagen zijn erg lang. Van vertrek tot thuiskomst dikwijls meer dan 12u. We zijn daar erg moe van. In het bedrijf beseft men soms niet hoe groot die stap is. Eén leerling ging effectief al om 19u slapen tijdens de stage, bijna iedereen uiterlijk om 21u. Het wordt nog véél zwaarder omdat we ‘s avonds ook nog schoolopdrachten moeten doen mbt de stage, bijvoorbeeld verslaggeving. Dat gaat moeilijk als je zo moe bent, en daardoor kan je ook minder vroeg gaan slapen waardoor je minder fit bent de volgende ochtend. Dit is afhankelijk van de richting. Leerlingen die uit 6 BSO hout komen hadden daar tijdens hun 6e jaars-stage véél minder last van. Het zou goed zijn als de school bij het geven van opdrachten rekening houdt met de duur en zwaarte van een werkdag.

LG Bouw Het is belangrijk dat (een aantal) mensen in onze ploeg Nederlands spreekt. Dat was bij meerdere leerlingen niet of amper het geval. Het is dan erg moeilijk om te begrijpen wat je moet doen, hoe het moet, wat je fout doet ... laat staan te leren. Ook al doen deze mensen daarvoor ook hun best.

LG Bouw De afspraken lopen soms mis. Het bedrijf verwittigd de vaste werknemers indien we vroeger, later of niet naar de werf gaan (bv owv het weer). Maar wij worden nogal eens vergeten.

LG Bouw Het helpt niet zo veel als men boos wordt wanneer we een fout maken, integendeel.

Page 77: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

16

LG Bouw De veiligheidsregels toepassen is soms moeilijk. De situatie op de werf laat dit niet altijd toe. De leerkracht wees ons daar wel op bij het stagebezoek, maar wij zijn niet diegene die dat beslissen, we passen ons aan. De stages hielpen ons dus niet om het veilig werken echt goed in praktijk te brengen.

LG Bouw Als je iets op stage leerde kennen kan je het natuurlijk ook makkelijker verder aanleren op school.

LG Bouw We kunnen meer leren als 1 ervaren werknemer ons begeleid.

LG Bouw Een leerling toont (non-verbaal) beter niet dat hij geen zin heeft. De andere werknemers weten ook wel dat een bepaalde taak niet leuk is. Maar soms moet je gewoon doen wat nodig is. Het helpt wel als ze je daarna bevestigen, of je die taak maak afwisselen met aanleren van een nieuwe techniek.

LG Bouw Als een leerling duidelijk voelt dat hij enkel voor het vuile zware werk gebruikt wordt daal zijn motivatie. Zo mocht iemand de eerste 2 weken (dus de helft) van de stage enkel opkuisen en zware rollen de ladder op dragen.

LG Bouw De leerkracht die op stagebezoek komt merkt soms dat we een techniek daar anders moeten uitvoeren dan we op school leerden. Soms zijn daar duidelijke redenen voor. Meer afstemming tussen de technieken die wel leren op school en die we moeten gebruiken tijdens de stage is nuttig. tenminste moeten we de juiste basis hebben die dan tijdens de stage kan aangevuld worden.

LG Bouw We zijn gemotiveerd om te leren omdat we punten en een diploma willen halen, geld willen verdienen. maar we willen ook graag ervaring opdoen. Ook een aangename groep collega’s is erg belangrijk, zowel tijdens de stage als bij een job. Verder zijn we eerder gemotiveerd om iets bij te leren voor onze hobby’s. Op het werk willen we doen wat nodig is voor de baas. Van je hobby je beroep kunnen maken? Dat zou ideaal zijn, maar kan het? Ik ga ervan uit dat ik dit beroep 10 à 15 jaar blijf doen. Langer is moeilijk door de fysieke belasting. Dat zien we bij oudere werknemers.

LG Bouw Er is een groot verschil tussen wat we over veiligheid op school leerden, en wat we op de werf zien. Daar is het soms onmogelijk de veiligheidsmaatregelen toe te passen en het werk toch nog goed te doen op een redelijke tijd. Ook als het wel kan wordt het soms niet gedaan. Als stagiair kunnen we moeilijk die veilige werkomgeving afdwingen. We begrijpen dat het niet altijd haalbaar is, maar moeten toch ook leren veilig werken.

LG Bouw We leren meer, en met meer plezier als we de kans krijgen verschillende technieken toe te passen tijdens de stage. Bijvoorbeeld ook eens groendaken.

LG Bouw Een beetje humor (zonder ons belachelijk te maken of te viseren) maakt het leren aangenamer.

LG Bouw Het is voor ons belangrijk dat men ons als volwaardige werknemer behandelt, ook al kunnen we nog niets alles.

LG Bouw Door de stages leren we ook bedrijven kennen en ontdekken we of we daar willen werken.

LG Bouw Kunnen we in PAV de huidige filmpjes niet vervangen door filmpjes over werven, technieken, ... We zitten tenslotte in een specialisatiejaar.

Page 78: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

17

LG Bouw de school moet ons in het 6e jaar véél meer laten ontdekken wat we in het 7e jaar gaan krijgen. Bijvoorbeeld door eens mee te draaien zoals 2e jaars dit in het 3e jaar mogen.

LG Bouw Ook een vakman die in het 6e komt vertellen over het beroep helpt om goed te weten wat je mag verwachten en wat je wil.

LG Bouw Door proefdagen iets mogen uitproberen voor we kiezen zou nog beter zijn.

LG Bouw Best 1 verantwoordelijke voor je leren. Nu zegt de baas je soms wat je moet doen, en als die weg is zegt een werknemer iets anders.

LG Bouw Meer gemotiveerd op stage owv afwisseling: een andere omgeving, ander uitzicht, andere gewoontes;

LG Bouw Meer gemotiveerd op stage owv nieuwe technieken en machines;

LG Bouw Meer gemotiveerd op stage owv het blijvend resultaat;

LG Bouw Meer gemotiveerd op stage owv collega’s die (ook) prestatiegericht zijn ipv vrienden die je al lang kent;

LG Bouw Meer gemotiveerd op stage owv het onbekende, nieuwe dingen ontdekken;

LG Bouw Meer gemotiveerd op stage owv kans op werk nadien;

LG Bouw Meer gemotiveerd op stage omdat het ‘voor echt’ is, serieuzer;

LG Bouw Meer gemotiveerd op stage owv grotere oppervlaktes, meer kans om te oefenen;

LG Bouw Meer gemotiveerd op stage omdat je bezig bent gaat de tijd sneller;

LG Bouw We zouden NOG meer gemotiveerd op stage als we er geld voor kregen (indien we het goed doen);

ALB Hout Het werk is soms monotoon. Dan is het goed aan de leerling uit te leggen dat dat wel went als je volhoudt. Als de leerling dit een tijdje volhoudt kan je hem belonen door iets meer uitdagend en afwisselend te laten doen onder begeleiding. Bijvoorbeeld het instellen van de machine.

ALB Hout het is belangrijk dat het klikt met je baas. Bij een eerdere stageplaats liep het mis omdat die baas altijd maar riep. Hij deed dit tegen iedereen, maar toch zorgde het ervoor dat ik me nooit op mijn gemak voelde en moeilijk functioneerde

ALB Hout Het is belangrijk (voor je motivatie) dat je als lerende op de bedrijfsvloer voldoende werk hebt zodat je bezig kan blijven.

ALB Hout Initiatief nemen als leerling is goed. Maar de begeleider moet de leerling bij aanvang van het traject wel vertellen dat dit beter eerst aan een ervaren werknemer gevraagd wordt. De lerende kan immers niet altijd goed inschatten welk initiatief gepast is.

ALB Hout Het is goed dat een leerling verschillende taken mag proberen om te ontdekken waar hij goed in is. Dat is niet hetzelfde als je zin mogen doen.

Page 79: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

18

ALB Hout De school kent de sterke en zwakke kanten van de leerling. Ze zouden nog meer aandacht kunnen besteden aan welk bedrijf daarbij past. Daarvoor moeten ze het bedrijf ook goed kennen.

ALB Hout Ik verhoogde mijn werkkansen door na school extra dingen bij te leren via de VDAB.

ALB Hout Geef een leerling de tijd om te wennen aan vroeg opstaan, langere werkdagen, nieuwe omgeving. Hij gaat daardoor ook wel beseffen dat het leven op school een luxe is.

ALB Hout Een vaste structuur hielp me om me veilig te voelen. daarna kan ik langzaam andere dingen leren kennen en omgaan met veranderingen. Wanneer het elke dag anders is (bijvoorbeeld verschillende werven) lukte me dat niet.

ALB Hout Vakantiewerk was moeilijk voor me: de mensen waren wel vriendelijk maar wisten niet wat moeilijk was voor mij.

ALB Hout Door mijn ASS was het moeilijk voor me om gezag te aanvaarden. Ik denk anders. Tracht dit te begrijpen en te leren hoe je er mee omgaat.

ALB Hout Best niet te veel druk zetten op de leerling.

ALB Hout Je leert het meest vanuit wat je graag doet.

ALB Hout CLB moet opletten dat ze leerling niet demotiveren. Ik kreeg bij de overstap van OV4 naar OV3 bijvoorbeeld de boodschap dat ik dan enkel nog een ‘hulpje’ kon worden.

ALB Hout Ik leerde makkelijker toen ik wat ouder werd. Geef leerlingen daar kansen voor in plaats van ze snel af te schrijven voor een bepaalde opleiding of beroep.

ALB Hout De leerling kan best zelf vragen stellen. Hij weet dan best duidelijk wanneer en aan wie hij dit kan doen. In het algemeen zijn duidelijke en gedetailleerde instructies nodig: wat, hoe, waar, wanneer.

ALB Hout De leerling krijgt best de boodschap dat fouten maken geen ramp is, maar hij ze wel moet melden en eruit leren.

ALB Hout Ook het bedrijf heeft tijd nodig om de leerling te leren kennen, zijn gedrag te begrijpen. Ze weten best vooraf waar je het als leerling moeilijk mee hebt, hoe ze met je kunnen omgaan, wat je nodig hebt om te kunnen bijleren. het bedrijf kan daar slechts beperkt rekening mee houden. Soms moet je als leerling vooraf aan een vaardigheid gewerkt hebben. Als je weet waarom dat nuttig is ga je je er meer voor inzetten. Voor mij was het bijvoorbeeld zoeken hoe ik een praatje kon aangaan met collega’s.

BM Hout Op school leert men de jongeren nog werken en berekenen in centimeter (leerplan?). In het werkveld is het vereist dit in millimeter te kunnen. Omdat jongeren moeten kans krijgen dit te leren, is het belangrijk dat dit in de school al aangeboden wordt.

Page 80: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

19

BM Hout Het is goed dat jongeren in hout eerst met de hand dingen leren uitvoeren. Zo begrijpen ze beter waarom en hoe je bepaalde dingen doet. Daarna kunnen ze met machines aan de slag, waar het eerder om instellen gaat. Dan is het wel belangrijk dat deze machines niet te erg verouderd zijn.

BM Hout Ik merkte dat jongeren bij de start in het observatiejaar kunnen kennismaken met verschillende richtingen. Zo kunnen ze ontdekken wat ze graag doen en goed kunnen. Daardoor verhoogt de kans dat ze nadien de passende richting kiezen.

BM Hout De kloof tussen wat jongeren kunnen als schoolverlater (oa BuSo) en wat een werkgever verwacht is dikwijls nog groot. Ze kunnen specifieke competenties die een bepaalde werkgever verwacht verwerven in een brugproject.

LG Bouw We krijgen in de school vertrouwen van de leerkrachten. Dan proberen we het ook goed te doen. Voor wat hoort wat. Als we goed werken krijgen we er ook iets voor terug. Zo mogen we tijdens de les drank uit de automaat gaan halen als we het vooraf vragen. We worden niet te streng gecontroleerd. Om dit zo te houden doen we ook ons best om het goed te laten verlopen.

LG Bouw We voelen ons goed op school. De leerlingen kennen elkaar, zijn positief en sociaal ingesteld. Dit over de verschillende klassen en richtingen heen. Dat is anders dan in andere scholen. Dat er hier minder leerlingen zijn dan in een voltijdse school helpt. Maar de school werkt ook aan die sfeer door de eerste dag al een teambuilding (sportdag) te doen waarbij je met leerlingen uit andere opleidingen zit. Ook wanneer we een uitstap doen worden de groepen gemengd (om samen opdrachten uit te voeren). Je mag dan voor een deel kiezen bij wie je wil zijn, en voor een deel bepaalt de school de samenstelling van de groep. Dat is ideaal, je hebt wat inspraak EN je leert anderen (beter) kennen.

LG Bouw De school heeft niet voldoende ruimte of materiaal om ons sommige technieken aan te leren. Ideaal zou zijn als dit er wel was. Nu wordt het opgelost door sessies bij de VDAB.

LG Bouw We zouden nog meer leren als we sommige vaardigheden (bv tegelzetten) konden oefenen in een reële situatie: mag via een bedrijf, of gewoon bij iemand thuis.

LG Bouw we hadden een mogelijk bedrijf om aan de slag te gaan toen we instroomden in het CLW. De tewerkstellingsbegeleider van de school bracht alle administratie snel in orde, zodat we direct een invulling hadden en niet thuis zaten. Daardoor behielden we onze structuur/invulling, motivatie en konden we snel bijleren. Wanneer je als leerling geen bedrijf hebt helpt de school je goed om er één te vinden.

LG Bouw In het bedrijf maakt de ploegbaas tijd om me een goede uitleg te geven en dingen te tonen bij een (nieuwe) opdracht of techniek. Zo leer ik meer en sneller.

LG Bouw Ik kreeg al snel verantwoordelijkheid in het bedrijf. Dit motiveert me.

Page 81: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

20

LG Bouw De ploegbaas gromde op me en had steeds kritiek had op mijn werk. Dat collega me ondersteunden en zegden dat hij dat bij iedereen deed, hielp me om door te zetten.

LG Bouw Uit fouten leer je. Het helpt als de baas (wanneer je je best doet) niet boos wordt als je iets verkeerd doet, en de tijd neemt om het je uit te leggen.

LG Bouw De school is goed om de basis te leren. Je maakt niet zo snel fouten omdat de opdracht eenvoudiger is. Als je wel een fout maakt kan je het makkelijker afbreken en rechtzetten (geen echte mortel).

LG Bouw De leerkrachten in het CLW zijn anders dan in voltijds onderwijs: wat losser, ze behandelen ons meer als volwassenen. Daardoor gedragen we ons zo ook meer.

LG Bouw Vroeger vond ik naar school gaan zwaar. Gaan werken heeft me doen inzien dat de school helemaal niet zwaar is tov werken. Daar dat besef zet ik me meer in.

LG Bouw Ik wil enkel een systeem van leren & werken volgen als ik ook echt kan gaan werken. Anders heeft het geen zin en zou ik in voltijds onderwijs blijven.

LG Bouw Ook al werken we al een tijdje in dat de bedrijf, de leerkracht blijft het goed opvolgen en komt 1 x om de 1 à 2 maanden langs.

LG Bouw We vinden ook de algemene vorming op school belangrijk. Wiskunde hebben we nodig voor sommige taken op de werf. De talen om met anderstalige collega's proberen te praten. En wat algemene kennis hebben we nodig om te leren.

LG Bouw Onze omgeving bepaalt ons gedrag.

LG Bouw Voor onze opleiding komt een groep leerlingen op maandag-dinsdag en een andere op donderdag-vrijdag. We hebben de indruk dat de leerlingen in onze groep de betere zijn, we hebben een fijne groep, komen goed overeen, werken goed, gedragen ons en leren bij. Die in de andere groep zijn niet zo gemotiveerd, wat ook voor de leerkrachten niet fijn of motiverend is. We vinden het een goed idee mochten de groepen gemengd zijn. Dat maakt het voor ons misschien iets minder fijn, maar zo krijgen die anderen goed voorbeelden, een positievere invloed, en hebben ze meer kansen om te leren en hun gedrag te verbeteren.

LG Bouw We leren vooral door te doen. Dus hebben we liever (meer) praktijk dan theorie.

LG Bouw In de nieuwe wetgeving verdienen we minder. Te weinig gezien de zware job die we doen.

LRD S&D Bevestiging dat in elk bedrijf anders, maar voor school technisch correct ok.

LRD S&D afstemming tss school e bedrijf is moeilijk maar zou goed zijn.

LRD S&D Je gaat als leerkracht best niet in discussie met het bedrijf over technieken en werkwijze. Verschillende zienswijzen zijn mogelijk. Ook je band met het bedrijf is belangrijk.

Page 82: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

21

LRD S&D praten leerlingen, geen discussie, open staan, opties afwegen, volwaardig behandelen.

LRD S&D Leerlingen uit het CLW die al werken kunnen dingen beter, sneller, hebben handigheid door veel meer oefening.

LRD S&D Als leerlingen het nut inzien van wat ze moeten leren zijn ze meer gemotiveerd.

LRD S&D De echte arbeidsattitude leren ze best op de werkvloer.

LRD S&D Problemen die ik zelf ervaar (in mijn werkervaring) kan ik overbrengen op leerlingen.

BM Hout Leerlingen moeten gemotiveerd worden, iemand uit schrijnwerkerij die vertelt hoe het werkt en voldoening geeft motiveert leerlingen.

BM Hout Leerlingen kunnen meewerken in bedrijf in functie van motivatie, maar kost tijd. Moet in bedrijf besproken worden, bv als het rustiger is.

BM Hout Kleinere klassen = betere begeleiding, is noodzakelijk.

BM Hout Ik heb iets geleerd dat ik kan gebruiken om jongeren beter te laten leren: ondanks BuSo konden ze wat ik 14 geleden kon, door kleinere klassen.

BM Hout In bedrijfswereld plaatmateriaal tov massief in de school, School had ook geen cnc-machine, dat is nodig opdat de jongeren het vereiste kunnen leren.

BM Hout Het is goed dat leerlingen dingen maken die mensen besteld hebben dit motiveert hen, Maar misschien wordt er toch best gezocht om daarvoor andere dingen maken dan enkel uit massief hout.

LRD Cv&S Dit project zou beter zijn voor leerkrachten die het meer nodig hebben (verplicht door directie?) omdat ze meer voeling hebben met de praktijk door dergelijke carrousel. zo ook zelfzekerder + manier lesgeven aanpakken ipv directie die mensen aanspreekt wie het zeker gaat doen, beter een ander stimuleren. Ik heb dit al door mijn bijberoep.

LRD Cv&S Als leerlingen iets extra doet (meer dan gevraagd) = bonus voor inspanning.

LIB Bouw Ik leerde meer op het bedrijf omdat ik daar veel meer kan oefenen.

LIB Bouw ik ben meer gemotiveerd om het goed te doen omdat mijn werk daar ‘voor echt’ is, het blijft staan. Op school moet alles terug afgebroken worden.

LIB Bouw Ik leerde meer op het bedrijf omdat ik daar veel meer kan oefenen.

LIB Bouw Op stage leer je met alles te werken, je ontdekt ook nieuwe dingen.

LIB Bouw Wat je op stage maakt blijft staan, wat je op school maakt wordt afgebroken. daardoor doe je ook minder je best om het goed te doen.

Page 83: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

22

LIB Bouw De school geeft duidelijk specifieke maatregelen mee voor de stage, bv dat je niet met een bouwkraan mag werken. dat is goed, anders wordt het gevaarlijk.

LIB Bouw Hoe meer je in een bedrijf mee draait, hoe meer je leert: zowel de goede manier van werken als het tempo.

LIB Bouw Het is beter als de baas op stage me toont hoe ik iets moet doen, dan dat hij het me zegt. Daarbij is het ook belangrijk dat ze me zeggen waarom iets zo moet.

LIB Bouw Het is goed dat leerlingen al op jonge leeftijd het echte werk mogen doen, metsen. In het 2e leerden we de basis zonder dat het tempo belangrijk was. In het 3e & 4 meerdere technieken (spouw, isolatie), in het 5e grotere stukken en op hoogte werken. Dat is goed.

LIB Bouw Al van in het begin leren dat properheid belangrijk is. Zowel voor het zicht van de mensen (die bv voorbij de werf wandelen) als om iets terug te vinden.

LIB Bouw Ik ben meer gemotiveerd om het goed te doen omdat mijn werk daar ‘voor echt’ is, het blijft staan. Op school moet alles terug afgebroken worden.

LIB Bouw Wat ik nog niet kan, maar op stage moet kunnen, wordt soms in de school geleerd/geoefend. Ik vraag dit zelf op school. Bv isolatie snijden, maar ook bv de benodigde hoeveelheid beton voor een opdracht leren berekenen. Als ik begrijp waarom het belangrijk is doe ik meer mijn best om het goed te leren. Als het voorbeeld komt uit wat ik in praktijk doe kan ik het me beter voorstellen en begrijpen.

LIB Bouw In de realiteit op de werf is er meer afwisseling, doe ik andere dingen dan op school, en is het resultaat blijvend.

LIB Bouw Doordat je samen op verplaatsing gaat voor een opdracht heb je meer een teamgevoel.

LIB Bouw Ik mag op stage zelfstandig metsen. Zo voel ik vertrouwen en verantwoordelijkheid, en doe ik extra mijn best.

LIB Bouw Goede afspraken zijn belangrijk. Soms verwittigt men de betaalde werknemers over een wijziging (bv vertrekuur, -plaats, of geen werk omwille van weer) maar vergeet me mij. Het zou goed zijn als ze dat ook eens vanuit het standpunt van de leerling bekijken.

Page 84: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

23

BM Bouw Er zijn veel parallellen tussen een bouwwerf en een klas. 1. In beide vind je gemotiveerden en minder gemotiveerden. In beide situaties is het belangrijk enerzijds grenzen aan te geven, maar anderzijds het ook interessant, de juiste aanpak te vinden voor elk individueel persoon. 2. In beide kan je best goed voorbereid zijn, plannen en organiseren. Daarnaast moeten verantwoordelijken/begeleiders ook capabel zijn om goed het reageren op het onverwachte, 3. Zowel leerlingen als werknemers zijn niet voor alle taken gemotiveerd. Je kan daar aan werken door haalbare korte termijndoelen te geven, uit te leggen waarom, te vragen wat ze nodig hebben om het te bereiken en dit alles kort op te volgen.4. Zowel leerlingen als werknemers zijn soms niet aan het opletten bij instructies of uitleg. In plaats van door te praten stop je beter even en vraag je bv wat ze al begrepen hebben. 5. In een groep zijn verschillende karakters. Als aanpak stel je in elke context 1 duidelijke lijn zodat men weet wat kan, wat verwacht wordt. Van daaruit ben je flexibel en zoek je naar een aangepaste aanpak die werkt om elk individu in de richting van die lijn te laten evolueren. 6. zowel op bedrijf als school moet er niet alleen aan arbeids- (werkhuis) reglement zijn. Het moet ook gekend zijn EN toegepast worden door leerkrachten, mentoren, werknemers en leerlingen. meer aandacht hiervoor is wenselijk. 7. In beide situaties moeten de verantwoordelijken creatief en flexibel zijn.

BM Bouw Het is belangrijk dat vakleerkrachten mee zijn met de evoluties in hun sector. Anders kunnen ze hun leerlingen niet goed informeren, leren en motiveren. Leerlingen zullen ook meer respect hebben als ze merken dat een leerkracht op de hoogte is. Daarom moeten we bij de leerkrachten beginnen om de hedendaagse praktijk van de arbeidswereld dichter bij de jongeren te brengen. daarom is dit project nuttig.

BM Bouw leerkrachten zijn rolmodellen. Naargelang ze zichzelf al dan niet gemotiveerd tonen wanneer een spreker komt (ea situaties), geven ze dit signaal ook aan hun leerlingen.

BM Bouw Een geëngageerde leerkracht of mentor heeft grote positieve impact op de mentaliteit van de jongeren.

BM Bouw 14 jarigen zijn te jong om een keuze te maken. Ze moeten dus een brede basis meekrijgen.

BM Bouw Dat je mening gehoord en gerespecteerd wordt is belangrijk en motiverend. Ook voor jongeren.

BM Bouw Ook een ‘moeilijke’ jongere kan je in school of bedrijf op het goede pad krijgen. Door hem duidelijke grenzen en voldoende werk (gepaste opdrachten) te geven, maar ook te bevestigen voor inspanningen en resultaten. Je moet er tijd in stoppen om je eigen liefde voor het vak over te brengen. Zo kan je over de onderwijsvormen heen ook ‘zwakkere’ jongeren klaarstomen voor de bedrijfswereld.

BM Bouw Ook bedrijven moeten durven (tijd) investeren in jongeren. Deze kunnen nadien diegenen zijn die je bedrijf door moeilijke momenten sleuren eens ze zich er verbonden mee voelen. Zelfs bij een beperkt rendement is het belangrijk hier middelen voor vrij te maken.

BM Bouw Inzake veiligheid is het erg belangrijk mensen aan te spreken als dit niet in orde is, hen uit te leggen dat ze zo ook anderen in gevaar brengen. Duidelijk maken dat onveilig gedrag of werken niet getolereerd wordt.

Page 85: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

24

BM Bouw Om te leren (nieuwe technieken) zou het goed/mogelijk zijn dat een klas jongeren EN hun leerkracht op de werf opdrachten komen doen.

BM Bouw In begeleiding duidelijk maken aan jongeren dat ook een bouwwerf lijkt op het bandwerk in een fabriek: je moet zoveel (m²) realiseren, want met het geld dat het bedrijf daarvoor krijgt kunnen ze jou betalen. Als dat geld er niet komt doordat jij niet presteert, kan je ook niet betaald worden.

BM Bouw De basistechnieken oefen je natuurlijk wel in de school, op de werf is daar geen tijd voor. Maar ifv motivatie en mee zijn wissel je die best veel af met bedrijfsbezoeken.

BM Bouw Leg jongeren uit waarom ze het moeten melden als ze fouten maken. Vraag eerst hun mening of je dit best al dan niet doet. Leg daarna uit waarom je dit beter wel doet. Kader dit gedrag, bv zo toon je dat je verantwoordelijkheid neemt, dat is positief. Leer hen oplossingsgericht te denken. Stop hier veel tijd in.

BM Bouw Daag jongeren uit door een nieuw aspect te voegen aan een techniek (bv. zelf afbramen van ...) en laat hen nadenken waarom je dit doet.

BM Bouw Meedraaien vanuit een bedrijf in de school (zoals in dit project) is pas een meerwaarde als je dan ook veel kan zie (technieken, lessituaties). Daar kan hij dan vanuit zijn eigen expertise op inspelen.

LG Hout De bedrijven hebben geen realistisch zicht van wat we kunnen bij aanvang van de stage.

LG Hout We moeten allemaal verplicht stage doen in diverse sectoren (dak, interieur, ramen, …). We snappen wel dat we van alles wat moeten weten. Maar als je een stage moet doen in een sector die je echt niet ligt of interesseert leer je minder. Het zou beter zijn als we bv uit 5 soorten bedrijven er 3 verschillende mochten kiezen.

LG Hout Op school wordt veel belang gehecht aan beleefdheid. Op stage is het losser, kan wat ruwer taalgebruik. Zelfs discussie kan wat meer. Daardoor stellen we ook meer vragen. De collega’s op het bedrijf hebben vroeger zelf ook stage gelopen, zij begrijpen je beter.

LG Hout Op stage hebben we meer werkplezier, waardoor we ook liever leren. Overeenkomen met de ‘collega’s is toffer dan op school.

LG Hout Op stage wil je je meer bewijzen: voor de punten, de collega’s, kans op werk, ….

LG Hout In het 6e jaar moeten we meer uren praktijk krijgen. van de andere (algemene) vakken is vooral wiskunde belangrijk. Nu naast de stage slechts 8u praktijk/week. dat is te weinig om genoeg te kunnen bijleren.

LG Hout Als we op stage gaan zeggen bedrijven dat we moeten vergeten wat we op school leerden. Zinvol?

LG Hout Het leren op school gaat ook trager, vooral de opstart. Dat motiveert niet.

Page 86: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

25

LG Hout Op school worden de veiligheidsregels erg strikt toegepast. OP het bedrijf flexibeler. Dat is plezanter, maar je bent daardoor ook net meer alert, denkt na over wat belangrijk is.

LG Hout Op school leer je de basis, op stage leer je een vak. Dat is fijner omdat het gespecialiseerder is.

LG Hout Leerkrachten gaan meer langs op stage bij wie het moeilijker heeft. Dat is enerzijds begrijpelijk. Maar daardoor is de beoordeling anderen ook oppervlakkiger, gebaseerd op een paar dingen die de leerkracht ziet. Daardoor vinden we de punten soms niet rechtvaardig.

LG Hout De punten worden te veel gegeven op basis van wat in je stageboekje staat, te weinig op wat je echt deed en presteerde op stage.

LG Hout 8 uur per dag les is veel, dat zou enkel moeten kunnen als we ook 8u praktijk hebben. Dan kunnen we doorwerken aan een opdracht.

LG Hout Fouten maken mag in een bedrijf ook zolang je je inzet, ze meldt, ervan leert en doorzet. Ook de anderen op de werkvloer maken nog fouten.

BM S&D In het leren zijn taken nodig die aansluiten bij vermogen leerlingen. Door structureel diverse taken aan te bieden kan je ook voor afwisseling zorgen.

LRB Bouw We deden door contacten via het LES-project al werkplekleren met de leerlingen op werven.

LRB Bouw Ik merkte dat nu (in tegenstelling tot vroeger) in de bouw wel een diploma nodig is (of kennis profielen en planlezen). Lat ligt hoger. Voor de vroegere laaggeschoolde jobs hebben bedrijven nu dikwijls buitenlanders in dienst. Op school stoppen we al veel tijd in planlezen en profiel zetten, dus zijn we goed bezig. Wel zie ik dat we nog meer aandacht moeten besteden aan andere vaardigheden: materialen bestellen, minimale kostprijsberekening (besef hoeveel je kost aan de werkgever)

LRB Bouw Ook voor leerlingen BuSo is Duaal leren nodig en nuttig. Het zou goed zijn dat BuSo-scholen dit ook mogen aanbieden, Dan zijn er wel middelen voor begeleiding nodig.

LRB Bouw Ik merk dat leerlingbegeleiding een verschil kan maken als leerlingen op moeilijkheden botsen (op school, thuis) of in een moeilijkere levensfase zitten.

BM Hout Leerlingen uit het BuSo leren beter al doende. Om ontbrekende kennis bij te spijkeren bv de tafels van vermenigvuldiging kunnen we die tafels zichtbaar ophangen in het bedrijf.

Page 87: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

26

BM Hout Ik merk dat de leerlingen in het BuSo nu zwakker zijn dan enkele jaren geleden (door M -decreet). het is moeilijker de klasgroep te begeleiden, ze kunnen enkel eenvoudigere taken aan, bv veel schuurwerk. Dit motiveert leerlingen niet. je zou ze thuis kunnen laten schuren, zodat je lestijd hebt om andere dingen te leren? Of je zou kunnen fastappen van het idee dat het tot een afgewerkt product moet leiden, Dan kunnen ze stoppen met schuren als ze die vaardigheid beheersen, ook al is het werkstuk nog niet af/bruikbaar

BM Hout Sommige machines die in een bedrijf gebruikt worden kan je niet leren bedienen in de school omdat ze te specifiek zijn, bv schaverij. Werkplekleren kan een oplossing bieden, maar bedrijf heeft machine zelf nodig

BM Hout De jongeren zijn beleefd, niet slechter op dit vak dan werknemers. Ze beseffen dat er normen & waarden zijn op de bedrijfsvloer. Dit wordt ook mee bepaald door de houding van het bedrijf, Als je ze volwaardig behandelt is de kans groter dat ze zich zo gedragen.

BM Hout De leerlingen hebben repetitief machinewerk nodig om sommige dingenkunnen in te oefenen, bv hout zagen, Dan kunnen ze ook leren inschatten hoe lang ze er over doen, hoe ze het best aanpakken. Zo leren ze werkattitude: tempo, minimale doelen bereiken. Scholen vinden dergelijke opdrachten moeilijk.

BM Hout Leerlingen op niveau uitdagen(haalbaar, hoe?) waar hij niveau klas overschrijft.

LR Hout Scholen zouden meer aandacht moeten kunnen besteden aan (doorgedreven) automatisatie. bij laatstejaarsleerlingen bekijken stappen laten wegvallen en sneller naar automatisatie. Die middelen hebben we niet om de pakketten aan te kopen ‘pita’. Niet betaalbaar voor een school. Leerlingen hebben wel gratis autocad voor thuis, standaardpakket op school? Dit naast algemene basis in eerdere jaren. Stap naar bedrijf is zo te groot, ze zouden er al notie moeten van hebben.

LR Hout Hoe de brug maken tussen de basis die jongeren in de school leren en de specialisatie die in bedrijven gevraagd wordt.

LR Hout Jongeren duidelijke opdrachten geven volgens het niveau dat ze aankunnen: in bedrijf krijgen ze specifieke opdracht tov algemene in de school. Bij stages met meerdere dingen kennis maken. Scholen trachten stage te gebruiken opdat leerlingen verschillende sectoren leren kennen.

LR Hout Het bedrijf goed informeren over wat ze realistisch van de leerling mogen verwachten. Bedrijf lat niet te hoog leggen. Bij stage weet bedrijf dit vooraf, algemeen voor lespakket, maar ook beperkingen bij leerlingen op bepaald gebied, zodat deze stap voor stap kan leren.

LR Hout Oud-leerlingen was op bedrijf. Was snel met bediening machines weg, dus had goede basis in de school gehad.

LRB Hout Leerlingen moeten meer/langer in bedrijf meedraaien om goed te leren kennen, werksfeer opsnuiven. Als ze zien hoe het daar is, beseffen ze dat hun 'losse houding' vanop school er uit moet.

Page 88: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

27

LRB Hout Betaling zou hen meer motiveren.

LRB Hout Voor BuSo leerlingen is het moeilijk in dat bedrijf, zeker wat betreft precies werken. Het tempo zouden ze kunnen (leren).Maar hun concentratie is niet voldoende, ze kunnen het niet volhouden om precies te blijven werken. Tenzij er afwisseling zou zijn, af & toe iets anders doen, Maar dat kan niet op werkvloer, het project moet af. Een eentonig werk dat minder precisie vereist zoals scharnieren plaatsen zou kunnen. Maar lange tijd perfect lijmen niet.

LR Hout De jongere voelt zich goed in school bedrijf door naar hem te luisteren en samen naar projecten te zoeken die aansluiten met wat er in de bedrijven gemaakt wordt.

LR Hout Jongere kan gemotiveerd worden door naar hem te luisteren en te polsen naar zijn interesses en hierop in te spelen.

LR Hout Meer plaatmateriaal. We hebben nu modernere machines in nieuwbouw. Allernieuwste materiaal kan voor ons ook niet. Duur + Lk kent dit niet voldoende. Restmateriaal van bedrijf krijgen.

LR Hout Leerlingen moeten kunnen fouten maken om te leren, maar dit kan niet owv kost materiaal. Daarom meer controle LK (product voor klant).

LR Hout Daarom maken leerlingen kleine dingen, grotere meer motiverend.

LR Hout Plaatse gaan is moeilijk, wat we maakten. Groepen te groot. Zou wel zinvol zijn, zo leren ze iets anders + zien ze alle aspecten van project.

LR Hout Ook afwerken lukt niet, bv afwerken en spuiten van meubelen. Kunnen deel met de rol infrastructuur gebrek.

BM Hout Het werkatelier in de school is zelfs in de nieuwbouw te klein, Daardoor kunnen dingen maar op kleine schaal uitgevoerd worden, leerlingen moeten wachten aan de machine, dus laag werktempo. Allemaal nadelig voor de motivatie.

BM Hout Leerlingen hebben geen beeld van bedrijfswereld.

BM Hout Zowel het lage tempo in de school als het gebrek aan zicht op (de noden van) de bedrijven zijn nadelig voor de motivatie van de leerlingen.

BM Hout Er is bij de leerlingen veel interesse in interieur, maar op school is dit slechts 10 % van wat ze leren. Meer kunnen leren wat je interesseert is motiverend.

BM Hout Stagiair die aangeeft niet gemotiveerd te zijn om bij te leren ifv het beroep, omdat hij naar het leger gaat. Dan is de tijd die we er als bedrijf in investeren zinloos. Zijn hier andere oplossingen mogelijk?

BM Hout Doorstroom naar grotere fabrieken voor seriewerk, kan ook in interieur. Goede info aan leerlingen is nodig.

BM Hout Meer bedrijfsbezoeken zijn zinvol voor de motivatie van leerlingen.

LKB Hout het wordt steeds moeilijker voor BuSo-jongeren om nadien een plekje op de arbeidsmarkt te vinden.

Page 89: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

28

LKB Hout Ik leerde bij over de voorbereiding van een project (opmeting etc.).

LKB Hout Een die te zwak is voor kwalificatie: kans in bedrijf geven door een beperkte, gerichte opleiding te geven In BuSo De stap om aan de eisen van een bedrijf e voldoen wordt moeilijk. De opleiding wordt te zwaar voor hen. Lat lager leggen voor de jongeren, maar moeilijk in kader van het leerplan.

LKB Hout Onze leerlingen krijgen door hun beperkte vaardigheden dikwijls erg eenvoudige saaie taakjes. Als je dat dan vele weken moet doen wordt het saai, is het moeilijk gemotiveerd te blijven. Ze beseffen dat ze niet veel keuze hebben door hun beperking, maar houden dit enkel vol omdat ze een kwalificatie willen halen.

LG Bouw Ploegbaas: belangrijk dat die leerlingen laat meedoen met taken in functie van wat ze moeten kunnen in functie van competentielijst i.p.v. enkel dienende taken. Daar leer je niets van. Tijd steken in uitleg, bv hoe raam.

LG Bouw Leren doe je door bij de patroon mee te draaien, doen wat iedereen doet. Zelf uitleg vragen, goed kijken. Soms komt baas vragen of het lukt.

LG Bouw Vaker iets kunnen doen is goed leren.

LG Bouw Het is zinvol te oefenen in school wat je nadien op het bedrijf moet toepassen.

LG Bouw Bij iemand staan die expert bevordert leren.

LG Bouw In principe kan op school ingespeeld worden op wat je moet kunnen in het bedrijf. In praktijk is dit moeilijk owv een aantal voorwaarden: wijziging lesroosters, lokalen en lesgevers, Aankoop van vereiste materialen, machines hebben.

LG Bouw Meer gemotiveerd door: geld verdienen, meer kunnen bewegen, geen gezaag LK + realiteit leren.

LG Bouw Objectief beoordelen. Eerlijk is belangrijk.

LG Bouw Iets kunnen kopen of doen met geld dat je verdiende motiveert.

LG Bouw Na Leertijd beter voorbereid om zelfstandige te worden omdat je vak beter kent.

LG Bouw Verdienen is voornaamste factor om Leertijd te doen.

LG Bouw Je draagt bij aan bedrijf, mag ook iets tegenover staan.

LG Bouw Sommigen liever vakantiewerk dan leertijd omwille van euro/uur. Maar leertijd ook toekomstgericht belangrijk. Je bent beter voorbereid wanneer je later zelfstandige wil worden.

LG Bouw ‘status’ leertijd niet hoog in maatschappij (vrienden). Dat is niet fijn, maar je kan denken aan je inkomsten en dat je je goed voorbereid op je toekomst.

LG Bouw Pensioen opbouwen is voordeel.

LG Bouw Trots zijn op wat je gemaakt hebt.

LG Bouw Je moet de kans krijgen je werktempo op te bouwen: eerst goed dan sneller.

Page 90: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

1

Bijlage 3 : praktijkvoorbeelden vaan uitgebreide

samenwerking tussen bedrijf en school

Voorbeeld 1

In 2007 ging het bedrijf op zoek een partnerschool om mee samen te werken; om

vooral de relatie te versterken met scholen, een “voorkeurswerkgever” te worden

naar de schoolverlaters, en als recruteringsmiddel naar de toekomst toe.

De zoektocht resulteerde in een langdurige samenwerking deze school. Jaarlijks

wordt dit geëvalueerd en bijgestuurd. Kort samengevat kregen de leerlingen van 6

BSO werktuigmachines in november 2016 volgend traject aangeboden:

1. Een voorbereidende workshop (WILL’S KRACHT) van 2 lesuren in de school

met actieve lesvormen om de leerlingen bewust te maken van het belang van

competenties en attitudes.

2. We starten het werkplekleren met ’s morgens een toolbox in het bedrijf

waarin de preventie-adviseur spreekt over veiligheid (onze 2de

natuur), en de

uitvoeringscoördinator montage overloopt een powerpoint over de volgorde

van de werken. Na deze “theorie” nemen we de leerlingen mee naar het

magazijn waar ze de nodige pbm’s ontvangen om daarna aan de slag te gaan

in de proefstand waar ze per 2 een klein gebouw monteren olv de

uitvoeringscoördinator montage van het bedrijf.

3. Aansluitend gaan de leerlingen 2 dagen op een werf werken olv de ploegbaas

die op voorhand wordt ingelicht.

4. De week daarna gaan deze leerlingen naar het staalatelier waar ze de

verschillende werkplekken doorlopen, samen met de medewerkers. Ook gaan

ze 1 dag meevolgen in het magazijn.

5. Het werkplekleren wordt afgerond met een algemene evaluatie van de

leerlingen door HR. Achteraf kunnen de leerlingen ook het project evalueren.

Dit wordt teruggekoppeld naar het bedrijf om eventueel bij te stellen waar

nodig.

School en bedrijf ontwikkelden een draaiboek, een werkboek voor de leerlingen, een

presentatie, en observatie- en beoordelingsdocumenten. Daarbij mogen ook de

leerlingen het werkplekleren beoordelen.

We kregen de gelegenheid om in het kader van het project werkplekleren het

onthaal en de inleidende fase van de leerlingen bij het bedrijf mee te maken. Op

basis van deze observatie en een aansluitend gesprek met Ingrid Gijbels hierna een

meer gedetailleerde beschrijving.

1. School faciliteerde transport van de leerlingen naar het bedrijf (ook de

directeur draagt hier zijn steentje bij).

2. Warm onthaal, waarbij ook directie van het bedrijf aansluit.

Page 91: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

2

3. Uitgebreide aandacht voor veiligheid (20’ à 25’) vertrekkend van de

bedrijfsslogan: ‘Veilig werken onze 2e natuur’. Veiligheid gaat voor op het

uitvoeren taak. Doe OPA (observeren, ‘peinzen’, actie) en wordt opa. Ook

vaststelling dat in de school al véél aandacht is voor veiligheid en orde.

4. Presentatie: beeld van de werf. Overlopen van diverse fasen van inrichting

werf tot realisatie bouw. Ook hierin werd gewezen op veiligheidsaspecten.

5. Gedetailleerde info op papier van diverse contactpersonen binnen bedrijf.

6. Ook aandacht voor het goed voelen in de context (ploeg) waarin je werkt. 3

elementen: technische kennis, veiligheid, je goed voelen.

7. Leerlingen hebben infobundel bij de van de school die hen aanzet tot

infoverzameling & reflectie.

8. Rondleiding in het bedrijf.

9. Veiligheidsschoenen en vest uitgeleend door het bedrijf. Wel registratie en

tekenen voor ontvangst zodat alle kledij/materialen terugkomen naar het

bedrijf.

10. Leerlingen werken per 2 aan een proefstand (constructie van een klein

gebouw). Dit om te zorgen dat ze allen actief zijn, doen ipv kijken. Deze

stand werd in het bedrijf vóór het 1ste

project opgebouwd door leerkrachten

van de school als een soort “kick-off”. Door veiligheidshekken, -

signalisatie, een werfcontainer en toilet tracht men de praktijksituatie te

benaderen. GEEN competitie, wel goed werken (veilig, nauwkeurig).

11. De proefstand wordt ook gebruikt voor bedrijfsinterne opleiding

12. HRM geeft al in de loop van de ochtend feedback aan de school over het

verloop.

13. Vanuit HRM bedrijf en de school bezoekt men de leerlingen tijdens hun werk

aan de proefstand op de werf en/of de werkplaats. Zo toont men interesse.

14. De leerlingen draaien per alleen of per 2 mee in diverse bedrijfscontexten:

magazijn, productiehal, externe werf. Ook dan brengen de projectbegeleiders

van het bedrijf (HRM & dispatching) een (onverwacht) bezoek.

15. Er is aandacht voor lerende situaties: bv leerlingen moeten een levering met

bijhorende bon nakijken. Als test wordt soms iets klein weggelaten, zo ziet

men aandacht, nauwkeurigheid en probleemoplossend vermogen.

16. Het bedrijf beoordeelt prestaties individuele leerling (SAM-schaal)

17. De leerlingen krijgen ook de kans hun mening over het bedrijf en het

werkplekleren te geven. Ze ontvangen nadien een rapport over de

beoordeling, ook visuele weergave. Ook de materialen van Will’s Kracht

worden gebruikt.

Page 92: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

3

18. Leerlingen ontvangen na afloop een attest van getoonde competenties en

attitudes. Dit wordt ondertekend door 5 personen, waaronder de begeleiders

in school en bedrijf en de directies van beide. Een deelnemende leerling

bracht dit enkele jaren later als sollicitant nog mee naar het bedrijf.

19. Het bedrijf sponsorde ook een oefenhuis in de school.

20. Vanuit de dispatching van bedrijf draaide ook al iemand mee in de school.

Enkele vaststellingen en reflecties bij deze werkwijze

De leerlingen waren duidelijk aandachtig tijdens de presentatie.

Concretere info gaf meer aanleiding tot vragen van leerlingen. Ook dit is

leren.

Ze toonden ook spontaan interesse in foto’s van realisaties van het bedrijf.

De goede samenwerking tussen bedrijf & school is essentieel. Er is een groot

engagement, een open, betrokken houding en goede communicatie.

Aandacht geven aan hoe de leerlingen het doen, interesse tonen werkt.

Dat een sollicitant jaren later het ‘attest’ van dit werkplekleren meebrengt

doet vermoeden dat het formeel bevestigen en waarderen van hun kennen,

kunnen en inzet belangrijk voor hen is.

Dit project vraagt een behoorlijk grote tijdsinvestering van het bedrijf.

Voorbereiding, uitvoering en evaluatie vragen van alle betrokkenen in het

bedrijf naar schatting bijna een werkweek. Daarnaast vraagt het ook

flexibiliteit, bv werknemers die hun vrije dag omwisselen. Toch blijft het

bedrijf zich hiervoor engageren. Naast een engagement voor het leren van

jongeren rekenen ze hierdoor op potentiële werknemers. Ze hebben dan ook

een véél uitgebreider en concreter zicht op de competenties en attitudes van

de sollicitant. De directie van het bedrijf toont ook expliciet waardering voor

het engagement van de medewerkers.

Binnen de mogelijkheden van de schoolcontext stelt de school zich ook zo

flexibel mogelijk op. Dat is niet altijd even eenvoudig, maar er wordt altijd

wel een oplossing gevonden.

Elk jaar weer vragen bedrijf & school zich af hoe ze dit project werkplekleren

kunnen verbeteren. Ze profileren zich zo als lerende en dynamische

organisaties

Er werd nagedacht & hoe men de ouders van de leerlingen kon betrekken.

Voorlopig werd dit nog niet gerealiseerd.

Het bedrijf heeft nog een ander project Let’s co met een school buitengewoon

onderwijs

Page 93: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

4

Interne mentoren deden ook al ervaringsuitwisseling met mentoren van

andere bedrijven via Constructiv.

Een samenwerking als deze kan alleen maar lukken als beide partijen bereid zijn om

intensief en dynamisch met elkaar samen te werken. Het is dan ook onontbeerlijk

om zowel binnen het bedrijf als binnen de school verantwoordelijken aan te duiden

die nauw samenwerken en die het hele project organiseren.

Voorbeeld 2

Beide partners startten in 2005 een samenwerking voor de leerlingen van de 3e

graad BSO ruwbouw.

Dit bood kansen tot krachten leren op de werkvloer, die de school om praktische en

financiële redenen niet alleen kon bieden. Het bedrijf leerde zo potentiële

werknemers uit de regio kennen die al vertrouwd waren met de cultuur en werkwijze

van het bedrijf.

De leerlingen gingen onder begeleiding van een leerkracht en een ploegbaas aan de

slag op een werf. Er waren geen andere werknemers aanwezig. Het 5e

jaar

(maandag-dinsdag) en het 6e

jaar (donderdag-vrijdag) werkten elk aan een eigen

project op dezelfde plaats. Zo realiseerden ze elk ongeveer 2 woningen per

schooljaar afhankelijk van de grootte van het project. De ploegbaas werd op

woensdag elders ingezet

Praktisch waren telkens 2 leerlingen actief op die werf in het kader van stages. Zij

werkten volgens de werkuren van het bedrijf, en deden ook de voorbereiding en

afsluiting van de werf. De andere leerlingen waren in het kader van werkplekleren

op de werf tijdens de schooluren. Daarmee werd ook het vervoersprobleem

opgelost, enkel de stagiairs moesten met het busje mee, zo was daar voldoende

plaats in. Is volgens mij niet relevant hier. Zou het weglaten.

Ze verplaatsten zich met een busje van het bedrijf, dat de school voor deze

leerlingen ook buiten het werkplekleren kon gebruiken voor bijvoorbeeld

bedrijfsbezoeken.

Elke leerling kreeg vooraf een bouwplan.

Het bedrijf zorgde ook voor een eetcontainer en een gereedschapscontainer met

groter materieel, evenals voor alle (veiligheids-)kledij. De leerlingen zelf brachten

vanuit de school klein materieel (bv truweel) en een helm mee.

De school zorgde voor het vereiste medisch onderzoek.

Bij dit werkplekleren werden de activiteiten duidelijk gelinkt aan de leerplandoelen.

Soms begeleiden de ploegbaas en de leerkracht elke een groepje leerlingen bij

aparte werftaken, zo werden de leerplandoelen in kleinere groep aangeboden.

Page 94: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

5

De leerlingen van het 6e

jaar maakte hun GIP van de gerealiseerde woning. Ze

tekenden de woning dan ook zelf op school tijdens de lesuren technisch tekenen.

De ploegbaas en projectverantwoordelijke van het bedrijf zaten ook steeds in de

jury.

De theorielessen op school werden aangepast in functie van hun taken op de werf,

wel rekening houdend met de te verwezenlijken leerplandoelen.

Héél wat aspecten van de opleiding die op school moeilijk in een realistische

werfsituatie aangeboden kunnen worden, konden de leerlingen wel toepassen op de

werf.

Er werd bijna dagelijks geëvalueerd. De leerlingen vulden hun activiteiten op de

werf in in een evaluatieboekje. Dit zowel over technische leerdelen als attitudes. Ze

beoordeelden zichzelf daarbij. Na elke 2 dagen verwerkte de leerkracht dit en gaf

eveneens een beoordeling. Elke 2 à 3 weken ging dit werkboekje mee naar huis

zodat de ouders het leerproces konden opvolgen. Dit gaf een duidelijk beeld van het

leren.

De leerlingen bezoeken de toonzaal van AVL woningbouw ook geregeld. Aangezien

dit een sleutel-op-de-deur bedrijf is, kunnen ze daar alles concreet zien wat bouw

gerelateerd is.

Zo werd een win-win situatie gecreëerd. Leerlingen en leerkrachten konden kennis

maken met nieuwe materialen, technieken, toepassingen van wetgeving ea die als

school alleen erg moeilijk of niet realiseerbaar waren. Het bedrijf kon bekende en

goed opgeleide werknemers aantrekken. Er werken momenteel ongeveer 25 ex-

leerlingen uit dit project bij het bedrijf, waarvan 5 à 6 ploegbazen.

De inzet, motivatie en onderlinge verstandhouding van de leerkracht en ploegbaas

waren essentieel voor het welslagen. De werfleider kon goed met jongeren om gaan,

dit is eveneens een noodzakelijk voorwaarde.

Page 96: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

7

Page 97: LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport€¦ · project kort toe te lichten en te polsen naar interesse om deel te nemen. Gezien hun specifieke onderwijsvorm in het kader van

LES-project Leer- en ervaarstages eindrapport

8