Leerlingen ontwerpen school van de toekomst (cos)

2
Leerlingen ontwerpen school van de toekomst Werken aan de les en school van de toekomst; 34 leerlingen van basisschool de Griffioen in Prinsenbeek deden dit in het eLab van Innofun in Breda en op een bijzondere locatie in Ulvenhout. De uitkomsten van hun ervaringen presenteerden zij aan Saskia Boelema, wethouder Onderwijs van Breda. Tekst en foto’s Theo Louwers Zonnepanelen op het dak van de school, een kleurrijk inte- rieur en veel ramen, een stormbaan op het schoolplein, ronde stoelen met zachte zittingen, een doorzichtig touchscreen en heel veel ruimte voor ict en techniek. Zo moet volgens de leerlingen van groep 6 en 8 van de plusklas van de Griffioen de school van de toekomst eruit zien. Of de ideeën allemaal realiseerbaar zijn, is de vraag, maar dat was niet de insteek. SCHOOL VERANDERT Astrid Ottenheym, senior onderwijs- adviseur en hoofdtrainer van Innofun: ‘Ict als middel verandert de interactie tussen leerling en leerkracht. Dat houdt ook in dat de school in dit proces mee verandert, zowel fysiek als in visie. Met deze insteek hebben we met directeuren van scholen een groot aantal sessies gehouden over innovaties in het onderwijs. Het idee is om het denken over deze veranderende omstan- digheden op gang te brengen. We hebben daarvoor het Fundamenteel Innovatie Traject (FIT) opgezet. Het werkt met een uitgekiend stappenplan dat begint met het bepalen van een visie en beleid in gezelschap van een kernteam. Tijdens de praktische trainingen werken leerkrachten de actiepunten uit de beleidsfase uit. Zo trainen zij hun vaardigheden aan de hand van opdrachten, die de school daadwerkelijk in de prak- tijk gaat brengen. Het bleken heel inspirerende bijeenkom- sten. De directeuren zijn een dag actief geweest in ons eLab en de tweede dag werd gehou- den op de boerderij van Wilbert van den Bosch in Ulvenhout. Deze locatie is gekozen om het ‘out of the box’ denken te stimuleren. Het leek ons leuk om dit proces ook een keer met leerlingen te doorlopen. Kijken welke ideeën zij hebben over de school van de toe- komst. Daarom hebben we dezelfde opzet, maar dan in één dag, met de leerlingen van plusgroep 6 en 8 van de Griffioen gedaan.’ ONDERSTEBOVENKLAS De plusklas draagt de naam Onderstebovenklas. Leerkracht Margo van den Meirakker: ‘Om zoveel mogelijk aan de leer- en ontwikkelingsbehoeften van kinderen te voldoen zijn we het schooljaar 2009 – 2010 gestart met een speciale plusklas. In deze klas hebben we het klassikaal leerproces op z’n kop gezet en willen we het onderste bij de kinderen boven halen. De klas is een speciaal ingericht lokaal met o.a. computers en speciale leermiddelen waar kinderen in kleine groepjes een ochtend of een middag gedurende een periode van ongeveer acht weken onder begeleiding van een leerkracht met extra uitdagende materialen en projecten aan het werk gaan. Ook krijgen deze kinderen wat Spaanse les. Na de periode van acht weken volgt meestal een afsluitende tentoonstelling waarbij ouders kunnen komen kijken wat de kinderen in de Onderstebovenklas hebben gedaan en worden de groepen opnieuw samengesteld. Elke school heeft wel een project om trots op te zijn. De jouwe ook? Meld je aan via [email protected] 26 COS JAARGANG 31 NUMMER 10 – 2014

description

Astrid en Danielle gaven leiding aan deze interessante interactieve dag

Transcript of Leerlingen ontwerpen school van de toekomst (cos)

Page 1: Leerlingen ontwerpen school van de toekomst (cos)

Leerlingen ontwerpen school van de toekomstWerken aan de les en school van de toekomst; 34 leerlingen van basisschool de Griffioen in Prinsenbeek deden dit in het eLab van Innofun in Breda en op een bijzondere locatie in Ulvenhout. De uitkomsten van hun ervaringen presenteerden zij aan Saskia Boelema, wethouder Onderwijs van Breda.Tekst en foto’s Theo Louwers

Zonnepanelen op het dak van de school, een kleurrijk inte-

rieur en veel ramen, een stormbaan op het schoolplein, ronde

stoelen met zachte zittingen, een doorzichtig touchscreen en

heel veel ruimte voor ict en techniek.

Zo moet volgens de leerlingen van

groep 6 en 8 van de plusklas van de

Griffioen de school van de toekomst

eruit zien. Of de ideeën allemaal

realiseerbaar zijn, is de vraag, maar

dat was niet de insteek.

SCHOOL VERANDERTAstrid Ottenheym, senior onderwijs-

adviseur en hoofdtrainer van Innofun:

‘Ict als middel verandert de interactie

tussen leerling en leerkracht. Dat

houdt ook in dat de school in dit

proces mee verandert, zowel fysiek als in visie. Met deze

insteek hebben we met directeuren van scholen een groot

aantal sessies gehouden over innovaties in het onderwijs.

Het idee is om het denken over deze veranderende omstan-

digheden op gang te brengen. We hebben daarvoor het

Fundamenteel Innovatie Traject (FIT) opgezet. Het werkt met

een uitgekiend stappenplan dat begint met het bepalen van

een visie en beleid in gezelschap van een kernteam. Tijdens de

praktische trainingen werken leerkrachten de actiepunten uit

de beleidsfase uit. Zo trainen zij hun vaardigheden aan de

hand van opdrachten, die de school daadwerkelijk in de prak-

tijk gaat brengen. Het bleken

heel inspirerende bijeenkom-

sten. De directeuren zijn een

dag actief geweest in ons eLab

en de tweede dag werd gehou-

den op de boerderij van Wilbert

van den Bosch in Ulvenhout.

Deze locatie is gekozen om het

‘out of the box’ denken te

stimuleren. Het leek ons leuk

om dit proces ook een keer

met leerlingen te doorlopen.

Kijken welke ideeën zij hebben

over de school van de toe-

komst. Daarom hebben we dezelfde opzet, maar dan in één

dag, met de leerlingen van plusgroep 6 en 8 van de Griffioen

gedaan.’

ONDERSTEBOVENKLASDe plusklas draagt de naam Onderstebovenklas. Leerkracht

Margo van den Meirakker: ‘Om zoveel mogelijk aan de leer- en

ontwikkelingsbehoeften van kinderen te voldoen zijn we het

schooljaar 2009 – 2010 gestart met een speciale plusklas. In

deze klas hebben we het klassikaal leerproces op z’n kop gezet

en willen we het onderste bij de kinderen boven halen. De klas

is een speciaal ingericht lokaal met o.a. computers en speciale

leermiddelen waar kinderen in kleine groepjes een ochtend of

een middag gedurende een periode van ongeveer acht weken

onder begeleiding van een leerkracht met extra uitdagende

materialen en projecten aan het werk gaan. Ook krijgen deze

kinderen wat Spaanse les. Na de periode van acht weken volgt

meestal een afsluitende tentoonstelling waarbij ouders kunnen

komen kijken wat de kinderen in de Onderstebovenklas hebben

gedaan en worden de groepen opnieuw samengesteld.

Elke school heeft wel een project om trots op te zijn. De jouwe ook? Meld je aan via [email protected]

26 COS JAARGANG 31 NUMMER 10 – 2014

Page 2: Leerlingen ontwerpen school van de toekomst (cos)

COS JAARGANG 31 NUMMER 10 – 2014 27

De kinderen voor de Onderstebovenklas worden geselecteerd

door de leerkrachten en de intern begeleiders. We maken

onderscheid tussen kinderen die een extra leerbehoefte

hebben, meer uitdaging nodig hebben op een leergebied en

kinderen die op sociaal-emotioneel gebied sterker moeten

worden. Deze kinderen hebben met name behoefte aan succes-

ervaring. Door het werken in een klein groepje willen we dit

kinderen bijbrengen. Voor de inzet van deze speciale klas is

een protocol opgesteld waarin alle regels zijn opgenomen.’

BOERDERIJOnder begeleiding van leerkracht Margo van den Meirakker en

Daniëlle Kooistra en Astrid Ottenheym, onderwijskundige

consultants van Innofun, zochten de

leerlingen naar antwoorden op de

vraag hoe kinderen straks leren en

wat ze moeten leren. In de ochtend

werkten zij in kleine groepjes in het

eLab aan de uitwerking van allerlei

vragen, die met onderwijs van de

toekomst te maken hebben.

‘s Middags gingen de kinderen naar

de boerderij in Ulvenhout. De natuur-

lijke omgeving vormde een bron van

inspiratie. Weg van de digitale tools

en ontwerpen in een heel andere

onverwachte omgeving. Gezeten op strobalen in de stal gaven

Daniëlle Kooistra en Astrid Ottenheym uitleg over de opdrach-

ten die de kinderen meekregen.

LEEG GRASVELDIn groepjes verspreidden de leerlingen zich daarna met een groot

vel papier, teken- en schrijfspullen en andere hulpmaterialen

over het terrein bij de boerderij. Een groepje nam bezit van de

tuintafel, een ander groepje gebruikte een eenvoudig tafeltje

als werkblad. Ook een soort schildersezel werd ingezet. Zonder

moderne digitale hulpmiddelen gingen de kinderen aan de slag.

‘De leerlingen kregen vooraf een foto van een leeg grasveld als

uitnodiging gemaild’, legt Astrid Ottenheym uit. ‘Uitgangspunt

was: De burgemeester wil een nieuwe school in zijn gemeente.

Aan de hand van mindmaps hebben we in het eLab gebrain-

stormd over wat je nodig hebt voor de school van de toekomst.

Het thema was: Zo zouden we graag willen leren. ‘s Middags

moesten de ideeën worden uitgewerkt in concrete voorstellen.

Alles wat kinderen belangrijk vinden, mochten ze inbrengen en

natuurlijk hoort daarbij ook een nieuwe naam bedenken voor

hun school van de toekomst.’

VRAGEN STELLENOm de focus op het doel van de middag te houden, werden de

kinderen na driekwartier weer bij elkaar geroepen. Een vertegen-

woordiger van elk groepje vertelde aan de hand van het werk-

blad het verloop van het proces en in welke richting er werd

gedacht. De leden van de andere groepen

konden verhelderende vragen stellen en

zo bijsturing geven. Er werden veel ideeën

gelanceerd over het gebouw van de toe-

komst, maar over het leren in dat gebouw

bleven de leerlingen aanvankelijk vaag.

‘Jullie hebben nu wel een gebouw

bedacht, maar hoe leer je in de toe-

komst?’, vroeg Astrid Ottenheym. ‘Ben ik

als leerkracht nog nodig of zetten jullie

bijvoorbeeld robots in die het werk van

de leerkracht overnemen? Er is veel

aandacht voor duurzaamheid, maar waar

blijkt de innovatie uit? Wat doen we aan

techniek naast de basisvakken? Wordt er

alleen gewerkt met een tablet of gebrui-

ken we ook nog boeken?’

Na de tussenevaluatie kregen de

groepen de gelegenheid hun ideeën

over de school van de toekomst

verder af te ronden.

TOOLIn de entourage van de boerderij

werden de leerlingen zich ervan

bewust dat ict ook op de school van

de toekomst geen doel op zich is,

maar een tool. De kinderen waren

heel enthousiast. ‘Ik kan niet meer

stoppen, als ik zo kan werken’, reageerde één van hen.

De leerlingen zelf ontdekten dat ze veel meer konden dan ze

hadden gedacht. ‘Je werkt aan een echt probleem’, was een

reactie. ‘Het leuke is dat je hier een rekensom in de praktijk

kunt toepassen.’

De ideeën van brainstormdag van de leerlingen worden door

Innofun meegenomen in de verdere ontwikkeling van de school

van de toekomst. <<

www.innofun.nl