Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat...

30
Leefstijl Sociaal-emotionele vaardigheden en actief burgerschap voor het primair onderwijs Proefles voor groep 3 www.leefstijl.nl

Transcript of Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat...

Page 1: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

Leefstijl

Sociaal-emotionele vaardigheden

en actief burgerschap voor het primair onderwijs

Proefles voor groep 3

www.leefstijl.nl

Page 2: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

Bedankt voor uw interesse in Leefstijl.

Voor u liggen een aantal proeflessen aan uit de handleiding voor groep 3 van het primair onderwijs.

Thema 3 – les 1 Fijn of vervelend

Thema 4 – les 1 Kijk eens wat ik kan!

In de lessuggesties wordt ook regelmatig verwezen naar het prentenboek ‘Hallo, wie ben jij?’. In

deze proeflessen zijn ook daarvan de bladen opgenomen die bij de betreffende lessen horen.

Het complete programma voor groep 3 bestaat uit:

Een training

De handleiding (inbegrepen in de training, niet los verkrijgbaar)

Voorleesboek ‘Doe je mee?’

Een cd ‘Moet je horen’

Voor vragen en informatie:

Uitgeverij Edu’Actief b.v.

Postbus 1056

7940 KB Meppel

tel. 0522 – 235 235

fax 0522 – 235 222

www.leefstijl.nl

[email protected]

De lessen van de methode kunt u naar eigen inzicht in uw klas gebruiken. U kunt de lessen aanpassen

aan het niveau van de leerlingen, aan gebeurtenissen in uw klas of op school, en aan uw eigen

wensen. Daarom gebruiken we de term ‘lessuggesties’ voor iedere les.

Wij wensen u veel plezier met de leefstijllessen!

Met vriendelijke groet,

Nathalie de Weerd

Uitgever Leefstijl

Page 3: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

Overzicht van de complete lessen voor groep 3

P R O E F L E S S E N

Thema 1 De groep? Dat zijn wij!

Les 1 Weer naar schoolActiviteiten 1. Waar gaat deze les over?

2. Naampjeklap3. Heb jij dat ook?4. Koning Indigo

Verwerking en afronding 5. Dit ben ik!

Les 2 Wie helpt?Activiteiten 1. Zakjesrace

2. Waar gaat deze les over?3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel

Verwerking en afronding 5. Het hulpjeslabyrintExtra: Schaduwtroepje …

Media-educatie Computer-wizard …

Les 3 Afgesproken?Activiteiten 1. Waar gaat deze les over?

2. Wat gebeurt er als …?3. Is dit aardig?

Verwerking en afronding 4. Afgesproken? Kopieerblad 1 Afgesproken?

Les 4 Wil je met me spelen?Activiteiten 1. Bomen en takken

2. Waar gaat deze les over?3. Een, twee of drie?4. Wie met wie?

Verwerking en afronding 5. SchoolpleinspelletjesExtra: Joepie Joepie is gekomen

Thema 2 Praten en luisteren

Les 1 Wat hoor jij?Activiteiten 1. Hou je oren open

2. Waar gaat deze les over? 3. De luistertrein

Verwerking en afronding 4. Karel Koudoor zoekt deluistervorstExtra: Wat hoor jij?

Media-educatie Wie is wie? Wat is wat?Kopieerblad 1 Hou je oren open

Les 2 Vraag maar raakActiviteiten 1. Vraag maar raak

2. Waar gaat deze les over?3. Welke vragen stel je?4. Hoe vraag je het?

Verwerking en afronding 5. (On)vriendelijk!

Les 3 Vertel ’t maar!Activiteiten 1. Waar gaat deze les over?

2. Het verboden woord3. Vertel ’t maar

Verwerking en afronding 4. De voorstelling kanbeginnen!Extra: Woorden en zinnen‘rijgen’

Kopieerblad 1 Het verboden woord

Les 4 Ik kan alles beter!Activiteiten 1. Slakkengang

2. Waar gaat deze les over?3. Ik kan alles beter4. Ik kan het beste opscheppen5. Schep maar op, speel maaruit

Verwerking en afronding 6. De regenboogmannetjesMedia-educatie Opscheppen op tv

INHOUD

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L3

G R O E P 3

Page 4: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3

4 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

INHOUD

Thema 3 Ken je dat gevoel?

Les 1 Fijn of vervelendActiviteiten 1. Waar gaat deze les over?

2. Ik voel me zo …3. Zing het boos, bang,verdrietig en blij!4. Fijn of …?

Verwerking en afronding 5. Zou iedereen dat hebben?6. Ik voel me nu …

Media-educatie ComputergevoelKopieerblad 1 Ik voel me nu …

Les 2 Bakkie troostActiviteiten 1. Gaan als …

2. Waar gaat deze les over?3. Mo valt een gat in zijn knie4. Bakkie troost

Verwerking en afronding 5. Van verdrietig naar blijKopieerblad 1 Van verdrietig naar blij.

Les 3 Ben jij bang voor …?Activiteiten 1. Bloemen plukken

2. Waar gaat deze les over?3. Waar ben jij bang voor? 4. Wat doe jij als je bang bent?

Verwerking en afronding 5. Bang in het donker6. De bange-bibber-rapExtra: De spokenmepper

Media-educatie Enge films

Les 4 Wat doe je als je boos bent?Activiteiten 1. Bessie is boos

2. Waar gaat deze les over?3. Wat doe je als je boos bent?

Verwerking en afronding 4. Ruzie!5. Bessie is boos – vervolgExtra: Driftkikker

Kopieerblad 1

Thema 4 Ik vertrouw op mij!

Les 1 Kijk eens wat ik kan!Activiteiten 1. Wie is het?

2. Waar gaat deze les over?3. Kijk eens wat ik kan!4. Daar ben ik goed in

Verwerking en afronding 5. Zonnestraaltjes6. Een zonnetje voor de klas Extra: In het zonnetje

Media-educatie DigiheldenKopieerblad1a+b Daar ben ik goed in

Les 2 Mensen wensenActiviteiten 1. Inke, pinke, pinke, rood, wit,

blauw2. Waar gaat deze les over?3. Wiede wiede wiets 4. Zoveel mensen, zoveelwensen

Verwerking en afronding 5. Hannah wil iemand anderszijn

Les 3 Een aardigheidjeActiviteiten 1. De rivier de Rhône

2. Waar gaat deze les over?3. Wie doet aardig?

Verwerking en afronding 4. Aardig voor anderen

Les 4 FamiliebandenActiviteiten 1. Wie is wie?

2. Waar gaat deze les over?3. Het huis van … 4. Wie doet wat?

Verwerking en afronding 5. Knuffel-de-buffel Extra: Een familiestamboomvan plaatjes (foto’s)

Kopieerblad 1 Het huis van …

P R O E F L E S S E N

Page 5: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3

5 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

INHOUD

Thema 5 Allemaal anders, iedereen gelijk

Les 1 Plagen of pesten?Activiteiten 1. Pandverbeuren

2. Waar gaat deze les over?3. Plagen of pesten?

Verwerking en afronding 4. Jasper wordt gepestExtra: Het schoolbord

Les 2 Je mannetje staanActiviteiten 1. Pak die stoel!

2. Waar gaat deze les over?3. Je mannetje staan

Verwerking en afronding 4. Ik wil dat niet!Extra: Ik wil niet meer

Media-educatie Koop je het of koop je het niet?

Les 3 Niemand is hetzelfdeActiviteiten 1. Ontdek het verschil

2. Waar gaat deze les over?3. Anders dan anderen

Verwerking en afronding 4. Vingerafdrukken

Les 4 Wat vind jij?Activiteiten 1. In de wolken

2. Hetzelfde of anders? 3. Waar gaat deze les over?4. Verschil van mening

Verwerking en afronding 5. Ik zie, ik zie, wat jij niet zietMedia-educatie Waarnaar kijken we?

Thema 6 Lekker gezond

Les 1 Even lekker soppenActiviteiten 1. Mo wast zijn haar

2.Waar gaat deze les over?3. Even lekker soppen 4. Wat is gezond?

Verwerking en afronding 5. Levi in bad en Loes onder dedoucheExtra: Luizenpluizen

Media-educatie Gaat de koningin in bad?

Les 2 Groter groeien Activiteiten 1. Kleed je om

2. Waar gaat deze les over?3. Groter groeien4. Binnenstebuiten

Verwerking en afronding 5. Bessie is een kleine garnaalMedia-educatie Hou oud is Donald Duck?

Kopieerblad 1 Groter groeien

Les 3 Oei, kijk uit!Activiteiten 1. Rood, oranje, groen

2. Waar gaat deze les over?3. Oei, kijk uit!

Verwerking en afronding 4. Peter PechMedia-educatie Niet zo sterk als Pippi

Kopieerblad1a+b Oei, kijk uit!

Les 4 Een applausje voor de groepActiviteiten 1. Waar gaat deze les over?

2. Ik kan nu meer!3. Een applausje voor de groep

Verwerking en afronding 4. Een fijne vakantie voor jouExtra: De afscheidsknuffel

Kopieerblad 1

P R O E F L E S S E N

Page 6: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3P R O E F L E S S E N

THEMA 3 CONCEPTBRIEF VOOR OUDERS

Geachte ouders en/of verzorgers,

Zoals u weet werken wij op school met Leefstijl, een methode voor sociaal-emotionelevaardigheden. Wij rondden onlangs het tweede thema over communicatie af. Deze weekbeginnen wij met een nieuw thema Ken je dat gevoel?

De mens kent veel verschillende emoties en iedere taal beschikt over een groot scala aanwoorden om deze emoties te benoemen. Toch zijn vrijwel alle gevoelens te herleiden totvier basisemoties. Dat zijn boosheid, angst, blijdschap en verdriet. Deze emoties staan cen-traal in dit thema.

Een kind kan meestal nog niet uit zichzelf aangeven wat het voelt, denkt of vindt. Omgevoelens te kunnen delen moet je deze eerst leren herkennen en begrijpen. Het doel vandeze lessen is om kinderen meer bewust te maken van hun eigen gevoelens en ze te lerendie van anderen te herkennen. Daarnaast beschikken kinderen vaak nog niet over juistewoordenschat om precies aan te kunnen geven hoe ze zich voelen. Ze weten wel of ze blijof boos zijn, maar het exacte gevoel dat achter die blijdschap of boosheid schuilgaat, kun-nen ze niet verwoorden. In een aantal lessen besteden we daarom aandacht aan het uit-breiden van de emotionele woordenschat.

(Hier eventueel extra informatie over de ouderworkshops.)

Wij houden u op hoogte van het verdere verloop van de leefstijllessen. Hebt u nog vragen,dan horen wij dat graag,

Met vriendelijke groet,

6 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Page 7: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

P R O E F L E S S E N G R O E P 3

THEMA 3

Les 1 Fijn of vervelend

Over wat je kunt voelen.

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L7

Page 8: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3P R O E F L E S S E N

THEMA 3, LES 1 FIJN OF VERVELEND

Achtergrond voor leerkrachten

De mens kent veel verschillende emoties en iedere taal beschikt over een groot scala aanwoorden om deze emoties te benoemen. Toch zijn vrijwel alle gevoelens te herleiden totslechts vier basisemoties: boosheid, angst, blijdschap en verdriet. Deze emoties staan cen-traal in dit thema.

Het doel van deze lessen is om kinderen meer bewust te maken van hun eigen gevoelens endie van anderen. Gevoelens die (h)erkend worden, kunnen gemakkelijker beïnvloed worden.Een kind kan vaak nog niet uit zichzelf aangeven wat het voelt, denkt of vindt, onder meeromdat kinderen vaak nog niet over de juiste woordenschat hiervoor beschikken. Ze wetenwel of ze blij of boos zijn, maar het exacte gevoel dat achter die blijdschap of boosheidschuilgaat kunnen ze niet verwoorden. In een aantal lessen besteden we daarom aandachtaan het uitbreiden van de emotionele woordenschat.

Niet ieder kind praat gemakkelijk over gevoelens. Als leerkracht kunt u een voorbeeld zijndoor (af en toe) uw eigen gevoelens voor de groep te tonen en te verwoorden. Het is ookbelangrijk dat kinderen alleen iets in de groep vertellen als ze dat zelf willen. Oefen geendruk op hen uit om hun gevoelsleven bloot te geven. Ze hoeven hun gevoelens niet metiedereen te delen.

Bij een onprettig gevoel kan het wel helpen om dat gevoel te uiten. Naarmate mensen meeronprettige gevoelens binnenhouden, neemt de kans dat ze angstig, depressief of boos wor-den toe. Dit geldt zeker ook voor kinderen. Het uiten van gevoelens kan op verschillende manieren. Je kunt erover praten, schrijven oftekenen, maar schreeuwen, uithuilen, hardlopen of tegen een bal schoppen kan net zogoed.

LesdoelKinderen:• worden zich bewust van gevoelens en durven deze te tonen (angst, boosheid, blijdschap,

verdriet).• kunnen gevoelens herkennen bij anderen.• kunnen aangeven hoe zij zich op een bepaald moment voelen.

8 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Page 9: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

P R O E F L E S S E N G R O E P 3

THEMA 3, LES 1 FIJN OF VERVELEND

Overzicht lessuggesties

� Activiteiten

1. Waar gaat deze les over?

2. Ik voel me zo …Een gedicht. Kinderen raden over welke gevoelens het gaat.

3. Zing het boos, bang, verdrietig en blij!Een liedje zingen met gevoel.

4. Fijn of …?Een werkboekopdracht. Kinderen verbinden plaatjes met een bepaald gevoel.

� Verwerking en afronding

5. Zou iedereen dat hebben?Een gedichtje. Wat kun je veel gevoelens hebben op een dag!

6. Ik voel me nu …Verwerkingsopdracht. Kinderen geven aan hoe ze zich voelen.

� Media-educatie

� Woordenmonster

� Thuiswerk

MateriaalVoor activiteit 2:• Voorleesboek bladzijde 22 en 23.Voor activiteit 4:• Werkboek.Voor activiteit 5:• Voorleesboek bladzijde 24 en 25.Voor activiteit 6:• Kopieerblad 1.

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L9

Page 10: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3P R O E F L E S S E N

THEMA 3, LES 1 FIJN OF VERVELEND

Lessuggesties Activiteiten

1 Waar gaat deze les over?‘Soms ben je blij, boos, bang of verdrietig. Je kunt op één dag veel verschillende gevoelenshebben. Deze les gaat over gevoelens.’

2 Ik voel me zo …Een gedicht. Kinderen raden over welke gevoelens het gaat.

Lees het gedichtje Ik voel me zo…. Kinderen vullen aan het einde van ieder couplet het juis-te gevoel aan. Voer na het eerste couplet de onderstaande opdrachten uit. Lees dan hettweede couplet en herhaal de opdrachten met betrekking tot verdriet. Vervolgens het derdecouplet over angst en sluit af met blijdschap.

Ik voel me zo …

Ik wil krijsen, ik wil slaan.Loop toch allemaal naar de maan.Mijn hoofd wordt rood als een framboos.Op zo’n moment dan ben ik … (boos).

’k Laat mijn hoofdje treurig hangen,nat van tranen zijn mijn wangen.Zelfs mijn speelgoed helpt me niet.Wat ik nu voel dat heet … (verdriet).

Op mijn arm staat kippenvel.Nog nooit klopte mijn hart zo snel.Ik beef, ik ril, ik voel de drangme te verstoppen, ik ben … (bang).

Ik zing, ik spring, ik dans, ik lach,vandaag is het een leuke dag.Iedereen die houdt van mij.Als ik dat voel dan ben ik … (blij)!

Mogelijke opdrachten• Kunnen jullie boos (verdrietig, bang, blij) kijken? Laat eens zien hoe je boos (of verdrietig,

bang, blij) kijkt.• Wat zie je aan een gezicht als het boos (verdrietig, bang, blij) kijkt? • Laat alle kinderen doen alsof ze boos (verdrietig, bang, blij) zijn en vraag ze om boos (ver-

drietig, bang, blij) door het lokaal te bewegen, zonder elkaar aan te raken. Observeer dekinderen. Laat vervolgens een aantal kinderen om de beurt bewegen. De andere kinderenkijken naar dit kind. Waaraan kun je zien dat … (naam van kind) boos (verdrietig, bang,blij) is?

• Kunnen jullie ook boze (verdrietige, bange, blije) geluiden maken?• Wat doe jij als je boos (verdrietig, bang, blij) bent? • Waar word jij boos (verdrietig, bang, blij) van?

10 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Page 11: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

P R O E F L E S S E N G R O E P 3

THEMA 3, LES 1 FIJN OF VERVELEND

3 Zing het boos, bang, verdrietig en blij!Een liedje zingen met gevoel.

Kies een liedje dat alle kinderen kennen, bijvoorbeeld Vader Jacob. Vraag de kinderen hetliedje ‘boos’ te zingen. Zing het liedje vervolgens verdrietig, bang en eindig met blij.

VariantVerdeel de klas in tweeën. De ene helft zingt het liedje boos, de andere zingt het blij. Maakdan vier groepen. Iedere groep zingt het liedje met een ander gevoel. Hoe klinkt het samen?

Mogelijke vragen• Wat vond je het leukst om te doen? Bang, verdrietig, boos of blij?• Wat vond je het moeilijkst?• Hoe klonk het liedje toen we het boos zongen? • Idem voor verdrietig, bang en blij. Misschien klonk het liedje luid bij boos, zacht bij bang,

ging het liedje langzaam bij verdrietig en snel bij blij?• Wat gebeurt er met je eigen gevoel als je een gevoel nadoet?

4 Fijn of …?Een werkboekopdracht. Kinderen verbinden plaatjes met een bepaald gevoel.

De kinderen maken de opdracht Fijn of … ? in het werkboek. Van de plaatjes trekken ze lijn-tjes naar het gevoel dat zij erbij vinden passen. Ze mogen meerdere gevoelens met éénplaatje verbinden. Vertel dat er geen goede of foute antwoorden zijn. Het gaat om hunmening.

Bespreek de plaatjes in een spelvorm. Ga met de kinderen in een kring zitten. Toon één vande plaatjes uit het werkboek en geef een korte beschrijving van het plaatje. Rol of gooi nueen bal naar één van de kinderen. Dit kind laat met zijn gezicht zien wat hij bij dit plaatjevoelt. Als het kind meerdere gevoelens heeft, laat hij na elkaar meerdere gevoelens zien. Deklas raadt welk gevoel dit kind laat zien: angst, blijdschap, verdriet of boosheid. Weten zenog een andere bewoording voor het gevoel? Vraag wie er een ander gevoel bij dit plaatje krijgt. Kinderen merken nu dat niet iedereen inalle omstandigheden dezelfde gevoelens heeft. Noem een ander plaatje en herhaal deopdracht.

Verwerking en afronding

5 Zou iedereen dat hebben?Een gedichtje. Wat kun je veel gevoelens hebben op een dag!

Lees het gedichtje Zou iedereen dat hebben? op bladzijde 24 van het voorleesboek.

Mogelijke vraag• Wat maakt jullie heel erg blij? Maak samen een lange rij van dingen waar iedereen blij

van wordt.

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L11

Page 12: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3P R O E F L E S S E N

THEMA 3, LES 1 FIJN OF VERVELEND

6 Ik voel me nu …Verwerkingsopdracht. Kinderen geven aan hoe ze zich voelen.

Deel kopieerblad 1 uit aan de kinderen. Vraag de kinderen het gezicht te kiezen dat hetbeste aangeeft hoe zij zich nú voelen. Op dit gezicht leggen ze een klein voorwerp, bijvoor-beeld een gummetje. Laat een aantal kinderen hun keus toelichten. Kunnen ze aangevenwaarom ze zich zo voelen?

De kinderen bewaren het kopieerblad in hun la of werkboek. Gebruik het blad af en toe opeen ander – willekeurig – tijdstip om kinderen stil te laten staan bij hun gevoel. Bijvoor-beeld na een speelkwartier, de gymles, aan het begin of einde van de dag. Ze leggen dan hetkopieerblad op tafel en leggen een voorwerp op het gezicht dat het best bij hun gevoelpast. Dit kan bijvoorbeeld bij het nabespreken van een speelkwartier. Zijn de meeste gezich-ten blij? Vraag wat de kinderen gespeeld hebben en of het gezellig was buiten. Zijn er veeldroevige gezichten? Vraag of iemand wil vertellen wat er gebeurd is. Kinderen kunnen de gezichten zelf ook ongevraagd gebruiken om u of andere kinderen dui-delijk te maken hoe ze zich voelen. Dat kan helpen om problemen bespreekbaar te maken.Is een kind kwaad? Dan kan hij dat met zijn boze gezicht laten merken.

ExtraPlak het kopieerblad op stevig papier of karton. Maak een ‘wijzertje’ van (stevig) papier enbevestig dat met een splitpen op het kopieerblad. Kinderen kunnen zo met het wijzertjeaangeven hoe ze zich voelen.

Media-educatieComputergevoelWelk gevoel kun je krijgen van computeren? Wie wordt er wel eens boos? Vraag kinderendie dat willen te vertellen wanneer en waarom. Idem voor blij, bang en verdrietig.

WoordenmonsterIndien gewenst.

ThuiswerkZie de opdracht Fijn of …? in het werkboek.

12 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Page 13: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

P R O E F L E S S E N G R O E P 3

THEMA 3, LES 1 FIJN OF VERVELEND

Kopieerblad 1 Ik voel me nu …

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L13

Page 14: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3P R O E F L E S S E N

THEMA 3, LES 1 FIJN OF VERVELEND

LEEFSTIJL Les 3 - Afspraak = afspraak > > > De groep? Dat zijn wij!

Les 1

4

Fijn of…

LEEFSTIJL Les 1 - Fijn of vervelend > > > Ken je dat gevoel?

Les 1

Welk gevoel vind jij bij deze plaatjes passen? Boos, bang, verdrietig of blij? Trek lijntjes van de plaatjes naar de gezichtjes.

Iets laten vallen

Samen spelen

Zwemles

Tafeldekken en eten

Boze oudersHet strandHet bos

blij bang

Uit het werkboek:

14 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Page 15: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3P R O E F L E S S E N

THEMA 3, LES 1 FIJN OF VERVELEND

> > > De groep? Dat zijn wij! Les 4 - Wat zullen we spelen? LEEFSTIJL

Les 1

5

Bekijk de plaatjes samen met je vader, moeder, opa of oma. Wat voor gevoel krijgen zij bij deze plaatjes?

> > > Ken je dat gevoel? Les 1 - Fijn of vervelend LEEFSTIJL

Les 1

Zingen

FeestVerliezen

Een spin

Een hond

Slapen

verdrietigboos

Uit het werkboek:

15 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Page 16: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3P R O E F L E S S E N

THEMA 3, LES 1 FIJN OF VERVELEND

22

Ik voel me zo …

’k Laat mijn hoofdje treurig hangen,nat van tranen zijn mijn wangen.Zelfs mijn speelgoed helpt me niet.Wat ik nu voel dat heet VERDRIET.

Ik wil krijsen, ik wil slaan.

Loop toch allemaal naar de maan.

Mijn hoofd wordt rood als een framboos.

Op zo’n moment dan ben ik BOOS.

Ik voel me zo …

O

Lo

oMijn hoofd w

Op zo’n moment dan

Ik wil krijse

h allemaal naoop tocaood als een fr

dt ror

.n ben ik BOOS

ik wil slaanen,

aar de maan.

amboos.

n’k Laat mijnaaan trnat v

Zelfs mijn

n eurig han hoofdje tran anganen zijn mijn wspspeelgoed helpt me

en,angen.g

e niet.ju vat ik nWWa

pp g poe VERDRoel dat heet v .RIET

Uit het voorleesboek:

16 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Page 17: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3P R O E F L E S S E N

THEMA 3, LES 1 FIJN OF VERVELEND

23

Op mijn arm staat kippenvel.Nog nooit klopte mijn hart zo snel.Ik beef, ik ril, ik voel de drangme te verstoppen, ik ben BANG.

Ik zing, ik spring, ik dans, ik lach,

vandaag is het een leuke dag.

Iedereen die houdt van mij.

Als ik dat voel, dan ben ik BLIJ!

Op mg No

Ik beme t

rmmijn arm staat kippeknooit klopte mijn hri oel de dik v ik ril,to

eef, ik benerstoppen,e v

el.venart zo snel.

angdr.ANGn B

ik springIk zing,

andv

een die houI d r

h, ik lacik dans,g,

g is het een leukdaa

an mij.udt v

g.ke da

een die houIeder

Als ik

ud

dan ben oel,k dat v ik BLIJ!

Uit het voorleesboek:

17 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Page 18: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3P R O E F L E S S E N

THEMA 3, LES 1 FIJN OF VERVELEND

24

Soms voel ik mij verdrietig,maar soms ook ben ik blij,

en kijk je goed naar mijn gezicht,dan zie je dat aan mij.

Er zijn ook zoveel dingenwaarom je blij kunt zijn,

maar soms dan is het levenECHT helemaal niet fijn.

Ik ben boos en verdrietigals iemand mij wil slaan,

of ik ergens de schuld van krijgmaar ik NIKS heb gedaan.

Of als mijn moeder kwaad isen ik niet weet waarom.Als ik geen tv mag kijkenof niks snap van een som.

Maar als ze aan me vragen:Wat maakt je heel erg blij?Dan zijn er ZOveel dingen,

een hele lange rij.

Je kunt verdrietig wezenmaar vlak erna weer blij.

Zou iedereen dat hebben?Of ligt dat nou aan mij?

Zou iedereen dat hebben?

Zou

een datieder

t hebben?

en

eoel ik mij vSoms vmaar soms ook benkijk je goed naar m

dan zie je dat aan

eel dvEr zijn ook zo

drietig,erlij,n ik b

ht,ezicijn gn mij.

ending

m

of

jlij kunom je baarw

maar soms dan is hECHT helemaal ni

erIk ben boos en vals iemand mij wil

huldens de scgf ik er

gnt zijn,

envhet leiet fijn.

drietigrl slaan,

an krijgd v

of

O

huldens de scgf ik er

b gmaar ik NIKS he

Of als mijn moeder kaeet wen ik niet wgeen tv maAls ik g

an eeof niks snap v

an krijgd v

edaan.g

aad iskwom.aar

g kijkenen som.

Maar als ze aan meat maakt je heel eWWa

eel Dan zijn er ZOve een hele lang

drietig ere kunt vJ

en:ga vrlij?g beren,ding

rij.

ezenw

gJemaar vlak erna w

een dat hZou iederOf ligt dat nou aan

lij.eer bbben?he

n mij?

Uit het voorleesboek:

18 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Page 19: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3P R O E F L E S S E N

THEMA 3, LES 1 FIJN OF VERVELEND

25

Uit het voorleesboek:

19 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Page 20: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3T H E M A 4

THEMA 4 CONCEPTBRIEF VOOR OUDERS

Geachte ouders en/of verzorgers,

In het kader van de leefstijllessen rondden wij onlangs thema 3 Ken je dat gevoel? af.Deze week starten wij met thema 4: Ik vertrouw op mij.

Dit thema gaat over zelfvertrouwen. Dat is meer dan enkel het vertrouwen van kinderen envolwassenen in hun eigen kunnen. Zelfvertrouwen heeft ook te maken met een realistischeinschatting van de eigen mogelijkheden. Kinderen ontwikkelen zelfvertrouwen door te wer-ken aan een positief én een realistisch zelfbeeld. Daar zullen wij ons de komende zes wekenmee bezig houden.

(Hier eventueel extra informatie over de ouderworkshops.)

Wij houden u op hoogte van het verdere verloop van de leefstijllessen. Hebt u nog vragen,dan horen wij dat graag,

Met vriendelijke groet,

20 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Page 21: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

T H E M A 4 G R O E P 3

THEMA 4

Les 1 Kijk eens wat ik kan!

Over wat je kunt en waar je trots op bent.

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L21

Page 22: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

Zelfvertrouwen:een kruk met drie poten

verantwoordelijkheidsgevoel

weten waar jegoed in bent

weten dat anderen je

mogen

Achtergrond voor leerkrachten

Dit thema gaat over zelfvertrouwen. Dat is meer dan enkel het vertrouwen van kinderen envolwassenen in hun eigen kunnen. Zelfvertrouwen heeft ook te maken met een realistischeinschatting van de eigen mogelijkheden. Kinderen ontwikkelen zelfvertrouwen door te werken aan een positief én realistisch zelf-beeld. Een voorwaarde daarvoor is dat volwassenen hen verantwoordelijkheid geven omzelf dingen te (proberen te) doen. Om zelfvertrouwen te krijgen, is het belangrijk dat kinde-ren zich geborgen weten en waardering krijgen van mensen uit hun directe omgeving(ouders, familie en vrienden). Ouders (verzorgers) zijn hierbij onontbeerlijk maar leerkrach-ten kunnen een belangrijke, aanvullende rol spelen.

Een leerkracht kan zijn rol zo goed mogelijk vervullen door:

kinderen serieus te nemen en naar ze te luisteren.Kinderen moeten u kunnen vertrouwen en ervaren dat ze serieus genomen worden. Als datniet gebeurt, gaan ze aan zichzelf twijfelen.

positieve opmerkingen en complimenten te maken.Kinderen zijn goedgelovig. Ze gaan ervan uit dat mensen niet liegen. Ze zijn snel geneigd tegeloven dat ze iets niet kunnen, nooit zullen leren of dom zijn, als dat (vaak) tegen zegezegd wordt. Zodra een kind eenmaal denkt dat het dom is, raakt het die overtuiging bijnaniet meer kwijt. Vertel daarom liever aan een kind wat het wél kan. Maak kinderen bewustvan hun goede eigenschappen en kwaliteiten. Neem de prestaties van kinderen serieus engeef aan hoe ze zichzelf kunnen verbeteren. Als u zelf positieve feedback geeft, heeft ditbovendien een voorbeeldfunctie en zullen kinderen dit overnemen.Geef kinderen niet alleen complimenten voor de prestaties die ze leveren maar ook voordingen die ze doen. Complimenteer een kind bijvoorbeeld voor de wijze waarop het eenander troost. Vaak vinden ze het vreemd om voor dit soort dingen een pluim te krijgen enworden ze daar verlegen van. Ze vinden het vanzelfsprekend, ze hebben er niets speciaalsvoor gedaan. Toch leren kinderen door dit soort complimenten hun uniciteit kennen enbouwen ze zelfvertrouwen op.

kinderen verantwoordelijkheid te geven.Durf kinderen verantwoordelijkheid te geven. Geef ze het vertrouwen dat ze dingen zelfkunnen. Kinderen worden niet zelfstandig als er te veel voor ze wordt bepaald. Dat staathun vermogen zelf beslissingen te nemen in de weg en belemmert hun zelfvertrouwen.

LesdoelKinderen:• worden zich bewust van vaardigheden die ze al dan niet beheersen. • kunnen aangeven waar ze goed in zijn en wat ze minder goed kunnen.• leren dat iedereen verschillende dingen kan.• leren positieve aandacht te geven aan klasgenoten. • krijgen positieve aandacht en bevestiging.

KIJK EENS WAT IK KAN!THEMA 4, LES 1

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L22

P R O E F L E S S E N G R O E P 3

Page 23: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

Overzicht lessuggesties

� Activiteiten

1. Wie is het?Een raadspel. Wie voldoet er aan de omschrijving?

2. Waar gaat deze les over?

3. Kijk eens wat ik kan!Een opdracht uit het werkboek. Kinderen geven aan wat ze kunnen.

4. Daar ben ik goed inEen sorteeropdracht. Kinderen geven aan waar ze goed en minder goed in zijn.

� Verwerking en afronding

5. ZonnestraaltjesKinderen complimenteren elkaar.

6. Een zonnetje voor de klas Complimenten voor de groep.

ExtraIn het zonnetje

� Media-educatie

� Woordenmonster

� Thuiswerk

MateriaalVoor activiteit 3:• Werkboek.Voor activiteit 4:• Werkboek.• Kopieerblad 1.Voor activiteit 5:• Voor ieder kind 5 gele strookjes papier van ongeveer 6 bij 1 cm.• Werkboek.

KIJK EENS WAT IK KAN!THEMA 4, LES 1

23 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

G R O E P 3P R O E F L E S S E N

Page 24: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3P R O E F L E S S E N

THEMA 4, LES 1 KIJK EENS WAT IK KAN!

Lessuggesties Activiteiten

1 Wie is het?Een raadspel. Wie voldoet er aan de omschrijving?

Geef een omschrijving van een kind uit de klas. Bijvoorbeeld: ‘Ik zie, ik zie een kind dat vangymnastiek houdt en het leuk vindt om moppen te vertellen. Hij heeft gel in zijn haren.’ Alshet kind zichzelf herkent, gaat het staan en zegt: ‘Dat ben ik!’ Speel het spel tot de con-centratie afneemt. Maak het spel op een ander tijdstip af tot ieder kind een keer genoemdis.

2 Waar gaat deze les over?‘In deze les hebben we het over wat je allemaal al kunt en de dingen waar je trots op bent.’

3 Kijk eens wat ik kan!Een opdracht uit het werkboek. Kinderen geven aan wat ze kunnen.

De kinderen nemen de opdracht Kijk eens wat ik kan! in het werkboek voor zich. Ze bekijkende plaatjes en bedenken of zij dat ook kunnen. Als dat zo is, kleuren ze het rondje met ‘ja’in, kunnen ze het niet, dan kleuren ze ‘nee’ in. Bespreek de opdracht plaatje voor plaatjemet de hele groep na.

Mogelijke vragen bij ieder plaatje• Wie heeft het vakje ‘ja’ ingekleurd? • Weet je nog hoe je dit geleerd hebt? Vertel eens. • Wie heeft het vakje ‘nee’ ingekleurd?• Zou je het willen leren? Bij ‘ja’: wat kun je doen om het te leren? Bij ‘nee’: waarom niet?

Mogelijke vragen ter afsluiting• Wat kun je nu wél en kon je vorig jaar nog niet?• Zijn er nog meer dingen die je wél kunt maar die niet op de plaatjes staan? • Hoe komt het dat je sommige dingen nog niet zo goed kunt?• Denk je dat je dat volgend jaar wel kunt? Zo ja, hoe komt dat? Zo nee, waarom niet?

4 Daar ben ik goed inEen sorteeropdracht. Kinderen geven aan waar ze goed en minder goed in zijn.

Op een vel papier tekenen de kinderen een berg. Ze knippen de plaatjes uit van kopieerblad 1.Hier staan verschillende afbeeldingen op van dingen die je kunt doen. Kinderen plakken deplaatjes met dingen waar ze goed in zijn boven aan de berg, en de plaatjes met dingen dieze minder goed of helemaal (nog) niet kunnen onderaan. In het werkboek bij de opdrachtDaar ben ik goed in tekenen (of schrijven) ze wat ze goed kunnen in het lijstje bovenop deberg.

Mogelijke vragen• Wat kun je goed?• Wie heeft dat ook boven aan de berg geplakt?

24 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Page 25: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

P R O E F L E S S E N G R O E P 3

THEMA 4, LES 1 KIJK EENS WAT IK KAN!

• Wie heeft iets anders boven aan de berg geplakt? Wie is daar ook goed in?• Wat heb je onder aan de berg geplakt?

Verwerking en afronding

5 Zonnestraaltjes Kinderen complimenteren elkaar.

Vertel de kinderen dat ze samen een grote zon gaan laten schijnen in de klas.Vraag ze waar ze aan denken bij het woord ‘zonnestraal’. Leg eventueel een verband tussenhet feit dat de zon lekker warm is en dat je ook lekker warm kunt worden van een compli-ment of een aardige opmerking. Degene die jou een compliment maakt is dan een soortzonnestraaltje. Vraag de kinderen wat ze leuk/aardig vinden om te horen. Bijvoorbeeld: alsiemand tegen je zegt dat je iets goed kunt, of iets mooi vindt van je, of je aardig vindt.

Geef alle kinderen vijf gele strookjes papier. Vertel dat dit zonnestraaltjes zijn. Maak nu eendubbele kring door de kinderen te nummeren (één of twee). De nummers één vormen eenbinnenkring, nummers twee de buitenkring. Zet eventueel muziek aan. De kringen lopen integengestelde richting rond. Als de muziek stopt, of als u een stopteken geeft, staan de kin-deren stil. De kinderen die nu tegenover elkaar staan, wisselen één zonnestraaltje uit enzeggen iets aardigs tegen elkaar. Op uw teken gaan ze weer lopen. Herhaal dit spel vijf keer.Bij de opdracht Zonnestraaltjes in het werkboek maken de kinderen van hun zonnestraal-tjes een zon.

Mogelijke vragen• Hoe was het om iets aardigs te bedenken?• Hoe was het om iets aardigs tegen de ander te zeggen?• Hoe was het om iets aardigs te horen?

6 Een zonnetje voor de klas Complimenten voor de groep.

Teken een zon op het bord en schrijf complimentjes bij de stralen als u vindt dat de klas eengoede prestatie heeft geleverd. Dat kan in deze les, maar ook op andere momenten in hetschooljaar. Bijvoorbeeld: Fijne gymles. Hard gewerkt. Goed samengewerkt. Prima opgeruimd.Goed naar elkaar geluisterd in de kring.

Extra In het zonnetjeEen methode om iedere week een ander kind positieve aandacht te geven.

Teken op een vel papier een grote zon. Zet in het midden de naam van een kind uit uw klas.Kinderen bedenken wat dit kind goed kan of wat ze mooi aan hem vinden. Bijvoorbeeld: jekunt hard rennen; je hebt mooie haren; je kunt goed helpen; je bent een fijne vriend. Maakiedere week één of twee zonnen voor een of twee kinderen in de klas. Laat de zon een weekhangen. Geef hem dan mee naar huis en maak één of twee nieuwe zonnen. Zorg ervoor datieder kind één keer aan de beurt komt. Maak eventueel een zonnetje voor een jarig kind.

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L25

Page 26: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

Media-educatieDigihelden Vraag de kinderen een aantal helden van een tv-programma of computerspel te noemen.Maak een lijst van wat die helden allemaal kunnen. Welke dingen zijn in het echt onmoge-lijk?

WoordenmonsterMogelijk woord: compliment.

ThuiswerkZie de opdracht Het zonnetje in huis! in het werkboek.

KIJK EENS WAT IK KAN!THEMA 4, LES 1

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L26

P R O E F L E S S E N G R O E P 3

Page 27: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

Kopieerblad 1a Daar ben ik goed in

KIJK EENS WAT IK KAN!THEMA 4, LES 1

27 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

G R O E P 3P R O E F L E S S E N

Page 28: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3P R O E F L E S S E N

THEMA 4, LES 1 KIJK EENS WAT IK KAN!

Kopieerblad 1b (vervolg)

28 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Page 29: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3P R O E F L E S S E N

THEMA 4, LES 1 KIJK EENS WAT IK KAN!

Les 1

LEEFSTIJL Les 1 - Kijk eens wat ik kan! > > > Ik vertrouw op mij! 4

Kijk eens wat ik kan!

Les 1

Kijk naar de plaatjes. Kun jij wat op de plaatjes staat? Kleur het rondje ja als je het kunt. Kleur het rondje nee als je het nog niet kunt.

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

Uit het werkboek:

29 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Page 30: Leefstijl - edu-actief.nl · Dit ben ik! Les 2 Wie helpt? Activiteiten 1. Zakjesrace 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie helpt? 4. Het grote opruimspel Verwerking en afronding 5. Het

G R O E P 3P R O E F L E S S E N

THEMA 4, LES 1 KIJK EENS WAT IK KAN!

Les 1

> > > Ik vertrouw op mij! Les 1 - Kijk eens wat ik kan! LEEFSTIJL 5

Les 1

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

ja neeja nee

ja nee

ja nee

Uit het werkboek:

30 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L