Jaarbeeld Hogeschool Leiden

44
2012

description

Het jaarbeeld 2012 van Hogeschool Leiden

Transcript of Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Page 1: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

2012

Page 2: Jaarbeeld Hogeschool Leiden
Page 3: Jaarbeeld Hogeschool Leiden
Page 4: Jaarbeeld Hogeschool Leiden
Page 5: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

JAARBEELD2012

3HOGESCHOOLLEIDEN

Je moet ze van Hogeschool Leiden hebben!In dit jaarbeeld kijken wij graag met u terug op 2012. Onze studenten, docenten, medewerkers en

samenwerkingspartners uit het werkveld nemen u mee langs een aantal bijzondere projecten, prestaties en resultaten

waar we met veel genoegen op terugkijken. Activiteiten die ons het afgelopen jaar dichterbij het realiseren hebben

gebracht van een van onze doelstellingen: het bieden van excellent onderwijs en toegepast onderzoek.

Als hogeschool hebben wij onder andere de taak om de beste werknemers voor nu en de toekomst op te leiden.

We investeren daarom intensief in onze contacten met partners uit het onderwijs, het werkveld en de samenleving.

Dankzij deze samenwerkingsverbanden kunnen we met ons onderwijs inspelen op de dynamiek en behoeften van

de (regionale) arbeidsmarkt. Ook komen er interessante stages en afstudeeropdrachten uit voort waardoor onze

studenten hun kennis en talenten in de praktijk kunnen ontplooien. Geen denkbeeldige opdrachten, maar concrete

projecten en onderzoeksvragen waarvoor bedrijven en instellingen oplossingen zoeken.

Naast het opleiden van studenten voor een professionele loopbaan, wil Hogeschool Leiden door middel van

toegepast onderzoek bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Onze lectoraten zijn hierbij een

sturende en stuwende kracht en vormen een belangrijke schakel tussen onderzoek, onderwijs en beroepspraktijk. De

hogeschool richt zich daarbij op drie kennisgebieden: Jeugd, Life Sciences en Gezondheidszorg. Het zijn de gebieden

waarop we onze bachelor- en masteropleidingen hebben vormgegeven.

Samen met de stad Leiden en de regio wil de hogeschool het beste uit haar omgeving samenbrengen. De komende

jaren blijven wij dan ook graag in opdracht van- of in samenwerking met het werkveld werken. Het oordeel van het

werkveld is daarbij een belangrijke graadmeter van ons succes. Als zij zeggen: ‘Je moet ze van Hogeschool Leiden

hebben’, kunnen wij tevreden zijn.

Wij wensen u veel plezier bij het lezen van dit jaarbeeld 2012.

Paul van Maanen en Agnita Mur

College van Bestuur

Page 6: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Doceren in een andere cultuur In oktober organiseerde de Laurea

University of Applied Sciences in Finland

een internationale week waarin docenten

uit verschillende landen spraken over

cultuurverschillen. Hogeschool Leiden

werd vertegenwoordigd door docent

Commerciële Economie Jean Pierre

Schreurs. Jean Pierre: ‘Het was een mooie

gelegenheid om ervaring op te doen

met het doceren in een andere cultuur.

Met behulp van een zogenaamde

Erasmussubsidie mocht ik lezingen over

International Branding en Nederlandse

Cultuur verzorgen voor Finse en

buitenlandse studenten.’ De subsidie maakt

onderdeel uit van het Erasmusprogramma,

dat mobiliteit en uitwisseling van

studenten en docenten wil bevorderen.

En dat lukt, zegt Jean Pierre: ‘Kijken over

de grenzen levert mij nieuwe inzichten op

die mijn docentschap aan de hogeschool

verrijken.’

Scripties vallen op door commercieel belangVier afstudeerders werden dit jaar door medestudenten en docenten genomineerd voor de Sterkste Schakel

Studieprijs, die wordt toegekend aan studieprojecten die opvallen door het commercieel belang. zowel de

eerste als de tweede prijs gingen naar studenten van de hogeschool!

De winnares van de hoofdprijs, Charelle Bruijn (links), opleiding Commerciële Economie, voerde haar scriptie

uit in opdracht van winkelketen Albert Heijn. ze keek naar de relatie tussen de winkel en de

buurt waarin de winkel zich bevindt, en deed aanbevelingen om de lokale

betrokkenheid te verhogen. De tweede prijs ging naar Ingrid Karsdorp, studente

Communicatie, voor haar onderzoek naar sociale media bij Weleda Benelux.

Daar was de vraag ontstaan hoe de inzet van sociale media en een online

fanclub eraan kunnen bijdragen dat klanten in Nederland loyaal worden aan de

lichaamsverzorgingsproducten van Weleda. Ingrid zocht het voor hen uit.

De twee andere genomineerden, ook van Communicatie, waren Joy Idenburg en

Tamara Villani. De stagebedrijven waren allemaal zeer tevreden en de scripties werden

beloond met een negen of hoger.

Stagiaire met internationale ambitiesKirsten zwijnenburg (midden), studente

Communicatie, ging in 2012 naar Londen om

stage te lopen op de afdeling marketing van

het merk Armani. Daar maakte zij concurrentie-

analyses en hielp bij de voorbereiding van grote

evenementen, zoals Vogue Fashion’s Night Out en

Armani Exchange 20th Anniversary. Ook stuurde ze

kledingsamples naar toonaangevende magazines

in Londen. Kirsten keek haar ogen uit: ‘Stond ik

daar ineens naast bekende mensen zoals Kylie

Minogue en Clive Owen!’ Ondanks alle glamour

moest er keihard gewerkt worden, maar daar had

Kirsten geen moeite mee: ‘Ik kreeg keer op keer

te horen dat ze nog nooit zo een hardwerkende,

enthousiaste en gedreven stagiaire hadden gehad.

Door deze complimenten deed ik nog meer mijn

best.’ Kirstens ambities zijn duidelijk: ‘Ik weet altijd

precies wat ik wel en niet wil. De afgelopen vier

jaar heb ik mijn studie zoveel mogelijk gestuurd in

de richting waarin ik ook werkzaam wil zijn. Met

succes, want ik ga binnenkort naar New York om

voor Suitsupply mijn afstudeeronderzoek uit te

voeren. Ik kan mijn geluk niet op!’

De winnares van de hoofdprijs, Charelle Bruijn (links), opleiding Commerciële Economie, voerde haar scriptie

uit in opdracht van winkelketen Albert Heijn. ze keek naar de relatie tussen de winkel en de

Hogeschool Leiden laat talent groeienOf ze nu onderzoeker zijn, docent of stagiair, de studenten en medewerkers van Hogeschool Leiden hebben één ding gemeen: ze streven

ernaar het beste uit zichzelf en uit elkaar te halen. Ook reserveren onze docenten hun kennis niet alleen voor hun eigen studenten, maar

kijken over de grens. En bieden onze stagiaires hun stagebedrijven net dat beetje extra.

Midden: Kirsten

JAARBEELD2012

4HOGESCHOOLLEIDEN

Page 7: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Intensief internationaal uitwisselingsprogramma in LitouwenJoost in ‘t Groen en Leonie Kool, docenten

Recht, en vijf van hun studenten hebben

deelgenomen aan een tiendaags programma

over mensenrechten in Vilnius, Litouwen,

samen met studenten uit zes andere Europese

landen. Colleges werden gegeven door de

docenten van de deelnemende scholen en door

gastsprekers. Naast colleges, debatten en het

schrijven van papers, namen de studenten deel

aan een oefenrechtbank. Joost: ‘In deze zaak

vervulden studenten de rol van eisende partij

(een asielzoeker die vindt dat zijn mensenrechten

zijn geschonden), de verdediger, experts en

de rechters van het Europees Hof voor de

Mensenrechten. De zitting werd gehouden in

het gebouw van de Hoge Raad in Vilnius. Het was

zeer geslaagd.’ Naast de lessen waren er excursies

en een culturele avond. ‘Het is een zeer intensief

programma, en alles is in het Engels. Studenten

leren samen te werken, ze komen gezamenlijk tot

inzichten. Maar ook voor de docenten was het een

zeer leerzame ervaring. Vanwege de inhoud, en om

met studenten van verschillende nationaliteiten te

werken. Het leverde ons nuttige contacten op met

andere docenten en scholen.’

Artikel integratieve geneeskunde valt in de prijzen Lector Antroposofi sche Gezondheidszorg, dr. Erik Baars, ontving op het European Congress for Integrative Medicine in

Florence (ECIM) een prijs voor excellent onderzoek op het gebied van integratieve geneeskunde. Hij kreeg deze prijs

voor het peer-reviewed artikel dat hij samen met prof. dr. Peter Kooreman, hoogleraar Gezondheidseconomie aan de

Universiteit van Tilburg, in het European Journal of Health Economics publiceerde. Kooreman en Baars stelden vast dat

patiënten wiens huisarts op de hoogte is van alternatieve geneeswijzen, minder zorgkosten hebben en langer leven.

Hun artikel werd uit meer dan veertig ingezonden wetenschappelijke artikelen geselecteerd voor de prijs.

Kind aan huis bij Ouders van Nu Maaike van der Kroon (Commerciële Economie) studeerde af op het ‘Grote

Moederschapsonderzoek’, in opdracht van het tijdschrift Ouders van Nu in het

kader van hun 45-jarig bestaan. Hetzelfde onderzoek was tien jaar eerder uitgevoerd

en men vroeg zich af of de komst van een kind tegenwoordig

een ander eff ect op moeders heeft dan tien jaar geleden.

Hoewel moderne moeders meer dan in het verleden

het uitslapen missen, kan men uit de resultaten van

de enquête opmaken dat ouders bewuster voor het

ouderschap kiezen, waardoor ze er meer van kunnen

genieten. Omdat ze bij dezelfde opdrachtgever al

een meeloopstage achter de rug had, was Maaike

geknipt voor deze klus. ‘Ik kende Ouders van Nu

al goed, ik wist waar het merk voor staat, wat ze

willen bereiken en uitstralen.’ De opdrachtgever

was dan ook erg tevreden met het resultaat.

Bijna 16.000 mensen vulden Maaikes enquête

in en de media-aandacht voor het onderzoek,

onder andere bij radio 538 en nu.nl, leverde

Ouders van Nu nieuwe lezers op.

en men vroeg zich af of de komst van een kind tegenwoordig

een ander eff ect op moeders heeft dan tien jaar geleden.

Hoewel moderne moeders meer dan in het verleden

het uitslapen missen, kan men uit de resultaten van

de enquête opmaken dat ouders bewuster voor het

ouderschap kiezen, waardoor ze er meer van kunnen

genieten. Omdat ze bij dezelfde opdrachtgever al

een meeloopstage achter de rug had, was Maaike

Hogeschool Leiden laat talent groeien

Talentenprogramma Analytische Chemiezeven studenten van de opleiding Chemie zijn na een zware selectieprocedure

aangenomen voor het Analytical Science Talent Programme (ASTP) voor top-hbo-

studenten. Het ASTP is onderdeel van TI-COAST, een landelijk samenwerkingsverband

tussen technische universiteiten, bedrijven en instituten. Deze organisatie heeft zich

tot doel gesteld de analytische chemie in Nederland te versterken. In 2011 zijn Roan

Streefl and, Baudien te Nijenhuis, Akram zaki en Anette Verlaan met het programma

gestart en dit jaar hebben Pieter Langerhorst, Henk Wiersma

en Renaud Henrik zich bij hen gevoegd. Twintig procent

van alle studenten in het programma is afkomstig van

Hogeschool Leiden en uit de prestaties van de eerste

groep blijkt al dat onze opleiding de studenten uitstekend

voorbereidt op dit zware programma.

JAARBEELD2012

5HOGESCHOOLLEIDEN

Page 8: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Afstudeerproject Fysiotherapie in internationaal vakbladHet komt niet vaak voor dat een scriptie zoveel kwaliteit bezit dat

zij geschikt is om in de vorm van een wetenschappelijk artikel

gepubliceerd te worden. Toch behaalde een groep studenten

van Fysiotherapie dit jaar dit bijzondere resultaat. Hun onderzoek

ging over de invoering van een behandelrichtlijn bij mensen met

reumatoïde artritis. Ze interviewden fysiotherapeuten met de

vraag welke factoren hen tegenhielden de richtlijn in hun praktijk

te gebruiken.

Een van de uitkomsten was dat de belemmerende factoren voor

algemene fysiotherapeuten anders zijn dan voor specialistische.

Een mogelijke oplossing is om de richtlijnen toe te spitsen op

het niveau van specialisatie van therapeuten. Men verwacht

echter dat de richtlijn gemakkelijker in gebruik wordt genomen

als juist de barrières aangepakt worden die bij beide groepen de

invoering hinderen.

Samen met het Leids Universitair Medisch Centrum, het

Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie en

lector Fysiotherapie John Verhoef bewerkten de studenten

hun verslag tot een artikel dat in juni 2012 werd geaccepteerd

in het internationaal peer-reviewed vaktijdschrift Physical

Therapy. Een goed voorbeeld van een geslaagde samenwerking

tussen hogeschool, beroepsvereniging en universiteit. John

Verhoef: ‘De studenten hebben heel systematisch ingezoomd

op één behandelrichtlijn, daar hebben ze veel tijd ingestoken.

Zodoende had hun basisverslag al voldoende niveau voor

publicatie. Uniek? Zeker, dat is tamelijk bijzonder.’

JAARBEELD2012

6HOGESCHOOLLEIDEN

Gezondheidszorg

GEzO

ND

HEID

SzORG

Hogeschool Leiden kent een lange traditie als kennisinstelling op

het gebied van de gezondheidszorg. Ons onderzoek richt zich op de

antroposofische en geestelijke gezondheidszorg en op de zorg voor

mensen met chronische ziekten. Onze lectoren en onderzoekers dragen bij

aan de kennisontwikkeling en kennisvalorisatie binnen de beroepspraktijk,

zoals u kunt lezen in het interview met fysiotherapeute Jeannette Boiten

(pag. 10). Door nauw samen te werken met gezondheidsinstellingen in

de regio geven we het werkveld een essentiële rol bij het opleiden van

onze studenten tot startbekwame professionals. Lees bijvoorbeeld over de

studenten Verpleegkunde die in het leerwerktraject bij het Diaconessenhuis

Leiden (pag. 13) zelfstandigheid en verantwoordelijkheid ervaren hebben

en staan te popelen om als professional aan de slag te gaan.

Page 9: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Op 28 juni 2012 reikte de EADV, de beroepsorganisatie voor diabeteszorgverleners, de jaarlijkse EADV-OnderzoeksGrant uit aan

Judith van Niel. Judith, alumnus van de hogeschool, doet al vanaf 2009 onderzoek naar het gebruik van een bloedglucosesensor

tijdens de zwangerschap bij vrouwen met diabetes type 1. Ze startte het onderzoek binnen haar Master Advanced Nursing

Practice (ANP) en zette het na haar afstuderen voort. ‘Erg leuk dat er dankzij deze eervolle Grant nu zoveel aandacht voor is.’

De EADV-Grant bestaat uit een bedrag van vijfduizend euro en wil diabeteszorgverleners stimuleren tot verpleegkundig-

wetenschappelijk onderzoek, om zo de verpleegkundige diabeteszorg en daarmee de gezondheid van mensen met diabetes te

verbeteren. Judith zal, mede ondersteund door de Grant, haar onderzoek verder voortzetten. ‘Nu al is duidelijk dat vrouwen met

type 1 diabetes en een glucosesensor hun zwangerschap als ‘prettiger’ ervaren. Maar hoe verloopt bijvoorbeeld de ontwikkeling

van de baby?’ Met de uitkomsten zullen zwangere vrouwen met diabetes in de toekomst nog beter kunnen worden begeleid.

Ze heeft bij het doen van haar onderzoek veel gehad aan de kennis die ze tijdens haar studie opdeed. ‘Verpleegkundigen kijken

op een andere manier naar de dingen dan artsen. Het is heel goed dat wij als diabetesverpleegkundigen laten zien dat we ook in

staat zijn relevant onderzoek te doen. Voor mij is het ontvangen van deze Grant echt de kroon op mijn werk.’

Foto: Guus Herbschleb

JAARBEELD2012

7HOGESCHOOLLEIDEN

Schrijf een voorlichtingsprogramma over overgewicht

voor een specifieke doelgroep en voer dat uit. Dat was de

opdracht voor tweedejaars studenten Verpleegkunde. Vijf van

hen kozen voor jongeren uit de Haagse Schilderswijk. Niet

de gemakkelijkste doelgroep, want demografisch onderzoek

leert dat juist in wijken met laagopgeleide ouders een snelle

snack vaak de voorkeur krijgt boven een uitgebalanceerd

ontbijt. Ook iedere dag een uurtje matig intensief bewegen is

er geen vanzelfsprekendheid.

De studenten zochten contact met een middelbare

school en presenteerden hun programma ‘Help, de

Haagse jongeren worden steeds dikker’ aan één klas. Het

resultaat? ‘Positieve reacties,’ aldus docent Verpleegkunde

Tjitra Badaltjawdharie, ‘zowel van de jongeren als van de

school.’

Hun geheim? ‘Ze hadden een leuke mix van eigen

ervaringen en ‘harde’ feiten over overgewicht, voeding en

beweging. Bovendien hadden de vijf studenten ook diverse

culturele achtergronden, dat schiep een band en maakte

de informatieoverdracht laagdrempelig. Het was een

soort “jongeren voor jongeren”, maar dan wel op basis van

evidence-based materiaal.’

EADV-OnderzoeksGrant naar alumnus Hogeschool Leiden

Help, de Haagse jongeren worden steeds dikker

GEzO

ND

HEID

SzORG

Page 10: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

‘We laten ons voeden door de praktijk.’

GEzO

ND

HEID

SzORG

Page 11: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Observeren hoe de ervaren fysiotherapeut zijn dagelijkse werk doet en dat op een systematische manier

vastleggen, zo vat Jeannette Boiten, docent en onderzoeker Fysiotherapie, haar werk samen. En hoe simpel dat

misschien ook klinkt, de wetenschappelijke onderbouwing van het praktisch handelen van fysiotherapeuten is van

groot belang, niet alleen voor het werkveld zelf, maar ook voor het opleiden van studenten.

Onderzoek naar de preventie-kracht van fysiotherapie

‘We laten ons voeden door de praktijk.’

JAARBEELD2012

9HOGESCHOOLLEIDEN

Vanaf het begin van haar carrière beweegt Jeannette zich

op het grensvlak tussen theorie en praktijk. Nu is ze bezig

aan een promotieonderzoek bij het Centrum Regionale

Kennisontwikkeling van Universiteit Leiden. Het onderzoek

gaat over de preventiekracht van fysiotherapie bij patiënten

met knieartrose. ‘De fysiotherapeut doet in de praktijk veel

aan preventie,’ zegt Jeannette, ‘maar wat hij doet wordt

niet benoemd. Hoe zet je patiënten aan tot preventieve

maatregelen, zowel om slechter functioneren door de artrose,

maar ook om andere klachten als gevolg van weinig beweging,

te voorkomen? Naar die deskundigheid ben ik op zoek, om deze

kennis daarna meer evidence-based te kunnen maken.’

Vanuit dit onderzoek begeleidde ze een afstudeerproject dat

een eervolle vermelding kreeg bij de landelijke Jaco den Dekker

Scriptieprijs 2012. Anne Cnossen, Jorrit van der Meij en Sven

Remerij bestudeerden literatuur en verwerkten interviews

met fysiotherapeuten en patiënten met knieartrose om te

achterhalen hoe je als fysiotherapeut mensen stimuleert gezond

beweeggedrag te vertonen. Hun afstudeerscriptie werd beloond

met een negen. ‘Terecht’, zegt Jeannette. ‘Ze deden dit op een

zeer zelfstandige en gedegen manier en toonden inhoudelijke

kennis en visie.’

‘Je denkt beter na over wat je studenten leert’, zegt ze over

het afstudeerproject. Zo interviewde ze samen met student

Sven een oudere patiënte die nog steeds erg actief was, maar

niet op de juiste manier. Ze liep wel met een te zware emmer

de trap op, maar sloeg de haar voorgeschreven oefeningen

over met het idee dat ze bij het schoonmaken voldoende had

bewogen. Het verbaasde Sven dat de vrouw de adviezen niet

had opgepikt. Later concludeerde hij dat hij zorgvuldiger moest

zijn in zijn uitleg en de patiënt er meer bij moest betrekken,

zodat zij in staat was de boodschap te horen. ‘Dat is precies wat

ik de studenten wil leren,’ zegt Jeannette. ‘Dat ze tegen de één

zeggen: “Doet u deze oefening tien keer, en vooral niet vaker.”

En tegen de ander: “Doet u deze oefening tien keer, minimaal!”

Dat streven sluit aan bij de ontwikkeling in ons lectoraat, van het

cluster Zorg, waarin we professionals willen opleiden die in staat

zijn patiënten te stimuleren om eigen regie te nemen.’

Bij een praktische opleiding als fysiotherapie is het belangrijk

dat docenten en onderzoekers veel contact met de praktijk

houden en dat gebeurt op verschillende manieren. Zo voeren

stagebegeleiders altijd meerdere gesprekken op het stageadres

van de studenten, werken de meeste docenten de helft van

hun tijd als fysiotherapeut en komt er een curriculumherziening

waarbij de onderzoeksstage verplicht wordt.

Jeannette: ‘Ons streven is een “loket praktijkonderzoek” waar

het werkveld vragen kan aanbieden die wij vertalen naar

praktijkonderzoek voor studenten. De uitkomsten worden

gepresenteerd aan de opdrachtgevers.’ Alles in dienst van een

optimale samenwerking tussen werkveld en onderwijs. ‘We

willen ons laten voeden door de vragen die in de praktijk leven.’

Eervolle vermeldingJaarlijks reikt het Koninklijk Nederlands Genootschap voor

Fysiotherapie (KNGF) de Jaco den Dekker Scriptieprijs uit

aan de auteur(s) van de beste fysiotherapiescriptie van

het afgelopen studiejaar in Nederland. De scriptie van

Anne, Jorrit en Sven was een van de vier genomineerde

scripties en kreeg een eervolle vermelding. De auteurs

hebben volgens de jury goed werk geleverd op een terrein

dat voor de fysiotherapie zeer relevant is: het beïnvloeden

van gedrag bij patiënten met artrose. De onderzoeken zijn

systematisch aangepakt en opgeschreven. De scriptie heeft

klinische waarde en beschrijft specifieke ziektepercepties en

gedragsmodellen die voor fysiotherapeuten interessant zijn.

GEzO

ND

HEID

SzORG

Page 12: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

JAARBEELD2012

10HOGESCHOOLLEIDEN

Laat jonge kinderen onbekommerd spelen!Dat adviseert Louise Berkhout op basis van haar promotieonderzoek

naar de relaties tussen spel en psychosociale gezondheid bij jonge

kinderen van vier tot en met zes jaar. Afgelopen juli promoveerde ze

op dit onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Louise werkt bij

Hogeschool Leiden als docent Psychologie en Psychopathologie binnen

het cluster Zorg. Zij voerde haar onderzoek uit bij de afdeling Spraak-

taalpathologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG)

in het kader van onderzoek naar de verschoolsing van het kinderleven.

Kinderen in de groepen 1 en 2 van de basisschool moeten langdurig en

onbekommerd kunnen spelen, zonder dat leerkrachten of ouders er een

doel bij stellen, vindt Louise, maar helaas is er steeds minder ruimte voor

‘vrij spel’. Taal en rekenen zijn ook in de kleuterklassen al speerpunten

van het onderwijs geworden. ‘Ik adviseer om kinderen minstens een

paar uur per dag vrij te laten spelen’, zegt ze. ‘Fantasiespel is het oefenen

met sociale vaardigheden en is positief voor het verwerken van life-

events.’ Jongens hebben een natuurlijke voorkeur voor beweeglijk

spel, en dat veroorzaakt volgens Louise een belangrijk probleem:

‘In de huidige discussie over het gedrag van jongens wordt vaak

gesteld dat zij zich moeten aanpassen aan vrouwelijke normen,

zoals een voorkeur voor verbale interactie.’ Het is volgens haar dan

ook een goede ontwikkeling dat er in wervingscampagnes voor

basisschooldocenten nadruk gelegd wordt op het werven van

mannelijke leerkrachten. Naast het stimuleren van motorisch spel

bieden zij de jongens namelijk ook een mannelijk rolmodel.

Koen van de Linde, oud-student Kunstzinnige Therapie, kreeg

al tijdens zijn stage een baan aangeboden bij het Academisch

Instituut voor Kind- en Jeugdpsychiatrie De Bascule in Amsterdam.

De Bascule is één van de grootste kind- en jeugdpsychiatrische

instellingen van Nederland. Probleemgezinnen worden door Bureau

Jeugdzorg doorverwezen naar de afdeling Gezinspsychiatrie, waar

Koen als gezinscreatief therapeut werkt. Met behulp van creatieve

opdrachten die als interventie ingezet worden, helpt hij ouders een

veilige omgeving voor hun kinderen te creëren.

Met creatieve opdrachten probleemgezinnen helpen

Zo laat hij bij de eerste ontmoeting met een familie iedereen

zelf kiezen met wie, hoe en met welk materiaal hij aan het werk

gaat. Ze mogen bijvoorbeeld vrij schilderen of beeldjes maken

van speksteen. Door de keuzes die gemaakt worden, krijgt een

therapeut veel informatie over het gezin. Wie werkt met wie? Zit er

iemand alleen? Hoe wordt er gecommuniceerd? Gezinscreatieve

therapie helpt het evenwicht in een gezinssysteem te herstellen,

zodat ouders weer in de ouderpositie gezet worden en de kinderen

in de kindpositie.

GEzO

ND

HEID

SzORG

Page 13: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

JAARBEELD2012

11HOGESCHOOLLEIDEN

Kunstzinnige therapie werkt in het bedrijfsleven

In het bedrijfsleven wordt de kennis van kunstzinnig therapeuten

steeds vaker ingezet bij organisatie- en arbeidsvraagstukken.

Werknemers kunnen bijvoorbeeld door een kunstzinnig

therapeut begeleid worden bij re-integratie of bij het maken

van loopbaankeuzes. Om studenten Kunstzinnige Therapie te

leren hoe ze dit soort processen creatief kunnen ondersteunen

en begeleiden, biedt Hogeschool Leiden de Minor Kunstzinnige

Begeleiding in het Werkveld van Arbeid en Organisatie aan.

Als eindopdracht verzorgden studenten van de Minor een

training voor medestudenten, docenten, externen en andere

geïnteresseerden. In de training leerden de studenten aan

arbeidsdeskundigen en managers hoe kunstzinnig werken kan

worden ingezet bij organisatievraagstukken.

‘Ik heb nog nooit zoveel geleerd als bij de opleiding Kunstzinnige

Therapie in Leiden’, zegt zelfstandig trainer Merlijn Baron. Nadat

hij 15 jaar geleden afstudeerde als beeldend therapeut, deed

hij eerst ervaring op in het bedrijfsleven. Sinds twee en een half

jaar werkt Merlijn als zelfstandige. Als trainer wil hij het creatief

potentieel van anderen ontplooien. Hij wordt daarvoor vaak

ingehuurd door bedrijven. Zo liet hij bij een gemeente een team

werken aan communicatieve vaardigheden door met hen te

schilderen. ‘Om mensen te veranderen, moet je ze ervaringen

op laten doen buiten hun comfortzone. Schilderen werkt beter

dan praten.’ Aan de manier van schilderen, het kleurgebruik en

de symbolen leren zijn cliënten zichzelf kennen. ‘Op een speelse,

informele manier wordt veel duidelijk. Misvattingen worden

Met creatieve opdrachten probleemgezinnen helpen Judith Witte, Koens stagebegeleider bij De Bascule, vindt het terecht

dat Koen na zijn stage bij hen aan het werk gaat: ‘Het gaat om een

combinatie van kunde, houding, flexibiliteit en reflectief vermogen.

Koen heeft zich op een dusdanige wijze opgesteld dat hij snel een

onderdeel van het team is geworden en medewerkers hem als

voltallig lid zagen op wie ze konden bouwen. Voor cliënten is Koen

laagdrempelig, hij denkt goed na over de vorm en keuzes binnen

de therapie en staat open voor nieuwe interventies.’

In de casussen die Koen behandelt, is er een voor het kind onveilige

situatie. Sommige ouders zijn onmachtig of zelfs onwillig en na

twee maanden keihard werken ziet hij dan dat een kind alsnog uit

huis geplaatst wordt. ‘Dat is heftig’, zegt Koen. ‘Gelukkig zijn er

ook gezinnen die kunnen profiteren van de gezinsopname en

hierdoor een mooie ontwikkeling laten zien. Het is fijn dat zulke

verhalen er ook zijn, anders was het niet te doen.’

opgelost, zelfs na 20 jaar werk.’ Hij vindt het belangrijk dat

bedrijven de creativiteit van hun personeel op peil houden, dat

zou zelfs burn-outs tegengaan. ‘Maar dan moeten mensen niet

bang zijn om hun colbertje uit te doen.’

GEzO

ND

HEID

SzORG

Page 14: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

GEzO

ND

HEID

SzORG

‘De leerwerkplaats heeft van ons beroepsbeoefenaars gemaakt. We zijn klaar voor de praktijk.’

Page 15: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Het Diaconessenhuis Leiden, afdeling Interne Geneeskunde. Op deze plek zwaaien Sophie Coutinho en Denise Mooijman,

vierdejaars Verpleegkunde (HBO-V), beurtelings de scepter over de leerwerkkamers. Met groot verantwoordelijkheidsgevoel,

want hoewel zij een gediplomeerde coach hebben die meekijkt en hen behoedt voor fouten, is de patiëntenzorg geheel

in handen van derde- en vierdejaars stagiaires. De leerwerkkamers behoren tot een van de drie nieuwe leerwerkplaatsen

waarvoor Hogeschool Leiden en het Diaconessenhuis Leiden dit jaar een samenwerkingsovereenkomst tekenden.

Diaconessenhuis Leiden en hogeschool intensiveren samenwerking met nieuwe leerwerkplaatsen

Denise: ‘Voor elke start van de dienst verdelen we de kamers

en patiënten onder elkaar. De ene stagiaire mag wel medicatie

geven, de andere niet. De derde weet nog niet hoe je een

katheter inbrengt en wil dat graag leren. Dat stem je op elkaar

af. Voor elke dienst, pauze en artsenvisite hebben we een

overlegmoment met de werkbegeleider.’

Sophie: ‘Als vierdejaars heb je veel vrijheid. Om fouten te maken

en ervan te leren. Als je bijvoorbeeld een patiënt gaat wassen

en je vergeet de handdoek, dan is er geen werkbegeleider die je

op de vingers tikt. Ingewikkelde problemen los je met elkaar op.

Als ik met Denise werk, is de stap iets aan haar te vragen minder

groot dan aan de coach. Weet zij het ook niet, dan zoeken we

het samen op.’

‘Een leerwerkplaats is echt anders dan een gewone stage’, zegt

Denise. ‘Daar loop je vooral met iemand mee. Je leert niet om

zelf na te denken over de processen die op een afdeling van

belang zijn.’ Sophie vult aan: ‘Je moet actief vooruitdenken,

niemand kauwt het voor. Nog een voordeel: gediplomeerden

willen vaak dat je hetzelfde doet als zij, zelfs als hun methode

verouderd is. Hier geven we de zorg zelf vorm, doen we wat we

op school geleerd hebben.’ Ze lacht: ‘Het is soms wel wennen

voor een gediplomeerd verpleegkundige om niet in te grijpen.

Om dingen te laten gebeuren zodat wij ervan leren.’

Denise: ‘Het Diac heeft ook echt iets aan ons. Ik vond het leuk

de opstart van de leerwerkplaats mee te maken. Ons vallen veel

dingen op, we zijn het nog niet gewend. We stellen kritische vragen

en dat zet hen aan tot nadenken. Bij veel gediplomeerden is de

kennis over hoe je coacht en hoe je feedback geeft, een beetje

weggezakt.’ Sophie: ‘Daar leren wij ook van. Als ik een stagiaire op

mbo-niveau aanstuur, moet ik evengoed bedenken in welke fase

van het leerproces diegene zit.’

Zowel Sophie als Denise kiezen met volle overtuiging voor

het vak. Denise: ‘Ik wilde Geneeskunde studeren, omdat ik

met patiënten wilde werken, maar ging na uitloting HBO-V

doen. Gaandeweg kwam ik erachter dat dit beter bij mij past.

Als verpleegkundige sta je dichter bij de patiënt.’ Sophie maakte

tussendoor een uitstapje naar Psychologie, maar miste haar vak:

‘Het psychosociale aspect van de verpleegkunde spreekt me

enorm aan. In de leerwerkplaats heb ik een ernstig zieke patiënt

intensief begeleid. Ik was ook bij het gesprek waarin de arts hem

vertelde dat hij in de eindfase was beland. Daarna vang je als

verpleegkundige de patiënt en familie op. Dat ik veel voor hen

kon betekenen, dat is waarom ik Verpleegkunde heb gekozen.’

Beide aankomend verpleegkundigen vinden dat de

leerwerkplaats hen een streepje voor geeft op andere studenten.

Sophie: ‘We hebben de volledige zorg voor onze eigen kamers,

geheel zelfstandig. Als je in je laatste jaar nog steeds aan het

handje wordt gehouden, dan sta je onzeker in je vak als je

als gediplomeerde aan de slag gaat.’ Denise: ‘Ik ben hier echt

gegroeid. Ik zie dat ik voorloop op andere vierdejaars.’ Waar uit

zich dat in? Beiden: ‘In het gevoel dat je bevoegd én bekwaam

bent. Als we straks afgestudeerd zijn, zijn we er klaar voor.’

JAARBEELD2012

13HOGESCHOOLLEIDEN

GEzO

ND

HEID

SzORG

Page 16: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

JAARBEELD2012

14HOGESCHOOLLEIDEN

Eigen regie geeft meer levensgeluk

Ipad met speciale App voor senioren

We leven steeds langer. Maar niet per se gelukkiger. Wat helpt

is zo lang mogelijk de regie over je eigen leven houden. Maar

hoe help je mensen daarbij? En wat kunnen kennisinstituten

bijdragen? Hogeschool Leiden neemt de handschoen op.

Het probleem: vergrijzing, meer chronisch zieken, stijgende

zorgkosten. De oplossing van gemeenten, verzekeraars en

zorgprofessionals: zorg dat mensen langer thuis kunnen blijven

Een Ipad met een speciale senioren-App kan de eigen regie van ouderen wellicht versterken. Op verzoek van een

thuiszorgorganisatie onderzoeken studenten of dat werkelijk zo is.

wonen. ‘Eigen regie dus’, stelt John Verhoef, lector Fysiotherapie

bij Hogeschool Leiden. ‘Maar wat verstaan we daar precies

onder? Dat afbakenen is stap één. En dat kan een kennisinstituut

als de hogeschool.’

Vervolgens kun je gericht onderzoeken hoe je die eigen regie

bevordert en wat het effect ervan is. ‘Neemt de kwaliteit van

leven toe? Daalt de zorgconsumptie erdoor? Dalen dus ook

GEzO

ND

HEID

SzORG

Page 17: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

JAARBEELD2012

15HOGESCHOOLLEIDEN

de zorgkosten?’ Voor een gericht onderzoeksprogramma is nog

verdere begrenzing nodig. John Verhoef: ‘Volgend voorjaar

lanceren we een position paper, waarin we aangeven in welke

niche we willen opereren.’

Belangrijk is bovendien om aan te sluiten bij wat er leeft in

de regio, vindt John Verhoef. ‘We hebben gesproken met

diverse wethouders van gemeenten in onze regio, met

andere kennisinstituten en met zorgaanbieders. Zo willen we

maatschappelijk relevante onderzoeksvragen binnenhalen.’

Onderbelicht blijkt bijvoorbeeld de rol van de zorgverlener.

‘Huidig onderzoek gaat vooral over wat eigen regie betekent

voor de cliënt. Wat verandert er voor iemand met suikerziekte

als hij voortaan via een App zijn bloedwaarden kan meten en

doorgeven? En waarom vinden sommige cliënten het makkelijker

dan andere om zelf de regie te houden? Maar de vraag is ook:

welke extra competenties vergt die nieuwe aanpak van de

zorgverlener? En bovendien: wat voor aanpassingen zijn er dan

nodig in onze eigen opleidingen?’

Daarbij verwacht John Verhoef veel van co-creatie. ‘Zet cliënt,

zorgverlener en ICT-ontwikkelaar bij elkaar en begeleid hen samen

naar de beste oplossing. Daarin kan de hogeschool een sleutelrol

spelen. En het werken aan oplossingen voor concrete problemen

maakt het voor studenten extra interessant.’

GEzO

ND

HEID

SzORG

Het idee kwam van Libertas Leiden, een organisatie voor

onder andere thuiszorg en welzijn. ‘Twintig ouderen met

een indicatie voor thuiszorg krijgen de beschikking over een

speciale App op hun Ipad’, aldus Frits van Oosten, projectleider

namens Libertas. De App is ontwikkeld door het Utrechtse

kennisinstituut Stimulansz en geeft de ouderen rechtstreeks

informatie over hun eigen gezondheid. ‘Na hun dagelijkse

bezoek schrijven de verzorgenden hun bevindingen niet

langer in een schrift, maar op de Ipad. De cliënt kan meelezen

en reageren, evenals zijn mantelzorger die meteen een

berichtje krijgt.’

Bovendien kan de cliënt via de App zijn agenda beheren. ‘Dus

bijvoorbeeld de afspraak met de verzorgende verplaatsen, omdat

hij voor controle naar het ziekenhuis moet.’ Daarnaast voorziet

de App in handige links, zoals de sites van buurthuis, apotheek,

bibliotheek of regiotaxi. Dat stimuleert de oudere wellicht er zelf

op uit te trekken.

Aan tweede- en derdejaars studenten Verpleegkunde is gevraagd

om vast te stellen in hoeverre App en Ipad bijdragen aan de

eigen regie van de deelnemende ouderen. Frits van Oosten:

‘Daarvoor maakten ze een vragenlijst die moet leiden tot een

nulmeting en een tweede meting na afl oop.’ Daarbij stuitten ze

op aanloopproblemen. ‘Sommige ouderen haakten af omdat ze

zelf de Ipad moeten kopen.’ Bovendien vraagt de App om een

ander, fl exibeler werkproces van de thuiszorgorganisatie

door de directe manier van communiceren met de ouderen.

‘Zo’n omslag vergt tijd.’

Innmiddels hebben, vanwege het lange tijdspad, twee

nieuwe studenten het onderzoek opgepakt.

Frits van Oosten: ‘We doen vooral een beroep op hun

vaardigheden om de vragenlijsten op te stellen, af te nemen

en zo te toetsen of de theoretische veronderstellingen

kloppen met de praktijk. Merken ouderen inderdaad dat

ze zelfstandiger kunnen blijven dankzij de App?’

In februari 2013 worden de eerste

resultaten van de pilot verwacht.

Bij een goed resultaat hoopt

Libertas dat alle cliënten

met een AWBZ-indicatie de

App gaan gebruiken.

Page 18: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Leidse alumni: ‘Regio Leiden is ons gat in de markt.’Maarten van Vliet en Matthijs zoons, alumni Commerciële Economie, richtten

afgelopen jaar samen Interaction Matters op, een bedrijf dat organisaties helpt

interactie met hun doelgroep te ontwikkelen en te onderhouden, met een focus

op sociale media. Matthijs: ‘De vraag is niet: moet je iets met sociale media, maar

waarom moet je iets met sociale media? Je gaat gemakkelijk de fout in. Wij willen

bedrijven leren om sociale media strategisch in te zetten.’

De oud-studenten hebben nog steeds contact met hun voormalige opleiding.

ze willen de kennis die ze in de praktijk opdoen graag delen. Matthijs: ‘zodat we

de marketeers van de toekomst op kunnen leiden.’ Maarten: ‘Want de wereld

verandert sneller dan een opleiding kan veranderen.’ Adviezen voor studenten

hebben ze dan ook genoeg. Die moeten vooral geen ‘checklistmarketeer’ worden,

menen ze. Matthijs: ‘Niet: Facebookpagina gebouwd, check. Twitteraccount: check.

Denk altijd vanuit de boodschap van je klant.’ Maarten: ‘En houd je vak bij. Volg de

ontwikkelingen, want binnen een jaar loop je achter.’

De alumni zijn blij dat ze in Leiden zijn gebleven. ‘In Amsterdam stikt het van

bedrijven als de onze’, zegt Maarten. ‘De concurrentie daar is groot, terwijl de regio

Leiden enigszins buiten de radar ligt en er veel potentieel zit.’ Matthijs vult aan:

‘De regio is ons gat in de markt.’

Studenten Communicatie geven LoliesART een metamorfoseStudenten Communicatie hebben

kennisgemaakt met de praktijkgerichte

vorm van onderwijs: leerbedrijf ComOn.

Alle tweedejaars richtten een eigen

communicatiebureau op en voerden een

opdracht uit van een echte opdrachtgever.

Nancy van Bemmel, Robert Schroer, Rick

Snelderwaard, Jadey Dowling en Nicole

de Koster namen de bedrijfsvoering

van LoliesART onder de loep, een

bedrijf dat sieraden, accessoires en

interieurvoorwerpen van gerecyclede

materialen maakt en workshops geeft. ze

ontwikkelden onder andere een nieuwe

huisstijl voor de opdrachtgever.

Opdrachtgever Anne-Katrien Ausems:

‘Meedoen aan het project betekent je

openstellen voor een andere kijk op het

bedrijf: de studenten zijn jong en komen

met verfrissende ideeën. ze hebben mij

echt aan het werk gezet, wat ik positief

ervaren heb. Door hun kritische blik

is de bedrijfsvoering verbeterd, het is

professioneler geworden. Dat zie je terug

in de verkoop.’

Hogeschool Leiden en de regio: onlosmakelijk verbondenHogeschool Leiden staat alom bekend om haar nauwe samenwerking met regionale instellingen en bedrijven. Het bedrijfsleven profi teert

van ons onderzoek, studenten nemen hun kennis mee naar hun stageadressen en onze alumni boren nieuwe bronnen aan. Hogeschool

Leiden en de regio zijn onlosmakelijk verbonden.

JAARBEELD2012

16HOGESCHOOLLEIDEN

Page 19: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Rabobank Leiden profiteert van kennis uit afstudeerscriptieOnder kleine ondernemers in de regio is de Rabobank

favoriet. Dat is een van de conclusies van het

afstudeeronderzoek van Marle van Wijk, studente

Commerciële Economie. Voor haar afstuderen

onderzocht zij op welke manier ondernemers voor een

bank kiezen en hoe ze door banken benaderd willen

worden. Op basis van haar onderzoek doet zij een aantal

aanbevelingen, bijvoorbeeld om startende ondernemers

rechtstreeks te benaderen. Die zijn lang niet altijd goed

op de hoogte van de mogelijkheden en kiezen dus maar

voor de bank waar ze ook particulier bankieren.

Frank van der Voort, manager Bedrijven van Rabobank

Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest is blij met de

uitkomsten: ‘Het onderzoek biedt een extra uitdaging

om onze dienstverlening verder te verbeteren.’ Een mooi

voorbeeld van het nut dat een afstudeerscriptie voor de

regio kan hebben.

Bedrijfsjournalistiek leer je niet alleen in de schoolbankenIn de Minor Bedrijfsjournalistiek maken studenten Communicatie in opdracht van een

bestaande organisatie een redactioneel concept. zij komen hierbij in aanraking met alle

facetten van het vak. Na het afronden van de Minor hebben de studenten inzicht in de

werkzaamheden van een bedrijfsjournalist en het belang en de rol van bedrijfsjournalistiek

in een organisatie.

Maters en Hermsen, bureau voor bedrijfsjournalistiek in Leiden, werkt graag samen met de

hogeschool: ‘Wij hebben bijzonder goede ervaringen met de studenten van Hogeschool

Leiden. Frisse blik, harde werkers en leuke ideeën. Precies wat je van toekomstige

vakgenoten hoopt. Natuurlijk hebben ze nog veel te leren. Professionaliteit, ambachtelijke

vaardigheden, adviesvaardigheden. Maar dat zijn dingen die je toekomstige werkgever je

wel leert! Als je in de eerste plaats maar nieuwsgierig bent zonder onbeschoft te worden

en kritisch maar onbevooroordeeld. Dan komt de rest vanzelf.’

‘Wij steunen de samenwerking met de minor vanaf het begin, omdat wij geloven in

de toegevoegde waarde van de praktijk. Veel dingen van ons vak kún je niet in de

schoolbankjes leren. Bovendien is het voor opleidingen een onbegonnen taak om álle

ontwikkelingen bij te houden waar wij mee worden overspoeld. Daar laten we goede

studenten graag in meedelen op ons kantoor.’

Hogeschool Leiden en de regio: onlosmakelijk verbonden

10.000 euro voor het goede doel Tweedejaars van de opleiding Commerciële Economie hebben afgelopen januari de meest uiteenlopende acties bedacht om geld in te

zamelen voor Fight Cancer, Hulphond Nederland, KiKa, Xenia, Kinderpostzegels, het Nationale MS fonds, Nona en het Ronald McDonald

Huis. Dat leverde in totaal 10.000 euro op.

zo haalde studente Marcella Rutgers met haar projectgroep geld op voor Kinderpostzegels Nederland door in een restaurant gerechten

te verkopen die door kinderen waren bereid. ze is enthousiast: ‘Normaal gesproken krijgen we vooral fictieve projecten. Nu eindig je

met een plan dat je ook uitvoert.’ Ook haar opdrachtgever van Kinderpostzegels, Rabia Alibaks, is blij met het project: ‘Inspirerend en leuk

om samen te werken. Bovendien is het een goede verkenning om te zien wat er speelt.’

bron: IntoBusiness

JAARBEELD2012

17HOGESCHOOLLEIDEN

Page 20: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Hersentumoren bestrijden in AustraliëBastiaan van den Berg (Biologie en medisch laboratorium-

onderzoek) ontving in 2012 een Go Outside Europe Scholarship

(zie pagina 6) om aan de universiteit van Sydney in Australië zijn

afstudeerstage te doen.

‘Aan het Brain and Mind Research Institute (BMRI) doe ik

onderzoek naar de bestrijding van hersentumoren. In het

bijzonder richt ik me op de Glioblastoma Multiforme (GBM)

variant, die zeer kwaadaardig is. Omdat deze gezwellen niet

compleet chirurgisch te verwijderen zijn, is de overlevingskans

van de patiënten gering. Minder dan de helft leeft langer dan

een jaar.’

Voor zijn onderzoek injecteert Bastiaan tumorcellen in de

hersenen van ratten, zodat zij ook tumoren ontwikkelen. Daarna

manipuleert hij cellen die een rol spelen in het afweersysteem

van de hersenen, zodat ze zich tegen de tumor keren en deze

aanvallen. Daarnaast is hij bezig met een andere manier om

tumoren te verwijderen. ‘Mijn collega’s en ik hebben een artikel

gelezen waarin staat dat wanneer je hersentumoren opwekt

in ratten en na enkele dagen ergens anders in het lichaam ook

tumorcellen injecteert, de gezwellen verkleinen en nagenoeg

verdwijnen. Wij willen graag weten of dit werkt.’

Bastiaan verwacht op korte termijn resultaat te hebben, omdat

de ingrepen snel uit te voeren zijn. Zijn hoop is dat op basis van

de data uit zijn stage nieuwe behandelmethoden ontwikkeld

kunnen worden. ‘Dat zou fantastisch zijn!’

Life SciencesHogeschool Leiden heeft een unieke positie in het Leiden Bio Science Park.

De nabijheid van het directe werkveld zorgt voor een dynamische leer- en

werkomgeving: werkveld en onderwijs weten elkaar eenvoudig te vinden

voor het uitwisselen van kennis. Zo is lector Willem van Leeuwen vanuit

het lectoraat Innovatieve Moleculaire Diagnostiek de spil in verschillende

soorten onderzoek, zoals naar de snelle diagnostiek van infectiezieken

(pag. 19) en naar uitheemse diersoorten in de Oosterschelde (pag. 21).

Ook onze studenten laten zich niet onbetuigd. Ze ontwikkelen zelfstandig

mobiele applicaties (pag. 23) en zwermen uit tot in Australië (pag. 18) en

de VS (pag. 20) om daar hun steentje bij te dragen.

18HOGESCHOOLLEIDEN

JAARBEELD2012

LIFE SCIEN

CES

Page 21: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Direct infecties herkennen met BiosparQ

Het lectoraat Innovatieve Moleculaire Diagnostiek (IMD)

werkt samen met het bedrijf BiosparQ BV (Biological Single

Particle Recognition eQuipment) aan de ontwikkeling en

invoering van een apparaat dat razendsnel infecties kan

herkennen. ‘Dit is nooit eerder vertoond,’ zegt Willem van

Leeuwen, lector IMD. ‘Normaal duurt het enkele dagen tot de

diagnose, maar BiosparQ geeft de uitslag binnen minuten.’

BiosparQ technologie werd oorspronkelijk bij TNO ontwikkeld

om snel biologische wapens, zoals Antrax, op te sporen.

Sinds april van dit jaar zet het bedrijf de ontwikkeling van de

technologie zelfstandig voort en zit het samen met IMD in

het Bio Science Park. Voor het ontwikkelen van de medische

toepassing van BiosparQ is het een groot voordeel dat ze nu

nauw kunnen samenwerken met de microbiologen van IMD.

Gerold de Valk, directeur bij BiosparQ BV: ‘Er is een grote

behoefte aan snelle diagnostiek. Als een arts drie dagen

moet wachten om te weten welke bacterie een infectie

veroorzaakt, dan zal hij zijn toevlucht zoeken tot het

voorschrijven van breedspectrum-antibiotica. Dit is niet

alleen belastend voor de patiënt, het is ook een van de

oorzaken van het ontstaan van multiresistente stammen.’

Een bacterie kun je herkennen door met een massaspectro-

meter naar het eiwitspectrum te kijken en dat te vergelijken

met spectra van bekende bacteriën in een database. Bij de

huidige generatie massaspectrometers moet het materiaal

daarvoor minstens 48 uur op kweek gezet worden. BiosparQ

kan micro-organismen daarentegen direct vanuit het patiënt-

monster identificeren. Gerold: ‘De grote truc is je monster te

vernevelen in hele kleine druppeltjes, zodat er niet meer dan

één bacteriecel per druppel is. Vervolgens analyseer je de

individuele cellen één voor één. Technisch lastig, maar het is

te doen. Tussen monstername en analyse zitten nog slechts

enkele minuten.’

Het systeem is nog niet op de markt. Momenteel wordt het

geoptimaliseerd en getest.

Gerold: ‘Op het gebied van diagnostiek in de zorg is grote

winst te behalen. Als je de kweekstap overslaat, heb je geen

dure infrastructuur en materialen nodig.’

Willem: ‘Snellere diagnostiek leidt tot een korter ziekbed,

minder overlijdensgevallen en een kortere opnametijd in

het ziekenhuis. Dat alleen al kan in Nederland tientallen

miljoenen euro’s per jaar besparen.’

v.l.n.r. René Parchen, Marco Le Kluse, Gerold de Valk van Biosparq

JAARBEELD2012

19HOGESCHOOLLEIDEN

LIFE SCIEN

CES

Page 22: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Serrano Pereira (links) en Willem van Leeuwen

Indringer bedekt bodem van Atlantische oceaanJe hoeft als student niet altijd de zee op om

hoogwaardig onderzoek te doen naar het leven

onder de waterspiegel. Serrano Pereira, student

Bio-informatica, ontwikkelde tijdens een stage bij

marine adviesbureau GiMaRis een programma om

analyses uit te voeren over diersoorten die op zee

verzameld zijn. Die ervaring nam hij mee naar zijn

huidige afstudeeronderzoek aan het wereldberoemde

Massachusetts Institute of Technology (MIT) in

Cambridge, USA.

Hij doet zijn onderzoek bij MIT Sea Grant, een

onderzoeksprogramma dat sinds 1991 autonome

onderwatervoertuigen ontwikkelt die data verzamelen

in diepe wateren ver van de kust. Ze fotograferen

bijvoorbeeld kolonies Didemnum Vexillum, de Japanse

druipzakpijp, minieme manteldiertjes die gezamenlijk

sponsachtige plakkaten vormen die alles bedekken.

Ze komen normaal gesproken niet aan de Atlantische

kust voor en vormen een enorme bedreiging voor

bodemvissen en schelpdieren. Omdat D. Vexillum

zich razendsnel verspreidt, heeft Serrano het Marine

Species Identification System (MaSIS) ontwikkeld.

Marine biologen identificeren het gevreesde beestje

op foto’s, waarna MaSIS berekent in hoeverre deze

de bodem bedekt. Behalve de distributie kan Serrano

zo ook onderzoeken welke andere factoren, zoals

het zoutgehalte van het water, van invloed zijn op de

verspreiding van de zakpijp. Informatie die van grote

waarde is voor MIT Sea Grant.

‘Onze studenten gaan met het werkveld op expeditie’

LIFE SCIEN

CES

Page 23: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

JAARBEELD2012

21HOGESCHOOLLEIDEN

‘Ben je weleens bij de Oosterschelde geweest? Langs onze kustwateren liggen grote keien die begroeid zijn met

vlijmscherpe Japanse oesters. Zwemmers en surfers halen zich eraan open. Erger nog zijn de paar centimeter grote

ribkwalletjes die met miljarden de Oosterschelde binnendringen en alles opvreten.’

Uitheemse soorten bedreigen schelpdierpopulatie Oosterschelde

Aan het woord is Dr. Willem van Leeuwen, lector van het

lectoraat Innovatieve Moleculaire Diagnostiek (IMD) van

Hogeschool Leiden en hoofd van het moleculair diagnostisch

laboratorium van de afdeling Medische Microbiologie en

Infectieziekten in het Erasmus Medisch Centrum. Vanuit

het TOPlab, het specialistisch laboratorium voor toegepast

onderzoek in de moleculaire diagnostiek, werkt hij samen met

diverse bedrijven in de regio, waaronder marine adviesbureau

GiMaRis. Samen met hen doet hij onderzoek naar invasieve

exoten, uitheemse diersoorten die in de Oosterschelde

terechtgekomen zijn.

Exoten kunnen de oorspronkelijke mossel- en oesterbevolking

aantasten en dat levert de schelpdiersector miljoenen euro’s

per jaar aan schade op. Ze kunnen op verschillende manieren

naar Nederland komen, bijvoorbeeld via de scheepshuid,

natuurlijke verspreiding of via schelpdiertransporten. Zolang

onduidelijk is welke vector van invloed is, zijn de transporten

aan strenge regels gebonden. De schelpdiersector en het

Productschap Vis hebben daarom, in overleg met het Ministerie

van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, via GiMaRis

aan het lectoraat IMD gevraagd de oorzaken en risico’s te

inventariseren. ‘Mochten de exoten via natuurlijke weg in onze

wateren komen, dan hebben strenge regels voor transporten

niet zoveel zin.’

‘Met de analytische technieken die we op het TOPlab tot onze

beschikking hebben, kunnen we de genetische code van de

exoten doorbreken. De bouwsteenvolgorde van het DNA

kunnen we koppelen aan het land van herkomst. De genetische

code van mosselen uit Engeland is namelijk anders dan die

van mosselen uit Noorwegen. Het water is overal van

een andere samenstelling en dat zie je terug in hun

verschijningsvorm. Je bent wat je eet, zullen we maar zeggen.

Daarnaast moet je naar havens gaan en monsters nemen van

wanden van steigers en schepen. Dan weet je of de exoten

bijvoorbeeld via de scheepshuid in het water terechtkomen.

Er komt een grote hoeveelheid veldwerk bij kijken, maar dat

doet GiMaRis zelf.’

De ligging van het TOPlab in het Bio Science Park maakt de

lijnen tussen de hogeschool en het bedrijfsleven heel kort.

Je komt elkaar gemakkelijk tegen. Toen het lab zich vestigde,

lag GiMaRis aan de overkant van de gang in het BioPartner-

gebouw.

Van Leeuwen: ‘Ik vraag altijd: wat kunnen we voor elkaar

betekenen? Dat is nu eenmaal mijn werk.’ Trots: ‘Sinds die tijd

besteedt GiMaRis alle laboratoriumonderzoek aan ons uit. We

bieden kennis en service, vooral in snelheid. We zijn er logistiek

op ingesteld om de resultaten van diagnostische tests binnen

één dag te leveren. Zo bepalen we bijvoorbeeld of schelpdieren

het zeer besmettelijke Norovirus bij zich dragen. Hiervan kun je

flink ziek worden. Het verdachte product komt met een koerier

uit Zeeland, we verwerken het direct en de volgende dag

hebben we de uitslag. Bij andere laboratoria duurt het wel een

week. Onze snelheid levert nieuwe samenwerkingen op en een

geldstroom waarvan we weer onderzoek kunnen doen.’

Student en werkveld profiteren over en weer van elkaars kennis

en competenties. Studenten dragen in het lab bij aan het on-

derzoek voor GiMaRis, en GiMaRis neemt hen mee op veldwerk.

Wekenlang de wateren af om de biodiversiteit van havens te

bestuderen. Dat is leuk en zeer leerzaam. Van Leeuwen: ‘Ze gaan

echt op expeditie, heel avontuurlijk.’

‘Onze studenten gaan met het werkveld op expeditie’

LIFE SCIEN

CES

Page 24: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

JAARBEELD2012

22HOGESCHOOLLEIDEN

Internationale scholing van laboratoriumpersoneel op Curaçao

In het voorjaar van 2012 hebben Jolanda van Schie en

Annelies van Goor, docenten van het Centrum Bioscience

en Diagnostiek (CBD) een bijscholing Medische

Microbiologie verzorgd op Curaçao. Ze waren daar op

uitnodiging van het Analytisch Diagnostisch Centrum

(ADC), een groot laboratorium dat het grootste deel van

de diagnostiek voor het eiland en omringende eilanden

verzorgt.

Gedurende twee intensieve weken werden elf analisten

van de afdeling medische diagnostiek van het ADC

door Annelies en Jolanda begeleid en geschoold. Ze

kregen zowel college, praktijkopdrachten als individuele

begeleiding en sloten het programma af met toetsen

die tot een diploma Middelbaar of Hoger Laboratorium

Onderwijs leidden.

Annelies: ‘De studenten waren enorm gemotiveerd. Als

wij om half vier wilden stoppen, wilden zij door. Ook de

afdeling gaf alle steun, door zoveel mogelijk vervanging

voor de analisten te regelen.’

Terug in Nederland zetten de docenten, aangevuld met

docent Tonny de Vos, het onderwijs online voort. ‘We

gaven les via skype. Zo konden we elkaar zien en konden

de studenten vragen stellen. Wij vanuit regenachtig

Nederland, zij in een lokaaltje in de warmte. Ze keken naar

de powerpoint, en wij gaven online college. Het kostte

iets meer tijd, maar het werkte perfect.’

‘De studenten vonden de cursus waardevol en zaten

vol met grapjes. Het was hoe dan ook een bijzondere

ervaring voor ons allemaal.’

LIFE SCIEN

CES

Page 25: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Student Bio-informatica ontvangt VSBfonds Beurs Dennis Leenheer, inmiddels oud-student Bio-informatica, werd

in het voorjaar van 2012 door de hogeschool voorgedragen voor

een VSBfonds Beurs. Hij ontving 10.000 euro om gedurende twee

jaar de Master Applied Biotechnology aan Uppsala University,

Zweden, te volgen.

Het VSBfonds stelt elk jaar een groot aantal beurzen beschikbaar

voor bevlogen en gemotiveerde studenten, die zich graag

verder willen ontwikkelen. Maureen Bergman van het team

Internationalisering & Diversiteit licht toe waarom Dennis

werd voorgedragen: ‘Dennis heeft in het selectiegesprek goed

uitgelegd waarom het VSBfonds zijn studieplannen zou moeten

ondersteunen. Hij is erg geïnteresseerd in medicijnontwikkeling

en wil met de kennis en ervaring die hij in Zweden opdoet,

bijdragen aan de ontwikkeling van persoonlijke medicatie in

Nederland. Hij is van plan om na zijn masterstudie in Nederland

te gaan promoveren. Daarna wil hij een eigen bedrijf oprichten.’

Extracurriculaire activiteiten waaruit betrokkenheid bij de

omgeving blijkt, zijn van groot belang voor toekenning van

de beurs. ‘Dennis heeft bijvoorbeeld een rol gespeeld in de

studievereniging van Bio-informatica SV Exon en hij heeft heel

wat vrijwilligerswerk op zijn cv staan. Hij laat blijken dat hij graag

iets betekent voor een ander.’

Snel zien of je je tentamen hebt gehaald

Eerst inloggen op Intranet, dan doorklikken naar studieinformatiesysteem Osiris, weer

inloggen, en daarna heb je pas je cijfer. Wat een lange route voor zoiets simpels, dacht

Thomas Neuteboom, student Informatica. Dat moet eenvoudiger kunnen.

Wat begon als een brainstormsessie met klasgenoot Colin van Waardenberg resulteerde

in een eenvoudige, maar zeer handige applicatie voor mobiele telefoons, Instar. Met

Instar haal je je cijfers rechtstreeks op je mobiel op en zie je in één oogopslag of je je

tentamen hebt gehaald. Thomas: ‘Bijna elke student heeft tegenwoordig een mobiel die

Apps kan draaien. Overal op school zie je studenten met een mobieltje lopen, onderweg

naar een lokaal. Ze willen ook hun cijfers meteen bij de hand hebben.’

Instar is zowel voor Androidtelefoons als Iphones beschikbaar en werd al bijna 350

keer gedownload. Medestudenten zijn er blij mee: ‘Werkt prima! Geen gedoe meer met

Intranet’, schrijft een student op de Androidwebsite. ‘Doet precies wat het moet doen’,

oordeelt een andere.

Behalve studenten van Hogeschool Leiden kunnen studenten van de Haagse

Hogeschool en Hogeschool Utrecht van de App gebruikmaken. Thomas: ‘Het liefst

wil ik de App voor elke Nederlandse hogeschool beschikbaar maken. Helaas blijkt het

lastig om testomgevingen te krijgen. Maar de ambitie is er.’

JAARBEELD2012

23HOGESCHOOLLEIDEN

Internationale scholing van laboratoriumpersoneel op Curaçao

LIFE SCIEN

CES

Page 26: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

De studenten van Hogeschool Leiden, die moet je hebben!Betrokken, nieuwsgierig, talentvol en bevlogen, zo zien we onze studenten graag. Om die eigenschappen te stimuleren beloont

Hogeschool Leiden bijzondere initiatieven met een prijs of reisbeurs. De prijswinnaars van 2012 zetten we hieronder in de schijnwerpers.

Bevlogen en omgevingsbewustDe Gusta van Bavelprijs wordt uitgereikt aan

studenten met passie, lef, ondernemerszin

en omgevingsbewustzijn. Dit jaar is de prijs

toegekend aan Fiona van Pul, Jill Arnold, Derk

van Werkhoven, Derek Myers, Bastiaan Wallage

en Bouke van Haasteren voor hun initiatief

om het leven van gehandicapte kinderen en

hun familie in Mali structureel te verbeteren.

Na terugkomst in Nederland richtte de groep

de stichting Ciwarakids op (www.ciwarakids.

com), zodat het werk in Mali voortgezet kan

worden. Dit zei de jury: ‘Wat het initiatief

onderscheidend maakt, is dat de studenten het

werk voortzetten via hun stichting. Velen zijn

gebaat bij dit project.’

van links naar rechts: Rozemarijn,

Rosine van Dam, Fedde Schaeff er

(Laura staat niet op de foto)

Van hoogwaardige kwaliteitElk jaar nomineert elke opleiding één afstudeerscriptie voor de Hogeschool Leiden Prijs.

De voorgedragen scripties zijn van hoog niveau en laten zien waartoe de studenten van

de hogeschool in staat zijn. Dit waren de drie beste, de kroonjuwelen van 2012:

Eerste prijs: Rozemarijn Sengers, studente Biologie en medisch laboratoriumonderzoek, deed

onderzoek naar een geneesmiddel dat mogelijk bronchopulmonale dysplasie kan

genezen, een chronische longziekte die bij zeer premature kinderen kan optreden. Het

middel had een gunstig eff ect bij rattenpups die experimenteel met de ziekte besmet

waren. Op basis van haar bevindingen kunnen in de toekomst mogelijk ook mensen met

dit geneesmiddel behandeld worden. Dit zei de jury: ’De maatschappelijke relevantie van

dit onderzoek is overduidelijk. Het is zo helder beschreven dat het reproduceerbaar is. Dat

is zeer waardevol.’

Tweede prijs:Laura Bruins en Rosine van Dam, studenten Maatschappelijk Werk en Dienstverlening,

onderzochten aan welke verbale en non-verbale signalen men op Schiphol minderjarige

slachtoff ers van mensenhandel kan herkennen, zodat het maatschappelijk werk

deze meisjes, en een enkele jongen, bescherming kan bieden. Dit zei de jury: ‘Een

typisch voorbeeld van een echt hbo-onderzoek. Het onderzoeksverslag is gemakkelijk

toegankelijk en het onderwerp is maatschappelijk zeer relevant.’

Derde prijs:Fedde Schaeff er, student Bio-informatica, deed onderzoek naar genetische biomarkers

voor prostaatkanker. Dat heeft geleid tot een methode die in de toekomst gebruikt kan

worden voor de detectie van prostaat- en andere vormen van kanker. Dit zei de jury:

‘Een innovatief onderzoek met interessante resultaten. Het verslag voldoet aan alle

wetenschappelijke eisen en is van zeer hoog niveau.’

24HOGESCHOOLLEIDEN

JAARBEELD2012

Page 27: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

De studenten van Hogeschool Leiden, die moet je hebben!

Maatschappelijk betrokkenBart Brasser (Fysiotherapie) ontving een GOES-beurs om stage te lopen op

de fysiotherapeutische afdeling van het Diakonessenhuis in Paramaribo,

één van de vier ziekenhuizen in Suriname. Dit zei de jury: ‘We kozen Bart

omdat hij een gedreven student is, met goede cijfers. Hij heeft duidelijk

aangetoond maatschappelijk betrokken te zijn.’

Talentvol en zelfbewustBastiaan van den Berg (Biologie en medisch laboratorium-

onderzoek) ontving een GOES-beurs om zijn afstudeerstage aan de

universiteit van Sydney (Australië) uit te voeren. Wat hij daar gaat doen?

Dat lees je op bladzijde 20. Dit zei de jury: ‘Bastiaan wist precies uit te

leggen wat voor hem de uitdagingen van de stage in Australië zijn.

Hij heeft een helder beeld van wat hij kan en wat hij wil.’

Gedreven en nieuwsgierigMarten Hansen (Biologie en medisch laboratoriumonderzoek) ontving

een GOES-beurs voor zijn afstudeeropdracht aan de universiteit van Otago

in Dunedin, Nieuw-zeeland. Hij houdt zich bezig met het ontwikkelen

van een vaccin dat beschermt tegen huidkanker. Dit zei de jury: ‘De jury

koos Marten onder andere om zijn gedrevenheid in het selectiegesprek en

omdat hij een prachtig cv met extracurriculaire activiteiten heeft.’

Het beurzenprogramma Go Outside Europe Scholarship (GOES) is een initiatief van onze hogeschool. Studenten die talentvol zijn, geen of weinig studievertraging hebben en goed kunnen motiveren waarom ze naar het buitenland willen, maken kans op een beurs van € 2.500 voor een verblijf buiten Europa.

Aansprekend en verhelderendEmiel van zanten, student Chemie (specialisatie

Chemische Analyse) heeft tijdens de diploma-

uitreiking van de hogeschool de Posterprijs,

gesponsord door Kelly Scientifi c, in ontvangst

mogen nemen. zijn poster ging over de bepaling

van giftige stoff en in grond- en oppervlaktewater bij

stortplaats Nauerna. Dit zei de jury: ‘De informatie op

de poster is prima afgestemd op de voorkennis van

het publiek zonder dat afbreuk wordt gedaan aan

het wetenschappelijk niveau van het gepresenteerde

onderzoek.’

Praktisch en analytisch Pauline Keunen-Dekkers Advanced Nursing Practice

(ANP) heeft met een presentatie van de resultaten van

haar afstudeeronderzoek de eerste prijs gewonnen

op het congres voor Verpleegkundig Specialisten,

georganiseerd door de Verpleegkundigen &

Verzorgenden Nederland (V&VN). Haar onderzoek

ging over pijn bij biopsieën ten behoeve van de

diagnostiek van mammacarcinomen. Haar onderzoek

is een mooi voorbeeld van de manier waarop men in

de praktijk op een haalbare manier zelf gegevens kan

analyseren om de zorg te verbeteren.

die moet je hebben!

Bart Brasser Bastiaan van den Berg Marten Hansen Emiel van Zanten

JAARBEELD2012

25HOGESCHOOLLEIDEN

Page 28: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Jeugdzorg gebruikt motivatiemeter Alle achttien Jeugdzorg Plus-instellingen gebruiken sinds 1

augustus de Motivatiemeter, een vragenlijst die oud-studenten

Mark Meijer en Martin van der Plas ontwikkelden tijdens hun

afstudeeronderzoek van Sociaal Pedagogische Hulpverlening.

Voordat Mark en Martin de Vragenlijst Motivatie voor Behandeling

(kortweg: de Motivatiemeter) ontwikkelden, zagen ouders en

hulpverleners van autistische jongeren weerbarstig gedrag aan

voor ongemotiveerdheid. Volgens Mark en Martin waren de

jongeren wél gemotiveerd, maar nog niet toe aan de aangeboden

behandeling.

In hun afstudeeronderzoek bij Curium LUMC, een academisch

centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie, wilden ze graag de

behandelmotivatie meten, maar er bestond nog geen geschikt

meetinstrument. Dus maakten de twee studenten, met steun

van docent Peer van der Helm, de vragen van een vragenlijst van

de justitiële jeugdinrichtingen concreter en eenvoudiger, zodat

jongeren ze gemakkelijker konden beantwoorden.

De weerbarstigheid bij de jongeren ontstaat wanneer ze de

noodzaak van behandeling niet inzien. ‘Worden zij meer gehoord,

dan sluit de behandeling beter aan op hun vraag, voelen ze zich

meer betrokken en zijn ze eerder gemotiveerd’, aldus Mark en

Martin.

Na het afstudeeronderzoek is de lijst verder verkort tot twaalf

items en gevalideerd, samen met de Universiteit van Amsterdam.

Nu gebruiken ook de justitiële jeugdinrichtingen de motivatietest

van de oud-hogeschoolstudenten. ‘Dat hoor je niet vaak over

afstudeeronderzoeken’, zegt Martin. Volgens begeleider Peer

van der Helm heeft het werkveld belangstelling. ‘Nationale

en internationale vaktijdschriften besteedden veel aandacht

aan dit instrument. Hogeschool Leiden loopt in dit onderzoek

internationaal voorop.’

JeugdDe huidige ontwikkelingen binnen het (basis)onderwijs en de jeugdzorg

maken het onderwijs en onderzoek binnen ons profileringsthema Jeugd

van groot maatschappelijk belang. Onze lectoren houden zich bezig

met onderwerpen als passend onderwijs, jeugdcriminaliteit, de invloed

van de natuur op de ontwikkeling van het kind, ouderbegeleiding en

gehandicaptenzorg en jeugdzorg.

Onze studenten en medewerkers werken nauw samen met de

beroepspraktijk, in het bijzonder in de regio. Lees bijvoorbeeld over het

lopende onderzoek met Politie Hollands Midden naar de aanpak van

delinquente jongeren (pag. 33). Pabo-studenten doen hands-on ervaring op

in het onderwijs, maar staan daarbij niet alleen voor de klas (pag. 27). Ook

mensen die al werkzaam zijn in het onderwijsveld kiezen voor Hogeschool

Leiden om zich verder te bekwamen, zoals alumnus René Soullié (pag. 37).

JAARBEELD2012

26HOGESCHOOLLEIDEN

JEUG

D

26HOGESCHOOLLEIDEN

JAARBEELD2012

Page 29: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Jeugdzorg gebruikt motivatiemeter

Vijf derdejaarsstudenten Pabo werkten dit jaar mee aan

de ontwikkeling van het nieuwste educatieve spel over

de Nederlandse geschiedenis: Canon XXL. Leerlingen in

de bovenbouw van het basisonderwijs worden in dit spel

onderdeel van de geschiedenis door een fysieke tijdreis te

maken op een levensgroot en theatraal speelveld. Zo leren

ze spelenderwijs de belangrijkste vaderlandse geschiedenis,

ook wel de Historische Canon genoemd. Geheel volgens

de visie van de opdrachtgever van het project, de Stichting

Vier Musketiers, ontwikkelaar van educatieve spelvormen.

De stichting gelooft dat leren het beste gaat door te spelen.

Renate van der Kuijl van de stichting: ‘Kinderen associëren

leren met moeten. Als je speelt, haal je het beste in jezelf naar

boven en doe je je uiterste best om te winnen. Zo gaat leren

vanzelf.’

Studenten Loes Passchier, Kirsten Verbaan, Martijn van

Dijk, Tim Hogeboom en Jamie Jansen hielden zich bezig

met geschiedenisdidactiek voor de bovenbouw. Ze

adviseerden de Vier Musketiers op het gebied van taalgericht

zaakvakonderwijs, meervoudige intelligentie, didactische

werkvormen en tijdsbesef. De adviezen werden verwerkt in

het ontwerp van het XXL spel. Renate geeft een voorbeeld:

‘In het spel lopen kinderen soms met één stap door 1000 jaar

en met tien stappen door 200 jaar. Om de kinderen tijdsbesef

te geven, hebben de pabo-studenten een duidelijke tijdsbalk

bedacht. Zo kunnen de kinderen in het spel continu zien in

welke tijd zij zich bevinden.’ De studenten hebben de theorie

van het spel getoetst aan de literatuur en bij de kinderen. ‘Het

enthousiasme van de studenten was heel inspirerend. Ze zijn

ontzettend belangrijk voor ons geweest.’

Het spel bestaat alleen nog op papier. De stichting heeft

subsidie aangevraagd en als deze verleend wordt, kunnen

leerlingen op Nederlandse basisscholen misschien

volgend jaar al het Canon XXL Spel spelen. De theoretische

onderbouwing van het spel door de pabo-studenten maakt

dat de stichting sterker staat bij de subsidieaanvraag. ‘Het is

goed om de fondsen te melden dat we met leerkrachten in

opleiding samenwerken.’

Geschiedenis leren op een levensgroot speelveld

JAARBEELD2012

27HOGESCHOOLLEIDEN

JEUG

D

Page 30: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

ConvenantHet project van de Honoursstudenten valt binnen

het convenant dat het expertisecentrum voor Jeugd

Samenleving en Ontwikkeling (JSO) en Hogeschool

Leiden sloten om hun gezamenlijke kennis nog beter

te benutten en in te zetten in de beroepspraktijk. Dit

gebeurt in de vorm van onderzoek, stageplaatsen of

onderwijs door (gast)docenten.

‘Ik wil alles doen om kinder- mishandeling te stoppen’

JEUG

D

Page 31: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

‘De meest angstige uren van mijn leven,’ vertelt Melina Ghasseminejad, vierdejaars Toegepaste Psychologie (TP), ‘beleefde

ik toen ik mijn kleine zusje kwijt was. Ik had net een documentaire over pedofilie gezien. Ik was écht bang!’ Dat was het

moment waarop ze besloot zich in de achtergronden van kindermishandeling te gaan verdiepen.

Honoursstudenten ontwikkelen voorlichtingscampagne over kindermishandeling

‘Wat me opviel: voor de aanpak van lichamelijke mishandeling

zijn allerlei instrumenten ontwikkeld, maar als het gaat om

het aanpakken van emotionele mishandeling is er bijna

niks voorhanden, terwijl die vorm juist de meeste schade

veroorzaakt.’ Samen met vier andere studenten, Eline van der

Linden (Kunstzinnige Therapie), Jesper van Dijk, Derek Myers

en Fiona van Pul (Biologie en medisch laboratoriumonderzoek,

BML), ontwikkelde Melina in opdracht van het expertisecentrum

voor Jeugd, Samenleving en Ontwikkeling (JSO) een

animatiefilm die jonge kinderen uitnodigt om meer over

problemen in hun leven te praten. De opdrachtgever vanuit

het JSO, Vincent Aelbers, is ruimschoots tevreden: ‘Ik was

voor deze opdracht speciaal op zoek naar studenten, omdat

zij nog onbevooroordeeld naar de problematiek kunnen

kijken. Het filmpje waar deze groep mee kwam, overtrof mijn

verwachtingen. Het was van uitstekende kwaliteit en liet zien

dat buiten de gebaande paden was gedacht. Ik ben nog steeds

onder de indruk.’

Melina lacht. ‘We hebben de hele vraag veranderd! De originele

opdracht richtte zich op de aandachtsfunctionarissen, de

trainers die kindermishandeling op scholen en andere plaatsen

onder de aandacht brengen, maar wij vonden dat iemand

anders centraal moest staan: het kind zelf. Het mishandelde

kind is de eerste die een stap moet zetten om uit de situatie te

kunnen ontsnappen.’ Als kinderen (emotioneel) mishandeld

worden, denken ze namelijk snel dat ze iets verkeerd hebben

gedaan en durven niets te zeggen. De groep wilde hen daarom

stimuleren om meer te vertellen aan vertrouwenspersonen.

Daarom ontwikkelden ze de animatiefilm, onder de titel: ‘Heb jij

iemand om mee te praten?’

‘Maar,’ zegt Melina, ‘toen hadden we niet het gevoel dat we

klaar waren.’ Dus schreef ze, samen met Eline, een lesplan om

basisschoolleerlingen van groep drie en vier aan te zetten

tot praten, zonder het woord kindermishandeling expliciet

te noemen. ‘We maken gebruik van vrije associatie, muziek,

tekenen en verhaaltjes. En stellen de kinderen vragen: ‘Als

iemand gemeen doet, wat doe je dan? Als iemand pijn

heeft, hoe kun je diegene troosten?’ We proberen hen meer

zelfvertrouwen te geven. Ze mogen bijvoorbeeld op een kistje

staan en vertellen waar ze trots op zijn, en dan klapt iedereen

voor hen. Dat werkt bij volwassenen en dus zeker bij kinderen.’

Melina en haar mede-studenten voerden hun project uit in het

kader van het Honoursprogramma van Hogeschool Leiden,

dat getalenteerde studenten vanuit verschillende opleidingen

interdisciplinair laat samenwerken. Melina heeft veel geleerd

van het Honoursprogramma: ze vond het fantastisch met andere

gemotiveerde studenten samen te werken. Het interdisciplinaire

karakter leerde haar over de grenzen van haar opleiding heen

te kijken. Zo werden de studenten BML in haar groep niet

gehinderd door enige pedagogische kennis. Melina: ‘Waar ik

beperkingen zag omdat ik al vaker een product voor kinderen

gemaakt had, zagen zij die belemmeringen niet en waren ze

veel vrijer en enthousiaster. Aan sommige mogelijkheden had ik

nog nooit gedacht. Aan de andere kant kon ik aangeven wat wel

en niet haalbaar was met de jonge kinderen in onze doelgroep.’

Melina kan niet wachten tot ze het lesplan in de praktijk mag

brengen. ‘Mijn droom is het nationaal te implementeren. Want

dat de kans dat kinderen die op jonge leeftijd mishandeld

worden later problemen krijgen, zoveel groter is dan anders, dat

weten de meeste mensen niet eens. Ik wil er alles aan doen om

kindermishandeling tegen te gaan.’

‘Ik wil alles doen om kinder- mishandeling te stoppen’

JAARBEELD2012

29HOGESCHOOLLEIDEN

JEUG

D

Page 32: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Meetinstrument leefklimaat geeft delinquente jeugd een stem

In 2012 tekende Hogeschool Leiden met Hogeschool

Windesheim een convenant over de samenwerking

rond de master Jeugdzorg. Tot nu toe was deze

geaccrediteerde masteropleiding alleen bij Hogeschool

Leiden te volgen. Door het convenant kan Hogeschool

Windesheim nu ook met deze master van start gaan. De

twee partijen gaan nauw samenwerken en willen min

of meer hetzelfde programma aanbieden. Hogeschool

Leiden en Hogeschool Windesheim werken op het gebied

van Social Work al langer samen. Agnita Mur, lid College

van Bestuur: ‘Deze gemeenschappelijke masteropleiding

draagt bij aan de verdere professionalisering van de

jeugdzorg. Graag willen wij voor de samenleving op dit

gebied een verschil maken.’

De maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van

de jeugdzorg zijn de laatste jaren gestegen. Om de

Professionalisering Jeugdzorg

JAARBEELD2012

30HOGESCHOOLLEIDEN

JEUG

D

Page 33: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

In Nederland worden jongeren met ernstige gedragsproblemen en crimineel gedrag behandeld in justitiële jeugdinrichtingen;

in verhouding meer dan in andere West-Europese landen. Peer van der Helm, hogeschooldocent verbonden aan het lectoraat

Jeugdzorg en Jeugdbeleid, promoveerde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam op onderzoek naar de effecten van een posi-

tief leefklimaat in dergelijke jeugdinstellingen.

‘Het is geen eenvoudige opgave, het opvoeden van jongeren

met gedragsproblemen. Pedagogen menen van oudsher dat

een positief leefklimaat van doorslaggevend belang is, maar

wat dat klimaat dan is of hoe je het meet, dat wist niemand.

Daarom ben ik zeven jaar geleden begonnen met empirisch

onderzoek. Aan de hand van een grote hoeveelheid data

hebben we een meetinstrument kunnen maken dat het

leefklimaat heel nauwkeurig meet.’

‘De belangrijkste eigenschap voor een goed klimaat blijkt de

responsiviteit van de medewerkers te zijn, de mate waarin zij

oor hebben voor de problemen van de jongere. Zo’n kind heeft

altijd gehoord dat hij een rotjongen is. Als een begeleider laat

zien dat de jongere er wel mag zijn, dan geeft dat een groot

positief effect.’

‘De tweede factor is groei, het idee hebben dat het verblijf

in de instelling zin heeft. De derde factor is de sfeer op de

groep en het vierde element is het ontbreken van repressie,

dat is oneerlijk gedrag van de leiding. Denk aan regels die

niet uitgelegd worden, openlijke vernedering. Met de serie

onderzoeken die leidden tot mijn proefschrift hebben we

aangetoond dat die vier elementen zorgen voor een positief

leefklimaat en dat dat duidelijk effect heeft op de ontwikkeling van

de jongere.’

Inmiddels doen ruim 42 instellingen van open en gesloten

jeugdzorg, TBS-klinieken en GGZ-instellingen mee aan het

onderzoek. ‘Je komt normaal gesproken niet gemakkelijk een

gesloten inrichting binnen, maar kennelijk hebben ze zo veel

vertrouwen in de hogeschool dat we bij hen in de keuken mogen

kijken.’

‘Onze studenten nemen vragenlijsten en interviews af en

daarmee maken we een rapport op maat, dat weergeeft hoe het

met het klimaat gesteld is. De instellingen gebruiken dat voor

kwaliteitsverbetering. Ze bespreken de uitkomsten rechtstreeks

met hun medewerkers. En de studenten leren van interviews met

deze jongeren.’

De onderzoeksresultaten zijn inmiddels in diverse internationale

bladen gepubliceerd en beschreven in een leerboek (‘Wat werkt

in de gesloten jeugdzorg’) dat op elf hogescholen in Nederland

wordt gebruikt. De vragenlijst is vertaald en wordt in diverse landen

toegepast.

Het onderzoek werd gerealiseerd met behulp van een RAAK subsidie.

Er is nog geen subsidie gevonden voor het vervolg van het onderzoek.

best mogelijke kwaliteit te leveren is er dringend behoefte

aan hoogopgeleide jeugdzorgprofessionals. Met de nieuwe

samenwerking zorgen de twee hogescholen voor een bredere

toegankelijkheid van dit aanbod.

Jos Baecke, nieuwe lector Sturing in de jeugdzorg van

Hogeschool Windesheim: ‘Ik ben blij met de samenwerking in

de master, die een goed antwoord vormt op de knelpunten in

de jeugdzorg.’

JAARBEELD2012

31HOGESCHOOLLEIDEN

JEUG

D

Page 34: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Docenten en opdrachtgever in dialoog: ‘Het is belangrijk praktijk en onderwijs te verbinden.’

JEUG

D

Page 35: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Om delicten door jongeren te voorkomen en recidive onder jeugdige delinquenten terug te dringen, hebben

politie en justitie diverse samenwerkingsverbanden tussen veiligheidspartners opgezet. Het Veiligheidshuis is een

van die initiatieven. Daarin werken gemeenten, jeugd- en zorginstellingen, politie en justitie samen om crimineel

gedrag en overlast door jongeren aan te pakken.

Hogeschool en politie Hollands-Midden onderzoeken persoonsgerichte aanpak jeugddelinquenten

Rogier de Groot en José Marijt, docenten Toegepaste

Psychologie, doen aan Hogeschool Leiden onderzoek naar de

persoonsgerichte aanpak (PGA) van delinquente jongeren.

Iedere organisatie in de veiligheidsketen die met jongeren

werkt, houdt zich hier tegenwoordig mee bezig, ook binnen

samenwerkingsverbanden als het Veiligheidshuis. ‘In dit lopende

onderzoek willen we onder andere ontdekken hoe de politie

opereert in het Veiligheidshuis, en wat dat betekent voor de

persoonsgerichte aanpak,’ zegt Rogier.

De hogeschool werkt sinds enkele jaren succesvol samen met de

politie. Krishna Taneja, districtschef van Politie Hollands-Midden

en regionaal portefeuillehouder jeugd- en veelplegers, is blij

met deze samenwerking: ‘Het is mooi dat er ruimte is voor ons

als organisatie om mee te denken. Dat verhoogt de relevantie

van het onderzoek.’ Hij stelde dan ook voor het bredere PGA-

onderzoek toe te spitsen op de rol van de politie-afgevaardigde

in het Veiligheidshuis, de jeugdcoördinator. Diens rol staat, nu

de politie genationaliseerd wordt, ter discussie.

José licht toe: ‘Jeugdcoördinatoren zijn mensen met

verschillende persoonlijkheden en verschillende achtergronden

in dezelfde functie. De politie vraagt zich af wat hun rol in

het Veiligheidshuis zou moeten zijn. Wat is een passende

functieomschrijving? Wat doet de coördinator in het

casusoverleg waarin zij het delictgedrag van jongeren

bespreken, en waar zitten mogelijkheden tot verbetering? Wat is

nodig om goed samen te kunnen werken?’

Het is nog te vroeg om conclusies uit het onderzoek te trekken.

Toch ziet Rogier al ruimte voor verbetering: ‘Het is de bedoeling

dat er per jongere een duidelijk doel op papier gezet wordt. Wat

willen we bereiken? We merken dat dit in de casusoverleggen

niet altijd voor alle partijen helder is en dat doelen en middelen

verward worden. Als je een jongere bijvoorbeeld aan het werk wilt

krijgen, dan is het aanstellen van een werkbegeleider niet het doel.

Het is juist het middel om aan werk te komen. Het doel is dat zo’n

jongen zo snel mogelijk een goede, nuttige dagbesteding vindt.

Die onduidelijkheid kan het proces vertragen en ondertussen zit de

jongere te wachten tot er iets gebeurt.’

Toch is het niet altijd eenvoudig onderzoeksresultaten naar de

praktijk te vertalen. ‘Soms staat het onderzoeksformat praktische

toepassing in de weg, dat is een uitdaging’, zegt Krishna. ‘De

vertaalslag wordt gemaakt door studenten en medewerkers.

De docenten zijn goed op de hoogte, ze snappen echt hoe het

werkt.’

‘We hebben goed contact met de politie’, beaamt José. ‘We

vragen: wat kunnen we als hogeschool voor jullie betekenen?

Daarnaast vragen we van hen een bijdrage in het onderwijs,

zoals gastcolleges en stage- of afstudeeropdrachten. Het is

belangrijk praktijk en onderwijs te verbinden.’

Zo heeft de politie de hogeschool verzocht een aangepaste

hbo-opleiding over PGA voor hun medewerkers te ontwikkelen

en geven zowel Rogier als José binnenkort een workshop

op een conferentie voor politiefunctionarissen. Kennis uit

het onderzoek wordt ook verwerkt in het onderwijs aan de

eigen studenten, bijvoorbeeld in de Minor Criminaliteit en

Veiligheid.

‘De ervaring die ik bij politie en andere instellingen heb

opgedaan, verwerk ik in de les’, zegt Rogier. ‘Als je soms ziet

hoe professionals in de jeugdzorg met elkaar en de jongeren

omgaan, daar kunnen studenten veel van leren. Denk vanuit het

perspectief van de jongere, zeggen we de studenten. Soms lijkt

het organisatiebelang boven het kindbelang te gaan, en dat kan

natuurlijk niet.’

JAARBEELD2012

33HOGESCHOOLLEIDEN

JEUG

D

Page 36: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Jan van der Pas, student Leraar Basisonderwijs (Pabo),

werkt en leert tegelijkertijd via het Lucastraject. Dus

is hij twee dagen per week te vinden op de J.F. Ken-

nedyschool in Den Haag, waar mentor Patrick Bödeker

hem de afgelopen maanden intensief begeleidt. Op de

eerste dag van dit schooljaar liep Jan voor het eerst met

Patrick mee in groep 7 en 8. ‘Zijn reactie na de les zal ik

nooit vergeten’, zegt Patrick. ‘Jan was opgelucht, zei dat

het lesgeven hem een eitje leek. Hij realiseerde zich toen

niet dat ik al twee jaar lang met deze klas werk. Lesge-

ven is zeker geen eitje. Inmiddels weet hij dat wel.’

Jan is één van de negen leerlingen die dit schooljaar

zijn uitgekozen om mee te doen aan het Lucastraject.

Vanaf de eerste dag van je studie draai je twee

dagen per week mee op een basisschool van Lucas

Onderwijs, de grootste onderwijsinstelling in Den

Haag. Daarvoor word je ook betaald. Een mooie kans

die niet voor iedereen is weggelegd: Jan moest een

pittige sollicitatieprocedure doorlopen. Dit is een groot

voordeel van het traject, vindt Patrick. ‘De stagiaires zijn

ontzettend gemotiveerd en slim. Je kunt ze meteen

verantwoordelijkheid geven. Jan heeft me goed

geholpen in mijn klas, bijvoorbeeld door leerlingen

intensief persoonlijk te begeleiden.’

Voor de scholen is het mooi meegenomen, een

enthousiaste stagiair(e) die na het behalen van zijn of

haar diploma verplicht twee jaar in het Lucas Onderwijs

moet blijven werken. Ook voor de studenten fijn: ze

hebben baangarantie. Tijdens de opleiding wisselen de

studenten regelmatig van klas en school. Kijken vanuit

verschillende perspectieven geeft hen een voorsprong

op andere pabo-studenten. Als ze van school komen,

hebben ze niet alleen een diploma, maar ook een

enorme hoeveelheid praktijkervaring.

De combinatie van leren en werken loont

JAARBEELD2012

34HOGESCHOOLLEIDEN

34HOGESCHOOLLEIDEN

JAARBEELD2012

JEUG

D

Page 37: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Groen schoolplein: de levende omgeving als leeromgevingDe Britse National Trust maakte deze zomer een lijst van alle dingen

die een kind voor zijn twaalfde gedaan moet hebben. Buiten, om

precies te zijn. Kinderen weten tegenwoordig namelijk niet meer

hoe je een vuurtje stookt of een kikkervisje vangt.

Lectoraat Natuur & Ontwikkeling Kind onderzoekt momenteel sa-

men met de Vrije Universiteit het belang van een groen schoolplein

voor de ontwikkeling en het welbevinden van kinderen. Lector

Dieuwke Hovinga vergelijkt daarbij groene met grijze schoolplei-

nen: ‘We observeren hoe kinderen spelen. Is dat op een groen

schoolplein anders? Zijn kinderen na het spelen op een groen

schoolplein geconcentreerder? We bekijken ook hoe kinderen

met elkaar omgaan en of het hun welbevinden ten goede komt.

Onderzoektrends laten zien dat een natuurrijke omgeving ander

gedrag uitlokt.’

‘De naam van het lectoraat wordt gemakkelijk geassocieerd met

natuuronderwijs, maar de insteek is breder. Het kind staat centraal.

Het gaat om de ontwikkelingskansen die natuur kinderen biedt.

Dat steeds meer kinderen uitvallen heeft mijns inziens ook te

maken met de vorm van ons huidige onderwijs. Onderzoek laat

bijvoorbeeld zien dat de diagnose ADHD bij een kind in een natuur-

rijke omgeving niet zonder meer overeind blijft. Dat de omgeving

ons doen en laten mede bepaalt, dat zijn we een beetje vergeten.’

‘Op basisscholen is de nadruk steeds meer komen te liggen op

programmatisch leren. Scholen moeten hun opbrengsten zichtbaar

maken. Dit heeft ertoe geleid dat de methoden en meetbare resul-

taten centraal zijn komen te staan, ten koste van meer ervarings-

gericht leren. Op deze wijze verdwijnt de levende omgeving als

leeromgeving uit het onderwijs.’

‘Het is overigens niet zo dat scholen deze andere waarden, zoals

ervaringsgericht leren en buitenspelen, niet belangrijk vinden.

Scholen beschikken echter nog niet over een handvat om de meer-

waarde ervan inzichtelijk te maken. Het lectoraat ondersteunt scho-

len hierin. Met het lopende Groene Schoolpleinonderzoek willen

we beschrijven in hoeverre de investering in een groen schoolplein

bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen. Momenteel worden de

data van dit onderzoek geanalyseerd. Met de ingediende aanvraag

voor een Raak-Pro-subsidie hopen we vier jaar vervolgonderzoek te

kunnen bekostigen. Al enige tijd ondersteunt Fonds 1818 scholen

in de regio met een subsidie voor de aanleg van groene school-

pleinen. Positieve onderzoeksresultaten kunnen ervoor zorgen

dat deze pleinen niet alleen duurzaam worden, maar ook integraal

worden gebruikt in de dagelijkse onderwijspraktijk.’

‘Je kunt een groen schoolplein namelijk op allerlei manieren inzet-

ten voor onderwijs, bijvoorbeeld om begripsvorming bij rekenen

te verankeren. Zo kun je vormen tekenen, maar ook buiten zoeken

en ontdekken wat een ‘sterke’ vorm moet zijn. En waarom zou je

afstanden uit een boek leren, als je ook aan den lijve kunt ervaren

wat een meter is en wat een kilometer? Dat vergeet je nooit meer.’

JAARBEELD2012

35HOGESCHOOLLEIDEN

JEUG

D

Page 38: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

‘Eerst zag ik alleen een stelletje pubers’

JEUG

D

Page 39: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

‘Ooit ben ik vanuit de beveiliging in het onderwijs gerold’, vertelt René Soullié, alumnus Lerarenopleiding Omgang-

skunde en ROC-docent. ‘Ik heb jarenlang slechts vanuit vakkennis lesgegeven, maar kreeg op gegeven moment het

gevoel dat ik tekortschoot. Om leerlingen goed te begeleiden had ik meer bagage nodig. Zo kwam ik uit bij Om-

gangskunde van Hogeschool Leiden. Ik zocht een opleiding met een stevige pedagogisch-didactische grondslag

en het sprak me aan dat bij de hogeschool de nadruk ligt op het werken vanuit je basis als leraar. Het bleek precies

te zijn wat ik zocht.’

Lerarenopleiding Omgangskunde levert docent promotie op

René geeft op het ROC Mondriaan in Den Haag les aan

studenten die worden opgeleid tot leidinggevende in de

beveiliging. Bij veel van de vakken die hij geeft, kan hij de

kennis die hij tijdens zijn opleiding heeft opgedaan, direct

toepassen. René: ‘Wat je in de opleiding leert, is hoe mensen

met elkaar omgaan. Hoe je gesprekken moet voeren, hoe je

handelt bij agressie, erg belangrijk als beveiliger. Hoe doe je dat

zonder dat je zelf geweld gebruikt? Aan mijn leerlingen leg ik

uit dat agressie niet zomaar ontstaat. Benoem wat je ziet en zeg

niet dat iets niet mag, maar wat het met je doet. Creëer begrip

voor de situatie, niet voor het gedrag. De theorie laat ik zien in

rollenspelen. Zo kunnen de leerlingen oefenen, want vlieguren

maken is noodzakelijk. Bevind je je eenmaal in een onveilige

situatie, dan kun je het niet meer verkeerd doen.’

René leerde tijdens zijn opleiding hoe je jongeren met

problemen herkent. ‘Ik zie nu in klassen dingen gebeuren die

ik hiervoor niet zag. Eerst zag ik alleen een stelletje pubers,

nu herken ik het bijvoorbeeld wanneer een leerling in een

depressie zit of een ander probleem heeft.’

‘Tien jaar geleden zag ik mezelf als een troubadour, iemand

die mooi kan vertellen. Nu denk ik: ik heb een goed verhaal, ik

weet wat ze moeten leren. De uitdaging is het zo uit te leggen

dat ze het begrijpen. Dus kijk ik aan het begin van een les hoe

mijn leerlingen ervoor staan. Ben ik ze na een halve les kwijt,

dan verander ik van strategie en trek ik bijvoorbeeld een spel

uit de kast dat ik eerder eens ontworpen heb. Dan mogen

ze zelfstandig uitzoeken wat ik wilde vertellen. Zo krijg ik ze

weer mee. Ik zorg er altijd voor dat ik mijn boodschap op drie

verschillende manieren kan brengen, afhankelijk van de klas en

het tijdstip van de dag.’

Op het ROC is niet onopgemerkt gebleven hoeveel René zich

in zijn opleiding ontwikkeld heeft. Net voor het halen van zijn

bevoegdheid werd hij dan ook gepromoveerd van basisdocent

naar kerndocent. ‘Ik was al docent, in tegenstelling tot sommige

van mijn medestudenten. Het stapje hoger, de promotie naar

kerndocent, was voor mij de pluim.’

Van een kerndocent wordt verwacht dat hij aan

onderwijsontwikkeling doet en daar heeft René uitgebreid

ervaring mee. Hij weet veel van ‘serious gaming’. Dat houdt

in dat de leerling allerlei beveiligingssituaties kan oefenen

in een realistisch computerspel, van een beveiliger die een

gevaarlijk pand binnengaat tot een leidinggevende die een

telefoongesprek moet voeren. ‘Dat is innovatie,’ zegt René, ‘dat

je al die verschillende rollen in één ‘wereld’ kunt wegzetten.’

Ook onderwijsinnovatie in het klein vindt hij geweldig. ‘Ik laat

mijn leerlingen in fictieve bedrijfjes de beveiliging van een

groot evenement voorverkennen. De groep die het beste plan

presenteert, mag, naast de gewone beveiliging, gastheer zijn

tijdens het evenement. De leerlingen vinden het fantastisch, en

ik kan in die opdracht in één keer al mijn lessen kwijt.’

‘Eerst zag ik alleen een stelletje pubers’

JAARBEELD2012

37HOGESCHOOLLEIDEN

JEUG

D

Page 40: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

De opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) van Hogeschool Leiden vindt het van het grootste belang dat de stu-

denten van het begin af aan met de beroepspraktijk kennismaken. Daarom heeft de hogeschool een convenant getekend voor een

langdurige samenwerking met de Gemiva-SVG Groep, een instelling voor mensen met verstandelijke beperkingen. In het project

‘De Ervaring’ doen studenten ervaring op met het werken met jongeren (16-27 jaar).

Unieke leeromgeving voor gehandicapten én studenten

ontwikkeling door. Bij ‘De Ervaring’ kunnen jongeren met

een lichte tot zware beperking hun plek in de maatschappij

ontdekken. Ze leren vaardigheden die nodig zijn in de

volwassen wereld. Daarvoor worden ze beloond. Bijvoorbeeld

met een bed-opmaak-certificaat.’

De studenten van de hogeschool spelen een belangrijke rol in

dit project. Het merendeel van het personeel bestaat namelijk

uit stagiairs SPH. Volgens Dennis is het intensief inzetten van

de studenten uniek. ‘Werken met stagiairs is niet nieuw, maar

we vragen meer. De studenten worden actief betrokken bij de

leerprocessen. Een cliënt wil bijvoorbeeld leren om van zijn

huis met de bus naar het centrum te komen. Een student moet

dan een plan opstellen om de cliënt dit te leren en mag dit ook

uitvoeren.’ Zo helpen jongeren jongeren.

Studenten komen met verschillende beperkingen en met

veel verschillende begeleidingsstijlen in aanraking. Dat is

heel leerzaam. Bovendien worden ze nauw begeleid door

een vaste medewerker van Gemiva. Dennis: ‘De stagiaires van

Hogeschool Leiden leveren een belangrijke bijdrage en krijgen

er veel voor terug. Kortom, De Ervaring is een goede ervaring

voor alle betrokken partijen.’

Behalve met Gemiva-SVG werken de opleidingen SPH en

Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) ook samen

met twee centra voor maatschappelijk werk, Kwadraad en De

Binnenvest. Beide instellingen hebben een afgevaardigde in

de werkveldcommissie. Ook hier lopen studenten stage en

doen onderzoek. Wiep Staal, onderwijsmanager SPH: ‘Door

praktijkervaring op te doen leren ze wat het betekent om

SPH’er of MWD’er te zijn.’

‘De Ervaring’ voorziet in de behoefte van een groep jongeren die,

wanneer ze op hun achttiende het kinderdagverblijf verlaten,

ineens veel minder begeleiding krijgt. Projectleider Dennis de

Roo: ‘Mensen maken na hun achttiende verjaardag nog een grote

JAARBEELD2012

38HOGESCHOOLLEIDEN

JEUG

D

Page 41: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Kinderen met een handicap, een gedragsstoornis of een

andere speciale onderwijsbehoefte hebben recht op een

passende onderwijsplek. Voor leerkrachten is het een

uitdaging om geschikt onderwijs te bieden aan een steeds

diverser wordende groep leerlingen. Een uitdaging die

studenten van Hogeschool Leiden graag aangaan.

Zo liep oud-pabo-studente Karlijn Streng binnen de minor

Passend Onderwijs stage bij Mytylschool De Thermiek.

Daar zocht ze uit hoe ze twee meisjes die in een rolstoel

zitten en gebruikmaken van een spraakcomputer, actiever

bij het onderwijs kon betrekken. Karlijn: ‘Door gebrek aan

communicatie tussen ouders en begeleiders waren er

niet voldoende pictogrammen aan de spraakcomputers

toegevoegd om de meisjes over alle thema’s in de klas te

kunnen laten meepraten. Een goede samenwerking tussen

leerkracht, leerling, ouders en bijvoorbeeld ergotherapeut,

bleek essentieel voor deelname aan het onderwijs.’

De conclusie van Karlijn sluit nauw aan bij de visie van het

lectoraat Passend Onderwijs, zegt lector Annemieke Mol

Lous. ‘Binnen ons lectoraat zoeken we naar simpele manieren

om kinderen die iets extra’s nodig hebben te ondersteunen.

Onderzoek heeft aangetoond dat de kwaliteit van de leraar

en de relatie die de leraar met de leerling heeft, uiteindelijk

onderscheidend zijn voor goed onderwijs.’ Annemieke vindt

de keuze voor het speciaal onderwijs geen gemakkelijke.

‘Rondom deze kinderen zit een heel systeem van begeleiding

en medische verzorging. Het is niet vanzelfsprekend dat een

pabo-student voor deze doelgroep kiest.’

Karlijn: ‘Ik heb affiniteit met deze kinderen. Ik begon de Pabo

met het idee het reguliere onderwijs in te gaan, maar ik vond

het helemaal niks, te grote klassen, te weinig uitdaging. Mijn

mentor raadde me aan een kijkje te nemen bij het speciaal

onderwijs. Daar ben ik blijven hangen.’

Op de Korte Vlietschool, een andere school voor speciaal

onderwijs die samenwerkt met De Thermiek, zijn ze terecht

blij met een docente als Karlijn. Na haar afstudeerstage

boden ze haar direct een baan aan. Waarom? Karlijn: ‘Door

omstandigheden heb ik tijdens mijn afstudeerstage een half jaar

alleen voor de groep moeten staan en dat heeft veel waardering

opgeleverd. En omdat ik nog steeds blijf doorstuderen.’

‘Wat ik het mooiste vind? Dat het eerste dat de kinderen

‘s morgens zeggen, is dat ze zo blij zijn me te zien. Ze komen

altijd met een lach op school. Het is een uitdaging uit elk kind

het maximale te halen.’

Pabo-studente kiest bewust voor baan in speciaal onderwijs

JAARBEELD2012

39HOGESCHOOLLEIDEN

JEUG

D

Page 42: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Opleidingen

40HOGESCHOOLLEIDEN

JAARBEELD2012

BacheloropleidingenAcademische Opleiding Leraar Basisonderwijs

(Academische Pabo)

Biologie en medisch laboratoriumonderzoek

Bio-informatica

Chemie

Commerciële Economie

Communicatie

Culturele en Maatschappelijke Vorming

HBO-Rechten

Informatica

Kunstzinnige Therapie

Leraar Basisonderwijs (Pabo)

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn

Lerarenopleiding Omgangskunde

Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

Management in de Zorg

Opleiding tot Fysiotherapeut

Opleiding tot Verpleegkundige

Human Resource Management

Sociaal Juridische Dienstverlening

Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Toegepaste Psychologie

Associate degree-opleidingenLerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn

Lerarenopleiding Omgangskunde

Management in de Zorg

MasteropleidingenJeugdzorg

Advanced Nursing Practice

LectoratenAntroposofische Gezondheidszorg

Biodiversiteit

Eigen Regie

Geestelijke Gezondheidszorg

Innovatieve Moleculaire Diagnostiek

Jeugdcriminaliteit

Jeugdzorg en Jeugdbeleid

Kinder- en Jeugdpsychiatrie

Licht Verstandelijke Beperking en Jeugdcriminaliteit

Natuur en Ontwikkeling Kind

Onderzoeksmethoden en Technieken

Ouderschap en Ouderbegeleiding

Passend Onderwijs/Inclusive Education

PR en Social Media

Talentmanagement

Virtuality Driven Learning

Nascholing/Opleidingen voor professionalsHogeschool Leiden biedt een breed scala aan opleidingen

en nascholing voor het werkveld: post-hbo-opleidingen,

masterclasses, cursussen, trainingen, workshops en symposia.

Ook maatwerk behoort tot de mogelijkheden, incompany of

op de hogeschool. Ons uitgebreide (na)scholingsaanbod is te

vinden op hsleiden.nl/professionals.

Page 43: Jaarbeeld Hogeschool Leiden
Page 44: Jaarbeeld Hogeschool Leiden

Dit is een uitgave van Hogeschool Leiden

Coördinatie: afdeling Marketing en Communicatie

Copy: Meike Grol, 17bomen.nl

Ontwerp: T2 Ontwerp - Den Haag

Vormgeving/opmaak: Creja ontwerpen - Leiderdorp

Fotogra� e: Hielco Kuipers - Leiden,

Frank Hoyink - Voorburg, Istockphoto.com

Druk: De Groot Drukkerij - Goudriaan

Januari 2013