Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. ·...

72
Lange Termijn Strategisch Huisvesngsplan 2020 - 2030 Universiteit Twente PUBLIEKE VERSIE DECEMBER 2019 PROJECTNUMMER: B000374

Transcript of Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. ·...

Page 1: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

1

Lange Termijn Strategisch Huisvestingsplan 2020 - 2030

Universiteit Twente

PUBLIEKE VERSIE

DECEMBER 2019

PROJECTNUMMER: B000374

Page 2: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

2

01 INLEIDING

01.01 Achtergrond en aanleiding 4

01.02 Korte terugblik op LTSH 2016 4

01.02 Ontwikkeling van het LTSH 2030 5

01.04 Leeswijzer 5

02 KADERS EN UITGANGSPUNTEN

02.01 Missie, visie en strategie UT en huisvestingsambities 8

02.02 Sectorale kaders 9

02.03 Kaders voor de campusontwikkeling 10

02.04 Doorbelastingssystematiek huisvestingslasten 16

02.05 Financiële kaders 17

03 ANALYSE HUIDIG RUIMTEAANBOD EN -GEBRUIK

03.01 Analyse op campusniveau 19

03.02 Analyse op gebouwniveau 22

03.03 Analyse op functieniveau 23

03.04 Conclusies ruimteaanbod en -gebruik 28

INHOUDSOPGAVE

04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

04.01 Scenario’s 31

04.02 Behoefte aan onderwijsruimte 34

04.03 Behoefte aan onderzoeksruimte 39

04.04 Behoefte aan kantoorruimte 40

04.05 Behoefte aan wooneenheden 40

04.06 Behoefte aan overige niet-primaire voorzieningen 41

04.07 Overige ambities 42

04.08 Conclusies lange termijn huisvestingsbehoefte 43

05 HUISVESTINGSTRATEGIEËN

05.01 Huisvestingstrategieën 46

05.02 Vervolg en proces 36

05.03 Risicoparagraaf 59

05.04 Conclusies huisvestingstrategieën 65

07 SAMENVATTING 77

Page 3: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

3

01 INLEIDING

Page 4: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

4

01.01 Achtergrond en aanleiding

De Universiteit Twente (hierna: UT) kiest ervoor om de ‘ultimate

people-first’ technische universiteit te zijn, die onderwijs verzorgt en

onderzoek uitvoert in gebieden variërend van bestuurskunde en

technische natuurkunde tot biomedische technologie. De UT

beschouwt haar campus als belangrijk instrument voor de

academische en persoonlijke vorming van al haar studenten en als

instrument ter bevordering van de ondernemingszin. Zonder

passende en aantrekkelijke onderwijs– en studentenhuisvesting is

het immers lastig om studenten te faciliteren, aan te trekken,

onderwijs te vernieuwen en medewerkers doelgericht en efficiënt te

laten werken.

De UT wil dat haar campus niet alleen een ideale voedingsbodem

vormt voor doorbraken op het gebied van onderwijs en onderzoek,

maar tevens een campus is waar living labs en ontmoetingsplekken

voor studenten, medewerkers en bezoekers beschikbaar zijn om

innovatieve leerervaringen op te kunnen doen. Een campus die laat

zien dat de UT een ondernemende universiteit is met ruimte voor

spin-offs en student-ondernemers.

Een universiteit die inclusief en open is, waarbij de community

centraal staat (zie paragraaf 02.01). De ‘challenges’ uit Shaping 2030

zijn het leidende principe voor ons onderwijs en onderzoek, waarbij

de universiteit koploper is in het aanbieden van unieke opleidingen

met combinaties van vakgebieden waar de maatschappij om vraagt.

Bepalend voor de innovatiekracht van de regio. Dat vraagt om een

sterke relatie met het Kennisparkgebied.

De UT moet bovendien anticiperen op het feit dat de toegevoegde

waarde van een universiteit fundamenteel zal veranderen. De

digitale transformatie zet ook het onderwijs en onderzoek in een

totaal ander daglicht. Het belang van community ontwikkeling, zowel

op de campus, het Kennispark, als daarbuiten, neemt daardoor toe.

Om de campus zowel kwantitatief als kwalitatief gezien

toekomstbestendig te maken en op weloverwogen wijze te bepalen

welke vastgoedinitiatieven hiervoor in de tijd moeten worden

ondernomen, ontwikkelt UT periodiek een lange termijn strategisch

huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor beslissingen over

grootschalige investeringsprojecten. Dit herijkte LTSH vormt de

kaders voor het tijdvak 2020-2030 (hierna: LTSH 2030). De aanleiding

om over te gaan tot een herziening van het LTSH 2016 ligt in het feit

dat enkele uitgangspunten niet langer actueel zijn en veel beoogde

ontwikkelingen uit dit plan inmiddels gerealiseerd zijn, dan wel

ingehaald door de tijd. Een van deze uitgangspunten betreft de

verwachte toekomstige populatie van studenten en medewerkers.

Per 1 september 2019 zijn er ruim 11.500 studenten ingeschreven

op de UT, dit ligt ver boven het uitgangspunt van 9.500 studenten in

het LTSH 2016. Ook het aantal medewerkers is harder gegroeid dan

verwacht van 2.600 FTE met stabiel vooruitzicht naar 2.852 FTE met

een verwachte verdere groei. De universiteit groeit al met al harder

dan in 2016 was voorzien. Een belangrijke oorzaak van de groei is de

vergrote waardering van engineering en technologie en de

verdergaande diversificatie van behoeften van studenten,

medewerkers en samenwerkingspartners. Tot slot vormt de nieuwe

UT strategie ‘Shaping 2030’ een belangrijk aanleiding voor het LTSH

2030. In hoofdstuk 2 is nader beschreven welke relaties naar

aanleiding hiervan in het nieuwe LTSH 2030 zijn opgenomen.

01.02 Korte terugblik op LTSH 2016

Een belangrijk onderdeel van het LTSH 2016 was de uitvoering

rondom twee grote beleidsdoelstellingen: het huisvesten van het ITC

01 INLEIDING

01 INLEIDING

Page 5: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

5

op de campus en het clusteren van ons onderzoek en onderwijs op

het gebied van Health. De Technohal is in september 2019 in gebruik

genomen door het Healthcluster. ITC zal begin 2022 worden

gehuisvest in het leegstaande deel van gebouw Langezijds. In het

LTSH 2016 was de realisatie van het ITC op de plek van gebouw

Citadel voorzien. Omwille van duurzaamheid, flexibiliteit en

betaalbaarheid heeft in de periode september 2018 – februari 2019

een nieuwe locatie afweging plaats gevonden en is de keuze

gemaakt voor het leegstaande gedeelte van gebouw Langezijds.

Naast deze twee projecten zijn nog enkele ontwikkelingen

gerealiseerd en in gebruik genomen. Dit zijn onder andere het

Hogekampplein, de verbetering van de sportvelden, Incubase in de

Bastille en de realisatie van een extra werkplaats voor ET ter grootte

van circa 1.000 m² functioneel nuttig vloeroppervlakte, hierna

aangeduid als: fno). Ook is in 2017 en 2018 een financiële update

gedaan in het annual plan LTSH.

01.03 Ontwikkeling van het LTSH 2030

Ten behoeve van de totstandkoming van dit LTSH 2030 hebben

gesprekken plaatsgevonden met de vijf faculteiten, diensten en

overige organisatieonderdelen en zijn gesprekken gevoerd met de

klankbordgroep LTSH bestaande uit een afvaardiging van

dienstendirecteuren, portefeuillehouders bedrijfsvoering, de

universiteitsraad en de Student Union.

Het ‘programmateam LTSH’ heeft de trekkersrol voor de

totstandkoming van dit herziene LTSH. Brink Management / Advies

(hierna: Brink) heeft de universiteit hier op onderdelen in

ondersteund. Het programmateam bestaat uit een afvaardiging van

CFM, FIN, S&P en M&C zodat er een integrale vertegenwoordiging is

van de diensten. Daarnaast is een ‘stuurgroep LTSH’ ingericht,

bestaande uit een afvaardiging vanuit het CvB, de diensten FIN, S&P

en CFM. In het kader van het LTSH 2030 is tevens afgesproken dat de

portefeuillehouders bedrijfsvoering van de vijf faculteiten structureel

worden opgenomen in de LTSH strucutuur.

01.04 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op relevante kaders, trends en

ontwikkelingen die bepalend zijn voor de toekomstige

huisvestingssituatie van de UT en gebaseerd zijn op de ambities van

de UT met betrekking tot haar campus en gebouwen. De huidige

huisvestingssituatie wordt in hoofdstuk 3 geanalyseerd. Hoofdstuk 4

geeft inzicht in de lange termijn ruimtebehoefte van de UT en in

hoofdstuk 5 wordt de gewenste eindsituatie van de

vastgoedportefeuille toegelicht, inclusief de maatregelen die nodig

zijn om hiertoe te komen. Hoofdstuk 6 belicht de financiële

consequenties van het LTSH 2030 in een financieel

meerjarenperspectief vastgoed. Tot slot geeft hoofdstuk 7 een

samenvatting van het investeringsbesluit. De structuur van het LTSH

is op de volgende pagina schematisch weergegeven.

01 INLEIDING

Page 6: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

6 01 INLEIDING

Figuur: Leeswijzer LTSH

Page 7: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

7

02 KADERS EN UITGANGSPUNTEN

Page 8: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

8

Dit hoofdstuk gaat in op de kaders voor de huisvestingsbehoefte van

de UT. Het beschrijft daarnaast de speerpunten uit de visie van de

UT en de huisvestingsambities die hieruit volgen.

02.01 Missie, visie en strategie UT en huisvestingsambities

Shaping 2030 in relatie tot LTSH 2030

De UT missie, visie en strategie met de werktitel ‘Shaping 2030’

bepalen de koers voor de komende jaren. Onze mindset hierbij is:

entrepreneurial (courage over comfort), inclusive (student over

systeem) en open (community over campus). De UT gaat zich sterker

onderscheiden ten opzichte van andere universiteiten. De campus

speelt hierin een belangrijke rol. De ambitie is dat de campus zich

verder ontwikkelt tot een inspirerende ontmoetingsplaats voor

(internationale) wetenschappers en studenten, die flexibele ruimtes

voor nieuw soort samenwerkingsverbanden biedt (hub). Daarnaast

willen we onze universiteit, naast onze samenwerking met de VU,

uitbreiden met nog twee satelliet locaties.

De speerpunten uit Shaping 2030 met enkele aanvullingen, ten

aanzien van de campus, kunnen als volgt worden samengevat (Bron:

Shaping 2030):

Hub: onze campus wordt een middelpunt waar vanuit

samenwerking innovatieve leerervaringen opgedaan kan

worden;

Ontmoeting: inspirerende ontmoetingsplaatsen voor studenten

en medewerkers;

Open: de universiteit is een ‘open’ universiteit, die inclusief,

welkom, mondiaal en benaderbaar is;

Duurzaam: de UT gaat haar maatschappelijke impact duurzaam

maken;

Ondernemend: op en rond de campus is veel ruimte voor

vernieuwing, durf en creativiteit;

Beleving en experiment: de voorzieningen op de campus dragen

bij aan de beleving van de gebruikers en bieden ruimte voor

experimenten.

Inclusief en Internationaal: de voorzieningen op campus sluiten

aan bij de behoefte van de inclusieve (internationale)

gemeenschap en dragen bij aan de internationale uitstraling van

de Universiteit Twente.

Kennispark: een campus die geïntegreerd is met het Kennispark

Infrastructuur: een campus waar geïnvesteerd wordt in de

digitale infrastructuur

Faciliterende campus: profilering van de campus met passende

huisvesting voor de onderwijs- en onderzoeksorganisatie en de

ondersteunende diensten

Om deze speerpunten te kunnen realiseren zal aangaande de

vastgoedportefeuille van de UT in de beschouwingsperiode van dit

herijkte LTSH (de periode tot 2030) onderhevig zijn aan een aantal

veranderingen. Het LTSH 2030 helpt om vraag naar en aanbod van

huisvesting te analyseren en op basis daarvan tot planvorming te

komen. Dit LTSH 2030 beschrijft de beoogde veranderingen in de

huisvestingssituatie van de UT en belicht de wijze waarop hier op

een verantwoorde manier uitvoering aan kan worden gegeven

binnen de gestelde strategische en financiële kaders. Het LTSH 2030

vormt een strategisch document dat 3-jaarlijks wordt herijkt. De UT

KADERS EN UITGANGSPUNTEN 02

02 KADERS EN UITGANGSPUNTEN

1 De UT-populatie kent circa 3.200 internationale studenten (stand 1 januari 2019). In 2014

heeft de UT een nieuwe internationaliseringsstrategie opgesteld. Deze is in lijn met de aange-

scherpte strategie ‘Shaping 2030’. Door de sterke inzet op internationalisering binnen de UT is

het belang van een gastvrije ontvangst en een aangenaam verblijf inclusief kunnen huisvesten

van internationale studenten en medewerkers gegroeid.

Page 9: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

9

zal jaarlijks de concrete plannen voor campusontwikkeling herijken

(in het Annual Plan vastgoed) en in de meerjarenbegroting ingaan

op de geplande vastgoedinvesteringen in de komende planperiode

binnen de LTSH kaders. Daarmee wordt aan de actuele vraag

voldaan, maar is ook ruimte voor (onverwachte) aanpassingen en

wordt concreet inzicht gegeven in de uit te voeren projecten voor

het daaropvolgende jaar.

De scope van (deze versie van) het LTSH 2030 is beperkt tot de

huidige universiteitscampus. Het toekomstbeeld in Shaping 2030

schetst een campus bestaande uit zowel virtuele als fysieke locaties,

die een netwerk van living labs en ontmoetingsplaatsen vormen. In

2030 zijn de fysieke locaties daarbij niet beperkt tot de campus in

Twente, maar is de universiteit aanwezig op meerdere strategische

locaties.

02.02 Sectorale kaders

Kwaliteitsafspraken met het ministerie van OCW

UT heeft, in navolging van het sectorakkoord ‘Investeren in

Onderwijskwaliteit’ (april 2018), kwaliteitsafspraken gemaakt met

het Ministerie van OCW. De kwaliteitsafspraken zijn de opvolger van

de eerdere prestatieafspraken (zoals benoemd in het vorige LTSH).

Opgemerkt dient te worden dat de middelen niet bedoeld zijn voor

directe vastgoedinvesteringen. Er is echter wel een duidelijke link

aanwezig.

Studenten en medewerkers in het onderwijs hebben inhoudelijk een

grote rol gehad in de totstandkoming van deze kwaliteitsafspraken.

De kwaliteitsafspraken die zijn opgesteld voor de periode van 2019

tot en met 2024. Zij zijn het resultaat van een intensief proces dat

vanuit de opleidingen zelf op het niveau van de faculteiten is

doorlopen. Alle faculteitsraden zijn intensief betrokken geweest bij

de planvorming in de eigen faculteiten. De facultaire plannen zijn op

instellingsniveau vertaald naar vijf programma’s waarin gewerkt

wordt aan kwaliteitsverbetering in het onderwijs:

Community building

Learning facilities

Teaching professionalization

Talent development of students

Global Citizens

Voor het LTSH 2030 zijn, vanuit fysiek oogpunt, met name de eerste

twee programma’s relevant. In het programma ‘Community building’

is terug te zien dat een home base voor veel faculteiten een

belangrijk element is. In het programma ‘Learning facilities’ is het

doel om te komen tot kwaliteitsverbetering en het verhogen van de

beschikbaarheid en gebruik van fysieke en digitale leerfaciliteiten.

Hieruit volgt onder meer de behoefte aan meer ruimte voor kleine

projectgroepen, een upgrade van de studentwerkplaatsen in de labs

en leeromgevingen die ruimte bieden voor verschillende

leervormen. Overall zal worden gewerkt aan de beschikbaarheid van

leeromgevingen en wordt het boekingssysteem daartoe verbeterd.

Er wordt onderzocht of het mogelijk is om met sensor-technieken

beschikbare ruimtes te traceren en er wordt gekeken of een

aangepaste roostermethodiek meer flexibiliteit in de

beschikbaarheid van ruimtes kan opleveren. De inzet van het

programma is daarnaast om het leerproces van studenten beter te

ondersteunen met behulp van digitale onderwijsfaciliteiten.

Specifiek gaat het hierbij om het gebruik maken van verschillende

vormen van digitaal toetsen. De komende jaren wordt verder ingezet

op het faciliteren en stimuleren van de onderwijsverzorgende staf

02 KADERS EN UITGANGSPUNTEN

Page 10: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

10

om digitale tools voor ‘flipping the classroom’ toe te passen, gebruik

te maken van blended learning en om de interactie in de lessen te

vergroten.

Sectorplannen bèta-techniek

Het ultieme doel is een versterking van de kennisbasis door

profilering van universiteiten en gebalanceerde onderlinge

afstemming van deze profilering. Zo blijft de wetenschappelijke

excellentie in Nederland behouden. Voor de Sectorplannen Bèta en

Techniek zal structureel jaarlijks € […] beschikbaar zijn en voor het

sectorplan SSH € […]. De verdeling onderzoeksmiddelen worden

verdeeld over de sectoren natuurkunde en scheikunde, wiskunde,

en informatica. Voor de UT betekent dit vooral voor de faculteiten

ET, TNW en EWI dat extra middelen voor onderzoek beschikbaar

komen. De middelen worden geoormerkt aan de universiteiten

overgemaakt. De sectorplannen starten in 2019 en hebben een

looptijd van zes jaar. In hoofdstuk 6 is genoemd om welk bedrag het

voor de UT gaat. (Bron: Besluit van Ministier van Onderwijs, Cultuur en

Wetenschap, Staatscourant, 22 februari 2019).

Herziening bekostigingssystematiek

De commissie Van Rijn heeft, in opdracht van minister Van

Engelshoven, de knelpunten in de bekostiging van bèta en technisch

onderwijs onder de loep genomen en een voorstel gedaan voor de

korte termijn herziening van de bekostigingssystematiek, als ook

voor een lange termijn herzien bekostigingsmodel voor het hoger

onderwijs. De vaste onderwijsbekostiging van universiteiten met

bètatechniek opleidingen wordt verhoogd om de

opleidingscapaciteit beter te laten aansluiten bij de hoge

arbeidsmarktvraag in de sector bètatechniek. In hoofdstuk 6 is

genoemd om welk bedrag het voor de UT gaat. (Bron: kamerbrief

bekostiging hoger onderwijs en onderzoek, 21 juni 2019).

02.03 Kaders voor de campusontwikkeling

In het LTSH 2016 zijn kaders geformuleerd die van toepassing zijn bij

toekomstige investeringsbeslissingen op de campus van de UT. Deze

komen grotendeels overeen met aan het vorige LTSH, aangevuld met

een paar belangrijke punten zoals:

Sturing op kwaliteit, open innovatie en flexibiliteit

Proximity

Sturing op duurzaamheid

Digitale transformatie

Sturing op kwaliteit, open innovatie en flexibiliteit

Bij (her)ontwikkeling van vastgoed staat naast kwaliteit, adaptief

vermogen voorop. Bij vastgoedingrepen wordt bezien in hoeverre

het vastgoed geschikt (te maken) is voor verschillende functies

(tegelijkertijd of volgtijdelijk) en voor ‘facility sharing’.

Op portefeuilleniveau wordt gestuurd op generaliteit van

gebouwen. Dit houdt in dat gebouwen beschikken over hetzelfde

basis ‘uitrustingsniveau’.

Het vastgoed van de UT stimuleert en faciliteert samenwerking

tussen organisatieonderdelen en samenwerking met partners.

Op portefeuille- en op gebouwniveau wordt ieder type ruimte

generiek gerealiseerd waarbij de identiteit door verschillende

gebruikers (volgtijdelijk) kan worden aangebracht (uitstraling en

beleving).

De toekomst is onzeker en de ruimtebehoefte daardoor

dynamisch. Vastgoed heeft een statisch karakter, wat in de

praktijk kan leiden tot een spanning tussen vraag en aanbod.

Huur van ruimten vormt voor UT nadrukkelijk een mogelijkheid

indien het huidige ruimteaanbod niet langer aan de behoefte

voldoet en de ruimtebehoefte onzeker is.

02 KADERS EN UITGANGSPUNTEN

Page 11: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

11

De UT toetst bij vastgoedinvesteringen op courantheid. De

interne courantheid geeft aan hoe gewild een gebouw is voor de

gebruikers van de UT en bepaalt daarmee mede de strategische

waarde. De externe courantheid geeft aan hoe gewild een object

is voor derden. Naast het vastgoed speelt ook de ligging een

belangrijke rol. Deze laatste is van belang als bij krimp van de

universiteit gebouwen afgestoten/verhuurd moeten worden aan

derden.

Proximity

Een strategisch doel uit Shaping 2030 is proximity (outside in en

inside out). De UT wenst, naast de samenwerking met de VU, nog

twee satelliet locaties te hebben. Dit kan leiden tot partieel

gebruik van gebouwen elders. UT kiest hier in beginsel voor

tijdelijke constructies (bijvoorbeeld huur), met kortlopende

(huur)contracten. Pas indien wordt vastgesteld dat de

ruimtebehoefte van langdurige aard is, wordt eigendom van

vastgoed buiten de campus overwogen.

Tegelijkertijd kan sprake zijn van partieel gebruik van partners

van gebouwen op de campus of in Kennispark, opnieuw vanuit

het doel ‘proximity’. De UT verhuurt momenteel enkele kleinere

objecten van haar portefeuille aan externe huurders, wat een

verhuurdersrisico met zich meebrengt. In de praktijk wordt snel

geanticipeerd op een eventueel vertrekkende huurder. Dit is

mogelijk door de vrij te komen ruimte zelf in te zetten (en

vastgoedplannen daarop aan te passen) of door nieuwe

huurder(s) aan te trekken, dit zijn aan UT gelieerde bedrijven of

instellingen (bron: shaping 2030).

Sturing op duurzaamheid

Duurzaamheid is in Shaping 2030 een speerpunt. Elk (toekomstig)

huisvestingsinitiatief voor zowel nieuw- als bestaand vastgoed, zal

een uitgebreide duurzaamheidsparagraaf bevatten met aandacht

voor de Trias energetica (opwekking, besparing en duurzame

bronnen). BENG en gasloos vormen het uitgangspunt, ook om de

klimaatdoelstellingen te kunnen halen. Dit is in elk geval bij

nieuwbouw zo en daar waar mogelijk ook bij grote renovaties.

Er zal een Green Hub Twente en een agenda/programma worden

opgezet voor een gezonde en duurzame campus wat zal leiden

tot meer beleid op dit gebied.

De UT wil werken aan een duurzame campus. Daar waar mogelijk

zal duurzaamheid zo zichtbaar mogelijk worden gemaakt.

Duurzaamheid heeft betrekking op energieverbruik en reductie

van CO2-uitstoot.

Digitale transformatie

Er zijn twee bewegingen op het gebied van digitalisering zichtbaar.

De digitalisering van onderwijs en onderzoek komt aan bod in

hoofdstuk 04. Daarnaast is sprake van digitalisering van het

vastgoed, wat onder meer kansen levert voor efficiënter en

effectiever ruimtegebruik. UT streeft naar vastgoed dat is voorzien

van uitstekende digitale voorzieningen t.b.v. onderwijs en

onderzoek. De basis infrastructuur (zoals netwerken) voor een

digitale transformatie is aanwezig. Uitbreidingen zullen naar

verwachting vooral liggen op het vlak van sensoren, het verzamelen

van data, het slim analyseren van deze data en het daarop aansluiten

van geautomatiseerde (self) service processen. Huidig en toekomstig

vastgoed zal steeds verder gedigitaliseerd worden. Afhankelijk van

haalbaarheid en mogelijkheden wordt ingestoken op toepassingen

als:

02 KADERS EN UITGANGSPUNTEN

Page 12: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

12

Metingen: Op dit moment wordt bezetting gemeten op basis van

verroostering of reservering van een ruimte. Door een ruimte te

voorzien van sensors kan gemeten worden of een gereserveerde

ruimte ook daadwerkelijk gebruikt wordt. Afhankelijk van het

type sensor kan ook bepaald worden hoeveel mensen in een

ruimte aanwezig zijn. Hierdoor is veel nauwkeuriger te bepalen

wat de werkelijke bezettingsgraad van ruimten is ten opzichte

van de capaciteit van een ruimte.

Flexibel gebruik: Op basis van het werkelijk gebruik van ruimtes

kunnen (dynamische) spelregels voor het gebruik van ruimtes

worden bepaald. Afhankelijk van de mogelijkheden van een

ruimte kan het gebruik variëren in de tijd (bijvoorbeeld

afwisselen tussen collegezaal, projectruimte, zelfstudie ruimte, of

vergaderzaal). Op basis van regels (business rules) kan een

gereserveerde, maar niet gebruikte ruimte na een ‘x aantal

minuten’ in het systeem weer worden vrijgegeven om door

anderen geboekt te kunnen worden.

Self service: Door met portals en/of apps (bijv. Campus app) een

actueel inzicht te geven in de status (wel of niet in gebruik) kan

een ruimte opnieuw gereserveerd worden door anderen. Door

dit proces in te richten met self service kan zonder tussenkomst

van reserveringsbureaus een leegstaande ruimte direct zelf

geboekt worden. Hiervoor zijn uiteraard spelregels (business

rules) nodig om te zorgen dat ruimtes volgens de juiste prioriteit

gealloceerd worden. Door met deze spelregels te

experimenteren ontstaat inzicht en kennis in welke

mogelijkheden er zijn en wat dit oplevert.

Beschikbaarheid zelfstudieplekken: Er zijn diverse mogelijkheden

om studenten inzicht te geven in de beschikbaarheid van

zelfstudieplekken. Deze inzichten kunnen variëren van hoe druk

het globaal is in een bepaalde ruimte tot op het niveau van de

real time beschikbaarheid van individuele plekken (stoelen).

Smart en Healthy buildings: Naast aanwezigheid kunnen ook

parameters gemeten worden die bijdragen aan een gezond werk-

en studeerklimaat. In de faculteiten wordt onderzoek gedaan

naar Healthy buildings. Hieraan gekoppeld kunnen experimenten

gedaan worden (zoals o.a. in de smart Library in de Vrijhof).

Leerervaringen kunnen vervolgens elders op de campus worden

toegepast. Sensors kunnen gekoppeld worden aan

klimaatbeheersystemen. Dit kan weer leiden tot

energiebesparing etc. Aanbrengen van dergelijke voorzieningen

kan de UT steeds verder gaan implementeren.

Big data: De sensormetingen leveren grote hoeveelheden data

op. Deze data kunnen met innovatieve technieken (AI)

geanalyseerd worden in een samenwerking tussen primair proces

en ondersteunende diensten (CFM en LISA).

Adaptief roosteren: In het verleden zijn door een promovendus

van UT de mogelijkheden van dynamisch roosteren onderzocht.

Hieronder wordt bijvoorbeeld verstaan het alloceren van zalen

aan colleges op basis van het aantal studenten dat fysiek

aanwezig is bij een college. Studenten en docenten kunnen dan ’s

ochtends in een app zien in welke zaal een college plaatsvindt. Dit

kan ook handig zijn wanneer een zaal uitvalt door een storing. De

eisen die dit stelt worden niet ondersteund door de huidige

roosterapplicatie van de UT, in de toekomst is dit misschien wel

een mogelijkheid.

Peak shaving: De capaciteitsproblemen in de collegezalen

manifesteren zich vooral aan het begin van een nieuw kwartiel.

Deze pieken zouden opgevangen kunnen worden met live

streams, die beschikbaar kunnen worden gesteld om colleges

terug te kunnen kijken.

Digitale vindbaarheid: Met positionering apps kunnen

02 KADERS EN UITGANGSPUNTEN

Page 13: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

13

medewerkers van elkaar zien waar zij op dat moment zijn en op

die manier elkaar snel weten te vinden. Dat verruimd de

mogelijkheden voor flexibele werkplekconcepten en het

diversifiëren van het aanbod aan type werkplekken, passend bij

verschillende type werkzaamheden.

Het effect van digitalisering op de vastgoedratio’s is vooralsnog niet

exact te kwantificeren, maar het potentieel is veelbelovend en

uitdagend. Het verdient daarom aanbeveling om in te zetten op het

verdiepen van het inzicht door te experimenteren in een onderlinge

samenwerking tussen het primair proces en de diensten

(voornamelijk CFM, CES en LISA).

Sturing op efficiënt ruimtegebruik en optimale inzet huidige

vastgoedportefeuille

De UT hanteert op portefeuilleniveau de richtlijn van 3%

leegstand van het totale verhuurbare ruimteaanbod. Daar waar

mogelijk stuurt UT op het bundelen van leegstand, zodanig dat

volledige gebouwen of gebouwonderdelen kunnen worden

herbestemd of afgestoten.

De UT hanteert voor (toekomstige) huisvestingsinitiatieven een

richtlijn voor het gebruik aan kantoorruimte. UT hanteert daarbij

een bandbreedte van maximaal 12 m² fno per FTE (inclusief

vergaderruimten).

Algemene onderwijsruimten maken onderdeel uit van de

Centrale Onderwijs Voorzieningen (COV). Practicumruimten zijn

onderdeel van de desbetreffende faculteit en studieplekken zijn

door faculteiten en diensten ingericht in daarvoor geschikte

ruimten. Op UT-niveau wordt gestuurd op een aanbod aan

onderwijsvoorzieningen dat zowel kwalitatief als kwantitatief

aansluit op de vraag. In 2019 is een ‘nulmeting’ gedaan van de

verschillende typen COV vastgoed, uitgedrukt in m² fno per

student (peildatum: 1 september 2019). Dit is een goed

referentiejaar omdat de UT met het huidig aantal studenten,

hoewel op piekmomenten krapte wordt ervaren, op totaalniveau

aardig uitkomt in de capaciteit. De nulmeting leidt tot de

volgende parameters:

Collegezalen (werk- en hoorcollegezalen): circa 1,65 m² fno

per student.

Practicumruimte: circa 0,20 m² fno per student.

Studieplek (werkplekken waar studenten kunnen studeren

in de bibliotheek, in gangen en vides, in horeca

gelegenheden) : circa 0,10 m² fno per student.

Ondersteunende onderwijsruimte: circa 0,70 m² fno per

student.

Daarbij dient te worden opgemerkt dat deze parameters (o.b.v.

de nulmeting 2019) gekoppeld zijn aan de huidige

onderwijsvormen en de huidige samenstelling van de

studentenpopulatie. Veranderingen hierin leiden tot een andere

ruimtebehoefte. Daarbij opgemerkt: in het algemeen hebben de

technische faculteiten vanwege de hoeveelheid werkcollege en

projecten meer COV ruimtebehoefte dan BMS. Bovenstaande

parameters worden daarom vooral gebruikt als referentiekader.

Voor onderwijsruimten geldt een richtlijn voor de bezetting van

minimaal 60-70% gemeten over het hele collegejaar. Daar waar

druk wordt ervaren op bepaalde onderwijsruimten wordt eerst

onderzocht welke mogelijkheden de roostering biedt, dan wel

herinrichting van bestaande ruimtes of de uitbreiding van het

aantal roosterbare uren, alvorens wordt overgegaan tot de

uitbreiding van het aanbod aan onderwijsruimten.

02 KADERS EN UITGANGSPUNTEN

Page 14: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

14

Er liggen kansen in de ‘community gedachte’ door ruimten te

delen, bijvoorbeeld werkplekken die, indien deze niet gebruikt

worden, kunnen worden ingezet als studiewerkplek.

De UT huurt alleen aanvullende ruimte indien er binnen het

ruimteaanbod (tijdelijk) geen passende ruimte voorhanden is en

capaciteit te kort schiet. Het streven is om het ruimteaanbod van

UT zo goed mogelijk te benutten.

Niet-primaire voorzieningen

Sport- en cultuurvoorzieningen zijn in de eerste plaats gericht op

studenten. Studenten hebben een belangrijke rol in de visie,

organisatie en het aanbod dat de UT biedt. Sport (met name

breedtesport) en cultuur zijn ook bedoeld voor medewerkers van de

UT en zijn belangrijke pijlers voor (internationale) ‘community

building’ op de UT.

Voorzieningen op het gebied van retail, horeca en services moeten

daarom aansluiten bij het imago en doelstellingen van de UT,

voldoende divers zijn, van voldoende kwaliteitsniveau zijn en

worden uitgebaat door derden. Voorkeur is om de niet-primaire

voorzieningen zoveel mogelijk mee te dimensioneren op de

beoogde capaciteit van de campus van circa 12.000 studenten en

3.300 medewerkers (zie paragraaf 04.01).

Ook in het B&S gedeelte van het Kennispark zullen de komende

jaren meer voorzieningen komen zoals retail en horeca. Ondanks dat

dit weliswaar geen bezit is van de UT wordt de campus en de

community daarmee toch vergroot. Dat wordt nog extra versterkt

door in het B&S gedeelte ook ruimte vrij te maken voor wonen.

Uitstraling vastgoed sluit aan bij strategische speerpunten

De campus is een internationale leer- en werkomgeving in een

Kennispark. De huisvesting is gericht op ontmoeting en verbinding

en vergroot de zichtbaarheid van het profiel (en strategische

thema’s) van de universiteit. De uitstraling van het vastgoed vormt

een richtinggevend aandachtspunt voor de ontwerpprocessen in de

vervolgfase. De uitstraling van de gebouwen op de campus sluit aan

bij wat er in de gebouwen plaatsvindt en sluit aan bij de speerpunten

van UT en het Kennispark.

Passend binnen beeldkwaliteitsplan

Nieuwe vastgoedinitiatieven moeten passen binnen de kaders van

het in 2019 vastgestelde Beeldkwaliteitsplan van de campus van de

UT. Dit Beeldkwaliteitsplan wordt in basis elke 5 jaar herzien. In dit

plan is rekening gehouden met:

De ruimtelijke aspecten van de campus in massa;

De ruimtelijke aspecten in de zin van esthetica;

De bestemming van percelen en eventuele wijzigingen die nodig

zijn.

Vastgoed-/portefeuillemanagement governance

Tijdens de uitvoering van het LTSH 2016 is het

portefeuillemanagement van UT geprofessionaliseerd. Het

programma LTSH wordt aangestuurd door een portefeuillemanager

vastgoed die de vastgoedvraagstukken op de verschillende niveaus

strategisch, tactisch en operationeel met elkaar verbindt. De dienst

CFM draagt zorg voor de operationele kant van de realisatie en het

onderhoud van het UT vastgoed. De stedenbouwkundig supervisor

van de UT draagt zorg dat het portefeuilleplan ook ruimtelijk zijn

beslag krijgt en daarmee een toetsingskader vormt. Het volgende

figuur geeft een schematische weergave van het

portefeuillemanagement van UT:

02 KADERS EN UITGANGSPUNTEN

Page 15: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

15

Indien een concreet project de fasering van initiatief naar ontwerp

en daarna realisatie in gaat is de werkwijze als volgt:

Ieder organisatieonderdeel van UT met een

(her)huisvestingswens stelt in de basis zelf, ondersteund door de

diensten van UT, een businesscase op. Deze businesscase biedt

in ieder geval inzicht in:

Het (gezamenlijk) inhoudelijk eigenaarschap van waaruit de

huisvestingsvraag is geformuleerd.

Het beleid op het gebied van het gebruik van ruimte en een

beschrijving van het beoogd werk-, onderwijs- en

onderzoekconcept.

Een onderbouwing van de langjarige ruimtebehoefte en een

onderzoek naar de mogelijkheden tot facility sharing.

Een exploitatieprognose, inclusief onderbouwing van de

toekomstige aantallen studenten en medewerkers.

De dekking van de toekomstige huisvestingskosten in de

eigen begroting (o.b.v. de RT-tarieven).

Voor ieder vastgoedinitiatief wordt binnen het programma LTSH

en het CvB een integrale afweging op campusniveau gemaakt en

is nadrukkelijk aandacht voor het beschikbare vastgoedaanbod.

Daarbij worden diverse oplossingsrichtingen voor de invulling van

de opgave en de (financiële) impact hiervan onderzocht. Op basis

van een integrale (ruimtelijke, organisatorische, financiële)

afweging wordt met input van het gebruikersteam (de vijf

faculteiten) door het programmateam LTSH een voorkeur

onderbouwd en in de stuurgroep LTSH; en daarna ter

besluitvorming in het CvB voorgelegd.

Het vastgoedinitiatief wordt getoetst aan de strategische

uitgangspunten zoals in Shaping 2030 zijn vastgesteld.

Het vastgoedinitiatief wordt door de stedenbouwkundig

supervisor getoetst aan de ruimtelijke kaders van de campus.

Op instellingsniveau moet het geheel aan projecten te dragen én

uitvoerbaar zijn, zowel qua planning als qua capaciteit van de

eigen organisatie. Afzonderlijke vastgoedprojecten zijn

doeltreffend en leiden op doelmatige wijze tot het gewenste

huisvestingsaanbod.

De totale besluitvorming voor projecten is hieronder schematisch

weergegeven:

02 KADERS EN UITGANGSPUNTEN

Figuur: Schematische weergave portefeuillemanagement UT

Figuur: Schematische weergave besluitvorming projecten

Page 16: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

16

Het LTSH 2030 maakt onderdeel uit van de begroting van de UT en

behoeft instemming van zowel de UR als de RvT. Dit geldt voor het

totaal aan vastgoedinvesteringen. Eenzelfde instemming is nodig

indien het LTSH tussentijds wordt aangepast. Vastgoedprojecten

met een investering groter dan € […] behoeven instemming door de

UR.

Daarnaast wordt het LTSH jaarlijks in het ‘Annual Plan Real Estate’

geüpdatet en nader geconcretiseerd. Het maakt deel uit van de P&C

cyclus. Dit betekent dat de financiële situatie en een

budgetprognose zullen worden opgenomen in de periodieke

managementrapporten. De grote vastgoedprojecten worden hierbij

afzonderlijk toegelicht. Dit geldt in elk geval voor het ‘project ITC’

maar kan nog aangevuld worden. In basis zal dit gelden voor

projecten met een investering groter dan € […]. In het kader van

aanvullend risicomanagement moeten afwijkingen van het budget

die groter zijn dan 10% voor elk van deze projecten op specifieke

punten in het proces worden goedgekeurd door de Raad van

Toezicht en de Universiteitsraad.

02.04 Doorbelastingssystematiek huisvestingslasten

De totale lasten van vastgoed en terrein van de UT bedragen jaarlijks

circa € […]. Een deel van deze lasten wordt op UT-niveau gedragen,

het grootste deel wordt via een huurtarief per ruimtetype naar de

verschillende gebruikers doorbelast. De opbrengsten uit verhuur

(erfpacht, park management fee en huur) worden in mindering

gebracht op de totale huisvestingslasten en daarmee de

doorbelasting naar de gebruikers.

De doorbelasting van huisvestingslasten kenmerkt zich door een

bepaalde mate van solidariteit. In de systematiek worden negen

verschillende ruimtetypen met daarbij horende ruimtetarieven (RT-

categorieën) onderscheiden. De lasten voor het onderhoud van het

terrein en de wegen worden niet doorbelast naar de UT-gebruikers,

externe partijen betalen hier wel apart aan mee. Verder bevat iedere

vastgoedportefeuille leegstand. De lasten die dit met zich

meebrengt, worden volgens UT-brede spelregels (en bij bepaalde

categorieën ruimtes uitsluitend na expliciete instemming door het

CvB) op UT-niveau gedragen.

In de doorbelastingsystematiek zijn de volgende elementen

opgenomen:

De kapitaallasten (afschrijving en rente): De UT schrijft jaarlijks

lineair haar investeringen af, waarbij verschillende

afschrijvingstermijnen worden gehanteerd, afhankelijk van het

type investering. Daarnaast wordt jaarlijks een rentebedrag

toegeschreven aan de huisvestingslasten. Beide kostenposten

worden doorberekend via de ruimtetarieven aan de gebruikers

van het vastgoed (kapitaalcomponent in het tarief) en vormen

daarmee de dekking voor de kapitaallasten van het vastgoed. De

hoogte van de kapitaalcomponent is bepaald op basis van een

investeringsniveau dat reëel wordt geacht om de

vastgoedportefeuille in stand te houden. Dit niveau blijkt

toereikend te zijn en is daarom door de jaren heen, op een

indexatie na, niet aangepast. De kapitaalcomponent in de

ruimtetarieven blijft daarmee door de jaren heen stabiel.

Onderhoudslasten: De UT heeft voor alle gebouwen een

meerjarig onderhoudsplan opgesteld. Hieruit volgt een

verwachting van de langjarige onderhoudslasten per gebouw en

voor de gehele UT. Deze lasten worden vertaald naar een jaarlijks

gemiddelde onderhoudslast en daarmee naar de

onderhoudscomponent in de huurtarieven. De hoogte van deze

component is afhankelijk van het ruimtetype.

02 KADERS EN UITGANGSPUNTEN

Page 17: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

17

Wettelijke lasten, verzekeringen, schoonmaak- en afvallasten:

Ook deze lasten worden vertaald naar een jaarlijkse bijdrage in

de huurtarieven. Ook deze component verschilt per ruimtetype.

Energielasten: De UT belast de energielasten jaarlijks door naar

de gebruikers op basis van het werkelijk gebruik. Hierbij wordt

afgeweken van het solidariteitsprincipe om de gebruikers te

stimuleren om zoveel mogelijk maatregelen te nemen om te

besparen op het energiegebruik.

Al met al is de doorbelastingssystematiek transparant en leidt deze

tot stabiele huurtarieven. In het kader van het LTSH dat in 2016 is

opgesteld, heeft Brink Management / Advies de

doorbelastingssystematiek doorgelicht.

02.05 Financiële kaders

De onderwijsinspectie legt UT een aantal financiële ratio’s op

waarbinnen de universiteit moet opereren. Dat betekent dat ook de

investeringen in vastgoed moeten passen binnen deze financiële

ratio’s. In de kaderstelling 2020-2023 zijn de volgende ratio’s

opgenomen:

Het LTSH 2030 dient te passen binnen deze ratio’s, die de grenzen

aangeven van de financiële ruimte. De huisvestingsratio geeft aan

welk percentage van de totale lasten van de UT aan huisvesting

wordt besteed. De onderwijsinspectie hanteert hiervoor een

maximum van 15%. Bij de UT ligt dit percentage al jaren rond de

12%. Dit is een reëel en verstandig percentage gebleken, dat UT blijft

hanteren als richtlijn. Indien sprake zou zijn van hogere

huisvestingslasten wordt teveel financiële ruimte weggenomen van

het primair proces en verdient daarom niet de voorkeur.

De Rijksbijdrage zal de komende jaren toenemen door o.a. de

sectorale plannen. Alhoewel een groot deel van deze budgetten

bedoeld is voor personele kosten, is er ook beperkte ruimte voor

onder andere huisvestingskosten, zoals voor kantoorruimte en

onderwijsruimte. Er is in de budgetten geen ruimte voor labs en

andere infrastructuur. In hoofdstuk 06 worden de financiële

uitgangspunten en kaders nader toegelicht.

02 KADERS EN UITGANGSPUNTEN

Ratio Norm

Solvabiliteit 2(Eigen vermogen + voorzieningen) / totale passiva

Minimaal 30%

Liquiditeit (current ratio)Vlottende activa / kort vreemd vermogen

Minimaal 50%

Huisvestingsratio(Huisvestingslasten + afschrijvingen gebouwen en terreinen) / totale lasten

Maximaal 15%

WeerstandsvermogenEigen vermogen / totale baten

Minimaal 5%

RentabiliteitResultaat / totale baten

1-jarig: minimaal -10%2-jarig: minimaal -5%3-jarig: minimaal 0%

Page 18: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

18

03 ANALYSE HUIDIG RUIMTEAANBOD EN -GEBRUIK

Page 19: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

19

Het huidige ruimteaanbod en -gebruik is in kaart gebracht door

middel van een kwantitatieve en kwalitatieve analyse op

campusniveau en gebouwniveau. Hierbij zijn onder meer:

De knelpunten en ontwikkelmogelijkheden op de campus

onderzocht;

De verschillende functies en gebruikers van het vastgoed

kwantitatief in kaart gebracht.

Dit hoofdstuk geeft inzicht in de belangrijkste resultaten van deze

analyse. Voor deze analyse is gebruikt gemaakt van de op UT-niveau

geregistreerde gegevens (Planon, september 2019).

03.01 Analyse op campusniveau

De UT is een echte campusuniversiteit. De campus is in de jaren

zestig van de vorige eeuw aangelegd in een parkachtige omgeving

van circa 1 bij 1,5 kilometer tussen Enschede en Hengelo. Het is de

plek waar studenten en medewerkers wonen, werken en studeren.

In de bijna 60 jaar dat de UT bestaat, is er heel wat veranderd en

verbouwd, maar de belangrijkste oorspronkelijke architectonische of

stedenbouwkundige ideeën zijn ook nu erg belangrijk voor onze

campus. De campus is goed bereikbaar met zowel openbaar vervoer

als auto en is vrij toegankelijk.

In een interactieve sessie met een afvaardiging vanuit de UT en de

Student Union is de campus kwalitatief beoordeeld. Hieruit volgt dat

de campus een grote diversiteit aan voorzieningen biedt en wordt

gewaardeerd om de compactheid en het groene en autonome

karakter. De campus biedt bovendien veel mogelijkheden als

experimenteerruimte (de campus als ‘Living Campus’).

Structuur van de campus

Het beeldkwaliteitsplan van de UT, dat richting heeft gegeven aan de

vastgoedprojecten van de afgelopen 10 jaar, gaat uit van meerdere

functionele ‘vlekken’ binnen de campus, te weten:

Onderwijs en onderzoek (O&O-gebied);

Wonen en leven (incl. sport en cultuur) (W&L-gebied);

Restauratieve voorzieningen;

Bedrijvigheid;

Het groene hart.

In 2019 heeft een herziening plaatsgevonden van het

beeldkwaliteitsplan en de structuurvisie. In het LTSH 2016 werd nog

gesproken over een vrij strikte functiescheiding die ertoe leidt dat

het ontstaan van relaties en synergie tussen de

organisatieonderdelen in de verschillende kernen beperkt wordt

ondersteund. Op deze manier is onduidelijk wat/waar nu het

centrum van de campus is, (er is sprake van ‘losse eilanden’) hetgeen

niet bijdraagt aan een ‘community gevoel’. In het nieuwe

beeldkwaliteitsplan 2019 en de nieuwe structuurvisie wordt daar

uitwerking aan gegeven en wordt volop ingezet op het verbeteren

van de campus als geheel. Zo moeten op termijn de twee

belangrijkste gebieden, het O&O plein en het W&L gebied, met

elkaar worden verbonden via een te upgraden Oude Drienerloweg

(voor langzaam verkeer). Deze stedenbouwkundige as begint op het

O&O plein voor de nieuw te realiseren ITC-faculteit en loopt via de

vernieuwde Drienerburght naar het nieuwe Hogekampplein.

Daarnaast maakt deze as ook deel uit van het innovatiepad: een

langzaam verkeerroute die begint op station Kennispark en eindigt

op de Boulevard van de UT.

Daarnaast is er naast de Spiegel ruimte voor nieuwe bedrijvigheid in

de vorm van Business and Science voor en door derden en wordt de

03 ANALYSE HUIDIG RUIMTEAANBOD EN -GEBRUIK

03 ANALYSE HUIDIG RUIMTEAANBOD EN –GEBRUIK

Page 20: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

20

verbinding verbeterd met het tegenovergelegen gedeelte van

Kennispark. Verschillende routes (waaronder het innovatiepad) en

zichtlijnen van de campus worden verbonden met de overkant van

de Hengelosestraat. (o.a. bron: Kennispark Twente structuurvisie 2030).

Totaal vastgoedaanbod in eigendom

De UT beschikt totaal over circa 235.000 m² netto oppervlakte

vastgoed in eigendom zowel on- als off-campus. Wanneer hier de

niet door te berekenen ruimtes tarra (techniekruimtes, sanitaire

ruimtes, bergruimten en verkeersruimte) vanaf worden gehaald,

resteert circa 139.000 m² fno, verdeeld over ruim 40 gebouwen. Dit

is inclusief de niet primaire voorzieningen het U Parkhotel in het

Hogekampgebouw (circa 3.800 m² fno) en het off-campus gelegen

ITC-hotel (circa 6.700 m² fno). Naast het ITC-hotel heeft UT nog drie

off-campus gelegen gebouwen in eigendom. Dit betreft de ITC

faculteit aan de Hengelosestraat (circa 12.000 m2 fno), het

Watersportcomplex (circa 1.400 m² fno) en de Pakkerij (voor

studentenverenigingen, circa 1.300 m² fno). Ten opzichte van het

LTSH 2016 leiden met name de toevoeging van de Technohal (circa

6.600 m² fno) en de Hangar (circa 1.000 m2 fno) tot wijzigingen in de

analyseresultaten. De vierkante meters van het leegstaande

gedeelte van de Langezijds worden aan de voorraad toegevoegd

zodra deze gereed is.

Verhuurde ruimten

Een beperkt deel van het eigendom wordt verhuurd aan derden (de

Student Union in de Bastille niet meegerekend). Het gaat hier om

gebouw De Linde van circa 1.000 m2 fno en gebouw De Sleutel circa

750 m² fno. Voor de laatst genoemde is sprake van de strategie

verkoop (aan de zittende huurder).

Herbestemming en leegstand

Verspreid over de campus is sprake van circa 4.300 m² fno leegstand,

oftewel circa 3% van het vastgoed in eigendom, verdeeld over 13

gebouwen (peildatum september 2019). Een deel van de leegstand

betreft kunstmatige leegstand omdat deze ruimten in de praktijk wel

03 ANALYSE HUIDIG RUIMTEAANBOD EN –GEBRUIK

Figuur: Structuur van de campus

Page 21: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

21

gebruikt worden. De ‘verhuurbare leegstand’ bevindt zich

grotendeels in de gebouwen Carré, Citadel, Faculty Club en Vrijhof.

Het leegstaande deel van Langezijds valt buiten de in dit hoofdstuk

uitgevoerde analyse, aangezien de Langezijds nog geen onderdeel

uitmaakt van het huidige aanbod.

Gehuurde ruimten

De UT huurt, via een langlopend huurcontract via de holding (direct

of indirect via HTT), circa 3.500 m² fno in de Gallery fase 1. In deze

ruimte is een specifieke collegezaal (de collegezaal van de toekomst,

met o.a. touchscreens) gevestigd. Daarnaast wordt circa 2.000 m²

fno gebruikt door het DesignLab. De Gallery biedt ruimte aan spin-

offs van de UT en student-ondernemers, en stimuleert daarmee het

ondernemende karakter van de UT. De UT huurt daarnaast de

tentamenruimte Therm met een omvang van circa 1.500 m² fno,

gelegen nabij de campus, die speciaal is ingericht voor het afnemen

van toetsen.

Categorisering vastgoed

Het vastgoed van de UT en op de campus kent een belangrijke

categorisering. Deze indeling gaat uit van de onderstaande vijf

categorieën. Deze categorisering is op de volgende kaart

weergegeven.

Primair vastgoed: onderwijs, onderzoek, kennisoverdracht,

ondersteunende diensten. Dit vastgoed is vooral gelegen in het

O&O gebied (groen).

Secundair vastgoed: sport, cultuur en ontmoetingsplaatsen. Dit

vastgoed is vooral gelegen in het W&L gebied (blauw).

Tertiair vastgoed: bedrijven en/of onderwijs in eigendom van

derden (oranje).

Quartair onroerend goed: residentieel grotendeels eigendom

derden (rood).

Quinair onroerend goed: rest (paars).

De eerste categorie is de belangrijkste omdat deze noodzakelijk is

voor de kernactiviteit van de UT, namelijk onderzoek en onderwijs

en de bijbehorende diensten. De tweede categorie is ondersteunend

aan de kernactiviteit en voornamelijk eigendom van de UT. De

overige drie categorieën zijn ook ondersteunend aan de

kernactiviteit, maar meestal geen eigendom van UT.

03 ANALYSE HUIDIG RUIMTEAANBOD EN –GEBRUIK

Figuur: Campusplattegrond

Page 22: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

22

Ontwikkelmogelijkheden Onderwijs en Onderzoek

De ruime opzet van de campus biedt meerdere

ontwikkelmogelijkheden, mocht daar in de toekomst behoefte aan

zijn. Onder meer de kop van de Es aan de Horst (tegenover

parkeerterrein P2) vormt een locatie voor (grootschalige) uitbreiding

bij eventuele substantiële groei van de universiteit. Conform het

beeldkwaliteitsplan is op de campus uitbreiding mogelijk van totaal

60.000 tot 80.000 m² bruto vloeroppervlakte (hierna: bvo) aan

primair vastgoed. Deze potentiële uitbreiding is ook in het

bestemmingsplan Kennispark geregeld. (bron: Beeldkwaliteitsplan UT

Campus 2019).

Ontwikkelmogelijkheden Residentieel vastgoed

Op de campus zijn meerdere kavels reeds bestemd voor uitbreiding

van residentieel quartair vastgoed. Verspreid over drie locaties is in

het totaal nog ruimte uitbreiding van circa 560 studenteneenheden.

De kans dat deze kavels al dan niet gefaseerd tot ontwikkeling

komen de komende jaren is groot. Dit omdat de UT als ‘Most

welcoming University’ in combinatie met kamergarantie voor non-

EER studenten, kamers te kort gaat komen. Ontwikkeling van

woningen zal geschieden door derden: corporaties en/of

commerciële partijen. Met de gemeente zijn afspraken gemaakt

over deze uitbreiding waarbij rekening is gehouden met de

woonvisie. Zie ook paragraaf 4.05.

Institutionele belegger

De UT is een ondernemende universiteit, maar kan en mag zaken

anders dan het primair proces niet huisvesten in haar vastgoed.

Daarvoor is een samenwerking met derden nodig. In 2019 is samen

met de gemeente Enschede een proces opgestart dat moet leiden

tot een institutionele belegger in het gebied Kennispark. Het

Kennispark bestaat uit de campus van de UT en het B& gedeelte. Het

kent een ambitieuze gebiedsstrategie en er is een financieel- en

risico draagkrachtige partij nodig om dit met de UT, gemeente en

provincie waar te maken. De beoogde belegger heeft een lange

termijn focus en beschikt over expertise op het gebied van

sciencepark ontwikkeling. Zowel de UT als de gemeente Enschede

heeft gronden beschikbaar die de belegger tot ontwikkeling kan

brengen voor onderzoek, innovatie, valorisatie, start-ups en scale-

ups aanvullend op het primaire proces van de UT. Het Kennispark

heeft niet voor niets de slogan: ‘where science becomes business’.

De kavel naast de Spiegel kan op termijn geschikt worden gemaakt

voor een ontwikkeling van bedrijvigheid. De kavel zou dan in

erfpacht uit worden gegeven en biedt ruimte voor een ontwikkeling

van circa 28.500 m2 bvo. Op deze laatste kavel is ook nadrukkelijk

ruimte voor een aantal ambities/ontwikkelingen van de UT die niet

in het primair vastgoed passen dan wel mogen. In paragraaf 04.07

wordt hier nader op ingegaan.

03.02 Analyse op gebouwniveau

In het LTSH 2030 is nadrukkelijk ook aandacht voor de bestaande

voorraad. Met het juiste onderhoud (en noodzakelijke

vervangingsinvesteringen) zijn de bestaande gebouwen langjarig in

stand te houden. De universiteit heeft per gebouw een meerjaren

onderhoudsplan dat hierop is ingericht. Het onderhoudsniveau van

alle gebouwen is daarom in basis op voldoende niveau. Voor de

langere termijn zijn alle gebouwen ten behoeve van het nieuwe LTSH

2030 langs twee belangrijke meetlatten gehouden met als doel vast

te stellen of ze mee moeten worden genomen in de

projectenplanning 2020-2030. Oftewel komen gebouwen in

aanmerking voor een grootschalige renovatie. Daarnaast is gekeken

welke onderdelen een technische noodzaak kennen zoals bepaalde

03 ANALYSE HUIDIG RUIMTEAANBOD EN –GEBRUIK

Page 23: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

23

infrastructurele dingen. De eerste meetlat betreft het vaststellen of

de gebouwen technisch en financieel vanuit de afschrijving aan de

beurt zijn. De technische beoordeling is samen met een technisch

expertteam van CFM tot stand gekomen. In de technische

beoordeling is ook gekeken naar duurzaamheid. Dit heeft geleid tot

een selectie van 26 gebouwen of onderdelen van gebouwen.

Finance heeft gekeken of deze gebouwen ook in relatie tot de

afschrijving in aanmerking komen.

Ten behoeve van de tweede meetlat, de functionaliteit, zijn de

gebouwbeheerders en de gebruikers (faculteiten) bevraagd om hier

een oordeel over te geven per gebouw op een schaal van 1-5. Dit

heeft eveneens geleid tot een lijst van 26 gebouwen.

Tot slot is nog gekeken naar de technische relevantie van een aantal

objecten die niet zozeer van een gebruikersoordeel afhankelijk is

maar wel onmisbaar. Dit zijn 5 meer infrastructurele objecten.

Het resultaat van deze totale analyse is in de volgende tabel

weergegeven. Te zien is dat de gebouwen die technisch slecht

scoren (1e kolom) dit in het algemeen ook functioneel (3e kolom)

doen. Neem daarbij de objecten van onmisbare/noodzakelijke

relevantie (2e kolom) dan ontstaat een totale lijst met 27 gebouwen/

objecten die de komende 10 jaar voor een grote aanpak in

aanmerking komen (4e kolom). In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op

het vraagstuk of alle gebouwen/objecten ook daadwerkelijk

aangepakt gaan worden d.m.v. een prioritering en hoe dit er qua

planning uit ziet.

03.03 Analyse op functieniveau

Om het ruimtegebruik per functie in kaart te brengen is per gebouw

een analyse uitgevoerd naar de verschillende ruimtetypen.

Daarbij is onderscheid gemaakt in de volgende ruimtetypen:

Onderwijsruimten;

Onderzoeksruimten;

Kantoorruimten;

Restauratieve ruimten;

Sport en cultuur;

Woonfunctie;

Overige voorzieningen (o.a. opslag, algemene

ondersteunende ruimte, etc.).

In de volgende figuur is het totale ruimteaanbod

samengevat per functie. Hierin zijn alleen de gebouwen in

eigendom meegenomen. Hieruit is af te leiden dat de

kantoorruimte veruit het grootste deel van de portefeuille

(circa 40%) inneemt, gevolgd door de onderzoek– en

onderwijsruimten (respectievelijk circa 20% en 17%).

Op gebouwniveau wordt duidelijk dat veel gebouwen één

duidelijke hoofdfunctie kennen. Met name het Horst

Complex, Carré en de Technohal kennen een grote spreiding

van functies.

03 ANALYSE HUIDIG RUIMTEAANBOD EN –GEBRUIK

Figuur: Analyse op functieniveau

Page 24: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

24

Kantoorruimten

De totale oppervlakte aan kantoorruimte van UT bedraagt circa

52.000 m² fno, verdeeld over 32 gebouwen. Vier gebouwen bieden

ruim de helft van alle kantoorruimte op de campus aan. Dit zijn het

Horst Complex (circa 10.000 m² fno), ITC (circa 6.200 m² fno), Carré

(circa 6.000 m² fno) en Spiegel (circa 4.800 m² fno). Iedere faculteit,

dienst en instituut heeft eigen ‘dedicated’ kantoorruimten. TNW

beschikt over de meeste kantoorruimte (circa 9.500 m² fno), gevolgd

door BMS (circa 7.800 m² fno). De gemiddelde hoeveelheid

kantoorruimte per werknemer van de UT ligt momenteel op

ongeveer 15 m² fno per fte (op basis van de formatiecijfers van UT, mei 2019).

Het gebruik van kantoorruimte door de UT ligt daarmee rond het

gemiddelde o.b.v. de benchmark Facilitair Universiteiten 2014. Dit

gemiddelde bedraagt circa 15 m² fno per fte. (Benchmark Facilitair

Universiteiten 2014 - Colliers, Juli 2015). De huidige kantoorruimten worden

over het algemeen kwalitatief voldoende tot goed beoordeeld.

Onderwijsruimten

De totale oppervlakte aan onderwijsruimte op de campus bedraagt

ruim 28.000 m² fno, verdeeld over 18 gebouwen. Het betreft

collegezalen, practicumruimten, werkgroepruimten,

tentamineerruimten en studiezalen/-plekken. Deze ruimten zijn

grotendeels in te roosteren (te huren) via CFM. Circa 1.800 m² fno

betreft bibliotheekruimte. Het volgende figuur toont de verdeling

per type onderwijsruimte. Daarnaast is off-campus sprake van

aanvullend circa 1.400 m² fno aan tentamineerruimte in de Therm

(niet opgenomen in het volgende figuur).

Op gebouwniveau valt op dat het Horstcomplex (circa 8.000 m² fno),

ITC (circa 4.000 m² fno) en de Technohal (circa 3.100 m² fno)

gezamenlijk ruim de helft van het aanbod aan onderwijsruimten

bieden. Belangrijk om op te merken is dat het aanbod aan zelfstudie-

werkplekken groter is dan de kwantitatieve analyse van het

ruimteaanbod doet vermoeden. Naast de geregistreerde

studiewerkplekken worden ook restauratieve plekken en

projectruimten ingezet als zelfstudie-werkplek indien deze niet voor

de oorspronkelijke functie worden gebruikt. Ook zijn er verspreid

over de campus zelfstudie-werkplekken die niet zijn in te roosteren

(en niet 1-op-1 in de huidige doorbelastingsystematiek zijn

opgenomen) en bijvoorbeeld in de tarra-ruimten (verkeersruimte

etc.) zijn gesitueerd. Dit laatste vindt als gevolg van de krapte

overigens steeds vaker plaats, wel in overleg met CFM. Daarmee

komt de som van het aantal collegeplekken (circa 6.950) en

zelfstudie-werkplekken (circa 3.650) op de campus (exclusief huidig

ITC gebouw) ongeveer overeen met het totaal aantal studenten van

de UT. De huidige onderwijsruimten worden over het algemeen als

kwalitatief goed beoordeeld. De onderwijsruimten in de Spiegel

vormen een uitzondering daarop. Deze worden door de matige

akoestiek als matig beoordeeld.

Bezetting van de onderwijsruimten

De UT analyseert jaarlijks het gebruik en de bezetting (een ruimte is

03 ANALYSE HUIDIG RUIMTEAANBOD EN –GEBRUIK

Figuur: Onderwijsruimten

Page 25: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

25

bezet indien deze is ingeroosterd) van de roosterbare

onderwijsruimten, onder meer op basis van de verroostering. Uit de

analyse van het collegejaar 2018-2019 volgt:

De bezetting van de onderwijsruimten ligt tijdens de

bedrijfstijden (40 uur per week) tussen de 30% en 90%. De totale

gemiddelde bezetting van de collegezalen bedraagt 58% op

jaarbasis excl. Gebouw ITC.

Met name de grote hoorcollegezalen (161-500 plaatsen) kennen

met gemiddeld op jaarbasis circa 44% een lage bezetting. De

werkcollegezalen hebben gemiddeld een bezetting van 60%.

De hoogste bezetting ligt rond de 89% (onderwijsruimte Ravelijn

4237), de laagste bezetting is 31% (onderwijsruimte Cubicus

238).

Op dinsdag en donderdag is de bezetting het hoogst

(respectievelijk gemiddeld 64% en 65%). Vrijdag is met een

gemiddelde van 53% de minst populaire dag qua inroostering

van collegezalen.

De analyse van de bezetting in de collegeweken (10 weken per

kwartiel) geven voor deze periode een ander beeld weer:

De bezetting van de werkcollegezalen in de eerste 8

onderwijsweken van een kwartiel liggen rond de 60-78%.

De bezetting neemt in de loop van het collegejaar af.

De gemiddelde bezetting is hoger dan de voorgaande jaren.

Het groeiende aantal studenten laat ook een veranderende

gemiddelde bezetting zien in het type onderwijsvoorzieningen.

De reserveringsgraad van specifiek de projectruimtes is hoog.

Binnen het hoger onderwijs wordt veelal een gemiddelde bezetting

van 70% als maximaal haalbaar geacht. Gebaseerd op

ervaringscijfers bij andere universiteiten en vanuit de gedachte dat

de UT de komende jaren actief kan sturen op verbetering van de

roosterefficiency, liggen er kansen om de bezetting van de

roosterbare onderwijsruimten te verbeteren. In dit kader heeft CES

het initiatief genomen tot de ontwikkeling van een roostervisie.

Gecombineerd met de steeds beter wordende en verdergaande

digitalisering ontstaan de komende tijd ook de mogelijkheden om

een verbetering mogelijk te maken.

Onderzoeksruimten

Op de campus van de UT is ook een grote hoeveelheid

onderzoeksruimten aanwezig. In totaal betreft het ruim 23.000 m²

fno, verdeeld over 15 gebouwen. Net als bij kantoorruimten is een

groot deel van de onderzoekruimten ‘dedicated’ voor bepaalde

faculteiten en instituten. De faculteit TNW beschikt verreweg over

de meeste onderzoeksruimte met ruim 13.000 m² fno. Daarnaast

beschikken ook de faculteiten EWI (circa 4.600 m² fno) en ET (circa

3.900 m² fno) over ‘dedicated’ onderzoekruimten. De meeste

onderzoeksruimten zijn te vinden in het gebouw Carré (circa 9.000

m² fno) en het Horst Complex (circa 8.000 m² fno). De overige

onderzoeksruimten zijn met name verdeeld over het Nanolab, de

Technohal en Zilverling.

Het volgende figuur toont de verdeling per type onderzoeksruimte.

Binnen onderzoeksruimten kan een onderverdeling worden gemaakt

naar ‘zwaarte’ van de ruimte. Zo is er sprake van high-tech en low-

tech onderzoeksruimte afhankelijk van het voorzieningenniveau.

03 ANALYSE HUIDIG RUIMTEAANBOD EN –GEBRUIK

Page 26: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

26

Restauratieve voorzieningen

De restauratieve voorzieningen van de UT zijn verspreid over de

campus. In totaal gaat het om circa 7.800 m² fno, verdeeld over 23

gebouwen. Een groot deel van deze voorzieningen bevindt zich in de

Bastille, Horst Complex, Pakkerij en de Waaier (gezamenlijk circa

4.100 m² fno), daarvan staat de Boerderij (voormalig Faculty Club)

momenteel leeg. Het aanbod bestaat uit Coffee Corners, kantines en

een tweetal cafés. De medewerkers en studenten van de UT kunnen

daarnaast gebruik maken van de restaurants in The Gallery en het U

Parkhotel. De restauratieve voorzieningen worden over het

algemeen als kwalitatief goed beoordeeld.

Sportvoorzieningen

Op de campus zijn diverse sport- en cultuurvoorzieningen aanwezig,

totaal circa 5.000 m² fno en horen onlosmakelijk bij de unieke

campusidentiteit van de UT. Beide worden achtereenvolgens

toegelicht.

De aanwezige diverse en unieke sportvoorzieningen maken de UT

een échte Campus Universiteit. Deze sport-, en beweeg-

voorzieningen zijn belangrijk voor de campuswaarde. Het

Sportcentrum bevindt zich in het bruisend hart van de Campus in

het W&L gebied en beslaat circa 4.800 m² fno. Indoor biedt het

ruimte aan twee grote sporthallen, vier sportzalen, fitnessruimte,

klein binnenzwembad, vleugel met zeven cabines voor een

fysiotherapiepraktijk, sportkantine, kantoorruimten, een pantry en

een kleine vergaderzaal. Verder zijn er outdoor diverse sportvelden

(hockey, basketbal, voetbal, tennis, volleybal en honkbal), een

atletiekbaan en een verwarmd buitenzwembad aanwezig.

Het sportaanbod van de UT kenmerkt zich door een breed en

functioneel aanbod voor studenten, medewerkers en externen. Het

aanbod is op onderdelen toe aan vernieuwing, kwaliteitsverbetering

en dat het op onderdelen efficiënter ingezet kan worden (wat

overigens niets afdoet aan de functionaliteit).

De sportvoorzieningen vallen onder de dienst CFM met een

belangrijke rol voor studenten (studenten besturen, SU als

beleidsmaker). Eigendom van de UT van deze voorzieningen is

daarvoor een ‘must’. De UT (CFM) heeft een aantal contracten met

externen, waardoor er een goede bezetting van de voorzieningen

overdag is. In de avonduren is de druk op de sportvoorzieningen al

jaren te hoog, ondanks de ruime openingstijden. Kwalitatief voldoet

het aanbod deels, echter indoor is uitbreiding al jarenlang

onmogelijk wegens capaciteitsgebrek voor zowel gebonden als

ongebonden sport. Op ‘prime time’ (einde middag en de avond door

de week) is het lastig om kwalitatief goed aanbod te leveren voor de

fitness, groepslessen en cursussen. Ook is er geen hoogwaardig

geschikte ruimte voor mental health cursussen en yoga varianten.

Vanuit onderwijs en onderzoek (o.a. EWI en BMS) bestaat de

behoefte om in de toekomst meer ruimte te kunnen bieden aan data

analyse en diverse proefopstellingen. Zowel voor de faculteiten als

derden. Het Sportcentrum zou richting toekomst zaken graag

03 ANALYSE HUIDIG RUIMTEAANBOD EN –GEBRUIK

Figuur: Onderzoeksruimten

Page 27: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

27

verbinden en ziet duidelijke kansen om meercapaciteit te

combineren voor meerdere partijen. Het Sportcentrum kan

daarmee sportief gezien het innovatieve middelpunt worden van de

‘Healthy Campus’, alwaar studenten en medewerkers komen

sporten, besturen, maar ook samen komen voor ontspannen en

bewegen, onderwijs, onderzoek (proeftuin), life-style coaching en

revalidatie.

Het Student Union heeft samen met het Sportcentrum in de zomer

van 2019 een rapportage opgeleverd van haar bezettingsgraad met

aanvullend de kansen en bedreigingen voor de toekomst. In brede

zin kan het Sportcentrum haar klantengroepen geen kwaliteit blijven

bieden als aantallen in studenten en medewerkers blijven stijgen,

vraag en aanbod niet beter afgestemd kunnen worden en er geen

indoor capaciteit bij komt. Dit vraagt om keuzes zodat het totale

Sportcentrum bruisend en aantrekkelijk blijft voor alle

klantengroepen. Het Sportcentrum is een voorstander van

multifunctioneel gebruik en ziet kansen voor meerdere partijen om

tot samenwerking te komen waar het gaat om de brede vraag om

meer capaciteit e/o voorzieningen.

Het hart van de cultuurvoorzieningen bevindt zich in De Vrijhof. In

de Vrijhof vindt men het cultuuraanbod van de universiteit waaraan

zowel actief alsook receptief kan worden deelgenomen. Hierbij

staan de campuswaarden Ontwikkelen, Ontmoeten en Ontspannen

centraal. ‘Ontwikkelen’ door o.a. actief deel te nemen aan het

cultureel educatieve aanbod of een studentenbestuur, ‘Ontmoeten’

tussen studenten en medewerkers buiten het curriculum of de

faculteit om en ‘Ontspannen’ door op een andere manier in

aanraking te komen met podiumkunsten en kunstexposities. Er

bevinden zich twee expositieruimtes in de Vrijhof en een drietal

ateliers in de Vrijhof die voornamelijk worden ingezet voor

Cultuureducatie. Daarnaast is er een tiental studio’s voor individueel

gebruik of voor kleine groepen te vinden. De theateraccommodatie

bestaat uit 4 zalen, Agora, Amphitheater, Audiozaal en de Kleine

Zaal. Hierin vinden jaarlijks circa 1.000 repetitiemomenten en

verenigingsactiviteiten plaats en meer dan 80 voorstellings-

momenten, vooral in de avonduren. Deze accommodatie is

bovendien deels geschikt om een piek bij onderwijs op te vangen en

voor congressen en symposia. De accommodatie is gebouwd in 1971

en heeft in de jaren negentig een verbouwing ondergaan.

Ondertussen is de accommodatie door de leeftijd kwalitatief niet

meer geschikt voor congressen en symposia. De Vrijhof is qua

uitstraling ‘ingehaald’ door de gebouwen rond het O&O-plein

waardoor er overdag minder vraag is naar deze faciliteiten. Terwijl

de druk op de onderwijsfaciliteiten rond het O&O-plein toeneemt is

het verstandig de theater- en congresfaciliteiten in de Vrijhof te

verbeteren en op die manier de druk op de onderwijsfaciliteiten te

verlichten. Naast de ‘indoor’ theatervoorzieningen beschikt de UT

ook over een recentelijk vernieuwd openluchttheater.

Wooneenheden

De wooneenheden op de UT zijn geconcentreerd aan de westkant

van de campus op figuur 5 in rood weergegeven. Op de campus

wonen ongeveer 2.500 studenten. De meeste wooneenheden zijn

van De Veste en sinds september 2018 biedt ook Camelot circa 450

gemeubileerde zelfstandige eenheden aan. In het voormalige hotel

Drienerburght worden circa 60 onzelfstandige eenheden t.b.v. het

residentiële concept voor University College Twente (UCT)

gerealiseerd. De UT heeft ook een 60-tal medewerkerswoningen op

de campus. Naast de wooneenheden biedt de campus ook

verblijfmogelijkheden voor een korte periode. Midden op de campus

03 ANALYSE HUIDIG RUIMTEAANBOD EN –GEBRUIK

Page 28: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

28

staan zeven blokhutten waar met 15 personen per blokhut 105

personen kunnen overnachten. Ook heeft de UT via de holding het

eigendom van twee hotels. Het betreft hier het ITC International

Hotel en het U Parkhotel (in Hogekamp). De aanwezigheid van

woningen op de campus heeft een belangrijke bijdrage aan de

campuswaarde. Zonder woningen is geen sprake van een ‘echte’

campus. Het woningaanbod zorgt daarnaast voor een ’warme

ontvangst’ voor beginnende studenten. Kwalitatief presteren de

woningen voldoende en is ook voldoende prijsdifferentiatie

aanwezig. Woningcorporatie is bezig met een onderzoek naar

renovatie van een gedeelte van haar vastgoed.

Omgeving van de campus

In de directe omgeving van de campus ligt de innovatiecampus

Kennispark. Op deze dynamische locatie bundelen ondernemers,

overheid en kennisinstellingen hun krachten. Dit biedt voor de UT

kansen om de meerwaarde van de campus intensief te benutten en

theorie in de praktijk te brengen. De UT is dan ook een van de

initiatiefnemers van het Kennispark Twente.

03.04 Conclusies ruimteaanbod en -gebruik

Samenvattend kan uit de analyse van het huidige ruimteaanbod en –

gebruik het volgende worden geconcludeerd.

Kernvoorraad en flexibele schil

De campus biedt een grote diversiteit aan voorzieningen en wordt

gewaardeerd om de compactheid en het groene en autonome

karakter. Uit de kwalitatieve beoordeling van de

vastgoedportefeuille volgt dat ook de gebouwen op de campus in

het algemeen als goed worden beoordeeld. Indien de ontwikkeling

van de UT afwijkt van de huidige verwachtingen is het van belang

dat er desondanks onderscheid wordt gemaakt tussen de ‘flexibele

schil’ en de ‘kernvoorraad’ binnen de portefeuille. De flexibele schil

bestaat uit die gebouwen die (vanwege de ligging, functionaliteit,

strategische waarde en boekwaarde) indien nodig, zijn in te zetten

als schuifruimte, bij een structurele afname van de ruimtebehoefte

relatief gemakkelijk zijn vrij te spelen (te verhuren of verkopen) of bij

een toename van de ruimtebehoefte ruimte kunnen maken voor

nieuwe ontwikkelingen. Te denken valt in dit kader met name aan de

gebouwen aan de randen van de campus, bijvoorbeeld de Spiegel.

De overige gebouwen vormen de 'kernvoorraad' binnen de

vastgoedportefeuille van de UT.

Kwaliteit van de huisvesting

De basiskwaliteit van de gebouwen op de campus met primaire

voorzieningen (kantoor, onderwijs– en onderzoeksruimten) is op

orde. Echter om de gebouwen toekomstbestendig te houden is

gekeken welke gebouwen in aanmerking komen voor een grotere

renovatie in de periode 2020-2030. Hierbij is gekeken naar de

technische, financiële (vanuit afschrijvingen) en functionele

relevantie. Ook zijn enkele objecten meegenomen die noodzakelijk

zijn voor het functioneren van de gebouwen maar niet zozeer

afhankelijk zijn van een gebruikersoordeel. Dit heeft geleid tot een

lijst van 27 gebouwen/objecten waarvan het wenselijk is dat deze in

de projectplanning worden opgenomen.

Kwaliteit van de voorzieningen

Het huidige aanbod aan primaire voorzieningen op de campus

(kantoor, onderwijs– en onderzoeksruimten) worden over het

algemeen als voldoende tot goed beoordeeld. Ook de niet-primaire

voorzieningen (sport-, cultuur-, restauratieve en woonvoorzieningen)

hebben een belangrijke bijdrage in de campuswaarde. Deze

03 ANALYSE HUIDIG RUIMTEAANBOD EN –GEBRUIK

Page 29: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

29

voorzieningen voldoen kwalitatief grotendeels aan de behoefte en

de vernieuwingen in de diverse sportvelden vanuit het vorige LTSH

worden zeer goed gewaardeerd.

Kwantiteit en flexibiliteit

Er liggen meerdere kansen om te komen tot een betere bezetting en

benutting van het vastgoed:

Gebaseerd op ervaringscijfers bij andere universiteiten en vanuit

de gedachte dat de UT de komende jaren actief kan sturen op

verbetering van de roosterefficiency, liggen er kansen om de

bezetting van de roosterbare onderwijsruimten te verbeteren.

Een haalbaar geachte bezetting van 70% wordt bij de UT nog niet

gehaald en ligt bijvoorbeeld voor de collegezalen gemiddeld op

58%. In dit kader heeft CES het initiatief genomen tot de

ontwikkeling van een roostervisie. Gecombineerd met de steeds

beter wordende en verdergaande digitalisering ontstaan de

komende tijd ook de mogelijkheden om een verbetering mogelijk

te maken. Het eventueel verruimen van de bedrijfstijden is

mogelijk interessant indien er (tijdelijk) een tekort aan

onderwijsruimten zou ontstaan.

Een groot deel van het ruimtegebruik door de UT (circa 40%,

circa 52.000 m² fno) bestaat uit kantoorruimte. Het sturen op

meervoudig ruimtegebruik binnen de kantoorruimte en het

stapsgewijs invoeren van een ruimtenorm voor het gebruik van

kantoorruimte kan leiden tot een ruimtereductie. De gemiddelde

hoeveelheid kantoorruimte per werknemer van de UT ligt

momenteel op ongeveer 15 m² fno per fte. Dit ligt circa 20%

hoger dan de richtlijn die UT hanteert voor toekomstige

huisvestingsinitiatieven (12 m² fno per FTE). Stapsgewijze

invoering van deze norm levert een structurele besparing en

mogelijk investeringsruimte op (meer kwaliteit in minder m²) en

biedt daardoor kansen voor realisatie van een meer inspirerende

werk-, onderzoek– en onderwijsomgeving, inclusief een

aantrekkelijk aanbod aan overige voorzieningen.

Er is goede voorraad onderzoeksvoorzieningen aanwezig. Echter

in de nabije toekomst kan als gevolg van groei in het onderzoek

de behoefte nog verder toenemen. De kwaliteit wordt daarbij

telkens in ogenschouw genomen.

Kwalitatief voldoet het aanbod aan sport- en

cultuurvoorzieningen grotendeels. Er wordt echter kwantitatieve

druk ervaren op een deel van deze voorzieningen. De kansen om

te komen tot een betere benutting zijn hier (mede als gevolg van

het TOM-model) beperkt. Het aanbod van de overige (niet-

primaire) voorzieningen sluit kwantitatief grotendeels aan op de

vraag.

De aanwezigheid van woningen op de campus levert een

belangrijke bijdrage aan de campuswaarde. Zonder woningen is

geen sprake van een ‘echte’ campus. Het woningaanbod zorgt

daarnaast voor ’warme ontvangst’ voor beginnende studenten.

Kwalitatief presteren de woningen voldoende en is ook

voldoende prijsdifferentiatie aanwezig.

Er zijn zowel ‘on’ als ‘off’ campus diverse

ontwikkelmogelijkheden. Gericht op een eventueel toekomstige

herbestemming van vastgoed is de flexibiliteit (adaptief

vermogen) van de gebouwen relevant. Met name de gebouwen

Ravelijn, Paviljoen en een deel van het Horstcomplex zijn met

relatief beperkte ingrepen geschikt te maken voor een andere

functie. Alhoewel de Spiegel recentelijk nog behoorlijk verbouwd

is, geldt voor gebouw de Spiegel dat deze relatief eenvoudig

geschikt is te maken voor een flexibel werkplekconcept, maar

minder geschikt is voor onderzoeksruimten. De

collegezaalvleugel is verouderd.

03 ANALYSE HUIDIG RUIMTEAANBOD EN –GEBRUIK

Page 30: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

30

04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

Page 31: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

31

In dit hoofdstuk wordt een vertaling gemaakt van het geschat

toekomstig gebruik van de universiteit naar een lange termijn

ruimtebehoefte. Deze ruimtebehoefte heeft zowel een kwalitatief

als kwantitatief karakter.

In de lange-termijn ruimtebehoefte van de UT worden de volgende

ruimtecategorieën gedefinieerd:

Onderwijs gerelateerde ruimten: onderwijs– en zelfstudieruimte;

Personeel gerelateerde ruimten: kantoor– en onderzoeksruimte;

Overige ruimten: wooneenheden, restauratieve voorzieningen,

sport– en cultuurvoorzieningen en overige voorzieningen.

Voor specifieke ruimtecategorieën, zoals bibliotheekruimte, wordt

voorlopig het huidig ruimtegebruik als basis voor de lange termijn

huisvestingsbehoefte gehanteerd.

De ruimtebehoefte is, in lijn met de huidige vastgoedadministratie

van de UT (zie hoofdstuk 03), gedefinieerd als functioneel

vloeroppervlakte (m² fno). Ter verduidelijking: niet door te

berekenen ruimten (techniekruimten, sanitaire ruimten en

verkeersruimten) zijn buiten beschouwing gelaten.

04.01 Scenario’s

Een belangrijke uitdaging in dit LTSH 2030 is het vinden van een

goede balans tussen de toekomst met haar onzekerheden en het

‘hier en nu’ met druk op de beschikbare ruimte. Een aantal

ontwikkelingen heeft direct invloed op de (groei van de) populatie

en de bijbehorende ruimtebehoefte. Toekomstige ontwikkelingen

(flexibele toestroom studenten, andere vormen van onderwijs,

digitalisering, etc.) zijn onzeker, maar hebben in potentie veel

impact op de kwalitatieve en kwantitatieve ruimtebehoefte. Dat is

een spanningsveld en vraagt om continue anticiperen en indien

nodig bijstellen.

Ontwikkeling studentenaantallen

De studentenpopulatie van UT is na 2016 fors gegroeid. De totale

studentenpopulatie is gegroeid van 9.900 in 2016 naar 11.136

studenten in 2018. In september 2019 zat het aantal studenten zelfs

al ruim boven de 11.500. De netto groei wordt vooral veroorzaakt

door een hogere instroom van de bachelor studenten. Deze is

bijvoorbeeld van 2017 naar 2018 van 1.800 naar 2.000 gegroeid. Het

aantal masterstudenten (excl. doorstroom) was met bijna 900

vergelijkbaar met de jaren ervoor. De buitenlandse instroom neemt

de laatste jaren meer toe dan de nationale instroom waarbij de non-

EER de hoogste is. Ter indicatie van 2014 naar 2018 is de nationale

instroom gegroeid met 13%, de EER instroom gegroeid met 54% en

de non-EER met 87%. Het grootste deel internationale studenten

wordt geleverd door Duitsland gevolgd door Aziatische en Oost-

Europese landen (Bron: Universiteit Twente, Jaarverslag 2018).

Een van de ambities volgend uit Shaping 2030 is dat gestreefd wordt

naar een gezonde verhouding nationale en internationale studenten

in 2030. Indicatief kan worden uitgegaan van een maximaal

percentage internationale studenten dat ligt rond de 40%. De totale

internationale populatie van de UT ligt momenteel op ongeveer 33%.

Demografische ontwikkelingen

Om de demografische groeipotentie van de UTin Twente en

Overijssel te verkennen zijn de verwachte landelijke demografische

ontwikkelingen én de ontwikkelingen van de provincie Overijssel en

specifiek de regio Twente onderzocht. In Nederland is de bevolking

in de periode 1990-2018 met 15% toegenomen. Deze groei zet in de

04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

Page 32: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

32

toekomst in een wat lager tempo door, blijkt uit de prognose uit

2018. In de periode 2018-2040 wordt landelijk een bevolkings-

toename van 6% verwacht. In Overijssel was de bevolkingsgroei in

het verleden ongeveer gelijk aan de groei in Nederland. De toekomst

ziet er in vergelijking met Nederland anders uit. Volgens de

voorspellingen groeit het aantal inwoners nog tot 2023. Daarna slaat

de groei om in een krimp. Verwacht wordt dat de bevolking in

Overijssel tussen 2018 en 2040 met 2% gaat dalen. Naar

verwachting zal Overijssel in de toekomst bovendien verder

vergrijzen (Bron: verwachte bevolkingsontwikkelingen, provincie Overijssel,

december 2018).

Voor de regio Twente wordt eveneens krimp verwacht, van circa

630.000 inwoners in 2020 naar circa 608.000 in 2050. Een daling van

circa 3%. De volgende grafiek toont de verwachte ontwikkeling van

de leeftijdscategorie tussen 20 en 65 jaar.

Hieruit volgt dat deze leeftijdscategorie naar verwachting in omvang

afneemt met circa 12%. Hetzelfde geldt voor de leeftijdscategorie 0

tot 20 jaar (de generatie toekomstige potentiële studenten). Hier is

sprake van een verwachte krimp van circa 10%. Daaruit volgt de

conclusie dat in regio Twente, net als op provinciaal niveau, een

vergrijzing wordt verwacht. De bovengrens van de instroom vanuit

uit Twente en Overijssel lijkt daarmee bereikt. Echter voor de UT zal

dit effect gecompenseerd worden omdat de bovenregionale

instroom ten opzichte van de andere universiteiten bovengemiddeld

is.

Landelijke trends

Hier staat tegenover dat de trend is dat een steeds groter aandeel

van de jongeren voor WO kiest. In Nederland heeft bijna 31 procent

van de mannen en vrouwen een hbo- of universitair diploma. Dit

aandeel is de afgelopen jaren toegenomen (Bron: CBS, Evenveel vrouwen

als mannen met hbo- of wo-diploma, 2019). Uit de Landelijke Monitor

Studentenhuisvesting volgt dat er eind 2018 circa 695.000

voltijdstudenten waren binnen het hoger onderwijs, waarvan 41

procent studeert aan een universiteit. 12 procent van deze circa

695.000 voltijdstudenten heeft een vooropleiding in het buitenland

gevolgd en heeft een buitenlandse nationaliteit. De afgelopen acht

jaar is het aantal studenten met 19 procent toegenomen. Naar

verwachting neemt deze groei af en stijgt het aantal studenten de

komende acht jaar per jaar met ongeveer 5.300 studenten (+1

procent). Het aantal hbo-studenten gaat dalen (-40.800 studenten, -

10 procent). De groei wordt dan ook volledig veroorzaakt door een

toenemend aantal universitaire studenten (+46.100 studenten, +16

procent). De nationale groei van het aantal universitaire studenten in

de komende acht jaar is volgens prognoses in de meeste steden met

een universiteit terug te zien. Wageningen (24 procent) en Delft (20

procent) zijn de steden met de grootste groei. (Bron: ABF Research,

Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2019, 3 oktober 2019).

04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

Figuur: Regionale prognose 2020-2050; bevolking, intervallen, regio-indeling 2018

(bron: CBS gegevens, 2018).

Page 33: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

33

Prognose populatie hoger onderwijs Enschede

In de afgelopen acht jaar nam het aantal universitaire studenten in

Enschede toe met gemiddeld 230 studenten per jaar. Voor de

komende jaren (tot 2026/2027) wordt een groei van 220 studenten

universitaire studenten per jaar verwacht. Ter indicatie: voor het

HBO wordt een jaarlijkse krimp verwacht van ongeveer dezelfde

omvang. In acht jaar tijd komt dit voor het gehele hoger onderwijs

neer op een daling van 0,7 procent. Daarbij dient te worden

opgemerkt dat de verwachting is dat het gehele hoger onderwijs, tot

en met collegejaar ’23-’24 groeit. Daarna zal het aantal studenten,

als gevolg van demografische krimp, dalen. Kortom er zal in het

komend decennium nog groei optreden om vervolgens weer terug

te zakken naar een lager stabiel aantal. (Bron: ABF Research, Lokale Monitor

Studentenhuisvesting Enschede 2019, 3 oktober 2019).

Toekomstperspectief studentenpopulatie UT

In gesprekken met zowel de verschillende faculteiten als de diensten

HR, M&C en S&P is stilgestaan bij het toekomstperspectief voor wat

betreft de studentenpopulatie. Hierin zijn alle hiervoor geschetste

ontwikkelingen meegenomen. Uit de gesprekken volgt dat er

faculteiten zijn met een groeiverwachting. Gelet op de

demografische ontwikkelingen en de ervaringen in de afgelopen

jaren dient echter eveneens op middellange rekening te worden

gehouden met opleidingen die krimpen. In het kader van dit LTSH

2030 is de totale studentenpopulatie UT in 2030 als volgt ingeschat:

Groeiscenario: 13.000 studenten

Baselinescenario: 12.000 studenten

Krimpscenario: 11.000 studenten

Gezien het grote aantal onzekerheden is het nodig een tweetal

extremere varianten te verkennen om de gevoeligheid voor groei en

krimp te kunnen inschatten. Aan de onderkant is dit het scenario dat

in 2016 nog het baseline scenario was: het ‘terugvalscenario 2016’.

Aan de bovenkant wordt bekeken wat er gebeurt als de UT ver

boven verwachting op basis van de kennis van nu doorgroeit: het

‘piekscenario’:

Terugvalscenario 2016: 9.500 studenten

Piekscenario: 14.500 studenten

Ontwikkeling medewerkersaantallen

De ontwikkeling van medewerkersaantallen is met name als gevolg

van overheidsmaatregelen begonnen aan een behoorlijke

verandering in het tijdvak 2020-2030. De komende jaren wordt een

stevige groei verwacht in zowel wetenschappelijk personeel (hierna:

WP) als ondersteunend personeel (hierna: OBP). Dit komt nog

bovenop de reguliere groei als gevolg van de studentenaantallen.

Voor de UT zijn enkele richtlijnen in de vorm van ratio’s beschikbaar

die gehanteerd kunnen worden in geval van fluctuerende

studentenaantallen. Voor het onderwijzend WP kan gesteld worden

dat voor de technische opleidingen een ratio geldt van 1 op 12

studenten en voor de overige opleidingen ongeveer 1 op 18 à 19.

Gemiddeld komt dit ongeveer uit op 1 op 15. Op elke 4 WP volgt

ongeveer 1 OBP (80/20-regel). In de praktijk zullen er echter altijd

afwijkingen zijn omdat er ook andere factoren meespelen zoals:

Arbeidsrechtelijke zaken (bij krimp).

Werving (bij groei).

Uitwisseling van onderwijzend WP naar onderzoekend WP, zowel

bij groei als bij krimp.

Beleidsmatige impulsen vanuit de overheid (zoals de

sectorplannen).

In het kader van het LTSH 2030 zijn verschillende

medewerkerspopulaties voor 2030 berekend die rekening houden

04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

Page 34: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

34

met de ratio’s en de 80/20 regel. Dit op basis van plus of min 1.000

studenten. Daarnaast is gerekend met ongeveer 13 extra WP

onderzoek. Oftewel een fluctuatie van plus of min 100

medewerkers, waarvan 80 WP en 20 OBP. Dit leidt tot de volgende

inschattingen van de medewerkerspopulatie in 2030:

Groeiscenario: 2.063 FTE WP en 1.339 FTE OBP

Baseline scenario: 1.983 FTE WP en 1.319 FTE OBP

Krimpscenario: 1.903 FTE WP en 1.299 FTE OBP

Gezien het grote aantal onzekerheden, met name als gevolg van

grote internationale concurrentie om wetenschappelijke staf, is het

ook hier nodig een tweetal extremere varianten te verkennen om de

gevoeligheid voor groei en krimp te kunnen inschatten. Aan de

onderkant is dit het scenario dat in 2016 nog het baseline scenario

was: in dit LTSH 2030 aangeduid als het ‘terugvalscenario 2016’.

Opgemerkt kan worden dat de sterke groei ook hier al van de

gestelde ratio’s afwijkt. Aan de bovenkant wordt bekeken wat er

gebeurt als de UT ver boven verwachting doorgroeit: het

‘piekscenario’. Uitgangspunt daarbij is een groei die tweemaal zo

groot is als de groei van 2016 tot het baseline scenario.

Terugvalscenario 2016: 1.525 FTE WP en 1.075 FTE OBP

Piekscenario: 2.441 FTE WP en 1.563 FTE OBP

Scenario als basis voor toekomstige ruimtebehoefte (2030)

De toekomst is onzeker en de ruimtebehoefte daardoor dynamisch.

Vastgoed heeft een statisch karakter, wat in de praktijk leidt tot een

spanning tussen vraag en aanbod. Om in de toekomst flexibel in te

kunnen spelen op ontwikkelingen en gericht op een structurele

balans tussen huisvestingslasten en –baten wordt voor de lange

termijn uitgegaan van een conservatieve schatting van de

ruimtebehoefte. Het baseline scenario vormt in het LTSH 2030 de

basis voor de bepaling van de ‘kernportefeuille’ en daarmee de

dimensionering van de capaciteit van het permanente vastgoed.

Waarbij opgemerkt dient te worden dat het aantal studenten in

2020 al bereikt wordt en het aantal medewerkers nog niet op het

genoemde aantal zit. Dit laatste zal in de periode 2020-2025 bereikt

worden. Het groei- en piekscenario zullen de permanente

vastgoedcapaciteit van de UT overstijgen en worden nadat het

bestaande vastgoed optimaal gebruikt is, opgevangen middels een

flexibele schil. Een flexibele schil bestaat uit huur of realisatie van

tijdelijk vastgoed. Als dan toch weer krimp optreedt dan wordt

leegstand voorkomen. Daarnaast worden gebouwen gemarkeerd die

een grote externe courantheid kennen. Deze gebouwen zullen bij

krimp (terugvalscenario 2016 of krimpscenario) als eerste vrij

worden gespeeld en ingezet voor bijvoorbeeld verhuur aan derden

of in het uiterste geval dispositie.

In het LTSH 2030 zijn voor de lange termijn huisvestingsbehoefte de

volgende uitgangspunten voor de kernvoorraad vastgoed

gehanteerd:

Aantal studenten in 2030: 12.000

Aantal FTE WP in 2030: 1.983

Aantal FTE OBP in 2030: 1.319

04.02 Behoefte aan onderwijsruimte

Relevante ontwikkelingen van invloed op behoefte

Het Twents Onderwijsmodel (TOM)

De onderwijsvisie en het daaruit voortvloeiende Twents

Onderwijsmodel (hierna: TOM) heeft grote invloed op de behoefte

aan onderwijsruimte van UT. Alle bacheloropleidingen van de

universiteit zijn vormgegeven volgens dit onderwijsmodel. Met TOM

04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

Page 35: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

35 04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

leidt de UT studenten op tot T-shaped professionals met een

ondernemende houding, die bekwaam zijn als onderzoeker,

ontwerper en organisator. De volgende elementen zijn kenmerkend

aan TOM: projectgestuurd onderwijs binnen modules, student-

driven learning, frequente feedback op het leerproces, variatie in

lesmethoden en community vorming. Wat betreft

onderwijsfaciliteiten hebben opleidingen daarom behoefte aan

voldoende projectruimtes en collegeruimtes waarin interactief leren

gefaciliteerd wordt.

Digitalisering en flexibilisering van onderwijs

Digitalisering verandert de samenleving in een hoog tempo. Op dit

moment transformeren ‘machine learning’ en ‘artificial intelligence’

al de manier waarop innovaties ontstaan. Ontwikkelingen op het

gebied van digitalisering volgen elkaar bovendien snel op, zo ook

binnen het onderwijs. Digitalisering van onderwijs maakt het

mogelijk om onderwijs ‘blended’ aan te bieden, overal ter wereld

onderwijs te volgen en door middel van ‘gamification’ te kiezen voor

nieuwe onderwijsvormen. De lijn tussen fysiek en digitaal vervaagt,

de wereld wordt ‘hybride’. UT omarmt het feit dat digitalisering

zorgt voor een transformatie van het waarom, waar en hoe de

universiteit onderzoek uitvoert en onderwijs aanbiedt.

Een belangrijk voorbeeld in deze is het ECIU Universities project.

Hier worden in Europees verband vraagstukken die om een

wetenschappelijke benadering vragen aangepakt. Onafhankelijk van

de fysieke locatie wordt samengewerkt aan onderzoek. De UT heeft

hier onlangs een coördinerende rol toebedeeld gekregen.

Het onderwijs wordt bovendien flexibeler. Modularisering en

mengvormen van face-to-face en online onderwijs (ook van andere

dan de eigen instelling) komen steeds meer voor. Er is daarnaast

steeds meer vraag naar microcredentialing, waarbij het onderwijs in

kleinere eenheden wordt opgeknipt, die afzonderlijk worden

gecertificeerd. (Bron: Versnellingsagenda voor onderwijsinnovatie, Vereniging van

universiteiten, Vereniging hogescholen, SURF, 2017). In het verlengde daarvan

is een trend waarneembaar waarbij steeds meer

onderwijsaanbieders ontstaan, die een deel van het onderwijs van

onderwijsinstellingen zouden kunnen overnemen.

Uitbreiding doelgroepen

De UT omarmt deze ontwikkelingen en heeft de ambitie om in de

periode tot 2030 een digitaal raamwerk van virtuele lessen op te

zetten, waarbinnen geëxperimenteerd wordt. Dit digitale raamwerk

vormt de basis voor de toekomstige ‘Online Campus’ (bron: Shaping

2030, draft oktober, UT, 2019). Een digitaal raamwerk maakt het mogelijk

om aan veel meer studenten, wereldwijd, onderwijs aan te bieden.

In de praktijk kan dat leiden tot een situatie waarin de universiteit

veel meer studenten heeft, die slechts een beperkt deel van het jaar

op de campus aanwezig zijn. Ook lifelong learning vormt een

belangrijk onderdeel van Shaping 2030. Kennisoverdracht is niet

eenmalig, maar een levenslang proces. Dit leidt tot uitbreiding van

de doelgroepen, ook buiten de traditionele leeftijdscategorie van de

universiteit.

Tijdig anticiperen

De hiervoor behandelde ontwikkelingen op het gebied van

digitalisering maken het mogelijk onderwijs te volgen waar je maar

wilt, wanneer je maar wilt én in de vorm die het beste bij je past. De

UT is er echter van overtuigd dat direct contact tussen docent en

student, tussen studenten onderling en binding van student en

docent met de universiteit noodzakelijk zal blijven. De campus speelt

een belangrijke rol in de community vorming. Het is daarbij van

Page 36: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

36

belang dat faciliteiten 24/7 beschikbaarheid zijn.

De UT streeft naar een goede combinatie van de strategische

investeringen in haar fysieke omgeving en van strategische

investeringen in het kader van digitale transformatie. Digitale

transformatie leidt tot digitalisering van onderwijs en onderzoek en

tot een disruptieve verandering van onderwijs- en onderzoeksmarkt

en van onderwijs- en onderzoeksproducten. Hoe snel deze

ontwikkelingen gaan en welke impact dit exact gaat hebben laat zich

nog lastig voorspellen. Dit is bovendien afhankelijk van de principiële

keuzes die UT hierin maakt. De UT houdt de ontwikkelingen

nauwlettend in de gaten en kiest hier haar positie in, zodat tijdig kan

worden ingespeeld op een eventueel veranderende ruimtebehoefte

(zowel kwalitatief als kwantitatief). De UT kan en zal echter

anticiperen op het feit dat de toegevoegde waarde van een fysieke

universiteit fundamenteel zal veranderen.

Visie op het ‘onderwijs van de toekomst’

In aansluiting op bovenstaande ontwikkelingen kan de visie van UT

op ’het onderwijs van de toekomst’ als volgt worden samengevat.

Dit is grotendeels in lijn met het vorige LTSH.

Het hoger onderwijs bevindt zich in een omgeving die sterk in

beweging is. Studenten vragen meer flexibele en op maat

gesneden leerroutes. De arbeidsmarkt is steeds dynamischer en

daarmee onvoorspelbaarder. Flexibel kunnen inspelen op de snel

veranderende vraag is dan ook cruciaal voor

onderwijsinstellingen.

De groeiende vraag in onze samenleving naar meer

mogelijkheden voor persoonlijke profilering leidt tot een brede

inzet op gepersonaliseerd leren om de kwaliteit van het

onderwijs te verbeteren en meer maatwerk te kunnen bieden.

De digitalisering zet het onderwijs in een compleet ander

daglicht. Het maakt het onderwijs onder meer minder plaats– en

tijdafhankelijk. Het belang van contact tussen studenten

onderling en student en docent blijft echter onverminderd van

belang, niet alleen voor de kennisuitwisseling maar ook vanwege

de sociale component: studenten en docenten hebben de

behoefte zich onderdeel te voelen van een ’community’.

De plek waar studenten individueel studeren of in groepsverband

werken aan projecten, bevindt zich steeds meer ook buiten de

faculteit.

Hier staat tegenover dat studenten behoefte hebben aan een

‘thuisbasis’ in de vorm van studiewerkplekken in de nabijheid van

de kantoorruimte van de staf en de huisvesting van de

studievereniging van hun opleiding.

De student staat centraal: student driven learning.

Veranderingen in het onderwijs zullen mede gericht zijn op een

grotere verantwoordelijkheid voor studenten met als doel

studenten zelfstandigheid en meer eigen keuzes te laten maken

(bijv. doorontwikkeling TOM-onderwijs).

Het onderwijs zal zich meer ontwikkelingen richting ‘challenge-

driven learning’. Een voorbeeld hiervan is de ECIU University. De

ECIU University staat open voor studenten, onderzoekers,

industrie en maatschappij in het algemeen, over de grenzen

heen. Het biedt vraag gestuurd, interdisciplinair en flexibel

onderwijs, afgestemd op de behoeften van de samenleving en

studenten.

De UT gaat actief haar partners (zowel publiek als privaat)

betrekken bij het vormgeven van de onderwijs- en

onderzoeksagenda. Gezamenlijk worden specifieke uitdagingen

vertaald in onderzoeks- en onderwijsprojecten.

04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

Page 37: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

37

In algemene zin kan worden gesteld dat er, vanwege de snel

veranderende onderwijsvraag een groeiende behoefte bestaat aan

flexibiliteit. Zowel in de zin van flexibel inzetbare ruimten die

geschikt zijn voor (dan wel met eenvoudig ingrepen kunnen worden

afgestemd op) meerdere onderwijsvormen, als voor flexibele

vastgoedoplossingen (huur, semipermanent of tijdelijk vastgoed). De

beschreven ontwikkelingen hebben in potentie dusdanig veel impact

op de huisvestingsbehoefte, dat kwantitatieve toevoegingen aan de

vastgoedportefeuille niet vanzelfsprekend zijn.

Verwachte ontwikkelingen samenstelling studentenpopulatie

In 2019 bedraagt de totale instroom bachelor- en masterstudenten

van de ‘minder technische/gamma faculteiten’ BMS + ITC circa 36%

van het totaal. De UT verwacht dat deze verhouding de komende

jaren (5-jaars prognose) nauwelijks zal veranderen. Door de omvang

en groei van de faculteit BMS wordt in relatieve zin een groot

gedeelte van de groei van de drie technische faculteiten

opgevangen. Dit betekent dat de opbouw (ruimtetypen) van de

vraag naar COV naar verwachting niet drastisch verandert. Dit staat

los van de kwantitatieve vraagontwikkeling als gevolg van groei van

de studentenpopulatie.

De behoefte aan onderwijs– en studieruimte geconcretiseerd

Het huidige aanbod aan COV past nagenoeg (met uitzondering van

pieken) bij de populatie van circa 12.000 studenten. Zeker met het

gereed komen van de Technohal is flink wat capaciteit toegevoegd

op de campus. Vanuit de gedachtegang dat in basis geen vastgoed,

ook geen COV, wordt toegevoegd is de uitdaging ontstaan om het

huidige aanbod zo goed mogelijk in te zetten zodat ook een

eventuele groei in studenten kan worden opgevangen. Door een

betere roostering en bezetting wordt aangenomen dat een betere

match zowel kwantitatief als kwalitatief kan plaatsvinden. Naast een

nieuwe roostervisie, wordt een programma COV opgezet bestaande

uit een samenwerking tussen de diensten CES, LISA en CFM. De

roostervisie dient een duidelijke relatie te hebben met de

onderwijsvisie. In het programma COV, al dan niet behulp van

externe expertise, komen zaken aan de orde als:

sturen op een optimale bezetting (deze parameter geeft aan of

een ruimte gebruikt wordt);

sturen op optimale benutting (deze parameter toont hoeveel

procent van de maximale capaciteit gebruikt is in de

geselecteerde periode);

beter gebruik van meetdata: tellingen van aanwezige studenten

vs. aanmeldingen;

optimale inzet van digitale mogelijkheden;

kwaliteit van ruimten, o.a. digitale voorzieningen;

verroosteren vanuit de homebase gedachte

(onderwijsactiviteiten), binnen de zone waar de opleiding haar

standplaats heeft of in de directe omgeving daarvan;

inzicht in tevredenheid van zalen;

geschiktheid van zalen;

informatievoorziening van roosters;

uiteindelijk adaptief kunnen roosteren.

In het kader van de ontwikkeling van dit LTSH 2030 is samen met het

roosterteam en CFM het huidig gebruik en de bezetting van

onderwijsruimten onderzocht. Uit de rapportage ‘Onderzoek

Homebase’ (bron: thuisbasis en aanbevelingen, oktober 2018) volgt dat er

kansen liggen om de invulling van community vorming te verhogen.

Daarnaast liggen er kansen tot verbetering in het gebruik op basis

van bestaande ervaringen en behoeften van het onderwijs.

Studenten geven aan dat er behoefte bestaat aan meer

04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

Page 38: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

38

studiewerkplekken. Dit is in het kader van het LTSH 2030 niet

gemeten. Hoe groot de aanvullende behoefte is dient daarom

nader te worden bepaald. Studiewerkplekken zijn veelal in tarra

ruimten te realiseren met relatief weinig ingrepen. Dit leidt tot

efficiënter ruimtegebruik en gaat niet ten koste van overige

ruimten en is daarom aanbevelingswaardig

Onder studenten bestaat behoefte aan extra projectruimten op

de campus. Bezettingsanalyses van het bestaande aanbod tonen

een hoge druk op de bestaande voorzieningen. Met name tussen

10.00 uur en 12.00 uur is er op piekmomenten (in de drukste

weken) sprake van een reserveringsgraad van circa 95%. Tussen

12.00 uur en 16.00 uur neemt het af tot 90% en daarna zakt de

reserveringsgraad snel onder de 40%. In de avond (vanaf 17.00

uur) is slechts de helft van de ruimtes beschikbaar.

Bezettingsanalyses tonen voor de avond een gemiddelde

bezetting onder de 25%. Uitgegaan wordt van een behoefte van

10 extra projectruimten (circa 200 m² fno), welke zowel door

studenten als medewerkers te reserveren zijn.

Daarnaast bestaat de wens om te beschikken over een

permanente toetsruimte op de campus. Bezettingsanalyses

tonen een hoge bezetting van de huidige (gehuurde) voorziening

buiten de campus (Therm). Daarnaast neemt de inzet van

reguliere werkcollegeruimten voor tentaminering toe. Concreet

uitgangspunt voor de behoefte is een vergelijkbaar areaal aan

ruimten als in het huidige Therm, in totaal circa 1.150 m² fno.

Extra wensen zijn aanwezig voor digitale toetsing, dit gaat om

circa 1.000 m² fno bovenop de bestaande toetsruimte. Dit leidt

echter niet direct tot een aanvullende ruimtebehoefte in de

vorm van bijbouwen, aangezien hiervoor mogelijk bestaande

incourante hoorcollegeruimten kunnen worden ingezet. Ook kan

er gekeken worden of dit gecombineerd kan worden met een

uitbreiding in de sportvoorzieningen.

De komst van ITC naar de campus leidt tot een aanvullende

behoefte aan onderwijsruimte op de campus van circa 2.700

m² fno. Circa 1.000 m² fno betreft behoefte aan

projectruimten/werkplekken voor masterstudenten. Afstoot van

het huidige pand van ITC aan de Hengelosestraat leidt tot een

daling van het totale aanbod aan onderwijsruimte met circa

4.000 m² fno.

Er is behoefte aan meer grote werkcollegeruimten (> 100

personen). Deze ruimten hebben veelal een bezetting boven de

75%. Dit leidt echter niet direct tot een aanvullende

ruimtebehoefte. Er is sprake van een lage bezetting van de kleine

hoorcollegeruimten (< 95 personen) en van grote (inflexibele)

hoorcollegeruimten (> 160 personen). De bezetting van

hoorcollegeruimten toont bovendien een groter verloop

gedurende een kwartiel / jaar. In de nadere planvorming wordt

gestreefd naar het, waar mogelijk, herbestemmen van deze

ruimten om het tekort aan (bijvoorbeeld) grote

werkcollegeruimten op te lossen. Voor de inflexibele (oplopende)

hoorcollegeruimten geldt aanvullend dat wordt gestreefd naar

een hogere bezettingsgraad en er geen nieuwe ruimten van dit

type worden toegevoegd.

Er lijkt een tendens gaande waarbij een verschuiving plaatsvindt

van hoorcolleges naar werkcolleges. Als dit doorzet kan dit

gevolgen hebben omdat de ruimtebehoefte per student voor een

werkcollegeruimte hoger is dan voor een hoorcollegeruimte

(ongeveer factor 2). Vooralsnog moet nog blijken hoe dit zich

manifesteert, anders zal bij toekomstige ontwikkelingen of

renovaties op ingespeeld worden.

04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

Page 39: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

39

De totale extra behoefte aan onderwijsruimte op de campus

bedraagt circa 2.900 m² fno plus meer studiewerkplekken

(voornamelijk in bestaande tarra op te lossen). Afstoot van het

huidige pand van ITC aan de Hengelosestraat leidt tot een daling van

het totale aanbod aan onderwijsruimte met circa 4.000 m² fno.

04.03 Behoefte aan onderzoeksruimte

Visie op het ‘onderzoek van de toekomst’

UT heeft in een aantal interactieve sessies (ondersteunt door Duval

Union Consultancy) een verkenning gemaakt van potentiële

toekomstscenario’s voor de universiteit, afgestemd op de visie,

missie en strategie van UT. Hierin is ook stilgestaan bij het

‘onderzoek van de toekomst’. Hieruit volgen onder meer de

volgende toekomstbeelden:

Onderzoek wordt meer domein overstijgend en innovaties zullen

plaatsvinden op het snijvlak van domeinen.

Het belang van onderzoek neemt toe. UT moet investeren in

innovatieve businessmodellen. Een voorbeeld daarvan is het

aanbieden van onderzoek in abonnementsvorm, waarbij

stakeholders UT benaderen wanneer ze een onderzoek behoefte

hebben, in ruil voor een vaste prijs.

Op het gebied van onderzoeksfaciliteiten speelt UT de rol van

makelaar. De universiteit zal het onderzoekstraject faciliteren in

plaats van de faciliteiten volledig te bezitten. Vanwege de

snelheid van innovatie is nauwe samenwerking met andere

universiteiten en bedrijven noodzakelijk. (Bron: Intermediate report

Universiteit Twente, Duval Union consulting, 2019).

De behoefte aan onderzoeksruimte geconcretiseerd

Het huidig aanbod aan onderzoeksruimte voldoet kwalitatief

grotendeels aan de vraag. Er is binnen de onderzoeksinstituten

echter wel sprake van veranderde wensen. De kleinere wensen

worden grotendeels binnen de reguliere exploitatie van de

faculteiten opgevangen (het betreft hier met name behoefte aan

onderzoeksapparatuur en in beperkte mate een huisvestingsvraag).

Ook zijn er momenteel drie grotere concrete huisvestingswensen.

De eerste is de vorming van een ’Robotics Center’ van circa 3.500 m2

fno. Momenteel bestaat robotica uit meerdere onderdelen die

gehuisvest zijn in Carré (circa 1.500 m2 fno) en de Horst (circa 1.200

m2 fno). Dit komt neer op een extra behoefte van 800 m2 fno).

Kanttekening: ten tijde van het maken van dit stuk is nog niet

helemaal helder welk onderdelen allemaal mee gaan waardoor

vrijgekomen ruimte wellicht lager uitkomt, wel is bekend dat het

accent komt te liggen op een lab faciliteit met shared facilities een

link naar het bedrijfsleven en valorisatie. Binnen de betrokken

programma’s is de wens uitgesproken om voor de toekomst de stap

te maken naar gezamenlijke huisvesting met als doel de

samenwerking in dit domein te institutionaliseren en daarmee de UT

propositie op het gebied van robotica te verstevigen en de

samenwerking met partners in binnen- en buitenland te faciliteren.

Deze krachtenbundeling draagt substantieel bij aan het beoogde

profiel van het Kennispark.

De tweede grote huisvestingswens is de realisatie van een nieuwe

werkplaats voor ET. ET zal volgens prognoses in zowel de bachelor

(+30% instroom over vijf jaar t.o.v. 2019) en de master (+100%

instroom over 5 jaar t.o.v. 2019) sterk groeien. Wens is om het

huidige oppervlakte in hoofdzakelijk de Westhorst (circa 650 m2 fno)

en de tijdelijke oplossing in Hangar (circa 850 m2 fno) samen te

04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

Page 40: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

40

voegen en uit te breiden met circa 2.000 m2 fno tot een totaal nieuw

programma van circa 3.500 m2 fno.

De derde grote huisvestingswens is de uitbreiding van lab faciliteiten

als gevolg van de uitbreiding van het aantal FTE’s onderzoek. Een

inventarisatie van de faculteiten leidt er toe dat op termijn de lab

faciliteiten een toekomstig mogelijke extra uitbreiding nodig hebben

van circa 3.000 m2 fno.

Tot slot leidt de komst van ITC naar de campus conform PvE tot een

aanvullende behoefte aan onderzoeksruimte op de campus van circa

1.200 m² fno.

De totale extra behoefte aan onderzoeksruimte op de campus

bedraagt daarmee 7.000 m2 fno. Afstoot van het huidige pand van

ITC aan de Hengelosestraat leidt tot een daling van het totale

aanbod aan onderzoeksruimte met circa 750 m² fno.

04.04 Behoefte aan kantoorruimte

De UT hanteert voor (toekomstige) huisvestingsinitiatieven een

richtlijn voor het gebruik aan kantoorruimte van maximaal 12 m² fno

per FTE. Deze norm wordt stapsgewijs ingevoerd, bij herhuisvesting

van een organisatieonderdeel en/of de renovatie of grootschalige

functionele aanpassing van gebouwen. Deze richtlijn ligt ongeveer

20% lager dan het huidige ruimtegebruik (zie hoofdstuk 03).

Voor wat betreft de toekomstige behoefte aan kantoorruimte is een

viertal ontwikkelingen relevant:

Als eerste is er als gevolg van de sectorplannen een extra

ruimtebehoefte van 5.400 m2 fno om 450 FTE te huisvesten in de

komende 5 jaar.

De tweede ontwikkeling is de samenvoeging van o.a. inkoop en

vastgoed van de dienst CFM in één gebouw. Dit leidt tot een

ruimtebehoefte van circa 800 m2 fno. Ten opzichte van de

huidige situatie (in de Spiegel en het Paviljoen) betekent dit een

uitbreiding van circa 200 m2 fno.

De derde uitbreidingsvraag is afkomstig van SBD. Groei van het

SBD leidt tot een ruimtebehoefte van circa 350 m2 fno. Ten

opzichte van de huidige situatie betekent dit een uitbreiding van

circa 260 m2 fno.

De komst van ITC naar de campus leidt tot een aanvullende

behoefte aan kantoorruimte op de campus van circa 3.400 m²

fno.

De totale aanvullende behoefte aan kantoorruimte is derhalve

circa 9.250 m2 fno. Afstoot van het huidige pand van ITC aan de

Hengelosestraat leidt tot een daling van het totale aanbod aan

kantoorruimte met circa 6.200 m² fno.

04.05 Behoefte aan wooneenheden

In Shaping 2030 legt de UT haar focus op verdere

internationalisering. Het belang van de beschikbaarheid van

passende woonruimte voor (de instroom van nieuwe internationale)

studenten en medewerkers neemt daarmee toe. Met name omdat

de UT in het kader van ‘most welcoming university’ voor non-EER

studenten een kamergarantie voor het eerste jaar afgeeft. De

afdeling S&P van de UT heeft onderzoek gedaan naar de vraag naar

en het aanbod aan wooneenheden. S&P concludeert hieruit dat de

tot 2030, zonder aanvullende maatregelen de vraag het aanbod

overstijgt met 497 eenheden. Deze eenheden zijn passend binnen

het bestemmingplan waar nog een capaciteit van circa 560

eenheden aanwezig is en het contingent is met de gemeente

Enschede overeengekomen. Mocht op termijn het ITC hotel

04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

Page 41: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

41

verplaatst worden naar de campus dan zullen nog een keer 398

eenheden ter vervanging gerealiseerd moeten worden. De

verbouwing van 56 eenheden in de Drienerburght t.b.v. het

‘residential concept’ voor UCT en de ruim 450 eenheden die

Camelot Europe op de campus heeft gerealiseerd zijn hier al vanaf

gehaald. Naast vergroting van het aanbod ligt er ook behoefte aan

het vergroten van de keuzemogelijkheid (diversiteit in typologie en

prijs) en kwalitatief goede woningen. De uitwerking van het

woonprogramma gebeurt in nauw overleg met de gemeente en

andere partners zoals Camelot en de lokale corporaties. De UT

ontwikkelt overigens niet zelf de woningen, maar laat dit door

derden doen.

04.06 Behoefte aan overige niet-primaire voorzieningen

Er is behoefte aan een Contact Centre/Ontmoetingscentrum

(hoofdzakelijk onderdeel CES). Dit sluit naadloos aan op de visie

Shaping 2030 waar openheid, ontmoeten etc. centraal staan. Het

aantal m2 voor dit programma is nog niet nader uitgewerkt maar zal

zeker leiden tot een ruimtebehoefte van ‘een paar honderd m2’.

Daarnaast is al geruime tijd de wens aanwezig om de

studententeams van de UT te faciliteren in huisvesting op de

campus. Deze behoefte bestaat uit twee onderdelen: werkplaatsen

en ruimte voor exposure. Een goed voorbeeld is de open dagen

waar de teams een grote aantrekkingskracht blijken te hebben op

toekomstige studenten. Het totale programma van eisen moet nog

goed uitgewerkt worden maar een werkplaats zal al snel op circa

800 m2 fno zitten, voor een exposure ruimte met enkele

vergaderruimten kan uitgegaan worden van minimaal 700 m2 fno.

Dit zal mede afhangen van de wens tot shared facilities en

samenwerking.

Ook in de klankbordgroep LTSH is stilgestaan bij de toekomstige

behoefte aan niet-primaire voorzieningen op het gebied van sport en

cultuur. Hieruit blijkt het volgende:

De niet-primaire voorzieningen leveren een belangrijke bijdrage

aan de speerpunten ontmoeting, ondernemen,

internationalisering en beleving en experiment op de campus.

In 2018 is een eind gekomen aan een reeks renovatieprojecten.

De status van de sportfaciliteiten op de campus is kwalitatief

goed. Er kan daarom gekeken worden naar wensen voor de

toekomst.

Kijkend naar het totale aanbod op de campus, kan er

samenwerking gezocht worden tussen de sectoren sport en

cultuur. Er zit overlap in wensen vanuit beide sectoren.

Ondanks de ruime openingstijden wordt druk ervaren op enkele

sportvoorzieningen op de campus. De vraag overstijgt hier het

aanbod. Concreet is er behoefte aan:

Een aanvullende, multifunctionele danszaal (minimaal 275

m²) met bijbehorende faciliteiten. Eventueel in combinatie

met onderstaand punt.

Een uitbreiding van de binnensport accommodatie, in de

vorm van een extra hal voor met name volleybal, vrije

gebonden sport en zaalhockey. Het gaat om een hal van

circa 1.100 à 1.200 m2 die ook geschikt is voor

tentaminering.

Met de komst van U Parkhotel en meer (internationale)

bewoners op de Campus ziet het Sportcentrum kansen voor

uitbreiding van de fitnessfaciliteiten. Het ROC van Twente

wil daarnaast graag gebruik gaan maken van de fitness

faciliteiten overdag. Het Sportcentrum zou graag een

businesscase opstellen, waarbij genoemde partijen

samenwerking zoeken om een dubbele capaciteit te

genereren.

04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

Page 42: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

42

Als gevolg van een langjarige stijging van het aantal leden is

behoefte aan uitbreiding van het Watersportcomplex. Het

hoofdpunt uit dit plan is de uitbreiding van de capaciteit van de

bovenverdieping van de Sevende Camer om aan de benodigde

capaciteit en veiligheidsissues te voldoen. Het plan omvat

uitbreiding van de vrouwenkleedkamer, toiletten en keuken.

Uitbreiding van de kroegruimte en vluchtroutes wordt door de

verenigingen onderzocht en door hen zelf bekostigd. Het

watersportcomplex wordt ook bij de aan te pakken bestaande

gebouwen genoemd.

Er is een toenemende en naar verwachting blijvende behoefte

aan padeltennis. Dit is tevens een activiteit die veel beoefend

wordt door de internationale gemeenschap. Met de aanleg van

het nieuwe tennisgebied is rekening gehouden met de

mogelijkheid om het gebied uit te breiden met drie padelbanen.

CFM-Sport, CFM-cultuur en de Student Union hebben gezamenlijk

bovenstaande prioritering aangebracht in de behoeften (in volgorde

waarin beschreven).

04.07 Overige ambities

In gesprekken met de verschillende organisatieonderdelen van de

UT zijn, naast de hiervoor behandelde ruimtebehoefte, meerdere

ambities benoemd. Bovenstaande aanvullende ruimtebehoefte

heeft vooral betrekking op het primair en secundair vastgoed.

Daarnaast is er vooral een aantal infrastructurele aanpassingen dat

de komende jaren op de campus plaatsvindt. Een gedeelte vindt

plaats als gevolg van aanpassingen in het vastgoed, terwijl een ander

gedeelte bedoeld is om de campus als geheel beter en veiliger te

maken.

Paviljoenzone

In de Paviljoenzone worden ook twee projecten genoemd. De eerste

is de aanleg van infrastructuur t.b.v. een experimentele zone, onder

andere met tiny houses en een Energy Transition Hub. Bij de Energy

Hub staat nog de vraag open of dit leidt tot aanvullend primair

vastgoed of dat dit thuishoort in het vastgoed dat door derden

wordt ontwikkeld. Het idee is dat deze ontwikkeling moet leiden tot

een faciliteit op het grensvlak van onderzoeksinfrastructuur en

innovatie. De tweede is de upgrading van de Oude Drienerlolaan tot

een volwaardige langzaamverkeerverbinding tussen het O&O- en

W&L-gebied. Tevens is deze laan onderdeel van het innovatiepad

Kennispark. Een belangrijke ‘ader’ voor de universiteit. Tot slot

worden extra middelen vrijgemaakt voor het rookvrij maken van de

Campus.

Aanpassingen als gevolg van gebouwontwikkelingen

Een aantal gebouwen ligt aan een plein of aan een

parkeergelegenheid. Het eerste project dat al in 2019 is gestart en

doorloopt in 2020 is de vernieuwing van het Hogenkampplein. Het

tweede project dat in de loop van de komende jaren gestart zal

worden is het plein voor de Drienerburght. Het derde project is het

afmaken van het O&O plein, nadat de huisvesting van ITC gereed is.

De uitbreiding van de koudecirkel is een noodzakelijk goed voor de

uitbreiding in het vastgoed.

Aanpassingen ter verbetering van de Campus als geheel

In 2021 bestaat de UT 60 jaar. In dat kader is geld vrijgemaakt voor

een ‘campus art project’. Op verkeersgebied zijn er drie plannen in

de maak: namelijk het creëren van een 30-km zone op de hele

campus en het oplossen van het fietsparkeren in het O&O gebied.

Daarnaast zal de komende jaren een mobiliteitsvisie worden

04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

Page 43: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

43

uitgewerkt die mogelijk nog tot aanvullende investeringen leidt.

Mogelijke uitbreidingen in samenwerking met derden: Designlab en

Innovatieconcept

In Shaping 2030 zijn een aantal ontwikkelingen opgenomen die zich

in of in het verlengde van het primair proces bevinden. Hier is de

kans groot dat dit niet in primair vastgoed zal plaatsvinden. Het

belang van samenwerking met een lange termijnbelegger wordt

hiermee nog een keer onderstreept.

De afgelopen jaren is wel gebleken dat de komst van Designlab een

groot succes is. Dit maakt dat ook Designlab aan het nadenken is

over uitbreiding mogelijke gecombineerd met verplaatsing en dat

het van belang is dat deze een plek krijgt in het LTSH 2030. Het

betreft hier in basis een primair proces maar kan ook net zoals nu

prima in vastgoed van derden. Een eerste inschatting gaat uit van

een extra behoefte van minimaal 700 m2 fno. Voorlopig wordt het

als pm opgenomen mede omdat het programma alsmede de fysieke

locatie nog bepaald moet worden. De UT heeft al langer ambities op

het gebied van Innovatieconcepten. Eerst zou dit in de Gallery fase 2

plaats gaan vinden. Door het aanwenden van dit vastgoed voor het

primair proces met ITC is deze locatie echter niet meer beschikbaar.

Daarentegen is in Kennispark en op de campus naar de Spiegel

ruimte om deze ontwikkeling alsnog mogelijk te maken. In de

samenwerking met de lange termijnbelegger zal dit verder worden

uitgewerkt.

04.08 Conclusies lange termijn huisvestingsbehoefte

Samenvattend kan uit de analyse van de lange termijn

huisvestingsbehoefte het volgende worden geconcludeerd.

Behoefte aan flexibiliteit

Een belangrijke uitdaging in dit herziene LTSH 2030 is het vinden

van een goede balans tussen het toekomstperspectief en het

‘hier en nu’. Een aantal ontwikkelingen heeft direct invloed op de

(groei van de) populatie en de bijbehorende ruimtebehoefte.

Toekomstige ontwikkelingen (flexibele toestroom studenten,

andere vormen van onderwijs, digitalisering, etc.) zijn onzeker,

maar hebben in potentie veel impact op de kwalitatieve en

kwantitatieve ruimtebehoefte. Dat kan een spanningsveld

vormen en vraagt om continue anticiperen en indien nodig

bijstellen.

In algemene zin kan worden gesteld dat er, vanwege de snel

veranderende onderwijsvraag een groeiende behoefte bestaat

aan flexibel inzetbare onderwijsruimten, die geschikt zijn voor

(dan wel met eenvoudig ingrepen kunnen worden afgestemd op)

meerdere onderwijsvormen (hoor– en werkcollege, zelfstudie in

groepsverband).

Toenemende ruimtebehoefte als gevolg van komst ITC

In het vorige LTSH 2016 heeft reeds besluitvorming

plaatsgevonden over de komst van het ITC naar de campus.

Inmiddels is het bijbehorende PvE vastgesteld. Dit leidt tot een

aanvullende ruimtebehoefte voor primaire functies op de

campus van circa 7.300 m² fno (circa 3.400 m² fno

kantoorruimte, circa 2.700 m² fno onderwijsruimte en circa 1.200

m² fno onderzoeksruimte). Het totale programma (circa 9.000 m²

fno) is reeds vastgesteld met ITC. Het huidige pand aan de

Hengelosestraat heeft een oppervlakte van circa 12.000 m² fno.

04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

Page 44: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

44

Toenemende ruimtebehoefte als gevolg van groei universiteit en

sectorplannen

De studentenpopulatie van UT is na 2016 fors gegroeid. De

universiteit verwacht de komende jaren verder te gaan groeien.

Om een inschatting van de toekomstige studenten- en

medewerkerspopulatie te kunnen maken is in gesprekken met

zowel de verschillende faculteiten als de diensten HR, M&C en

S&P stilgestaan bij het toekomstperspectief en zijn meerdere

scenario’s uitgewerkt.

Om in de toekomst flexibel in te kunnen spelen op

ontwikkelingen en gericht op een structurele balans tussen

huisvestingslasten en –baten wordt voor de lange termijn

uitgegaan van een conservatieve schatting van de

ruimtebehoefte. Het baseline scenario vormt in het LTSH 2030

de basis voor de bepaling van de ‘kernportefeuille’ en daarmee

de dimensionering van de capaciteit van het permanente

vastgoed.

Concreet is als gevolg van de groei van de universiteit (o.a. door

de sectorplannen) behoefte aan aanvullend circa 5.800 m2 fno

onderzoeksruimte en circa 5.900 m2 fno kantoorruimte.

Daarnaast is er behoefte aan 200 m2 onderwijsruimte (10 extra

projectruimten) en een permanente toetsruimte op de campus

circa (1.150 m² fno). Tot slot is er is behoefte aan meer

studiewerkplekken. Deze zijn veelal in tarra ruimten te realiseren

met relatief weinig ingrepen. Dit leidt tot efficiënter

ruimtegebruik (en gaat niet ten koste van overige ruimten).

Overige ambities

Er is behoefte aan een vergroting van het aanbod aan

wooneenheden op de campus, alsmede aan het vergroten van de

keuzemogelijkheid (diversiteit in typologie en prijs). De

uitwerking van het woonprogramma gebeurt in nauw overleg

met de gemeente en andere partners.

Er is, in aansluiting op de visie Shaping 2030, behoefte aan een

Contact Centre/Ontmoetingscentrum op de campus.

Mogelijke uitbreidingen in samenwerking met derden: Designlab

blijkt een succes en is groeiende. Dit zal leiden tot een

huisvestingsvraagstuk de komende tijd. De UT is bezig met de

uitwerking van een Innovatieconcept, ook dit zal nader worden

uitgewerkt

Voor de huisvesting van studententeams is minimaal circa 1.500

m2 fno specifieke ruimte benodigd.

De niet-primaire voorzieningen leveren een belangrijke bijdrage

aan de speerpunten ontmoeting, ondernemen,

internationalisering en beleving en experiment op de campus.

Ondanks de ruime openingstijden wordt druk ervaren op enkele

voorzieningen op de campus. De vraag overstijgt hier het aanbod.

CFM-Sport, CFM-cultuur en de Student Union hebben

gezamenlijk de ambities uitgewerkt en hierin een prioritering

aangebracht. Er is onder meer aanvullend behoefte aan een

multifunctionele danszaal en uitbreiding van de binnensport

accommodatie.

Het huidige aanbod aan overige voorzieningen voldoet kwalitatief

en kwantitatief grotendeels aan de toekomstige behoefte.

04 LANGE TERMIJN HUISVESTINGSBEHOEFTE

Page 45: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

45

05 HUISVESTINGSTRATEGIEËN

Page 46: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

46

Op basis van het inzicht dat in hoofdstuk 04 is ontstaan door de

toekomstige vraag en het huidige aanbod met elkaar te vergelijken,

worden in dit hoofdstuk oplossingsrichtingen geschetst voor de

inpassing van de ruimtebehoefte in het ruimteaanbod. Hiervoor zijn

meerdere strategieën verkend. Ook is in dit hoofdstuk uitgebreid

aandacht besteed aan de bestaande voorraad gebouwen die de

komende tien jaar technisch en functioneel verbeterd dienen te

worden. Tot slot zijn alle overige wensen ook geïnventariseerd en

beschreven. De uitkomst van dit hoofdstuk is een totaal plan aan

projecten op basis van een afgewogen prioriteitenstelling.

Huisvestingsstrategie op hoofdlijnen

Van belang is te benadrukken dat het LTSH 2030 de hoofdlijnen

weergeeft en daarmee ook de hoofdlijnen van de

huisvestingstrategie. Bij de nadere uitwerking van ieder ‘project’

wordt met de betrokken partijen besproken hoe het beste invulling

kan worden gegeven aan de benodigde (tijdelijke) herhuisvesting en

de nieuwbouw- dan wel renovatie/onderhoudsplannen. Ook is een

behoorlijke inschatting van de vierkante meters weergegeven die in

een toekomstig project kunnen wijzigen.

Periodieke herijking LTSH

Als gevolg van de onzekere toekomstige ontwikkelingen is het LTSH

een dynamisch document. Dat betekent dat het beoogde LTSH moet

kunnen meebewegen met toekomstige ontwikkelingen. De in dit

hoofdstuk geschetste strategieën zijn gebaseerd op de huidige

situatie en de verwachte ontwikkelingen.

Indien de werkelijkheid hiervan afwijkt, zal het LTSH hierop moeten

worden aangepast. Het LTSH wordt periodiek opnieuw vastgesteld

en jaarlijks herijkt in het ‘Annual Plan’.

05.01 Huisvestingstrategieën en projecten

In het LTSH 2030 worden vier hoofdcategorieën onderscheiden. Elke

categorie kent zijn eigen status en prioriteitenstelling:

a. Bestaande projecten: reeds genomen (financiële) besluiten uit

LTSH 2016

b. Strategieën: projecten sterk gericht op balans vraag/aanbod

c. Bestaande voorraad: projecten gericht op technische en

functionele renovatie bestaande voorraad

d. Overige projecten en ambities

De categorieën a. en b. zijn grotendeels onomkeerbaar, dan wel

noodzakelijk om de groei op de campus te kunnen blijven faciliteren.

In de categorieën 3 en 4 is een prioriteitenstelling (prioriteit 1, 2, 3)

noodzakelijk omdat het totaal zou leiden tot een te grote

investering. Bij deze prioritering is rekening gehouden met:

technische urgentie,

ligging op de campus, relevantie voor primair proces en lange

termijn geschiktheid,

de uitvoerbaarheid van het totale LTSH 2030 rekening houdend

met de capaciteit en beperking overlast, hiervoor zijn de

projecten naar grootte en complexiteit gelabeld en in de tijd

uitgezet.

Naar aanleiding van dit laatste criteria zijn alle projecten uitgezet in

de tijd en is een gemiddelde bouwkostenstijging van 3% per jaar

ingerekend. De tabellen in dit hoofdstuk betreffen geïndexeerde

getallen. De totale begroting sluit na deze exercitie op circa € […] en

is gebaseerd op de projecten die prioriteit 1 hebben. Hiervan is

reeds circa € […] besloten in het vorige LTSH. De projecten uit

prioriteit 2 met een totale begroting van € […] en prioriteit 3 met een

begroting van € […] komen pas in aanmerking als de kosten van

05 HUISVESTINGSTRATEGIEËN

05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

Page 47: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

47

prioriteit 1 blijken mee te vallen. De opbouw van de totale begroting

wordt in deze paragraaf per categorie verder toegelicht (In bijlage 1

is het totaaloverzicht weergegeven).

Categorie A: Bestaande projecten

Op basis van het LTSH 2016 en het meest recente ‘Annual Plan 2019

-2023’ is reeds sprake van bestaande projecten, waar in de

uitwerking van de huisvestingsstrategieën rekening mee dient te

worden gehouden. Hier heeft reeds besluitvorming op

plaatsgevonden, alhoewel nog niet overal een goedgekeurd budget

aan toegekend is.

Het meest omvangrijke project betreft de huisvesting van ITC in de

Langezijds. Besloten is dat Fase 2 van gebouw de Langezijds (de

leegstaande westkant) in eigendom van de universiteit blijft. Van

belang is dat dit gebouwdeel bijdraagt aan de ‘exposure’ van de

universiteit en een koppeling met Kennispark wordt gelegd. Dat

laatste geldt met name voor de Kop van de Langezijds (hier wordt in

de strategieën verder op in gegaan). Het vastgestelde programma

van ITC bedraagt totaal circa 9.000 m² fno. Dit project leidt tot een

toename van het oppervlakte aan kantoorruimte met circa 3.400 m²

fno, onderwijsruimte met circa 2.700 m² fno en onderzoeksruimte

met circa 1.200 m² fno. Als gevolg van de verhuizing van ITC naar de

campus is het principebesluit genomen om het huidige gebouw van

ITC, aan de Hengelosestraat, af te stoten. Dit leidt tot een afname

van het huidige aanbod met circa 12.000 m² fno. De

verkoopopbrengsten worden op een nader te bepalen wijze ingezet.

Het ITC International Hotel blijft voorlopig behouden maar kan in de

toekomst nog een strategiewijziging ondergaan.

Daarnaast is reeds besloten om het University College Twente ATLAS

(hierna: UCT) te verhuizen van de Citadel naar voormalig

congreshotel de Drienerburght. Het programma bestaat uit

onderwijsruimten en studentenkamers (deze laatste vallen buiten

het LTSH 2030). Vloer 3 van gebouw Carré wordt ingrijpend

verbouwd voor EWI en TNW, voor TNW wordt een homebase

gerealiseerd. Homebase is een divers projectbudget dat daar waar

mogelijk wordt aangewend. Tot slot wordt het Hogekampplein

vernieuwd.

Daarnaast is sprake van enkele reeds uitgewerkte plannen waarover

nog nadere besluitvorming door het College van Bestuur plaats dient

te vinden. Dit betreft de projecten ‘campus art’ en ‘koudecirkel’. De

volgende drie projecten zijn al vastgesteld, maar hier is nog geen

budget aan toegekend: de renovatie boerderij, teamhall

studententeams en het watersportcomplex. De teamhall is een

belangrijk project voor de UT, maar hiervoor dient nog een geschikte

locatie te worden gevonden. Kansen on-campus liggen in het

zoekgebied Paviljoenzone-Kop van de Langezijds. De volgende tabel

toont het totaaloverzicht van deze categorie projecten inclusief het

type investering en type vastgoed.

05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

Page 48: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

48

In deze categorie wordt het bestaande budget vergroot van circa €

[…] naar circa € […] (rekening houdend dat van diverse projecten al

uitgaven zijn gedaan). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat

er meer onderhoud geactiveerd moet worden, een tweetal ‘PM-

projecten’ nu begroot zijn en een nieuw budget voor de post

onvoorzien en nader te bepalen projecten is vastgesteld.

Categorie B: Strategieën

In hoofdstuk 4 is de toekomstige ruimtebehoefte afgezet tegen het

huidige ruimteaanbod. Om deze veranderopgave te kunnen

faciliteren zijn twee mogelijke strategieën uitgewerkt voor de

komende 10 jaar. De kosten hiervan leiden tot een additioneel

bedrag in de begroting. Het gaat om de strategieën:

1. Robotica als exposure op Kop Langezijds, uitbreiding ET en

versterking Paviljoen Zone met CFM en Contact Centre.

2. Uitbreiding technische faculteiten in Kop Langezijds, uitbreiding

ET en versterking Paviljoen Zone met CFM en Contact Centre.

Beide strategieën beginnen met een tijdelijke huisvesting van circa

2.000 m2 fno vanwege het nu al ontstane tekort aan

kantoorruimten. Na de realisatie van de projecten in de gekozen

strategie (zie afweging verderop in het rapport) wordt opnieuw

gekeken of de tijdelijke huisvesting nog nodig is.

De uitgewerkte strategieën zijn op de volgende pagina’s

schematisch weergegeven.

05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

Page 49: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

49 05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

Omschrijving strategie

In deze strategie staat exposure en de link naar het Kennispark

voorop. De Langezijds zal grotendeels worden ingevuld door de

faculteit van ITC (circa 9.000 m² fno). De Kop van de Langezijds heeft

nog geen invulling en moet, conform het beeldkwaliteitsplan van de

UT, tevens een exposurefunctie krijgen. In deze strategie wordt dit

ingevuld middels de plaatsing van Robotica in de Kop van de

Langezijds. De ruimtebehoefte van Robotica (inclusief shared

facilities) sluit ongeveer aan op de beschikbare ruimte in de Kop van

de Langezijds (tussen de 1.800 en 4.500 m² fno afhankelijk van de

mate waarin het gebouw wordt opgetopt).

Een tweede belangrijke deel van deze strategie betreft een

omvangrijk project in de vorm van een nieuwe permanente

werkplaats voor ET. Hier wordt invulling aan gegeven door de

realisatie van een extra vleugel aan de Horstring van circa 3.500 m2

fno.

De verwachte personele groei van de universiteit als gevolg van (met

name) de sectorale plannen wordt in deze strategie op vijf plekken

opgevangen. Het betreft een aanvullende behoefte van 5.400 m² fno

kantoorruimte en 3.000 m² fno onderzoeksruimte. Prioriteit ligt bij

de kantoorruimte. Met de verplaatsing van Robotica naar de

Langezijds komt er ruimte vrij in de voor de UT belangrijke

gebouwen Carré en Horst. Dit gaat om respectievelijk circa 1.500 en

1.200 m2 fno (per saldo groeit Robotica daarmee met circa 600 m²

fno). In Carré is aanvullend sprake van circa 200 m² fno leegstaande

onderzoeksruimte en circa 200 m² fno leegstaande kantoorruimte.

De ruimten in Carré en Horst zijn zowel geschikt (te maken) voor

kantoor- en onderzoeksruimte. Als gevolg van de realisatie van de ET

STRATEGIE 1: Robotica als exposure op Kop Langezijds, uitbreiding ET en versterking Paviljoen Zone met CFM en Contact Centre

-werkplaats komt onderzoeksruimte beschikbaar in Westhorst

(circa 650 m² fno) en Hangar (circa 850 m² fno). Deze ruimte is het

meest geschikt voor onderzoeksfaciliteiten. Een andere plek is de

nog beschikbare ruimte in de Citadel (de al leegstaande tweede

verdieping en de ruimte die ontstaat door de verhuizing van UCT,

totaal circa 800 m² fno kantoorruimte). Hoe de beschikbare ruimte

het beste kan worden ingezet dient te worden afgestemd met de

betrokken faculteiten. Op basis van de huidige inzichten lijkt de

Horst geschikt voor de uitbreiding van ET, in Carré kunnen TNW en

EWI uitbreiden en in de Citadel is ruimte voor uitbreiding van met

name EWI en SBD (Strategic Business Development).

De resterende behoefte van circa 3.200 m2 fno wordt opgevangen

in tijdelijke huisvesting. Deze laatste oplossing is op korte termijn te

realiseren. De realisatie kan in fasen worden uitgevoerd, waarmee

de realisatie nauw kan worden afgestemd op de daadwerkelijke

groei van de universiteit. De ambitie is om op korte termijn 2.000

m² fno tijdelijke huisvesting, in eerste instantie kantoren, te

realiseren. Afhankelijk van de nog aanwezige ruimtevraag na

realisatie van alle projecten, zal deze tijdelijke huisvesting langer

worden aangehouden.

Het tweede deel van deze strategie is een aangepaste invulling van

de ‘Paviljoenzone’ die in het algemeen meer een experimenteel

karakter krijgt, bij het kopje ‘overige projecten en ambities’ worden

in dit kader ook nog een aantal opties genoemd. Het Paviljoen

wordt vrijgespeeld voor de realisatie van het nieuwe Contact

Centre/Ontmoetingscentrum (onderdeel CES), mogelijk aangevuld

met enkele ontmoetingsfuncties die voorheen in de Boerderij

(voormalig Faculty Club) zaten. Dit sluit naadloos aan op de visie

Page 50: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

50 05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

Shaping 2030 waar openheid, ontmoeten etc. centraal staan. Het

Paviljoen is laagdrempelig en heeft een geschikte ligging op de

Campus. De dienst CFM verhuist daardoor uit het Paviljoen. De

dienst CFM zit momenteel verspreid over nog enkele locaties. In

deze strategie worden twee locaties van CFM samengevoegd: de

Spiegel en het Paviljoen (respectievelijk circa 150 en 450 m² fno).

Het gaat hier om een ruimtebehoefte van circa 800 m2 fno. Deze

ruimtebehoefte wordt ingepast in de Boerderij. Dit pand staat sinds

de verhuizing van de Faculty Club naar het U Parkhotel (begin 2019)

leeg en beschikt over circa 1.100 m2 fno. Vanwege de grote

restaurantruimte is sprake van een inefficiënte indeling, waardoor

op basis van de huidige inschattingen nauwelijks sprake is van

resterende ruimte.

Tot slot worden extra zelfstudiewerkplekken gecreëerd. In veel

gebouwen op de campus is dit, met relatief weinig ingrepen,

mogelijk doordat veel tarra ruimten hiervoor geschikt lijken. Doordat

inrichtingskosten voor rekening van de faculteiten en diensten zelf

zijn, maakt dit project financieel gezien geen onderdeel uit van het

LTSH 2030.

Projecten direct gekoppeld aan strategie

De grootste projecten in deze strategie zijn de invulling van de Kop

van de Langezijds met Robotica en de uitbreiding van ET bij de

Horstring. Zoals hiervoor vermeld is in het LTSH 2030 nadrukkelijk

ook aandacht voor de bestaande voorraad. Het Paviljoen en de

Boerderij (voormalig Faculty Club) stonden vanuit het LTSH 2016 al

op de nominatie om gerenoveerd te worden en kunnen nu direct

geschikt gemaakt worden voor de nieuwe beoogde functies. Door

de verhuizing van het UCT naar de Drienenburght ontstaat in de

STRATEGIE 1: Robotica als exposure op Kop Langezijds, uitbreiding ET en versterking Paviljoen Zone met CFM en Contact Centre

Citadel ruimte voor de uitbreiding van SBD en EWI. De Citadel is

eveneens aan een (minder omvangrijke) opknapbeurt toe (zie ook

onder het kopje ‘bestaande voorraad’). Samen met de reeds

aanwezige gebruikers CES en LISA en de toekomstig beoogd

gebruiker EWI vindt een inventarisatie plaats van wat er moet

gebeuren.

Vooruitlopend op de genoemde projecten wordt er tijdelijke

huisvesting geregeld om de groei in FTE van met name de

technische faculteiten op te kunnen vangen. Uitgangspunt in deze

strategie is dat deze tijdelijke huisvesting op de campus wordt

gerealiseerd. Dit sluit het beste aan bij de campusgedachte van UT.

Bovendien is op de campus voldoende ruimte beschikbaar.

Voordelen strategie 1

De Kop van de Langezijds krijgt met Robotica een duidelijke

exposurefunctie op een zichtbare plek op de Campus.

Invulling van de Kop van de Langezijds met Robotica voldoet aan

de valorisatiedoelstelling van de UT. Daarnaast stimuleert en

faciliteert het de samenwerking tussen organisatieonderdelen

en partners ook in Kennispark.

De invulling van de Langezijds kent een relatief laag risicoprofiel.

Dit is een flexibel gebouw aan de rand van de campus, waardoor

dit in een krimpscenario kan worden verhuurd (of eventueel

afgestoten).

In de gebouwen Horst en Carré komt ruimte vrij voor onderwijs

en onderzoek, die benodigd is als gevolg van de personele groei

van de universiteit.

De Paviljoenzone wordt ‘geladen’ met nieuwe functies CFM en

Contact Centre/Ontmoetingscentrum en leiden tot zichtbare

partijen.

Page 51: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

51 05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

De Boerderij krijgt door de clustering van de dienst CFM een

nieuwe bestemming.

Deze strategie leidt tot optimaal gebruik van bestaand vastgoed.

Buiten de nieuwe ET-werkplaats is enkel sprake van flexibele

constructies.

Nadelen strategie 1

Het verplaatsen van Robotica uit Carré en de Horst leidt op korte

termijn tot een minder aantrekkelijk totaalprogramma in deze

gebouwen.

Er bestaat in dit stadium van de planvorming onzekerheid over

de aanpassingskosten en de daadwerkelijk vrij te komen ruimten

in de Horst en Carré.

Deze strategie leidt tot een hogere investeringsbehoefte dan

strategie 2 vanwege de in verhouding hogere kosten van een

roboticalab t.o.v. kantoren.

STRATEGIE 1: Robotica als exposure op Kop Langezijds, uitbreiding ET en versterking Paviljoen Zone met CFM en Contact Centre

Page 52: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

52

STRATEGIE 1:

05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

Samenvatting

Toevoegingen aan portefeuille (in m² fno):

Huisvesting ITC in Langezijds (reeds bestaand project,

totaal circa 9.000 m²)

Robotica in de Kop Langezijds (tussen 1.800 en 4.000

m2 uitgangspunt 3.500 m²)

Uitbreiding ET-werkplaats bij de Horstring (circa 3.500

m²)

Realiseren tijdelijke huisvesting (circa 3.200 m²,

waarvan 2.000 m² op korte termijn).

Projecten binnen bestaande portefeuille (in m² fno):

TNW/EWI/ET in vrijkomende en leegstaande ruimten

Carré en Horst (circa 2.700 m²)

SBD en EWI in vrijkomende ruimten Citadel (circa 800

m²)

CFM in de Boerderij (circa 1.100 m²)

Contact Centre (CES) in het Paviljoen (circa 700 m²)

Afstoot (in m² fno):

Afstoot ITC-gebouw aan de Hengelosestraat (circa

12.000 m²)

Ruimtelijke consequenties (in eigendom op de campus, in m² fno)

Huidige situatie :

In gebruik: 139.000 m²

Beschikbaar: 4.300 m²

Strategie 1:

In gebruik: 146.000 m² (waarvan 3.200 m² tijdelijk/flexibel)

Beschikbaar: 2.700 m²

Financiële consequenties

Deze strategie leidt tot een investeringsbehoefte van circa € […].

Bij uitvoering van deze strategie is sprake van een afname van de leegstand ten opzichte

van de huidige situatie van circa 1.600 m² fno. De jaarlijkse leegstandslasten dalen

daardoor.

Robotica als exposure op Kop Langezijds, uitbreiding ET en versterking Paviljoen Zone met CFM en Contact Centre

Page 53: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

53 05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

Omschrijving strategie

In deze strategie staat het praktisch opvangen van groei centraal. Als

gevolg van de sectorplannen is sprake van een aanvullende behoefte

van 3.000 m² fno onderzoeksruimte en 5.400 m² fno kantoorruimte.

De Langezijds wordt grotendeels ingevuld door ITC. De overgebleven

ruimte in de Kop van Langezijds bedraagt circa 3.300 m² fno en

wordt in deze strategie gebruikt om (een deel van) de personele

groei van TNW, ET en EWI op te vangen. Robotica blijft op de huidige

plek (vooralsnog is het uitgangspunt dat daarmee geen is sprake van

groei van Robotica met circa 600 m² fno, waar in het geval van

verhuizing naar de Kop van de Langezijds in strategie 1 wel sprake

van is). Daarnaast zal, net als in strategie 1, de nog beschikbare

ruimte in de Citadel worden gebruikt voor uitbreiding van EWI en

SBD. Na de verhuizing van het UCT is in de Citadel circa 800 m² fno

kantoorruimte beschikbaar. In Carré is sprake van circa 200 m² fno

leegstaande onderzoeksruimte en circa 200 m² fno leegstaande

kantoorruimte, die eveneens wordt ingezet om de groei op te

vangen.

Het tweede deel van deze strategie komt overeen met strategie 1 en

betreft een omvangrijk project in de vorm van een nieuwe

permanente werkplaats voor ET. Hier wordt invulling aan gegeven

door de realisatie van een extra vleugel aan de Horstring van 3.500

m2 fno. Als gevolg van de realisatie van de ET-werkplaats komt

onderzoeksruimte beschikbaar in Westhorst (circa 650 m² fno) en

Hangar (circa 850 m² fno). Deze ruimte wordt eveneens ingezet om

de groei op te vangen en is het meest geschikt voor lab faciliteiten.

De resterende behoefte van circa 2.600 m2 fno wordt opgevangen in

tijdelijke huisvesting. Deze laatste oplossing is op korte termijn te

realiseren. De realisatie kan in fasen worden uitgevoerd, waarmee

STRATEGIE 2:

de realisatie nauw kan worden afgestemd op de daadwerkelijke

groei van de universiteit.

Ook het derde deel van deze strategie is gelijk aan strategie 1 en

betreft een aangepaste invulling van de ‘Paviljoenzone’. Het

Paviljoen wordt vrijgespeeld voor de realisatie van het nieuwe

Contact Centre/Ontmoetingscentrum (onderdeel CES). Dit sluit

naadloos aan op de visie Shaping 2030 waar openheid, ontmoeten

etc. centraal staan. Het Paviljoen is laagdrempelig en heeft een

geschikte ligging op de Campus. De dienst CFM verhuist daardoor

uit het Paviljoen. De dienst CFM zit momenteel verspreid over nog

enkele locaties. In deze strategie worden twee locaties van CFM

samengevoegd: de Spiegel en het Paviljoen. Het gaat hier om een

ruimtebehoefte van circa 800 m2 fno. Deze ruimtebehoefte wordt

ingepast in de Boerderij (voormalig Faculty Club). Dit pand beschikt

over circa 1.100 m2 fno. Vanwege de grote restaurantruimte is

sprake van een inefficiënte indeling, waardoor op basis van de

huidige inschattingen daarna nauwelijks sprake is van resterende

ruimte.

Tot slot worden extra zelfstudiewerkplekken gecreëerd. In veel

gebouwen op de campus is dit, met relatief weinig ingrepen,

mogelijk doordat veel tarra ruimten hiervoor geschikt lijken.

Doordat inrichtingskosten voor rekening van de faculteiten en

diensten zelf zijn, maakt dit project financieel gezien geen

onderdeel uit van het LTSH 2030.

Projecten direct gekoppeld aan strategie

De grootste projecten in deze strategie zijn de invulling van de Kop

van de Langezijds met kantoren en labs ten behoeve van de

Technische faculteiten in Kop Langezijds, uitbreiding ET en versterking Paviljoen Zone met CFM en Contact Centre

Page 54: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

54 05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

personele uitbreiding (t.b.v. onderzoek) en de uitbreiding van ET bij

de Horstring. Zoals hiervoor vermeld is in het LTSH 2030 nadrukkelijk

ook aandacht voor de bestaande voorraad. Het Paviljoen en de

Boerderij (voormalig Faculty Club) stonden al op de nominatie om

gerenoveerd te worden en kunnen nu direct geschikt gemaakt

worden voor de nieuwe functies. Door de verhuizing van het UCT

naar de Drienenburght ontstaat in de Citadel ruimte voor de

uitbreiding van SBD en EWI. De Citadel is eveneens aan een (minder

omvangrijke) opknapbeurt toe. Samen met de reeds aanwezige

gebruikers CES en LISA en de toekomstig beoogd gebruiker EWI

vindt een inventarisatie plaats van wat er moet gebeuren.

Vooruitlopend op de genoemde projecten wordt er tijdelijke

huisvesting geregeld om de groei in FTE van met name de

technische faculteiten op te kunnen vangen. Uitgangspunt in deze

strategie is dat deze tijdelijke huisvesting op de campus wordt

gerealiseerd. Dit sluit het beste aan bij de campusgedachte van UT.

Bovendien is op de campus voldoende ruimte beschikbaar.

Voordelen strategie 2

De Kop van de Langezijds wordt ingevuld.

De invulling van de Langezijds kent een relatief laag risicoprofiel.

Dit is een flexibel gebouw aan de rand van de campus, waardoor

dit in een krimpscenario kan worden verhuurd of eventueel

afgestoten.

In deze strategie is sprake van relatief weinig

verhuisbewegingen.

De Paviljoenzone wordt ‘geladen’ met nieuwe functies CFM en

Contact Centre/Ontmoetingscentrum en leiden tot zichtbare

partijen.

De Boerderij krijgt door de clustering van de dienst CFM een

nieuwe bestemming.

STRATEGIE 2:

Deze strategie leidt tot optimaal gebruik van bestaand vastgoed.

Buiten de nieuwe ET-werkplaats is enkel sprake van flexibele

constructies.

Deze strategie leidt tot een lagere investeringsbehoefte dan

strategie 1 omdat in feite het Roboticalab komt te vervallen.

Nadelen strategie 2

Deze strategie leidt niet tot een exposurefunctie in de Kop van

de Langezijds.

Robotica wordt niet geclusterd en niet versterkt.

De uitbreiding als gevolg van de personele groei vindt geclusterd

(op één plek) plaats, relatief ver weg van de ‘homebases’.

De uitbreiding van de technische faculteiten in Kop Langezijds

sluit niet aan op de valorisatiedoelstelling van UT. Het beperkt

de mogelijkheden om hier een open innovatie faciliteit te

creëren, waar met partners wordt samengewerkt.

In Carré komt geen ruimte vrij voor onderwijs en onderzoek,

terwijl hier veel behoefte aan is.

Technische faculteiten in Kop Langezijds, uitbreiding ET en versterking Paviljoen Zone met CFM en Contact Centre

Page 55: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

55

STRATEGIE 2:

05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

Samenvatting

Toevoegingen aan portefeuille (in m² fno):

Huisvesting ITC in Langezijds (reeds bestaand project,

circa 9.000 m²)

Kantoren/labs in de Kop Langezijds voor TNW, ET en

EWI (circa 3.300 m²)

Uitbreiding ET-werkplaats bij de Horstring (circa 3.500

m²)

Realiseren tijdelijke huisvesting (circa 2.600 m²,

waarvan 2.000 m² op korte termijn).

Projecten binnen bestaande portefeuille (in m² fno):

CFM in de Boerderij (circa 1.100 m²)

Contact Centre (CES) in het Paviljoen (circa 700 m²)

Afstoot (in m² fno):

Afstoot ITC-gebouw aan de Hengelosestraat (circa

12.000 m²)

Ruimtelijke consequenties (in eigendom op de campus, in m² fno)

Huidige situatie :

In gebruik: 139.000 m²

Beschikbaar: 4.300 m²

Strategie 1:

In gebruik: 146.000 m² (waarvan 2.600 m² tijdelijk/flexibel)

Beschikbaar: 2.700 m²

Financiële consequenties

Deze strategie leidt tot een investeringsbehoefte van circa € […].

Bij uitvoering van deze strategie is sprake van een afname van de leegstand ten opzichte

van de huidige situatie van circa 1.600 m² fno. De jaarlijkse leegstandslasten dalen

daardoor.

Technische faculteiten in Kop Langezijds, uitbreiding ET en versterking Paviljoen Zone met CFM en Contact Centre

Page 56: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

56 05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

Vergelijking strategieën

Hieruit volgt dat de strategieën 1 en 2 in verhouding financieel

ongeveer € […] verschillen in het voordeel van strategie 2. Echter als

de voor- en nadelen worden gewogen, zeker in relatie tot de

doelstellingen die de UT heeft voor de exposurefunctie van de

Langezijds, de ambities in Shaping 2030, valorisatiedoelstellingen en

de relatie met Kennispark is strategie 1 voor langere termijn sterker.

Ook is het vrijspelen van ruimte in Carré en Horst een sterk wenselijk

bijeffect van deze strategie.

Categorie C: Bestaande voorraad

In het LTSH 2030 is nadrukkelijk ook aandacht voor de bestaande

voorraad. In hoofdstuk 3 is een lijst met 27 gebouwen/objecten

geselecteerd die in principe in de komende 10 jaar grootschalig

gerenoveerd en verduurzaamd moeten worden. Grootschalige

renovatie betekent dat in ieder geval gekeken wordt naar:

Installaties/technische verbeteringen,

Verduurzaming/staat schil,

Functionaliteit.

Van deze 27 gebouwen zit de Drienerburght in categorie 1 en het

Paviljoen en de Boerderij in categorie 2. Het ITC Hotel en Logica

blijven voorlopig buiten beschouwing omdat het hier om

residentieel vastgoed gaat. De overige 22 gebouwen dienen nader

geprioriteerd te worden conform de gestelde criteria aan het begin

van deze paragraaf:

technische- en duurzaamheidsurgentie,

ligging op de campus en relevantie voor primair proces,

de uitvoerbaarheid van het totale LTSH 2030 rekening houdend

met de capaciteit. Hiervoor zijn de projecten naar grootte en

complexiteit gelabeld en in de tijd uitgezet.

Belangrijk om op te merken is dat voor elk gebouw een raming is

gemaakt op basis van kengetallen. Naarmate de renovatie van een

gebouw dichterbij komt, zal een nauwkeurigere raming worden

opgesteld. Dit kan in de praktijk betekenen dat de aangehouden

bedragen te zijner tijd wijzigen.

Voor de gebouwen zijn drie prioriteitscategorieën aangehouden. De

totale begroting is gebaseerd op de gebouwen met prioriteit 1,

weergegeven in onderstaande tabel.

Voor de renovatie van het bestaand vastgoed leidt dit tot een

begroting van circa € […] inclusief indexatie.

De lijst met gebouwen met prioriteit 2 (niet meegenomen in totale

begroting) leidt tot een totaal bedrag van circa € […] inclusief index.

Deze projecten zijn opgenomen in de volgende tabel.

Page 57: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

57 05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

De lijst met gebouwen met prioriteit 3 (niet meegenomen in totale

begroting) leidt tot een totaal bedrag van circa € […] inclusief index.

Deze projecten zijn in de volgende tabel weergegeven.

Categorie D: Overige projecten en ambities

Naast de drie voorgenoemde categorieën is er nog een categorie

overige projecten en ambities. Dit betreft veelal sport en infra

projecten. Daarnaast zijn er enkele uitbreidingsinitiatieven die nog

nadere uitwerking behoeven. Deze projecten komen grotendeels

voort uit de behoefte zoals omschreven in paragraaf 04.07.

De lijst met overige projecten met prioriteit 1 leidt tot een totaal

bedrag van circa € […] inclusief index. Deze projecten zijn in de

volgende tabel weergegeven.

Het waterlab is een samenwerking tussen de faculteit TNW en het

waterschap. De Olijftuinen Zuidhorst biedt plaats aan twee tot vier

projectruimten. De uitbreiding van Designlab en de Energy

Transition Hub zijn nog in de onderzoeksfase maar er moet

rekening mee worden gehouden dat deze op een nader te bepalen

plek komen. Het zoekgebied hiervoor is gericht op strook

Paviljoenzone-Kop van Langezijds-kavel naast de Spiegel. Het is zeer

goed denkbaar dan deze ontwikkelingen in samenwerking met

derden (lange termijn belegger) plaats zal vinden. De tiny houses

komen ook in de Paviljoenzone.

Vanuit de SU en sport en cultuur is de urgentie aangegeven voor

een uitbreiding van de indoorsportfaciliteiten, zie ook paragraaf

04.06. De groei van de UT leidt tot druk op de faciliteiten. Vanuit

Page 58: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

58 05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

het primair proces is er behoefte aan een toetsruimte, al dan niet

geschikt gemaakt voor digitaal toetsen. Het risico bestaat dat de

huidige toetsruimte Therm op termijn niet meer gehuurd kan

worden. Een uitbreiding van een sporthal van circa 1.100 - 1.200 m2

is daarom goed te verantwoorden en als prioriteit 1 opgenomen. Bij

de uitwerking van de sportaccommodaties wordt gekeken of de

multifunctionele dansvloer geïntegreerd kan worden.

De infraprojecten met pleinen komen voort uit de aanpak van de

aangrenzende gebouwen. Verkeersveiligheid en een beter

fietsparkeren rondom O&O gebied, uitwerking mobiliteitsvisie, zijn

algemene wensen ter verbetering van de campus .

In de weging zijn twee projecten naar voren gekomen met prioriteit

3, weergegeven in onderstaande tabel.

De realisatie van padelbanen is eveneens een wens van de SU en

sport. De aanpak van de Oude Drienerloweg is een wens die geen

haast heeft maar in relatie tot Kennispark en de upgrade van het

innovatiepad wel een keer aangepakt dient te worden.

05.02 Vervolg en proces

Nadere analyse en uitwerking

In dit LTSH 2030 zijn (afhankelijk van de strategie) uitgangspunten

gehanteerd voor de herhuisvesting van diverse

organisatieonderdelen en uitbreiding van het aanbod om de

personele groei op te kunnen vangen. Vervolgstap is een nadere

analyse passend bij de gekozen huisvestingsstrategie.

Hierbij is het van belang om een nadere analyse van vraag en

aanbod aan onderwijsruimte te maken: zowel qua

onderwijsruimten die ingeroosterd worden als (te reserveren)

studieplekken en projectruimten. Het gaat hier niet alleen om

het aanpassen/bouwen van fysieke ruimten, maar ook om

andere mogelijkheden om in de vraag naar onderwijsruimte te

voorzien. Hierbij moet gedacht worden aan mogelijke

aanpassingen in onderwijsprogrammering, spreiden en

opvangen van piekmomenten en verruiming van roostertijden.

Hierbij is het eveneens van belang om de behoefte aan

kantoorruimte onder de loep te nemen en te onderzoeken hoe

werkplekken zo flexibel mogelijk kunnen worden gerealiseerd,

zo mogelijk in combinatie met projectruimten / studieplekken.

Omdat de komende jaren ook enkele grote gebouwen worden

aangepakt, liggen hier ook kansen om werkplekken volgens de

nieuwe normen te realiseren en daarmee een optimalisatieslag

te bewerkstelligen.

Nadere analyse van projecten en begrotingen grotere onzekerheid

In het proces van de totstandkoming van het LTSH 2030 zijn alle

mogelijke initiatieven en huisvestingsambities zo goed mogelijk

geraamd om tot een representatieve begroting te komen. Tijdens

de daadwerkelijke uitwerking van projecten worden programma’s

van eisen verder uitgediept en kunnen begrotingen worden

aangescherpt. Dit kan leiden tot een wijziging in de getallen. Indien

dit meevalt komen projecten met prioriteit 2 in aanmerking. Indien

sprake is van tegenvallers vraagt dit om een tussentijdse bijsturing

om projecten aan te scherpen dan wel nog verder te prioriteren.

Page 59: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

59 05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

05.03 Risicoparagraaf

In dit LTSH 2030 zijn gegronde aannames gedaan en zorgvuldig

uitgangspunten benoemd. Vastgoed heeft echter een statisch

karakter, vastgoedinvesteringen drukken langdurig op de begroting

van de universiteit. Het is daarom van belang om risico's te

identificeren (die zaken waar de UT geen of beperkte invloed op

heeft), de impact van het optreden van deze risico’s in te schatten

en vast te stellen welke beheersmaatregelen er bestaan om het

effect van deze risico’s te beperken. Deze paragraaf geeft inzicht in

hoe robuust de uitgewerkte strategieën zijn voor veranderingen en

in welke mate kan worden bijgestuurd.

In deze paragraaf zijn de volgende risico-thema’s geïnventariseerd:

Risico op afwijkende ontwikkeling van het aantal studenten en

medewerkers (zowel krimp– als groeirisico’s);

Projectplanning i.r.t. continuïteit bedrijfsvoering;

Financiële risico’s.

Krimp- en groeirisico’s

Indien de werkelijke ontwikkeling van de universiteit afwijkt van de

verwachte ontwikkeling (beschreven in paragraaf 04.01) heeft dit

direct effect op de ruimtebehoefte van de UT. Niet alleen krimp,

maar ook groei vormt hierin een wezenlijk risico. Hiervoor zijn in

hoofdstuk 04 enkele scenario’s geschetst. Voor de in deze

scenario’s in te zetten beheersmaatregelen zijn de volgende

uitgangspunten geformuleerd:

Optimaal benutten van het huidige vastgoed staat voorop.

Los van de nieuwe ET-werkplaats is uitbreiding van het

vastgoedbestand in de vorm van nieuwbouw in beginsel niet aan

de orde.

Flexibele oplossingen verdienen de voorkeur indien sprake is

van aanvullende ruimtebehoefte.

Pas indien de vastgoedbehoefte van structurele aard is,

wordt permanente uitbreiding overwogen.

Bij afstoting van vastgoed wordt in eerste instantie gekeken naar

de mogelijkheden voor verhuur, pas indien dit niet mogelijk of

ongewenst is naar verkoop. Dit laatste vanwege het

onomkeerbare karakter.

Krimpscenario

Indien het toekomstig aantal studenten en medewerkers van de UT

structureel lager is dan het uitgangspunt in het LTSH 2030, ontstaat

overmaat binnen de vastgoedportefeuille. Indien er geen dekking

bestaat voor deze ruimte ontstaat een situatie waarin het vastgoed

onevenredig ‘drukt’ op de begroting van de UT. Een algemene

beheersmaatregel voor dit risico betreft het afstoten van vastgoed.

Daarbij wordt de volgende route gevolgd:

Afstoot tijdelijke dan wel semipermanente huisvesting (indien

aanwezig).

Gebouwen vrijspelen met hoge externe courantheid t.b.v.

verhuur.

Indien verhuur niet mogelijk is wordt overgegaan tot verkoop.

De functie (dan wel het adaptief vermogen van het gebouw) en

ligging van het gebouw zijn van grote invloed op de externe

courantheid. Gebouwen met een ligging aan de rand van de

campus, zonder onderwijs specifieke indeling komen het eerste in

aanmerking voor (tijdelijke) afstoot. Gebouw de Spiegel kan daarbij

als voorbeeld worden genoemd. De Spiegel vormt de entree van de

campus, maar is tegelijkertijd een gebouw dat, door de ligging

buiten het O&O-gebied, mogelijk is af te stoten of te

herbestemmen. De sterke O&O kern van de UT blijft dan vooralsnog

onaangetast. Deze beheersmaatregel is van toepassing op beide

Page 60: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

60 05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

strategieën. Mocht UT in de toekomst geconfronteerd worden met

een krimpscenario, dan kunnen de huidige gebruikers (diensten en

het CvB) worden gehuisvest in de vrijgekomen ruimte. De exacte

locatie is afhankelijk van in waar de krimp plaatsvindt. Op die

manier wordt de leegstand grotendeels geclusterd en wordt

afstoten mogelijk.

Groeiscenario

Ook onverwachte groei vormt een risico voor de UT. Het is voor de

universiteit van belang snel in te kunnen spelen op een

toenemende huisvestingsbehoefte. Hierbij wordt de volgende route

gevolgd:

Verder optimaliseren gebruik huidig vastgoed.

Zoeken naar flexibele uitbreiding bij voorkeur on-campus,

anders nabij de campus. Dit kan in de vorm van tijdelijke bouw

(huur of koop), dan wel in bestaande bouw van derden

(huurconstructie). Per geval moet blijken wat de beste oplossing

is, e.e.a. afhankelijk van de financiën.

Pas als de ruimtebehoefte van permanente aard blijkt te zijn,

worden permanentere oplossingen gezocht. De UT beschikt

over een groot, reeds bestemd, gebied voor uitbreiding.

In beide strategieën is op totaalniveau sprake van voldoende

flexibiliteit in de vastgoedportefeuille. In beide strategieën resteert

huisvestingsaanbod dat kan worden ingezet. Als eerste wordt

daarom gekeken naar het invullen van leegstand. Optimaal

benutten van het vastgoed staat immers voorop. Daarbij geldt dat

specifiek voor de COV geldt dat de huidige bezetting en benutting

onderbezet is, de bezetting voor collegezalen ligt bijvoorbeeld op

58% terwijl 70% haalbaar wordt geacht (zie analyse 3.03). Ook kan

overwogen worden om de tijden te verruimen naar de (vroege)

avonduren. of de vrijdag beter te benutten. Zonder vastgoed bij te

bouwen is met beide maatregelen, betere bezetting/benutting en

langere openstelling, op basis van een eerste inschatting een

vergroting van de COV-capaciteit met tenminste 1.000 tot 2.000

extra studenten mogelijk en het piekscenario of net daaronder

haalbaar lijkt. Dit is een voorzichtige inschatting, de verwachting is

dat het getal hoger komt te liggen, dit zal in het COV-programma

verder worden uitgewerkt.

Op het O&O-plein kan de leegstand in de Citadel worden ingezet.

Indien nodig is ook de ontstane leegstand na uithuizing CFM in de

Spiegel inzetbaar. Indien de groei binnen onderwijs en/of

onderzoek plaatsvindt dan is huisvesting van deze groei buiten het

O&O-gebied echter niet in lijn met het Masterplan. Indien leegstand

niet verder kan worden ingezet en de toenemende

huisvestingsbehoefte tijdelijk van aard is, vormt een tijdelijke

constructie de oplossing. Daarbij verdient tijdelijke huisvesting op

de campus de voorkeur.

In geval van structurele groei (aanhoudende extra ruimtebehoefte)

zal in overleg met de betreffende organisatieonderdelen moeten

worden vastgesteld in hoeverre het resterende huisvestingsaanbod

op de campus passend (te maken) is of dat uitbreiding van de

vastgoedportefeuille noodzakelijk is. Voor beide strategieën geldt

dat de kop van de Es aan de Horst als uitbreidingslocatie kan

worden beschouwd. Mocht UT in de toekomst geconfronteerd

worden met groei leidend tot een structurele toename van de

behoefte aan onderwijs- en/of onderzoeksruimte dan kan

overwogen worden het gebouw Citadel te slopen en hier

vervangende (grotere) nieuwbouw te realiseren. Deze

beheersmaatregel is in lijn met het Masterplan en van toepassing

op beide strategieën.

Page 61: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

61 05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

Overzicht vastgoed bij groei- en krimpscenario

Vooropgesteld dat binnen de groeiscenario’s conform de

geschetste routes eerst gezocht zal worden naar optimalisatie

binnen bestaand vastgoed is het goed om een risico inschatting te

maken voor als dit niet slaagt. Oftewel: wat is de ingeschatte

maximale ruimtelijke en financiële (vastgoedtechnisch gezien)

impact bij de verschillende groei scenario’s (inclusief het

piekscenario) gebaseerd op huidige kengetallen? In geval van

krimp wordt hetzelfde gedaan. Stel dat de krimp zich op basis van

de huidige kengetallen 1-op-1 door vertaald in leegstand, wat is dan

de ruimtelijke en vastgoed technisch gezien financiële impact

(inclusief het terugvalscenario)?

In de volgende tabel is dit weergegeven. Hierin zijn per scenario

(zoals benoemd in hoofdstuk 04) het aantal FTE en studenten

weergegeven, evenals de bijbehorende ruimtebehoefte afgezet

tegen het Baselinescenario. Daarbij is gerekend met een

ruimtebehoefte van 12 m2 fno per medewerker (in lijn met de door

UT gehanteerde richtlijn, zie hoofdstuk 02) en 3 m2 fno COV per

student (huidig gemiddelde ruimtegebruik naar boven afgerond, zie

hoofdstuk 02). Belangrijke opmerking hierbij is dat deze

aanvullende meters COV zijn dus alleen nodig indien de bezetting/

benutting gelijk blijft en er geen verruiming van de collegetijden

plaatsvindt. Eventueel aanvullende behoefte aan onderzoeksruimte

is vooralsnog buiten beschouwing gelaten.

De tabel toont daarnaast, per scenario, op hoofdlijnen de financiële

impact op het gebied van vastgoed. De financiële impact van de

scenario’s, ook in relatie tot de diverse ratio’s voor de UT, zijn in

hoofdstuk 05 beschreven. Dit betekent in geval van krimp hoeveel

leegstand/huurderving er ontstaat binnen de REH, gebaseerd op

een RT2 codering van € […] (p.p. 2019). Dit betreft een ‘interne’

derving, oftewel ergens anders ontstaat een tekort. De

beheersmaatregel om dit tegen te gaan is om de leeggekomen

ruimten te verhuren. In de huidige markt (2019) kan worden

uitgegaan van circa € 130/m2.

In geval van groei van de UT zijn er vier mogelijkheden (prijspeil

2019):

1. elders huren o.b.v. eveneens circa € 130/m2 fno,

2. plaatsten van tijdelijke huisvesting on-campus in een

huursituatie. Inschatting kosten circa € 350/m2 fno,

3. aanschaffen van semipermanente huisvesting on-campus

o.b.v. € 1.200/m2 bvo (vormfactor bvo/fno: 1,3) (Bron

www.bouwkostencompas.nl)

4. realisatie van permanente huisvesting on-campus o.b.v. €

2.500/m2 bvo (vormfactor bvo/fno: 1,3) (Bron:

www.bouwkostencompas.nl).

Beheersmaatregelen bij 1. en 2. zijn het creëren van extra ruimte in

de REH om de huur te kunnen dekken. Beheersmaatregelen bij 3.

en 4. zijn het creëren van extra investeringsruimte binnen de

voorgestelde begroting LTSH 2030 door herprioritering van de

categorieën vastgoedprojecten C en D uit dit hoofdstuk of

uitbreiding van de vastgoedbegroting LTSH 2030. In de volgende

tabel zijn de diverse scenario’s en gevolg o.b.v. de ingeschatte

parameters en kengetallen voor wat betreft de kosten weergegeven

(alle bedragen hebben prijspeil 2019). Voor de groeiscenario’s zal

nader onderzocht moeten worden wat de beste oplossing is.

Page 62: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

62 05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

Risico op continuïteitsproblemen

Hoe meer ingrepen een strategie bevat, hoe meer partijen en

organisatieonderdelen hierbij betrokken zijn en hoe meer

uitvoeringsrisico’s (zoals asbest of de noodzaak tot het doorlopen

van een milieuprocedure) er aan de strategie verbonden zijn, hoe

meer de planning potentieel uit kan lopen en hoe groter het risico

op verstoringen in de reguliere bedrijfsprocessen

(continuïteitsproblemen).

In beide strategieën is sprake van renovatie van de kop van

Langezijds. In beide strategieën is daarnaast sprake van de realisatie

van tijdelijke huisvesting, de renovatie van de Citadel, de

herhuisvesting van CFM in de Boerderij, de realisatie van een

Contact Centre in het Paviljoen en de uitbreiding van de ET-

werkplaats bij de Horstring. De eigen planvorming (ontwerp,

selectie van partijen, etc.) van deze projecten heeft UT zelf in de

hand, maar de procedures rondom vergunningen, inclusief de

eventuele noodzaak tot een bestemmingswijziging, zijn vooraf niet

volledig te voorspellen. Ook de in 2019 ontstane discussie over de

PFAS en PAS kunnen effect hebben op de plannen. Het vigerend

bestemmingsplan biedt echter veel ruimte en de impact op PFAS en

PAS is vanwege de vele renovatie georiënteerde plannen ook te

overzien. Het risico wordt groter als vanwege boven verwachte

groei meer nieuwbouw nodig is. De belangrijkste beheersmaatregel

voor dit risico is het tijdig starten met planvorming en het tijdig in

gesprek treden met de betrokken instanties, om zoveel mogelijk

ruimte voor deze procedures in de planning te creëren.

Het risico op continuïteitsproblemen wordt ook veroorzaakt door

interne verschuivingen. In beide uitgewerkte strategieën is sprake

van vastgoedprojecten die leiden tot herhuisvesting van

organisatieonderdelen. Doordat sprake is van ketenafhankelijkheid

in deze verhuisoperatie bestaat het risico op verstoring van de

bedrijfsprocessen als gevolg van uitlopende planningen. Dit is

vooral relevant bij onderwijsvoorzieningen omdat het

ruimteaanbod hier direct invloed heeft op studiejaren (maximaal

aantal toelatingen) en roostering. Het verhuizen van

kantoorgebruikers kan in principe probleemloos op ieder

willekeurig moment in het jaar plaatsvinden.

In strategie 1 kan de huisvesting van TNW/EWI/ET in de

vrijkomende ruimten Carré en Horst pas plaatsvinden indien de

€ […]

Page 63: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

63 05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

huisvesting van Robotica in de kop van Langezijds gereed is en de

verhuizing is afgerond. Daarmee is de mogelijkheid om de

personele groei van deze faculteiten op te vangen afhankelijk van

dit project. Tijdelijke huisvesting is daarmee een noodzaak. In

strategie 2 staan de mogelijkheden om de personele groei op te

vangen los van Robotica, maar is nog steeds sprake van een

afhankelijkheid van de renovatie van de kop van Langezijds. Een

beheersmaatregel in beide strategieën is om voor deze periode

meer tijdelijke huisvesting te realiseren. Er is daarom op dit punt

geen noemenswaardig verschil tussen beide strategieën. Een

grotere onzekerheid brengt de grootschalige renovatie van de

bestaande voorraad met zich mee. Omdat de gebouwen op het

moment van het maken van dit rapport hun capaciteit benaderen is

er weinig schuifruimte voor handen. De meest zekere

beheersmaatregel is om de ‘bewoners’ van het te renoveren

gebouw in een tijdelijke huursituatie onder te brengen.

Financiële risico’s

Verkooprisico

Indien verkoop van het huidige gebouw van ITC binnen de

beschouwingstermijn van het LTSH (tot 2030) niet mogelijk is,

blijven de instandhoudingskosten bestaan. In dit scenario kan

worden overwogen om aan te sturen op tijdelijke verhuur van het

gebouw, ter dekking van (minimaal) de instandhoudingskosten.

Activeren onderhoud

Per 1 januari 2019 is de regelgeving omtrent het administratief

verwerken van groot onderhoud gewijzigd. Per die datum mag

groot onderhoud niet meer rechtstreeks ten laste van het resultaat

worden geboekt, iets wat bij de UT wel gebeurt. De UT heeft ervoor

gekozen om groot onderhoud te verwerken als een investering,

waarop zal worden afgeschreven (en dus niet voor het treffen van

een voorziening, dat was naast het activeren de tweede optie).

Voor het LTSH 2030 betekent dit dat een groter deel van het

onderhoud moet worden opgenomen in het

investeringsprogramma. Het is op het moment van schrijven van dit

LTSH 2030 nog niet exact duidelijk wat de impact zal zijn, maar op

basis van een voorlopige schatting is rekening gehouden met het

activeren van € […] aan extra onderhoudsinvesteringen per jaar.

Door het activeren zal de exploitatie van de REH de komende jaren

minder worden belast. Op termijn zullen de hogere

afschrijvingslasten dit voordeel weer teniet doen.

Rente toerekening

Jaarlijks wordt een vast bedrag aan rente (€ […]) doorberekend aan

de REH exploitatie, hetgeen een interne rentelast van 2% betekent.

Deze rentelast wordt vanuit de REH weer doorbelast aan de

gebruikers van het vastgoed op de campus via de

kapitaalcomponent in het ruimtetarief. Vanwege de lage rentestand

wordt nu bekeken of de interne rentelast moet worden aangepast

op de actuele marktrente, of dat dit (waarschijnlijk tijdelijke)

rentevoordeel op een andere manier kan worden ingezet binnen de

REH. Het rentebedrag (zowel de rentelasten in de REH als de

rentebaten via het rentetarief) heeft invloed op de berekening van

de investeringsruimte voor vastgoedprojecten. Bij de berekeningen

die ten grondslag liggen aan dit LTSH 2030, is conform huidige

situatie uitgegaan van € […] aan rentelasten.

Afschrijvingstermijn

Bij het doorrekenen van de vastgoedprojecten zijn aannames

gedaan voor wat betreft de afschrijvingstermijn. Daarbij is

uitgegaan van gemiddelden op de componenten zoals we die nu

hanteren. Echter, vanwege de aangescherpte regelgeving (zie ook

Page 64: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

64 05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

de alinea Activeren groot onderhoud in deze paragraaf), wordt ook

de componentenindeling aangepast. Welke gevolgen dit gaat

hebben voor afschrijvingstermijnen van projecten, is nog niet

helder. Wijzigingen in afschrijvingstermijnen hebben invloed op het

resultaat REH en op de investeringsruimte.

Ruimtetarieven

In de doorrekening van dit LTSH 2030 is rekening gehouden met de

huidige ruimtetarieven; uitgangspunt is dat deze de komende jaren

niet hoeven worden verhoogd. De ruimte voor investeringen in

LTSH 2030 is afhankelijk van met name het verschil tussen de

opbrengsten uit ruimtetarieven (kapitaalcomponent) en de rente-

en afschrijvingslasten van het vastgoed. Het fixeren van de

huisvestingstarieven en het uitgangspunt dat de REH minimaal een

sluitende exploitatie moet hebben, bepaalt de ruimte om te

investeren in nieuw vastgoed. Een verlaging van de ruimtetarieven

betekent dus minder ruimte om te investeren in vastgoed, een

verhoging geeft meer ruimte (bezien vanuit de REH exploitatie).

Op het gebied van ruimtetarieven dient wel te worden opgemerkt

dat de kapitaalcomponent in dit tarief niet wordt geïndexeerd. Dit

terwijl bouwkosten wel (harder dan inflatie) stijgen. Uit de

doorrekening blijkt dat een dergelijke indexatie op dit moment niet

noodzakelijk is. Mocht op enig moment blijken dat de in LTSH 2030

geplande investeringen vanwege de gestegen bouwkosten toch

duurder uit gaan vallen dan geraamd, dan zal moeten worden

onderzocht of dit gevolgen heeft voor de huisvestingstarieven.

Leegstand

Als de beschikbare ruimte in onze vastgoedportefeuille groter is dan

de huisvestingsbehoefte, ontstaat leegstand. Bij leegstand loopt

een groot deel van de kosten die gepaard gaan met het in bezit

hebben van vastgoed door (afschrijvingen, onderhoud), echter deze

worden niet meer gecompenseerd door inkomsten. Dit heeft

consequenties voor het resultaat van de REH.

Onder de kop “Krimpscenario” eerder in deze paragraaf wordt

aangegeven hoe zal worden omgegaan met structurele leegstand

bij een terugloop van het aantal studenten.

Herfinancieringsrisico’s

De huidige financieringscondities zijn gunstig. Nadelige verandering

van deze condities kan een risico vormen voor de beoogde

investeringsprojecten in (de huidige en toekomstige versies van) het

LTSH. In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de (her)

financieringsrisico's en de bijbehorende beheersmaatregelen voor

UT.

Organisatorische risico’s

De uitgewerkte strategieën leiden tot meerdere grootschalige

projecten. In de periode 2020-2030 is daarnaast sprake van

meerdere (instandhoudings)projecten binnen de bestaande

voorraad. De aansturing van de projecten ligt volledig bij CFM. De

capaciteit van CFM vormt daardoor een beperkende factor en een

risico voor de uitvoering.

Bij het opstellen van dit LTSH 2030 is zoals ook bij de prioritering

beschreven, rekening gehouden met de maximale belasting aan

grote, middelgrote en kleinere projecten. Deze zijn zodanig over de

planperiode verspreid, dat dit qua projectmanagement binnen de

huidige bezetting kan worden gedragen. Aandachtspunt hierbij is

wel de capaciteit bij de contractmanagers. Bij verschillende

projecten zijn veel voorbereidende werkzaamheden nodig, waarvan

niet nu al duidelijk is in hoeverre dit door de huidige bezetting kan

worden gedragen. Hieraan zal voorafgaand aan de

Page 65: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

65 05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

voorbereidingsfase van ieder project aandacht moeten worden

besteed. Indien de capaciteit onvoldoende blijkt (bij

contractmanagers maar ook bij projectmanagers) kan worden

overwogen om extra capaciteit in te huren. Dit leidt echter tot

organisatorische risico’s. UT kan ook overwegen om te kiezen voor

een bouworganisatievorm die ertoe leidt dat een groot deel van de

aansturing bij een marktpartij wordt gelegd en UT enkel de regie

voert. Een derde beheersmaatregel is om de uitvoering van de

projecten te temporiseren, zodanig dat de aansturing door de

bestaande formatie is uit te voeren.

05.04 Conclusies huisvestingstrategieën

Samenvattend kan het volgende worden geconcludeerd.

Totale projectenopgave LTSH 2030 baselinescenario

In het nieuwe LTSH 2030 worden vier hoofdcategorieën aan

projecten onderscheiden. Het betreft de volgende indeling:

a. Bestaande projecten: reeds genomen (financiële) besluiten uit

LTSH 2016,

b. Strategieën: projecten sterk gericht op balans vraag/aanbod,

c. Bestaande voorraad: projecten gericht op technische en

functionele renovatie bestaande voorraad,

d. Overige projecten en ambities.

De categorieën A en B zijn grotendeels onomkeerbaar dan wel

noodzakelijk om de groei op de campus te kunnen blijven

faciliteren. In categorie B zijn twee huisvestingsstrategieën

uitgewerkt te weten:

Strategie 1: Robotica als exposure op Kop Langezijds, uitbreiding

ET en versterking Paviljoen Zone met CFM en Contact Centre.

Strategie 2: Uitbreiding technische faculteiten in Kop Langezijds,

uitbreiding ET en versterking Paviljoen Zone met CFM en

Contact Centre.

Vanwege de doelstellingen die de UT heeft voor de exposurefunctie

van de Langezijds, de ambities in Shaping 2030, valorisatie-

doelstellingen en de relatie met Kennispark is strategie 1 voor

langere termijn sterker. Ook is het vrijspelen van ruimte in Carré en

Horst is een sterk wenselijk bijeffect van deze strategie.

In de categorieën C en D is een prioriteitenstelling toegepast omdat

de totale investering anders te hoog zou uitkomen. Bij de

prioritering is rekening gehouden met technische urgentie, ligging

op de campus en relevantie voor primair proces en uitvoerbaarheid

van het totale LTSH 2030 rekening houdend met de capaciteit. Voor

dit laatste zijn de projecten naar grootte en complexiteit gelabeld

en in de tijd uitgezet. De totale begroting voor het baselinescenario

is gebaseerd op alle projecten die prioriteit 1 toegekend hebben

gekregen en sluit, inclusief een gemiddelde bouwkostenstijging van

3% per jaar, op circa € […]. Hiervan is al € […] besloten in het LTSH

2016. Zie bijlage 1 voor het totaaloverzicht. De projecten met

kwalificatie prioriteit 2 en 3 komen in aanmerking indien er

middelen vanuit prioriteit 1 niet aangewend dienen te worden.

Groei en krimpscenario’s

De genoemde begroting is gebaseerd op het baselinescenario.

Echter de mogelijkheid bestaat ook dat er extra groei of in het

negatieve geval krimp optreedt. In het geval van groei is de

volgende routing in volgorde denkbaar:

Verder optimaliseren gebruik huidig vastgoed, vooral binnen het

COV geldt dat er nog kansen liggen om de bezetting en te

benutting te verbeteren. Met 58% ligt de UT nog ver onder de

Page 66: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

66 05 HUISVESTINGSSTRATEGIEËN

haalbaar geachte bezetting van 70%. Daarnaast kunnen

openingstijden naar de (vroege) avonduren worden verruimd.

Dit leidt tot een extra capaciteit voor tenminste minimaal 1.000

tot 2.000 studenten met een verwachte bijstelling naar boven

vanuit het nieuwe COV-programma.

Zoeken naar flexibele uitbreiding bij voorkeur on-campus,

anders nabij de campus. Dit kan in de vorm van tijdelijke bouw

(huur circa € 350/m2 fno of koop circa € 1.200/m2 bvo) , dan wel

in bestaande bouw van derden (huurconstructie circa € 130/m2

fno). Huur loopt via de REH en koop via het LTSH.

Pas als de ruimtebehoefte van permanente aard blijkt te zijn,

worden permanentere oplossingen gezocht. De UT beschikt

over een groot, reeds bestemd, gebied voor uitbreiding. Kosten

p.p. 2019 bedragen circa € 2.500/m2 bvo. Investeringen lopen

via het LTSH.

Indien er sprake is van een krimpscenario dan is de volgende

routing van toepassing:

Afstoot tijdelijke dan wel semipermanente huisvesting (indien

aanwezig).

Gebouwen vrijspelen met hoge externe courantheid t.b.v.

verhuur. Interne derving afhankelijk van geldende RT codering.

Mogelijke compensatie van inkomsten door verhuur op de

markt.

Indien verhuur niet mogelijk is wordt overgegaan tot verkoop.

Nader te bepalen op basis van taxatiewaarde.

Overige risico’s

Hieronder zijn puntsgewijs de belangrijkste geïdentificeerde risico’s

beschreven:

Afhankelijkheid van vergunningprocedures. Alhoewel het

bestemmingsplan veelal voldoet, geldt dit ook voor de

bouwvergunningen.

Externe wijzingen in beleid zoals: de PFAS en PAS discussie in

2019 of de aanscherping van wet- en regelgeving rondom het

extra activeren van onderhoud.

Onderlinge afhankelijkheid van verhuisbewegingen. Vele

verhuizingen wachten op elkaar en stagnatie bij één leidt tot

stagnatie bij de daaropvolgende partij

Capaciteitsplanning van met name CFM. Deze dienst moet alle

projecten doen. Op basis van de huidige inschattingen is er

voldoende capaciteit, maar bij uitval moet er wel bijgeschakeld

worden in capaciteit. Dit zou zowel in het projectmanagement

als bij de contractmanagers het geval kunnen zijn.

Page 67: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

77

07 SAMENVATTING

Page 68: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

78 07 SAMENVATTING

Aanleiding In 2019 werd duidelijk dat het vorige LTSH uit 2016 niet meer toereikend is als vastgoedkader voor de komende jaren. De belangrijkste aanleidingen daarbij zijn:

een groot gedeelte van de projecten is gereed of in uitvoering,van de grote projecten is Technohal gereed en ITC in uitwerking,Shaping 2030 is gereed,de veranderende wereld om ons heen: digitalisering,duurzaamheid etc.,de medewerkers- en studentenaantallen zijn toegenomen enzullen verder toenemen, we zijn ingehaald door de realiteit,de invloed van sectorplannen bèta-techniek en de herziening vande bekos gingssystema ek.

Kaders Het nieuwe LTSH hee een scope van 10 jaar: 2020-2030. De centrale vraag van het LTSH 2020-2030 (te noemen LTSH 2030) daarbij was: op welke capaciteit aan medewerkers en studenten moet het vastgoed de komende jaren worden gedimensioneerd en welke vastgoedscenario’s zijn er beschikbaar bij grotere en kleinere fluctua es zowel boven als onder de capaciteitsbeze ng. Er zijn twee basiskaders opgesteld: de hoeveelheid medewerkers en studenten en de vastgoedkaders.

Scenario’s medewerkers en studenten Op basis van een brede inventarisa e binnen de UT is inzicht verkregen waar de UT de komende jaren in basis vanuit kan gaan als het gaat om studenten- en medewerkers aantallen: het baselinescenario. Dit hee ertoe geleid dat de UT uit kan gaan van een te verwachten steady aantal 12.000 studenten, dit is 500 boven de popula e peildatum september 2019. In de prak jk kan dit best

inhouden dat de aantallen boven de 12.000 uitkomen, echter de verwach ng op langere termijn laat zien dat het weer terug zal zakken. Het is daarom te kostbaar om het vastgoed veel groter te dimensioneren dan de huidige portefeuille temeer omdat er nog voldoende op malisa emogelijkheden zijn. Voor wat betre de medewerkers kan uitgegaan worden van een steady aantal van 3.302 medewerkers dat 450 FTE boven de peildatum van medio 2019 ligt. Vooruitzichten zijn met een aanzienlijke kans op zowel een verdere groei als ook krimp op termijn. Er zijn daarom vijf scenario’s ontwikkeld: naast het baseline scenario twee scenario’s met een kleinere devia e en twee met een grotere.

De twee scenario’s met een grotere devia e gaan uit van een terugval naar het niveau van 2016 of als we nog een keer een vergelijkbare groei doormaken naar een piekscenario.

07 SAMENVATTING BESLUITVORMING EN OVERWEGINGEN

Figuur: Scenario’s grote devia e

Figuur: Scenario’s kleine devia e

Page 69: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

79 07 SAMENVATTING

Vastgoedkaders Naast de verschillende scenario’s in popula e zijn ook een aantal belangrijke vastgoedkaders vastgesteld. De belangrijkste kaders zijn:

sturen op kwaliteit en flexibiliteit.Sturen op duurzaamheid.Digital transforma on.Efficiënt ruimtegebruik en op male inzet huidigevastgoedportefeuille.Passend binnen beeldkwaliteitsplan.Binnen financiële kaders en ra o’s.

Uitwerking baselinescenario In de verdere uitwerking van het LTSH 2030 is zoals aangegeven uitgegaan van het baselinescenario. Dat betekent dat het vastgoed de komende 10 jaar in capaciteit wordt gedimensioneerd op de geschetste aantallen. Met die belangrijke opmerking dat door een betere beze ng, benu ng en openstelling (ruimere college jden) van het vastgoed nog zeker ruimte voor groei is. Dit geldt met name voor het COV i.r.t. groeiende studentenpopula e. Bij de groei- en krimpscenario’s wordt hier nader op ingegaan.

Ruimtebehoe e Om te komen tot een vastgoedscenario is het baselinescenario vertaald in een ruimtebehoe e. Deze ziet er in hoofdlijnen als volgt uit:

Komst ITC leidt tot aanvullende ruimtebehoe e op de campusvan circa 9.000 m² fno (3.400 m² fno kantoorruimte, 2.700 m²fno onderwijsruimte en 1.200 m² fno onderzoeksruimte). Ditwordt in Langezijds gerealiseerd.Aanvullende lange termijn huisves ngsbehoe e door groei (o.a.

als gevolg van sectorplannen): Kantoorruimte: 5.900 m² fno Onderwijsruimte: 200 m2 fno plus

studiewerkplekken in tarraruimte Onderzoeksruimte: 5.800 m² fno

Daarnaast behoe en op gebied van niet-primaire voorzieningenzoals sport- en cultuur alsmede de studententeams met circa1.500 m² fno en infra mede als gevolg van devastgoedinvesteringen.Ruimtebehoe en in samenwerking met derden zoals hetInnova econcept of mogelijk Designlab.

Vastgoedstrategieën en projecten Binnen het LTSH 2030 zijn 58 projecten geadresseerd voor de komende en jaar waarvan 43 als ‘prioriteit 1’ in de begro ng en planning zijn opgenomen. De totale begroting van het LTSH 2030 is bepaald op € [...]. In dit bedrag is rekening gehouden met prijsinvloeden door de tijd en ook is het een uitvoerbaar plan qua human resources. Deze begroting bestaat uit vier categorieën: 1. Bestaande dan wel reeds besloten projecten (€ [...] ).

2. Nieuwe vastgoedstrategie en noodzakelijk voor groei envernieuwing (€ [...]).

3. Verbetering bestaande vastgoedportefeuille (€ [...]).4. Overige projecten (€ [...]).

In de 1e en 2e categorie vindt de vertaling van de ruimtebehoe e op basis van het baselinescenario plaats en is daarmee voornamelijk gericht op groei, uitbreiding (weliswaar grotendeels binnen bestaand vastgoed) en verschuiving in func es. De voorkeursstrategie (er zijn er 2 onderzocht) die naar voren is gekomen gaat uit van:

Page 70: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

80 07 SAMENVATTING

Robo ca op de Kop Langezijds,uitbreiding ET met een werkplaats/prac cumruimte,versterking Paviljoenzone met nieuwe huisves ng CFM in deBoerderij (voormalige Faculty Club) en een Contact Centre in hetPaviljoen.

Onderdeel van deze strategie is dat er in andere gebouwen weer ruimte vrij wordt gespeeld die voor de nabij gelegen faculteiten weer van belang zijn voor verdere groei. In het figuur hiernaast is schema sch weergegeven wat dit betekent:

Voor de 3e en 4e categorie hee een nadere prioritering plaatsgevonden omdat dit anders tot een te hoog investeringsbedrag zou leiden. Zoals aangegeven zijn genoemde bedragen gebaseerd op de ‘prioriteit 1’ projecten. Binnen deze prioritering is rekening gehouden met:

Technische staat betreffend gebouw, ook aangaande deenergiepresta e.Bijdrage aan het primair proces en mogelijkheden om temoderniseren/loca e campus.Financieel uitvoerbaar: investeringsplafond, liquiditeit,huisves ngsra o etc.In capaciteit uitvoerbaar.

Voor bestaand vastgoed hee dit er toe geleid dat de komende 10 jaar 10 bestaande gebouwen gerenoveerd zullen worden te weten: Spiegel collegezalen, Vrijhof (lichte renova e), Citadel, Zilverling, Hors oren, Horstring, Cubicus, Pompsta on, Vleugel (alleen techniek) en Sportcentrum (alleen techniek).

Groei en krimp Voor zowel groei als krimp zijn er voldoende mogelijkheden om jdig op en af te schalen als blijkt dat de omstandigheden af gaan wijken van het baselinescenario. Hiervoor zijn rou ngen bepaald die hieronder worden beschreven.

Groei Onverwachte groei zoals geschetst in de scenario’s vormt een risico voor de UT. Het is voor de universiteit van belang snel in te kunnen

Page 71: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

81 07 SAMENVATTING

spelen op een toenemende huisves ngsbehoe e. Hierbij wordt de volgende route gevolgd:

1. Verder op maliseren gebruik huidig vastgoed.2. Zoeken naar flexibele uitbreiding bij voorkeur on-campus,

anders nabij de campus. Dit kan in de vorm van jdelijke/circulaire bouw (huur of koop), dan wel in bestaande bouwvan derden (huurconstruc e). Per geval moet blijken wat debeste oplossing is, e.e.a. a ankelijk van de financiën.

3. Pas als de ruimtebehoe e van permanente aard blijkt te zijn,worden permanentere oplossingen gezocht. De UT beschiktover een groot, reeds bestemd, gebied voor uitbreiding.

Ad. punt 1: daarbij geldt dat specifiek voor de COV geldt dat de huidige beze ng en benu ng onderbezet is, de beze ng voor collegezalen ligt bijvoorbeeld op 58% terwijl 70% haalbaar wordt geacht. Ook kan overwogen worden om de jden te verruimen naar de (vroege) avonduren. of de vrijdag beter te benu en. Zonder vastgoed bij te bouwen is met beide maatregelen, betere beze ng/benu ng en langere openstelling, een aanzienlijke vergro ng van de COV capaciteit haalbaar, waardoor de UT volgens inscha ngen nog zeker tussen de 1000 en 2000 extra studenten aan zou kunnen.

Krimp Indien het toekoms g aantal studenten en medewerkers van de UT structureel lager is dan de baselinescenario van het LTSH 2030, ontstaat overmaat binnen de vastgoedportefeuille. Indien er geen dekking bestaat voor deze ruimte ontstaat een situa e waarin het vastgoed onevenredig ‘drukt’ op de begro ng van de UT. Een algemene beheersmaatregel voor dit risico betre het afstoten van

vastgoed. Daarbij wordt de volgende route gevolgd: 1. Afstoot jdelijke dan wel semipermanente huisves ng (indien

aanwezig).2. Gebouwen vrijspelen met hoge externe courantheid t.b.v.

verhuur aan derden.3. Indien verhuur niet mogelijk is wordt overgegaan tot verkoop.

De func e (dan wel het adap ef vermogen van het gebouw) en ligging van het gebouw zijn van grote invloed op de externe courantheid. Gebouwen met een ligging aan de rand van de campus, zonder onderwijs en specifieke indeling komen het eerste in aanmerking voor ( jdelijke) afstoot. Als deze situa e zich voordoet valt te denken aan een gebouw als de Spiegel. De sterke O&O kern van de UT blij dan vooralsnog onaangetast.

Financiën De financiering vanuit de Rijksoverheid zal de komende jaren toenemen door de sectorplannen bèta-techniek, de bekos gingssystema ek en door verwachte toenemende studentenaantallen. Deze extra middelen geven ons ook ruimte om binnen de normen meer vierkante meters te ontwikkelen om aan de huisves ngsbehoe e tegemoet te komen. Daarnaast zijn in december 2019 de Groeiplannen voor Nederland beschreven met mogelijk extra middelen voor de UT als het gaat om infrastructuur. De UT moet vanuit de onderwijsinspec e aan een aantal financiële normen voldoen. Deze zijn deels aangevuld met eigen aanvullende normen vanuit de UT. De investeringen in vastgoed moeten passen binnen deze financiële ra o’s. In de volgende tabel is te zien aan welke ra o’s het LTSH 2030 is getoetst.

Page 72: Lange Termijn Strategish Huisvestingsplan 2020 2030 Universiteit … · 2021. 3. 27. · huisvestingsplan (LTSH), dat als kader dient voor eslissingen over groots halige investeringsprojeten.

82 07 SAMENVATTING

De UT heeft er voor gekozen om het LTSH 2030 inclusief het budget van € [...] vast te stellen en ter beschikking te stellen. De samenhang met de andere geplande uitgaven/programma’s apparatuur, onderzoek infrastructuur (minimaal € [...] miljoen) en Shaping 2030 moet wel continue worden gemonitord. Er moet regelmatig getoetst worden of het geheel nog steeds past binnen de geldende normen voor financiële ratio’s op UT-niveau op dat moment. De aard van dit strategisch huisvestingplan maakt echter dat, mocht hier aanleiding toe zijn, binnen de kaders bijsturingsmogelijkheden aanwezig zijn. Projecten kunnen wel of geen doorgang vinden of dusdanig bijgestuurd worden, bijvoorbeeld in de planning, dat indien dit aan de orde is weer wordt voldaan aan de financiële kaders. Het geschetste krimp- en groeiscenario kan worden opgevangen binnen deze normen. Elke (grote) investering zal conform de governance binnen de LTSH worden getoetst. Voor LTSH-investeringen groter dan € [...] miljoen moet de UR en de RvT aanvullend instemming verlenen.

Ra o NormSolvabiliteit 2(Eigen vermogen + voorzieningen) / totale passiva

Minimaal 30%

Liquiditeit (current ra o)Vlo ende ac va / kort vreemd vermogen

Minimaal 50%

Huisves ngsra o(Huisves ngslasten + afschrijvingen gebouwen en terreinen) / totale lasten

Maximaal 15%

WeerstandsvermogenEigen vermogen / totale baten

Minimaal 5%

RentabiliteitResultaat / totale baten

1-jarig: minimaal -10%2-jarig: minimaal -5%3-jarig: minimaal 0%