Leesmotivatie door het lezen van non-fictie

10
Leesmotivatie en het lezen van non-fictie Maaike Pulles Lectoraat Taalgebruik & Leren NHL Hogeschool Leeuwarden Contact: [email protected]

Transcript of Leesmotivatie door het lezen van non-fictie

Page 1: Leesmotivatie door het lezen van non-fictie

Leesmotivatie en het lezen van non-fictie Maaike Pulles

Lectoraat Taalgebruik & Leren

NHL Hogeschool Leeuwarden

Contact: [email protected]

Page 2: Leesmotivatie door het lezen van non-fictie

2

Extrinsieke leesmotivatie Intrinsieke leesmotivatie

Situationele leesmotivatie

Page 3: Leesmotivatie door het lezen van non-fictie

Juf: Lees jij dit soort boeken ook in de klas?

Siepko: Nee

Juf: Wat lees jij in de klas dan?

Siepko: Alleen maar moeilijke dikke boeken waar je heel lang over

doet.

Juf: Oh ja? En jij vindt dit leuker hè?

Siepko: Ja

Juf: Hoe komt dat?

Siepko: Omdat hier ook uit wordt gelegd hoe je dingen maakt.

Page 4: Leesmotivatie door het lezen van non-fictie

Waarom lezen we?

• om (plezier) te beleven, te ervaren, ..

• om te leren, iets te weten te komen, …

Page 5: Leesmotivatie door het lezen van non-fictie

Fictie of non-fictie

Page 6: Leesmotivatie door het lezen van non-fictie

Keuze

Page 7: Leesmotivatie door het lezen van non-fictie

Interactie rondom lezen

Page 8: Leesmotivatie door het lezen van non-fictie

Lezen bij thema’s uit zaakvakken

• Verbreden leesaanbod

• Verdiepen leerstof

• Aansluiten bij (leer)vragen van leerlingen

• Aansluiten bij verschillende leesmotivaties:

• Fictielezers

• Non-fictielezers

Page 9: Leesmotivatie door het lezen van non-fictie

Bibliotheek in de les

• I.h.k.v. de Bibliotheek op School

• Samenwerking Stichting Bibliotheken Midden Fryslân & Lectoraat Taalgebruik & Leren

• Aansluiten bij thema’s wereldoriëntatie:

• Uitgebreide themacollecties (non-fictie & fictie)

• Ondersteunende materialen voor leerlingen en leerkrachten

• Ontwikkelonderzoek op 4 experimentscholen, 3 controlescholen in groep 5 & 7.

Page 10: Leesmotivatie door het lezen van non-fictie

Teleurgesteld loopt meneer Big naar huis.

Zou de zeebig echt niet bestaan?

Maar onderweg komt hij langs de bibliotheek.

In de bieb zijn altijd zo veel boeken, denkt

meneer Big, daar moet iets over de zeebig

te vinden zijn.

Meneer Big loopt naar de kast met

zeeboeken.

Hij kijkt in elk boek.

Maar nergens is de zeebig te vinden.

Er is nog maar één boek over.

Helemaal bovenop de kast.

Het is een oud en stoffig boek.

Zeldzame Zeedieren staat erop.

Meneer Big blaast het stof van het boek.

Hij bladert en bladert.

Nergens iets over de zeebig.

Eindelijk… op de laatste bladzijde:

De zeebig is een zeldzaam zeedier.

Het leeft in de donkere diepzee.

‘Hoera roept meneer Big.’

‘Hij bestaat!

Ik ga hem zoeken in de donkere diepzee.’

(Uit: Gitte Spee, Meneer Big gaat naar de haaien, Ploegsma)