langdurige zorg - ABN AMRO · PDF fileOuderenzorg Gehandicaptenzorg Geestelijke...
Click here to load reader
Transcript of langdurige zorg - ABN AMRO · PDF fileOuderenzorg Gehandicaptenzorg Geestelijke...
langdurige zorg Verzorgingshuizen verdwijnen; ouderen gaan eigen woonruimte organiseren
Woonzorgaanbod wordt steeds diverser
Kansen voor nieuwe toetreders op de markt voor wonen en zorg
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Tot de langdurige zorg behoren de ouderenzorg, de gehandicaptenzorg
en de langdurige geestelijke gezondheidszorg. In de sector zijn
ongeveer 800 instellingen actief en werd in 2010 EUR 29,3 miljard
uitgegeven (Bron CBS). De doelgroepen zijn zeer divers en daarmee
ook het zorgaanbod. Langdurige zorg wordt zowel in de thuissituatie
aangeboden als in woonvoorzieningen. De langdurige zorg wordt
voor het grootste deel betaald uit de AWBZ, een verplichte volks-
verzekering. Vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
wordt de huishoudelijke zorg thuis vergoed.
De langdurige zorg wordt in de afgelopen jaren gekenmerkt door een
steeds groter gebruik van de beschikbare voorzieningen, sterk groeien-
de zorguitgaven en steeds grotere instellingen met relatief veel regel
geving en zelf opgelegde bureaucratie. Als reactie hierop is een beweging
te zien naar meer nadruk op de vertrouwensrelatie tussen de zorg-
verlener en de cliënt. Er zijn nieuwe toetreders op de markt gekomen
die adequaat inspelen op deze ontwikkeling. Voorbeelden hiervan zijn
instellingen als de Thomashuizen voor de gehandicaptenzorg en Buurt-
zorg voor de thuiszorg. Ook grote instellingen zijn bezig een omslag te
maken naar kleinschaligheid en naar het afschaffen van regelgeving die
beknellend werkt in de relatie tussen zorgverlener en cliënt. Voor deze
instellingen betekent dat kleinere woongroepen en medewerkers die
als team verantwoordelijk zijn voor alle zorgtaken voor een bepaalde
groep mensen. Van de 500 duizend nieuwe banen sinds 2000, is drie-
kwart in de zorg gecreëerd. De zorg is daarmee een van de motoren van
de Nederlandse economie. Bij ongewijzigd beleid zijn in de zorg de
komende 15 tot 20 jaar 400 duizend extra medewerkers nodig om te
voldoen aan de toenemende zorgvraag. Deze zijn niet beschikbaar. Er
moeten dus andere soorten oplossingen komen: meer mantelzorg,
efficiënter werken, innovaties van zorgprocessen en E-health. De
zorgverzekeraars gaan vanaf 2013 de AWBZ uitvoeren, zodat meer
samenhang ontstaat met de medisch-specialistische zorg en de
zorgkosten beter integraal beheerst kunnen worden.
In 2014 worden de eerste stappen gezet op het gebied van scheiding
van wonen en zorg. ABN AMRO verwacht dat dit de komende jaren
uitgebreid wordt naar een grotere doelgroep en dat dit een grote impact
heeft op de woonzorgvoorzieningen. Verzorgingshuizen als grote
intramurale voorziening, zullen verdwijnen. Ouderen gaan hun eigen
woonruimte organiseren, individueel of in groepsverband. De
zorginstellingen moeten hun positie bepalen als zorgverlener of als
leverancier van woonzorgoplossingen. Vastgoed zal niet alleen meer
door zorgaanbieders en woningcorporaties gerealiseerd worden, maar
er komen nieuwe spelers. Bijvoorbeeld vastgoedfondsen die zich richten
op vastgoed dat geschikt is voor zorg, maar ook alternatief
aanwendbaar. Zo ontstaat voor vastgoedinvesteerders een belegging
met een maatschappelijk rendement in een stabiele groeimarkt. Vooral
de markt voor ouderenzorg is door de groeiende zorgvraag interessant
voor vastgoedbeleggers. Dit leidt tot een meer divers aanbod van
voorzieningen, passend bij de zorgvragen, leefstijlen en financiële
mogelijkheden van de cliënten. ABN AMRO verwacht een groot aantal
toetreders in de markt die inspelen op de ontwikkelingen en een
bijdrage leveren aan een meer divers aanbod.
Uitgaven ouderenzorg: EUR 16 mrd
Uitgaven gehandicaptenzorg: EUR 7,9 mrd
Uitgaven geestelijke gezondheidszorg:
EUR 5,4 mrd
Uitgaven langdurige zorg per hoofd: EUR 1.764
Aantal instellingen: circa 800
Aantal klanten: 600.000
Aantal medewerkers zorg & welzijn: 1.300.000
www.minvws.nlwww.nza.nlwww.actiz.nlwww.vgn.nl
7,60% 7,40%
11,90% 11,80%
8%
3,30%3,60% 4%
5,60% 6,10% 5,80%
3,60%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
14%
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
13,4%
9,0%
24,5%
17,4%
21,1%
14,5%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
2000 2011MannenVrouwenTotaal
0,8%
1,4%
0,4%
1,5%
2,4%
1,1%
1,5%
1,9%
1,5%
0%
1%
1%
2%
2%
3%
3%
Ouderenzorg Gehandicaptenzorg Geestelijke Gezondheidszorg
200820092010
21,2%20,0%
14,7%
21,1% 21,2%
14,8%
21,8%23,6%
16,7%
0,0%
5,0%
10,0%
15,0%
20,0%
25,0%
Ouderenzorg Gehandicaptenzorg Geestelijke Gezondheidszorg
2008
2009
2010
Ontwikkeling zorguitgaven
Aantal 80-plussers in verzorgingshuis of verpleeghuis
Ontwikkeling resultaten zorginstellingen
Ontwikkeling solvabiliteit zorginstellingen
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: CIBG, analyse ABN AMRO
Bron: CIBG, analyse ABN AMRO
▶ De totale zorguitgaven zijn in 2010 met 3,6% toegenomen. De
stijging van de zorguitgaven was veel minder sterk dan in de drie
voorgaande jaren.
▶ De zorguitgaven zijn in de periode 1999 tot en met 2010
verdubbeld en bedragen in 2010 EUR 87,6 miljard.
▶ Het aandeel van de zorguitgaven als percentage van het bruto
binnenlands product (bbp) bedraagt in 2010 14,8%. Volgens de
OESO heeft Nederland na de Verenigde Staten de hoogste
zorgkosten ten opzichte van het bbp.
▶ Het aantal 80-plussers is van 2000 tot 2011 gestegen van 480.000
naar 640.000. Daarvan woont een steeds kleiner aandeel (21,1%
in 2000 en 14,5% in 2011) in een verzorgingshuis of verpleeghuis.
▶ Het aantal 80-plussers dat in een verzorgingshuis of verpleeghuis
woont is ook in absolute zin gedaald. In 2000 woonden 106.000
80-plussers in een verpleeghuis of verzorgingshuis. In 2011 was
dat aantal 97.000.
▶ Door de vergrijzing neemt het aantal 80-plussers de komende jaren
verder toe. Een steeds groter deel van deze groep blijft zelfstandig
wonen en ontvangt zorg aan huis.
▶ De resultaten (als percentage van de omzet) zijn de laatste drie
jaren in de gehandicaptenzorg het hoogst geweest en in de gees-
telijke gezondheidszorg het laagst.
▶ De resultaten variëren in elk van de drie sectoren tussen de -5%
en de +10%. Ongeveer driekwart van de instellingen heeft een
resultaat tussen de 0 en 2%.
▶ De instellingen zijn de afgelopen jaren, na de overgang naar de zzp-
bekostigingssystematiek, gemiddeld gesproken goed in staat
geweest om hun bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe
regelgeving. Een beperkte groep instellingen blijft daarin achter.
▶ Zowel in de ouderenzorg als in de gehandicaptenzorg en de
geestelijke gezondheidszorg is de solvabiliteit van de
zorginstellingen de afgelopen jaren verbeterd.
▶ Van de zorginstellingen heeft 15% een solvabiliteit lager dan 15%.
Waar instellingen verouderd vastgoed op de balans hebben staan,
zal door herwaardering de eigen vermogenspositie verslechteren.
▶ De solvabiliteit van de instellingen in de geestelijke gezondheids-
zorg is het laagst met gemiddeld 16,7%. De bezuinigingen in deze
sector zetten de financiële positie van de instellingen de komende
jaren verder onder druk.
langdurige zorg