Leerlingenbundel De Steentijd - cultuurwijzer.be · De prehistorie is de oudste periode in de...

37
Leerlingenbundel Fien Verbrugghe UGent Academiejaar 2012-2013 De Steentijd Stedelijke musea Dendermonde

Transcript of Leerlingenbundel De Steentijd - cultuurwijzer.be · De prehistorie is de oudste periode in de...

Leerlingenbundel

Fien Verbrugghe

UGent

Academiejaar 2012-2013

De Steentijd Stedelijke musea Dendermonde

p. 1

Inhoud

1. Inleiding ..................................................................................... 2

1. De Steentijd ................................................................................. 3

2. Het verhaal van Mollie de mammoet ................................................ 5

2.1 Wat je moet weten over de mammoet ......................................... 6

2.2 Een korte samenvatting ............................................................. 7

3. En toen was er… de eerste mens ................................................... 8

3.1 De allereerste .......................................................................... 8

3.2 De mens werd slimmer en handiger ............................................ 8

3.2 Homo erectus ......................................................................... 10

3.4 Een speciale soort in Europa .................................................... 11

3.5 Onze soort ............................................................................. 12

3.6 Even herhalen… ...................................................................... 16

4. De neolithisering ....................................................................... 17

5. Maar hoe zat het bij ons? ............................................................ 18

5.1 De bandkeramiek .................................................................. 19

5.2 De Michelsbergcultuur ............................................................ 20

5.3 Wonderbaarlijke mysteries ...................................................... 21

6. In het museum… ....................................................................... 23

6.1 De stenen werktuigen ............................................................. 25

6.2 Voorwerpen in gewei ............................................................... 33

7. Bronnen ................................................................................... 36

p. 2

1. Inleiding

Mollie

De steentijd is een periode waar we heel weinig over weten. Dat komt omdat we weinig bronnen hebben voor een heel lange periode. Archeologen, geschiedkundigen en wetenschappers doen hun best om zoveel mogelijk te weten te komen. Veel zaken weten we dankzij hen. In deze bundel komt de geschiedenis van onze verste voorouders (en de dieren waarmee ze samenleefden, zoals mezelf) aan bod. Hopelijk hebben jullie zin om met mij door de tijd te reizen! Zorg alvast voor een balpen, een potlood en kleurpotloden. Veel plezier!

p. 3

Heden -1800 -3500 -10 000 -500 000!

1. De Steentijd De steentijd situeert zich in de prehistorie. De prehistorie is de oudste

periode in de geschiedenis waar nog geen geschreven bronnen uit

voortkwamen. De steentijd kunnen we onderverdelen in drie periodes: de

oude steentijd of het paleolithicum (ca. 500 000 – 10 000 v.C.), de

midden steentijd of het mesolithicum (ca. 10 000 tot 3500 v.C.) en de

nieuwe steentijd of het neolithicum (ca. 3500 – 1800 v.C.).

Kleur het paleolithicum groen, het mesolithicum geel en het neolithicum

rood. Schrijf de naam van de periode op de juiste plaats.

Lang voor het ontstaan van de mens leefden de vreemdste soorten dieren

op onze planeet. Deze vreemde snuiter leefde tussen ca. 230 miljoen jaar

geleden en ca. 60 miljoen jaar geleden. Hij is helaas uitgestorven.

_________________________

Hoe komt het nu dat sommige

dieren zijn uitgestorven? Waarom is

de mens uiteindelijk de slimste

soort geworden? Dit zijn vrager

waar wetenschappers en

intellectuelen lang over nagedacht

hebben. Wij geloven alvast de

evolutietheorie van Charles Darwin.

Hij zei dat de mens andere

diersoorten heeft overwonnen dankzij de natuurlijke selectie. Het klimaat

veranderde zodanig dat veel diersoorten uitstierven. De mens kon zich

Wie ben ik?

p. 4

telkens goed aanpassen aan de klimaatschommelingen en is nu de

sterkste soort.

We weten heel weinig over de prehistorie. Dat komt omdat er weinig

bronnen overgebleven zijn. Alles wat we terug vinden, zijn vondsten. Deze

worden opgegraven of ontdekt door archeologen.

Wat doet een archeoloog zoal?

___________________________________________________________

___________________________________________________________

___________________________________________________________

Twee archeologen aan het werk.

p. 5

Hallo

mijn naam is Mollie, ik ben een mammoet. Ik leefde bijna 30.000 jaar geleden hier in de streek nabij Dendermonde. Op een dag heb ik een verkeerde boomschors gegeten en ben ik gestorven. Toen wist ik niet dat ze mij pas 30.000 jaar later terug zouden vinden in de zandwinningsput in de Sint-Onolfspolder. Een jongen van 12 jaar oud, Hugo de Potter, heeft, samen met andere mensen, de meeste van mij grote botten teruggevonden. Ze hebben niet alleen mijn botten gevonden, ook die van twee andere mammoeten, acht wolharige neushoorns, een oeros, een rendier en een paard. Ken jij deze dieren?

2. Het verhaal van Mollie de mammoet

Ik ben Mariette, een

____________________

_

Tombi is mijn naam, ik

ben een

oeros

Mijn naam is Rudolf, ik ben een

__________________________

__

Ik heet Tombi, ik ben een

__________________________

_

p. 6

2.1 Wat je moet weten over de mammoet

De mammoeten leefden ten noorden van de evenaar tijdens de ijstijden.

Dat waren erg koude perioden. Mammoeten leefden dus vooral in

toendralandschappen, landschappen met veel ijs, berken, dwergdennen

en een bodem uit mossen bedekt met sneeuw. Deze koude perioden

werden afgewisseld met warme perioden: tussenijstijden. Tijdens de

tussenijstijden waren er veel meer planten, wouden en struiken. De

laatste ijstijd eindigde ongeveer 10000 jaar geleden.

Een mammoet at dagelijks ongeveer 180 kg plantaardig voedsel zoals

gras, kruiden en boomvruchten, twijgen, boomschors en mos. We weten

dit omdat diepgevroren mammoeten

teruggevonden zijn in Siberië en Alaska.

Hun maaginhoud was ook ingevroren

dus konden ze onderzoeken wat de

mammoet zoal at. Omdat ze zoveel

aten, hebben ze veel natuur verwoest!

Ken je me nu al iets beter?

Een kudde mammoeten trotseert het koude toendralandschap.

p. 7

Een mammoet woog gemiddeld 4000 tot 7000 kg en had een roodachtige

wollen vacht gemengd met zwart haar. Ze waren ongeveer 5 meter lang

en hadden een schouderhoogte van 3 tot 4,5m. Hun slagtanden konden 2

tot 4 meter lang zijn. Ze gebruikten deze om zich te verdedigen en om

voedsel van onder het ijs of uit de bodem te graven. De slagtanden

bestonden uit ivoor en waren heel kostbaar. Men maakte er kleine

beeldjes, werktuigen en sieraden van. In hun slurf waren er 40.000

spieren aanwezig. Ze konden er dingen mee grijpen, ruiken, drinken en

voelen. De slurf was zowel de neus als de bovenlip van de mammoet en

was heel belangrijk want mammoeten konden heel slecht zien.

Op hun kop hebben ze een vetkussentje en op hun rug een grote vetbult.

Deze dienden als reservevoedingsstoffen, zodat de mammoet een tijdje

zonder voedsel kon.

Er bestonden verschillende soorten mammoeten: in Noord-Amerika was er

de keizermammoet, in Europa de wolharige mammoet en in Azië de

Siberische mammoet.

Ongeveer 4.000 jaar geleden is de mammoet uitgestorven. Men dacht

lang dat dat door de mens kwam, maar het had vooral te maken met

veranderingen in het milieu.

2.2 Een korte samenvatting

Lengte

Hoeveelheid voedsel

per dag

Lengte slagtanden

p. 8

3. En toen was er… de eerste mens Natuurlijk was ik niet alleen! Iets later dan ikzelf zouden de eerste mensen ontstaan. Zij waren wel helemaal anders dan jullie! Hier volgt hun verhaal…

3.1 De allereerste

Omstreeks 60 miljoen jaar geleden leefden de

eerste primaten in Afrika. Dit waren de eerste

mensapen en apen. De oudste teruggevonden mensensoort is de

australopithecus. In Ethiopië vond men delen van het skelet van een

vrouwtje dat ca. 3,2 miljoen jaar geleden leefde. Ze was tussen 1 m en 1

m 20 cm groot. Toen ze een naam zochten voor het vrouwtje, speelde net

het liedje Lucy in the sky with diamonds van The Beatles, die toen een

wereldbekende muziekgroep was.

Hoe zou men het vrouwtje genoemd hebben?

______________

Deze vroege soort kon al rechtop lopen, maar ook

nog goed in de bomen klimmen. Wat waren de

voordelen van het rechtop lopen?

- ___________________________________

- ___________________________________

- ___________________________________

- ___________________________________

3.2 De mens werd slimmer en handiger Kort na 2,5 miljoen jaar geleden ontstonden de eerste echte mensen: de

homo-soort. De eerste was de homo habilis. Hij was iets groter dan de

australopithecus (1,25 m) maar had nog steeds een kleine herseninhoud

Lucy

p. 9

en kleine kiezen. Hij kon nog goed in de bomen klimmen en maakte de

eerste werktuigen. Hij leefde, net zoals de australopithecus, enkel in

Afrika.

De homo habilis was een alleseter die at wat hij in de natuur kon vinden,

vooral planten. Ze gingen ook op jacht, maar waren vooral aaseters.

Wat zijn aaseters? ____________________________________________

Omdat ze de eerste

werktuigen maakten, konden

ze de botten van de dieren

breken en het merg dat erin te

vinden was, opeten. Dit merg

maakte hen slimmer en

sterker. De homo habilis was

al 1,5 m groot maar nog

steeds zwaar behaard. De

werktuigen die hij maakte

waren eenvoudig en ruw.

Het klimaat in Afrika werd droger, dus dat was nodig. De homo habilis

leefde nu in de savanne.

Wat valt op als we de leefomgeving

van de Australopithecus (regenwoud)

en die van de homo habilis (savanne)

vergelijken?

___________________________________________________________

De homo habilis at het vlees van een dode dieren.

Regenwoud

Savanne

p. 10

3.2 Homo erectus

De opvolger van de homo habilis was de homo erectus. Hij kon zich nog

beter aanpassen aan het klimaat waardoor hij nog slimmer werd. De

werktuigen waren beter waardoor hij kon jagen op groot wild. Een

belangrijk werktuig dat door hem werd uitgevonden, is de vuistbijl. De

homo erectus at dus veel vlees en ontwikkelde daardoor nog grotere

hersenen. Omdat ze konden jagen in groep, vermoeden wetenschappers

dat ze waarschijnlijk al een soort van taal hadden om te communiceren.

De homo habilis was de eerste die Afrika verliet. Deze soort breidde zich

uit tot in Europa en Azië. Hij was de eerste soort bij ons.

Hij deed ook een ontdekking die de wereld zou veranderen. Door twee

stenen tegen elkaar te slaan, twee stukken hout tegen elkaar te wrijven of

met vuursteen op pyriet te slaan (en dat naast een stuk droog gras), kon

hij vuur maken.

Wat waren de vele voordelen van het vuur?

- ______________________________________________________

- ______________________________________________________

- ______________________________________________________

- ______________________________________________________

- ______________________________________________________

De homo erectus maakt vuur.

p. 11

3.4 Een speciale soort in Europa

In Europa werden skeletten van een verder geëvolueerde soort

teruggevonden, namelijk in het Neanderthal in Duitsland. Deze soort

heette men de Neanderthaler. Hij zou tussen 300 000 en 30 000 jaar

geleden geleefd hebben. Ze hadden korte armen en benen, een grote

brede neus, een teruggetrokken kin, een grote platte schedel en grote

hersenen. Ze waren heel slim.

Fragment Ice Age – Met welke bekend dier leefde de Neanderthaler

samen? _______________________ Welk landschap overheerste op dat

moment in Europa? _____________________________________

De Neanderthaler was uitzonderlijk sterk en had een goed

uithoudingsvermogen. Ze moesten soms dagenlang jagen om een prooi te

vinden. Vermoedelijk konden ze dus ook spreken. Waar het mogelijk was,

aten de Neanderthalers ook vis. Ze leefden in grotten of in grote

kampementen, die ze maakten uit de botten en de huiden van o.a.

gedode mammoeten. Ze waren de eerste soort die hun doden zouden

gaan begraven. Ze dachten dus na over het leven na de dood.

Neanderthalers begraven een dode.

Een hut uit botten en huid van een mammoet.

Een hut uit beenderen en huid van een mammoet.

p. 12

3.5 Onze soort De Neanderthaler leefde in Europa samen met de homo sapiens, de soort

die wij vandaag nog zijn. Deze soort ontstond eveneens in Afrika tussen

ongeveer 300 000 en 150 000 jaar geleden en trok verder naar Azië en

Europa, later naar alle andere continenten in de wereld. De eerste homo

sapiens was nog steeds een rondtrekkende soort die leefde in kampen of

in grotten. Ze waren heel gelijkaardig aan de Neanderthaler, maar toch

hebben ze alle klimaatveranderingen nadien doorstaan en de

Neanderthaler niet. Ze hebben zich dus beter aangepast. Neanderthalers

leefden ook in kleine groepen. Het was moeilijk voor hen om te overleven.

Bron – Leven in de IJstijd

Het leven tijdens de IJstijd was ongetwijfeld een harde strijd om te

overleven. Een onderzoek van 76 skeletten uit de laatste IJstijd toonde

aan dat minder dan 50% van de mensen de leeftijd van 21 jaar bereikte,

dat slechts 12% ouder werd dan 40 jaar en dat geen enkele vrouw de

leeftijd van 30 jaar bereikte. Veel skeletten vertoonden ook sporen van

slechte voeding, ziekten en verwondingen.

Maak de vergelijking met je klas (gebruik eventueel een rekenmachine):

Hoeveel leerlingen zouden 21 jaar worden in de IJstijd? Hoeveel ouder

dan 40 en hoeveel meisjes 30?

___________________________________________________________

___________________________________________________________

___________________________________________________________

De homo sapiens was de eerste soort die aan kunst deed. Ze droegen

kralen, schelpen, maakten reliëf in voorwerpen of graveerden er iets in.

Ze maakten ook kleine beeldjes en grotschilderingen.

Vooral kleine vrouwenfiguurtjes werden

teruggevonden, de zogenaamde venussen. Deze Venus

van Willendorf is waarschijnlijk al 30 000 jaar oud.

De bekendste grotschilderingen zijn teruggevonden in

Lascaux in Frankrijk (ca. 17 000 jaar geleden) en in

Altamira in het noorden van Spanje (ca. 15 000 jaar

geleden).

De Venus van Willendorf.

p. 13

Grotschildering in Lascaux.

Grotschildering in Altamira.

p. 14

Zowel de homo sapiens als de Neanderthaler organiseerden hun

mammoetenjacht.

Bron - Tocht door de tijd, Malcolm Bosse

“Een groep mannen, die uit het woud tevoorschijn kwam, zat de

mammoet achterna. Ze renden zonder aarzeling naar voren en dreven

hem naar de modderige oever van het meer, waar hij ten slotte tot

stilstand kwam, zijn geweldige lichaam vast in het moeras. Hoe meer hij

worstelde, hoe dieper hij zakte, tot de klevende modder tot boven zijn

gerimpelde knieën kwam… De mammoet zwaaide met zijn slurf en

slagtanden in bogen van verbitterde woede, toen de groep jagers met

geheven speren dichterbij kwam… Met plompe speren met stenen punten

staken ze in de spieren van de achterpoten, terwijl de mammoet zich naar

hen toe probeerde te draaien. Daarna begonnen de andere mannen aan

de voorkant. De zwaaiende slurf sloeg een speer weg als een twijgje,

maar een ander punt zonk in de dikke huis en doorboorde een long. Het

beest trompetterde luid. De kleine staart zweepte tegen zijn achterwerk,

dat bedekt was met stug haar. Hij probeerde rond te draaien, maar zonk

bij iedere poging dieper weg in de modder, terwijl de vastzittende poten

het geheel overeind hielden, blootgesteld aan het gesteek van een dozijn

speren. De mannen hielden niet op met schreeuwen, misschien om de

moed erin te houden. Ben geloofde zijn ogen niet toen de dappere jagers

telkens weer met hun houten speren aanvielen. Zelfs al was het dier

gevangen in de modder, een slag met een slagtand kon een man

verpletteren… De strijd duurde lang. Één van de jagers was opzij gezwiept

door de rondzwaaiende slurf en ver weg geworpen op de modderige

oever, waar hij bewegingloos bleef liggen. Ontelbare malen doorboord,

baadde de mammoet in een rode zee van modder, hevig bloedend uit de

flanken, de benige kop naar een kant leunend, het getrompetter steeds

zwakker. Ten slotte begon het gewonde dier ineen te zakken… Op dat

moment stormden de jagers onder triomfantelijk geschreeuw tegelijk toe

op de nu blootgestelde weke onderbuik en staken hun speren er diep in.

Daarna trokken ze zich terug, gingen op hun hurken zitten en wachtten in

stilte op het sterven van hun prooi.”

p. 15

Teken hier hoe de mammoetenvangst er volgens het verhaal aan toe ging.

Enkele homo sapiens wachten op een kudde mammoeten bij een valkuil.

p. 16

Heden

100 000 j

geleden

1500 000 j

geleden

4. 5.

3.6 Even herhalen… Plaats volgende woorden en cijfers op de juiste plaats op de tijdlijn. Kleur

de periode van de homo habilis in het blauw, de periode van de homo

erectus oranje, die van de Neanderthaler rood en die van de homo sapiens

groen. Waar ze samenleven kan je de delen in beide kleuren arceren.

1. Fijne werktuigen, taal, graven, beeldjes, muurschilderingen

2. Onbewerkte beenderen, takken en stenen

3. De vuistbijl

p. 17

4. De neolithisering Omstreeks 10 000 v.C. brak het einde van de laatste ijstijd aan. Het werd

warmer en de bevolking nam sterk toe. Er was niet genoeg voedsel meer

aanwezig in de natuur, dus moesten de eerste mensen anders te werk

gaan. Er deden zich een aantal belangrijke veranderingen voor die we

samen de ‘neolithisering’ noemen. De naam is afkomstig van het tijdperk

waarin dit gebeurde, namelijk het neolithicum.

Voor het eerst ging men aan landbouw doen, eerst aan akkerbouw en

later ook aan veeteelt. Om dat te doen, moest de mens sedentair gaan

leven.

Oej! Daar begrijp ik niets van! Kan jij me helpen?

Zoek de verklaring op van volgende woorden in

een woordenboek en leg uit in eigen woorden.

- Akkerbouw: ____________________________________________

- Veeteelt: ______________________________________________

- Sedentair leven: _________________________________________

De veranderingen gebeurden eerst in de Vruchtbare Halvemaan of de

Vruchtbare Sikkel.

De Vruchtbare Sikkel.

p. 18

Waar liggen de streken met wilde plantengroei?

___________________________________________________________

Waarom spreekt men eigenlijk van de Vruchtbare Halvemaan of de

Vruchtbare Sikkel?

___________________________________________________________

Geef vier hedendaagse landen die in de Vruchtbare Sikkel liggen. Gebruik

hiervoor een atlas of het internet.

__________________________________________________________________________________

Natuurlijk deden de veranderingen zich later op andere plaatsen ook voor.

Dit gebeurde op verschillende plaatsen, op verschillende tijdstippen en

met verschillende gewassen en dieren.

Omdat men sedentair zou gaan leven, ontstonden de eerste steden. De

vroegste steden zagen er wel helemaal anders uit dan die van ons.

Na het ontstaan van de eerste steden deden de inwoners ook aan

ruilhandel, met elkaar en met andere steden.

Wat is ruilhandel?

___________________________________________________________

Er ontstonden veel nieuwe landbouwwerktuigen, zoals voorlopers van de

ploeg. De stedelingen gingen ook aardewerk maken om voedsel in te

bewaren.

Onderzoekers hebben aangetoond dat vrouwen en mannen evenwaardig

waren in de eerste steden. Ze deden vaak dezelfde karweitjes. Later in de

geschiedenis zullen de mannen belangrijker worden en de vrouwen als

minderwaardig beschouwen. Ook vandaag worden meisjes soms nog als

minderwaardig beschouwd tegenover jongens.

5. Maar hoe zat het bij ons? Omdat men steeds meer op zoek was naar vruchtbare gronden,

verspreidden mensen en dus de landbouw en het sedentair bestaan, naar

andere streken zoals Europa. De neolithisering gebeurde wel in elk gebied

op een andere manier. Soms waren de volkeren in andere gebieden zelf al

p. 19

op het idee gekomen om aan landbouw te doen en sedentair te leven. Zo

leerden ze veel van elkaar en gebeurde de landbouw overal op een andere

manier. Soms werden groepen ook gewoon verdrongen door de

verhuizingen. Het verhuizen van een groep mensen naar een andere

streek heten we migratie.

Omstreeks 9000 v.C. werd het al warmer in Noordwest-Europa en deden

zich al kleine veranderingen voor. We bevinden ons vanaf dan in het

mesolithicum. Vanaf ca. 5500 v.C. spreken we pas van de neolithisering.

5.1 De bandkeramiek

De eerste sedentaire boeren in Centraal- en West- Europa leefden in

nederzettingen aan de Donau en de Rijn. Van daaruit verspreidden ze zich

verder, o.a. naar onze gebieden (Haspengouw, Oost-Brabant, Zuid-

Limburg). In Henegouwen kwamen ze via een omweg langs Frankrijk.

Duidt beide rivieren aan op de blinde kaart van Europa. Omcirkel de

gebieden uit de bandkeramiek in het huidige België. Gebruik hiervoor een

atlas of het internet.

p. 20

Ze leefden samen met volkeren die nog steeds rondtrokken als jagers en

voedselverzamelaars en dus nog niet in de neolithisering leefden, deze

waren veel groter in aantal want er waren nog niet zoveel boeren. De

eerste boeren moesten veel bossen rooien om voldoende landbouwgrond

te hebben.

De bandkeramiek bestond vooral in gebieden met lössgrond. Deze grond

was heel vruchtbaar. De boeren leefden in groepen van ongeveer 100

personen in lange rechthoekige huizen waar ook het vee in leefde. Rond

hun leefgebied bouwden ze een palissade en groeven ze grachten en

wallen.

Waarom deden ze dit?

- ______________________________________________________

- ______________________________________________________

Bekijk aandachtig het aardewerk uit deze periode. Waarom zouden

archeologen deze periode later de bandkeramiek heten?

___________________________________________________________

5.2 De Michelsbergcultuur

Na ca. 4700 v.C. heeft men niets meer teruggevonden van de

bandkeramiek. Het eerste teken van boerengemeenschappen is er pas

terug vanaf ca. 4200 v.C.. Er zijn nederzettingen teruggevonden op hoger

gelegen, beschermde plaatsen op het grondgebied van het huidige België,

Aardewerk uit de bandkeramiek.

p. 21

waarschijnlijk als verdedigingssysteem. In deze periode spreken we van

de Michelsbergcultuur. Uit deze periode zijn heel wat voorwerpen in

vuursteen of silex teruggevonden. In Spiennes in Henegouwen werd een

vuursteenmijn ontdekt met onderaardse gangen. De vuursteenknollen

werden met speciale werktuigen uit de kalksteen losgemaakt. Ze werden

er ter plaatse in ateliers tot half bewerkte voorwerpen gemaakt om dan te

verhandelen (ook via ruilhandel) met andere nederzettingen. Op alle

Michelsbergplaatsen werden vuurstenen voorwerpen uit Spiennes

teruggevonden.

Duidt Spiennes aan op blinde kaart op de vorige pagina.

5.3 Wonderbaarlijke mysteries

Omstreeks 2100 v.C. moeten alle bewoners ongeveer overgeschakeld zijn

op een landbouweconomie. Wetenschappers en archeologen vermoeden

dit omdat ze overal in Europa dezelfde cultuureigenschappen tegenkomen.

Een voorbeeld hiervan zijn de mysterieuze megalieten die teruggevonden

zijn op verschillende plaatsen in Europa. Megalieten zijn opstellingen van

enorm grote stenen. Het is vaak een raadsel hoe die grote stenen daar

geplaatst zijn. Waarschijnlijk deden ze dienst als graven, maar veel

mensen dachten later dat ze er gekomen waren door de duivel, door

bovenaardse krachten of door andere magie. Er was altijd wel een

verzonnen verhaal bij een megaliet.

Enkele bekende soorten zijn de menhir en het ganggraf.

Dit is een ganggraf uit Wéris in de Ardennen.

Hoe kan je het ganggraf best omschrijven?

____________________________________

____________________________________

Dit is een menhir. Hoe kan je deze

omschrijven?

________________________________

________________________________

p. 22

Soms stonden menhirs in lange rijen na elkaar opgesteld of in een cirkel.

Een uitzonderlijk megalithisch

monument dat goed bewaard is, is

Stonehenge in Wessex (het zuiden

van Engeland). Het is heel oud en in

verschillende fasen opgetrokken. De

oudste delen dateren al van ca. 3000

v.C.!

Het is moeilijk om na te gaan hoe deze grote

stenen werden verplaatst en rechtop gesteld.

Archeologen denken aan veel verschillende

manieren. Dit is er één van.

Dat was een hele boterham! Hopelijk hebben jullie alles goed begrepen. Ik zie jullie alvast in het museum, veel succes!

p. 23

6. In het museum… In het museum bevindt zich het skelet van Mollie. Waar en wanneer werd

haar geraamte teruggevonden?

___________________________________________________________

Waarom heeft het

museum de collectie

van de steentijd

helemaal bovenaan

geplaatst op de zolder

van het Vleeshuis?

___________________

___________________

___________________

Deze mammoet is relatief klein in vergelijking met andere teruggevonden

geraamten elders in de wereld.

Het geraamte van Mollie is ongeveer 28000 jaar oud. Wetenschappers

hebben dit ontdekt dankzij onderzoek op haar tanden. We weten niet of

Mollie een mannetje of een vrouwtje was, maar omdat ze iets kleiner is,

vermoeden we een vrouwtje.

Alle andere voorwerpen uit de steentijdcollectie zijn vooral werktuigen en

andere voorwerpen. Waaruit werden de meeste werktuigen gemaakt?

________________________________________

De oudste werktuigen werden 2,5 miljoen jaar geleden gevonden. In welk

werelddeel was dit? ___________ De oudste vondsten in België in

vuursteen zijn ongeveer 600 000 jaar oud. Door welke mensensoort

werden deze dus vervaardigd? _________________________________

De vondsten in het museum stammen uit de periode tussen ca. 4400 en

750 v.C.. Ze zijn dus vrij jong!

p. 24

De meeste voorwerpen werden per ongeluk gevonden tijdens grote

werken (bijvoorbeeld aan de brug over de Schelde tussen Dendermonde

en Grembergen) of tijdens het ploegen. Een klein deeltje werd gevonden

door opgravingen. In 1960 werden nieuwe baggerwerken gedaan in

Zwijveke, Nieuwburg en de Sint-Onolfpolder. In 1970 werd een waterput

gegraven langs de Scheldedijk bij Appels-Veer. Daar werd vooral

edelhertgewei gevonden. Bodem- en baggerwerken in Appels in dezelfde

periode zorgde voor de vondsten van voorwerpen uit o.a. de steentijd.

Wat zijn baggerwerken?

___________________________________________________________

___________________________________________________________

Waarvoor hadden de eerste mensen deze werktuigen nodig?

- ______________________________________________________

- ______________________________________________________

- ______________________________________________________

- ______________________________________________________

De eerste mensensoort die werktuigen produceerde was de homo habilis.

Het waren heel sobere werktuigen gemaakt volgens de kerntechniek.

De homo habilis maken stenen werktuigen.

p. 25

6.1 De stenen werktuigen

De meeste stenen werktuigen in het museum stammen uit de

Michelsbergcultuur. Wanneer kunnen we die ook alweer situeren?

___________________________________________________________

Duidt Dendermonde aan op de kaart met de oudste vindplaatsen in België.

Is er een grote afstand tussen de stad en de plaatsen waar de eerste

vuursteenmijnbouw in België doorging? ______________________

Hoe zijn de vuurstenen werktuigen van bijvoorbeeld Spiennes dan in

Dendermonde geraakt?

___________________________________________________________

Zoek deze uitbeelding van de kerntechniek

in het museum en leg uit.

__________________________________

__________________________________

__________________________________

Prehistorische vindplaatsen in België.

p. 26

De steen waarmee geklopt werd op de andere, noemen we de klopper.

De homo erectus maakte al iets ingewikkeldere werktuigen, o.a. de

vuistbijl. Hij maakte hiervoor ook gebruik van de kerntechniek, maar deed

het al iets beter. De vuistbijl werd voor veel zaken gebruikt. Waarvoor kan

je een vuistbijl zoal gebruiken?

- ________________________________________

- ________________________________________

- ________________________________________

- ________________________________________

De Neanderthaler was op zijn beurt nog beter in het bewerken van steen.

Hij werkte naast de kerntechniek ook volgens de afslagtechniek.

Zoek deze uitbeelding van de afslagtechniek in het museum en leg uit.

_______________________

_______________________

_______________________

_______________________

_______________________

_______________________

Merk op dat de afslagen hier afgeslagen worden met een stuk been of

gewei. Dit gebeurde ook met een andere steen zoals bij de kerntechniek.

De homo sapiens maakte de beste werktuigen. Hij bereidde zijn steen

eerst gelijkmatig voor, om er dan allemaal gelijke afslagen af te slaan.

Deze worden ook klingen genoemd en zijn vooral kleine werktuigen.

Hierdoor werd de grondstof economischer benut, want hij had minder

afval.

De eerste werktuigen die hij maakte waren nog groot en zwaar. Omdat hij

steeds slimmer werd, paste hij zijn technieken aan. Voortaan werd er

gejaagd met pijl en boog. Pijlpunten waren klein en licht.

De meeste stenen werktuigen werden gemaakt uit silex. Ken je nog een

andere naam voor deze veelgebruikte steensoort? ___________________

p. 27

Eerst gebruikten ze silex die ze vonden in de natuur (in de vorm van

gevonden keien of op de flanken van valleien). Later zouden ze de silex

echt gaan delven uit krijtlagen (zoals in de vuursteenmijnen in Spiennes).

Silex is een heel harde steensoort waardoor ze gemakkelijk breekt.

Bovendien is de soort goed splijtbaar in alle richtingen. Ze is dus ideaal

om werktuigen van te maken. Eerst werd silex bewerkt met een soort

stenen hamer: de klopper of klopsteen. Vaak werd daarvoor een kei

gebruikt, omdat dit een zachtere steensoort is dan silex, en dus minder

breekbaar! Later gebruikten ze ook hamers van been, gewei of hout.

Soms werden de stenen werktuigen vastgemaakt in houten schachten.

Deze lijmden ze vast met pek of hars. De handvaten maakten ze met

koordjes van plantenstengels (bijvoorbeeld vlas), ingewanden van dieren

(zoals darmen) en later uit leder.

Zoek deze voorwerp in het

museum. Welke werktuigen zijn

het en waarvoor werden ze

gebruikt?

___________________________

___________________________

___________________________

Dit is een kling met een handvat, je kon er in de aarde mee klieven. Ze

werden gebruikt bij het zaaien maar ook bij de mijnbouw.

Dit is een mes. Het werd vooral

gebruikt om te snijden en als wapen.

p. 28

Dit is ook een schrabber,

maar in een ander soort

handvat.

Dit zijn twee pijlen. Ze werden afgeschoten met een boog en werden

gebruikt bij het jagen.

Dit is een bijl. Ze werd gebruikt om takken van bomen te verwijderen, of

om bomen om te hakken.

Het Neolithicum wordt ook soms de periode

van de gepolijste werktuigen genoemd. Dit is

een gepolijste bijl met een polijststeen. Zoek

beide voorwerpen in het museum. Wat is

polijsten? Wat is het resultaat ervan?

_____________________________________

_____________________________________

_____________________________________

_____________________________________

p. 29

Gepolijste bijlen werden vaak in een houten

schacht aangebracht zodat de landbouwers er

gemakkelijker konden mee werken. A) is het

Scandinavisch type en b) het West-Europees (en

dus ons) type. Wat is het verschil?

________________________________________

_________________________________________

_________________________________________

We weten dat de neolithisering begon in de Vruchtbare Sikkel. Door de

overschakeling op landbouw, vonden de homo sapiens daar nieuwe

werktuigen uit, zoals de sikkel, vijzels en stampers.

Vul in op de juiste plaats: sikkel, vijzel, stamper.

Zoek werktuig 201 in de vitrinekasten. Welk werktuig is

dit? _________________ _______________________

Werd deze steen zelf gebruikt als werktuig?

____________________________________________

Via welke techniek gebeurde dit? _________________

p. 30

Een speciale variant van de afslagtechniek is de

punch techniek. Hoe gaat men hierbij te werk?

________________________________________

________________________________________

________________________________________

Zoek voorwerp 196.

Wat is het?

________________

Waarvoor diende

deze?

__________________

__________________

Kan je de voorwerpen 213, 219 en 201 vinden? Welke voorwerpen zijn

dit? _______________________ Waarvoor werden ze gebruikt?

___________________________________________________________

Voorwerpen 228 en 221 zijn mijnklingen met geretoucheerde boorden.

Wanneer de klingen veel gebruikt werden, werden de randen bot. Ze

werden dan ook meerdere keren terug aangescherpt. Dit bewijst dat het

waardevolle werktuigen waren! Waarom?

___________________________________________________________

Maak hier een tekening van beide werktuigen en duidt aan waar de

randen volgens jou geretoucheerd werden met een pijl.

De punch techniek.

p. 31

Zoek voorwerpen 209, 210 en 232. Wat zijn dit?

______________________ Waarvoor werden ze

gebruikt? _______________________________

_______________________________________

Huiden werden bewerkt omdat ze zachter zouden

zijn. Een schrabber heeft een ronde kop en geen

hoekige, waarom? ___________________________________________

Zoek de voorwerpen 206 en 207. Welke Franse naam hebben deze

werktuigen gekregen? _________________ Dit zijn kernen die men

oorspronkelijk zou weggooien als afval. Omdat steen zo kostbaar was,

werden ze wat bijgewerkt en toch nog gebruikt, vooral als schrabber.

Welk voorwerp is 212? __________

Deze werden gebruikt als beitel om

te graveren in andere materialen.

Met de afslagtechniek verkreeg de homo sapiens vooral kleine werktuigen.

Welke kleine voorwerpen vinden we in vitrine 59 vooral terug?

___________________

Deze afbeelding toont de evolutie van de stenen pijlpunten (van oud naar

jong).

- A) bandkeramische spits

- B) bladvormige pijlpunt uit de

Michelsbergcultuur

- C) ruitvormige pijlpunt

- D) gevleugelde pijlpunt met

schachtdoorn.

p. 32

Zoek pijlpunten 246 en 251. Welke soorten pijlpunten zijn dit?

___________________________________________________________

Welke is de oudste? ___________

Voorwerp 178 is een afslagbijl en voorwerp 174 een vuistbijl. Wat is het

belangrijkste verschil (Denk aan de techniek)? ______________________

___________________________________________________________

Voorwerp 174 is een slanke vuistbijl. We spreken van een slanke vuistbijl

als de lengte 1,5 keer de breedte is.

Welk voorwerp is 173? ________________________

Deze werden vaak in een korte houten steel

aangebracht en gebruikt om gangen uit de hakken in de

krijtbodem om vuursteen te vinden.

Wat is er speciaal aan vuistbijl 185?

____________________________________________

Afslagbijl Vuistbijl

p. 33

6.2 Voorwerpen in gewei

Welke dieren ken je die een gewei hebben?

__________________________________

Een gewei is niet hetzelfde als hoorn. Welke dieren hebben een hoorn of

meerdere hoorns? _______________________________________

Een hoorn hangt niet vast aan de schedel, een gewei wel. Wanneer het

gewei nog in de groei is, is het bedekt met een huidlaag die later

verdwijnt. Een gewei bestaat dus uit been.

De eerste mensen zochten vooral naar geweien die niet meer vasthingen

aan het dier maar om één of andere reden afgeworpen werden. Deze

waren zwaarder en dus sterker (omdat ze uitgedroogd waren).

In vitrinekast 73 vinden we heel wat bijlen in edelhertgewei. Velen

daarvan zijn op eenzelfde manier afgehakt en bewerkt. Daardoor

vermoeden wetenschappers dat er in de prehistorie een atelier moet

geweest zijn voor bijlen in gewei in Dendermonde!

Werktuigen die gemaakt zijn uit ivoor (mijn slagtanden) komen in dit museum niet voor. Ze waren heel kostbaar en enkel voor de elite.

Een edelhert met volgroeid gewei.

p. 34

Om gemakkelijker te kunnen

werken behandelden de eerste

mensen het gewei als volgt. Eerst

werd de kroon verwijderd (want die

kon hinderen), daarna de

middenspits en als laatste de basis.

Dit is een bijl in gewei met een houten steel. Wat is hier

het verschil met een stenen bijl met houten steel?

_____________________________________________

_____________________________________________

Veel werktuigen in gewei hebben een gat. Wat zal dit

meestal betekenen?

_____________________________________________

In tegenstelling tot de stenen bijlen, werden bijlen in gewei vooral voor

graafwerken gebruikt en niet om hout te kappen.

Bekijk de

voorwerpen 160,

161, 164 en 166.

Welke voorwerpen

zijn het?

________________________________________

Deze bijlen werden gemaakt uit de hoofdstang van het gewei en werden

doorboort ter hoogte van de middenspits.

p. 35

Wat is voorwerp 838?

____________________

Waarvoor zou je het zoal

kunnen gebruiken?

_________________________

_________________________

___________________________________________________________

Het einde is in zicht! Deze tocht door de tijd was superleuk met jullie. Hopelijk hebben jullie iets bijgeleerd. Ik vond het alvast reuzefijn.

Misschien tot binnenkort?

p. 36

7. Bronnen ADAMS (X.). Historische atlas. Wommelgem, Uitgeverij Van In, 2007, p. 7.

BAUTERS (C.) en VAN SCHAFTINGEN (J.). Geschiedenis vakstudie 1: Oudste Tijden. Gent,

Arteveldehogeschool, 2008, 103 p.

CASSEYAS (C.). Collectie Steentijd. Dendermonde, Stadsbestuur Dendermonde, 1997, 112

p.

CEUPPENS (M.-J.) et al. Historia 1: Prehistorie, Egypte. Kapellen, Uitgeverij Pelckmans,

1997, pp. 18-41.

COLMAN (S.). Silex verwerken tot werktuigen. De mammoet. Dendermonde, Stedelijke

Musea, s.d., 23 p.

CROMBÉ (P.), VAN STRYDONCK (M.) en HENDRIX (V.). “Absolute dateringen van

hertengeweien bijlen uit de Scheldevallei: resultaten van een recent onderzoeksproject.”

In: Tijdschrift van het Verbond voor Oudheidkundig Bodemonderzoek in Oost-Vlaanderen

v.z.w., (1999), 50, pp. 7-14.

DE VOLDER (P.) et al. Storia 1 leerboek. Wommelgem, Uitgeverij Van In, 2008, pp. 29-53.

FACCHINI (F.). Vroegste geschiedenis van de mens. Diemen, Uitgeverij Veen Magazines

B.V., 2008, 240 p.

HAYT (F.) et al. Atlas van de algemene en Belgische geschiedenis. Wommelgem,

Uitgeverij Van In, 2008, p. 8.

Hynes (M.). Mijn eerste boek over de oertijd. Haarlem, Uitgeverij J.H. Gottmer, 2003, 32

p.