Kristien bonneure, trage post
Click here to load reader
-
Upload
pulsenetwerk -
Category
Documents
-
view
52 -
download
0
Transcript of Kristien bonneure, trage post
Trage post 24 september 2013
Dames en heren, ik heb een trage brief geschreven, aan mijn toekomstige, nog ongeboren fictieve kleindochter, in het kader van de campagne ‘Trage post’. Het was de sociaal-‐culturele beweging Waerbeke, bezig met stilte en leefkwaliteit, die het idee had. Echte, papieren brieven schrijven naar een bestemmeling naar keuze, brieven die pas veel later in de toekomst worden opengescheurd.
En sinds vorig jaar zijn er al veel van die trage brieven geschreven, onder meer bij De Buren in Brussel. U kunt zelf ook nog meedoen: www.portaalvandestilte.be. Tegen het eind van dit jaar worden de brieven opgeborgen (misschien wel ingemetseld!) op bijzondere plekken, zoals de oude pastorie van Waerbeke bij Galmaarden op de stilste plek van Vlaanderen. Of in de Bibliotheca Wittockiana in Brussel, of in het Hofke van Chantraine in Oud-‐Turnhout, ook al een stiltegebied, of in de abdij van Averbode. En die brieven komen pas weer boven water over twintig jaar.
Brieven schrijven. Ongelooflijk hoe snel die kunst aan het verdwijnen is. Als tiener, twintiger en zelfs dertiger schreef ik er veel, met paarse inkt liefst, en ik verzamelde de antwoorden in schoendozen. Ik herinner me zo scherp het beslissende! moment dat ik een envelop in de bus liet glijden, en dan gespannen wachtte op antwoord. Nu krijg en stuur ik zelden nog brieven. Verjaardagskaarten en ansichten wel, maar ook dat wordt een zeldzaamheid. Het rijk van de slakkenpost is uit. Sms, mail, de chat in realtime, je krijgt al antwoord nog voor je een vraag hebt bedacht. Maar wat gebeurt daarmee? Moet ik die berichten sparen? Uitprinten? Overschrijven? Deleten? Laten hacken door de NSA? Of gewoon onthouden?
Het is zo mooi. Zo’n brief op papier raakt aan de eeuwigheid. Ik denk aan de brieven van Belle Van Zuylen, of aan die mysterieuze brieflezende vrouw op het schilderij van Vermeer. Je kunt je toch niet voorstellen dat ze daar op haar smartphone zit te kijken?
Ik ben een romantica.
Ik schrijf dus een trage brief aan mijn toekomstige kleindochter, en ik zondig vreselijk door mijn brief nu al voor te lezen, want eigenlijk mag hij pas geopend vanaf 2030. Ik reken op uw discretie.
Als een brief een titel mag hebben, dat is dit de titel: ‘Meer dan genoeg’.
Dag kleindochter, dag meid,
Laten we ervan uit gaan dat je net geboren bent in 2030. Je moeder, mijn dochter, is dan 29. En ik, bij leven en welzijn, 64. Maar het leuke is dat ik je al kén, sterker nog, dat je ooit in mijn buik zat.
Een ongeboren meisjesbaby bezit al alle eicellen voor de rest van haar leven. Jouw moeder dus ook, en één daarvan werd jij. Net als ik, als eicel, in mijn ongeboren moeder én tegelijk
in de buik van mijn grootmoeder zat. Volg je nog? Mijn mama was van 1926, mijn oma van 1895. Hup, we overspannen hier maar eventjes anderhalve eeuw. En een grens, want mijn oma was van Nederland. Misschien ben jij ook wel ergens anders geboren.
Ik weet niet hoe je heet, ik weet niet welk haar of welke ogen je hebt. Je hebt wel een kwart van mijn genen geërfd, en laten we hopen dat dat een leuk kwart is: die lachkuiltjes in onze wangen gaan nu al zo lang mee, stel me niet teleur!
Alles is er al, ik geloof daar nogal in, en het is genoeg.
Is deze brief een levensles voor jou? Een boodschap voor de volgende generatie, godbetert? Neem alles wat ik schrijf met een grove korrel zout. Het heeft geen zin om te speculeren over jouw leven en proactief te zeuren over wat er anders of slechter is geworden in jouw wereld. Laat ik je maar vertellen over de zotte jaren nu. En over een kiem van verandering, van transitie. Wie weet is dat plantje al wat groter als jij dit kunt lezen, in pakweg 2037.
Het is 2013. Het zal aan mij liggen (natuurlijk ligt het aan mij) maar ik ontmoet hier en daar mensen die genoeg hebben. Die content zijn. Die zich niets meer gelegen laten aan teveel. Tweede of derde auto’s, tweede verblijven, dubbele mailadressen, de vierde citytrip op een jaar.
Dat klinkt je misschien raar in de oren. Uit je geschiedenisboek weet je dat de meeste aardlingen in 2013 te weinig hebben. Te weinig om van te leven, te veel om aan te sterven, daar in Congo of in Bangladesh.
Het is ontzettend slecht verdeeld, de kloof tussen haves en have nots gaapt overal wijd. Maar er is ook een kloof binnen de haves. Zoals ik al zei, ik kom mensen tegen die zichzelf voorbijlopen, over de grens gaan, en anderen die de limiet zien van wat ze willen hebben en doen en bereiken en bewijzen en presteren en verdienen. Mensen die gewoon willen zijn, voor zichzelf, voor anderen. Ik hoop dat ze met veel meer zijn in jouw tijd.
Ik probeer zelf kaf van koren te scheiden, en ben meestal tevreden met de korenaren die ik in mijn hand hou. Soms vraag ik me af: zou ik nog met minder toekomen? Maar dan laat ik me toch weer gaan en sleep overbodige dingen het huis binnen, nog een boek, nog een broek.
‘Er is te weinig weinig’, schreef Herman de Coninck, dat was een hele goeie dichter, in mijn tijd.
Ik weet dat het totaal tegendraads klinkt, en dat ouders doorheen de geschiedenis altijd hebben gewild dat hun kinderen het beter hadden. Meisje, ik wens dat jouw generatie gewoon genoeg heeft. Misschien materiéél minder heeft, maar spiritueel meer, en anders en slimmer en creatiever is. En contenter.
Aan onheilsprofeten geen gebrek, hier in 2013, over klimaat, migratie, armoede, discriminatie, geweld, depressie. Van de weeromstuit zijn er andere profeten die dé oplossing hebben voor al onze vragen. Lees mijn boek, kom naar mijn kerk, koop deze zetel, slik onze pillen, stem op mij en alles wordt anders. Wat een onzin.
Ja, ik ben ook cynisch geweest, boos op wat was en bang voor wat nog moest komen. Maar dat is me zuur opgebroken. Nu probeer ik genoeg te hebben aan de wereld van de gewone dingen. De ‘zogenaamd’ gewone dingen. Boom, vogel, kopje, brood, paperclip, potlood: daar zit poëzie in. Betovering.
Er is wel een voorwaarde, je moet er aandacht voor hebben, je moet scherp luisteren naar een volle maan, en goed kijken naar een vink. Stil staan en stil zijn. Binnenkort zijn we met 10 miljard. Zelfs als iedereen nog maar een zuchtje slaakt, maakt dat maakt een hels kabaal. Ik probeer stil te leven, neem dat maar letterlijk, lieve kleindochter, ik loop het liefste op schoenen met zachte zolen. En ik probeer ook niet teveel sociaal lawaai te maken.
’Ik denk dus ik ben’ is hier stilaan veranderd in ‘ik share dus ik ben’. Ook daar heb ik genoeg van. Ich habe genug.
Naar jou stuur ik graag een trage brief. Ik heb hem zelfs eigenhandig op papier geschreven, handschrift lezen is zo intiem als huid aanraken, las ik ergens. En ik heb met potlood geschreven. Een potlood, een heerlijk ding, heel gewoon en heel mysterieus, en al heel oud. Het eerste patent dateert van 1795 en het was van meneer Conté. Zijn potloden bestaan nog altijd, en ze zullen blijven bestaan, net als knopen en veters en ritssluitingen en hamers en sleutels.
Ik las onlangs een wijs en tegelijk erg grappig boek over het alledaagse. ‘Lang leve het gewone’ van Michael Foley. Misschien moet ik het boek bij deze brief voegen. (Maar anderzijds, laat maar. Ik volgde ook niet de leeslijstjes op school. Zoek het zelf maar uit.)
Michael Foley beschrijft uiterst sensueel hoe hij een potlood slijpt. Het is een symbolisch voorbereidingsritueel. Het is voor een schrijver wat het aantrekken van de liturgische gewaden voor een priester is, of het vastgespen van het harnas voor de ridder. En dan die geur van vers cederhout en de symboliek van vernieuwing. Hoe een afgekloven stompje plots weer een scherpe punt krijgt waarmee desgewenst … een saaie collega neergestoken kan worden.
Zo betoverend kan een gewoon dingetje als een potlood zijn. Ik hoop dat je die magie ook ervaart, lieve kleindochter. Dat je stilstaat en goed kijkt en luistert en voelt en ruikt en tast.
(Toch een bescheiden levenslesje, sorry)
Ik hoop dat jij ook op zoek gaat en dat je niet te snel vindt. Dat je tijd verspilt, dagdroomt, aanmoddert, flaneert langs braakliggende velden en misschien op die manier wat inzichten krijgt. Ik hoop het, maar ik ben er eigenlijk zeker van.
Wat er ook veranderd is 2037, veel zal hetzelfde zijn. Alles is er al, want het hoort allemaal bij elkaar. Jij en ik, potlood en papier, boom en boek en wolk, het is meer dan genoeg.
Een kus van je oma,
Kristien Bonneure, 24 september 2013