l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie...

32
Vakantiebundel

Transcript of l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie...

Page 1: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Vakantiebundel

Page 2: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Je hoort één klank: aaj, ooj of oeiMAAR

Je schrijft 3 letters: aai, ooi of oei oei ooi

Taalaai, ooi en oei

Vul de woorden in in de juiste kolom.haai – groei – mooi – strooi – handboei – graai – knoei –lawaai – moeilijk – ooievaar – papegaai – hooi – dooi – foei - fraai

waai

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

kooi

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

loei

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Maak er meer van.

1 kooi 2 ____________________ ik naai wij ___________________

1 haai 2 ____________________ ik groei wij ___________________

1 kraai 2 ____________________ ik draai wij ___________________

1 boei 2 ____________________ ik gooi wij ___________________

Maak de woorden af met ooi, aai of oei.

Page 3: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Schrijf ze nog eens over.

De leeuwen mogen n……….t uit hun k……..en komen.

………………. …………......

Een boom in bl……… mag je niet sn……..en.

………………. ……………….

De tollen dr………..en m……… in het rond.

………………. ……………….

Die vis is een pr……….. voor de h……..

………………. ……………….

Het koste veel m…….te om het gras te m………en.

………………. ……………….

Er zatten kr……….en op de h……….berg.

………………. ……………….

We zullen vanuit de r…….boot naar jullie zw………en.

………………. ……………….

Vul het goede woord in.Kies tussen: saai - plooi – kraai - loeien – gooit – knoeit - fooi

In de boom zit een …………….In jouw bloes zit een …………..De baby ……………… veel.De film is …………….Hij ……………... de bal naar mijVader geeft een ……………….. aan de ober.De koeien ……………….. in de wei.

Page 4: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Kun jij horen of je au of ou schrijft? Nee he?Woorden met au of ou moet je uit je hoofd leren.Maak je het woord langer en hoor je dan een w?Dan schrijf je meestal auw of ouw.

au, ou, auw of ouw

Vul de woorden in in de juiste kolom.

auto – oud – gebouw - blauw – hout - paus – oerwoud - pauw – pauze – mevrouw – saus – miauw – stout – trouw – wenkbrauw - mouw

au

………………………

………………………

………………………

………………………

ou

…………………………

…………………………

……………………………

……………………………

auw

….………………………………………………

……………………………

……………………………

……

ouw

…………………………

……………………………

……………………………

……………………………

Omcirkel het foute woord en schrijf het juist.

Page 5: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

blauw – pauw – lauw – tauw

…………………………………

hout – koud – outo – fout

…………………………………

zaut – wenkbrauw – saus – gauw

…………………………………

nouw – mouw – woud – schouder

…………………………………

Vul het juiste woord in.Kies uit: au - koud – zout – stout- blauw- saus

Jij bent niet lief, jij bent ……………………………….!

Vlees is lekker met wat ………………………………. .

Dat is niet rood, dat is ………………………………. .

……………………………….! Je doet me pijn!

Een ijsje smaakt zoet, niet ………………………………..

Brrrrrr, wat is het hier ……………………………….!

Vul de strip aan met de woorden: augustus, grauw, nou, automaat, kauwgom, klauwen, koud, gauw, wenkbrauw

In de maand ……………………… riep een tijger: ‘help me ……………………..!’Ik kan niet zwemmen en het water is zo ……………………..

Er hangt ………………………….. uit de ……………………………

Page 6: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

in mijn ……………………….. .

Ook mijn …………………………. Zijn vuil en mijn pels is ………………………

Toe was me nu maar ………………………………. .

au, ou, auw of ouw?

h…………ten

…………gurk

d…………

sch…………der

g…………d

kab…………ter

buurvr…………

wenkbr…………

k…………gom

juffr…………

…………tomaat

w…………d

l…………

…………derdom

r…………

kabelj…………

Page 7: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Hoor je -gt na een korte klank (a, e, i, o of u) -> dan schrijf je -cht.

Behalve bij: legt van leggen, zegt van zeggen en ligt van liggen.

Ezelsbruggetje: De kip ligt in het hok, legt een ei en zegt: "Tok, tok!".

-cht of -gt

Schrijf het goede woord in de zin. kies uit g of ch. Schrijf daarna het woord over.

Er rijdt een vra…..twagen door de straat. …………………………

Erik droo……t zich na het zwemmen af. …………………………

Oma is met kla……ten naar de dokter. …………………………

Hij kwam door de a……terdeur naar binnen. …………………………

De hond verjaa……t de konijnen. …………………………

Janneke heeft lange vle……ten. …………………………

Aan het einde van de weg was een scherpe bo……t. …………………………

Pas op voor hem! Hij bedrie……t iedereen.

…………………………

Mijn zus loopt in de opto……t mee. …………………………

Welke twee woorden horen samen? Verbind ze met een lat.Schrijf het juiste woord daar op de stippellijnen.

licht tien ……………………….kaars tuin

……………………….achter groen ……………………….acht recht ……………………….

Page 8: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Vul het goede woord in.

ligt – licht Pieter ……………………………… vandaag vroeg in zijn bed.

zagt – zacht Zet de radio eens ………………………………!magt – macht De koning heeft veel …………………..ligt – licht Mijn nieuwe bureaulamp geeft veel ……………………vlugt – vlucht Het leger ……………………………… voor de vijand.legt – lecht De leerling ………………………………zijn boek weg.zagt – zacht Vind jij dat deken ook zo ………………….?ligt - licht Monica ………………………………lekker in de zon.

Vul steeds een woord in die eindigen op -cht.

Niet open, maar ………………………………

Niet goed, maar ………………………………

Niet krom, maar ………………………………

Niet zwaar, maar ………………………………

Niet hard, maar ………………………………

Niet links, maar ………………………………

Page 9: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Je schrijft wat je hoort

Je hoort /ng/. Je schrijft ook ng: bang. Je hoort /ngk/. Je schrijft nk: bangk → bank.

-nk of -ng

Schrijf het goede woord in de zin. kies uit:

tong bang plank denk flink lang

1. Ik stoot mijn hoofd aan een ………………………………………………

2. Bij de tandarts ben ik ……………………………………… geweest.

3. Ik ben niet ………………………………………. in het donker.

4. De juf is niet op school. Ik ………………………………………. dat ze ziek is.

5. Ik hoop dat het niet ………………………………….. zal duren.

6. Aw! Ik beet op mijn ……………………………..……….

In ieder woord zitten twee korte woorden, frisdrank: fris + drank.Zet daar een streep tussen. Kleur de korte woorden met ng groen.Kleur de korte woorden met nk blauw. frisdrank

gifslang surfplank spaarbank zangles trouwring kniptang

donkergeel schoenwinkel buurjongen springtouw

Schrijf deze woorden in het goede vak.

Page 10: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

ringen – strenge – donker – zanger – linker – enkel – sprongen – anker – jongen – klanken – zingen – winkel – denken – mengen – wangen – leiding - drankje - stinkenwoorden met -ng woorden met -nk

……………………………………………….……………………………………………….……………………………………………….……………………………………………….……………………………………………….……………………………………………….……………………………………………….……………………………………………….……………………………………………….

……………………………………………….……………………………………………….……………………………………………….……………………………………………….……………………………………………….……………………………………………….……………………………………………….……………………………………………….……………………………………………….

Vul aan met –ng of –nk en schrijf het woord over.

ritssluiti….. ……………………………frisdra……. ……………………………puddi……… ……………………………oefeni…… ……………………………

fli…… ……………………………kaaspla….. …………………………..achterba…… …………………………..sla….. ……………………………

Maak de woorden af met –ng of –nk.Schrijf ze op.

Het wordt nu al vroeg do……er. ………………………..

Page 11: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Je schrijft wat je hoort.Je hoort /sg/ in het begin van een woord. -> Je schrijft sch.

Zit die jo……en in jouw klas? ………………………..

Ik zag geen vuur, alleen vo….en. ………………………..

Hij heeft niet gehuild, heel fli… . .……………………….

Pas op, de boot gaat zi…en! .……………………….

Ze maakt een hoge spro…. . .……………………….

Heb jij dan geld op de ba…? .……………………….

Ik hoor mijn ouders zi…en. .……………………….

Sch-

Schrijf het passende woord op de stippellijntjes. Kies tussen: schuur – schoen – schaar – schaap – schip – schat – schop – schil – schijf – schol

In de wei eet het …………………………………… gras.

De …………………………… van de appel eet ik niet.

Een andere naam voor boot is …………………………………… .

Aan mijn voet zit een ……………………………………… .

In de tuin staat een ……………………………………… .

Knippen doe je met een …………………………………… .

In het water zwemt een …………………………………… .

Op het piratenschip is een …………………………………… .

Page 12: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Op mijn boterham leg ik een ……………………………………… worst.

In de tuin maak ik een put met mijn ……………………………………… .

Raadseltjes: zoek het woord.

1) Je gebruikt dit voorwerp alleen maar op ijs. Je kan dit binnen en buiten

gebruiken. Meestal trekken we dit voorwerp in de winter aan onze

voeten. ……………………………………….

2) Misschien ben je er nu! Op deze plaats kan je leren met kinderen zoals

jij. Zaterdag en zondag moet je er niet

naartoe………………………………………..

3) Dit dier geeft ons wol. Het dier leeft in kuddes.

………………………………………

4) Een lekkernij. Meestal krijg je het in een hoorntje. Je kan kiezen uit 1, 2,

3 bollen. ……………………………………………..

5) De sint of zwarte piet moeten er hun pakjes door

gooien…………………………………………….

6) Met dit voorwerp kan je knippen. ………………………………

7) Zonder dit voorwerp kom je niet. Je draagt het elke dag.

………………………….

8) Papier in twee stukken doen met je handen

…………………………………………..

Vul aan met s, sg of sch, schrijf het woord daarna over

….luw …………………….….urk …………………….….elp …………………….

….ult ……………………….la ……………………….nurk ……………………

Page 13: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

….peer …………………….….aduw …………………….….tinkt …………………….….oms …………………….

….uw ……………………….reeuw ……………………….lecht ……………………….rijft ……………………

a, e, i, o of u

Vul de ontbrekende klinkers in in het verhaal. Kies tussen a, e, i, o of u.

Een dag uit het leven van een minion.

Er w…..s eens een minion. De minion heet Dave.

Het is ……chtend. Dave is w…….kker. Hij staat …..p. Hij spr……..ngt uit

b…….d.

Hij w……..ndeld traag naar de badkamer. Dave ruikt onder zijn ……ksel.

BAH! Dave st…….nkt. ‘Ik moet in b…….d’ z……gt Dave. Hij gaat in

b………..d en w………st zich met zeep. Als hij klaar ……s. droogt Dave zich

af met een h…….nddoek. Daarna doet hij zijn kleren aan. Hij kijkt in de

spiegel naar zijn haar. Zijn haar l…..gt niet goed. Hij neemt een b………

rstel en k………mt zijn haar. Als hij klaar is gaat hij naar beneden. Dave

heeft h…….nger en wil ………ntbijten. Hij legt een b……..rd en een

m……….s op tafel. Daarna haalt hij brood uit en een p……….t met choco.

Hij smeert choco op zijn booterh……….m. Dave moet bijna naar school. Hij

Page 14: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

haast z……..ch en eet sn………l. ‘Klaar!’ z…..gt Dave. Hij doet zijn j…..s

aan en neemt zijn boekent………s. Dave is kl…….r om naar school te gaan.

Omcirkel het woord in de rij dat niet bestaat.

zus – put – kus – vus -muskip – lip – zif - slip – dip kat – sat - gat –lat -pad

Welke woorden horen bij elkaar? Verbind ze.schild bakoli fantkatten webspinnen pad

Schrijf het passende klinker op de stippellijntjes. Kies tussen a, e, i, o of u. Tip: het zijn allemaal dieren.

m…….t

el…….nd

sch…….ldpad

olif…….nt

gir…….f

toek…….n

m…….s

h…….nd

c…….via

h…….mster

goudv…….s

k…….p

fr…….t

lam…….

k…….meel

fl…….mingo

p…….nda

kw…….l

zeest…….r

v…….s

r…….t

kr…….b

vogelb…….kdie

r k…….t

Vul de ontbrekende klinkers in in het verhaal. Kies tussen a, e, i, o of u.

Een dag uit het leven van een minion, deel 2.

Page 15: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Dave k…….mt de kl……….s b………nnen. ‘Goedem…….rgen!’ zegt hij

tegen de j……….f. ‘Goedemorgen’ zegt de j……f ter……..g. Hij z……..t neer

op zijn stoel. Uit zijn boekent………s haalt hij een p……..tlood. Dat heeft hij

nod………g om te schrijven. Daarna neemt hij zijn g……..m. Zo kan hij de

foutjes w…………g g……mmen. Dave gaat graag naar school. Hij heeft hier

veel vrienden. Alleen de l……ssen spell…..ng vind hij niet zo leuk. Het

leukst van al v…….nd Dave de speeltijd. Dan kan hij voetb…….llen of t……

kkertje spelen. Over de midd…….g eet iedereen samen. Sommige k……

nderen eten w…….rm en andere eten boterh……mmen. Deze nam……

ddag wordt het super leuk w…….nt dan gaat Dave met de hele kl……s

zw…..mmen. Hij is de b……ste in schoolsl……g. Na het zw…….mmen

kleden ze zich …….m en gaan ze met de b…………s terug naar school.

Daarna w…….rkt Dave nog een beetje in klas. Als het bijn….. vier uur is

d…….n gaat Dave weer naar huis.

Schrijf het tegengestelde op, kijk naar het voorbeeld.

Niet goed maar slecht.

Niet koud maar ………………….

Het smaakt niet vies maar het smaakt …………………

Niet dichtbij maar ………………….

Niet zwaar maar ………………….

Als het licht uit is, is het niet klaar maar ……………….

Page 16: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Verwijswoorden

Naar wat verwijzen de vetgedrukte woorden.

Veel inwoners op het eiland Texel hadden geluk. Ze vonden op het strand veel schoenen.

___________________________________________________________________________

In maart begint de zomertijd. De klok gaat een uur vooruit. Veel mensen vinden dit moeilijk te onthouden.

___________________________________________________________________________

Maduro is een voetballer bij Ajax. Hij speelt daar al 6 jaar.

___________________________________________________________________________

Maduro zegt over zichzelf: Ik wilde altijd graag voetballen.

___________________________________________________________________________

Werkwoorden

Duid de werkwoorden aan met een kleurtje.

Ik loop naar huis.

Wij kijken naar de prachtige zonsondergang.

Ga jij mee naar zee?

In De Ark gaan veel toffe leerlingen naar school!

De kinderen spelen in de tuin.

Page 17: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

De baby weent erg hard.

Jens en Lotte luisteren naar een mooi verhaal.

Mama kookt heerlijk!

Oma en opa komen straks op bezoek.

Papa herstelt de auto.

Zij zoenen elkaar op de wang.

Laura krijgt een pakje voor haar verjaardag.

De hond blaft naar de dieven.

Zeg jij even hoe laat het is?

Kevin leest een leuk boek.

Waarom zeg je niets?

De poetsvrouw schrobt de vloer met zeep.

Denk jij nog soms aan haar?

Wanneer verjaart Seppe?

Het regent pijpenstelen!

Vul telkens de juiste vorm in van het werkwoord.

voorbeeld: Hij staat recht.

1. ruiken

2. wandelen

Hij ……………………… aan de bloem.

……………………… jullie niet graag?

Page 18: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

3. poetsen

4. liggen

5. zwemmen

6. lachen

7. krijgen

8. huilen

9. hebben

10. schrijven

11. verkopen

12. zijn

13. maken

Ik ……………………… elke week.

An en Leila ……………………… in de tuin.

Hij …………………………… niet graag.

Ik …………………………… mij een breuk!

…………………………… Jens geen geschenk?

Wij ………………………… om het verlies van onze kat.

Mama …………………………… last van buikkrampen.

…………………………… jullie een brief?

Zij …………………………… haar huis.

Hij …………………………… heel gelukkig.

Ik …………………………… heerlijke pasta.

Page 19: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Vul de rijtjes aan.

spelen worden wachten

Ik …………………….

Jij …………………….

Hij/ zij …………………

Wij …………………….

Jullie …………………

Zij …………………….

Ik …………………….

Jij …………………….

Hij/ zij …………………

Wij …………………….

Jullie …………………

Zij …………………….

Ik …………………….

Jij …………………….

Hij/ zij …………………

Wij …………………….

Jullie …………………

Zij …………………….

Gebruik het werkwoord dat tussen haakjes staat. Vul de juiste vorm in.

(slapen) Laura ………………………… niet.

(denken) Hij ………………………… aan zijn peter.

(zijn) Oma ………………… erg ziek.

(hebben) Hij ………………… een zware griep.

(kleven) Ik ………………… een postzegel op mijn brief.

(lezen) ………………… jij veel?

(hebben) ………………… hij al gegeten?

(kunnen) ………………… ik iets dat jij niet ………………… ?

Page 20: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

(hebben) Ik ………………… vanmiddag een glas cola gedronken.

(niezen) David ……………… als hij een kat ziet. Hij is allergisch.

Duid het onderwerp aan door een kring. Kleur het werkwoord. Schrijf of het gaat over vroeger of nu.

Slakken leven op vochtige plaatsen.

______________________________________________

Ze kunnen niet tegen zon en warmte.

_____________________________________________

Vorige zomer aten ze al onze sla op.

_____________________________________________

Ze lieten een slijmspoor achter op het terras.

_______________________________________

Opa kende een middeltje tegen slakken.

___________________________________________

Dit jaar gebruiken wij ook eierschalen om de slakken weg te houden.

___________________

Maken jullie het werk af?

______________________________________________________

Hij bereikte de overkant.

_______________________________________________________

Page 21: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Meervouden van naamwoorden

Plaats de volgende woorden in het meervoud of enkelvoud.

Enkelvoud Meervoud

een fles twee _________________

een _______________ drie zetels

een knikker een zakje ___________________

een jas een rij __________________

een _________________ drie schepen

een ______________ een hok vol olifanten

een _______________ zeven draken

een boom een bos _________________

een kind twintig ______________________

een stad tien grote __________________

een ________ 12 eieren

een blad veel _________________

Het lidwoord

Duid de lidwoorden aan in de tekst.

De juffrouw schrijft op het bord.

De tijgers komen nooit uit hun kooien.

Page 22: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Dat dier is een prooi voor de haaien.

We gooien paardenmest in de broeibak.

Ze zwaaien vanuit de roeiboot naar ons.

In de stal ligt een flink laag stro.

Het onderwerp

Los de vragen op.

Ik ga met mijn vriend fietsen.

Over wie of wat er iets gezegd? ________________________________________________

In de krant staat een foto van het ongeluk.

Over wie of wat er iets gezegd? ________________________________________________

De raket vloog met veel lawaai in de lucht.

Over wie of wat er iets gezegd? ________________________________________________

Mijn opa tekende een zebra.

Over wie of wat er iets gezegd? ________________________________________________

Page 23: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Welke houtsoort is het sluw?

Over wie of wat er iets gezegd? ________________________________________________

Kleur het onderwerp in de zinnen.

De doelman vangt de bal rustig op.

Moeder schenkt het glas water in.

Kristien vertelt hoe het verhaal begint.

Waar lopen de meisjes naartoe?

Mams verdeelt de snoepjes.

Die boekentassen wegen te zwaar.

Bijvoeglijke naamwoorden

Duid de bijvoeglijke naamwoorden aan met een kring. Onderstreep het zelfstandig naamwoord. Trek een pijl naar waar het bijvoeglijk naamwoord verwijst.

De kleine kiemplantjes kun je in volle grond planten.

Jonge radijsjes zijn gezond.

Page 24: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Jonge radijsjes zijn gezond.

Pa plant witte bonen.

Mijn nieuwe armband is van goud.

De slak lust frisse slablaadjes.

Onze mooie siertuin heeft veel kleurrijke bloemen.

Verkleinwoorden

Kleur de verkleinwoorden.

Geef je neefje snel een zoentje.

Ruk niet aan het takje van dat boompje.

Het eekhoorntje eet een nootje.

Ik kreeg een boekje en een potloodje.

Het kindje kwetste zijn armpje.

Schrijf de volgende woorden in het klein.

Kies uit: geit, rok, raam, droom, kabouter, dochter, meubel, broer, trom, man, ketting, parking

-je -tje -pje -etje -kje

Page 25: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

Zelfstandige naamwoorden

Kleur de zelfstandige naamwoorden aan in de tekst. Schrijf ze nadien in de juiste kolom.

De plataan herkennen de natuurliefhebbers aan de stam.

De buitenste laag van de schors valt in grote plakken af.

In de lente staat een boom in volle bloei.

Van de luchtvervuiling en het verkeer heeft deze boom weinig last.

In de zaal van Pol aan de Bruggestraat kun je naar een muziekfeest.

Jeroen en Jans zorgen voor de instrumenten.

Bij mmoi weer trekken we naar het Marktplein.

Op 1 juli begint de zomervakantie.

Naamwoorden Eigennamen

Mensen Dieren Dingen Eén persoon

Land, gemeente of straat

Feest

____________ ____________

____________ ____________ ___________ ____________

Page 26: l3debloeiendekerselaar.weebly.com · Web viewIn de krant staat een foto van het ongeluk. Over wie of wat er iets gezegd? _____ De raket vloog met veel lawaai in de lucht. Over wie

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

_

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

____________

Fijne vakantie!!