Kroniek van de kleine dingen l Locus l 2010 l mdmedia

48
Kroniek van de kleine dingen

description

 

Transcript of Kroniek van de kleine dingen l Locus l 2010 l mdmedia

Page 1: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

Kroniekvan de kleine dingen

Page 2: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia
Page 3: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

eedito Over details die verschil maken en sterke verhalen

Een nieuwe publicatie over gemeenschapsvorming is dit niet. Of toch niet echt. Hetis een manier om de dialoog over het onderwerp in al zijn veelzijdigheid open te trek-ken. Het is een moment in een proces op zoek naar aanknopingspunten om het groteverhaal gemeenschapsvorming te verankeren in de kleine dingen van de dagdage-lijkse praktijk. Vandaar: een kroniek van de kleine dingen. Vandaar ook: de intro-ductie van Ruth Soenen.Ruth is doctor in de antropologie en dus specialist in het kijken en zien, observerenen interpreteren. Zij breekt een lans voor het belang van kleine, schijnbaar banalecontacten. Ze betekenen, zegt ze, gigantisch veel in het samenlevingsproces, in detijdelijke verbanden die mensen bewust, maar ook onbewust, met elkaar sluiten. Be-kend zijn haar bevindingen over de Antwerpse tram 12, beschreven en gedocumen-teerd in Het kleine ontmoeten (2006). Dat soort observaties gaat ze voor ons , voorhet veld van het lokaal cultuurbeleid, overdoen. Ze trekt naar cultuur- en gemeen-schapscentra en naar bibliotheken, op zoek naar dagdagelijkse, toevallige, banalefeiten die ook op onze werkvloer verschil kunnen maken. En daaruit distilleert ze tips.Heldere aanwijzingen richting gemeenschapsvorming. Even divers als de vele ge-meenschappen aan verscheidenheid rijk zijn. We kiezen daarbij niet voor één groot verhaal, maar voor verschillende sterke ver-halen, waarvan de focus telkens op gemeenschapsvormende effecten wordt gericht.De wegen ernaartoe kunnen immers verschillen, waar het op aan komt is aan tekomen op een betekenisvolle plek. Ruth legt het in deze uitgave zelf uit, en dan gaatze aan de slag. Met ons, met jullie. Want output zonder input is in deze onmogelijk,daar is het verhaal te complex voor.Deze eerste uitgave van de Kroniek van de kleine dingen is een uitnodiging om meete doen. Discuteer, dialogeer, zoek en werk mee. Stel je huis open ter observatie,stuur je goede praktijken, je eigen tips naar ons door. We hebben daar – geheel inde geest van het verhaal - verschillende instrumenten voor gecreëerd. Pluk er hetding uit dat jou het beste ligt. Surf naar www.gemeenschapsvorming.be en reageerop de blog. Meer formele insteken vind je op www.locusnet.be. Of mail naar [email protected]. Deze eerste uitgave is maar het vertrekpunt, een momentopname van waar we nustaan, op weg naar meer en anders, naar variatie en bruikbaarheid. We houden dezebrochure digitaal ter beschikking en werken er intussen aan voort. Op elk momentkan je een nieuwe versie opvragen én ertoe bijdragen. Ook deze uitgave is deel vaneen proces.We bespelen een breed communicatief register, dat merk je. Maar overal, op alle ter-reinen tegelijk trachten we samen te groeien, samen praktische invulling te gevenaan het geladen woord gemeenschapsvorming. In kleine dingen, die de wereld nietgaan veranderen. Of althans niet direct.

3

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

Page 4: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

4

L O C U S

Renate toverde een in onbruik geraakt bushokje in Bekkerzeelom tot een gezellige ontmoetingsplaats voor de buurt. Een tafeltje, een tafellaken, een bloemetje, twee extra stoelenen Patty -het hondje van Renate-, meer is er niet nodig voor een leuke babbel.

Bekkerzeel

Page 5: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

5

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

Asse p. 26Klein kunstencentrum

’t Smiske is groot in

spontane aanpak en

lokale veelzijdigheid.

Vorst p. 32De meest atypische bibliotheek

van Vlaanderen en Brussel vind

je op de tweede verdieping van

het Brassgebouw in Vorst .

Genk p. 40Gemeenschappenvorming

is niet enkel gericht op de

traditionele verenigingen maar

op alle groepen in de stad.

Ruth Soenen koppelt haar theorie over het kleine ont moeten aan de prak tijken van het culturele werk veld.

Sterke verhalen tonen hoe divers de weg naar ge meen schapsvorming kan zijn.

Ga mee in dis cussie. Bouw mee aan de blog www.gemeenschapsvorming.be.

inhoud december 2009

Ruth Soenen Het kleine ontmoeten 4

Gent Bibliotheek Brugse Poort 6

Hoboken Casa Louisa 12

Ruth Soenen Simply community 16

Torhout Markt 20

Asse ’t Smiske 26

Ruth Soenen De drie privileges 28

Vorst Bli:b 32

Eric Corijn Het sociale van cultuur 38

Genk Gemeenschappenvorming 40

Kroniek van de kleine dingen

Page 6: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

6

L O C U S

hHet is verdienstelijk dat er een discours overgemeenschap is ontstaan. Het thema gemeen -schap heeft zich zo institutioneel kunnenverankeren en in het spreken vormt het eenniet meer te negeren punt op de cultureleagenda. Anderzijds leert wat we zeggen overgemeenschap ons weinig over hoe we erwerkelijk mee omgaan in onze dagelijkseprofessionele praktijk. Vaak is het makkelijkerte voorspellen wat een cultuurwerker gaatzeggen dan wat hij gaat doen als hij in derealiteit geconfronteerd wordt met eengemeenschapsproject. De sprong van hetzeggen naar het doen is niet altijd vanzelf -spre kend, en dat is niet alleen in decultuur sector zo.

Een verdraagzame attitude ten aanzien vanhomoseksualiteit biedt geen garanties voor derechtstreekse confrontatie ermee: wat als hetnieuwbakken lief van zoon of dochter vanhetzelfde geslacht blijkt te zijn? Of wat als weals voorstanders van de multiculturele samen -leving een wijkfeest organiseren waarvan hetresultaat is dat de buurtkinderen uit de ver -schillende etnische minderheden de boel opstelten zetten en ons vervolgens uitscheldenvoor racist als we hen terechtwijzen? Op éénjanuari in de late namiddag verkondigen weluidkeels dat we voortaan het roken laten,onthaasten, strijden tegen suikerverslaving ofhet zoveelste nieuwe dieet volgen…

Verandering van woorden correspondeert nietper definitie met een verandering van daden.

MiscommunicatieEn het is nog complexer. Dezelfde woordenkunnen immers een andere betekenis krijgen.Denken we maar aan de miscommunicatiestussen Vlamingen en Nederlanders. Ookgemeenschap in de cultuursector kan alswoord verschillende ladingen dekken. Voor de ene is het een kans om het ideaal van soli -dariteit in de bredere samenleving via cultuur tebewerkstelligen. Cultuur als hefboom vooremancipatie van onder het stof gehaald. Voorde andere is het eerder een element binnen deontwikkeling van de eigen carrière. Hetrepertoire aan professionele vaardighedenwordt uitgebreid en draagt bij aan de flexi -biliteit en de polyvalentie van het professioneleprofiel. Sommigen begrijpen dat gemeenschaper werkelijk toe doet, maar het betekent vaakeen extra taak bovenop de reeds overboekteprofessionele agenda.Is gemeenschap een nieuwe natte droom vanintellectuelen, van bovenaf opgelegd als eenprogrammaverklaring met zware woorden, en dus een te-ver-van-mijn-bed-show? Of past het thema enkel in het kraam vanstadsmussen en city-fielen en heeft het teweinig raakvlakken met het leven in een dorp,kleinere stad of gemeente? Als we gemeenschap in zijn volle complexiteit

Gemeenschap - en meer nog: gemeenschapsvorming - is een woord dat

in de culturele sector al een tijdje over de tongen gaat. Lang genoeg om

de meesten vertrouwd te maken met ‘gemeenschap-speak’.

Termen als individualisering, privatisering, sociaal verval,

sociale armoede, hefbomen voor ontmoeting, activering, participatie

van sociale en culturele minderheden, bridging en bonding…

zijn gemeengoed geworden bij professionals in sociale en culturele instellingen.

Page 7: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

7

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

willen integreren in het cultuurwerk, dan moetdeze verscheidenheid aan interpretaties - elkop zich te begrijpen vanuit de lokalewerkcontext en de achtergrond van decultuurwerker - in rekening gebracht.

PraktijkervaringHet zou al te simplistisch zijn om vervolgens degekende slogans te propageren: ‘geen gezeikleve de praktijk’ of ‘geen woorden maar daden’.Dit zou immers een miskenning betekenen vande reeds bestaande praktijkervaringen metgemeenschap in de sector. Maar ondanks degemeenschapspraktijk, blijft de noodzaak omde ‘gemeenschaps-speak’ naar de werkvloer tetransformeren groot. Gemeenschap dient tast -baar en verteerbaar gemaakt en dit reke ninghoudend met de verscheidenheid aan con -texten en cultuurwerkers. Gemeenschap is noglang geen vanzelfsprekendheid. Het bekleedtnog een speciaal statuut, misschien enkelvoorbehouden aan de super sociale collega’s?

Op een nieuw groot verhaal zitten de meestenonder ons niet te wachten. Grote verhalen zijnvaak uniform en afwijkingen worden er nietgedoogd of benut. Bovendien sluiten ze dealledaagse realiteit vaak uit. Afgebakendepraatjes verspreiden zich en zetten aan totimitatiegedrag. Verschillende manieren vanwerken en gedragingen worden vanuit éénalles verklarende en alleenzaligmakende

theorie geïnterpreteerd. Wie afwijkt heeft hetgrote project waarschijnlijk niet begrepen.

Sterke verhalenZo zien wij het alleszins niet. Mogen er dangeen verhalen meer verteld? Natuurlijk wel.Maar de nadruk ligt op het meervoud:verschillende sterke verhalen leiden ertoe dat gemeenschap zich op veelvoudige wijzekan vertakken in het professionele culturelelandschap. Dit betekent echter geen louterenevenschikking waarbij ieder zijn eigen dingdoet. De verhalen staan op zich maar dienentegelijkertijd ook onderling met elkaarverbonden. Soms via dunne koordjes, dan weer via dikke touwen.Sterke verhalen hebben nog wel een plot maar ze blijven in beweging en zijn dynamisch. In een sterk verhaal moeten we niet allemaalhetzelfde vooraf bepaalde doel nastreven maarwillen we aankomen op een betekenisvolleplek. Er is ruimte voor eigen interpretaties,voor theoretische analyses, voor maat schap -pelijke bekommernissen, voor het gewonealledaagse, voor woorden en daden. De implementatie van gemeenschapveronderstelt geen rechtlijnig proces vanvertrekpunt A (theorie) naar eindpunt B(praktijk). We streven naar sterke, ‘heen-en-weer’ verhalen. Gemeenschap als een nieuwe dynamiek tussen denken, doen en praten. Zo gezegd zo gedaan?

Aankomen op een betekenisvolle plek

Zo gezegd zo gedaan?

Ruth Soenen Het kleine ontmoeten

Page 8: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

8

L O C U S

Gent Bibliotheek Brugse Poort

Voor en

met de buurt

Met de bibliotheek in de wijk Brugse Poort intro-

duceerde de Gentse bib een nieuwe manier van

werken, sterk betrokken op de buurt. Het experi-

ment bewees de voorbije vijf jaar zijn deugdelijk-

heid en wordt uitgerold naar de andere Gentse

buurtbibliotheken.

De bibliotheek van de BrugsePoort maakt deel uit van hetstadsvernieuwingsproject‘Zuurstof voor de BrugsePoort’ om de Gentse wijkBrugse Poort nieuw leven inte blazen. De bib is tegelij-kertijd een vorm vanexperiment, met een nieuwemanier van werken die inspi-rerend kan zijn voor anderebuurtbibliotheken in destadsrand. Voor Jan Dhoogeen Davy Van den Heede, detwee consulenten - eennieuwe functie in de stadsbi-bliotheken – aan wie deopdracht werd toevertrouwd,waren sociale vaardigheden

Page 9: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

9

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

misschien wel belangrijkerdan pure bibcompetenties.Davy Van den Heede: ‘Deuitleencijfers halen en decollectie laten benuttenwaren natuurlijk belangrijk,maar de grote doelstellingwas een bib te maken voorde buurt. Een plek waariedereen zich welkom voeltzonder dat het een hanghonkwordt. We wilden een mixvan de bevolking in deBrugse Poort aantrekken. Dat betekende dat we ininteractie moesten gaan metde bewoners en de verenigin-gen, en een antwoord zoekenop hun vragen.’

De boer opEen groot openingsfeest metstoet, fanfare, wafelenbak,Turkse theetent en zoetig he-den zette de bibliotheekmeteen op de kaart. De tweeconsulenten gingen ook deboer op, op zoek naar part-ners. Ze stelden zichzelf ende bib voor op buurtvergade-ringen, bij verenigingen, bijvzw’s. Al snel kwamen heelwat groepen langs voor eenbezoek, zoals een Turkse en

Marokkaanse moedergroepmet tolk. Ook de scholen zijntrouwe partners. Het aantalschoolbezoeken is nauwe-lijks te tellen.Een grote troef was en is desamenwerking met de speel-o-theek, een aparte vzw dieachter de bibliotheek geves-tigd is. De 700 stuks speel -goed kregen een plek in debibliotheek vlak naast dekleuter- en peuterboeken en werden opgenomen in de

>>>

▲ Darik is een jongedame van zeventien. Ze maakt regelmatig haar schooltaken op de computer in de bib en print die dan uit. Ze leent er ook de boeken die op de leeslijst van haar school staan. En ze brengt soms haar nichtje mee.

Page 10: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

10

L O C U S

catalogus. Wie gratis speel-goed ontleent, moet ook eeneveneens gratis lidkaart vande bibliotheek hebben. Dat het goed zit met de bibliotheek bewijzen debezoekerscijfers. Jaarlijkslopen 22.000 bezoekers doorde beveiligingspoortjes aande ingang. Wat het aantalontleningen betreft, staat deBrugse Poort van alle Gentse

bibliotheekfilialen op dederde plaats. Het afgelopenjaar werd een stijging mettwintig procent opgetekendterwijl de andere filialenongeveer status-quo bleven.

Rekken aan de kantIn de verklaring voor het succes spelen veel factorenmee. Een troef is zeker deinfrastructuur. De biblio -

theek is gevestigd in eenruim en aangenaam pand inhet hart van de wijk. Er zijnveel zithoekjes met stoelenen zetels die van de bib eenechte verblijfplaats voor debuurt maken. Een trouwpubliek, vaak van ouderemensen, komt op elke ope-ningsdag de kranten entijdschriften inkijken. Het succes heeft natuurlijk

Page 11: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

11

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

ook te maken met de manierwaarop de consulenten metde infrastructuur omgaan.‘We bekijken elke vraag voorhet gebruik van de biblio-theek,’ zegt Davy Van denHeede. ‘Als slotevenementvan een poëzieproject waarwe voor het overige niet bijbetrokken waren, hadden wehier bijvoorbeeld een avondArabische en Nederlandsta-lige poëzie voor een zestigtalmensen. Daarvoor rollen wemet plezier de boekenrekkenaan de kant. Evengoed ginghier een gespreksavond doorover identiteit binnen deislam. Of de voorstelling vaneen boek van de Vieze Gas-ten. Heeft dat rechtstreeksmet de bibliotheek temaken? Neen. Maar als jehonderd mensen in je bibkrijgt voor een gemeen -schaps vormend initiatief,waarom zou je dat nietdoen?’Achter de boeken- en lees-ruimte is een zaaltje metkeuken. Tijdens de openings-uren kan dat gebruiktworden door verenigingen ofgroepjes bezoekers. Zo zijner enkele kinderen die regel-matig langskomen met eenhuiswerkbegeleider.

Ze gebruiken het zaaltjezodat ze de andere bezoe-kers niet storen. Omdat hetzaaltje van de bib kan wor-den afgesloten en een aparteachteringang heeft, kan hetook buiten de openingsureningeschakeld worden. Elkedinsdagmorgen komt eenvrijwilliger de deur openen,een groepje van een tientallezers neemt er samen dekranten door. ’s Avonds kanook het buurtwerk, een orga-nisatie of vereniging gebruikmaken van het zaaltje dat bijde stad geregistreerd staatals receptieve ruimte.

Boek op bezoekNog meer dan de infrastruc-turele mogelijkheden, zijn deinitiatieven die de bib in ensamen met de buurt opzeteen verklaring voor haar succes. Neem het boek-op-bezoekproject in samenwer-king met de buurtscholen.Vrijwilligers gaan acht keeraan huis voorlezen bij kinde-ren uit de derde kleuterklasdie niet het Nederlands alsthuistaal hebben en die nietin een voorleescultuur op -groeien. De bib brengt devrijwilligers, de scholen eniemand van de pedagogische

begeleidingsdienst samen.Die laatste stuurt het project.Davy Van den Heede: ‘Descholen zien dat de bib ietsdoet voor leesondersteuning,de vrijwilligers zien dat wemeer zijn dan een gebouwmet boeken en dat we ookeen maatschappelijke op -dracht opnemen, en onzecollectie wordt gebruikt. Het project wordt afgeslotenmet een feestje in de biblio-theek waar vrijwilligers,brug figuren van de scholen,kinderen en ouders elkaarontmoeten. De kinderen wor-den ingeschreven, de oudersmaken kennis met ons. Dat isbelangrijk. In deze wijk ko -men kinderen vaak alleennaar de bibliotheek, oudersmoeten weten dat deze plekkoosjer is, dat hun kinderenhier niet alles mogen doenen dat ze iets bijleren. Datvertellen ze dan weer aanhun familie en vrienden.Mond-tot-mondreclame iszeer belangrijk voor ons.’

KamishibaiHet voorleesproject loopt in-middels ook in enkele anderebuurtbibliotheken in Gent. De Brugse Poort was de pio-nier, intussen kwam er eensamenwerkingsverband totstand met de bibs in Lede-berg, Sint-Amandsberg, deBloemekeswijk, Nieuw Gent.Ze wisselen ideeën en erva-ringen uit en werken samen

>>>

Roger is een bakker op rust. Hij komt twee keer per week naarde bibliotheek om de kranten te lezen. Zijn vrouw vergezelt hemregelmatig, zij neemt dan de tijdschriften door. Is ze er niet bij,dan neemt Roger enkele tijdschriften mee naar huis.

Page 12: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

12

L O C U S

aan initiatieven. Consulent Jan Dhooge verhuisde in 2008 van deBrugse Poort naar de nieuwebibliotheek van Nieuw Gent om ook daar de wer kingmet de buurt uit te bouwen. Een ander gezamenlijk pro-ject is de voor leesmaandSamen Lez/ven. Op het pro-gramma staan onder meereen voorleesmoment in debib voor alle tweede leerja-ren, een workshop vertellenen voorlezen voor ouders, eenvertelling van percussiecen-trum de Basboot in de vijfbibs. De bibliotheken gaan

ook langs in de scholen meteen kamishibai-theater, eenJapanse vertelvorm met prenten. Elk jaar is er een ver-tel festival tijdens de jeugd-boekenweek waarvoorsamengewerkt wordt met debrede school in de buurt. De samenwerking tussen debuurtbibliotheken speelt ookop het vlak van de collectie.

De bib van de Brugse Poortheeft een kleine collectie Ara-bische en Turkse boeken.Door in een Nederlands sys-teem te stappen, krijgt ze elkjaar een nieuw pakket.

En doordat dit samen met de andere buurtbibs gebeurt,kan ook tijdens dat jaar hetaanbod regelmatig wordenvernieuwd.

Kleine dingenEen belangrijk aspect in elkegoed draaiende bibliotheekis de dienstverlening en hetpersoonlijk contact met debezoekers. Davy Van denHeede is ook buiten de ope-ningsuren veel in de buurtaanwezig. Hij kent veel vasteklanten bij hun voornaam. ‘Ineen bibliotheek werken, ismeer doen dan achter je

Page 13: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

13

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

bureau zitten en registrerenwelke boeken worden uitge-leend en teruggebracht. Jemoet aanspreekbaar zijn, jemoet de bezoekers helpenmet het vinden van een cd ofboek, je moet advies geven.Zelfs als je niet onmiddellijkkan helpen. Enkele maandengeleden kwam een meisjevragen naar boekjes om haarEngels bij te schaven.Onlangs stootte ik toevalligop een website met Engelselessen, ik verwees er haarnaar. Twee weken later kwamde moeder van het meisje mebedanken. Die kleine dingen

zijn ook belangrijk. Eenoudere vrouw kwam naarhier om een formulier van dewatermaatschappij te prin-ten. Ze kon niet met decomputer werken. Wel, dandoe ik dat toch zelf even.

Die kleine dingen maken hetverschil. Het is niet altijdmakkelijk. Het gebeurt,gelukkig zelden, dat ik eenjongere buitenzet die te veellawaai maakt. Ook dat moetje met respect doen wantmorgen moet hij hier weermet plezier binnenkomen.Het is ook zijn bib.’

Die aanpak loont want debibliotheek is in vijf jaar stevig verankerd in deBrugse Poort. Dat bleek toen Davy Van denHeede de bib inschreef voorBoekegem, een jaarlijksewedstrijd van de provincieOost-Vlaanderen en Radio 2. Ze werd geselecteerd voor de finaleronde en haaldedaarin 1700 sms’jes. Nietvoldoende voor de overwin-ning maar de bib wasgedurende de vier stem -dagen wel het gespreks on-derwerp in de buurt winkelsen de scholen.

Davy Van den Heede over gemeenschapsvorming‘Je moet niet te veel willen vormen, maar de gemeen-schap zichzelf laten vormen. Je mag niet te actief zijn,je moet vooral luisteren. Als je vertrekt van een voor-opgesteld idee, van een strak referentiekader overwat de bib moet zijn, dan loop je een deel van jepubliek mis. Dat betekent ook dat de regels niet heiligzijn, ze zijn geen doel op zich. Ze zijn rekbaar, eenmiddel om de zaken georganiseerd te krijgen. Je moetze vertalen naar een werkbaar systeem zodat ieder-een zich thuis voelt in de bibliotheek.’

Page 14: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

14

L O C U S

Page 15: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

15

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

Hoboken Casa Louisa

Het tweede leven van Tarzan

Wat doet een cultuurcentrum zonder zaal?

Met andere organisaties samenwerken,

projecten in open lucht opzetten, mensen aanspreken

met prikkelende thema’s. Casa Louisa bracht

Hoboken in beweging rond Tarzan.

>>>

Zaterdag 3 oktober 2009: jong en oud lopen tehoop op het Majoor Malfaitplein in de Hobo-kense wijk Stuivenberg. Op het plein staat eenacht meter hoge constructie. Hier brengen deAntwerpse circusgroep Ell Circo d’ell Fuego enBolwerkkwadraat dit weekend zeven keer DeBoomhut van Tarzan, een voorstelling die zecreëerden in opdracht van cultuurcentrumCasa Louisa. Hoboken is in de ban van Tarzan. Op de Kiosk-plaats in het centrum van de gemeente hangteen groot spandoek: een foto van een man metontbloot bovenlijf en daaronder de zin Tarzanis van Hoboken. In de bibliotheek even ver-derop loopt een tentoonstelling met foto’swaarop een dwarsdoorsnede van de Hobo-kense bevolking poseert als Tarzan. Sommigenhebben een luipaardvelletje aangetrokken, anderen brengen de handen naar de mond,klaar om de beroemde kreet uit te stoten. Op de computer in de bib rollen alle 150 foto’sover het scherm, ook deze die de tentoonstel-ling niet haalden.

Tarzan stunt Tarzan is van Hoboken, het lijkt een absurdidee maar er is wel een link met de werkelijk-heid. Na de eerste wereldoorlog emigreerdenHobokenaar Georges Bruggeman en zijn familie naar Los Angeles. Hij maakte er carrièreals stuntman en was onder meer stand-in voorTarzan Johnny Weissmuller. CultuurcentrumCasa Louisa had niet meer nodig om er eenproject aan op te hangen. Tijdens de kerst-markt in 2008 verschenen de eerste Tarzan is van Hoboken-affiches in het straatbeeld. De nieuwsgierigheid van de Hobokenaren was gewekt. In het voorjaar en de zomer van 2009 werd eenversnelling hoger geschakeld. De heemkun-dige kring Hobuechen spitte het verhaal vanGeorges Bruggeman uit in een brochure. Waar woonde hij in Hoboken? Wie waren zijnouders? Hoe verging het hem in de VerenigdeStaten? Wonen er nog familieleden van hem inHoboken? Kinderen gingen met de figuur Tarzan aan de slag in een tekenwedstrijd,

Page 16: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

16

L O C U S

jongeren maakten Tarzanstrips. Er volgde eententoonstelling in de academie, de bib en hetadministratief centrum van het districtshuis.Fotografe Maaike Buys legde 150 Hobokenarenin Tarzan-pose vast op de meest uiteen lo-pende locaties: de supermarkt, het café, hetvolkshuis, het dienstencentrum, het park, defitnessclub. Op 20 september zakte het stuntteam Master ofStunts naar Hoboken af voor een huiveringwek-kende show ter gelegenheid van de braderij.

Tarzan maakt tongen losEen nieuw hoogtepunt waren de zeven voor-stellingen van De Boomhut van Tarzan op hetMajoor Malfaitplein. ‘Al van voor de zomerwerkten we met de mensen van pleinontwikke-ling naar het weekend van 2 en 3 oktober,’ zegtGunter Lots van Casa Louisa. ‘We pookten dedynamiek in de buurt weer op. We zatensamen met de inwoners. We organiseerdeneen kleinschalig buurtfeest: buurtbewonerskookten, wij vergoedden de ingrediënten. Voor de kinderen waren er circusworkshops.En natuurlijk bruiste het plein van leven tijdensde opbouw van de boomhut en tijdens de voor-stellingen.’Maar daarmee was het Tarzanjaar nog niet af-gelopen. Op de opendeurdagen van de heem-kundige kring stonden Tarzan en oudeTarzanfilms centraal. Ook de sportverenigin-

gen pikten het thema op met een Tarzan Runop 15 november. En op 4 en 5 decemberspeelde het cabaretgezelschap Circus Bulder-drang Held van Hoboken waarin de grootstegeheimen van Tarzan en van Hoboken werdenblootgelegd.Gunter Lots: ‘Het hele Tarzanjaar is hetresultaat van een zoektocht naar een projectom de trots van de inwoners voor hungemeente te versterken. In 2008 hadden weSinatra is van Hoboken. Verschillendeactiviteiten mondden uit in een groot concertmet een big band. De invalshoek was goedmaar we hadden te veel op het eindproduct

Gunter Lots over gemeenschapsvorming‘Cultuur kan een hefboom zijn om de samenhang in een wijkof buurt te vergroten. Wij proberen samen te werken met zo-veel mogelijk mensen, hen te betrekken bij het cultureel cen-trum en hun zoveel mogelijk verantwoordelijkheid te geven.Daarnaast zoeken we ook naar projecten die een ruim publiekaanspreken dat misschien niet zo geïnteresseerd is in ons cul-tureel aanbod. Zodat ook die mensen een gevoel van betrok-kenheid bij de wijk of de buurt krijgen.’

Page 17: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

17

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

gefocust. Bij Tarzan waren veel meer mensenbetrokken, de inwoners brachten zelf ideeënaan. Je merkte dat het thema leefde.Verschillende inwoners bleken de bijnaamTarzan te hebben, anderen hadden het over deTarzanbosjes, een plek in de gemeente waar zein hun jeugd Tarzan speelden. Veel verhalenkwamen weer naar boven.’

CC zonder infrastructuurHet district Hoboken had tot voor kort geencultureel centrum. In het jongste Antwerpsebestuursakkoord werd opgenomen om er eenwerking op te starten. Eind 2007 zettenmedewerkers van alle Antwerpse cultuurcentraeen locatieproject op in een leegstaandpolitiekantoor dat in de toekomst een culturelebestemming zou krijgen. Gedurende driemaanden waren er allerlei voorstellingen in hetvoorlopige theaterzaaltje en op verschillendeplekken in het district. Na die eerste prikkelwerd beslist dat er een duurzaam cultureelcentrum moest komen in Hoboken. Hetpolitiegebouw aan de Louisalei bleek echtertoe aan een grondige renovatie. Die zal nog

enkele jaren op zich laten wachten. De medewerkers van Casa Louisa, intussenzijn ze met zijn vieren, vonden eerst onderdakboven de bibliotheek en zijn nu verhuisd naarde vroegere stadswinkel in het hart vanHoboken. Het cultureel centrum beschiktechter niet over eigen infrastructuur, alleactiviteiten gebeuren dus op locatie. Voor haarvoorstellingen en concerten werkt Casa Louisasamen met andere spelers in de gemeente:klassieke concerten in een kasteeltje waar hetdistrictshuis is gevestigd, schoolvoorstellingenin de scholen zelf, comedy in een kleine zaalvan een privépartner enzovoort. Daarnaast organiseert Casa Louisa veelprojecten in open lucht: kinderfeesten in meien juni, camping Louisa met muziek en circusop vijf zomerse woensdagavonden in het park,een cultuurmarkt in september naar aanleiding van de braderij en de jaarmarkt. En elk jaar probeert het cultureel centrum deHobokenaren in beweging te krijgen rond eenthema dat iedereen aanspreekt. Tarzan waszeer geslaagd, voor 2010 is 875 jaar Hobokeneen mogelijke invalshoek.

Page 18: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

18

L O C U S

Het leven zoals het is…

Hoe kunnen we gemeenschap vormen in het leven zoals

het is vandaag, los van utopische verhalen uit het nabije

verleden of de verre toekomst? Ruth Soenen observeert

banale contacten hier en nu en tracht daaruit conclusies en

aanbevelingen te trekken. Haar bekendste werkplek is de

Antwerpse tram 12. Gelijkaardige observaties in cultuur-,

gemeenschapscentra en bibliotheken moeten leiden tot

bruikbare tips om wat we zeggen ook te kunnen doen.

Details die het verschil maken in sterke verhalen.hHet begrip gemeenschap impliceert nogal eens eennormatief ideaal. Voor pro -fessionelen in de non-profitsector staat gemeenschapvaak voor iets dat gereali-seerd moet worden, en dusmet iets dat nog niet is. Somslijkt het op een hernieuwdeinteresse voor de traditioneleutopische gedachten uit dejaren zestig. Gemeenschap wordt in hetalledaagse taalgebruik geas-socieerd met nostalgischeidealen. De knusse dorpenvan weleer waarin mensenleven, wonen en werken ineen hecht verband. Ook detoenmalige levendige stads-wijken waar bewoners dekeukenstoel van binnen naar

buiten sleurden om te keuve-len met de buren, passerende revue. De toenemende diversiteit in onze samenle-ving wordt vervolgens gezienals de oorzaak van de teloor-gang van dit type gemeen-schapsleven. Dorpsbewonersdie niet meer naar de kerkwensten te gaan, partnersbetrokken in een echtschei-ding of ouders van al te weer-barstige pubers dachtenweliswaar op een minderidyllische manier over hoe detoenmalige dorpsgemeen-schap naar hen keek of overhen sprak.De zogenaamde gezelligevolksbuurten in de stedenvormden, vooral in de zomer,ook het decor voor verhitte -

zowel letterlijk als figuurlijk -vechtpartijen, waar buren el-kaar met de koevoet te lijfgingen, vaak onder invloedvan alcohol. Dergelijke herin-neringen, die duidelijkmaken dat een teveel aan ho-mogeniteit en nabijheid men-sen uit elkaar kan drijven,worden vaak uit het geheu-gen gewist, of krijgen idylli-sche trekjes.

Les choses simplesGemeenschap als ideaal staatdus vooral voor ‘wat was’ ofvoor ‘wat nog niet is’. Beideassociaties hebben met el-kaar gemeen dat ze wat ge-meenschap nu is, al dan nietbewust miskennen. De erva-ring van gemeenschap heeft

Ruth Soenen

Page 19: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

19

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

Simply community

ook te maken met hoe men-sen hier-en-nu in een veran-derende maatschappelijkecontext relaties met elkaar totstand brengen. Gemeenschapis dan minder een idee maarvooral een concrete interactieverbonden aan ‘het leven

zoals het is’.Te vaak vergeet men dat ge-meenschap niet kan losge-koppeld worden van eenreële sociale basis, zelfs al isdeze op het eerste zicht ergbanaal en eenvoudig. Kunst-schilder Henri Matisse herin-

nert ons eraan: « les chosessimples sont difficiles à expli-quer ». Eenvoudige dingenkunnen een erg complexestructuur vertonen. In gemeenschapsprojectenhoeven ze niet onderge waar-deerd te worden. >>>

Page 20: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

20

L O C U S

Volgende uit-het-leven- ge-grepen situatie op tram 12 inAntwerpen illustreert dat deopeenvolging van erg kleineinteracties niet zo banaal isals we op het eerste zichtzouden vermoeden.

De kracht van interactie De situatie: een volle tram opwoensdagmiddag met eenmeerderheid aan scholierentussen twaalf en zestien. Ze zijn erg luidruchtig ennemen het territorium in. Aande deur zit een Vlaamse jon-gen met een asymmetrischpunkkapsel. Hij heeft langeuitstekende piekjes haarnaast zijn oren. Een Marok-kaanse jongen van rond deveertien, die aan de anderekant van de tram zit, roept‘Juif’ naar hem. De Vlaamsejongen zegt niet veel, pro-beert zich terug te trekken enkijkt de andere kant op.

Eén van de Vlaamse jongensachteraan in de tram geeft eenandere Vlaamse jongen eentik tegen het hoofd zodat zijnpet wordt afgerukt, een bijko-mende tik zorgt ervoor dat depet net door het raampje kanen midden op straat belandt.De jongen van wie de pet is,springt overeind, begint zijnbelager af te ranselen en stoptdan snel om onmiddellijk denoodrem te grijpen. Middenop het kruispunt nabij het Antwerp Stadion… Hoewel andere reizigers vande scholieren weinig geweld-dadigs te vrezen hebben, eigenen de scholieren zich deruimte van de tram in zosterke mate toe, dat er - figuurlijk en soms letterlijk - ,weinig ruimte blijft voor an-deren. Reizigers proberencontact te vermijden en som-mige ouderen voelen zich on-veilig. Anderen zuchten energeren zich hoorbaar. Aan de volgende halte stapteen oude vrouw op in het ge-zelschap van haar wit straat-hondje. Ze is gekleed in eenstretchbroek, een rode ano-rak en een purper doekje -geknoopt zoals bij een boe-rinnetje – en heeft een brille-tje boven op haar hoofd.Terwijl ze instapt, zegt zezelfzeker: ‘Schuif eens op, ikmoet er ook nog bij.’ Reizi-gers aan de middendeur zijnverrast door dit assertief ge-drag, kijken onmiddellijk weg

en proberen de vrouw te ver-mijden. Ze vormt echter geenbijkomend probleem want zeknoopt spontaan een ge-sprek aan met Marokkaansemeisjes in hun schooluniformaan de middendeur. ‘Er isniet veel plaats hé,’ zegt ze,,maar ja, dat is normaal: hetis woensdag. ‘t Is met deschool hé, dat kan niet an-ders.’ De meisjes knikkenvriendelijk terug.Vervolgens begint ze te pra-ten met een jonge Marok-kaanse vrouw, gekleedvolgens de laatste mode, dieinlevend reageert. De reizi-gers aan de middendeurglimlachen naar elkaar enkijken toe hoe de oude vrouwzich verplaatst en nu voor hetMarokkaanse duo staat vanwie één ‘Juif’ riep naar depunkjongen. Ze kijkt hemaan en zegt: ‘Zeg, laat mijdaar eens zitten, ik mag daartoch zitten, hé?’ Een aantalreizigers kijken nauwlettendtoe wat er gaat gebeuren. De jongen aarzelt even maarstaat zijn zitplaats aan devrouw af. Terwijl ze gaat zit-ten, lacht ze breed naar dekijkers rond haar en start eenconversatie met het Marok-kaanse duo. Ze knikkenvriendelijk. De tramreizigersslaan de vrouw gade, begin-nen te lachen en praten kortover deze babbelziekevrouw. Achteraan knoopt eenman van middelbare leeftijd

tip1Look and feel. Feel the look.

Wat mensen zeggen,

weten we al.

Wat leren we

als we mensen kijken…

Page 21: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

21

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

in kostuum een gesprek aanmet één van de voorheenvechtende Vlaamse scholie-ren, hij wijst ondertussennaar de pratende oudevrouw. Een oudere man metdonkere huidskleur knikt in-stemmend bij wat deVlaamse man zegt…

Kleine investeringen,grote gevolgen‘Simpelweg gemeenschap’betekent niet dat we eeneigen ‘culturele sector’-versievan ‘Op zoek naar Maria’ –het programma op VTM -moeten organiseren waarbijin plaats van naar een musi-calster naar een praatziekoud vrouwtje met straat-hondje dient gezocht om te flaneren in de bibliotheek of het cultureel centrum. Wat deze situatie ons wéltoont is dat kleine investerin-gen grote gevolgen kunnenhebben en dat de kracht vangemeenschap in spontaneï-teit ligt. De small talk van deoude vrouw verandert desfeer in eerste instantierondom haar maar gaande-weg verspreidt de impact

ervan zich over de hele tram.De vrouw is geen onafhanke-lijke actor die heeft beslisthoe anderen zich moeten gedragen en heeft het gedragvan anderen ook niet willenreguleren. De agressieve col-lectieve sfeer is niet verdwe-nen via een externegezags figuur. Via haar vluch-tige contacten die vervolgensinpluggen op andere kortdu-rende interacties is er eenovergang van een oude situa-tie - een collectief agressievesfeer - naar een nieuwe - eencollectief aangename sfeer.Het probleem wordt van on-deruit opgelost. Lokale inter-acties kunnen een grootbereik hebben.

Anders kijkenHet leven zoals het is, vormteen inspiratiebron en com-plex knooppunt voor ge-meenschapsvorming endwingt ons er (anders) naarte kijken. De gemakkelijksteweg om het alledaagse levenin rekening te brengen is viawat mensen zeggen. Maarverbale respons op een ant-woord leert vaak niets overhet alledaagse gedrag. Enhet is nu net in het doen dat‘het kleine ontmoeten’ zichschuilhoudt.Over kleine en banale con-tacten wordt immers niet ge-praat. Het zijn dingen die wegewoon doen.‘Some things are better leftunsaid,’ zong Annie Lennox.Alledaagse details stimule-ren ons om gemeenschapcreatief te herdenken ennieuwe sterke verhalen teschrijven. Meer zelfs, zonder ‘gemeenschap simpelweg’ zouden er geen sterke verhalen zijn.

tip 2Walking and talking small.

Combineer gespecialiseerde deep talk

met flanerende small talk.

tip 3 Think small.Word gevoelig voor details.

Gebruik ze om het geheel te herdenken.

Page 22: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

22

L O C U S

Cultuur zet markt op de kaart

De heraanleg van een marktplein is doorgaans een zaak

van openbare werken, ruimtelijke ordening, mobiliteit.

In Torhout trekt Het Cultuurpunt het proces dat in 2015

moet leiden naar een grondig vernieuwd stadscentrum.

De inwoners krijgen een belangrijke stem in het traject.

Torhout Markt

Page 23: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

23

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

Torhout, een stad van 20.000 inwoners, zag inde jaren negentig van de vorige eeuw de treinvan de vernieuwing aan zich voorbijgaan. Gro-tere steden in de omgeving zoals Roeselare,Brugge en Oostende profileerden zich heelsterk en drumden Torhout weg. Toen ook hétuithangbord Rock Torhout in 1998 ophield tebestaan, groeide het besef dat er iets moest ge-beuren om de stad weer in beweging te krijgen.De centraal gelegen Markt was symptomatischvoor de stilstand van Torhout. Het was en isnog steeds een versnipperd plein dat heel veelfuncties vervult. De ruimtebeleving is vrij nega-tief. Maar in vergelijking met vijf jaar geleden iser al veel veranderd, in de hoofden van de in-woners en van de bestuurders van de stad.

ZuurstofHet cultuurbeleidsplan van 2004 gaf de aanzetom over de toekomst van de Markt na te den-ken, met het oog op het bewaren van het erf-goed maar ook om ervoor te zorgen dat mensenzich weer goed zouden voelen op het markt-plein en in de stad. Er werd een proces op ganggebracht -Zuurstof voor de Markt- waardoorcultuur niet enkel zou ‘inbreken’ in dit verhaalvan planologen maar er zelfs de trekker van zouworden. Cultuurbeleidscoördinator MichielMestdagh: ‘We lijnden twee hoofddoelstellin-gen af voor het project. Eén, we wilden deMarkt stimuleren als leef- en ontmoetings-plaats in de binnenstad. Twee, we wilden eensoort van centrifugerend denken ontwikkelendoor vertrekkend van de Markt een positieveolievlek te creëren die motiveert en stimuleerttot in de buitenwijken van de stad.’Eerst werden de geschiedenis van de Markt enzijn vele functies in kaart gebracht. Vervolgens

voerde Het Cultuurpunt (de cultuurdienst) eind2005 samen met de Artevelde Hogeschool eengrote enquête uit over de Markt. Zeventig pro-cent van de respondenten bleek de Markt maarniets te vinden. Het Cultuurpunt tekendedaarop een traject uit waarbij in een eerste faseinspanningen zouden worden gedaan om debetrokkenheid van de inwoners bij de herin-richting van de Markt te vergroten. Dat debat ende ideeën die eruit voortvloeiden, zouden danin de tweede fase dienen als input bij het daad-werkelijk aanpakken van de Markt. Het projectkreeg een stuurgroep van politici en ambtena-ren, en een klankbordgroep van gedreven, on-afhankelijke inwoners met een creatieve geest.

MassaontbijtMet Het Cultuurpunt als motor werden op deMarkt en in het stadscentrum tientallen initia-tieven ontplooid. Een van de succesvolle pro-jecten is het jaarlijkse ontbijt op de Markt, opeen zondagmorgen halfweg augustus. In 2006kwamen er 600 inwoners op af, in 2009 scho-ven al 2500 mensen aan de lange tafels aan.‘Mensen zijn net terug uit vakantie, het open-baar leven komt weer op gang. Het ontbijt is deideale manier om bij te praten,’ zegt MichielMestdagh. ‘Er zijn geen gereserveerde plaat-sen, iedereen schuift bij iedereen aan. Aan deontbijttafel zijn al jarenlange ruzies bijgelegd.De brandweerlieden moesten al twee keer hals-overkop hun pistolets laten staan om uit te ruk-ken. Zo’n gebeurtenissen scheppen verhalenen verhalen binden mensen.’ Bij een ontbijt hoort uiteraard een ontbijtkrant,over Torhout en over de planning voor de her-aanleg van de Markt. Op de achterzijde van dekrant kan iedereen tekenen hoe hij of zij de toe- >>>

Page 24: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

24

L O C U S

komstige Markt ziet. Het Cultuurpunt kreeg eenvijftigtal voorstellen binnen. Een ander project, de ‘pillewizzer’ of de rich-tingaanwijzer, nodigt inwoners uit ideeën envoorbeelden uit het buitenland aan te dragen.En zo sturen Torhoutenaren vakantiefoto’s ofpostkaartjes naar Het Cultuurpunt met alleswat volgens hen bruikbaar kan zijn voor de aan-pak van hun Markt. Dat kan een mooie fonteinzijn of een aangenaam plein, maar ook zottekiekjes worden opgestuurd van Torhoutenarenin badpak met de vraag een strand aan te leg-gen in hun thuisstad. Hoe dan ook, elke fotobewijst dat mensen ook tijdens hun vakantieover de Markt praten.

Rock TorhoutGedurende drie zaterdagen in de zomervakan-tie werd samen met de jeugd- en de sportdiensthet idee van speelstraten overgeheveld naar deMarkt. Kinderen eigenden zich het marktpleintoe en maakten duidelijk dat bij de herinrich-ting ook met hen rekening gehouden moet wor-den. Ook met groen en kunstwerken werdenproefopstellingen gemaakt op de Markt.Elke eerste zondag van de maand organiseertHet Cultuurpunt geleide themawandelingen inhet stadscentrum onder de naam ‘Straatloper’.Gemiddeld komen een 25-tal geïnteresseerdenopdagen, met pieken tot 80 deelnemers. Daar-bij aansluitend werden wandel- en fietsroutesopgebouwd die starten op de Markt.In 2006 werd een project rond erfgoed opgezet.Bij bepaalde sites en gebouwen werd een zig-zagbord geplaatst, een foto van hoe de plek ervroeger uitzag met historische uitleg. Je kreegin één oogopslag een beeld van vroeger en nu.De voorlopige borden bleven gedurende driejaar staan, nu zijn er middelen in de begrotingingeschreven om nieuwe, duurzame borden telaten aanmaken. Naar aanleiding van Gedichtendag verschenengedichten aan de vensters van huizen in het

stadscentrum. Dat proefproject leidde tot eenpoëzieroute die op 8 november 2009 werd inge-wandeld. Op 22 plaatsen in een straal van 150meter rond de Markt hangen gedichten van be-kende dichters en van Torhoutenaren. Er werdook een poëziewedstrijd uitgeschreven. De driewinnaars en hun gedicht werden op doek gezet.Die doeken werden in de zomer van 2009 opge-hangen aan een blinde muur van het stadhuis.Regelmatig worden concerten georganiseerdop de Markt. Het idee om de draad van RockTorhout weer op te pikken, wordt in 2010 werkelijkheid dankzij de steun van een privé-investeerder. Het Cultuurpunt bracht drie brochures uitwaarin bekende mensen die hun jeugd in Tor-hout doorbrachten een stukje schreven over de stad en hun leven daar. Michiel Mestdagh: ‘Inwoners weten dikwijlsniet meer dat bijvoorbeeld De Standaard-hoofdredacteur Peter Vandermeersch, regis-seur Dirk Tanghe of stripfenomeen Herr Seelevan Torhout afkomstig zijn. Zij schrijven posi-tief over de stad. Met al die projecten en evene-menten proberen we het negatieve beeld vanTorhout te verjagen. Hier is veel mogelijk, hierkan iets veranderd worden, dat is de bood-schap.’

PortfolioBij de gemeenteraadsverkiezingen van 2000stond de toekomst van de Markt in geen enkelverkiezingsprogramma. Het was voor het eersteen agendapunt zes jaar later. En nu al staatvast dat de herinrichting in het beleidsplan vande volgende bestuursploeg staat. De Marktmaakt echter deel uit van een groter geheel. In2008 is beslist om een nieuw stadskantoor tebouwen in het stadspark, op ongeveer 300meter afstand van de Markt. De bouw begint in2010 en moet in 2012 afgerond zijn. Alle stads-diensten verhuizen dan naar de nieuw bouw. DeIn- en Uitwinkel blijft als centraal infokantoor in

Page 25: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

25

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

het huidige stadhuis op de Markt.Vanaf 2013 is dan de Markt aan de beurt, deaanleg zou in 2014-2015 gebeuren. Uiteraardmoet ook de verbinding tussen het nieuwestadskantoor, het OCMW, het cultureel centrum,de Markt en verderop het station herzien wor-den. Dat moet één vloeiende beweging worden.Alle activiteiten van de voorbije jaren resulteer-den in heel wat ideeën en voorstellen over deMarkt en het stadscentrum. Zij zullen samen

een portfolio vormen die meegenomen wordtbij de plannen voor de herinrichting. Michiel Mestdagh: ‘De tafel raakt stilaan gevuld. Wehebben in beeld gebracht wat de Markt vroegerwas en wat hij nu is. We denken samen met de inwoners na, we dromen samen over wat de Markt en omgeving kunnen zijn ofworden. Daaruit kunnen dan de komende jarende uiteindelijke keuzes groeien over de defini-tieve invulling van het stadscentrum.’

Michiel Mestdagh over gemeenschapsvorming‘Je moet eerst een gemeenschappelijke richting bepalenen er dan zoveel mogelijk mensen bij betrekken. Wewisten dat werken rond de Markt een goed idee wasomdat iedereen bezig is met zijn leefomgeving. We heb-ben mensen samengebracht. En diensten die elkaarvroeger niet kenden, werken nu samen. Ook dat is ge-meenschapsvorming.’

Page 26: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

26

L O C U S

Dinsdag in Asse, marktdag.Maar ook Destdagcafé in ’t Smiske. In de voormaligesmidse knettert het haard-vuur, het café zit afgeladenvol met dames en heren vaneen zekere leeftijd. Ze pratenover hun kinderen, over huntuin, over het weer, overAsse. Op zich is het best welmerkwaardig dat al die men-sen hier elke dinsdagmorgensamenkomen. ’t Smiske is al-lesbehalve een trendy café oftaverne. Af en toe moet er aleens een stoel aan de kant

worden geschoven omdat hijniet al te stevig meer op zijnvier poten staat. De tafelszijn overschotjes van elders.De vloer is nog die van deoude smidse. Het is er nietbepaald warm, de meestegasten houden hun jas aan.Wat geeft ’t Smiske dan datbeetje extra? De ongedwon-gen sfeer, de democratischeprijzen, de vier vrijwilligersdie voor de bediening zor-gen, de zelf gemaakte soep,de zelf gebakken taart, destevige boterham met hoofd-

Page 27: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

27

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

Asse ’t Smiske

Een huis vanvertrouwen

In folkmiddens is ’t Smiske in Asse een begrip.

De winkel en de optredens trekken

mensen aan uit heel Vlaanderen.

Een ander deel van de werking van

het kunstencentrum is sterk gericht

op de plaatselijke bevolking.

vlees en mosterd. En zondertwijfel ook de filosofie van ’t Smiske en zijn - al zal hij datwoord zelf niet graag horen -bezieler Reinout Keymolen.‘ ’t Smiske wil een open huiszijn, een ontmoetingsruimte.We zijn een kleinschalig kun-stencentrum. We vervangengeld en economie door goes-ting, graag doen, verant-woordelijkheid opnemen. Webrengen muziek, theater, eenquiz als middelen om elkaarte ontmoeten. Cultuur heeftvooral een sociale functie.’

Folk en wereldmuziekReinout Keymolen heeft zijngrootvader en zijn oom nogaan het werk gezien in desmi dse. Het gebouw kreegnadien verschillende anderefuncties tot hij er in 2000 metde hulp van een heleboelvrien den ’t Smiske opende. In eerste instantie als eenplek waar folk en wereldmu-ziek een podium kregen. Devoorbije jaren stond iedereendie in Vlaanderen iets bete-kent in die muziekgenres ophet podium in ’t Smiske.

Hun gage? De inkomgeldenvan de concertgangers. Opvrijdag- en zaterdagavondzijn er nog vaak optredens:muziek in zijn pure vorm, zon-der belichting, low budget,voor een warm kennerspu-bliek. Aan het café hangt folk-corner Den Appel vast, eenwinkel met de grootste collec-tie folk en wereldmuziek in deBenelux, en met een eigenplatenlabel ‘Appel Rekords’. ’t Smiske heeft door de jarenheen zijn muziekhorizon ver-ruimd. Zo is er één keer per >>>

Page 28: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

28

L O C U S

maand een Jazzcafé van demuziekscholen van Sint-Aga-tha-Berchem en Asse. Er iseen avond Vlaamse Klei metNederlandstalige muziek,maandelijks krijgt een buiten-landse groep een podium. In’t Smiske wordt ook elkemaand een volksbal georga-niseerd. Jeu de Bal laat dezaal telkens vollopen metjong en oud.

Vijftig sleutelsMaar er is meer dan muziekop vrijdag en zaterdag, elkedag is er wel iets te doen. Op dinsdagmorgen is er hetDestdagcafé. ’s Avonds is ercafé Kom Binnen in samen-werking met Arch’educ, devolkshogeschool van Halle-Vilvoorde. Kom Binnen is eenmulticultureel praatcafé waarenkel Nederlands wordt ge-sproken. Dat leidt tot boei-ende ontmoetingen vanbijvoorbeeld ingeweken Congolezen met een ex-koloniaal. Eens om de veertien dagenop donderdagmiddag komen

mensen met een mentalehandicap van het woonon-dersteuningscentrum TerLinde in ’t Smiske koken voorhet gemeentepersoneel. En sinds kort is ’t Smiske opzondagavond open als ge-woon café. Vooral jongerenkomen er op af waardoor devzw aansluiting vindt bij eennieuwe generatie.

Daarnaast zijn er de niet-we-kelijkse activiteiten. Zo is erelke maand het Klapcafé,een rustig avondje pratenmet vrienden rond het smid-sevuur. Ook verenigingen ende cultuurraad van Asse ver-

▲ Maria en haar man hadden vroeger een grote boerderij. Maria heeft altijd

veel gezongen en piano gespeeld. Maar ophet appartement waar ze nu woont, is er geenplaats meer voor een piano. Nu ze een sleutel

heeft van ’t Smiske, kan ze komen spelenwanneer ze maar wil.

Page 29: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

29

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

gaderen regelmatig in ’t Smiske of zetten er een activiteit op. Wie een quiz wilorganiseren, moet niet ver-der zoeken naar een locatie.De eigen toneelgroep Asteek,Asses Teejater Kollectief,brengt elk jaar een eigenstuk.

Reinout Keymolen: ‘Soms zetik zelf dingen in gang. Zo wilik de komende jaren meerdoen rond milieu en nieuwemanieren van leven en sa-menleven, die thema’s hou-den me erg bezig. Maar vaakbrengen vrijwilligers ideeënaan. Ik laat hen doen, ik sti-

muleer en enthousiasmeer.Is het een goed initiatief, danworden er wel voldoendemensen gevonden om het tedoen groeien. Zoniet ver-dwijnt het vanzelf. Van veelactiviteiten die hier door-gaan, trek ik me niets aan. ’t Smiske staat open voor iedereen die zich goed voeltin onze werking. Ik denk dater wel vijftig sleutels van devoordeur in omloop zijn. Ver-trouwen is heel belangrijk.’

Vlaamse steunDe gemeente Asse steunt ’t Smiske logistiek, met hetverzorgen van drukwerk of

het nemen van fotokopieën.Sommige vrijwilligers dienenvoor een bepaalde activiteiteen subsidiedossier in bij degemeente, anderen doen dat niet.

De vzw is sinds enkele jarenerkend door de Vlaamse Ge-meenschap. De subsidiesmaken het werken iets mak-kelijker: zo is Reinout Key-molen deeltijds in dienst van‘t Smiske, een vriend werktdeeltijds voor Den Appel. Maar essentieel zijn de centen niet, ook zonderVlaamse steun zou ’t Smiskeblijven draaien.

Reinout Keymolen over gemeenschapsvorming‘Over gemeenschapsvorming zijn al veel theorieën de wereld ingestuurd.Al die modellen zijn niet mijn ding. Ik geloof niet in het opzetten van aller-lei structuren. Voor mij groeit gemeenschapsvorming uit een gevoel vannoodzaak bij de mensen zelf. Wijkcomités bijvoorbeeld komen op die ma-nier tot stand en zijn heel belangrijk voor de gemeenschap. Als mensenelkaar leren kennen en het gevoel hebben dat ze er niet alleen voor staan,krijgen ze energie van de anderen en worden ze veerkrachtig. Spontaneontmoeting is voor mij essentieel in gemeenschapsvorming.’

Page 30: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

i30

L O C U S

De drie privileges vanhet kleine ontmoeten

Mensen zoeken – vaak onbewust – naar bruggen om elkaar te ontmoeten.

Drie grote tendensen zijn daar grosso modo in te herkennen.

Gemeenschap stichten kan op basis van homogeniteit waarbij duurzame

en diepgaande bindingen in een nieuwe groep van gelijken worden

verankerd. Gemeenschap kan ook ontstaan op basis van herkenbaarheid.

Het veiligheids- en leefbaarheidsgevoel is veelal sterk verbonden met

het doorbreken van anonimiteit en het verhogen van familiariteit.

Ten slotte is er de lichte gemeenschap, waar verbondenheid ontstaat door

concrete momenten van - vaak toevallig – samenzijn. In dat kleine ontmoeten

liggen belangrijke kansen voor de gemeenschapsvormende praktijk.

Ruth Soenen

Page 31: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

i31

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

In het denken over gemeenschap ligt het ac-cent vooral op duurzame en diepgaande bin-dingen tussen mensen die elkaars gelijken zijn.Zo voelen mensen zich meer verbonden met an-deren die ook vegetariër, zelfstandige, moslim,Limburger, universitair of De Standaardlezerzijn. Relaties met gelijken zijn belangrijk voorons sociaal welbevinden en voor het krijgenvan sociale steun. Typerend voor dit traditio-nele gemeenschapstype is dat we duurzaam er-varingen met elkaar delen. Een nieuwe groepvan gelijken creëren is het streefdoel. Er wordtvooral aan de relaties binnen de groep gewerktof in de woorden van de ondertussen veel geci-teerde Amerikaanse professor Putnam: erwordt aan ‘bonding’ gedaan. Dit type gemeen-schap wordt gekenmerkt door homogeniteit.

Professionals grijpen naar deze versie van ge-meenschap als ze de groepssolidariteit willenbevorderen. Vooral bij maatschappelijke min-derheden zoals migranten, vrouwen, armen,homo’s, kinderen en jongeren gaat men er vanuit dat ‘bonding’ een noodzakelijke voorwaardeis voor wat Putnam ‘bridging’ noemt. Groependienen eerst intern versterkt vooraleer ze rela-ties kunnen aangaan met anderen. Met anderewoorden: homogeniteit is een voorwaarde voorde omgang met diversiteit.

Anonimiteit versus intimiteitEen andere versie van gemeenschap is geba-seerd op herkenbaarheid en vinden we in hetwerkveld vooral terug bij thema’s zoals veilig-heid en leefbaarheid in dorpen en stadswijken.Het bevorderen van gemeenschap betreft hierhet verhogen van herkenbaarheid. Zijn er nogvoldoende mensen in onze omgeving die we opzijn minst van gezicht kennen en op wie we, in-dien het nodig zou blijken, een beroep kunnendoen? Er is met ander woorden een bepaaldemate van familiariteit nodig. Technologische

vernieuwingen, om één reden te noemen, zoalsde auto, het internet en de televisie hebben hetbuurtgebruik volgens wetenschappers doen af-nemen. Het herstellen van de publieke familia-riteit is dan ook van belang.

Buurt- en wijkwerk hanteert dit gemeenschaps-type voor het werken aan burenrelaties om zode leefbaarheid op de straat en op het plein testimuleren. Via het herwaarderen van wijkagen-ten, het invoeren van buurttoezicht en het wer-ken met stewards op het openbaar vervoerwillen professionals het vertrouwen in de sa-menleving herstellen. Er wordt heel wat ver-wacht van deze dosis bekende gezichten.

Een zekere mate aan familiariteit geeft demeesten onder ons inderdaad een comfortabelgevoel. Bij dit soort van gemeenschap dientanonimiteit gebannen. Vaak situeert de oor-zaak van het probleem zich echter niet in deanonimiteit maar in het domein van de intimi-teit. Zo speelt fysiek geweld in de publiekeruimte zich vooral af tussen bekenden en niettussen onbekenden. Ouders hebben angst datvreemde mannen hun kinderen op straat mis-leiden maar vergeten dat vooral hun eigenvechtscheiding nefast is.

Dit type gemeenschap gebaseerd op herken-baarheid is in eerste instantie niet gericht ophet installeren van een nieuw groepsbesefmaar wil vooral de zogenaamde anonimiteitdoorbreken. Wanneer mensen elke dag naardezelfde bakker gaan of elke dag dezelfderoute naar het werk nemen, kunnen hun kleinegestes en small talk met passanten transforme-ren in meer diepgaande bindingen. Denken webijvoorbeeld aan stamgasten in het café, ou-ders aan de schoolpoort en pendelaars op detrein. Gemeenschap op basis van herkenbaar-heid kan omslaan in gemeenschap op basis

>>>

Page 32: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

32

L O C U S

van homogeniteit, zij het in een minder duur-zame versie. We spreken dan van een quasi ge-meenschap. Wanneer men van werk of vanschool verandert of de bakker gaat op de fles,worden deze groepen immers ontbonden.

Samenbrengen én scheidenLichte gemeenschap vormt een derde type datwe vooral in de alledaagse realiteit vinden entot nu toe minder in sociale en culturele initia-tieven. Deze versie baseert zich op de wereldvan het kleine ontmoeten. Lichte gemeenschapbetreft steeds een tijdelijk samen zijn waarbijde creatie van een nieuwe ‘wij’ niet aan de ordeis, maar waar het delen - ook al is het maar voorheel even - van ervaringen centraal staat.

Zo stelt de minder bekende antropologe Finne-gan in haar analyse van diverse lokale muziek-groepen - fanfares, rock en roll bands, jazzbands,…- in Engeland dat deze groepen geentraditionele gemeenschap vormen. De ledenervan ontwikkelen immers geen duurzame enintieme banden met elkaar. Sommigen partici-peren omdat het een familietraditie is. Anderen komen alleen voor de muziek maardelen een lift om er te geraken, of raken aan de praat met iemand tijdens de pauze. Dezeamateurmuzikanten worden niet verenigd doorgemeenscha ppelijke visies, emoties of religi-euze en morele waarden. Ze zijn verbondendoor een concreet moment van samen musice-ren. In dergelijke groepen kunnen nieuw ont-wikkelde sociale relaties zich verderontplooien, zoals een gesprek met een onbekende in een winkel met wie we gaande-weg bevriend raken. Het geeft mensen de mogelijkheid om sommige persoonlijke relatiesnaar een andere context mee te nemen, andererelaties achter te laten of eerdere sociale rela-ties nieuw leven in te blazen. Gemeenschap be-treft hier een proces van mensen afwisselendsamenbrengen én scheiden.

Heen en weerDeze gemeenschapsvorm richt zich op losserebindingen tussen mensen. Lossere bindingenzijn niet beter of slechter dan duurzame bindin-gen. Deze kleine en vluchtige contacten hebbenwel meer transformatiemogelijkheden. Zo kaneen vluchtig contact met een onbekende ouderaan de speeltuin uitmonden in een ernstig ge-sprek over de opvoeding van kinderen maar devolgende keer kunnen we deze ouder evengoed vermijden.

In de wereld van het kleine ontmoeten kunnenwe zonder conflict heen en weer tussen vermij-den en ontmoeten, iets wat bij sterke, intiemebindingen altijd leidt tot conflicten. Privilege nr. 1 van het kleine ontmoeten is dan ook hetheen-en-weer’ gehalte ervan. Het werken aanlichte gemeenschap wordt gekenmerkt door‘en-en’, door het aanbieden van ontmoeting envermijding, van een tijdelijk en duurzaamsamen zijn, van een samen zijn met gelijken enmet anderen.

Page 33: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

33

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

Kliekjes voorbijPrivilege nr. 2 van lichte gemeenschap is dat zede negatieve neveneffecten van de traditionelehomogene gemeenschap kan neutraliseren.Permanente groepsvorming zoals bij een homo-gene gemeenschapsversie brengt naast inclusievan gelijken ook steeds uitsluiting van anderenmet zich mee. Het onderscheid tussen wij en zijis immers prioritair. Dergelijke gemeenschaps-vorming kan dus ook racistische bewegingen encriminele jongerenbendes verantwoorden. Zelfsprogressieve organisaties en groepen die aansociale verandering werken, drijven vaak wegvan openheid en diversiteit. Deelname aan der-gelijke groepen veronderstelt vaak wederzijdseidentificatie en vriendschappen. Er ontstaat eenkliekjesatmosfeer zoals dat ook mogelijk is bijhabitués in bepaalde volkscafés of buurthuizen.Om meer ruimte te laten voor anderen in het ge-meenschapswerk, is het doorbreken van de alte vanzelfsprekende chronologie van bondingnaar bridging noodzakelijk. Homogene groeps-vorming kan noch een vertrekpunt noch een

eindpunt zijn maar dient ingebed te worden inhet breder decor van lichte gemeenschap. Dezegemeenschapsversie laat homogene gemeen-schap toe - wat omgekeerd niet het geval is - enwordt dus niet gekenmerkt door uniformiteit. Er zijn immers verschillende gemeenschapsver-sies voorhanden. Het kleine ontmoeten in treinstations, op bus-sen en trams, in supermarkten en grote sport-complexen,…wordt gekenmerkt door spontaneontmoetingen met anderen die van ons verschil-len. Lichte gemeenschap betekent dan ook eenbreed en divers publiek samenbrengen.

Breed en divers publiekEen aanbod samenstellen voor een verscheidenpubliek is veel moeilijker dan dat te doen vooreen homogeen publiek. Werken voor een grooten verscheiden publiek wordt echter snel ver-eenzelvigd met massaproductie, lage kwaliteit,banaliteit, routines en goedkoop vertier. Dus:iets waar sociale en culturele professionals zichvaak heel ver weg van willen houden. Het berei-ken van een breed en divers publiek enkel voor-behouden aan commerciële instellingen isnochtans een spijtige en niet-productieve zaak.Een breed en divers publiek samenbrengen isimmers ook privilege nr. 3 van lichte gemeen-schap. Hier ligt een taak voor cultuurwerkers:hoe kunnen zij lichte gemeenschap een plaatsgeven en bijgevolg mensen de vrijheid biedenom de andere spontaan en vrijblijvend te ont-moeten? In het stellen van de vraag schuiltzowel kracht als relativering: cultuur kannieuwe werelden openen – dus ook ontmoetingstimuleren. Dat is een kracht. De relativeringschuilt hierin dat het niet haar eerste opdrachtis dat alle Menschen Brüder worden. Maar àlshet hier en daar dat gevolg kan hebben, dan isde maatschappelijke relevantie van gemeen-schapsvorming binnen cultureel werk bewezen.

Ruth Soenen, Het kleine ontmoeten. Over het sociale karakter van de stad, Antwerpen, Garant, 2006.

Page 34: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

34

L O C U S

In de brouwerij Wielemans-Ceuppens in Vorst wordtsinds 1988 geen bier meergebrouwen. De herbestem-ming van de gigantische sitegebeurt met Europees geld,van het Urban II-programma.Een voorwaarde voor de Eu-ropese financiering is dat inde gebouwen functies wor-den ondergebracht die ietsbetekenen voor de buurt ende buurtbewoners. Het Blom-megebouw is na grondige re-

novatie omgeturnd tot Wiels,Centrum voor HedendaagseKunst. Het Brassgebouw ervlak naast, zo heeft de ge-meente Vorst beslist, moet inhet teken van multimediakomen te staan, van digitaalleren voor de buurt en dehele gemeente. Op de eerstetwee verdiepingen komt eenFranstalig cultureel centrum,die werken schieten maartraag op. Bli:b, de Neder-landstalige bibliotheek op de

Page 35: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

35

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

Geen doorsnee bib

Op de tweede verdieping van

het Brassgebouw in Vorst vind je

misschien wel de meest atypische

bibliotheek van Vlaanderen en Brussel.

De buurt waarin ze ligt, was bepalend

voor de inrichting en de collectie,

en stuurt mee de activiteiten die in

de bibliotheek plaatshebben.

tweede verdieping, opendein februari 2009.

OpenheidVanaf de straat is de visibili-teit van bli:b beperkt tot en-kele stickers op de voordeur.Van een brievenbus, een vlagof een uithangbord geenspoor op het beschermde ge-bouw. En zo lang het cultu-reel centrum nauwelijks ietsvoorstelt, kan ook dat nietals trekker fungeren. Dat de

bibliotheek het met 500leden meer dan drie keer zogoed doet dan het vroegereVorstse filiaal van de Hoofd-stedelijke Bibliotheek, heeftze aan zichzelf en de mond-tot-mondreclame te danken.Wie zich één keer via eenhalve bouwwerf met de trapof de lift een weg heeft ge-baand naar de tweede ver-dieping, weet dat het deinspanning waard is. Devoormalige industriële ruim -

te met zijn zuilen en hogeramen blijkt uitermate ge-schikt om er een bibliotheekin onder te brengen. Of betergezegd, om er deze biblio-theek in onder te brengenwant bli:b is geen gewonebib. Centraal in de ruimtestaan twee lange tafels metenkele computers. Linksdaarvan enkele rekken entafels voor de non-fictie.Rechts de collectie fictie enstrips, en de zeer ruime kin-

Vorst Bli:b

>>>

Page 36: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

36

L O C U S

derhoek. Tegen de murenwerden hier en daar nog en-kele tafels met computer ge-plaatst. Wat meteen opvalt, isde leegte (in de positieve zinvan het woord), de openheid:dit is een ruimte en een col-lectie die je kunt bevatten,die uitnodigt tot verkenning.

WijkanalyseBibliothecaris is buurtbe-woonster Leen Gyselinck. Ze heeft geen bibliotheek-achtergrond maar als filoloogklassieke talen heeft ze uiter-aard wel iets met boeken. In haar vorige baan was ze tv-regisseur. Ze maakt ook ex-perimentele video’s. Dievaar digheden sluiten nauwaan bij de opzet van een niet-alledaagse bibliotheek waarhet sociaalartistieke en het

multimediale veel aandachtmoeten krijgen. Toen LeenGyselinck in mei 2008 aanhaar opdracht begon, was erbehalve een locatie voor debib nagenoeg niets. De eer-ste stap die ze zette, was eenwijkanalyse. Ze ging langs bijalle buurtorganisaties, bij descholen, het jeugdhuis, hetvrouwenhuis om naar hunverwachtingen te peilen. Ze koppelde die vaststellin-gen aan officiële cijfers overde bevolkingssamenstelling.‘Dit is een historische, dicht-bevolkte arbeiderswijk,’ zegtze. ‘In de huisjes waar vroe-ger de werknemers van debrouwerij en andere fabrie-ken woonden, vind je nu veelnieuwkomers. Vooral van Ma-rokkaanse origine, meer re-cent ook uit landen van

Oost-Europa. Ongeveer 30 procent van de bewonerskennen Nederlands. De voor-bije jaren kwamen ook jongeVlamingen, kunstenaars enintellectuelen, in de wijkwonen. Maar dit blijft eenkansarme buurt met lage in-komens en een hoge werk-loosheid, zeker bij de velejongeren.’

Digitaal aan de slagUit de wijkanalyse bleek dat80 procent van de buurtbe-woners geen computer inhuis heeft en 90 procentgeen internetverbinding.Daarom legt de bibliotheeksterk de klemtoon op het di-gitale. De missie van elke bibom toegang te verschaffentot kennis en cultuur werd di-gitaal vertaald. Dit betekentdat hard- en software, foto-toestellen en filmcamera’swerden aangekocht. Bli:b –

▲ Enkele jonge Franssprekende gezinnen in Vorst laten hun kinderenschoollopen in het Nederlandstalige onderwijs. En dan komt een papa met zijn

dochter een hele namiddag boekjes lezen in de bib.

Page 37: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

37

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

overigens de benaming vaneen elektronisch signaal invideo en elektronische mu-ziek - heeft momenteel zescomputers staan, er komener nog bij. De foto- en video-camera’s zijn besteld. Na-tuurlijk is het de bedoelingdat mensen uit de buurt metdat materiaal aan de slaggaan. Zo zal volgende zomereen workshop voor jongerenworden georganiseerd. Nietom hen te tonen hoe internetwerkt maar wel om hen crea-tief aan het werk te zetten,het sociaalartistieke aspectvan de bibliotheekwerking.Ze zullen bijvoorbeeld eenkrant maken over hun buurten leefwereld waarbij zeleren omgaan met de camera,met grafische computerpro-gramma’s, waarbij ze lerenhoe ze een foto of een filmpjeop het internet zetten. Danzal ook La Place, een onder-

deel van de website van debib, geactiveerd worden. LaPlace moet een virtuele ont-moetingsplek worden voor debuurt en de gemeente.

Plek voor ontmoetingDat brengt ons bij een andereopmerkelijke vaststelling uitde wijkanalyse: in de buurt iser nauwelijks een plek waarmensen elkaar kunnen ont-moeten. De bibliotheek moetdie leemte voor een stuk in-vullen. Het moet een toffeplaats zijn om te komen. ‘Hetis een van mijn doelstellingenom dit gebouw terug te gevenaan de buurt,’ zegt Leen Gy-selinck. ‘Ik ben zelf heel aan-spreekbaar, ik praat met debezoekers om te horen wat zeverlangen, op welke vlakkenwe moeten bijsturen, of onsaanbod aan hun behoeftenvoldoet. Dit is ook geen stillebibliotheek. Kinderen mogen

hier gerust spelen in de op-blaasboot of tegen de strand-bal trappen. Jongeren envolwassenen kunnen hier te-recht voor een babbel. Van-daar de lange tafels centraalin de bibliotheek. Terwijl hunkinderen zich amuseren, zit-ten de Marokkaanse vrouwenaan de tafels te kletsen ofgaan ze samen op het inter-net. De Nederlandstalige in-woners uit de buurt lopenelkaar hier tegen het lijf enzetten zich rond de tafel ombij te praten.’ De bibliotheekmoet ook een plek wordenwaar op vraag van de bewo-ners van alles kan worden ge-organiseerd. Zo vroegenouders een Nederlandstaligehuiswerkklas. Leen Gyselinckvroeg en kreeg daarvoor sub-sidies. Het klasje gaat bin-nenkort van start in de bib,onder de begeleiding van eenandere organisatie. >>>

Page 38: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

38

L O C U S

Up-to-dateDe boekencollectie is be-perkt, zo’n 6 à 7000 titels.Maar wat er staat of ligt, is ac-tueel en ziet er aantrekkelijkuit. De afdeling non-fictiebrengt twee facetten van debuurt samen, de op het eerstegezicht vreemde combinatievan kunst en talen. De collec-tie kunstboeken is ruim ensluit nauw aan bij de cultureleas waarop bli:b ligt met naastWiels ook Rosas, het Ictus-en-semble, de filmschool. Detweede specialisatie zijn taal-cursussen en een actuele af-deling over de wereld. Er isook een Brussel-hoekje. Voorinformatie over andere non-

fictie kunnen bezoekers te-recht op het internet. De afdeling fictie is kleinmaar up-to-date. Er staat veelvertaalde Arabische litera-tuur. Strips en graphic novelsnemen een belangrijke plaatsin, met ook hier bijzondereaandacht voor de meer artis-tieke uitgaven. De filmafde-ling is voorlopig vrij beperkt.

OpblaasbootDe kinderhoek neemt eenkwart van de bibliotheek-ruimte in. ‘Kinderen kunnennog niet zo goed overwegmet het internet en hun kriti-sche geest is nog onvol-doende ontwikkeld, zodat ze

vaak naar boeken teruggrij-pen,’ verklaart Leen Gyse-linck. ‘Voorlopig hebben wenog geen rekken, de boekenen cd’s staan in open dozen.De kinderen vinden dat welleuk. Ze mogen hier ook watlawaai maken. Ik kreeg hier-over nog geen negatieve re-acties van andere bezoekers.Ik moest nog maar een keertussenbeide komen, toen en-kele jongeren met skates debib inrolden.’ Er staan baby-en kleuterboeken in verschil-lende talen omdat het bijdeze boeken niet zozeer gaatover het aanleren van het Ne-derlands maar over het sti-muleren van de ouders om

Page 39: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

39

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

voor te lezen voor hun kinde-ren, ook in de eigen taal. Zoraken kinderen vertrouwdmet boeken en spelletjes. Omhaar aanbod ruimer bekendte maken, werkt bli:b samenmet het plaatselijke consulta-tiebureau van Kind en Gezin.De vaak anderstalige ouderskunnen er kennis maken meteen deeltje van de collectieen ze krijgen een foldertjevan de bib mee.

GamenOpmerkelijk, bli:b heeft ookeen ruime collectie games.Kinderen, jongeren en vol-wassenen kunnen gamen opde computers in de biblio-

theek, binnenkort komen erook spelconsoles bij. Marok-kaanse tieners komen methun jongere broers of zusjesnaar de bib: de kleinsten spe-len met hun vriendjes in dekinderhoek, de jongerengaan aan het surfen of hetgamen. Leen Gyselinck:‘Gamen toelaten, alle col-lega’s hebben het me afgera-den. Maar mijn ervaring totnu toe is dat dit niet het min-ste probleem oplevert.

De buurtbewoners hebbenrespect voor de bib en voorwat ze ontlenen. Tot nu toeging nog niets stuk. De ge-leende boeken, films engames worden netjes op tijdteruggebracht. Ik ben vastvan plan om ook de foto- envideocamera’s uit te leneneens ze er zijn. Ik wil het ab-soluut proberen. Die nieuwemedia zijn educatief, je ont-wikkelt er vaardigheden meedie je absoluut nodig hebt.’

Leen Gyselinck over gemeenschapsvorming‘Essentieel is te luisteren naar wat mensen nodig hebben, welke vormingze willen en daarop in te spelen. Als bib kun je niet zeggen: we zijn er omboeken uit te lenen en daarmee gedaan. Als er behoefte is aan een huis-werkklas, dan moet je kijken of je die georganiseerd kunt krijgen. Van dekant van de inwoners vraagt gemeenschapsvorming dat ze leren verant-woordelijkheid op te nemen en zorg te dragen voor hun eigen gemeen-schap en voor wat ze in gemeenschap hebben.’

Elias (r.) en Omar (l.) zijn twee jonge vrijwilligers uit de buurt die regelmatig een handje toesteken in de bibliotheek.

Omdat ze overweg kunnen met het computerprogramma zitten ze soms achter de balie. Ze geven bibliothecaris Leen

ook advies bij sommige aankopen, zoals games. ▼

Page 40: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

40

L O C U S

Eric Corijn Het sociale van cultuur

Naar een gedeelde cultuur

Cultuur bevindt zich nooit in een vacuüm.

Als van het lokale cultuurveld wordt verwacht

dat het aan gemeenschapsvorming doet,

is het belangrijk na te gaan in welke maatschappij

die gemeenschapsvorming moet gebeuren.

In het ‘Het sociale van cultuur’ (2007) lichtteprofessor Eric Corijn de economische enideologische evolutie van de maatschappijsinds de tweede wereldoorlog toe*.

Waarin schuilt de uitdaging voor cultuur in hetdebat rond gemeenschapsvorming?Eric Corijn: ‘Momenteel zijn er geen wezenlijkeculturen meer. We zitten in de postmoderniteit,in een context van segmentatie en fragmen-tatie, van individualisering. In een proces vanvoortdurende vernieuwing en versnelling. We leven in een soort culturele werf waarbouwstenen aanwezig zijn uit verschillendeoude culturen. In die werf moeten we met zijn allen een maatschappelijk verband bij elkaar knutselen. In deze situatie van culturele pluraliteit, waarbij geen enkele cultuur prevaleert, moeten we op zoek naar de gemeenschappelijkheid, naar een gedeelde cultuur. Elke cultuur zal dan van zijn eigenheid moeten opgeven, zich moetenopenen naar de ander en er zal een hybridecultuur, een mengvorm, geconstrueerd moeten worden die kan spreken over de verschillen heen.’

Page 41: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

41

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

‘De uitdaging voor cultuur bestaat erin te tonendat elke gemeenschap dingen heeft die de an-dere niet heeft, dat elke gemeenschap zoweldeficits als eigen competenties heeft en vooraldat de gedeelde cultuur alleen een samenge-stelde cultuur kan zijn.’

En groeit daaruit de notie dat mensen ook deelmoeten hebben aan cultuur? Eric Corijn: ‘Ja. Het culturele aanbod dat vooraldoor professionele cultuurproducenten/arties-ten uit de middenklasse gemaakt wordt, schiettekort. Het is helemaal niet zo multicultureelals de reële samenleving. En je kunt geen inte-gratie in gedeelde cultuur vragen als de cul-tuurproductie zelf niet wordt gedeeld. Vanuithet participatiedebat kreeg de idee van de sociaalartistieke werking vorm. Die schept demogelijkheid om niet-participanten aan de culturele scène er toe te brengen om cultuurals stem, als expressiemiddel mee te produce-ren. Als de cultuurwerking gemeenschapsvor-mend wil zijn, moet ze een culturele diagnosemaken van de maatschappij en daar cultureleproducten van ten dienste stellen. Dat bete-kent ook dat je een bepaald soort cultuurpro-ducenten, een bepaald soort artiesten ofintellectuelen nodig hebt die in die context willen werken, die hun werking willen confron-teren met de complexe sociale realiteit.’

Hoe zou u de specifieke opdracht tot gemeen-schapsvorming samenvatten? Eric Corijn: ‘Elk mens is een cultuurwezen,heeft een betekeniskader nodig. Samenlevenen vooral samenwerken met andere mensengebeurt via gedeelde inzichten: de cultureleeigenschappen van groepen, van gemeen-schappen, van samenlevingsverbanden. Ver-schillende culturele lagen krijgen zosamenhang. Dagelijkse cultuur, omgangsvor-men en leefstijlen worden bewerkt en weerge-

geven in de culturele productie die een basislevert voor het vormen van een gedeelde tradi-tie. En die dient dan weer om de inhoud en hetprogramma van scholen, media, kerken en an-dere cultuurspreiding te voeden. We leven intijden van grondige verbouwing van het sa-menleven. En dan moeten we goed nadenken,goed beslissen, goed heroriënteren en goed le-gitimeren. We moeten afstand nemen van degeplogenheden, we moeten effecten van wer-kingen controleren, we moeten beoogde resul-taten uitdrukkelijk formuleren. Dat we eensolidaire samenleving willen, lijkt een ge-deelde doelstelling. Dat cultuur daarin een rolte spelen heeft betwist niemand. Hoe dat in denieuwe wereld dan in zijn werk moet gaan, isonderwerp van veel onderzoek en discussie.Een belangrijk maatschappelijk debat.’

* Opgetekend door Isabelle Rossaert

Eric Corijn, Stephanie Lemmens e.a.,

Het sociale van cultuur. Lokaal cultuurbeleid

en gemeenschapsvorming, Brussel, 2007.

Downloadbaar via www.locusnet.be

Page 42: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

42

L O C U S

Page 43: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

43

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

Genk Gemeenschappenvorming

Een archipel met veel vaartuigen

Genk stuurde zijn ondersteuningsbeleid van

socioculturele verenigingen drastisch bij.

Daaraan koppelde de stad een brede invulling van het

begrip cultuur en een verruiming van haar actieradius:

gemeenschappenvorming is niet enkel gericht op

de traditionele verenigingen maar op alle groepen

in de stad.

Wie zorgt voor de dienstverlening naarculturele organisaties? De dienst cultuur, dat islogisch. Dat was ook in Genk het geval, althansvoor de autochtone culturele organisaties.Want de ondersteuning van migranten -organisaties gebeurde via de integratiedienst.In de stedelijke organisatie waren dus apartecircuits verankerd. En dat was uiteraard nietecht logisch in een stad met een historischgegroeid sterk minderhedenbeleid en een visiedie net gericht was op het overstijgen van descheidslijnen. Enkele jaren geleden werddaarom drastisch ingegrepen. De twee circuitswerden samengevoegd in één integraalsociocultureel beleid, aangestuurd vanuitcultuur. Het hele luik socioculturele onder -steuning van zelforganisaties werd dusweggehaald bij de integratiedienst en over -geheveld naar cultuur. Meteen werden ook alleinstrumenten en tools van het sociocultureelbeleid grondig gescreend op toegankelijkheid >>>

Page 44: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

44

L O C U S

voor alle verschillende soorten organisaties.Gevolg: de vroeger ‘blanke’ cultuurraadweerspiegelt nu perfect de etnisch-culturelesamenstelling van de Genkse bevolking. In het sociocultureel forum vinden naast 200 autochtone organisaties ook 100 migran -ten zelforganisaties een plaats. De huur voor-waarden voor het cultureel centrum werdenversoepeld, de huurprijs van de stedelijkeculturele infrastructuur gehalveerd. De elfbestaande subsidiereglementen, die dikwijlssteeds dezelfde verenigingen ten goedekwamen, werden grondig herzien.

VoetbalmoedersDe dienst cultuur vult het begrip cultuur heelbreed in. Ook de dagelijkse, lokale realiteitmaakt er deel van uit. Plekken, momenten,verhalen en gebeurtenissen van de inwonerszijn een belangrijke inspiratiebron. Dat be te -kent ook dat de actieradius niet wordt be perkttot het klassieke socioculturele verenigings -leven. Alle mensen die op een bepaald momentsamenkomen en iets delen vormen eengemeenschap. In het project VerenigdeVrouwen bijvoorbeeld hebben niet enkel detraditionele vrouwenverenigingen een plaatsmaar ook de moeders die elke week naar hunvoetballende kinderen komen kijken, onderlinghet vervoer regelen en samen de boterhammensmeren voor de ploeg. Of de vrouwen diewerken in de Lunch Garden. Met al die groepenwordt een traject afgelegd dat resulteert in eenfototentoonstelling en een brochure. In eentweede fase zullen die vrouwen, begeleid doorschrijver Bart Demyttenaere, hun ervaringen,verwachtingen, herinneringen, dromenverwoorden in een boek.Cultuurbeleidscoördinator François Mylle: ‘Die aanpak vraagt een omslag in hetbeleidsdenken. Vroeger zetten we een projectop en vroegen we wie mee wilde doen.

We kochten als het ware participatie enbetrokkenheid in. Het resultaat was dat die na afloop weer snel wegebden. Nu vertrekkenwe van de agenda en op maat van deverschillende groepen mensen, en we gaaneen partnerschap met hen aan: als julliesamen iets willen doen, dan willen we dat als stad mee mogelijk maken.’ Die aanpak wordt vertaald in een veelheid aan projecten. Voortdurend en overal wordthet opborrelen van kleine initiatievengestimuleerd. Grote projecten zorgen voor zichtbaarheid in de hele stad.

Gerechten met een verhaalEen voorbeeld van een groot initiatief is het‘Genker Kookboek, recepten en verhalen uithet hart van de mijnsteek’ dat op 3 november2009 werd voorgesteld. Vier journalistendoken in de keuken van meer dan honderdinwoners om hun lievelingsgerechten en debijbehorende verhalen op te tekenen, eenculinair journalist zorgde voor de eindredactie,een fotograaf legde het kookproces vast. Het resultaat is een kwalitatief hoogstaandkookboek met een staalkaart van de zeerinternationale, Genkse eetcultuur. Op deofficiële voorstelling waren alle fiere koksaanwezig, met hun gerecht en hun verhaal. Vertrekken van het gemeenschappelijke enniet van de verschillen is een rode draad in deaanpak van de dienst cultuur. Neem hetproject ‘In hogere sferen’ dat de gelijkenissentussen de verschillende religieuzegemeenschappen in beeld bracht. Acht voorgangers van acht verschillendereligies werden in acht verschillende rollengefotografeerd: sociaal leven, meditatie,hobby, gezins- of kloosterleven enzovoort.Daarnaast ging een videomaker aan de slagmet voor iedere religie telkens vier ‘gewone’mensen, zoals iemand die het gebedshuis

Page 45: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

45

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

schoonmaakt of iemand die voor de bloemenzorgt. Vervolgens werd een wandeling langs degebedshuizen georganiseerd waarbijvrijwilligers het verhaal brachten van hoe hungemeenschap functioneert. Dan werd ook defilm vertoond. En in elk gebedshuis was er eententoonstelling van de foto’s van eenvoorganger in een andere religie. Zo ontstond

een circuit waar mensen de verbindingslijnentussen de religies konden ontdekken.

Stad stimuleertBij elk project is het voor de dienst cultuurzoeken naar het evenwicht tussen sturen enloslaten. Vaak komt het erop neer dat groepeneen eerste duwtje nodig hebben. Vanaf dan

>>>

Page 46: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

46

L O C U S

ontstaan er bijna vanzelf allerlei spin-offs. Zobracht de stad gelijksoortige verenigingen,zoals de koren of de fotoclubs, samen in foramet de bedoeling een beter zicht te krijgen ophet specifieke van hun werking, op hun be -hoeften en verwachtingen. In zo’n forum lerendie groepen elkaar natuurlijk kennen en datleidt regelmatig tot gezamenlijke initiatieven.Veel voorstellen voor projecten komen van deinwoners en de groepen zelf. Al kan de dienstcultuur vanuit zijn visie op gemeen schappen -vorming vaak voor een extraatje zorgen. Neem bijvoorbeeld de subsidievraag van eenItaliaanse vereniging die een kok uit Italië zou

uitnodigen om een diner klaar te maken voorGenkenaren met roots in dezelfde regio. GertPhilippeth, verantwoordelijke gemeen schap -penv orming: ‘Op onze vraag geeft die kok ookeen workshop aan afgevaardigden van de vierkookclubs in de stad. Zij brengen wat ze daarleerden over naar hun eigen club. Wanneer dekookclubs later het gerecht klaarmaken, zullenzij de Italiaanse vereniging uitnodigen om te komen proeven. Op die manier komen vijfgroepen samen rond iets wat ze delen.Erkennen en respecteren van wat er gebeurt in de stad, aanspreekbaar zijn en stimuleren. Dat is de rol van de stad.’

Gert Philippeth over gemeenschappenvorming‘We spreken niet over gemeen-schapsvorming omdat dieterm veronderstelt dat we alle-maal samen een gemeen-schap vormen. Dat is niet zo. De Genkse samenleving kan je vergelijken met een archipelmet vele eilandjes die ergensdiep onder water met elkaarverbonden zijn. Eén iemand is thuis op verschillende ei-landjes, in verschillende ge-meenschappen: die van zijnwerk, van zijn wijk, van zijnvereniging.De stad moet zorgen voor al-lerlei vaartuigen en de inwo-ners prikkelen en uitdagen omeens te gaan kijken op de ei-landjes die niet de hunne zijn. En ze moet het ophogenvan dijken ontmoedigen.’

Page 47: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia

47

K R O N I E K K L E I N E D I N G E N

colofonKroniek van

de kleine dingen

Een uitgave van LOCUS ,

steunpunt voor lokaal

cultuurbeleid vzw.

Redactie

Krist Biebauw

Hilde De Brandt

Ruth Soenen

Bart Van Moerkerke

Coördinatie & eindredactie

Hilde De Brandt

Fotografie

Carol Verstraete

Productie en vormgevingmdmedia l tijd&schrift

(www.mdmedia.be)

Druk

Sint-Joris, Oostakker

Verantwoordelijke uitgever

Wim Vanseveren

p.a. LOCUS vzw

Priemstraat 51

1000 Brussel

ISBN 9789081109529

Page 48: Kroniek van de kleine dingen  l  Locus  l  2010  l  mdmedia