Kwaliteitsrapportage 2020 - ASVZ
Transcript of Kwaliteitsrapportage 2020 - ASVZ
Kwaliteitsrapportage 2020 1
Kwaliteitsrapportage2020
Voorwoord 3
Kwaliteit in cijfers 4
Terugblik kwaliteitsrapport 2019 8
1. Goede zorg ten tijde van corona 18
2. Onze kijk op zorg 30
3. Versterken positie cliënt 36
4. Een veilige omgeving om te wonen en werken 44
5. Samen reflecteren; dialoogbijeenkomsten en teamreflecties 52
6. Medewerkers 56
7. Samenvatting, conclusies en vervolgstappen 62
Bijlages
Bijlage 1: Reflectie van de CCR op kwaliteitsrapportage 2020 66
Bijlage 2: OR Reflectieverslag kwaliteitsrapportage 2020 68
Inhoud
Kwaliteitsrapportage 2020 3
Juni 2019 vierden we met 13.000 mensen ons vijftigjarig jubileum in de Efteling.
Wie had toen gedacht dat de wereld er in 2020 zó anders uit zou zien. Corona heeft ons
allemaal diep geraakt, en we zijn er nog niet klaar mee.
Het jaar 2020: een jaar zoals wij niet eerder hebben meegemaakt. Het coronavirus
heeft voor drastische veranderingen in ons dagelijks leven gezorgd. Beperkingen van
bezoek, het sluiten van dagbestedingslocaties, uitstapjes beperken, quarantaine en
isolatie. Ingrijpende maatregelen om de gezondheid van onze cliënten en medewerkers
zo goed en zo lang mogelijk te beschermen. We zijn trots op de manier waarop we
met elkaar de schouders er onder zetten. Maar we zien ook de pijn en het verdriet door
alle maatregelen.
Een coronaregiegroep was snel gevormd om de maatregelen voor de hele organisatie
in goede banen te leiden. Een coronatelefoon werd opengesteld voor vragen van cliënten
en medewerkers.
Medewerkers bleven kijken naar wat wél kan. Dat heeft veel nieuwe initiatieven opgeleverd.
Met beeldbellen bleef er zichtbaar contact met familie. Met vindingrijkheid en creativiteit
is met cliënten een kerstfilm gemaakt in plaats van het kerstfeest ‘live’ te vieren. Andere
aansprekende voorbeelden zijn de online bingo, nieuwe dagactiviteiten in en om de woning,
acties voor zieke en eenzame mensen, en cliënten en medewerkers die onderling tips
uitwisselen en elkaar een hart onder de riem steken.
Complimenten voor de medewerkers die het afgelopen jaar zo hard gewerkt hebben!
De veerkracht en flexibiliteit zijn van grote waarde. We hebben gezien hoe de samenwerking
tussen wonen en dagbesteding intenser werd. Hoe medewerkers andere manieren zochten
om een goed dagprogramma op de woning te bieden. We hebben nog intenser ervaren
hoe belangrijk werk/dagactiviteiten is voor je mentale welzijn. Net als ook de contacten
met je netwerk.
Kortom, we hebben met elkaar ook weer veel geleerd wat we meenemen naar 2021.
In dit kwaliteitsrapport kun je lezen wat er goed ging, als ook wat we beter kunnen doen.
Het rapport levert een bijdrage aan de doelen die we onszelf stellen en die ook in het
kwaliteitskader gehandicaptenzorg worden genoemd. Het helpt bij het continue
verbeteren van de zorg.
Daarnaast geeft het alle belanghebbenden inzicht in hoe wij werken aan kwaliteit van zorg.
Het helpt sturen en prioriteren. Een klankbordgroep met daarin vertegenwoordigers vanuit
cliënten en medewerkers hebben met elkaar gekeken naar wat er goed ging en wat beter
kan. Ze hebben prioriteiten aangedragen over wat in 2021 extra aandacht nodig heeft.
Omgaan met het coronavirus, de vaccinatiecampagne, het opstarten van de dagbesteding
en het mentale welzijn van cliënten, ouders en medewerkers zullen zeker onze aandacht
vragen. Daarnaast hopen we net als de rest van Nederland dat we weer een stapje kunnen
zetten in het ervaren van het gewone leven.
Voorwoord
700
800
900
600
500
400
300
200
100
0
Kwaliteitsrapportage 20204
Kwaliteit in cijfers1
3.569cliënten ondersteuning thuis
2.600cliënten langdurige zorg
(met ZZP indicatie)
Klachten-functionaris:
115 vragen en klachten van cliënten
Klachten- commissie cliënten:
26 klachten
Cliënten verdeeld over ZZP
Cliënten
VG1, VG2 en Overig
VG3 VG4 VG5 VG6 VG7 VG8
Aantal cliënten 31-12-2018 31-12-2019 31-12-2020
1) Peildatum is 31-12-2020
67 58 54
520 515 492
301 298 292 301 304 308
514 497473
724752
811
163 165 170
Kwaliteitsrapportage 2020 5
Veel voorkomende risico’s cliënten
Risico’s % ernstig/zeer ernstig risico
Cliënten verblijf
Niet zelfredzaamheid bij gevaar/brand 39,9%
Kwetsbaarheid ten aanzien van seksueel misbruik 39,7%
Verwaarlozing persoonlijke hygiëne 34,9%
Verwaarlozing mondzorg 31,9%
Verwaarlozing van de woonomgeving 24,9%
Cliënten ondersteuning thuis
Schulden 7,5%
stemmingswisselingen/ depressie 8,9%
Overgewicht 4,3%
Kwaliteitsrapportage 20206
Bronnen
• 30 verhalen van cliënten, medewerkers, ouders/
verwanten, vrijwilligers
• Klankbordgroep kwaliteitsrapport
• 118 interne audits
• 54 audits brandveiligheid wonen
• 154 audits hygiëne
• 75 audits veiligheid dagbesteding
• 40 verslagen dialoogbijeenkomsten
• 12 quickscans
• 36 Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E)
• 3.702 aangemaakte verbeteracties
• 12 interne incident onderzoeken
Medewerkers en vrijwilligers
Klachten-commissie medewerkers:
5 klachten
Vertrouwens-persoon medewerkers:
door 90 medewerkers benaderd2.275
vrijwilligers
5.121medewerkers (3.748 fte),
waarvan 440 medewerkers
ondersteuning thuis (295 fte)
• 6 moreel beraad bijeenkomsten
• Cliëntervaringsonderzoek: de eerste resultaten
• Coronaervaringen onderzoek onder cliënten en
verwanten
• Coronaervaringen onderzoek onder medewerkers
• 6 achterbanraadplegingen OR
• 1 achterbanraadpleging CCR
• Rapportages van CCR, medewerker en organisatie, en
zorgondersteuning & ontwikkeling, klachtencommissie,
cliëntvertrouwenspersonen, identiteitscommissie,
werkgroep duurzaamheid, huisvesting.
• Managementinformatie
Onderwerp 2018 2019 2020Medewerkers in aantal 4.823 5.058 5.121
Medewerkers in fte 3.469 3.727 3.748
Verzuim % (voortschrijdend) 5,5% 5,94% 6,7%
Verloop 12,48% 13,13% 12,7%
Kwaliteitsrapportage 2020 7
Een jaar coronacrisis: feiten en cijfers
Kwaliteitsrapportage 20208
Terugblik kwaliteitsrapport 2019
Het coronavirus heeft de wereld op zijn kop gezet. Zo ook
onze wereld en dat van cliënten, ouders, medewerkers,
vrijwilligers. We hebben met elkaar de schouders eronder
gezet. Dit maakt dat we onze voorgenomen plannen soms
niet hebben kunnen uitvoeren zoals we dat gewild hadden.
Het maakt ook dat andere ontwikkelingen een vlucht
hebben genomen. Daarover later meer in dit
kwaliteitsrapport.
Voor 2020 hadden we ons voorgenomen om de volgende
punten prioriteit te geven. Om voortgang inzichtelijk te
maken, was er daar waar mogelijk gekozen voor SMART
doelstellingen. Door corona zijn er deels andere keuzes
gemaakt ten aanzien van het meten van de voortgang. We
vonden het nu belangrijker om te weten hoe cliënten en
ouders/verwanten de coronamaatregelen hebben ervaren
dan de betrokkenheid bij het plan en bij de werving van
nieuwe medewerkers. We hebben gesprekken gevoerd
met cliënten en medewerkers om te horen wat zij merken
aan voortgang.
Betrokkenheid van cliënten vergroten bij het Individueel PlanDoelstelling25% van de cliënten zijn (deels) aanwezig bij hun IP
(Individueel Plan) bespreking. Cliënten vinden dat er goed
geluisterd wordt naar hun wensen en behoeften bij het
maken van het IP.
Wat hebben we gedaanCliënten geven regelmatig aan dat ze niet of onvoldoende
betrokken zijn bij hun Individueel Plan (IP). Om te komen
tot een goed IP is het belangrijk om dat stap voor stap aan
te pakken. Dat begint al bij de gezamenlijke voorbereiding
voor het IP-gesprek. Als hulpmiddel is een eenvoudige
uitleg van het Individueel Plan opgesteld. In eenvoudige
taal leggen we uit dat het IP bedoeld is om de cliënt meer
de leiding over de eigen zorg te geven. Er is ook een
filmpje gemaakt met uitleg over het IP en het belang
hiervan voor cliënten. Ook komt het terug in de jaargids
(een gids met daarin alle belangrijke onderwerpen voor
cliënten).
–
Onze kijk op zorg? Samen aanpakken. Met open blik. En vooral, kijken naar wat wél kan.
Kwaliteitsrapportage 2020 9
2020 Er wordt goed geluisterd naar de wensen van cliënten
bij het maken van het IP
Cliënten wonen/dagbesteding 86,7% (2017: 83,3%)
Ouders/verwanten 94,3% (2017: 87,0%)
Cliënten Ondersteuning Thuis 96,9% (2017: 94,8%)
Uitgangspunt is dat een cliënt bij het IP-gesprek aanwezig
is, tenzij door de cliënt anders wordt aangegeven. De cliënt
bepaalt zelf of hij er wel of niet, of misschien even bij wil
zijn. De tekst van de uitnodiging voor het IP-gesprek en de
IP-agenda zijn in samenwerking met cliënten aangepast
naar de ik-vorm (vanuit de cliënt geformuleerd).
Om de betrokkenheid bij het IP te vergroten is het
belangrijk dat het makkelijk leesbaar is. Daarom is er in
2020 een training “toegankelijk schrijven” voor
medewerkers gestart.
Veel IP-besprekingen zijn bij start van de coronaperiode
verschoven. Later hebben we IP-besprekingen digitaal,
telefonisch of met een beperkt aantal betrokken in een
fysiek overleg gehouden. Een inhaalslag is in 2021 nodig
om het aantal actuele Individuele Plannen terug te brengen
naar het gewenste niveau.
Er heeft vanwege corona geen achterbanraadpleging via
de Sectorale Cliëntraden plaatsgevonden om te meten of
we de doelstelling behaald hebben. Wel zien we dat uit de
eerste resultaten van het cliëntervaringsonderzoek blijkt
dat veel cliënten en ouders/verwanten tevreden zijn over
het luisteren naar de wensen bij het maken van het IP.
In 2020 geeft 88,2% van de cliënten Ondersteuning Thuis
daarnaast aan het plan echt samen met de begeleider te
maken (2017: 84,5%).
Cliënten over hoe ze betrokken zijn bij het Individueel
Plan:
Henk:
‘Het Individueel Plan is besproken door de telefoon. We
hebben het geëvalueerd. De orthopedagoog, de persoonlijk
begeleider en ik zelf. Ik zou zelf eigenlijk liever geen
IP-bespreking hebben. Het is lastig om met zo veel mensen
informatie te delen. Het is ook niet fijn dat het dan de hele
tijd over mij gaat.’
Jeroen:
‘Mijn hoofd stond er dit jaar niet naar, mijn ouders lagen in
het ziekenhuis. Mijn ouders konden er niet bij zijn. Ik mag het
zelf doen. De teamleider en persoonlijk begeleider willen op
23 december mijn IP-bespreking doen. Dat vind ik niet fijn,
dus dat ga ik nog overleggen met de teamleider.’
Johan:
‘Het gaat nu met corona wel anders. Maar ik heb altijd een
interview vooraf en dan is er het IP-gesprek. Daar ben ik zelf
bij aanwezig, we spreken daar ook doelen af.’
Danielle:
‘We gebruiken ‘Mijn Plan’ om het IP te maken en het
IP-gesprek voor te bereiden. Ik ben ook zelf aanwezig bij het
IP-gesprek. Mijn Plan, gebruiken is heel handig, echt een tip
aan andere cliënten: Bespreek dat samen met je persoonlijk
begeleider.’
Kwaliteitsrapportage 202010
Betrokkenheid van cliënten bij het werven en inwerken van nieuwe medewerkersDoelstellingCliënten zijn in 50% van de situaties betrokken bij de
werving en proeftijd van medewerkers.
Wat hebben we gedaanASVZ heeft recruiters die het selectieproces begeleiden.
De recruiters zijn medewerkers die werken in de zorg en
daarnaast dus nieuwe collega’s selecteren. In het
selectieproces zit een kennismaking met de locatie.
Tijdens deze kennismaking is het belangrijk dat cliënten
betrokken zijn. Recruiters besteden er aandacht aan dat
dit ook gebeurt. We zien dat we in 2020 beduidend
minder instroom hadden dan in 2019.
We zouden cliënten informeren over hun betrokkenheid
bij de werving en proeftijd van medewerkers door een
artikel in het bewonerstijdschrift en via de Sectorale
Cliëntenraden. Overleg van de Sectorale Cliëntenraden
zijn vanwege de coronamaatregelen vaak niet
doorgegaan en in het bewonerstijdschrift hebben
andere onderwerpen de voorkeur gehad.
Het is belangrijk om dit na de coronaperiode weer op te
pakken. Op dit onderwerp kan de betrokkenheid van
cliënten echt nog beter. Ook ervaringsdeskundigen kunnen
hier een rol bij spelen.
Ervaringsdeskundigen over hoe zij betrokken zijn bij
het selecteren van nieuwe medewerkers:
Jasper:
‘Nieuwe begeleiders komen kennismaken op de woning.
Daarna wordt aan bewoners gevraagd wat wij ervan vinden.’
Johan:
‘Ik word niet betrokken bij het aannemen van nieuwe
medewerkers. Dat vind ik niet goed, ik vind dat ze ons ook
moeten vragen wat we vinden. Dat is ook verplicht.’
Bert:
‘Ik ben betrokken geweest bij het sollicitatiegesprek van de
nieuwe teamleider.’
Jolanda en Koen:
‘Wij zijn niet betrokken bij de selectie van nieuwe begeleiders.
Na paar maanden wordt wel overlegd of dat begeleider blijft.’
Kwaliteitsrapportage 2020 11
JaargesprekDoelstellingHet jaargesprek vindt één keer per jaar plaats. Medewerker
en leidinggevende kunnen er in goed onderling overleg
voor kiezen een tweejaarlijks gesprek te voeren. Het doel is
dat tussen de 50-75% van de medewerkers in 2020 een
jaargesprek heeft.
Wat hebben we gedaanAfgelopen jaren is op meerdere manieren aandacht
gegeven aan het belang van het jaargesprek. Er zijn diverse
tools ontwikkeld zoals de placemat jaargesprek, de toolbox
jaargesprek en de inspiratiekaarten. Personeelsadviseurs
hebben extra aandacht gehad voor het belang van het
jaargesprek in hun advisering aan (direct) leidinggevenden
en medewerkers. In 2020 is het beleid rondom het
jaargesprek vernieuwd.
De terugkoppeling van de jaargesprekken aan de afdeling
medewerkers en organisatie is omslachtig. We verwachten
dat we hierdoor geen compleet beeld hebben van de
gehouden jaargesprekken. Uit interviews met een groep
medewerkers (verschillende locaties, verschillende
generaties) blijkt namelijk dat vrijwel iedereen een
jaargesprek heeft gehad met zijn of haar leidinggevende.
Vanaf eind 2020 is de registratie van het jaargesprek en
de speerpunten uit het gesprek vereenvoudigd, het kan nu
digitaal. Dit maakt tevens dat rapportages voor managers
beschikbaar zijn om goed te kunnen sturen op het houden
van de jaargesprekken. De verwachting is dat we hiermee in
2021 beter inzicht hebben in de gehouden jaargesprekken.
Heb jij een jaargesprek en wat vind je belangrijk om te bespreken?
Alie (66)
‘Ik heb de jaargesprekken als zinvol ervaren en noodzakelijk.
Het is goed om eens per jaar te praten over functioneren
en ontwikkeling, maar ook over bijvoorbeeld sfeer/werk-
omstandigheden en balans werk/privé. Een terugblik op
zaken uit het vorige jaargesprek vind ik ook belangrijk.’
Angelique (56)
‘Ik heb vandaag mijn jaargesprek. Ik vind zelfreflectie en mijn
mogelijkheden als “oudere” werknemer belangrijke
onderwerpen.’
Kim (19)
‘In mijn jaargesprek heb ik besproken welke cursussen ik in
het komende jaar zou gaan doen. Ook heb ik gevraagd
welke verwachtingen mijn leidinggevende van mij had.’
Marieke (30)
‘In mijn jaargesprek bespreek ik mijn eigen ontwikkeling en
samenwerking met collega’s.’
Vergroten van het werkplezier van medewerkersHet afgelopen jaar is een heftig jaar geweest. Ook 2021 is
heftig begonnen. Medewerkers zetten er samen de
schouders onder en maken er het beste van. Maar het is
ook zwaar, zeker ook in combinatie met de zorgen thuis
(voor kinderen, ouders etc.) en alle beperkende
maatregelen.
We hebben dus vooral aandacht gehad voor de enorme
inspanning die medewerkers moesten leveren. Hoe kunnen
we dat zo goed mogelijk ondersteunen. Daarover kan je
meer lezen in hoofdstuk 6 Medewerkers. Het vergroten van
het werkplezier zoals we dit vooraf bedacht hadden is wat
meer naar de achtergrond gegaan.
Wat hebben we gedaanWe hebben in 2020 zeven pilots werkplezier kunnen
afronden. In dit programma, wat gebaseerd is op een
ontwerp van IZZ in samenwerking met de Erasmus
Universiteit Rotterdam, ligt de aandacht op het versterken
van de factoren die de bevlogenheid van medewerkers
beïnvloeden. Dit sluit aan bij de visie van de organisatie om
niet te kijken naar probleemgedrag, maar naar wat wél kan.
Ieder team doorloopt drie rondes van twee stappen. De
twee stappen bestaan uit een teamdialoog aan de hand
van stellingen (stap één) en een manager en/of bestuurder
die in gesprek gaat met het team over de uitkomsten en
opbrengsten van de dialoog (stap twee).
De teamleiders van de deelnemende teams zijn parallel aan
het programma gecoacht om de dialoog op gang te houden.
Tijdens de coaching sessies krijgen teamleiders tools en
methodieken aangereikt om hun team te ontwikkelen en
de eigen vaardigheden te vergroten om de dialoog op gang
te brengen. Zij leren hoe ze medewerkers in hun kracht
zetten en hun oplossingsgerichtheid stimuleren.
Kwaliteitsrapportage 202012
Wat heeft het programma opgeleverd:
• Teams geven terug dat het onderling vertrouwen
verbeterd is, er is een betere samenwerking en er zijn
vernieuwde werkafspraken gemaakt.
• Teamleiders dragen minder de oplossingen aan, maar
stellen meer open vragen.
• In vijf van de zeven teams zien we dat het verzuim daalde.
• In de opzet van IZZ/EUR begeleiden teamleiders hun
eigen team. Bij onze opzet waren dit mensen van buiten
het team. Voor het vervolg kiezen voor teamleiders die
het proces begeleiden.
Het is een intensief traject voor locaties, wat meerwaarde
heeft. We willen het programma opnemen in een
menukaart van verschillende instrumenten op het gebied
van werkplezier. Samen met de personeelsadviseur en het
team kan bekeken worden wat voor welk team de beste
manier is om het werkplezier te vergroten. We hadden ons
tevens voorgenomen om onderzoek te doen naar langere
diensttijden. Door corona zijn op veel locaties deze langere
aaneengesloten diensten nu realiteit geworden. Voor 2021
bekijken we wat dit heeft opgeleverd en welke
mogelijkheden dit biedt naar de toekomst toe.
Een belangrijke pijler voor het vergroten van het werkplezier
zijn de mogelijkheden voor talentontwikkeling. We zien dat
door corona medewerkers veel minder training en scholing
hebben kunnen volgen. Lees hierover meer in het hoofdstuk
6 Medewerkers.
Visie en waarden versterkenIn 2019 hebben we de visie en waarden herijkt. Onze visie
en waarden zijn samen met medewerkers die hier vorm en
inhoud aan geven de basis van onze zorg en dienstverlening.
We zien dat de afgelopen jaren door het verkleinen van de
sectoren en wisselingen op belangrijke posities in de
organisatie het goed is om hierover voortdurend in gesprek
te zijn. We zijn hiervoor in 2019 een waarde gedreven
leiderschapsprogramma (bezieling en zakelijkheid) gestart
voor teamleiders, managers en orthopedagogen. In 2020
heeft dit in aangepaste vorm plaatsgevonden. We ronden het
programma halverwege 2021 af.
Daarnaast versterken we de zorginhoudelijke koers door
middel van de Triple-C Werkplaats, verstevigen van de
LACCS en Houvast methodiek, (zie hoofdstuk 2).
We verwachten dat we met deze extra investeringen en het
stimuleren van medewerkers om te leren, reflecteren en
ontwikkelen we in dagelijkse zorg- en ondersteuning de
goede voorbeelden terugzien.
Het delen van die praktijkervaringen, zowel de successen
als de dilemma’s, brengen we terug in het in 2020 nieuw
gestarte thema magazine voor professionals.
We hebben aanpassingen gedaan in de overlegvormen
(managersoverleg en stuurgroepen) die uitnodigen tot het
voeren van het gesprek over de goede en minder goede
voorbeelden gekoppeld aan de visie en waarden van ASVZ.
Waarden• We zetten de cliënt écht centraal
• We zijn bescheiden en trots
• We geloven in nabijheid
• We zijn betrouwbaar
• We zorgen voor een veilige omgeving
Zorgvisie• Mogelijkheden in beperkingen zien:
• Cliënten het gewone leven laten ervaren
• Samen werken aan een veilige omgeving
• Cliënten staan er niet alleen voor
• Cliënten hebben invloed en keuzemogelijkheden
• Cliënten doen en tellen mee
MissieASVZ ondersteunt mensen met een beperking om
het gewone leven te ervaren. Met alles wat daarbij
hoort: een menswaardige leefomgeving, sociale
contacten, betekenisvol(le) werk/daginvulling en
ruimte om zelf keuzes te maken”. Dat doen we
midden in de maatschappij, samen met cliënten, hun
netwerk, vrijwilligers en onze partners.
Onze kijk op zorg? Samen aanpakken. Met open blik. En vooral kijken naar wat wél kan.
Kwaliteitsrapportage 2020 13
Kwaliteitsrapportage 202014
Feedback en elkaar aansprekenVanuit de reflectieverslagen van de teams over 2019 is
bekend welke teams willen versterken op dit punt. Teams
hebben samen met de opleidingsfunctionaris een plan op
maat hiervoor gemaakt. Dit kan in de vorm van een training,
maar ook in de vorm van coaching in het team of
individueel.
Door corona zien we dat de individuele coaching doorgang
heeft gevonden, maar veel team ontwikkeltrajecten
grotendeels zijn stil komen te liggen.
Samenwerking wonen en dagbesteding versterkenHet versterken van de samenwerking tussen wonen en
dagbesteding heeft in 2020 een vlucht genomen door
corona. Medewerkers van dagbesteding zijn op de woning
gaan werken, samen met de begeleiders van wonen. Door
het echt samen te doen, zien we dat de samenwerking
versterkt. Meer hierover kan je lezen in hoofdstuk 1.
Cliënten en ouders zijn goed geïnformeerd over ASVZ brede ontwikkelingen als ook informatie van de loca-tie. Cliënten zijn op de hoogte van de meest belang-rijke beleidsdocumenten binnen ASVZ.
In 2021 is er een jaargids gemaakt met daarin alle
belangrijke documenten voor cliënten in eenvoudige taal.
Daarnaast zijn er vier uitgaven geweest van het bewoners-
tijdschrift. Het informeren van cliënten via ‘Wist je dat
teams’ en cliëntenraden heeft door de coronamaatregelen
stil gelegen.
In 2020 ging de communicatie met cliënten en ouders
veelal over de coronamaatregelen en de gevolgen voor de
cliënten en ouders/verwanten. Cliënten en ouders hebben
verschillende brieven ontvangen over de maatregelen, er is
twee keer een krant uitgebracht met achtergrondverhalen.
Op de website van ASVZ is een coronapagina ingericht
waar je wekelijks de stand van zaken kan terugvinden
rondom maatregelen, besmettingen, woningen in
quarantaine etc. Op de coronasite voor cliënten kan je
filmpjes en folders over alle onderwerpen in eenvoudige
taal terugvinden. Er zijn vijftien nieuwsbrieven voor cliënten
gemaakt. Meer over de communicatie ten tijde van corona
kan je lezen in hoofdstuk 1.
In 2020 is het cliënt en ouder ervaringsonderzoek gestart
(onderzoek loopt door tot in 2e kwartaal 2021). Daarin
geeft 85,8% van de ouders aan tevreden te zijn over de
informatievoorziening vanuit de woning. 79,1% van de
ouders is tevreden over de informatievoorziening vanuit de
organisatie (in 2017; 75,6%). 76,1% van de cliënten
verblijf en dagbesteding geeft aan dat begeleiders vertellen
als er iets verandert. (in 2017 72,2%). Voor cliënten
ondersteuning thuis ligt dit op 98% (2017;91,3%).
Na de eerste coronagolf is er ook een ervaringsonderzoek
onder cliënten en ouders/verwanten uitgezet. Daaruit blijkt
dat ouders, nog meer dan cliënten tevreden zijn geweest
over de informatievoorziening. Tegelijkertijd horen we altijd
verhalen waaruit blijkt dat het beter kan. Meer digitale
communicatie, sneller en wat meer op maat zijn geluiden
die we hebben teruggekregen.
Cliënten78,9% is tevreden over de informatie m.b.t. 1,5 meter
afstand regels
75,5% vindt dat er voldoende informatie gegeven wordt
72,6% is tevreden over het feit dat ze antwoord krijgen op
vragen en zorgen.
72,4% is positief over de begrijpelijke informatie.
71,2% is tevreden over de informatie van de bezoekregels.
69,1% is positief over de tijdigheid van de informatie
Ouders84,7% vindt informatie duidelijk en heeft het begrepen.
81,9% is tevreden over de informatie t.a.v. de bezoekregels.
81,0% geeft aan voldoende geïnformeerd te zijn over hoe
het allemaal gaat.
79,9% is positief over de tijdigheid van de informatie.
Voortgang monitoren en sturen op resultaten Sectormanagers ontvangen maandelijks kwaliteits-
rapportages. We hebben de overlegvormen en de formats
die we hiervoor gebruiken aangepast zodat kwaliteits-
onderwerpen vast onderdeel uitmaken van de gesprekken
tussen raad van bestuur en managers en managers en
teamleiders.
Kwaliteitsrapportage 2020 15
De manager informeert kwaliteit twee keer per jaar de
raad van bestuur over de cijfers en trends in de kwaliteits-
rapportages. Tijdens het managersoverleg gaan we in
kleine groepen uit elkaar om met elkaar te delen hoe we
leren en verbeteren van de cijfers die we zien.
Het kunnen sturen op resultaten zonder dat het van
‘bovenaf’ controleren wordt, was ook een onderwerp van
gesprek tijdens het waarde gedreven leiderschaps-
programma.
Vanuit het kwaliteitsrapport 2019 is door de visiteurs een
aantal opvallende kwaliteitsvraagstukken benoemd die
terugkerend onderwerp van gesprek zijn. Het zijn complexe
kwesties die we in samenhang moeten bekijken om te
komen tot oplossingen. Hieronder een terugblik en
vooruitblik op deze ‘schurende’ kwesties:
• Personeelsverloop, schaarste en overbruggen van
generaties: binden en boeien
Continuïteit van zorgpersoneel is een belangrijke
bouwsteen voor het leveren van goede zorg. Het
personeelsverloop is een kwestie die voor een deel
buiten de invloed van ASVZ ligt. Aan de andere kant zijn
er mogelijkheden om de balans tussen instroom en
uitstroom te verbeteren.
We zien dat relatief veel nieuwe medewerkers in de
eerste vijf jaar van hun dienstverband vertrekken.
Van alle mensen die in 2020 zijn uitgestroomd was
65%, vijf jaar of minder in dienst. Als we daarbij alle
mensen met een tijdelijk dienstverband buiten
beschouwing dan is het percentage nog 51%.
We willen beter doorgronden wat de redenen zijn voor
vertrek. In 2020 is er onderzoek gedaan naar
hulpmiddelen voor exitgesprekken. De keuze is gemaakt
om in het proces van het indienen van je ontslag een
aantal vragen toe te voegen. Ook leidinggevenden
worden daarbij gevraagd om input aan te leveren.
Tevens willen we een verdere data-analyse doen t.a.v. de
vertrekkende medewerkers.
Nog belangrijker is het om informatie te krijgen voordat
iemand de organisatie verlaat, op het moment dat een
medewerker niet tevreden is en verder gaat zoeken.
Deze informatie halen we uit gesprekken met
medewerkers, het jaargesprek is daarbij belangrijk. Hoe
kan het jaargesprek helpend zijn bij analyse van
verloop? Welke andere instrumenten kunnen we
inzetten om te achterhalen waarom mensen ASVZ
verlaten? In het eerste kwartaal van 2021 vragen we
medewerkers naar hun ervaringen, daar zal het aspect
van binden en boeien (als werkgever) ook terugkomen.
–
Kwaliteitsrapportage 202016
De uitstroom concentreert zich met name op de eerste
vijf jaar. Wat maakt dat grote groepen medewerkers bij
ASVZ blijven werken. En verschilt die motivatie tussen
de verschillende generaties. Ook hier willen we meer
zicht op krijgen om de balans tussen instroom en
uitstroom te verbeteren.
In 2020 is er gesproken met een aantal medewerkers
uit verschillende generaties. Hun verhalen kan je deels
teruglezen in het hoofdstuk 6 Medewerkers. Die
gesprekken hebben input gegeven op welke wijze je de
verschillende generaties kan helpen in hun loopbaan.
Het generatie event, wat vanwege corona is uitgesteld,
is een mooi moment om de dialoog aan te gaan over die
verschillende generaties en nu in 2021 zal plaatsvinden
mits de coronamaatregelen het toelaten.
• Cultuur, kennis en leren: Triple-C
De visitatiecommissie merkt op dat het gedachtegoed
van Triple-C is geborgd in de bevlogenheid van een
aantal medewerkers (pioniers). Met de nieuwe Triple-C
Werkplaats krijgt Triple-C een steviger fundament.
Tegelijkertijd constateert de visitatie commissie dat het
wenselijk is om de Triple-C behandelvisie en –werkwijze
nog beter te borgen in de kwaliteitsinstrumenten en het
kwaliteitssysteem van ASVZ.
Hiervoor hebben een aantal verkennende gesprekken
plaatsgevonden tussen de medewerkers van de werk-
plaats Triple-C en ondersteunende diensten. Er zijn
ideeën hoe Triple-C een cirkel van continu leren wordt,
hoe we het Triple-C gedachtegoed kunnen toetsen
(audits) en hoe we de medewerkers processen beter
kunnen laten aansluiten op de uitgangspunten van
Triple-C.
Er zijn programmalijnen uitgezet (bv introductie,
verbindend organiseren, relatie competentie training).
De Triple-C index is gekoppeld aan de zelfscan, een
instrument dat teams jaarlijks inzetten om te kijken naar
wat gaat er goed en wat er beter kan.
Hiermee toetsen we jaarlijks de voorwaarden om een
goed Triple-C behandelklimaat neer te zetten. Ook zijn
er ervaringsdeskundigen geworven, die hun ervaringen
met Triple-C gaan delen.
Om de kennis rondom Triple-C vast te houden onder-
zoeken we de mogelijkheden van certificering van
Triple-C. Hiermee maken we de Triple-C minder
afhankelijk van bevlogen medewerkers, maar zorgen
we dat deze ook in systemen verankerd is. Deze vraagt
ontwikkeling zal de komende jaren onze aandacht.
Kwaliteitsrapportage 2020 17
• Borging van kwaliteit
In het visitatierapport over 2019 staat beschreven dat
voor het borgen van kwaliteit het voor ASVZ belangrijk
is om dit te doen vanuit gezamenlijk leren, het delen van
ervaringen, elkaar inspireren. Dat past beter dan het
ontwikkelen van technische systemen of dwingende
aansturing.
Om het delen van ervaringen te stimuleren hebben we
in 2020 ‘Inzet’ gelanceerd, een magazine voor
professionals. ‘InZet’ biedt ruimte aan de kennis en
ervaring, vragen, zorgen en bijzondere inzichten van
medewerkers van ASVZ. Hoe mooi is het om dwars
door de organisatie heen verhalen uit de dagelijkse
praktijk met elkaar te delen? En dilemma’s die we in ons
werk tegenkomen in alle openheid te bespreken? We
zien het als een goede manier om aan de kwaliteit van
onze zorg te werken, ons vak te verdiepen en vitaal te
blijven. Het eerste themanummer ging over MIP-
meldingen, het tweede nummer in 2021 zal in het teken
staan van de geleerde lessen t.a.v. de coronacrisis.
Is dit voldoende om onderwerpen te kunnen borgen of
is een strakkere aansturing helpend? Tijdens de
opleidingsdagen van het waarde gedreven leiderschap
is dit een thema geweest dat met elkaar besproken is.
We zien bij de huidige generatie managers de intentie
om vanuit verbindend leiderschap resultaten te willen
boeken. We voeren hierover met elkaar ook meer het
gesprek. We zoeken naar manieren waarop we
onderwerpen structureel en methodisch terug laten
komen om er dan het gesprek over te voeren. Om te
leren van elkaar en te verbeteren, met de cijfers als
onderlegger. En te zoeken naar elkaar wat werkende en
remmende mechanismen zijn om de kwaliteit van zorg
te verbeteren.
Het is fijn dat cliënten beter geïnformeerd zijn en
worden. Hierdoor kunnen zij ons een spiegel
voorhouden, wat steeds vaker gebeurt. Hun kritische
vragen zetten ons op een spoor. Het geeft ons meer
handvatten om onderwerpen vanuit verschillende
perspectieven te bekijken, dat helpt ons om te komen
tot duurzame verbeteringen. Bij steeds meer
kwaliteitsonderwerpen vragen we de inzet van cliënten
om mee te denken en mee te doen (quickscans,
trainingen, herzien van beleid). Voor 2021 starten we
een pilot ‘melden van incidenten’ door cliënten en
cliënten gaan met een zelfscan aan de slag. Ook willen
we cliënten stages aanbieden bij het team kwaliteit.
• Organisatie-integriteit en moresprudentie
ASVZ kent verschillende onderdelen van organisatie-
integriteit en moresprudentie. Uit de externe visitatie
komt de vraag naar boven of er voldoende beleid is om
de integriteit en morele kwaliteit af te dekken. Integriteit
zorgt ervoor dat er in de zorg voldoende recht wordt
gedaan aan de rechten, belangen en wensen van
cliënten, ouders en verwanten, medewerkers, leiding-
gevenden, andere instellingen, omwonenden etc. Het
vraagt om een werkend moreel leerproces en een
zorgvuldige handhavingspraktijk.
In 2020 hebben een paar verkennende gesprekken
plaatsgevonden rondom het onderwerp organisatie-
integriteit. De conclusie van dat gesprek was dat we als
ASVZ veel hebben op het gebied van organisatie-
integriteit. We kunnen dit nog versterken door zaken
meer met elkaar te verbinden en verder te verdiepen. In
2021 willen we aan de hand van een integriteitskader
kijken naar de samenhang en onderzoeken waar we op
kunnen versterken.
Afgelopen jaar zagen we het aantal vragen voor moreel
beraad toenemen. Corona is daarbij een thema geweest
waardoor meer dilemma’s naar boven kwamen. Maar
ook het mee kunnen lezen in dossiers. Voor 2021 willen
we onderzoeken hoe we afwegingen en keuzes kunnen
ontwikkelen op een thema (moresprudentie).
De externe visitatiecommissie ondersteunde het idee
om cliënten ook zelf MIP-meldingen te laten doen. In
2020 is de pilot voorbereid, op 1 januari 2021 gaan we
live! Cliënten kunnen dan zelf een MIP-melding doen.
Kwaliteitsrapportage 202018
1. Goede zorg ten tijde van corona
Vanaf het begin van de coronacrisis heeft ASVZ een strikte aanpak gehanteerd, in lijn met het
landelijk beleid en de adviezen van het RIVM en de VGN. We hebben moeilijke beslissingen
moeten nemen, zoals het niet toestaan van bezoek, beperkte fysieke bezoeken aan cliënten met
ambulante ondersteuning en in plaats daarvan digitaal contact en het vormgeven van
dagbesteding op de woning en in kleine compartimenten. Besluiten die een enorme impact
hadden op cliënten, hun naasten, medewerkers en vrijwilligers.
Er zijn 1606 cliënten getest, waarvan 409 positief.
Woningen moesten in quarantaine, positief geteste cliënten
in isolatie. Sommige locaties hebben meerdere keren in
quarantaine gezeten. Dit is heftig, zeker voor cliënten die niet
begrijpen wat er aan de hand is. Er zijn heel wat tranen
gevloeid. Er is heel wat boosheid geuit dat bezoeken van en
naar familie niet doorgingen of dat cliënten niet naar hun
eigen werkplek konden. Zo’n lange tijd met een kleine groep
mensen wonen en werken, dat doet wat met mensen.
Voor cliënten Ondersteuning Thuis was daarnaast de
eenzaamheid die op de loer lag. De beperkte contacten
maken dat cliënten makkelijk in een isolement komen.
Hier zijn we extra waakzaam voor, we stemmen de
bezoeken, digitaal en fysiek af op de situatie.
Kwaliteitsrapportage 2020 19
1.1 Samenwerken wonen dagbesteding De samenwerking tussen wonen en dagbesteding is in een
stroomversnelling geraakt. Nadat dagbestedingslocaties hun
deuren sloten heeft de dagbesteding op de woonlocaties
plaatsgevonden. Medewerkers dagbesteding, en ook mede-
werkers van Ondersteuning Thuis hebben hun bijdragen
geleverd in de woningen. Het was af en toe spannend om
de bezetting rond te krijgen, zeker ook omdat we het aantal
verschillende medewerkers op een groep zo klein mogelijk
willen houden. Medewerkers hebben andere en soms
langere diensten gedraaid. We zijn blij dat we maar beperkt
gebruik hebben hoeven maken van uitzendkrachten.
Het afgelopen jaar zagen we dat dagbesteding op de
woning op een deel van de cliënten een positief effect
heeft. Een ander deel van de cliënten geeft juist aan het
werk en dagbesteding erg te missen. Met alle betrokkenen
onderzoeken we de betekenis van de observaties en hoe
we dit inzetten bij het weer vormgeven van de
dagbesteding zoals het voor corona was.
1.2 Samen met het netwerkHet netwerk van de cliënten is erg op de proef gesteld het
afgelopen jaar. Zij vroegen zich af hoe komen we samen
een coronapandemie door? Dat is wel wat iedereen heeft
beziggehouden. Er zijn zeker in de beginperiode veel
onduidelijkheden geweest. Wat mag wel of niet? Waar
moet je rekening mee houden bij bezoek?
Er was grote behoefte aan informatie over corona en de
ingezette maatregelen. Soms was er kritiek op de manier
of het late moment waarop daarover werd
gecommuniceerd. Helpend was hierbij de bijdrage van de
centrale clientenraad in de corona adviesgroep.
Er zijn afgelopen jaar veel ‘coronaregels en –maatregelen’
geweest. Overheidsmaatregelen werden soms snel
ingevoerd. Het is niet altijd eenvoudig geweest om dat snel
en duidelijk te communiceren. Later werden maatregelen
per locatie mogelijk. Er is op maat bekeken wat mogelijk was
en wat niet, en dat is ook via de locaties gecommuniceerd.
Bij het vaststellen van de maatregelen en in de
communicatie met het netwerk was het uitgangspunt
‘Beter voorzichtigheid vooraf, dan spijt achteraf’.
Er is gebleken hoe familie, vrienden en vrijwilligers gemist
werden. Niet alleen door cliënten, ook medewerkers gaven
het gemis aan. Niet alleen voor wat zij betekenen voor
cliënten, maar ook het gemis van alle activiteiten die het
netwerk verricht.
Binnen alle bezoekregelingen is er gezocht naar
mogelijkheden om het contact met het netwerk te
onderhouden. Via beeldbellen, de telefoon en later in de
tuin of met afstand in de woonkamer. Het zorgde ook voor
dilemma’s. Begrijpen cliënten het als je niet op bezoek
komt, maar belt via beeld. Wordt het daarmee niet nog
lastiger? Hoe kunnen we dichtbij blijven, terwijl we afstand
moeten houden.
1.3 Onderzoek naar ervaringen van cliënten en ouders/vertegenwoordigers in coronatijd In het najaar 2020 hebben 687ouders/vertegenwoordigers
en 315 cliënten een vragenlijst ingevuld met vragen over
hun ervaringen met de informatievoorziening door ASVZ,
de getroffen maatregelen, effecten op de dagelijkse zorg,
en wat goed ging en beter kan.
80% van de ouders heeft terugkijkend op de eerste
coronagolf een beschermd en veilig gevoel gehad. 67%
van de cliënten geeft aan zich veilig en beschermd te
hebben gevoeld. Cliënten en ouders hebben zich zorgen
gemaakt, hadden last dat het contact beperkt was. We zien
ook veel diversiteit over de tevredenheid van de aanpak.
Sommige waren blij dat we streng waren, anderen vonden
het veel te streng. De informatievoorziening zou nog beter
kunnen, en vooral ook sneller na de landelijke maatregelen.
Wat meer inzicht in de cijfers zou ook fijn zijn. En meer
maatwerk in de aanpak zou beter zijn.
ASVZ heeft de uitkomsten van dit onderzoek meegenomen
in de aanpak van de periode erna. Er was meer maatwerk
mogelijk. De aanpak is gedifferentieerd, wat soms voor
cliënten en ouders ook weer lastig was. Waarom kan iets
op woning A wel en op woning B niet. Dit moet je goed
kunnen uitleggen.
Kwaliteitsrapportage 202020
Reacties van ouders
Over de informatievoorziening
Vervangende activiteiten dagbesteding/werk
‘Het team heeft het super
opgepakt, en hebben alles
gedaan om het voor bewoner
en familie zo goed mogelijk
binnen de regels te regelen,
compliment!’
‘ Er is onvoldoende communicatie
geweest voordat de besluiten zijn
genomen. Er is onvoldoende
maatwerk geleverd.’
‘ Wij zijn als ouders zeer content
hoe ASVZ handelt in deze
moeilijke tijd!’
‘ Wij kunnen uiteraard alleen maar
oordelen over de woning waar
ons kind verblijft, die doen het
hartstikke goed!’
‘ ASVZ zelf gaf wat minder
informatie over het hoe of wat
tijdens corona voor de cliënten
die nog bij hun ouders thuis
wonen.’
‘ Het is wel lekker rustig zo. Fijner
dan met een grotere groep.
Prettig qua geluid en rumoer.’
(cliënt)
‘ Communiceren van tevoren en
niet eerst maatregelen nemen en
dan later bespreken.’
‘ Ik vond de activiteiten op mijn
woning leuk maar ik zou het
liefste weer beginnen op mijn
eigen werk.’ (cliënt)
‘ Ik kijk regelmatig op de website
van ASVZ. Vanuit de woning komt
ook informatie, maar geef
medewerkers ook deze
informatie.’
Kwaliteitsrapportage 2020 21
Bezoekregeling en contact
Coronamaatregelen
‘ Natuurlijk moeilijk om in de
woning waar de cliënten naar
verschillende dagactiviteiten gaan
de juiste gezamenlijke activiteit te
plannen.’ (ouder)
‘ Het is jammer maar ik ben het
ermee eens, omdat het nodig
is.’(cliënt)
‘ Wij hebben hier geen tuin dus
dat maakte het hier al moeilijk. Ik
woon op een flat.’ (cliënt)
‘ Het is voor sommige cliënten
lastig om zich aan de algemene
regels (1,5 m. afstand etc.) te
houden, maar dat is niet voor
iedere cliënt zo. Ik had dus veel
liever gezien dat het per cliënt
bekeken werd.’ (ouder)
‘ Lastig. Wel naar winkels maar
niet buiten op 1,5 meter ouders
ontmoeten.’ (cliënt)
‘ I.v.m. weer opstarten
dagbesteding stelt ASVZ
zich wel heeeeel erg
voorzichtig op.’ (ouder)
‘ Begrijpelijke bezoekregels, hoe
moeilijk ook! De privacywetgeving
stond het sturen van foto’s en
video’s in eerste instantie in de
weg. Is na aandringen verbeterd.’
(ouder)
‘ Ik was het toen helemaal eens
met de maatregelen, ik begreep
ze ook. Maar soms is er een
ander belang dat ook mee moet
tellen, zeker wanneer er een
uitzonderlijke situatie van
toepassing is.’ (ouder)
‘ Ik vind het jammer dat er
beeldzorg is want ik vind het
fijner als ze thuiskomen en
dan afstand houden.’ (cliënt)
‘ De tussenfase van alleen contact
op afstand heb ik overgeslagen.
Dit zou veel te verwarrend zijn
geweest.’ (ouder)
Kwaliteitsrapportage 202022
Cliënten en familie vertellen:
Vier weken in isolatieCorine woont bij ASVZ en was positief getest op het
coronavirus. Zij en haar zus Anne vertellen wat deze tijd
met hen heeft gedaan
Hoe heeft Corine deze tijd ervaren?
‘Ik ben erg ziek geweest: koorts, verkouden, hoesten en ik
viel flauw. Uit de test van de GGD kwam dat ik besmet
was met het coronavirus. Ik moest gelijk in isolatie. De
begeleiding kwam drie keer per dag mijn temperatuur
meten. De eerste keer schrok ik wel toen een begeleider in
een beschermend pak binnen kwam. Ik kon niet goed
zien wie het was. Gelukkig wende het snel! De begeleiders
maakten ook altijd gezellig een praatje en deden
huishoudelijke klusjes. Ze kwamen ook eten brengen – op
een krukje voor de deur. Via de speciale coronatelefoonlijn
voor cliënten sprak ik een begeleider die ik goed kende.
Het was heel fijn om te weten dat ik ook bij haar terecht
kon! Het was wel saai om in isolatie te zitten. Een van de
medewerkers van de dagbestedingsgroep bedacht
allemaal leuke activiteiten die ik kon doen.
Maar ik miste de andere bewoners wel en zij mij ook. Ze
hebben mooie tekeningen voor me gemaakt en ik kreeg
kaartjes en telefoontjes van familie. Zo voelde ik me toch
niet helemaal alleen!’
Hoe heeft zus Anne deze tijd ervaren?
‘Ik ben gelijk door de begeleiding op de hoogte gebracht
toen Corine positief getest was op het coronavirus. Dat
was natuurlijk wel even schrikken. Het is nog een
onbekende ziekte en hierdoor was het een stressvolle
periode. Ik mocht niet langskomen en was dus echt
afhankelijk van de informatie die ik kreeg van de woning.
Dit hebben ze goed aangepakt: elke keer als ze bij Corine
waren geweest was er een contactmoment. Gelukkig was
Corine in staat om mij ook zelf op de hoogte te houden.
Toen de begeleiding aangaf dat er verbetering zichtbaar
was, kreeg ik er weer vertrouwen in dat Corine in het
herstelproces zat. Het was erg fijn om haar weer te zien
toen ze uit isolatie was. Dit was natuurlijk wel op afstand:
ik buiten en Corine binnen. Maar het was echt goed om te
zien dat ze helemaal opgeknapt was!’
‘IK KREEG ER WEER
VERTROUWEN IN TOEN
DE BEGELEIDING AANGAF
DAT CORINES SITUATIE
ZICHTBAAR VERBETERDE.’
– ANNE, ZUS VAN CORINE
Kwaliteitsrapportage 2020 23
Drie maanden niet op bezoekLeon, zoon van Els de Wit, woont bij ASVZ. Als het
coronavirus in Brabant toeslaat, twijfelt Els geen moment
en zegt ze het bezoek van Leon af.
‘Ik wilde het niet op mijn geweten hebben dat hij iets op zou
lopen en zijn huisgenoten of begeleiders zou besmetten.
’Het was februari, nog voordat ASVZ aangaf geen bezoek
meer toe te staan op de woning. Leon zou bij mij komen
logeren, maar dat besloot ik niet door te laten gaan. Brabant
– waar ik woon – was een brandhaard van het coronavirus.
Ik wilde absoluut voorkomen dat Leon besmet zou raken en
het virus met zich mee zou nemen naar de woning. Dat was
moeilijk voor hem; hij dacht dat ik ziek was. Zijn begeleiders
hebben hem vaak moeten uitleggen dat ik niet ziek was,
maar dat het voor iedereen beter en veiliger was. Het besluit
om een tijdje geen bezoek toe te laten vond ik heel
verstandig. Als instelling ga je tot het uiterste om het risico
te verkleinen. Niet alleen voor de bewoners, maar ook voor
de medewerkers. Ik heb veel respect voor hen. Wat zij deze
maanden hebben gedaan, is fantastisch. Petje af voor hen!’
‘Leon en ik hebben elkaar ruim drie maanden niet ontmoet.
Gelukkig was er wel veel contact. We spraken elkaar veel
via beeldbellen en de telefoon. En ik maakte pakketten
voor de hele woning. Bijvoorbeeld met ingrediënten om
zelf een zalmsalade te maken. Zo konden ze iets doen én
er samen van genieten. De filmpjes die ik vervolgens via de
begeleiders kreeg, waren fantastisch. Daar genoot ik van!
Toen de eerste versoepeling kwam en ik op bezoek mocht
komen, heb ik veel overlegd met de begeleiders. Ik
realiseerde me dat het lastig was om elkaar achter een
scherm te zien. Dat zou Leon niet goed begrijpen. En ik
vroeg mij af wat het na mijn vertrek teweeg zou brengen
op de groep. Welke onrust brengt het voor iedereen met
zich mee? Daar zou mijn zoon niets mee opschieten en ik
besloot nog niet langs te gaan. Toen we elkaar uiteindelijk
weer zagen, zonder scherm, was dat als vanouds. Terwijl ik
mijn best deed mijn tranen in te houden, vroeg Leon
opgewekt of ik wel sigaretten voor hem had meegebracht.’
‘ TOEN WE ELKAAR UITEINDELIJK
WEER ZAGEN, WAS DAT ALS
VANOUDS.’
– ELS DE WIT, MOEDER VAN LEON
Kwaliteitsrapportage 202024
1.4 Werken ten tijde van coronaWe zijn trots op de manier waarop medewerkers de
schouders er onder zetten. Hoe zij blijven zoeken naar
mogelijkheden om samen met cliënten en ouders zo veel
mogelijk het gewone leven vorm te geven. We realiseren
ons dat we veel van medewerkers vragen en dat zij naast
de zorg voor cliënten ook thuis hun zorgen hebben voor
zichzelf en hun naasten.
Om medewerkers te ondersteunen in deze lastige tijden
biedt ASVZ een aantal mogelijkheden aan waar zij hun
verhaal kunnen delen en ondersteuning kunnen krijgen:
• Een corona live blog waar medewerkers de juiste
informatie kunnen vinden
• Een site waar diverse coaches van binnen en buiten
ASVZ hulp aanbieden in de vorm van een luisterend oor,
even stoom afblazen, te praten over angsten,
onzekerheid etc. We zien dat medewerkers met 1-2
gesprekken met een coach weer vooruit konden.
• Een e-learning rondom het coronavirus, vooral in de
eerste helft van 2020 toen nog veel onbekend was erg
nuttig. Een podcast rondom thuiswerken waarin
medewerkers ervaringen en tips horen. In 2021 komt er
een uitgave van Inzet, het themamagazine voor
professionals, over de ervaringen en geleerde lessen
van corona.
• Een coronatelefoon waar medewerkers tijdens
werkdagen en in het weekend vragen kunnen stellen
over inzetbaarheid, beschermingsmiddelen, quarantaine,
testen etc. En soms ook gewoon een luisterend oor om
collega’s een hart onder de riem te steken.
Maar belangrijker dan dit is de ondersteuning van collega’s
en de leidinggevenden. We zijn blij dat we meewerkend
teamleiders hebben, die goed zien wat er speelt en nodig
is. Medewerkers zijn tevreden over de manier waarop
ondersteunende diensten te hulp schieten. In de logistiek
van de beschermingsmiddelen, het realiseren van
coronatelefoonlijnen voor vragen en het ondersteunen van
medewerkers en cliënten, de extra instructies of het
meewerken op locaties.
1.5 NachtzorgOp alle gebieden wordt rekening gehouden met het
coronavirus. Medewerkers van de nachtzorg komen tijdens
hun dienst in veel verschillende locaties. Dat betekent dat
vanaf het begin van de coronaperiode preventieve
maatregelen zijn genomen om verspreiding van het
coronavirus te voorkomen. Onderling werden zoveel
mogelijk vaste locaties verdeeld om ‘kruisbesmetting’
zoveel mogelijk te beperken. Medewerkers nachtzorg zijn
al vrij snel persoonlijke beschermingsmiddelen gaan
gebruiken. Om herkenbaar te zijn voor cliënten werd
gebruik gemaakt van doorzichtig plastic hoofdkappen en
bij gebruik van mond/neuskappen werd een foto op de
borst geplakt om toch herkenbaar te zijn voor cliënten.
Ook is er een noodscenario opgesteld voor het geval dat
er veel medewerkers zouden uitvallen door corona. Dan
zouden in eerste instantie de nachtzorgteams uit de
verschillende regio’s dat onderling opvangen. Gelukkig is
dat niet nodig geweest.
Net zoals voorgaand jaar is doorgegaan met het
informeren van ouders/verwanten over de werkwijze van
de nachtzorgteams. In de AanZet, het magazine van ASVZ
kan je zien hoe een avond bij de nacht er uit ziet.
Meer weten? Bekijk de film op onze website: www.asvz.nl/
filmnachtzorg
Kwaliteitsrapportage 2020 25
Positief Negatief
Effectiever vergaderen Combinatie van werken en zorgen voor gezin zorgt voor stress
Meer creativiteit in oplossingen Fysiek contact wordt gemist
Minder reisbewegingenHet gemis van familie, vrijwilligers voor cliënten drukt mentaal op medewerkers
Betere bereikbaarheid collega’s Ervaren gebrek aan beschermingsmiddelen
Collegialiteit: samen oplossingen bedenkenNiet iedereen houdt zich aan alle coronamaatregelen; levert soms spanningen op
Crisis zorgt voor saamhorigheid; samen doen Communicatie in beginperiode was niet optimaal
Goede informatievoorziening op portaalInspraak van teamleiders bij vertaling van coronabeleid naar de praktijk kan beter
Samenwerking wonen dagbesteding versterkt Medewerkers dagbesteding missen hun ‘eigen’ team
Faciliteren van goede thuiswerkplek met ICT voorzieningen en beteren ICT voorzieningen op de woningen ter ondersteuning van beeldbellen
1.6 Afstand houden en dichtbij blijvenDe afgelopen jaren hadden we juist de sectoren kleiner
gemaakt, om passend bij onze visie ook medewerkers
voldoende nabijheid en ondersteuning te bieden bij hun
werk. Managers en orthopedagogen die anders op de
locaties komen waren nu veelal thuis aan het werk. Hoe
zorgen we dan toch voor de goede ondersteuning? Door
aandacht en ondersteuning te bieden, op een andere
manier. Zo zijn er managers die elke dag de locaties even
bellen, zeker in tijden dat het spannend was. Een kaartje,
briefje, cadeautje om een hart onder de riem te steken.
Maar ook door te kijken hoe je wel contact kan houden,
bijvoorbeeld digitaal of elkaar buiten tijdens een
wandelingetje ontmoeten. Verschillende IP- besprekingen
en zorgoverleggen hebben digitaal plaatsgevonden Digitaal
overleggen is anders, maar ook dan kan je aandacht en
ondersteuning bieden. En het kan ook heel effectief zijn.
Medewerkers konden gebruik maken van ‘vergadertenten’
buiten op sommige terreinen.
1.7 Raadpleging medewerkersIn een achterbanraadpleging van de OR is gevraagd naar
hoe medewerkers het werk ervaren in deze tijden van
corona. 39 teams hebben gereageerd. De medewerkers
reageren overwegend positief. Ze zijn positief over de inzet
van dagbesteding op de woning en de communicatie
tussen wonen en dagbesteding. Hieronder een opsomming
van de ervaringen.
Vasthouden/verbeteren Hoe doen we dit
Coronaportaal goed in blijven zetten: alert zijn op actualiteit en liveblog goed bijhouden
Indeling coronaportaal aanpassen en oude informatie
verwijderen. Aandacht voor snel actualiseren
Zorgen voor duidelijke communicatielijnen en een duidelijke route van besluitvorming
Van regie naar adviesgroep. Samenstelling aangepast. Raad
van bestuur besluit, daarna via managers en teamleiders naar
de locaties toe
Zorgen voor voldoende beschermingsmiddelen en deze op passende wijze beschikbaar maken en houden
Er zijn ruim voldoende beschermingsmiddelen. Er is een
ondersteuningsteam voor uitleg, vragen
Kaders opstellen voor thuiswerkenTweede helft 2020 is kader thuiswerken opgesteld incl.
vergoeding
Meer bekendheid geven aan mogelijkheden voor (mentale) ondersteuning
Er is een portaalpagina waarin verschillende mogelijkheden
voor mentale ondersteuning te vinden zijn. Van coaches, tot
e-learnings tot externe ondersteuning
Op sector- en teamniveau, samenwerken op afstand blijven evalueren
Leidinggevenden en organisatie hebben aandacht voor
medewerkers: telefoontje naar de locaties, een filmpje, kaartje,
een presentje en digitale ronde tafelgesprekken met
medewerkers zijn ingezet
Kwaliteitsrapportage 202026
Naast de achterbanraadpleging heeft ASVZ in juli een
onderzoek uitgezet bij de medewerkers over de ervaringen
tijdens de coronacrisis (respons 37%). Medewerkers
hebben dit onderzoek erg gewaardeerd. We hebben de
resultaten op sectorniveau teruggekoppeld. Uit het
onderzoek blijkt dat medewerkers trots zijn op de
inspanningen die we, tijdens de eerste coronapiek, met
elkaar hebben gedaan voor de cliënten, hoe we met elkaar
samenwerken, snel schakelen en flexibiliteit tonen.
De volgende punten kwamen naar voren om aandacht voor
te houden.
Kwaliteitsrapportage 2020 27
1.8 Voorzichtig zijn, voorzichtig blijvenOm te voorkomen dat de piek van besmettingen hoog zou
zijn in het najaar, met grote risico’s voor de gezondheid van
cliënten en medewerkers, is ASVZ streng gebleven als het
gaat om de dagbesteding. We hebben kleine bubbels van
twee woningen gemaakt waarmee dagbesteding op locatie
mogelijk werd. Meer inmenging van verschillende groepen
vonden we niet verstandig. Er werd ook weer meer
dagbesteding buiten het terrein mogelijk (wel met eigen
groep). Maar we verwachten nog zeker tot in het najaar van
2021 met alternatieve vormen van dagbesteding te werken.
De geleerde lessen vanuit coronatijd nemen we mee. Net
als voor alle mensen in Nederland zien we dat er
verschillende reacties zijn vanuit cliënten op het
thuiswerken:
• Cliënten die meer rust als prettig hebben ervaren, die
beter in hun vel zitten door minder overgangen en een
lager tempo, nabijheid van vaste woonbegeleiders
• Cliënten voor wie het bij de start wel even lekker was,
even terugschakelen, maar voor wie daarna de verveling
en onderprikkeling zorgde voor meer onrust en/of
eenzaamheid.
• Cliënten die nieuwe talenten ontdekt hebben doordat ze
andere activiteiten deden. Maar ook hebben cliënten
ontdekt wat ze niet leuk vonden.
• Cliënten die hebben ervaren hoe belangrijk het werk/
dagbesteding voor ze is. Het merendeel van de cliënten
(74% van de cliënten uit ervaringsonderzoek) gaat liever
vandaag dan morgen terug naar hun oude werkplek.
De individuele ervaringen van cliënten en medewerkers zijn
de basis om te komen tot een nieuwe inrichting van de
dagbesteding. Deze willen we juni 2021 gereed hebben
zodat iedereen weet hoe de dagbesteding er in het najaar
uit komt te zien (mits de maatregelen dit toestaan).
De informatievoorziening is verbeterd, de website voor
ouders/cliënten is goed gevuld. Er staat een wekelijks
overzicht met besmettingen op de website.
De communicatie en besluitvormingslijnen zijn
aangescherpt. Sneller reageren op maatregelen is niet
altijd mogelijk omdat we na een persconferentie nog
wachten op de invulling van de richtlijnen (vanuit RIVM,
VGN) voordat besluiten genomen kunnen worden.
Door de coronamaatregelen zien we hoe belangrijk goede
hygiëne is. De aandacht voor goede handhygiëne is enorm
toegenomen. Naast de filmpjes, posters en richtlijnen
kregen teams bezoek van een verpleegkundige die
instructie en tips gaf. Dat werkte goed. We zien dat de
aandacht voor hygiëne ook andere positieve gevolgen
heeft. De griep kwam minder vaak voor. Uitbraken van het
noro virus zijn afgelopen jaar minimaal geweest.
Het gestegen bewustzijn van het belang van goede
hygiëne moeten we zien vast te houden. Belangrijk daarbij
is ook om de verbinding te leggen naar andere
onderwerpen van de persoonlijke hygiëne (persoonlijke
hygiëne is bij 35% van de cliënten een ernstig/zeer ernstig
risico). De infectiepreventie commissie komt hiervoor met
een plan, gebruikmakend van alles wat er al is. Zoals het
Hygiëne-filmpje, de poets app, de ‘even tijd voor veiligheid’
onderwerpen op het portaal, de hygiëne audits etc.
1.9 Vrijwilligers Het vrijwilligersbezoek is afgenomen tijdens de
coronaperiode. Door de coronamaatregelen zijn bezoeken
aan de woonlocaties minimaal tot onmogelijk geweest. Met
de locatie moest worden bekeken of en hoe het bezoek
kon plaatsvinden. Dat kon soms onder strikte voorwaarden
en alleen aan individuele cliënten.
De vrijwilligerscoördinatoren hebben nieuwsbrieven
verstuurd om contact te houden met de vrijwilligers. Zo
werden zij ongeveer eens in de drie maanden, of eerder als
daar aanleiding toe was, op de hoogte gehouden van de
ontwikkelingen en richtlijnen. Op verzoek van veel locaties
is het aanmeld en registratiesysteem voor vrijwilligers
aangepast en daardoor gebruiksvriendelijker. De tijd tussen
aanmelding of aanvraag voor een vrijwilliger is hiermee
verkleind. Op deze manier zijn cliënt en vrijwilliger bij elkaar
te brengen.
Niet alleen cliënten hebben ‘hun’ vrijwilliger gemist. Ook
medewerkers missen de bezoekjes en activiteiten van
vrijwilligers.
Vraaggesprek met Jeroen en Henk over corona.
Jeroen is voorzitter van de Sectorale Cliëntenraad Midden
en West Brabant en Dordrecht. Hij woont in Breda en werkt,
via Ateagroep, bij Bosch.
Henk woont in Rotterdam en is werkzaam in het restaurant
van een zorgcentrum. De coronaperiode heeft heel veel
impact op cliënten. Henk en Jeroen vertellen hoe ze deze
periode, tot nu toe, hebben ervaren.
Henk:
‘De eerste drie maanden zat ik binnen. Ik kon niet werken in
het zorgcentrum, dus moest ik naar dagbesteding op de
woning. Daar heb ik veel discussie over gehad: “Waarom
moet ik binnenblijven? Als ik voorzichtig ben kan ik toch
gewoon naar buiten?” Ik ben graag buiten en ga graag naar
de kroeg. Dus dat was ingewikkeld. Soms ben ik ook, tegen
de regels in, weg gegaan. Ik voelde me gevangen.’
Jeroen:
‘De eerste golf was als een donkere wolk. We zagen de
lijkwagens en hoorden dag en nacht sirenes. Binnen blijven
voelde veilig, maar het was ook angstig. Nadat ik langzaam
weer aan het werk ging, kregen mijn ouders corona en ook
een begeleider. We moesten in quarantaine. Daar hebben
we van geleerd om nog meer afstand te houden en dat er
maar een beperkt aantal mensen in de woonkamer mag zijn.
Nu we het meer samen doen en er onderling overleg is
tussen begeleiders en cliënten voelt het fijner en is het ook
makkelijker om je aan de regels te houden.’
Henk:
‘Ik ben zelf ook besmet geweest, was vermoeid, had
mindere reuk en had er echt wel last van. Doordat je het zelf
krijgt, merk je waarom het belangrijk is om afstand te
houden en je handen te wassen. Ik heb in quarantaine
gezeten en ben twee weken mijn kamer niet uit geweest.
Begeleiders kwamen binnen in van die pakken. Ze konden
me geen knuffel geven.. Het was echt een vervelende
ervaring, het voelde onmenselijk en wat voelde ik mij alleen.
Maar het kan denk ik niet anders.’
Jeroen:
‘Cliënten onderling hebben app-groepen opgestart.
Medebewoners zijn boos dat het zo lang duurt. Dat vind ik
zelf ook wel lastig. Ik praat er veel over met mijn teamleider,
om de moed er in te houden. In het begin was er geen
huiskameroverleg, de teamleider bezocht cliënten
individueel, nu is er veel overleg via de telefoon, ook tussen
cliënten onderling. We kijken wat zowel de cliënt als de
begeleider aan kan. De begeleiding wil daarin schakelen, ze
kijken wat de behoefte is van cliënten. We moeten
voorkomen, dat naast de coronaramp er nog een stille ramp
gebeurt: die van een tekort aan menselijke contacten.’
1.10 Werken aan kwaliteitTijdens de coronaperiode zien we dat sommige
kwaliteitsinstrumenten minder gebruikt worden (o.a. audits
en quickscans). Dit geeft ons aanleiding om in 2021 te
toetsen wat de meerwaarde is van de kwaliteits-
instrumenten binnen ons kwaliteitsmanagementsysteem.
Na de evaluatie maken wij op wat dat betekent voor de
inrichting van ons kwaliteitsmanagementsysteem.
Kwaliteitsrapportage 202028
Kwaliteitsrapportage 2020 29
2.1 Zorginhoudelijke koersDe afgelopen 30 jaar heeft ASVZ gewerkt aan de
ontwikkeling van Triple-C als orthopedagogisch
behandelmodel. We zijn trots op wat we met Triple-C
bereikt hebben, maar we nog lang niet klaar. Om het
Triple-C behandelmodel te versterken en meer methodisch
en gecoördineerd uit te voeren zijn wij gestart met een
Triple-C Werkplaats waarbij alle expertise rondom Triple-C
is gebundeld. Met coaching en programmalijnen helpen we
medewerkers, teams en systemen om met Triple-C te
werken zoals het bedoeld is.
We hebben door corona minder systeemtrainingen en
casuïstiek besprekingen kunnen doen dan we gewild
hadden. Ook externe trainingen hebben in 2020 beperkt
plaatsgevonden. Wel zijn in 2020 veertien medewerkers
gestart met de specialistische leergang Triple-C. 214
medewerkers hebben de e-learning Triple-C gevolgd
(2019: 230).
De programmalijnen Triple-C zijn in 2020 uitgewerkt. Aan
deze programmalijnen willen we een certificering koppelen
met onderhoudsmomenten. Op deze manier borgen we het
Triple-C behandelmodel in de dagelijkse praktijk. Voor mede-
werkers heeft een training Triple-C zo nog meer waarde.
Ervaringen van cliënten met Triple-C is de afgelopen jaren
een belangrijk element geworden bij (systeem)trainingen
en informatie delen over Triple-C. Er zijn twee nieuwe
ervaringsdeskundigen geworven op het gebied van
Triple-C. Er is een folder voor cliënten waarin we in
eenvoudige taal uitleggen wat begeleiding volgens Triple-C
inhoudt. In 2020 hebben we gewerkt aan het derde
Triple-C boek wat in 2021 uitkomt.
Naast Triple-C maken we voor EVMB (ernstige
verstandelijke en meervoudige beperkingen) cliënten sinds
2016 gebruik van de LACCS-methodiek. Bij LACCS gaat
het om een ‘goed leven’ voor mensen met EVMB. Dat kun
je bereiken door te werken aan vijf leefgebieden:
Lichamelijk welzijn, Alertheid, Contact, Communicatie en
Stimulerende tijdsbesteding. 118 medewerkers hebben in
2020 de e-learning over LACCS gevolgd (in 2019: 184).
Daarnaast is gewerkt aan een beleid van de manier waarop
we LACCS binnen ASVZ willen vormgeven. Op basis hiervan
gaan we in 2021 de leergang EVMB voor medewerkers
herzien.
Op de Lena BlokWoutsstraat werken ze met de LACCS-methodiek.
Klein denken maakt een GROOT verschil’
Vaak wonen cliënten een groot deel van hun leven bij ASVZ,
ook als ze ouder worden. Hoe verandert onze zorg als
mensen met een verstandelijke beperking op leeftijd zijn?
Tijd voor een kop koffie op de Rotterdamse Lena Blok-
Woutsstraat. ‘We moedigen mensen aan om zelf keuzes te
blijven maken.’
‘Hé Jacqueline, welkom thuis!’ Met een stralende lach en
vrolijke geluiden komt Jacqueline (67) de woonkamer
binnen. Ze parkeert haar rollator en wijst blij naar Anouk
(23), haar begeleider. Aan het bezoek laat ze trots haar
zilveren ketting zien. Anouk grijnst. ‘Jacq is vaak vrolijk na
dagbesteding. En ze houdt van sieraden, zoals je ziet.’
Op de Rotterdamse Lena Blok-Woutsstraat woont
Jacqueline samen met vijf anderen met een matige tot
ernstige verstandelijke beperking. De twee-onder-een-
kapwoning ligt middenin de wijk Prinsenland. In huis heeft
iedereen een eigen kamer met badkamer.
Kwaliteitsrapportage 202030
2. Onze kijk op zorg
Bij ASVZ geloven we dat iedereen zijn eigen krachten en talenten heeft. Die eigen krachten en
talenten van cliënten, hun familie en hun netwerk zijn het vertrekpunt van onze ondersteuning.
Met een open blik kijken we naar wat wél kan. En dat pakken we samen aan.
Kwaliteitsrapportage 2020 31
Doordeweeks gaan de meesten naar het dagcentrum, twee
deuren verderop. ‘De jongste bewoner is eind veertig.
Jacqueline is met haar 67 jaar de oudste – én een van de
actiefste!’
Tovertafel
Jacqueline praat niet, dus voert de enthousiaste Anouk het
woord. ‘Onze zorg is vooral gericht op beleving’, zegt ze. ‘Het
niveau van de bewoners is vergelijkbaar, maar iedereen is
anders. Dat betekent dat je vooral één-op-één-contact hebt.’
In de woonkamer – groene gordijnen, houten meubels, open
keuken – is de sfeer rustig en huiselijk. ‘Toen we deze
woning inrichtten, hebben we goed gekeken naar wat past
bij onze bewoners’, vertelt Anouk. Ze wijst naar de telefoon
met draaischijf, de prentenboeken en het blok Sunlight-zeep
in felgele verpakking. ‘We hebben bijvoorbeeld gezocht naar
‘ouderwetse’ spullen. Zo voelen ze zich meer thuis.’ Toch zijn
in huis ook moderne snufjes te vinden. De Tovertafel
bijvoorbeeld, een kastje aan het plafond met een beamer die
naar beneden schijnt. Bewoners kunnen er digitale spellen
mee spelen door met hun handen over tafel te vegen.
‘Jacqueline vindt dat fantastisch, vooral het spel met de
ballonnen.
‘Onze zorg is gericht op beleving’
Zelf doen
Anouk loopt naar de keuken. ‘Jackie, wil je een kop koffie?’
De vrouw komt aanschuifelen, steunend op het kookeiland.
Haar begeleider zet de koffiepot voor haar neer en
Jacqueline schenkt zelf haar beker in. ‘Vaak is het bij oudere
mensen verleidelijk om alles voor hen te doen’, zegt Anouk.
‘Maar zodra je een taak eenmaal van iemand overneemt,
verliest de cliënt zijn vaardigheid. Dan wordt hij afhankelijker
en gaat hij sneller achteruit. Daarom kijken we altijd wat wél
kan en moedigen we mensen aan om dingen zelf te doen.’
Dat ‘zelf kiezen’ zit vaak in kleine dingen. Anouk pakt een
map met uitgeprinte foto’s van maaltijden en etenswaren.
‘Als we het weekmenu maken, pakken we twee plaatjes
eruit en laten een bewoner kiezen wat hij graag wil eten.
Mensen kiezen ook zelf hun broodbeleg. En Jacqueline helpt
graag met koken, bijvoorbeeld door in de pan te roeren.’
Lift
Als we naar boven lopen, laat Anouk zien wat ASVZ heeft
gedaan om de woning geschikt te maken voor de oudere
cliënten. Langs de muren van de gang loopt bijvoorbeeld
een steunbalk, de trappen kunnen worden afgesloten met
een schuifdeur. ‘Zo is de kans kleiner dat mensen vallen als
ze ’s nachts dwalen.’ Het team deed onlangs een vijfdaagse
training bij ouderenadviseur Monique de Bree van ASVZ. Zij
coacht teams van woningen waar oudere cliënten wonen.
Monique: ‘Mensen met een beperking worden op dezelfde
manier ouder als anderen, maar het verouderingsproces
begint eerder: als ze veertig tot vijftig jaar zijn. Ze zien, horen
of proeven minder, of krijgen dementie. Belangrijk om te
weten, want dat verklaart waarom een cliënt zich anders kan
gedragen dan je gewend bent.’
Ballonnen
De koffie is op. Tijd voor de Tovertafel! Op de eettafel
verschijnen bewegende ballonnen, die Jacqueline met haar
hand terugkaatst. Telkens als een ballon knapt, schatert de
vrouw het uit. Vol enthousiasme gaat ze op in het spel. Dan
gebaart ze dat Anouk naast haar moet komen zitten. ‘Je ziet
het al’, lacht die: ‘Ook zonder woorden laat Jacqueline
precies weten wat ze wil!’
HouVastHouVast is ontwikkeld voor gezinnen van ouders met een
licht verstandelijke beperking en stelt hen in staat om
kinderen, met hulp van hun netwerk, veilig en ‘goed
genoeg’ groot te brengen. De orthopedagogen
pedagogische gezinsondersteuning en jeugd en
gezinsprofessionals zijn de afgelopen jaren geschoold in
deze methode. Zij ondersteunen de teams bij het inzetten
van de methodiek. In iedere regio ondersteuning thuis zijn
daarnaast een orthopedagoog en gezinsprofessional
gestart met de training videobehandeling voor ouders met
een verstandelijke beperking (VIPP-LD).
Kwaliteitsrapportage 202032
Kwaliteitsrapportage 2020 33
2.2 Identiteit en zingeving Ieder mens kijkt met zijn eigen ogen de wereld in. En
iedereen heeft daar een eigen beleving bij. Daarom heeft
iedereen een ‘levensbeschouwing’. Om een betekenisvol
leven te ervaren is het belangrijk dat cliënten hun
beschouwing op het leven ontdekken en ervaren.
Begeleiders en geestelijk verzorgers ondersteunen cliënten
hierbij. We zien dat medewerkers het soms lastig vinden
om in gesprek te gaan over identiteit, zingeving,
levensvragen. Deskundigheidsbevordering rondom dit
thema verdient aandacht. Er is een toolbox identiteit en
zingeving. In 2020 hebben 30 medewerkers de e-learning
rondom het christelijk geloof gevolgd en 23 medewerkers
de e-learning rondom de islam. De identiteitscommissie
van de protestants christelijke locaties heeft werkvormen
verstuurd aan de locaties voor pasen, valentijnsdag,
hemelvaart, pinksteren en kerst. Cliënten en medewerkers
van ASVZ hebben samen een kerstfilm gemaakt. De
scenes in de film zijn door cliënten verzonnen en
geïnspireerd op het kerstverhaal.
2.3 InnovatieICT en technologie is niet meer weg te denken uit ons
leven. Ook binnen ASVZ zijn er vele innovatieve
ontwikkelingen. Om de verbinding tussen deze initiatieven
en de reeds bestaande applicaties voor de zorg en
ondersteuning te versterken zijn we in 2020 gestart met
een stuurgroep informatisering.
De coronacrisis heeft er aan bijgedragen dat we veel meer
gebruik zijn gaan maken van digitale hulpmiddelen. Alle
vergaderingen vinden online plaats (via Teams), zo ook
zorgbesprekingen of contacten met cliënten (beeldbellen).
En ook het contact met familie vond in 2020 voor een deel
via de digitale snelweg plaats.
Dat ging zeker niet altijd soepel. Om goed digitaal te
kunnen werken zijn goede verbindingen een vereiste.
Medewerkers en cliënten geven beiden aan dat het hier op
de locaties van ASVZ nog wel eens aan ontbrak. Maar ook
de inhoudelijke ondersteuning aan cliënten en
medewerkers over het werken met teams, of het
beeldbellen met familie kan beter. Want uit de ervaringen
blijkt dat als we eenmaal weten hoe het moet, er ook
voordelen zitten aan deze manier van werken.
Het zou mooi zijn om voor 2021 een service te starten
waar cliënten en medewerkers ondersteund worden in het
digitaal werken. Cliënten zijn nu nog te vaak afhankelijk van
begeleiders die het ook niet altijd weten.
SmartWorkDit is de overkoepelende ‘digitale snelweg’ (schil over de
applicaties) om het werk voor medewerkers in de zorg te
vergemakkelijken. Hiermee verminderen we de
administratieve lastendruk. In 2020 zijn de eerste pilots
uitgevoerd met daarin de dagrapportage en incident
meldingen. Voor 2021 breiden we het aantal pilot locaties
uit naar vijftien en zullen ook nieuwe registraties worden
toegevoegd. De pilot evalueren we in het derde kwartaal
2021 en afhankelijk daarvan maken we de vervolgkeuzes.
Elektronisch cliëntendossierIn 2020 hebben we van de ICT leverancier vernomen dat
de huidige versie van het elektronische cliëntendossier dat
we binnen ASVZ gebruiken, naar de toekomst toe niet
meer ondersteund gaat worden. Dit betekent dat we als
ASVZ onderzoeken wat de opvolger wordt van het huidige
elektronisch cliëntendossier. In 2021 willen we als ASVZ
deze keuze maken en starten met de voorbereidingen van
een overgang.
TechlabIn februari 2020 is het techlab opgericht. Het techlab kan
ondersteunen bij vragen van cliënten en medewerkers om
zorg te verbeteren en toekomstbestendig te maken met
behulp van technologie.
Het techlab kan woon- en dagbestedingsgroepen helpen
om cliënten zelfredzamer te maken, en medewerkers hun
eigen werkzaamheden te verlichten. In ontwikkeling is een
fysieke dagbestedingsplek waar het techlab en Eureka
samen met cliënten een innovatiewerkplaats realiseren.
BeeldzorgBij beeldzorg hebben cliënten en zorgverlener op afstand
contact met elkaar via een beeldscherm en een camera.
Voor de coronacrisis zetten we beeldzorg in als aanvulling
op het persoonlijk contact. Het afgelopen jaar is beeldzorg
veel vaker ingezet.
We zien dat het aantal gebruikers van beeldzorg is
verdubbeld in 2020. 2.088 cliënten maken nu gebruik van
beeldzorg. Dit doen ze op twee manieren.
Zo zijn er begeleiders die via beeldzorg de zorg en
dienstverlening voortzetten. Zeker in de eerste golf toen
thuisbezoeken zeer beperkt plaatsvonden is dit vaak
ingezet. Later in het jaar is het vaker een combinatie
geworden van huisbezoeken in combinatie met een
beeldzorg afspraak. 600 cliënten maken hier gebruik van.
Daarnaast zijn er circa 1.400 cliënten die gebruik maken
van de beeldzorg centrale. Je kan dan 24 uur per dag
contact hebben met een begeleider van de centrale.
Cliënten die bij ASVZ wonen gebruikten beeldzorg ook als
ze in quarantaine moesten. Ze konden dan toch vanuit hun
slaapkamer samen met hun medebewoners eten.
Esther de Vogel-Keck, teamleider Ondersteuning Thuis:
‘Met de iPad in de hand liepen cliënten door hun huis om te
laten zien hoe netjes en schoon het was. Een dementerende
cliënt met het syndroom van Down reageerde onverwacht
positief op het maken van muziek via beeldzorg. Sommige
cliënten bleken zelfs makkelijker hun verhaal te vertellen.
Dit laatste voorbeeld laat zien dat beeldzorg meer dan
praktische voordelen biedt’. Esther vertelt in onderstaand
filmpje over de ervaring met beeldzorg in de Drechtsteden.’
Eureka! Innovaties op het gebied van zorgtechnologieEureka is het expertisecentrum van ASVZ op het gebied
van zorgtechnologie. Eureka kijkt en onderzoekt welke
technologische toepassingen helpen om de kwaliteit van
leven van cliënten te verbeteren. De uitleenservice van
Eureka is een perfecte manier om cliënten op een
laagdrempelige manier kennis te laten maken met nieuwe
innovaties.
Ten tijde van corona zagen we de aanvragen voor materiaal
toenemen. Locaties hebben gebruik gemaakt van de tijd
die er was om de zorgrobot, het robot huisdier of het
interactieve scherm uit te proberen.
Eureka geeft ook scholingen en workshops om mensen
kennis te laten maken met de zorg en hoe technologie
helpend kan zijn. In 2020 is het excellentieprogramma
zorgtechnologie, in samenwerking met het ROC Da Vinci
College van start gegaan. In dit programma ontwikkelt
ASVZ samen met studenten zorgtechnologische
toepassingen voor bewoners en medewerkers van ASVZ.
2.4 OnderzoekASVZ stimuleert en faciliteert wetenschappelijk (praktijk)
onderzoek. Dit gebeurt o.a. in samenwerking met de
universiteit Tilburg, VU Amsterdam en Erasmus universiteit.
Een mooi voorbeeld van het delen van de kennis is de
samenwerking tussen ASVZ en zorgorganisaties Trajectum
en Pluryn op verzoek van een aantal zorgkantoren in het
PRO project. Het is een samenwerking ten behoeve van de
begeleiding van mensen met een beperking die in een
uitzichtloze situatie verblijven en vaak al door meerdere
instellingen zijn gezien. Er wordt wetenschappelijk onderzoek
gedaan op drie, onderling sterk samenhangende terreinen:
cliënten en hun verwanten, begeleiders, en organisaties.
In 2020 is een wetenschappelijk onderzoek gestart vanuit
de Erasmus universiteit om te kijken wat de effecten zijn
van het aanbieden van een harmonica voorziening zoals de
Break. In de Break bundelen verschillende zorgorganisaties
(waaronder ASVZ) de krachten om jeugdigen tijdelijke
ondersteuning op maat te bieden, zodat zij thuis kunnen
blijven wonen.
Meer informatie en een overzicht van alle onderzoeken is te
vinden in het bestuursverslag.
Kwaliteitsrapportage 202034
Kwaliteitsrapportage 2020 35
Kwaliteitsrapportage 202036
3.1 Ervaringsdeskundigen Bij ASVZ zijn steeds meer cliënten die hun eigen ervaringen
inzetten. Zij vertellen onder andere aan persoonlijk
begeleiders in opleiding hoe zij het vinden om begeleiding
te krijgen, en over wat werkt en wat niet werkt. ASVZ
beseft dat de kracht en het effect van de kennis die
ervaringsdeskundigen overbrengen groot is. We vinden het
belangrijk om het mogelijk te maken dat dit (steeds meer)
gebeurt. Want goed naar elkaar luisteren en leren van
elkaar draagt bij aan de kwaliteit van de zorg. Persoonlijk
begeleiders in opleiding geven aan dat zij onder de indruk
zijn van de verhalen die zij van de ervaringsdeskundigen te
horen krijgen.
Onderwerpen die door ervaringsdeskundigen besproken
worden zijn bijvoorbeeld mediawijsheid, het individueel plan,
informatie over en aandacht voor LHTBI (de afkorting
LHBTI staat voor lesbische vrouwen, homoseksuele
mannen, biseksuelen, transgender- en intersekse
personen). Er zijn vier gastlessen over middelengebruik
gegeven met ervaringsdeskundigen. In de stuurgroep
kwaliteit & veiligheid heeft een ervaringsdeskundige het
onderwerp mediawijsheid toegelicht.
In 2020 is het aantal ervaringsdeskundigen toegenomen
tot ongeveer 30 personen. Vijf nieuwe ervaringsdeskun-
digen zijn een leertraject gestart om de rol als ervarings-
deskundige te onderzoeken en te versterken. Dit is een
heel proces wat voor iedereen verschillend is. Het is een
leertraject op maat.
De vraag naar inbreng van ervaringsdeskundigen vanuit de
organisatie neemt toe. Het coördinatiepunt voor
ervaringsdeskundigen zorgt voor een goede afstemming
en inzet.
Henk woont op LBW26 en Kitty is de teamleider van
deze woning. Henk is de ervaringsdeskundige binnen
het thema Social Media en MediaJungle en Kitty is de
coach hierbij.
‘Wij zijn onderdeel van het “Wist je dat team”. Dat is een
team van ervaringsdeskundigen en coaches dat binnen
Carante Groep onderwerpen bespreekbaar maakt bij
begeleiders en cliënten. De onderwerpen zijn zaken die
ASVZ en de ervaringsdeskundigen belangrijk vinden.
Het onderwerp waar we nu mee bezig zijn is social media.
Iedereen heeft te maken met social media. Denk maar aan
Facebook, Instagram, Whatsapp. Maar ook dating sites en
nog veel meer. Hoe werkt dit nu allemaal, wat kan je ermee,
wat is er leuk aan, maar ook wat zijn de gevaren?’
Sharnely woont op de Vrijheidsakker in Barendrecht.
En is ervaringsdeskundige bij ASVZ.
In gesprek
‘Ik word regelmatig ingezet als ervaringsdeskundige. Dan
kijk ik samen met mijn coach waar ik naar toe kan gaan. En
wat ik het beste kan vertellen over mijn ervaring. Zo ga ik
bijvoorbeeld naar de leergangen voor persoonlijk
begeleiders. Dan ga ik in gesprek met de leerlingen over wat
ik belangrijk vind aan een persoonlijk begeleider. En wat ik
belangrijk vind in de manier waarop ze naar mij luisteren en
hoe ze met me omgaan.’
Begrip
‘Het is voor mij heel belangrijk dat begeleiders naar me luis-
teren. En niet alleen luisteren, maar ook proberen te begrijpen
wat ik zeg. Ik zeg niet altijd gelijk wat ik bedoel. Dus vind ik
het belangrijk als begeleiders doorvragen en niet gelijk uitgaan
van het eerste antwoord wat ik geef. Dit doe ik niet alleen
voor mezelf, maar ook voor andere cliënten. Want ik denk
dat iedereen het fijn vindt dat er naar hen geluisterd wordt.’
Van elkaar leren
‘Ik ga soms ook mee naar een teamdag. Begeleiders
kunnen me dan vragen stellen. Hier kunnen ze van leren.
Bijvoorbeeld op welke manier kom je afspraken na, wat doe
je wel of niet. Maar vooral: zie mij als mens. Ik wil niet als
een klein kind behandeld worden. Ik hoop dat wat ik doe
iets betekent voor andere cliënten. Ik kan het vertellen, maar
niet alle cliënten kunnen dat.’
3. Versterken positie cliënt
Kwaliteitsrapportage 2020 37
3.2 MedezeggenschapASVZ heeft een Centrale CliëntenRaad (CCR) die bestaat
uit cliënten en verwanten. Verder zijn er sectorale raden
cliënten en regioraden verwanten. Daarnaast zijn er
bewonersvergaderingen op de locaties. De centrale
cliëntenraden hebben in 2020 gesproken over o.a. corona,
de invoering van de wet medezeggenschap cliënten
zorginstelling (Wmcz 2018), en de financiën van ASVZ. De
voorzitter van de CCR heeft voor- en najaarsoverleggen
van de zorgkantoren (digitaal) bezocht.
CCR/regioraadsleden zijn betrokken geweest bij diverse
werkgroepen o.a. regiegroep Corona, regiegroep implemen-
tatie wet zorg en dwang, werkgroep melding incidenten
personen door cliënten, werkgroep kwaliteitsrapport en bij
de sollicitaties van managers. Er is meegedaan aan twee
moreelberaden; over de donorwet en privacy.
Voor meer informatie over de activiteiten van de CCR,
verwijzen we naar het bestuursverslag.
Versterken van medezeggenschap van cliëntenInformatie-uitwisseling tussen regioraden en Centrale
Cliëntenraad is nog voor verbetering vatbaar. Om de
bekendheid van cliëntenraden bij cliënten en medewerkers
te vergroten zijn meerdere acties nodig; meer
achterbanraadplegingen, er zijn plannen om een filmpje te
maken en het ’5 stappen medezeggenschapsplan’ breder
onder de aandacht brengen.
Door de coronamaatregelen zijn overleggen van sectorale
en lokale cliëntraden niet of nauwelijks doorgegaan.
Fysieke medezeggenschaps-bijeenkomsten voor cliënten
waren niet mogelijk. Samen met de coaches van de raden
is op zoek gegaan naar andere vormen van overleg en
informatie uitwisseling. Via filmpjes, vlogs en via Teams.
In de laatste maanden van 2020 is Teams vaker gebruikt
om online te overleggen.
Er zijn namens de Centrale Cliëntenraad ook kaarten en
attenties gestuurd naar medewerkers en cliënten om hen
een hart onder de riem te steken.
3.3 ZeggenschapAlle cliënten hebben een jaargids ontvangen. Meer
autonomie, eigen regie en keuzes maken begint met goed
geïnformeerd zijn, en goed geïnformeerd worden. De titel
van de jaargids is dan ook ‘Goed om te weten’. Er staat veel
informatie in voor mensen die bij ASVZ wonen en werken.
Bijvoorbeeld over wat leven in vrijheid betekent. Of hoe
begeleiders met privacygevoelige gegevens om moeten
gaan. Zo hebben cliënten laten weten meer ondersteuning
te wensen bij het gebruik van Teams, en Facetime. Met
medewerkers die weten hoe het werkt. En met goede
internetverbindingen (ondersteund vanuit ASVZ). De
coronacrisis heeft de noodzaak hier voor nog eens extra
duidelijk gemaakt. ASVZ zet hier verbeteringen op in, maar
die gaan te langzaam. We zijn hierbij afhankelijk van ICT
partijen.
‘ HET IS VOOR MIJ HEEL
BELANGRIJK DAT BEGELEIDERS
NAAR ME LUISTEREN. EN NIET
ALLEEN LUISTEREN, MAAR OOK
PROBEREN TE BEGRIJPEN WAT IK
ZEG.’
– SHARNELY
Kwaliteitsrapportage 202038
In 2020 zijn steeds meer vlogs gemaakt samen met
cliënten, zoals deze:
Anke, mediacoach bij ASVZ, is benieuwd waarom gamen zo
populair is. Ze gaat samen met Abdie op zoek naar het
antwoord. Kijk je mee? Bekijk hier de vlog. (Youtube: ‘ASVZ
vlogt over gamen)
3.4 Ervaringen en tevredenheid van cliënten en ouders/verwantenASVZ maakt gebruik van de vragenlijst van Custom Eyes.
We doen dit bij alle cliënten en ouders/verwanten die
vallen onder de langdurige zorg en het sociaal domein.
We volgen een twee jaarlijkse cyclus. Het éne jaar meten
we en het jaar daarop verbeteren we. De meting is gestart
voor verblijf in maart 2020 en loopt door t/m mei 2021.
Voor ondersteuning thuis is de meting gestart in december
2020 en loopt door t/m mei 2021. Teamleiders versturen
de vragenlijsten voordat de Individueel Plan/Ondersteuning
Thuis bespreking plaatsvindt. We bespreken de resultaten
bij de IP-bespreking. Door het samenvallen van het
onderzoek met de corona golven kwam het versturen van
de vragenlijsten langzaam op gang.
Mede hierdoor en door een oververtegenwoordiging van
bepaalde doelgroepen in de respons (cliënten verblijf met
lagere ZZP’s) zijn we voorzichtig met het trekken van
conclusies.
De scores van cliënten en ouders/verwanten verblijf liggen
veelal een stukje hoger dan de resultaten van de meting uit
2017. Net als bij de vorige meting zien we dat ouders/
verwanten meer tevreden zijn over de geboden zorg dan
cliënten. De cliënten ondersteuning thuis zijn zeer tevreden,
de laagste score is 75,8 tevredenheid. De respons van
ouders/verwanten ondersteuning thuis is nog te laag om
daarvan de resultaten te presenteren.
Voor 2021 is het belangrijk om er voor te zorgen dat zo
veel mogelijk cliënten en ouders/verwanten hun stem laten
horen. De individuele resultaten terugkoppelen bij het IP
gesprek en vooral op locatieniveau kijken naar
verbeterpunten, dat is wat ons te doen staat in 2021.
Kwaliteitsrapportage 2020 39
tevredenheid over zorg: % ja
Cliënten verblijf 78,0% (83,3% benchmark, 75,3% in 2017)
Ouders/verwanten verblijf 90,7% (85,6% benchmark, 83,1% in 2017))
Cliënten ondersteuning thuis 95,6% (geen benchmark, 94,7% in 2017)
Onderwerpen met een lagere score Onderwerpen die goed scoren
Begeleiders houden zich aan de afspraken Ondersteuning bij gezond leven
Tevredenheid over het werk Ondersteuning bij het omgaan met anderen
Tevredenheid over hoe er met problemen en klachten wordt omgegaan
Tevredenheid over privacy op de kamer
Tevredenheid over begeleiding Tevredenheid over de hulp van anderen
Ze vertellen het me als er iets verandert Meedoen aan activiteiten in de buurt
Onderwerpen met een lagere score Onderwerpen die goed scoren
Over moeilijke dingen praten met begeleidingTevredenheid over de informatievoorziening van ASVZ en over informatie over cliënt
Cliënten voelen zich veilig op het werkTevredenheid over hoe er met problemen en klachten wordt omgegaan
Cliënt weet wat hij moet doen bij klachten Ondersteuning bij gezond leven
Tevredenheid over hoe met problemen/klachten wordt
omgegaanOndersteuning bij het omgaan met anderen
Meedoen aan activiteiten in de buurt Tevredenheid over het IP
Onderwerpen met een lagere score Onderwerpen die goed scoren
Met begeleiding over moeilijke dingen praten De begeleider houdt zich aan de afspraken
Met ondersteuning leren van nieuwe dingen Ik heb een klik met mijn begeleider
Ondersteuning bij het maken van nieuwe contacten De begeleider vertelt het mij als er iets verandert
Weet wat ik moet doen als ik niet tevreden ben Er wordt goed geluisterd naar mijn wensen bij het maken van
het plan
Mijn begeleider en ik maken samen het individueel plan Tevredenheid over de zorg van ondersteuning thuis
Algemene tevredenheid
Cliënten verblijf De top vijf van onderwerpen die beter kunnen en die goed scoren volgens cliënten verblijf
Ouders/verwanten verblijf De top vijf van onderwerpen die beter kunnen en die goed scoren volgens ouders/ verwanten verblijf
Cliënten Ondersteuning Thuis De top vijf van onderwerpen die beter kunnen en die goed scoren volgens cliënten
Kwaliteitsrapportage 202040
3.5 PrivacyPrivacy is een onderwerp wat steeds vaker onderwerp van
gesprek is. Cliënten vinden het belangrijk om privacy te
hebben op de woning. Niet iedereen hoeft alles van je te
weten. Kloppen op je kamerdeur, niet zomaar de post van
cliënten openen of de overdracht in kantoor doen en niet in
de woonkamer.
Cliënten die wonen bij ASVZ geven in de voorlopige
resultaten van het cliëntervaringsonderzoek aan dat 81,4%
tevreden is over de privacy in de woning. Dit is 1,6% meer
dan de meting in 2017. 86,9% van de cliënten is tevreden
over de privacy in hun eigen kamer.
In 2020 is het digitaal meelezen in het dossier sterk
toegenomen. 835 wettelijk vertegenwoordigers kunnen
meelezen met het dossier. 67 cliënten verblijf/
dagbesteding lezen mee. Voor cliënten ondersteuning thuis
starten we hier begin 2021 mee.
We zien hierbij ook dilemma’s ontstaan. Cliënten die het
goed vinden als ouders meelezen, maar ook vinden dat
ouders bepaalde informatie niet hoeven te weten (bv over
relaties). Hoe gaan we om met verwanten die willen
meelezen, maar geen wettelijk vertegenwoordiger zijn. Wat
doen we als wettelijk vertegenwoordigers een naaste
verwant mee wil laten lezen in het dossier?
ASVZ is streng als het gaat om wie er mee mag lezen in
het dossier, we vinden de privacy van cliënten erg
belangrijk. Wanneer cliënten hier zelf niet over kunnen
beslissen, dan beperken we de inzage tot de wettelijk
vertegenwoordiger. Voor 2021 willen we een moreel
beraad organiseren rondom dit thema.
Een externe partij heeft begin 2020 een privacy bewustzijn
meting onder medewerkers van ASVZ gehouden. De
conclusie is dat er grote stappen zijn gezet in de aanpak
van informatiebeveiliging en privacy. De aandacht voor
bewustwording bij alle medewerkers ligt op niveau drie van
vijf (planmatig). Verbeterpunten die genoemd worden zijn:
opstellen en meten van doelen, een lange termijnplanning
maken en teamleiders beter ondersteunen in hun rol.
Uit de audits en verbeteracties op locaties zien we de
volgende onderwerpen terugkomen:
• Informatie over cliënten die in het zorgoverleg
besproken is, staat niet in het dossier van de cliënt maar
in de notulen voor het team.
• Er is nog informatie van cliënten op papier aanwezig.
• Het versturen van informatie, filmpjes en foto’s aan
ouders via WhatsApp.
• Er waren in 2020 in totaal veertien datalekken, waarvan
er zes gemeld zijn bij de Autoriteit Persoonsgegevens.
Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in het
bestuursverslag van ASVZ.
3.6 Talentontwikkeling cliëntenIedereen heeft talenten. Door je talenten te ontdekken of
verder te ontwikkelen groei je als mens. ASVZ heeft een
divers aanbod voor cliënten als het gaat om scholing en
talentontwikkeling. Alleen is dat aanbod soms lastig te
vinden voor cliënten en begeleiders. In 2021 komt daar
verandering in. We ontwikkelen een platform waar alles
rondom talentontwikkeling en scholing voor cliënten
makkelijk te vinden is.
MBO opleidingen voor cliëntenWe zijn blij met de voortzetting van de mogelijkheden voor
cliënten om een MBO opleiding te kunnen volgen. Met
trots hebben we 25 cliënten mogen feliciteren met hun
MBO diploma niveau 1. En we zijn trots op de cliënten die
in 2020 een opleiding gestart zijn. ASVZ heeft de
opleidingen samen met ROC’s ontwikkeld.
In 2020 zijn in regio Brabant twaalf cliënten gestart met
een éénjarige MBO opleiding niveau 1. De opleiding is
vormgegeven met OPPstap. In regio Sliedrecht zijn acht
cliënten gestart, ook met een MBO opleiding niveau 1.
Deze is in samenwerking met het Da Vinci college opgezet.
14 cliënten die nog een stapje verder willen zijn een MBO
opleiding niveau 2 gestart.
3.7 Onvrijwillige zorg, de Wet zorg en dwang (Wzd)Vanaf 1 januari 2020 is de nieuwe Wet zorg en dwang van
kracht (Wzd) als vervanger van de BOPZ. In de Wzd staat
hoe wij om moeten gaan met onvrijwillige zorg. De rechten
van cliënten zijn door deze wet nog beter beschermd.
Ondanks de begrippen ‘zorg en dwang’ gaat het bij de Wzd
Kwaliteitsrapportage 2020 41
vooral over vrijwillige zorg. Het uitgangspunt van de Wzd en
de zorgvisie van ASVZ sluiten goed op elkaar aan. Namelijk
‘Er vindt geen onvrijwillige zorg plaats, tenzij…’ Soms
maken cliënten keuzes of gedragen zij zich op een manier
waarbij zij zichzelf of hun omgeving ernstig kunnen
benadelen. Pas waar het echt niet anders kan zullen wij als
laatste middel onvrijwillige zorg inzetten om ernstig nadeel
voor de cliënt of zijn omgeving te voorkomen.
Met het Wzd stappenplan kijken zorgverantwoordelijke (bij
ASVZ zijn dat orthopedagogen/gz-psychologen), cliënt/
vertegenwoordiger, persoonlijk begeleider en overige
betrokkenen nog eens goed naar de toepassing van
onvrijwillige zorg. Om welk ernstig nadeel het gaat. En
waaruit het verzet van de cliënt bestaat. Uit overleg en
discussie met elkaar, ook bij situaties die al lang spelen,
komen soms nieuwe, frisse, creatieve ideeën voort. Bij
langlopende (BOPZ) middelen en maatregelen leken
bestaande afspraken soms vanzelfsprekend. Door het Wzd
stappenplan te gebruiken is bij die casussen nu uitvoeriger
stilgestaan. Met als resultaat dat er bij een aantal casussen
afbouw van onvrijwillige zorg heeft plaatsgevonden.
Bij casussen waar de nieuwe werkwijze inhoudelijk niet
echt iets heeft toegevoegd ervaren zorgverantwoordelijken
en Wzd-functionarissen het Wzd-stappenplan als een grote
administratieve klus.
De regiegroep ‘Implementatie wet zorg en dwang’ heeft in
december 2020 van zorgverantwoordelijken en Wzd-
functionarissen vernomen dat de geïmplementeerde
werkwijze goed is uit te voeren. Maar dat het van
betrokkenen ook nog wel een tijdsinvestering vraagt.
Het overgangsjaar 2020In 2020 zijn de volgende acties gerealiseerd;
• Sinds begin 2020 is de e-learning Wet zorg en dwang
voor medewerkers beschikbaar. Deze is ontwikkeld in
samenwerking met de VGN-academy en is in 2020
door 1565 medewerkers afgerond.
• In 2020 zijn acht Wzd-functionarissen geïnstalleerd. Er
zijn vier bijeenkomsten geweest die in het teken stonden
van casusbespreking en onderlinge afstemming.
• In het pedagogenoverleg is de Wzd meerdere keren aan
de orde geweest en vindt er afstemming plaats met de
Wzd-functionarissen. De orthopedagogen bespreken de
Wzd in het zorgoverleg met begeleiders.
• Registratie van onvrijwillige zorg is sinds begin maart
2020 mogelijk in de nieuw ontwikkelde Wzd-module van
Plancare 2, het elektronisch cliëntendossier. Het is in
samenwerking met de leverancier van plancare
ontwikkeld. De werkwijze volgens het Wzd stappenplan
is op deze manier geïntegreerd in plancare.
• Er is een Wzd planbureau opgestart. Het planbureau
biedt zorgverantwoordelijken administratieve
ondersteuning bij het registratieproces van onvrijwillige
zorg in plancare. Ondersteunt bij de in- en uitgaande
aanvragen voor extern advies. En fungeert als helpdesk
voor Wzd vragen.
• Het beleidsdocument Wzd ‘Leven in vrijheid’ en de
‘werkinstructie stappenplan Wzd’ zijn vastgesteld en in
doculink geplaatst.
• In de regio Zuid-Holland en Noord-Brabant zijn
samenwerkingsverbanden gestart met andere
zorgorganisaties om externe deskundigen uit te
wisselen. Dit is noodzakelijk in stap vier van het Wzd
stappenplan. Uitwisseling is geregeld op basis van
wederkerigheid. Zo zijn deelnemende organisaties er
van verzekerd zij advies van externe deskundigen
ontvangen, door dit zelf ook aan de andere organisaties
te leveren. Voor Zuid-Holland gaat dat om: ASVZ,
’s Heeren Loo, Ipse De Bruggen, Gemiva SVG Groep,
Middin, Philadelphia, en Raamwerk. Voor Noord-Brabant
zijn dat: Cello, Amarant, Prisma, Kentalis, Robert Coppes
stichting en ASVZ.
• Onafhankelijke cliëntenvertrouwenspersoon voor advies
en bijstand bij onvrijwillige zorg is ingesteld (CVP-Wzd).
De huidige klachtencommissie voor cliënten verwijst
cliënten en vertegenwoordigers bij klachten over
onvrijwillige zorg door naar de landelijke
klachtencommissie onvrijwillige zorg (KCOZ).
• Tijdens de coronacrisis zijn landelijke maatregelen
getroffen. Hierbij stond en staat de bescherming van de
kwetsbare doelgroep voorop. Hierdoor zijn er ook
beperkingen geweest voor onze cliënten. Zoals het
kunnen ontvangen van bezoek of in quarantaine gaan.
ASVZ heeft hier rekening te houden met de
verantwoordelijkheid voor een grote groep mensen,
waarbij dit natuurlijk ook invloed heeft gehad op
individuele cliënten. De maatregelen zijn conform de
landelijke richtlijnen toegepast.
Totaal aantal cliënten dat onvrijwillige zorg heeft ontvangen gedurende de betreffende periode 2020 (zowel binnen als buiten de locatie):
571 unieke cliënten met een geregistreerde maatregel + 177 unieke cliënten met alleen een onvoorziene maatregel (zonder geregistreerde maatregel)
Categorieën onvrijwillige zorg
Verleende onvrijwillige zorg (let op een cliënt kan meer dan één vorm van onvrijwillige zorg hebben).
Het totaal in deze tabel is dus meer dan 571 unieke cliënten.
Totaal aantal
cliënten per
categorie in
2020
Het onvrijwillig toedienen van vocht, voeding en medicatie, medische controles en andere medische
handelingen en overige therapeutische maatregelen116
Beperken van bewegingsvrijheid 307
Insluiten 181
Uitoefenen van toezicht op de cliënt 88
Onderzoek aan kleding of lichaam 3
Onderzoek van woon/verblijfruimte op gedrag beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen 5
Controle op aanwezigheid van gedrag beïnvloedende middelen
Aanbrengen van beperkingen het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat de cliënt iets moet
doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen131
Beperken van het recht op het ontvangen van bezoek 3
Kwaliteitsrapportage 202042
Toepassing van onvrijwillige zorg in cijfersOver 2020 is een eerste meting gedaan. Deze nulmeting
kan bij een volgende meting gebruikt worden ter verge-
lijking met de dan actuele cijfers. Betrouwbare cijfers over
het aantal toepassingen van onvrijwillige zorg zijn over deze
periode zijn niet beschikbaar. De registratie functionaliteit
hiervoor in het ECD is eind 2020 in orde gemaakt.
Kwaliteitsrapportage 2020 43
Aard van de
kwesties 2019 2020 Onderwerpen
Dwang/onvrijwillige zorg
5 7 Beperken bewegingsvrijheid, Beperken eigen leven inrichten, Onderzoek aan lichaam of kleding
Organisatie/regels/ financiën
22 43
Coronavirus en maatregelen, Geldbeheer, Gemeentelijke processen, Informatie en voorlichting, Omgaan met dossier, Openstaan voor feedback, Organisatie, Overige organisatie, Regels/beleid, Privacy omgang gegevens, Personele bezetting
Persoonlijk 26 17 Relaties, Ziektebeeld, Rouw, Eenzaamheid, Behoefte contact buiten organisatie
Verblijf 26 7 Accommodatie, Sfeer, Veiligheid
Zorg/begeleiding/ dienstverlening
126 71
Communicatie, Discriminatie, Bejegening door personeel (25), Bejegening door cliënten (3), Verbaal geweld cliënten, Duidelijke uitleg (2), Gebrek aan aandacht (5), Nakomen afspraken (5), Rekening houden met wensen cliënten (12), Overleg met cliënten, Overplaatsing (7), Privacy woon-werkplek, Privacy privéleven, Zorgplan (2), Overige (2)
Totaal 205 145
3.8 Klachten en contact met cliëntvertrouwenspersoonASVZ heeft voor cliënten en ouders/verwanten een
klachtenfunctionaris en een klachtencommissie. De
klachtenfunctionaris luistert, maar kiest geen partij voor
iemand. De klachtencommissie onderzoekt de klacht en
neemt een besluit of de klacht gegrond of ongegrond is.
Cliënten kunnen daarnaast ondersteuning krijgen van een
cliëntvertrouwenspersoon.
CliëntvertrouwenspersoonDe cliëntvertrouwenspersonen hebben 145 kwesties van 95
cliënten ontvangen. De meeste kwesties speelden in de
grootste regio’s Rotterdam (45) en Waardenland (44). Op de
derde plaats wat het aantal kwesties betreft kwam de regio
Midden-Brabant (35). In de regio Midden-Holland werden
tien kwesties gemeld. De overige elf kwesties speelden in
de overige regio’s. De aard van de kwesties betrof voor het
grootste deel de ‘Zorg/begeleiding/dienstverlening’ van
ASVZ, gevolgd door ‘Organisatie/regels/financiën.
De categorie ‘Organisatie/regels/financiën’ kreeg er in
2020 een nieuwe subcategorie bij namelijk ‘Coronavirus en
maatregelen’. Dit onderdeel sprong er gelijk ook uit in deze
categorie. Het betrof zeventien kwesties. De onderwerpen
rond het coronavirus hadden te maken met onduidelijkheid
rondom afspraken, de angst om ziek te worden en het
sluiten van de dagbestedingslocaties.
Daarnaast ervaarden sommige cliënten dat de regels voor
hen anders waren dan voor de begeleiders of voor andere
cliënten.
Sinds de invoering van de wet zorg en dwang worden
kwesties over vrijwillige zorg doorverwezen en behandeld
door een CVP wet zorg en dwang.
KlachtenIn 2020 zijn er bij de klachtenfunctionaris 115 kwesties
ingediend (in 2019 waren dit er 103). 63 keer van cliënten,
43 keer van ouders/verwanten/wettelijk vertegenwoor-
digers en negen keer van personeel of andere instanties.
We ontvingen in 2020 regelmatig klachten over de infor-
matievoorziening rondom Corona. Informatieverstrekking is
niet tijdig genoeg, onvolledig of werd niet begrepen.
In 2020 zijn bij de klachtencommissie 26 klachten inge-
diend. Over zeven klachten is na een zitting een uitspraak
gedaan over het al dan niet gegrond zijn van een klacht.
De klachten hadden onder meer betrekking op; zorgen om
veiligheid cliënt, gebrekkige communicatie, niet nakomen
van afspraken, onbevredigende manier van incident-
afhandeling, niet goed omgaan met privacygevoelige
gegevens. Tussen de zitting en de uitspraak zit twee weken,
in alle gevallen is de wettelijke termijn behaald.
Wat gaat goed Wat kan beter
Gebouwen goed bereikbaar voor de hulpdiensten Het checken van de driemaandelijkse BHV-checklist
De compartimentering van gebouwen, zelfsluitende deuren
geen obstakels
De brandveiligheidstekening komt niet geheel overeen met
praktijk
De jaarlijkse ontruimingsoefeningen (met 80% aanwezigheid)Vluchtwegroutes zijn niet altijd correct gemarkeerd met
verlichting
Het aantal uitgevoerde audits lag in 2020 op 54 locaties (ivm corona), voorgaande jaren was dit 300
Kwaliteitsrapportage 202044
4.1 Een veilige woonomgevingDe meeste cliënten voelen zich thuis op de woning.
Cliënten kiezen gezamenlijk de inrichting van de woning.
Slaapkamers van cliënten zijn persoonlijk en warm
ingericht, door hen zelf of met hulp van ouders/verwanten.
Uit de voorlopige resultaten van het cliëntervarings-
onderzoek blijkt dat 75,4% van de cliënten zich veilig voelt
op de woning. 80,7% van de cliënten is tevreden over de
woning (dit was in 2017 79,1%).
Van de ouders/verwanten geeft 93,4% aan dat ze tevreden
is over de woning. Dit is 5% meer dan in 2017.
4. Een veilige omgeving om te wonen en werken
Het is belangrijk dat je huis ook een thuis is. Dit doen we
door kleinschalige woonvoorzieningen in de wijk of meer
beschut op de terreinen te bouwen. We bouwen zo gewoon
als mogelijk, waar cliënten zo zelfstandig mogelijk kunnen
wonen. Daarom bouwen we vooral woonvormen met eigen
sanitair en keuken. In 2020 zijn 127 woonplekken voor
cliënten gerealiseerd. 53% daarvan zijn studio’s of
appartementen, 6% zijn kamers met eigen sanitair en 41%
kamers zonder eigen sanitair. In 2020 zijn een aantal
woningen opgeleverd voor cliënten die veel lichamelijke
verzorging nodig hebben. Voor deze cliënten is gekozen
voor ruime, gedeelde badkamers met goede hulpmiddelen.
Kwaliteitsrapportage 2020 45
4.2 Veiligheid gebouwenEen veilige omgeving betekent ook dat dat het gebouw
veilig is. In 2019 hebben we een paar keer brand gehad
op een woning. Dit is goed afgelopen. We auditeren
jaarlijks alle locaties, door corona hebben we in 2020 54
locaties bezocht (in 2019:300). Hieronder de resultaten
van de audits.
Het checken van de driemaandelijkse BHV-checklist blijft
een aandachtspunt. Eerder is voorgesteld cliënten (daar
waar mogelijk) een rol te geven in de checklijst, het is hun
woning. De verbeterpunten van de tekeningen en de
vluchtwegroutes zijn opgepakt door het facilitair bedrijf.
4.3 Veiligheid dagbestedingIn 2020 zijn 75 audits uitgevoerd rondom de veiligheid van
dagbestedingslocaties, de afgelopen jaren lag dit rond de
65. We zien dat klimaatbeheersing (zomer) voor 24% een
verbeterpunt is, in 2019 lag dit nog op 61%. Andere
verbeterpunten zijn de ventilatie en voldoende zonwering.
Ook hierbij een dalende trend ten opzichte van 2019. We
zien dus dat de extra aandacht voor veiligheid en de
ingezette verbeteracties resultaat opleveren.
Een deel van de cliënten werken met machines en gereed-
schap op hun werklocatie. Voor bedrijven die werken met
machines en gereedschap gelden bepaalde keuringen en
checks om veilig te werken. Dat geldt dus ook voor de
medewerkers en cliënten bij ASVZ. Om te beoordelen of je
veilig werkt is een taak risicoanalyse (TRA) opgesteld. De
TRA is een checklist om risico’s in beeld te brengen om zo
een afweging te maken of taken geschikt zijn voor bepaalde
doelgroepen én of de taken wellicht anders kunnen worden
georganiseerd zodat de risico’s aanvaardbaar worden. Het
vergroot het bewustzijn en helpt medewerkers en cliënten
om te bedenken hoe je de activiteit veilig kan uitvoeren.
In 2020 zijn taak risicoanalyses opgesteld voor de
verschillende werkplekken: creatief, horeca, dierhouderij/
manege, wasserij, groenvoorziening, technisch georiënteerd
en houtbewerking. Deze taakrisico analyse maken we voor
de opstart van een nieuwe dagactiviteit (voorkomen is
beter dan genezen) en jaarlijks gekoppeld aan de zelfscan.
Kwaliteitsrapportage 202046
4.4 DuurzaamheidASVZ wil een bijdrage leveren aan het nalaten van een
leefbare wereld. Dit betekent dat we zoeken naar
mogelijkheden voor duurzame energie, het besparen van
water, gebruik van duurzame grondstoffen, reductie van
CO2 etc.
Na de grootschalige investeringen in zonnepanelen en
LED-verlichting in de voorgaande jaren, hebben we op
1 oktober de Green Deal Duurzame zorg ondertekend.
Dit betekent dat we aan de slag gaan met CO2 reductie,
circulariteit, schoon water (zonder medicatie) en een
gezonde leefomgeving.
Als we de situatie van 2016 met 2020 vergelijken, dan
hebben we op basis van de gebouwen die we in eigendom
hebben, 28% CO2 reductie gehaald. De ambitie is om
richting 2030 49% CO2 reductie te behalen. We
ontwikkelen hiervoor in 2021 een routekaart. In 2020 zijn
de eerste grote aardgasvrije panden van ASVZ in gebruik
genomen: (Doggersbank, Hoogvliet, Rotterdam) en
dagbesteding in Udenhout. De volgende aardgasvrije
gebouwen leveren we in 2021 op.
Naast duurzame gebouwen zijn we ook duurzamer gaan
schoonmaken. De schoonmaakmiddelen die locaties via
ASVZ kunnen aanschaffen zijn milieuvriendelijk. We zien
dat medewerkers en cliënten ook steeds vaker zelf met
ideeën komen voor een duurzame leefomgeving. Binnen
ASVZ zijn er dagbestedingsgroepen die het zwerfafval
opruimen, afval recyclen, goederen inzamelen en verkopen
in kringloopwinkels, meubels opknappen, zelf groenten
verbouwen etc. We willen in 2021 nog meer inzetten op
zelfvoorzienend zijn. Verder gaan we aan de slag om het
bronzen certificaat van de milieu thermometer te halen in
2023 voor de locatie Lingebolder.
Samen pakken we zwerfvuil aan
Cliënten van ASVZ gaan wekelijks naar de Piushaven in
Tilburg Sebastiaan: ‘Wij gaan dan met veel plezier op stap
met een prikstok en een vuilniszak. Samen pakken wij het
zwerfvuil aan!’
Sebastiaan heeft nog een goed advies aan iedereen:
‘Jongens, gooi niet al die rotzooi op straat, houd alsjeblieft
de natuur schoon!’
Wilt u nog meer weten over duurzaamheid bij ASVZ, lees
dan het bestuursverslag van ASVZ of bekijk de vlog van
Wibaut Nouwens, adviseur duurzaamheid.
Kwaliteitsrapportage 2020 47
Kwaliteitsrapportage 202048
4.5 MIP meldingen ‘Goede zorg gaat om vertrouwen geven, ook na een
incident’ #wedoenhetsamen
In 2020 waren er 25.426 MIP meldingen, ten opzichte van
30.320 meldingen in 2019. Een daling van 16%. De twee
voorafgaande jaren zagen we de meldingen stijgen met
gemiddeld 9%. We zien deze daling vanaf het moment dat
corona ons land binnendrong. Mogelijk hebben mede-
werkers minder tijd ervaren om te melden. We horen ook
terug dat op sommige locaties er meer rust is (minder
overgangsmomenten, meer dezelfde medewerkers aan het
werk). Ook speelt mee dat we in 2020 technische
problemen hebben gehad met het meldplein waar
medewerkers meldingen doen. We zijn dan ook voorzichtig
met het trekken van conclusies.
Agressie meldingen beslaan samen 61,1% van het totaal
aantal meldingen. Voorgaande jaren betrof het aandeel
59,5% (2019) en 58,8% (2018). Het absoluut aantal
agressiemeldingen nam af met 13,7% naar 15.537
agressiemeldingen per jaar. In 2020 werden er 4.027
meldingen gedaan van agressie tussen cliënten; een daling
van 12,8% t.o.v. 2019. Bij 61,6% van de agressie
incidenten tussen cliënten was er geen letsel tot gevolg. Er
was in 2020, evenals in 2019 en 2018, geen sprake van
D- en E-meldingen (ernstig letsel en/of overlijden) binnen
de meldingen van agressie tussen cliënten.
In onderstaande figuur zie je het type meldingen ten
opzichte van het totaal aantal meldingen.
30%
25%
20,0%
15,0%
10,0%
5,0%
0,0%
Type incidentmeldingen in % van het totaal aantal meldingen, per jaar
Agres
sie (e
motion
eel)
Agres
sie (f
ysiek
)
Agres
sie (v
erba
al en
fysie
k)
Agres
sie ge
richt
op zi
chze
lf
Ander
s
Incide
nt bij
een v
erple
egtec
hnisc
he...
Incide
nt met
medica
tie
Ongev
al/on
geluk
Per on
geluk
valle
n/str
uikele
n
Valle
n and
ere o
orza
ak
Verm
issing
/weg
lopen
Versl
ikking
/stik
king
% totaal aantal meldingen 2019 % totaal aantal meldingen 2020
Kwaliteitsrapportage 2020 49
‘Toen viel het kwartje; wij waren de agressor’
Krachtmeting
‘De eerste woning waar ik werkte bestond uit voornamelijk
jongens. Als die boos waren, leidde dat tot een korte
grondfixatie. Dan kwamen alle emoties los en konden we
daarna verder. Maar de groep veranderde en de incidenten
werden heviger. Soms lagen we van zeven uur tot half één
met een cliënt in een fixatie – en dan was je nog niet eens
aan het dagprogramma begonnen. We kwamen de dagen
door, maar het aantal goede dagen was minimaal. ’s Nachts
lag ik te tobben: dit moet toch anders kunnen?’
Rollenspel
‘Een onderhoudstraining met weerbaarheidstrainer Edwin
van Vendeloo veranderde alles. Toen ik hem vertelde over de
situatie zei hij: “Het kan ook anders. Je hóeft een cliënt niet
lang vast te houden.” Ik geloofde het niet. Edwin stelde voor
een rollenspel te doen – ik was de cliënt. We speelden een
situatie na waarbij we vaak in een fixatie terechtkwamen:
het aankleden van een cliënt. In het rollenspel raakte Edwin
me bijna niet aan. Zodra hij dat wel deed, viel ik hem aan en
‘hadden’ we een incident. Dan gaf hij me ruimte. Dat hielden
we 20 tot 30 minuten vol. Ik kon niet boos worden op hem,
want hij bood me hulp aan zonder me ergens toe te dwingen.
Op een gegeven moment viel ik bovenop hem.
Hij keek me recht in de ogen en zei: “Dit is wat je wil, hè?”.
Toen viel bij mij het kwartje. Wíj waren de agressor. We
hielden de cliënt continu tegen. Zo maakten we onze cliënten
alleen maar sterker en strijdlustiger.’
Meebewegen
‘Daarna zijn we het als team anders gaan aanpakken, door
cliënten duidelijker aan te geven wat we van hen verwachten
en hulp aan te bieden. Ook hielden we het dagprogramma zo
goed mogelijk aan, ook als er een incident plaatsvond. In het
begin was dat heel spannend. Voor cliënten was het ook
wennen: we stonden opeens naast en achter hen, in plaats
van tegenover hen. We stuurden minder en volgden meer.
Wil een cliënt naar rechts? Dan gaan we naar rechts. Zo door-
braken we actie-reactiepatronen en leerden we anders kijken.
Opeens konden er twee weken voorbijgaan zonder dat er een
incident plaatsvond. Op die manier bouwden we een vertrou-
wensband op met de groep. Het deed mij inzien: ga je uit van
wat cliënten echt nodig hebben, dan maak je verschil in hun
kwaliteit van leven. Én in je eigen werkplezier als begeleider!’
AgressieIedere locatie kijkt naar zijn eigen agressie meldingen en
maakt samen met de orthopedagoog een analyse van de
incidenten. Daarnaast heeft de MIP commissie
orthopedagogen benaderd van de cliënten met het
hoogste aantal agressiemeldingen. Er is gevraagd naar
analyse en het in beeld hebben van de meldingen. Tevens
is gekeken naar de risico kaarten. Daarnaast zijn managers,
orthopedagogen en teamleiders van de top vijf locaties met
de meeste agressiemeldingen bevraagd. Opvallend is dat
de top vijf bestaat uit vier reguliere locaties. We zien ook
dat bij deze locaties niet alle medewerkers weerbaarheids-
training volgen. Hiervoor is een verbeterpunt uitgezet.
MedicatieIn 2020 zijn er 3.472 meldingen gedaan van incidenten of
risicovolle situaties met medicatie. (Afname van 20,5% t.o.v.
2019). Het grootste deel van de medicatiemeldingen gaat
om het Vergeten te geven van medicatie (37,3%).
De top tien locaties met meeste medicatie meldingen
“vergeten te geven” zijn bevraagd. Als verklaring voor het
vergeten van medicatie wordt de hoge werkdruk
aangedragen, het feit dat medewerkers onvoldoende de
toedienlijst gebruiken bij het uitdelen van medicatie,
nieuwe/onervaren medewerkers, de wisselingen binnen
het team en dat medewerkers medicatie moeten delen op
een tijdstip waarop ze dat niet gewend waren te doen.
Er zijn ook acht locaties benaderd die een opvallende
daling in het aantal meldingen van ‘Vergeten te geven’
laten zien (2019 t.o.v. 2018). Uit de reacties komt de rol
van de teamleider naar voren: het helpt als de teamleider
overzicht heeft van de meldingen en daarop stuurt en
alert is op het medicatieproces. Daarnaast gaven de
locaties aan dat de analyse van incidenten aandacht krijgt
binnen het team, medewerkers goed ingewerkt zijn,
medewerkers de verantwoordelijkheid voelen en tijdig de
medicatietraining volgen.
Kwaliteitsrapportage 202050
Meldingen huiselijk geweld, seksueel misbruik en kindermishandeling.In 2020 zijn er in totaal 406 meldingen van vermoeden van
huiselijk geweld, seksueel misbruik en kindermishandeling
(SHK) gedaan. Het grootste deel van de SHK-meldingen
bestaat uit meldingen van seksueel grensoverschrijdend
gedrag, evenals voorgaande jaren.
265 meldingen zijn meldingen binnen de zorgrelatie (cliënt-
cliënt of cliënt-medewerker). De meeste meldingen komen
vanuit verblijf (72,8%). Er komen 20 meldingen vanuit
Ondersteuning Thuis.
141 meldingen hebben betrekking op de familiaire kring.
Die meldingen komen met name vanuit Ondersteuning
Thuis (69,5%).
Alle medewerkers volgen ieder jaar de e-learning
seksualiteit en intimiteit. Tenminste jaarlijks spreken
medewerkers samen met de orthopedagoog in het
zorgoverleg over het onderwerp. We zien dat veel
medewerkers het lastig vinden om dit onderwerp
bespreekbaar te maken. Medewerkers voelen zich soms
ook kwetsbaar. Het gesprek hierover helpt hier bij.
Daarnaast zien we dat het doen van aangifte bij vermoeden
seksueel misbruik steeds belastender wordt door de lange
wachttijden bij politie. Dit zorgt voor veel schade bij
cliënten, ouders/verwanten en medewerkers.
NazorgIn 2019 werd bij 0,6% van de meldingen nazorg voor de
medewerker aangevraagd (154meldingen). Naast de
nazorgaanvragen die via de meldingsformulieren
binnenkomen, waren er in 2020 nog circa 50 losse
nazorgaanvragen van medewerkers (2019: circa 40; 2018:
circa 30). De aanvragen komen terecht bij het interne
nazorgteam, dat binnen twee werkdagen contact opneemt
met de medewerker.
Bij 1,4% van de meldingen (348 meldingen) werd aan-
gegeven dat de cliënt(en) behoefte heeft aan nazorg. In
2018 en 2019 ging het om 1,3%. Deze meldingen worden
automatisch doorgestuurd naar de betrokken orthopeda-
goog met het verzoek hierop actie te ondernemen.
In InZet verteld: Een begeleider gaf per ongeluk
verkeerde medicatie aan een cliënt. ‘Het was een
wake-upcall voor me. Dit gebeurt me absoluut geen
tweede keer.’
‘Op het moment dat ik de cliënt de medicijnen zag door-
slikken, wist ik dat ik een fout had begaan. Direct nadat het
gebeurde, heb ik mijn collega’s erbij geroepen, contact
opgenomen met het avondhoofd en ge-MIPt. Vervolgens
heb ik met lood in de schoenen de ouders van de bewoner
gebeld. Die eerste nacht na het incident deed ik geen oog
dicht. Ik stond strak van de zenuwen, voelde me enorm
schuldig.’
Leermoment
‘Het is een moment in mijn loopbaan waaraan ik regelmatig
terugdenk. Het scheelt dat ik destijds snel en volgens het
boekje heb gehandeld en steun ondervond van mijn
collega’s. Ook heb ik het als leermoment aangegrepen, voor
mezelf en voor collega’s.’
Maak je je medicijnronde? Klapper mee onder de arm
en koppie erbij!
Kwaliteitsrapportage 2020 51
4.6 Incidentonderzoeken 2020In 2020 heeft ASVZ twaalf meldingen ingediend bij
toezichthouders (elf meldingen bij IGJ en een melding bij
de toezichthouder WMO). Drie van deze meldingen zijn
eveneens door verwanten van de betreffende cliënten
ingediend bij het Landelijk Meldpunt Zorg. Daarnaast vond
één intern onderzoek plaats, op verzoek van een
sectormanager.
Uit de onderzoeken komen onder andere de volgende
verbeterpunten:
• Bij de intake van een cliënt de verwachtingen helder
maken. Tevens is het belangrijk om ketenpartners in
beeld te hebben met daarbij de taken en
verantwoordelijkheden.
• Ouders kunnen behoefte hebben aan nazorg, biedt
ouders externe ondersteuning aan.
• Maak begeleidingsafspraken bij cliënten met risico’s
t.a.v. seksuele kwetsbaarheid en seksueel misbruik zo
expliciet mogelijk, werk begrippen als toezicht en
nabijheid concreet uit.
• Besteed meer aandacht aan preventie; het begeleiden
van cliënten bij hun seksuele ontwikkeling.
• Leg in samenwerkingsovereenkomsten met
ouderinitiatieven vast aan de hand van welke protocollen
ASVZ zorg levert.
• Afstemming tussen cliëntvolgend orthopedagoog en
orthopedagoog van dagbesteding, onderbouw en maak
begeleidingsafspraken concreet, stem begeleidingsstijl
en dagprogramma goed af.
• Heb aandacht en zorg voor voldoende deskundigheid en
ervaring in de driehoek manager, orthopedagoog en
teamleider.
• Bespreek met elkaar ethische dilemma’s. Hoe ver reikt
de autonomie van een cliënt, wanneer grijpen we in en
zoeken we een andere locatie/zorgaanbieder voor een
cliënt.?
• Scherp de afspraken aan die met uitzendbureaus en
invalkrachten zijn gemaakt ten aanzien van het
inwerken.
De uitkomsten van de interne onderzoeken bespreken we
in het managersoverleg en overleg tussen artsen en
orthopedagogen.
Themamagazine voor professionals van ASVZInZet
nummer 1 / jaargang 1 / november 2020
‘Nu vraag ik me steeds af: wat kan
er gebeuren?’
REPORTAGE‘Samen vinden we onze weg’
OMMEKEER‘TOEN VIEL HET KWARTJE’ZORG VOOR ZORGZO BLIJF JE VITAAL
De impact van MIP
Ervaringen zijn ook gedeeld in themamagazine ‘Inzet’. Dit
eerste nummer ging over MIP meldingen. Medewerkers
en cliënten delen ervaringen over het doen van
meldingen, het analyseren en het leren van elkaar. We zijn
trots op het nieuwe magazine dat alle medewerkers op de
deurmat krijgen.
4.7 Pilot: Cliënten gaan incidenten meldenDe CCR cliënten heeft in 2019 aangegeven dat ze willen
dat ook cliënten MIP meldingen kunnen doen. De
gedachte er achter is dat als cliënten hun verhaal over een
incident kunnen melden, dit nieuwe inzichten oplevert
waarmee de zorg verbeterd kan worden. Ook merken
cliënten soms incidenten op die begeleiders niet zien of
niet melden. Het is belangrijk dat cliënten die ook kunnen
melden.
In 2021 hebben we de pilot voorbereid, vanaf januari
kunnen cliënten van 23 locaties incidenten melden. We
evalueren de pilot halverwege 2021. Als de pilot succesvol
is willen we het vanaf 2022 voor alle cliënten mogelijk
maken om MIP meldingen te doen.
Wat gaat er goed Wat kan beter
In gesprek komen en blijven met ouders en verwanten. De communicatie is open en betrouwbaar
Beter en tijdig informeren van ouders en verwanten
Een nette en hygiënische woning Aanbieden van activiteiten
Stabiliteit van het team en cliënten Invulling van de dagbesteding
Een goed dagprogramma dat structuur geeft aan cliënten en begeleiders
Aandacht voor privacy in de woning
Inzetten van het spel ‘De Kracht van eenvoud!’ waarmee begeleiders cliënten uitdagen om zelf in beweging te komen
Ouders op de hoogte stellen bij voorvallen
Ouders/verwanten geven het team complimenten voor de manier waarop het team het afgelopen jaar de woning staande heeft gehouden. En de best mogelijke zorg biedt aan hun kind/verwant
Objectiever en concreter rapporteren. Ook positieve bijzonderheden mogen meer gerapporteerd worden
Afspraken nakomen
Faciliteren van goede thuiswerkplek met ICT voorzieningen en beteren ICT voorzieningen op de woningen ter ondersteuning van beeldbellen
Kwaliteitsrapportage 202052
5.1 DialoogbijeenkomstenMet elkaar reflecteren in coronatijden heeft er anders
uitgezien dan voorgaande jaren. Dit jaar geen grootschalige
dialoogbijenkomsten. De locaties hebben gekeken naar
wat nog wel mogelijk is. Juist in deze periode kan er
behoefte zijn om met elkaar te reflecteren op de afgelopen
tijd. Er is met individuele ouders/verwanten in gesprek
gegaan, ook telefonisch of via beeldbellen. Zo zijn er in
plaats van één bijeenkomst meerdere contactmomenten
aangegrepen. Daaruit bleek dat er behoefte bestaat aan
informatie over corona en de ingezette maatregelen. Soms
was er kritiek op de manier of het late moment waarop
daarover werd gecommuniceerd. Er zijn afgelopen jaar veel
‘coronaregels en –maatregelen’ geweest.
5. Samen reflecteren; dialoogbijeenkomsten en teamreflecties
Overheidsmaatregelen werden soms snel ingevoerd. Het is
niet altijd eenvoudig geweest om dat snel en duidelijk te
communiceren. Later werden maatregelen per locatie
mogelijk. Er is op maat bekeken wat mogelijk was en wat
niet, en dat is ook via de locaties gecommuniceerd.
Er zijn 40 dialoogverslagen opgesteld (vorig jaar 250). We
merken op dat er onderwerpen zijn die per locatie verschil-
lend gewaardeerd worden. Zoals hoe de informatie-
voorziening soms als positief en soms als negatief ervaren
wordt. Ondanks de verschillen is toch op te maken wat
ouders/verwanten belangrijk vinden. En waar verbetering
in gewenst is. Hieronder een greep van de onderwerpen
waarover met elkaar in de teamreflecties gesproken is.
Kwaliteitsrapportage 2020 53
‘ Ik vind het beeldbellen wel prima, kan net zo goed mijn verhaal doen’
‘ Eerst vond ik beeldbellen stom, ik ben een mensen mens’
‘ Ik vind het harstikke leuk om mezelf te zien tijdens het beeldbellen’
‘ Ze haalde me zelfs uit bed met beeldzorg’
Dialoogbijeenkomst Ondersteuning Thuis KrimpenwaardIn een dialoogbijeenkomst met Cliënten Ondersteuning
thuis hebben is met het gebruik van beeldzorg
geëvalueerd. Hierboven een verslag van de ervaringen.
Dit zijn enkele uitspraken van cliënten uit de regio
Krimpenwaard over wat zij van beeldbellen vinden.
Wij; medewerkers van Ondersteuning Thuis; bezoeken de
cliënten in deze coronatijd veel minder thuis en maken
meer gebruik van beeldbellen. Hoe vinden cliënten dit,
vroegen wij ons af?
Onder het genot van een kopje thee en een chocolaatje
gaan wij via de IPad met cliënten in gesprek over het
beeldbellen. In tweetallen gaan we met twaalf cliënten in
gesprek.
‘Mijn doel is om alles zelf te doen. Door trucjes aan te leren
lukt dit me ook, maar het duurt best lang voor iets
automatisch is geworden.’
‘Iedereen is anders, dat is nou eenmaal zo.’
Voor maart 2020 werden cliënten vooral thuis bezocht.
Beeldbellen was er wel….maar werd mondjesmaat
gebruikt. Gelukkig kon er vrij snel overgeschakeld naar
volledig beeldbellen met cliënten toen besloten werd om
tijdelijk geen huisbezoeken meer te doen. Natuurlijk was
het fijn om toch nog contact te hebben met ons.
‘Het werkt wel voor mij omdat ik weet dat er anders geen
begeleiding is. Je krijgt toch je zorg. Anders val je in een gat.’
Maar het stuitte ook op verwarring en onduidelijkheid.
Daarnaast wordt de cliënt ineens ook letterlijk en figuurlijk
met zichzelf geconfronteerd. De helft van de cliënten vindt
het leuk om zichzelf en anderen te zien tijdens het
beeldbellen. De anderen geven aan geconfronteerd te
worden met hoe ze eruitzien en zichzelf verzorgen.
‘Het is net een spiegel!’ en hij wrijft door zijn haar.’
‘Dan kan ik nog beter zien dat ik nog moet douchen.’
Kwaliteitsrapportage 202054
Kwaliteitsrapportage 2020 55
We zoomen tijdens de interviews in op de kwaliteit van de
beeldbel contacten. Een cliënt vat het voor alle cliënten
mooi samen:
‘Je kan niet alles hetzelfde doen met beeldzorg als met een
huisbezoek. Praten lukt wel, maar helpen met schoonmaken
van de keuken en nakijken van de tablet was lastig. Ook
samen boodschappen doen kon natuurlijk niet. Nu deden
we in corona tijd allebei de folder van de Coöp of AH erbij
pakken en dan samen kijken wat de aanbieding was. Dus
begeleiding deed dan via beeldzorg mij helpen met het
uitzoeken wat ik het best kon halen. En dan haalde ik het
zelf’.
Er werd vooral gekeken wat wel kon tijdens deze beeldbel
contacten. En natuurlijk……cliënten zijn het met elkaar
eens dat een beeldbel contact niet kan tippen aan een
huisbezoek.
‘Het beeldbellen is anders, het is zakelijker’
‘Als ik me beetje bluh voel dan vertel ik bij beeldzorg niet
altijd alles. Maar bij een huisbezoek vertel ik het dan wel’.
Het afronden van een beeldzorg contact is niet altijd
gemakkelijk. Veel cliënten geven aan niet te kunnen
stoppen met praten of juist stil vallen.
‘Voor mij is een gesprek nooit klaar, ik kan blijven praten,
heb genoeg in mijn hoofd zitten’.
‘We doen soms wedstrijdje wie het eerst beeldzorg afsluit
aan het einde, dan win ik vaak’.
Wat een mooie gesprekken…….
Wat gaan wij met deze informatie doen?
Teamleider: ‘Tijdens het teamoverleg via Teams heeft het
team geconcludeerd dat beeldzorg een fijn middel is naast
de huisbezoeken. Dat we het ook na corona willen blijven
inzetten. Sommige cliënten vinden beeldbellen waarbij ze
zichzelf zien niet altijd fijn, daar hebben we aandacht voor.
We merken dat door het beeldbellen ze wel ondersteuning
krijgen bij praktische zaken, maar ze het nu wel zelf moeten
doen, daar leren cliënten veel van. We spreken af dat we het
kennismaken bij de cliënt bij voorkeur (en als het kan) bij
cliënt thuis doen. Als we beeldbellen maken we samen een
duidelijke agenda voor de afspraak. Het contact moet
laagdrempelig zijn, we laten cliënten veel aan het woord.
Beeldzorg met kinderen die ondersteuning krijgen doen we
liever niet.’
5.2 Moreel beraadIn een aantal moreel beraden zijn actuele dilemma’s
besproken. Verdieping in een ethische kwestie is mogelijk
door daarover met elkaar in gesprek te gaan en daar op te
reflecteren. Dit gebeurt volgens een gespreksmethodiek
en met een gespreksleider.
• In 2020 zijn zes moreel beraden gehouden. Er waren
negentien aanvragen; vier gingen niet door omdat de
kwestie niet meer aan de orde was, negen zijn
uitgesteld vanwege corona.
• Een aantal cliënten hebben deelgenomen aan een
moreel beraad met als thema privacy en inzage
cliëntgegevens. Dit is positief ervaren door cliënten en
medewerkers.
• Vier moreel beraden zijn via Teams gedaan om hier
ervaring mee op te doen. Met een goede voorbereiding
en een niet te grote groep is het een goed alternatief.
• De ingebrachte kwesties hadden onder meer te maken
met: Kinderwens, zelfverwaarlozing, medische kwesties,
zelfstandig wonen en veiligheid, verslaving, ongezonde
levensstijl.
• Voor 2021 zijn er meerdere beraden via Teams gepland.
De opbrengsten van het moreel beraad en mogelijke
trends worden gedeeld met de raad van bestuur. Eén van
de opbrengsten van de gehouden moreel beraden is dat
het met elkaar lukte om het vraagstuk beter vanuit het
cliëntperspectief te zien.
Incidenteel worden artikelen en interviews geplaatst in
Aanzet als ‘best practices’. Het intensiever en op grotere
schaal delen van de uitkomsten van de morele beraden
levert in de organisatie meer leermomenten op. In 2021
wordt hiervoor een meer structurele vorm opgesteld.
Kwaliteitsrapportage 202056
Het coronavirus heeft in 2020 grote impact gehad op de zorg en dienstverlening aan cliënten,
maar ook voor medewerkers en hun werkzaamheden. Over het werken ten tijde van corona kan
je meer lezen in hoofdstuk 1. In dit hoofdstuk nemen we u mee in de ervaringen van medewerkers,
de kengetallen en ontwikkelingen. We doen dit mede aan de hand van de verhalen van een
zestal medewerkers in verschillende levensfases. We hebben met hen gesproken over een
aantal belangrijke thema’s voor medewerkers.
6. Medewerkers
Wat zeggen medewerkers over het inwerken
Alie (66)
‘Het goed inwerken van nieuwe medewerkers is zo
belangrijk. De tijd die eraan besteed wordt verdient zich later
terug en voorkomt fouten en irritatie. Ik ben ‘met ijzeren
hand’ ingewerkt en regelmatig was er een evaluatiemoment.
Pas als ik over voldoende kennis en vaardigheid beschikte
om een bepaalde taak uit te voeren kreeg ik meer
verantwoordelijkheid. Dit werkte prima en het vergrootte
mijn motivatie en zelfvertrouwen. Op mijn eerste werkdag
werd ik hartelijk ontvangen. Er was een goed ingerichte
werkplek. Kortom ik voelde mij zeer welkom.’
Kim (19)
‘Op mijn huidige woning ben ik tijdens de intelligente
lockdown komen werken. Hierdoor werd ik direct ingezet
en ben ik niet normaal ingewerkt. We werken hier altijd
samen, wel allebei op een andere groep. Ik kon ten alle
tijden mijn collega’s raadplegen. Hierdoor leerde ik de
cliënten beter kennen.’
Kim (43)
‘Mijn inwerkperiode is al even geleden. Alles was anders. Ik
werkte al een paar jaar als uitzendkracht, dus gewend om
erin te springen en aan de slag te gaan. Ik viel ook middenin
een verhuizing, dus er was genoeg te doen. Ik ben daardoor
meteen meegegroeid in een nieuwe woonsituatie met het
team toen.’
Henriette (60)
‘Tijdens mijn inwerkperiode voelde ik me welkom. Ik steek
graag meteen de handen uit de mouwen, daar was ook
ruimte voor.’
6.1 Behouden van bevlogen en betrokken medewerkersMedewerkers bepalen de kwaliteit van onze zorg en
dienstverlening. We zijn blij met de betrokken, bevlogen
collega’s die vaak al jarenlang met plezier bij ASVZ werken.
Die willen we graag behouden. ASVZ wil graag dat
medewerkers met plezier naar het werk gaan. Een
medewerker gaat met plezier naar het werk wanneer hij de
competenties heeft om het werk goed te doen, zich kan
ontwikkelen, prettig contact heeft met collega’s en
leidinggevende, zich gewaardeerd voelt, een passende
mate van autonomie heeft en de arbeidsomstandigheden
veilig zijn.
6.2 Inzet en verloop van medewerkersHet verloop was in 2020 12,7%, 0,4% lager dan in 2019.
Voor het aantrekken van nieuwe medewerkers maken we
vooral gebruik van zij-instromers (niveau 2) die we binnen
ASVZ opleiden. Er zijn filmpjes gemaakt die een beter
beeld geven van de verschillende mogelijkheden en
cliënten doelgroepen waar je voor kunt werken.
Voor 2020 was het verbeteren van het inwerken een
speerpunt. We hebben een deel van de activiteiten kunnen
uitvoeren, een deel ook nog niet door de andere
prioriteiten. Zo is de on-boarding app die medewerkers
krijgen voordat ze starten bij ASVZ aangepast. Er zijn
onderdelen toegevoegd voor de medewerkers
ondersteuning thuis. Het fysieke on-boarding programma
is aangepast, mede ook ingegeven door corona. Voor 2021
willen we de verschillende onderdelen beter op elkaar laten
aansluiten, hiervoor willen we o.a. een campagne opzetten.
Kwaliteitsrapportage 2020 57
Marieke (30)
‘Ik ben op een vloeiende manier ingewerkt. Begonnen als
stagiaire, waarna ik in dienst kwam met een oproepcontract
als assistent begeleider. Zo heb ik steeds meer ervaring
opgedaan en heb ik mijzelf steeds ingewerkt op een nieuwe
functie. Dit is wat mij betreft de beste manier van inwerken.’
Angelique (56)
‘Ik heb op verschillende locaties gewerkt, dus ook verschil-
lende inwerkperiodes gehad. Op mijn laatste werkplek
werd ik drie dagen per woning ingewerkt. Ik vond dat best
kort. Nu zie ik dat nieuwe medewerkers wat langer
ingewerkt worden.’
In 2020 is er onderzoek gedaan naar hoe we beter
informatie van medewerkers die (willen) vertrekken boven
tafel krijgen. Om hier van te leren en te kijken hoe we
medewerkers kunnen behouden. Het voorstel is om bij het
indienen van het ontslag, wat tegenwoordig digitaal kan,
een aantal vragen toe te voegen over de achtergronden
van vertrek. Ook gaan we leidinggevenden vragen om een
exitgesprek te voeren en hierop bevragen we de
leidinggevenden.
6.3 Talentontwikkeling medewerkersOm het werken bij ASVZ boeiend te houden investeren we
in het ontwikkelen van talenten van medewerkers. Dit was
in 2020 een uitdaging. Tijdens de eerste maanden waren
de ICT middelen nog beperkt en was het zoeken naar hoe
we meest belangrijke scholingen en trainingen door
konden laten gaan. Onder andere weerbaarheidstrainingen
(per team, met mondkapje) en verschillende trainingen voor
verpleegtechnische handelingen zijn op maat aangeboden.
Ook het beroepsopleiden is doorgegaan, veelal digitaal of
in kleine bijeenkomsten. Dit maakt dat we op koers liggen,
voor het opleiden van 350 ondersteunend begeleiders naar
persoonlijk begeleider. In 2020 hebben 50 persoonlijk
begeleiders het oriëntatietraject teamleider afgerond. Ook
is er een leertraject voor startende teamleiders geweest,
online en via individuele coaching en scholing.
Medewerkers hebben in 2020 door corona veel minder
trainingen en scholingen kunnen volgen. ASVZ had extra
geld gereserveerd zodat medewerkers extra konden
investeren in het leren, reflecteren en ontwikkelen van
zichzelf (BRO uren). In 2020 zien we dat 18% van het
gereserveerde budget is gebruikt.
Uit een achterban-raadpleging van de OR blijkt dat
medewerkers zelf invulling kunnen geven aan de inzet van
deze extra uren. Bij vijf van de 32 teams gaven mensen
aan deze uren ook in te zetten om bij een ander mee te
kijken.
Kwaliteitsrapportage 202058
Ervaringen van verschillende generatie medewerkers
over de ontwikkelmogelijkheden binnen ASVZ
Alie (66)
‘Je krijgt bij ASVZ de kans om je te ontwikkelen, te
specialiseren of om door te groeien. Zo blijf je gemotiveerd
en behouden voor de organisatie. Sinds een aantal jaren
kunnen we BRO-uren in zetten. Dit zijn extra uren die je
naar eigen inzicht mag gebruiken voor het ontwikkelen van
je talenten en vaardigheden. Ik vind het een prachtig
initiatief. Er zou wel meer bekendheid aan kunnen worden
gegeven.’
Kim (19)
‘Je kan zelf uitzoeken welke cursussen jij interessant vindt
of gericht gaan zoeken naar een cursus als je binnen het
werk tegen iets aanloopt. Ook je leidinggevende kan
hiervoor suggesties doen. De BHV cursus heb ik afgerond
en ik hoop dit jaar te beginnen met de cursus EHBO.’
Kim (43)
‘ZLIM heeft veel mogelijkheden waar ik er een aantal van
gedaan heb. Ik vind team-dagen met een deskundige op het
directe gebied van onze cliënten altijd erg nuttig. Maar ook
ontwikkelingen van een team vind ik belangrijk. Het is
verhelderend om van elkaar te weten wat sterke en zwakke
kanten zijn. Dit maakt werken in een team zoveel
makkelijker. Samen 100 procent.’
Henriette (60)
‘Ik ben niet echt bezig met opleiding en ontwikkeling. Wel
vind ik het vitaliteit programma prachtig en geniet ik nog elke
dag van mijn werk met cliënten.’
Marieke (30)
‘Ik vind hetopleidingsaanbod heel breed en bruikbaar. De
keren dat ik een training heb gevolgd zijn mij goed bevallen.
Ik heb ook trainingen gegeven aan ASVZ medewerkers over
het ECD*). Ik vond ze zowel voor de trainer als de
deelnemers goed gefaciliteerd. Mijn afdeling heeft dagelijks
te maken met medewerkers die niet voldoende op de
hoogte zijn van hoe het ECD gebruikt moet worden. Los van
het feit dat het huidige ECD niet bepaald gebruiksvriendelijk
is, denk ik dat ASVZ hier nog wel winst kan behalen.’
Angelique (56)
‘Er zijn veel opleidingen en ontwikkelmogelijkheden bij
ASVZ, waar iedereen gebruik van kan maken. Ik ben
gespecialiseerd dus maak ik daar jaarlijks gebruik van om
mijn certificaten up-to-date te houden. Ik vind het erg leuk
om van anderen te leren. Dit kan, omdat tijdens
opleidingsmomenten medewerkers van verschillende
locaties en doelgroepen aanwezig zijn.’
6.4 Versterken van waarden en visie Medewerkers noemen onze kijk op zorg een belangrijke
reden om bij ASVZ te willen werken. Onze kijk op zorg is
een mensvisie, deze geldt voor cliënten als ook voor
medewerkers. Nabijheid bieden is hierin een belangrijke
pijler, die zeker in het afgelopen jaar soms dilemma’s
opriep. Hoe bieden we nabijheid aan medewerkers als veel
van de collega’s op afstand werken. Hoe zorgen we dat we
de verbinding blijven houden, ook al ben je fysiek op
afstand? Door wat vaker van je te laten horen en te vragen
hoe het gaat, door beeldbellen of op andere manieren
ondersteuning te bieden.
In 2019 zijn we gestart met een traject “waardegedreven
leiderschap” voor managers, teamleiders en orthopeda-
gogen. In 2020 heeft dit in aangepaste vorm zijn vervolg
gekregen. In 2021 ronden we dit af.
In 2019 hebben we om teams meer nabijheid te kunnen
bieden het aantal teams in een sector verkleind. Deze
kleine sectoren maakt dat we in 2020 goed konden
inspelen op de steeds weer veranderende maatregelen.
In hoeverre herken jij jezelf in de visie en waarden van
ASVZ?
Alie (66)
‘Ik vind het mooi hoe ASVZ mensen met een verstandelijke
beperking ondersteunt en probeert hen een zo gewoon
mogelijk leven te bieden. Ik heb veel respect voor mijn
collega’s en wat mij erg aanspreekt is dat er met elkaar
gekeken wordt naar wat wel kan.’
Kim (19)
‘Ik herken mezelf heel erg in de visie van ASVZ. Ik vind ook
dat je alles samen moet doen met cliënten. ASVZ heeft als
waarde dat cliënten in het normale leven moeten staan, ik
vind het belangrijk dat zij, voor zover dat mogelijk is, ook in
Kwaliteitsrapportage 2020 59
de maatschappij mee kunnen doen.’
Kim (43)
‘Ik voel me erg thuis bij de visie van ASVZ. Ik ga volledig
voor mijn cliënten en hun welzijn. Binnen mijn mogelijkheden
zal ik hier ook mijn uiterste best voor doen. En waar mogelijk
hen eigen regie te laten hebben over hun eigen leven.’
Henriette (60)
‘Ik herken mezelf zeker in de visie en waarden van ASVZ,
zoals ze op papier staan. Wel denk ik dat het in de praktijk
soms anders gaat. Dat is mijn ervaring in ieder geval.’
Angelique (56)
‘Ik herken me wel in de visie en waarden van ASVZ. Goede
zorg voor cliënten staat voorop. Ook goede zorg voor
medewerkers vindt ASVZ belangrijk. Ruim 30 jaar in dienst
zegt genoeg denk ik.’
Marieke (30)
‘Ik herken mijzelf in de visie van ASVZ. Mijn ervaring met het
naleven hiervan zijn wel wisselend. Ik heb helaas wel veel
belemmeringen gezien voor het met een heel team naleven
van de visie. Ik vind het mooi om met de ervaring die ik in de
primaire zorg heb opgedaan, collega’s op een andere manier
te ondersteunen.’
6.5 Arbo, verzuim en inzetbaarheidAfgelopen twee jaren is het ziekteverzuim van ASVZ
langzaam toegenomen (verzuim 2020 6,7%). Ziek zijn en
uitvallen vanwege een coronabesmetting hebben zeker
bijgedragen tot een hoger verzuim. Het gemiddelde
ziekteverzuim is altijd nog zo’n 0,5% lager dan het
landelijke gemiddelde voor de branche, maar tegelijk
betekent het toegenomen verzuim een verstoring van de
continuïteit van zorg, dat medewerkers meer onder druk
staan en er extra kosten zijn.
Door aandacht te hebben voor werkplezier kunnen we een
deel van het verzuim voorkomen. In 2020 hebben zeven
teams in Rotterdam een programma werkplezier
(ontwikkeld door IZZ en de Erasmus universiteit) gevolgd
en afgerond. Uit de evaluatie komt naar voren dat we de
pilot graag een vervolg geven in 2021. Het aanbod aan
teams willen we beter en meer op maat afstemmen.
Middelen die we hiervoor willen inzetten zijn een ‘menu- en
routekaart’ met daarop alle instrumenten en programma’s
die we al in huis hebben op het gebied van werkplezier.
In 2020 hebben 36 risico inventarisaties en evaluaties
plaatsgevonden. Door corona konden veel geplande RI&E’s
niet doorgaan. Alle teams hebben digitaal een aanvullende
‘Corona RI&E’ ontvangen die door 62% van de medewerkers
is ingevuld. Deze RI&E ging o.a. over hygiëne, het dragen
van persoonlijke beschermingsmiddelen, kennis over
besmetting en symptomen die op Corona kunnen wijzen.
De drie onderwerpen waar de meeste verbeteracties op
werden uitgezet naar aanleiding van de RI&E, zijn:
• MIP (32x), met name de bereidheid om alle incidenten
te melden. In 2020 zijn extra activiteiten ingezet om het
melden te bevorderen: het Inzet thema magazine, de
MIP tip op het portaal, de aandacht bij het inwerken en
ook bij de RI&E dragen er toe bij dat we het onder de
aandacht blijven houden.
• Psychosociale arbeidsbelasting (31x). Onderbezetting
en te veel werk voor de beschikbare tijd worden het
meest genoemd (12x). ICT problemen worden als
tweede oorzaak aangegeven (6x). Ten aanzien van de
werkdruk worden in overleg met het team afspraken op
maat gemaakt. Op het gebied van ICT benoemen
medewerkers de gebruiksonvriendelijkheid van het
elektronisch cliëntendossier, de problemen rondom het
meldplein zorg (melden van incidenten)
• BHV (25x). Dit betreft met name het driemaandelijks
invullen van de BHV-checklist (13x). Zes maal wordt
aangegeven dat er geen of niet voldoende BHV’ers op
de locatie zijn.
6.6 Autonomie vergroten: zelfroosterenWe willen medewerkers meer ruimte geven om hun rooster
zo veel mogelijk goed te laten aansluiten bij hun werk/privé
balans, Daarom zijn we een pilot zelfroosteren gestart. Uit
de evaluatie blijkt dat de ervaringen erg verschillend zijn. Er
zijn mensen die het geweldig vinden, er zijn mensen die het
heel vervelend vinden. Gezien de wisselende ervaringen is
afgesproken dat teams zelf kiezen of zelfroosteren voor
hun meerwaarde biedt.
Kwaliteitsrapportage 202060
6.7 Aandacht voor verschillende levensfasenUit een achterbanraadpleging van de OR blijkt dat
aandacht voor de verschillende levensfasen en de kansen
en problemen in iedere fase aandacht verdienen.
Medewerkers geven aan dat er niet altijd expliciet over
gesproken wordt in teams, maar dat collega’s onderling
klaar staan voor elkaar en rekening houden met de
uitdagingen in de verschillende fasen. ASVZ kent een
levensfasenbeleid en door verhalen van medewerkers over
verschillende thema’s houden we het onderwerp onder de
aandacht
Voor 2021 stond een generatie evenement op de agenda
om hier extra aandacht voor te vragen en inspiratie op te
doen hoe je dit goed met elkaar kan bespreken. Vanwege
corona is dit niet doorgegaan.
6.8 Verbeteren van de digitale werkprocessen voor medewerkers en leidinggevendenDe werkprocessen rondom medewerkers kunnen efficiënter.
In 2020 zijn we gestart om andere de werkwijze rondom de
correspondentie met medewerkers, het proces rondom de
arbeidscontracten en de archivering van documenten te
verbeteren. In 2021 gaan we hier mee verder.
6.9 Ondersteuning van medewerkersMedewerkers zijn ons kapitaal! Daar willen we goed voor
zorgen. Uit alles blijkt dat ondersteuning van collega’s en
de direct leidinggevende het meest belangrijk is. Daar
zetten we dus vooral op in. We kiezen voor een
meewerkend teamleider, die nabijheid kan bieden, kan
coachen en ondersteunen. Daarnaast een orthopedagoog
die inhoudelijk adviseert en ondersteunt. Die maandelijks
aanwezig is bij het zorgoverleg in de teams. Het aantal
locaties wat binnen een sector valt is verkleind waardoor
ook de manager meer nabij kan zijn.
Medewerkers kunnen gebruikmaken van een uitgebreid
opleidingsaanbod, een vitaliteitsprogramma en coaches.
Soms gebeuren er vervelende dingen waarbij het belangrijk
is om elkaar te ondersteunen. Naast de collega’s en
leidinggevende kunnen medewerkers terecht bij
personeelsadviseurs, vertrouwenspersonen, een team
‘opvang na schokkende ervaring’, een bedrijfsarts, een
mediator, een klachtencommissie en een
klokkenluiders-regeling.
En als medewerkers te maken krijgen met klachten of
ernstige incidenten dan kunnen we ze op maat juridische
ondersteuning bieden.
ASVZ kent verder een goedwerkende OR die altijd
openstaat voor collectieve verbetersuggesties van
medewerkers. De OR houdt maandelijks contact met de
locaties door het betrekken van contactpersonen, sturen
van een nieuwbrief naar alle individuele medewerkers en
achterbanraadpleging.
6.10 Vertrouwenspersoon en klachten medewerkersASVZ heeft drie vertrouwenspersonen voor medewerkers
(twee interne en één externe). In 2020 zijn zij door 90
medewerkers benaderd. Dat is hetzelfde aantal als in
2019. De meeste medewerkers kunnen na één of
meerdere gesprekken met de adviezen zelf verder.
Bij zeven telefoontjes werden zorgen geuit over de
bejegening of kwaliteit van zorg voor cliënten. Wanneer dit
aan de orde was, werd gewezen op de mogelijkheid een
klacht in te dienen, dan wel de meldplicht bij misstanden.
De communicatie of relatie met de teamleider wordt veel
genoemd als aanleiding om in gesprek te gaan met de
vertrouwenspersoon. Het vertrouwen is onvoldoende om
leidinggevenden te informeren over het ervaren gedrag.
Een enkele keer komt voor dat leidinggevenden niet
adequaat handelen bij meldingen van ongewenst gedrag.
In 2020 zijn bij de klachtencommissie vijf klachten
ingediend. De klachten hadden betrekking op de volgende
onderwerpen:
• Twee klachten hadden betrekking op discriminatie
(beide ongegrond verklaard)
• Het schenden van de privacy (gegrond)
• Reiskostenvergoeding (afgehandeld met betrokken
manager)
• Onzorgvuldige procedure ten aanzien van een verbeter-
en begeleidingstraject van medewerker (gegrond)
Kwaliteitsrapportage 2020 61
Aanleiding voor het gesprek 2019 2020
Werkdruk 4 1
Seksuele intimidatie 4 3
Verbale agressie, intimidatie, onheuse bejegening 37 22
Discriminatie 1 3
Pesten 9 11
Dreigend conflict 18 20
Vertrouwelijke/precaire kwestie 20 30
Totaal 931 90
1) meerdere onderwerpen door één persoon. Totaal aantal personen in 2019 was 90.
Kwaliteitsrapportage 202062
Corona zet ons stil, het heeft ons diep geraakt en we zijn er nog niet klaar mee. Veel van de
voorgenomen verbeterpunten voor 2020 hebben we maar deels kunnen uitvoeren. De externe
visitatie van 2020 liet ons een aantal kwesties zien waar stappen in gezet zijn, maar vragen ook
om een langer termijnperspectief.
7. Samenvatting, conclusies en vervolgstappen
klein mogelijk houdt om besmettingen tegen te gaan.
Door het creëren van bubbels en het werken met vaste
invalkrachten is dit vaak gelukt. De samenwerking
tussen begeleiders wonen en werken is versterkt door
samen op te trekken. De waardering voor elkaars kennis
en kunde, dat willen we graag vasthouden.
• Goede en tijdige informatievoorziening voor cliënten en
ouders/verwanten. Hier horen we verschillende geluiden
op terug. Uit de gehouden onderzoeken blijkt dat
mensen tevreden waren over de informatievoorziening.
Aan de andere kant zijn er signalen dat het sneller moet,
met meer differentiatie naar doelgroepen. Daarnaast is
uitgesproken om dit meer in overleg te doen. In een
crisistijd waar alle maatregelen zich snel opvolgen, is dit
soms een tegenstelling die moeilijk te realiseren is.
• Dichtbij blijven in tijden van afstand houden. De kern van
ons werk is om dichtbij cliënten te staan. En ook bij
medewerkers, met een meewerkend teamleider, een
orthopedagoog en een manager die het team
ondersteunen. Nabijheid bieden zit in onze visie. Hoe dat
je dat als je afstand moet houden en veel thuis werkt? In
de werkoverleggen moet aandacht blijven voor de
combinatie van thuiswerken en fysieke bijeenkomsten.
Digitaal is veel mogelijk en met andere vormen van
aandacht kom je best een heel eind. Digitaal overleggen
maakt dat overleggen soms sneller en met alle
betrokken personen konden plaatsvinden. Maar er gaat
ook wat verloren, de menselijke maat, de persoonlijke
interactie tussen mensen. Voor ouders en cliënten was
het soms een uitkomst, maar vaak werd ook het verdriet
zichtbaar van het elkaar niet kunnen zien, knuffelen etc.
Corona heeft veel van iedereen gevraagd. We zijn er trots
op hoe we dit samen hebben opgepakt. Met een advies-
groep corona, hulplijnen voor cliënten en medewerkers,
een coördinatiepunt voor alle beschermingsmiddelen, een
liveblog, beeldzorg en vooral veel aandacht voor elkaar,
cliënten en ouders/verwanten lukt het ons om zo veel
mogelijk het gewone leven door te laten gaan. Kijkend naar
wat wel kan, binnen alle grenzen die er waren.
We halen uit deze tijd een aantal aandachtspunten die we
mee willen nemen:
• De rol van een zinvolle dag invulling voor de kwaliteit van
leven. De meeste cliënten (74%) hebben ervaren hoe
belangrijk een goede dagbesteding/werk voor ze is.
Ze willen liever vandaag dan morgen terug naar hun
dagbesteding. Er zijn ook cliënten waarvoor dit niet zo is.
Een andere invulling van de dag heeft hen goed gedaan
en/of ze hebben nieuwe talenten ontdekt en willen daar
verder mee.
• Aandacht voor de ondersteuning van medewerkers. Hoe
zorgen we er voor dat medewerkers, die werken onder
grote druk dit vol blijven houden. Zeker als de druk
dadelijk wat afneemt, hoe zorgen we dat medewerkers
met plezier en duurzaam inzetbaar blijven.
• Voldoende medewerkers om de zorg te kunnen
verlenen. Het was soms spannend op locaties om de
bezetting op orde te houden. Met inzet van
dagbesteding, Ondersteuning Thuis, ondersteunende
diensten en daar waar nodig uitzendkrachten is het
gelukt. Dilemma daarbij was zeker ook hoe zorg je dat
het aantal verschillende medewerkers per locatie zo
Kwaliteitsrapportage 2020 63
Wat gaat er goed Wat kan beter
Een stijging van de algemene tevredenheid van cliënten en ouders/verwanten t.o.v. de meting uit 2017
Beter internet en ondersteuning bij digitale middelen (zorgtechnologie, internet, mediawijsheid) voor cliënten en medewerkers
De zorgvuldigheid en mogelijkheid tot afbouwen van onvrijwillige zorg
We zien dat het verloop (12,7%) binnen ASVZ voor een groot deel ontstaat door medewerkers die minder dan vijf jaar in dienst zijn. Van alle mensen die in 2020 extern zijn uitgestroomd was 29,4% minder dan één jaar in dienst. 35,3% was tussen de één en vijf jaar in dienst
De toename en adoptie van beeldzorg, als blended hulpverlening
We willen onderzoeken hoe we het verloop binnen deze groep kunnen terugdringen
Informatievoorziening aan cliënten door middel van filmpjes, bewonerstijdschrift, vlogs en website is verbeterd
Dagbesteding/werk voor cliënten. Met aandacht voor de talenten van cliënten en de invulling van werk
Ontwikkeling zorginhoudelijke koers: 3e boek Triple-C, vaste
leerlijnen, voorbereiding certificering. Verdieping van LACCS
Scholingen HouVast
De IP cyclus tijdig doorlopen met betrokkenheid van cliënten
Inzet en toegevoegde waarde van ervaringsdeskundigheid Cliënten beter informeren en vragen om hun mening via
achterbanraadplegingen en medezeggenschapsorganen
Het samen optrekken van begeleider en cliënt bij ambulante ondersteuning (o.a. bij ondersteuningsplan)
• Balans tussen lichamelijke bescherming en mentaal
welzijn. Nog meer dan in de rest van Nederland zien we
deze dilemma’s. Omdat cliënten samen op een groep
wonen en werken. Het netwerk van cliënten kan er
verschillend over denken en ook de medewerkers in een
team. Na de eerste corona golf zijn we meer op maat,
per locatie gaan kijken wat nodig en mogelijk is. Dit
levert het dilemma op dat op de ene groep iets wel kan,
en ergens anders niet (vanwege de risico’s). Dat is lastig
en kan onduidelijkheid geven. Uitleggen van keuzes is
belangrijk.
• Evaluatie van kwaliteitsinstrumenten. Het afgelopen jaar
zijn audits, quickscans, risico-inventarisaties, en
reflectiebijeenkomsten niet doorgegaan. Het is een
mooi moment om met elkaar stil te staan wat dit
betekent. Wat is de meerwaarde van de verschillende
instrumenten, wat willen we behouden en wat kunnen
we missen.
In het kwaliteitsrapport hebben we daarnaast laten zien
hoe we werken aan de versterking van de positie van de
cliënt, hoe het gaat met onvrijwillige zorg, cliënt en ouder/
verwanten ervaringen, innovaties, de veiligheid,
medewerkers en reflectie.
Samen met alle cijfers en de verhalen van cliënten, ouders/
verwanten, medewerkers en de input van de
klankbordgroep levert dit het volgende overzicht op van wat
er goed gaat en wat er beter kan.
Kwaliteitsrapportage 202064
Kwaliteitsrapportage 2020 65
Thema 2021-2022 Onderwerpen
Versterken van de positie van de cliënt • Inhaalslag rondom het individueel plan: betrokkenheid van cliënten bij het IP vergroten
• Betrokkenheid cliënten bij werving en inwerken vergroten• Ondersteunen van cliënten en medewerkers bij gebruik van digitale middelen • Meer gebruik maken van combinatie tussen fysieke bezoeken en beeldzorg
voor ambulante ondersteuning• Aandacht voor medezeggenschapsorganen, de onderlinge informatie
uitwisseling en achterbanraadplegingen• Ontwikkeling van talenten van cliënten; aandacht voor scholing,
ervaringsdeskundigheid, invulling van werk/dagbesteding• Informatie voorziening voor ouders en cliënten; onderzoek naar mogelijkheden
voor differentiatie en digitale hulpmiddelen
Dagbesteding en talentontwikkeling aansluitend bij wensen en behoeften.Met juiste randvoorwaarden
• Met het opstarten van de dagbesteding, kijkend naar de corona periode, de behoeften en wensen van cliënten goed inventariseren en op maat invulling geven aan een zinvolle daginvulling/ werk. Daarbij ook kijkend naar groepsdynamiek, financiële en veiligheidsaspecten. En de mogelijkheden voor arbeidsmatig werk binnen ASVZ (self supporting communities)
• De verbeterde samenwerking tussen wonen en werken behouden. Er is hier veel ervaring opgedaan door medewerkers van wonen en dagbesteding. Wij betrekken hen bij de verdere vormgeving van de samenwerking en leren van hun ervaringen om het goede te behouden en knelpunten aan te pakken
Behouden van medewerkers: nieuwe medewerkers als ook goede zorg voor medewerkers tijdens en na corona
• Inzicht krijgen in redenen van vertrek en ontevredenheid van medewerkers • Meer aandacht voor de verschillende generaties medewerkers in relatie tot
werken bij ASVZ• Extra ondersteuning en zorg voor medewerkers tijdens en na corona. In
jaargesprekken, aandacht en waardering, coaching• Talentontwikkeling medewerkers: oppakken en meer inzetten van blended leren
Verstevigen van visie en waarden,
methodisch en lerend, met helpende
structuren
• Triple-C Werkplaats met leerlijnen, reflectiebijeenkomsten, coaching methodisch neerzetten en borgen in het kwaliteitssysteem
• Verstevigen van LACCS en HouVast methodiek• Uitkomsten leiderschapsprogramma borgen door gesprek over visie en
waarden terug te laten komen in overlegvormen en masterclasses op thema• Evaluatie van kwaliteitsinstrumenten; wat is passend en helpend kijkend naar
de visie en waarden• Meer leren van elkaar; zodra het kan inzet van extra uren voor scholing en
reflectie. Verhalen delen via thema magazine voor medewerkers • Stimuleren van kijken naar morele dilemma’s (o.a. moreel beraad) en
ontwikkelen van moresprudentie• Methodische cyclus t.a.v. kwaliteitsrapportages verstevigen, twee keer per jaar
in raad van bestuur. Agendapunt voor het werkoverleg. Themagewijs in gesprek, in het managersoverleg. Regio overleggen met managers en orthopedagogen om te leren van elkaar
Kijkend naar de verbeterpunten van 2020, de kwesties uit
de externe visitatie, de corona aandachtspunten en de
verbeterpunten van 2021 concluderen we dat we hieruit
een aantal grotere thema’s kunnen halen. We zien ook dat
veel onderwerpen verband houden met elkaar. Zo kan een
versterkte positie van cliënten bijdragen aan een betere
dagbesteding, maar ook aan het verstevigen van de visie
en waarden op een methodische en lerende manier. Visie
en waarden kunnen ook invloed hebben op het behoud van
medewerkers. Dat maakt het interessant om de komende
jaren met onderstaande thema’s aan de slag te gaan. En in
een volgende kwaliteitsrapportage hierover terug te
rapporteren.
Bijlage 1: Reflectie van de CCR op kwaliteitsrapportage 2020
De vele beperkingen vanwege Covid-19 hebben veel invloed gehad op het beleid van de ASVZ
in het afgelopen jaar. Zowel medewerkers als cliënten hebben de gevolgen van die maatregelen
direct ondervonden. Gevolgen die voor ieder persoonlijk weer anders zijn ervaren. Ondanks al die
beperkingen die veel van de raad van bestuur hebben gevraagd kon de zorg aan de cliënten
doorgaan en dat zien we ook terug in het kwaliteitsrapport. Veel mocht goed gaan en veel mocht
bereikt worden. Bestudering van het rapport leverde van onze kant als CCR enkele vragen op:
Ook hier verwijzen we naar eerdere correspondentie, inzake
personele kengetallen, waarin ook aangegeven werd dat
het verkleinen van de medewerkersformatie gerealiseerd is
door aflopende tijdelijke dienstverbanden niet te verlengen.
Zou dit één van de redenen voor vertrek kunnen zijn!
Invoering Wet zorg en dwangEr wordt uitgebreid stilgestaan bij de invoering van de Wzd.
De rechten van de cliënten zijn door deze wet nog beter
beschermd. We missen in dit verslag een nadere toelichting
hoe de organisatie de Wzd -met alle beperkingen die er
vanwege corona waren- heeft toegepast.
Algemene opmerkingN.a.v. het rapport 2019 hebben we vorig jaar het volgende
punt onder uw aandacht gebracht namelijk: aandacht voor
groepsprocessen en het belang van een goede
groepssamenstelling.
In het rapport 2020 missen we dit punt wederom.
Cijfers 2020 T.a.v. 2018 (724) zien we in 2020 ( 811) een forse
toename van VG7 cliënten; In tegenstelling tot VG6 waar
we een afname zien van 2018 (514) naar (473) in 2020.
De forse toename (VG7) enerzijds en de afname (VG6)
anderzijds, riep bij de CCR de vraag op: is er een relatie
met de toe- en afname?
Worden cliënten met VG6 ge-herindiceerd en krijgen zij
een hogere indicatie, of heeft de toename te maken met
het feit dat er, gezien de toename van zwaardere
gedragsproblematiek bij VG7 cliënten - meer beroep
wordt gedaan op meer zorg?
Wat heeft de toename van VG7 cliënten voor invloed
gehad op de organisatie.
In eerdere correspondentie met als onderwerp personele
kengetallen werd aangegeven dat de omvang van de
medewerkersformatie om financiële redenen is verkleind.
Hoe verhoudt dit zich met elkaar?
PersoneelsverloopIn het rapport lezen we: “We zien dat in de eerste vijf jaar
relatief veel nieuwe medewerkers vertrekken. Van alle
mensen die in 2020 zijn uitgestroomd (12,7% in 2020,
13,2% in 2019) was 29,4% minder dan één jaar in dienst.
35,3% was tussen de één en vijf jaar in dienst. We willen
beter doorgronden wat de redenen zijn voor vertrek.”
Kwaliteitsrapportage 202066
Kwaliteitsrapportage 2020 67
Bijlage 2: OR Reflectieverslag kwaliteitsrapportage 2020
Algemeen: We vinden het een mooie inleiding waarbij met name de ervaringsverhalen ons
inspireren. Daarbij de afwisseling van grafische weergaves en quotes van medewerkers, cliënten
en hun vertegenwoordigers maken het prettiger leesbaar. Het biedt een goede weergave van
2020 met wat wel en niet heeft plaatsgevonden onder invloed van corona en ook de
samenvatting is erg helder!
Pagina 9Wij vinden het streven naar een 50% – 75% realisatie van
de jaargesprekken erg weinig. We zouden liever zien dat
iedereen ieder jaar een jaargesprek heeft. We zien dit als
een verantwoordelijkheid van de leidinggevende en de
medewerker samen dus beiden kunnen aangeven het
jaargesprek te willen plannen.
En leidinggevenden bevragen als ze het niet gehouden
hebben. Hoe zorgen we ervoor dat medewerkers ook hun
eigen verantwoordelijkheid nemen in het plannen van het
jaargesprek. Met aandacht voor de assertiviteit hierin van
medewerkers. Talentontwikkeling is een belangrijk
onderwerp in het jaargesprek.
Fijn dat er aandacht is geweest voor zowel de inhoud van
het gesprek als het belang hiervan.
Pagina 9/10Pilot werkplezier klinkt veelbelovend. Het is ons niet
duidelijk welke teamleiders het proces in het vervolg gaan
begeleiden, of dit de teamleider van de eigen afdeling
betreft of teamleiders elders in de organisatie. Wij zouden
graag zien dat een teamleider vanuit elders in de
organisatie het proces begeleidt omdat de eigen teamleider
ook deel uitmaakt van het team.
We vinden het rapport wel erg groot, veel informatie en veel
cijfers, gericht op kwantiteit i.p.v. kwaliteit. Dit lijkt wat meer
in verantwoording te zitten dan in reflectie waarbij we dan
wel weer onder de indruk zijn van de ontelbare tranen van
verdriet, frustratie, ontroering en blijdschap van cliënten.
We zijn blij met de waardering die er in wordt uitgesproken
naar de inzet van medewerkers toe. We zien over het
algemeen goed terug wat er verbeterd kan worden maar
missen hierin de manier waarop dit gaat gebeuren.
We vragen ons echter wel af of dit rapport van zodanige
meerwaarde is dat het de enorme hoeveelheid tijd en werk
waard is. Zoals gezegd is het een groot stuk en we vragen
ons af wie dit leest en wat het die mensen of uiteindelijk de
organisatie biedt.
Pagina 4We zouden graag duidelijker verwoord zien wat bedoelt
wordt met 1000 voordeuren aangezien alleen al de 3.569
cliënten OT meer voordeuren hebben bij elkaar.
Pagina 5Vertrouwenspersoon 90 x benaderd. Wij zouden hierin
graag een vergelijking zien met voorgaande jaren zodat
duidelijk wordt of dit een stijging, daling of stabilisering
betreft. De communicatie of relatie met de teamleider
wordt veel genoemd als aanleiding om in gesprek te gaan
met de vertrouwenspersoon. Het vertrouwen is
onvoldoende om leidinggevenden te informeren over het
ervaren gedrag. Hier moet meer aandacht voor komen.
Kwaliteitsrapportage 202068
Kwaliteitsrapportage 2020 69
Pagina 10In de vierde alinea worden de langere aaneengesloten
diensten door corona genoemd en het voornemen in 2021
te bekijken welke mogelijkheden dit biedt voor de
toekomst. We vinden het een goede ontwikkeling dat hier
verder naar gekeken wordt. De vele korte diensten zijn
allang een groot knelpunt binnen de organisatie.
Pagina 10
Visie en waarden versterken. We vinden ASVZ een
organisatie die heel sterk is in zijn visie en waarden en zijn
blij dat hier voortdurend aandacht voor blijft als basis van
ons werk. We zouden graag zien dat ASVZ ook meer durft
te vertrouwen op deze mensvisie en zich wat minder
afhankelijk durft op te stellen tegenover gemeenten,
zorgkantoren etc. en hiervoor durft te blijven staan.
Pagina 11 De samenwerking tussen begeleiders wonen en werken is
versterkt door samen op te trekken. We horen echter ook
andere geluiden van medewerkers dagbesteding die het
gevoel hebben nergens meer bij te horen. We zien dit wel
terug op pagina 19 waar bij de verbeterpunten staat dat
medewerkers dagbesteding hun team missen en vinden
deze uitspraak dus beperkt.
Pagina 12
Goed dat er gekeken gaat worden naar reden van
uitstroom van medewerkers en zeker dat er ook gekeken
gaat worden naar redenen van ontevredenheid van
medewerkers voor hij/zij de organisatie verlaat.
We zien echter nergens een vooruitblik hoe we dat gaan
doen en vooral wanneer. We lopen achter de feiten aan.
PB-ers zijn al niet meer te krijgen dus het heeft haast.
Ook het verzuim baart zorgen en de aanpak zou wat meer
naar voren mogen komen i.p.v. het feit dat we het toch nog
beter doen dan de branche.
Hierbij is het dus heel belangrijk dat het jaargesprek ieder
jaar gehouden wordt, maar ook dat er gekeken wordt naar
laagdrempelige toegankelijkheid van de teamleider. Zeker
op plekken waar medewerkers alleen werken en dus ook
nooit met de teamleider samenwerken. Voor kleine
dingetjes maak je vaak geen afspraak met je teamleider.
Dan wordt er te vaak gewacht tot dingen groter zijn
geworden. Het is juist zo belangrijk om al in te springen als
de dingen nog klein zijn. Daarmee voorkom je veel
problemen.
Pagina 14Moresprudentie, het leren van afwegingen en keuzes bij
ethische dilemma’s om in nieuwe situaties het goed te
doen, lijkt een dynamisch voortdurend proces. Juist het niet
vastleggen van afspraken zorgt ervoor dat mensen erover
in gesprek moeten en verder groeien, meerdere
uitgangspunten bespreken waarmee een moreel besef
ontstaat. Dit lijkt haaks te staan op een integriteitskader en
we zijn dan ook benieuwd naar dit stuk.
Pagina 18De praktijk lijkt niet in lijn met de uitkomsten van het
onderzoek. Portaal blijft een platform waar men niet meer
automatisch op terecht komt. We zouden graag een
communicatieplan hiervoor zien waarin verschillende
middelen gebruikt worden om te informeren (socials,
bladen, portaal). Zoveel mogelijk zorgen dat medewerkers
tegelijkertijd informatie krijgen.
Pagina 18Mooi dat er veel aandacht is geweest voor de nachtzorg die
cruciaal is voor kwaliteit van zorg maar vaak op de
achtergrond aanwezig is.
Pagina 20
We zijn er blij mee en trots op dat ASVZ naast lichamelijke
ook zoveel aandacht en mogelijkheden heeft voor het
waarborgen van de mentale gezondheid van de
medewerkers in deze tijd van crisis.
Pagina 20
“De individuele ervaringen van cliënten en medewerkers zijn
de basis om te komen tot een nieuwe inrichting van de
dagbesteding.” Informeer medewerkers op tijd en neem ze
mee in het proces. Als het eenduidige plan dan
gepresenteerd wordt, kunnen medewerkers daarin
meegenomen worden. Bijvoorbeeld met een enquête
onder alle medewerkers van dagbesteding.
En laat ook medewerkers dagbesteding plaatsnemen in
een werkgroep.
Pagina 22Wij ondersteunen de gedachte om zowel Triple C als
LACCS nog beter op de kaart te zetten binnen ASVZ.
Pagina 35
We zijn zeer verrast dat eindelijk een duurzame
bedrijfsvoering voor het nalaten van een leefbare wereld
een bewuste keuze is geworden binnen ASVZ.
Pagina 36/4.6 Mooi dat er niet direct teveel conclusies verbonden worden
aan het dalen van MIP meldingen maar dat allerlei
oorzaken overwogen worden.
Pagina 40/4.8Fijn dat cliënten ook de mogelijkheid krijgen om een MIP in
te vullen vanuit hun perspectief. Dit heeft zeker
meerwaarde! M.b.t. de kwetsbare positie van medewerkers
hierin, gaan we ervanuit dat er op een zorgvuldige manier
mee omgegaan wordt, zoals beschreven is het een
systeem om van te leren.
Pagina 44/6.1 Mooie en bruikbare criteria! Wellicht ook een mooie wijze
om bij medewerkers die niet tevreden zijn deze criteria af
te gaan als een soort checklist om te kijken op welk gebied
het misgaat. Soms vindt een medewerker het moeilijk om
iets concreet te benoemen en zo’n checklist kan dan
wellicht helpen. Kan wellicht een aanvulling zijn bij
onderwerpen op pagina 9–12
Pagina 48‘ASVZ kent verder een goedwerkende OR die altijd
openstaat voor collectieve verbetersuggesties van
medewerkers. Ze houden maandelijks contact met de
locaties’. D.m.v. het betrekken van contactpersonen, sturen
van een nieuwbrief naar alle individuele medewerkers en
achterbanraadpleging.
Pagina 49 - 51Aandacht houden voor de kwaliteit van zorg in de corona
periode.
Misschien is het een goed bespreekpunt voor
medewerkers: hoe bieden we in deze tijd een zo goed
mogelijke zorg? Het zal vast niet altijd zó kunnen als we
gewend zijn in periodes dat het anders gaat dan anders.
Dan is dit wel een bespreekpunt voor een teamoverleg
waarin je met elkaar keuzes maakt (en natuurlijk in een
bewonersoverleg).
Bij thuiswerken is het belangrijk verbinding te houden met
elkaar, ASVZ en medewerker.
Maak het een bespreekpunt in het werkoverleg. Verbinding
houden met leidinggevende en team lijkt een beginpunt.
Hoe? Werkoverleg/teamoverleg, maar misschien ook één
keer in de zoveel tijd iets op een locatie (fysiek) afspreken.
Bevraag de medewerkers op dit punt.
We zien graag dat de exitgesprekken niet beperkt worden
tot de eigen teamleider maar de vertrekkende medewerker
de mogelijkheid geboden wordt om met iemand anders dat
gesprek te houden. Persoonlijk contact hierover vanuit
M&O is hiervoor van belang zodat de persoon in kwestie
een keuze kan maken.
ASVZ als rookvrije woon- en werkplek. Doel is gehaald als
op drievierde locaties niet meer gerookt wordt. Lijkt me
goed meetbaar als er op voorzieningen niet meer gerookt
wordt. We zien hier niets van terug in het kwaliteitsrapport.
Kwaliteitsrapportage 202070
Kwaliteitsrapportage 2020 71
Kwaliteitsrapportage 202072
ASVZPostbus 121, 3360 AC Sliedrecht0184 - 49 12 [email protected]
Meer weten? www.asvz.nl