Leiden heeft t: álles van Indië tot t Indonesië Aziatische ... · 10 Het Grote Verhaal Leiden...

1
10 Het Grote Verhaal Leiden heeft t: álles van Indië tot BabadDiponegoro,autobiografievandeJavaanseprinsDiponegoro(1785-1855) dieeenboerenlegeraanvoerdetegendeNederlandersindeJavaOorlog(1825-1830).Hijschreefhettijdenszijnbal- lingschapinNoord-Sulawesi(1831-1832).DitmanuscriptinJavaansschriftiseenvandetopstukkenvandeKITLV-collectieenstaatopdeWerelderfgoedlijstvanUNESCO.Zieookfragmentrechtsboven. NRC HANDELSBLAD VRIJDAG17OKTOBER2014 11 Aziatische Bibliotheek De grootste onderzoeksbibliotheek voor Indonesië staat sinds deze week in Leiden: van unieke handgetekende kaarten tot oude manuscripten en de jongste publicaties. Door de samenvoeging van drie beroemde collecties is daar nu alles te vinden. Door Dirk Vlasblom Indonesië J avaanse, Maleise en Boeginese manuscrip- ten, vele honderden handgetekende kaar- ten, reisbeschrijvingen, duizenden boe- ken, tijdschriften en oude fotos bij el- kaar tientallen kilometers archief. Al die schatten waren tot voor kort onderge- bracht in drie verschillende bronnencollecties over de talen, culturen en geschiedenis van wat ooit Nederland overzeewas. Meer dan een eeuw lang leidden deze collec- ties gescheiden levens. In de Universiteitsbiblio- theek van Leiden, in het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) ook in Leiden en in het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) in Amsterdam. Toen het KITLV na een bezuinigingsronde drastisch werd afge- slankt en de bibliotheek van het KIT, ook al uit geldgebrek, werd opgeheven dreigde teloor- gang van veel moois. Maar uiteindelijk werd be- sloten de drie collecties over Indonesië en de West samen te voegen en bijeen te brengen op één plek: de Universiteitsbibliotheek in Leiden. Leidse UB Die operatie ging gepaard met veel pijn en moei- te, want welke bibliothecaris ziet nu graag zijn collectie naar elders vertrekken? Maar nu de verzamelingen van KITLV en KIT veilig én toe- gankelijk worden ondergebracht in de Leidse UB, hebben alle partijen daar vrede mee. De sa- menvoeging van de drie collecties resulteert in de grootste onderzoeksbibliotheek ter wereld voor Indonesië en het Caraïbisch gebied. Dat heuglijke feit werd woensdag gevierd met een feestelijk programma voor genodigden, onder wie de Indonesische ambassadeur. Dat de drie collecties zo lang apart bleven, hangt samen met de koloniale geschiedenis. De Leidse universiteit, de rijksoverheid en het be- drijfsleven hadden elk hun eigen banden met en belangen in de koloniën en legden in de loop der tijd hun eigen verzamelingen aan. De oudste collectie is die van de Universiteit Leiden. Kort nadat die in 1575 was opgericht, voeren de eerste Hollandse en Zeeuwse schip- pers en kooplieden naar de Oost. Die expedities mondden in 1602 uit in de oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Manuscripten op palmbladeren UB-voorlichter Kasper van Ommen vertelt: Een Leidse hoogleraar botanie, de Vlaming Carolus Clusius (Charles de lÉcluse, 1527-1609), vroeg de bewindhebbers van de VOC om zaden en planten. Kapiteins kregen instructies om die in Indië te verzamelen en bij thuiskomst te verko- pen aan Clusius. Zon VOC-verordening is er nooit geweest voor boeken; die waren aanvan- kelijk bijvangst. Zo kwamen de eerste lontar , manuscripten op palmbladeren, naar Leiden. Door pure nieuwsgierigheid of omdat het ook botanisch materiaal was.Begin 17de eeuw was er nog geen expertise over Indische manuscripten. Van Ommen: We hebben een heel vroeg Javaans handschriftje uit het bezit van Bonaventura Vulcanius (Pieter de Smet, 1538-1614), hoogleraar Grieks in Leiden. Hij vond dat manuscript heel interessant en schreef voorin: Liber Japonensis. Hij dacht kennelijk: dit moet Japans zijn. Niemand kon toen wijs uit het Javaanse schrift.Koning Willem II Na het bankroet van de Compagnie en het En- gelse tussenbestuur over Java (1811-1816) besloot Nederland zijn koloniale bestuursambtenaren beter op te leiden. Koning Willem II steunde in 1842 de oprichting van de Koninklijke Academie in Delft (de huidige TU). Die moest niet alleen in- genieurs opleiden voor zowel s lands dienst als voor de nijverheid, maar ook aan gepromoveer- de juristen, die waren voorbestemd voor hogere ambten in de archipel, een cursus geven in de taal-, land- en volkenkunde van Nederlands-In- Voor de Asian Library, een van de grootste in de wereld, bouwen we bovenop de UB een nieuwe verdieping UB-directeur De Belder dië. Vandaar de onmogelijke naam KITLV van het instituut dat in 1851 werd opgericht met als taak Indisch bronnenmateriaal te verzame- len en een wetenschappelijk tijdschrift uit te ge- ven de nog steeds verschijnende Bijdragen . In de tweede helft van de negentiende eeuw werden onderwijs en onderzoek overgeheveld van Delft naar de Rijksuniversiteit Leiden. Daar werden voortaan de koloniale bestuursambte- naren opgeleid. Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw ging het KITLV, naast op peil houden van de collec- tie, zelfstandig onderzoek doen in het onafhan- kelijke Indonesië, in Suriname en de Nederland- se Antillen. Dat doet het nog steeds. Koloniaal Instituut Amsterdam De derde bronnencollectie is aangelegd door het Koloniaal Instituut in Amsterdam. Dat werd in 1910 opgericht door particulieren en bedrij- ven en was destijds helemaal gericht op de Ne- derlandse overzeese bezittingen. Na de oorlog werd dit het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) en ging het zich toeleggen op ontwikke- lingssamenwerking in brede zin. De koloniale bronnencollectie van het KIT, die nu is verhuisd naar Leiden, loopt tot 1950; de unieke kaarten- verzameling, nu ook in Leiden, is bijgehouden tot 2012. De intussen geïntegreerde collectie over Indo- nesië wordt onderdeel van een nieuwe Asian Li- brar y, waarin ook de China-, India-, Japan- en Koreaverzamelingen van diverse Leidse institu- ten, zoals het vermaarde Kern Instituut voor de studie van Zuid-Azië, zullen worden onderge- bracht. UB-directeur Kurt De Belder: Het wordt een complexe operatie. We maken hier in het UB-ge- bouw aan de Witte Singel ruimte door minder courante stukken te verhuizen naar een nieuw depot aan de Einsteinweg. Daarna komt al ons Aziëmateriaal hier samen. Voor deze Asian Li- brary, een van de grootste in de wereld, gaan we bovenop de UB een nieuwe verdieping bouwen, met veel glas, waar wetenschappers elkaar kun- nen ontmoeten. Niet alleen eigen studenten, do- centen en onderzoekers, maar ook fellows , on- derzoekers uit het buitenland die hier komen om onze bronnencollecties te raadplegen.LaGaligo,hetepischescheppingsverhaal vandeBoeginezen,eenzeevarendvolkvan Zuid-Sulawesimeteeneigenschrift. DeLeidseUBheeft12boekenvandeel1, samenhetgrootstenogbestaandemanuscript vanhetepos.Leidenheefthetin bruikleenvanhetNederlandsBijbelgenoot- schap.Ookditdocumentstaatopde WerelderfgoedlijstvanUNESCO.

Transcript of Leiden heeft t: álles van Indië tot t Indonesië Aziatische ... · 10 Het Grote Verhaal Leiden...

Page 1: Leiden heeft t: álles van Indië tot t Indonesië Aziatische ... · 10 Het Grote Verhaal Leiden heeft ’t: álles van ‘Indië’tot Babad Diponegoro, autobiografie van de Javaanse

10 Het Grote Verhaal

Leiden heeft ’t: álles van ‘Indië’ tot

Babad Diponegoro, autobiografie van de Javaanse prins Diponegoro (1785-1855)die een boerenleger aanvoerde tegen de Nederlanders in de Java Oorlog (1825-1830).Hij schreef het tijdens zijn bal-

lingschap in Noord-Sulawesi (1831-1832). Dit manuscript in Javaans schrift is een van de topstukken van de KITLV-collectie en staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Zie ook fragment rechtsboven.

N RC HANDEL SBLADV R I J DAG 17 OKTOBER 2 0 14 11

Aziatische Bibliotheek De grootste onderzoeksbibliotheek voor Indonesië

staat sinds deze week in Leiden: van unieke handgetekende kaarten tot oude

manuscripten en de jongste publicaties. Door de samenvoeging van drie

beroemde collecties is daar nu alles te vinden.

Door Dirk Vlasblom

t Indonesië

Javaanse, Maleise en Boeginese manuscrip-ten, vele honderden handgetekende kaar-ten, reisbeschrijvingen, duizenden boe-ken, tijdschriften en oude foto’s – bij el-kaar tientallen kilometers archief. Al dieschatten waren tot voor kort onderge-

bracht in drie verschillende bronnencollectiesover de talen, culturen en geschiedenis van watooit ‘Nederland overzee’ wa s .

Meer dan een eeuw lang leidden deze collec-ties gescheiden levens. In de Universiteitsbiblio-theek van Leiden, in het Koninklijk Instituutvoor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) – ookin Leiden – en in het Koninklijk Instituut voor deTropen (KIT) in Amsterdam. Toen het KITLV naeen bezuinigingsronde drastisch werd afge-slankt en de bibliotheek van het KIT, ook al uitgeldgebrek, werd opgeheven dreigde teloor-gang van veel moois. Maar uiteindelijk werd be-sloten de drie collecties over Indonesië en deWest samen te voegen en bijeen te brengen opéén plek: de Universiteitsbibliotheek in Leiden.

Leidse UB

Die operatie ging gepaard met veel pijn en moei-te, want welke bibliothecaris ziet nu graag zijncollectie naar elders vertrekken? Maar nu deverzamelingen van KITLV en KIT veilig én toe-gankelijk worden ondergebracht in de LeidseUB, hebben alle partijen daar vrede mee. De sa-menvoeging van de drie collecties resulteert inde grootste onderzoeksbibliotheek ter wereldvoor Indonesië en het Caraïbisch gebied. Datheuglijke feit werd woensdag gevierd met eenfeestelijk programma voor genodigden, onderwie de Indonesische ambassadeur.

Dat de drie collecties zo lang apart bleven,hangt samen met de koloniale geschiedenis. DeLeidse universiteit, de rijksoverheid en het be-drijfsleven hadden elk hun eigen banden met –en belangen in – de koloniën en legden in deloop der tijd hun eigen verzamelingen aan.

De oudste collectie is die van de UniversiteitLeiden. Kort nadat die in 1575 was opgericht,voeren de eerste Hollandse en Zeeuwse schip-pers en kooplieden naar de Oost. Die expeditiesmondden in 1602 uit in de oprichting van deVerenigde Oost-Indische Compagnie.

Manuscripten op palmbladeren

UB-voorlichter Kasper van Ommen vertelt: „EenLeidse hoogleraar botanie, de Vlaming CarolusClusius (Charles de l’Écluse, 1527-1609), vroegde bewindhebbers van de VOC om zaden enplanten. Kapiteins kregen instructies om die inIndië te verzamelen en bij thuiskomst te verko-pen aan Clusius. Zo’n VOC-verordening is ernooit geweest voor boeken; die waren aanvan-kelijk bijvangst. Zo kwamen de eerste l o n t a r,manuscripten op palmbladeren, naar Leiden.Door pure nieuwsgierigheid of omdat het ookbotanisch materiaal was.”

Begin 17de eeuw was er nog geen expertiseover Indische manuscripten. Van Ommen: „Wehebben een heel vroeg Javaans handschriftje uithet bezit van Bonaventura Vulcanius (Pieter deSmet, 1538-1614), hoogleraar Grieks in Leiden.Hij vond dat manuscript heel interessant enschreef voorin: ‘Liber Japonensis’. Hij dachtkennelijk: dit moet Japans zijn. Niemand kontoen wijs uit het Javaanse schrift.”

Koning Willem II

Na het bankroet van de Compagnie en het En-gelse tussenbestuur over Java (1811-1816) beslootNederland zijn koloniale bestuursambtenarenbeter op te leiden. Koning Willem II steunde in1842 de oprichting van de Koninklijke Academiein Delft (de huidige TU). Die moest niet alleen in-genieurs opleiden ‘voor zowel ’s lands dienst alsvoor de nijverheid’, maar ook aan gepromoveer-de juristen, die waren voorbestemd voor hogereambten in de archipel, een cursus geven in de‘taal-, land- en volkenkunde van Nederlands-In-

Voor de AsianLibrary, een van degrootste in dewereld, bouwen webovenop de UB eennieuwe verdiepingUB-directeur De Belder

dië’. Vandaar de onmogelijke naam – KITLV –van het instituut dat in 1851 werd opgericht metals taak Indisch bronnenmateriaal te verzame-len en een wetenschappelijk tijdschrift uit te ge-ven – de nog steeds verschijnende B i j d rage n .In de tweede helft van de negentiende eeuwwerden onderwijs en onderzoek overgeheveldvan Delft naar de Rijksuniversiteit Leiden. Daarwerden voortaan de koloniale bestuursambte-naren opgeleid.Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw ginghet KITLV, naast op peil houden van de collec-tie, zelfstandig onderzoek doen in het onafhan-kelijke Indonesië, in Suriname en de Nederland-se Antillen. Dat doet het nog steeds.

Koloniaal Instituut Amsterdam

De derde bronnencollectie is aangelegd doorhet Koloniaal Instituut in Amsterdam. Dat werdin 1910 opgericht door particulieren en bedrij-ven en was destijds helemaal gericht op de Ne-derlandse overzeese bezittingen. Na de oorlogwerd dit het Koninklijk Instituut voor de Tropen(KIT) en ging het zich toeleggen op ontwikke-lingssamenwerking in brede zin. De kolonialebronnencollectie van het KIT, die nu is verhuisdnaar Leiden, loopt tot 1950; de unieke kaarten-verzameling, nu ook in Leiden, is bijgehoudentot 2012.

De intussen geïntegreerde collectie over Indo-nesië wordt onderdeel van een nieuwe ‘Asian Li-brar y’, waarin ook de China-, India-, Japan- enKoreaverzamelingen van diverse Leidse institu-ten, zoals het vermaarde Kern Instituut voor destudie van Zuid-Azië, zullen worden onderge-bracht .

UB-directeur Kurt De Belder: „Het wordt eencomplexe operatie. We maken hier in het UB-ge-bouw aan de Witte Singel ruimte door mindercourante stukken te verhuizen naar een nieuwdepot aan de Einsteinweg. Daarna komt al onsAziëmateriaal hier samen. Voor deze Asian Li-brary, een van de grootste in de wereld, gaan webovenop de UB een nieuwe verdieping bouwen,met veel glas, waar wetenschappers elkaar kun-nen ontmoeten. Niet alleen eigen studenten, do-centen en onderzoekers, maar ook ‘fel l o ws ’, on-derzoekers uit het buitenland die hier komenom onze bronnencollecties te raadplegen.”

La Galigo, het epische scheppingsverhaalvan de Boeginezen, een zeevarend volk vanZuid-Sulawesi met een eigen schrift.

De Leidse UB heeft 12 boeken van deel 1,

samen het grootste nog bestaande manuscript

van het epos. Leiden heeft het in

bruikleen van het Nederlands Bijbelgenoot-

schap. Ook dit document staat op de

Werelderfgoedlijst van UNESCO.