Les 20 Hoekgrootte

23
Les 20 Hoekgrootte

description

Les 20 Hoekgrootte. De delen van een hoek. Een hoek is het gebied de gevormd wordt door twee benen ( twee halve rechten) met eenzelfde beginpunt. B. Kenpijl Geeft de draairichting van de hoek aan. benen. A. hoekpunt. C. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Les 20 Hoekgrootte

Page 2: Les 20                 Hoekgrootte

De delen van een hoek.

A

B

C.

.benen

hoekpunt

KenpijlGeeft de draairichting van de hoek aan

Om een hoek te benoemen zijn er twee mogelijkheden- met drie letters: hoek BÂC of hoek CÂB

- met één letter: hoek Â

Een hoek is het gebied de gevormd wordt door twee benen( twee halve rechten) met eenzelfde beginpunt

.

Page 3: Les 20                 Hoekgrootte

De eenheid die je gebruikt om hoeken te meten is de graad.

De graad is het 90ste deel van een rechte hoek

We noteren dat als 1°

Een rechte hoek is 90°

Een scherpe hoek is kleiner dan 90°

Een stompe hoek is groter dan 90°

Page 4: Les 20                 Hoekgrootte

Bekijk rustig deze animatie twee keer.

Lees aandachtig wat erbij staat geschreven

Page 5: Les 20                 Hoekgrootte

Bekijk deze animatie twee keer.

Lees aandachtig wat erbij staat geschreven

Page 6: Les 20                 Hoekgrootte

Het draaipunt

De nullijn of tekenzijde

de graadboog De graadverdeling

De geodriehoek

Page 7: Les 20                 Hoekgrootte

Een hoek tekenen met een geodriehoekOm bijvoorbeeld de hoek BÂC van 45° te tekenen ga je als volgt te werk.

Neem zelf een potlood, een blad papier,een geodriehoek

Doe stap voor stap mee op je blad wanneer dat van je gevraagd wordt.

Help elkaar indien nodig.

Page 8: Les 20                 Hoekgrootte

A .

Teken een been van de hoek

Noteer de letter A bij het beginpunt van het been van de hoek.

Page 9: Les 20                 Hoekgrootte

A .

Leg de geodriehoek zodanig dat zijn draaipunt samenvalt met het punt A

Page 10: Les 20                 Hoekgrootte

Draai nu de geodriehoek zodat het streepje van 45° samenvalt met het been van de hoek.

Let erop dat het draaipunt van de geodriehoek op A blijft liggen.

A .

Page 11: Les 20                 Hoekgrootte

A .

Teken een been van de hoek langs de tekenzijde van de geodriehoek.

(beginpunt=draaipunt)

Page 12: Les 20                 Hoekgrootte

A .

Noteer de punten B en C op de benen van de hoek en trek de kenpijl.

Nu heb je de hoek BÂC van 45°.

. B

. C

Page 13: Les 20                 Hoekgrootte

Een hoek meten met een geodriehoek

Neem zelf een potlood, je werkboek op blz.22 nr 1,een geodriehoek .

één van jullie beiden meet hoek , de andere hoek C

Doe stap voor stap mee op je blad wanneer dat van je gevraagd wordt.

Help elkaar indien nodig.

Page 14: Les 20                 Hoekgrootte

Leg de geodriehoek met het draaipunt op het hoekpunt van de hoek die je moet meten. Wanneer de benen van de hoek te kort zijn om een duidelijke meting uit te voeren, mag je deze altijd verlengen.

A .

. B

. C

Page 15: Les 20                 Hoekgrootte

A .

. B

. C

Draai de geodriehoek zodat:

-één been van de hoek samenvalt met de tekenzijde.

-het andere been van de hoek onder de geodriehoek ligt!

Page 16: Les 20                 Hoekgrootte

A . . B

. C

Noteer het kleinste maatgetal dat het been onder de geodriehoek aanwijst, als de hoek die je meet een scherpe hoek is.

Noteer het grootste maatgetal dat het been onder de geodriehoek aanwijst, als de hoek die je meet een stompe hoek is.

ofwel

Page 17: Les 20                 Hoekgrootte

Nog eens alles samengevat:

Bekijk rustig deze animatie twee keer.

Lees aandachtig wat erbij staat geschreven

Page 18: Les 20                 Hoekgrootte

Hoeken en graden worden niet allen gebruikt om in je werkboek hoeken te meten.

Zo worden graden ook gebruikt om een richting te bepalen ( vooral in de scheep- en luchtvaart)

Page 19: Les 20                 Hoekgrootte

De koers is de hoek met het Noorden die je moet maken om van de ene plek naar de ander te komen. Van A naar B is  90º   (met het Noorden) Van B naar C is 180º  (met het Noorden) Van C naar D is 270º  (met het Noorden)  Van A naar D is 225º  (met het Noorden) 

De hoek tussen het Noorden en je richting noemt men de Koershoek.

Page 20: Les 20                 Hoekgrootte

De wijzers van een klok maken ook een hoek.

Je kan ook de grootte van die hoek bepalen. 

3 uur = 90º (rechte hoek) 1 uur is   90º : 3 = 30º 5 uur is 5 x 30º = 150º 6 uur is  6 x 30º = 180º  ( gestrekte hoek) 8 uur is 8 x 30º = 240º 10 uur  is  10 x 30º = 300º  

Page 21: Les 20                 Hoekgrootte

 De hoeken van een driehoek zijn samen altijd 180º.Bekijkt de animatie twee keer

Page 22: Les 20                 Hoekgrootte

De hoeken van een vierhoek zijn samenaltijd 360º . Bekijkt de animatie twee keer

Page 23: Les 20                 Hoekgrootte

http://leerling.getalenruimte.epn.nl/Site/epn_getalenruimte/download/hoeken_raden.html

Als de computer online is kunnen jullie met zijn tweeën een rekenspel spelen: hoeken raden.

Voor het spel begint moeten jullie uw naam invullen.Druk dan op Volgende

Daarna moet je om de beurt de grootte schatten van een opgegeven hoek.( nooit meer dan 180°)

Je stelt je getal in door met het pijltje te schuiven op de schuifbalk. Daarna druk je op OK

Nadat jullie beiden de hoekgroote hebben ingesteld, druk je op bereken. Jullie score wordt dan bepaald.

Klik nu op onderstaande link.