Korte versie IKZ rapport 100420

55
Ontwerprapport Integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap DPB Hasselt Pierre Colla pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DE SPELING

description

Korte versie IKZ rapport 100420.

Transcript of Korte versie IKZ rapport 100420

Page 1: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Ontwerprapport Integrale kwaliteitszorg

werking scholengemeenschap  

DPB Hasselt

Pierre Colla

pedagogisch begeleider scholengemeenschappen

DE SPELING

Page 2: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

2  

2

       I Het traject: Integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschappen http://www.diohasselt.be/dpbbao/bevragingsg/bevragingsgstart.php Dit traject heeft als doel de integrale kwaliteitszorg1 van de werking van een scholengemeenschap te ondersteunen. De verschillende participanten van een scholengemeenschap kunnen, na het inloggen op de webstek, een vragenlijst beantwoorden met betrekking tot de werking van hun eigen scholengemeenschap. De visietekst: Scholengemeenschap vormen in het basisonderwijs, van Marc Van den Brande, Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs BRUSSEL, 2007, dient als uitgangsvisie om een analyse te maken van de huidige samenwerking in de scholengemeenschap.2 De verschillende antwoorden van deze bevraging worden verwerkt door de pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt. Dit resultaat wordt getoetst aan de visietekst van het VVKBaO en zal uiteindelijk dienen als uitgangspunt om te komen tot een (nieuw) beleidsplan voor de werking van de scholengemeenschap. De verwerkte bevraging wordt besproken met de verschillende participanten van de scholengemeenschap, onder begeleiding van de pedagogisch begeleider scholengemeenschappen en/of de betrokken schoolbegeleider. Vanuit deze bespreking gaan de betrokkenen zelf bepalen welke vaste afspraken worden gemaakt om bepaalde aspecten van de samenwerking te bestendigen alsook welke prioriteiten worden bepaald om de werking van de scholengemeenschap te verbeteren. Deze verbeterpunten worden geformuleerd als beleidsprioriteiten voor de verdere samenwerking. De opvolging van het (nieuw) beleidsplan kan, in samenspraak met de leiding van de scholengemeenschap, worden ondersteund door de schoolbegeleider van de deelnemende scholengemeenschap. Om gebruik te maken van de webstek en de bijbehorende ondersteuning dient de scholengemeenschap te beschikken over een begeleidingsovereenkomst met de pedagogische begeleidingsdienst basisonderwijs DPB Hasselt Tulpinstraat 75, 3500 Hasselt. 3

                                                                                                               1    zie bijlage 1: http://www.ond.vlaanderen.be/schooldirect/BL0302/kwaliteitszorg1-3.htm 2 zie bijlage 2: Scholengemeenschap vorming in het basisonderwijs 3 zie bijlage 3: Begeleidingsovereenkomst integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschappen

Page 3: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

3  

3

II Het verloop van het traject: 1. De coördinerende directeur, de voorzitter van het comité van afgevaardigde schoolbesturen van de scholengemeenschap (CASS) of de voorzitter van het schoolbestuur van de scholengemeenschap vraagt deze ondersteuning aan via de schoolbegeleider van de scholengemeenschap. 2. Vervolgens is er een intake met de pedagogisch begeleider scholengemeenschappen waar alle modaliteiten worden toegelicht, besproken en vastgelegd in een begeleidingsovereenkomst. Er wordt een tweede intake gehouden met het college van directeurs en de leden van het CASS of schoolbesturen. Hier wordt beslist wanneer de bevraging zal doorgaan en welke mensen per school en per functie deelnemen aan deze online bevraging. Er wordt ook vastgelegd wie, welke vragenreeks moet beantwoorden. Er zijn vier vragenreeksen:

• administratief (voor administratief personeel), • pedagogisch (voor leerkrachten en ander pedagogisch personeel), • ondersteunend (voor ondersteunend personeel binnen de school en de

scholengemeenschap bijv. Zorgcoördinatoren, mentoren, ICT-coördinatoren,…), • beleid (voor beleidsmedewerkers, directeurs, schoolbesturen en de

coördinerend directeur) Het enige verschil bestaat erin dat de deelnemers minder vragen moeten beantwoorden. Het zijn telkens dezelfde vragen die gesteld worden aan de deelnemers. Het aantal vragen per categorie: 4

• administratief: 15 • pedagogisch: 20 • ondersteunend: 27 • beleid: 31

3. De coördinerend directeur heeft via e-mail een login en een paswoord gekregen om al de gegevens van de deelnemers in te geven op de webstek. 5 Het is belangrijk dat de e-mailadressen van de deelnemers werken en correct zijn ingevoerd! 4. De pedagogisch begeleider scholengemeenschappen stuurt een gepersonaliseerde uitnodiging via de webstek naar de betrokken deelnemers. In deze e-mail zit een korte inleiding en de logingegevens.6 Indien het e-mailadres niet correct wordt ingevoerd, komt deze niet toe bij de deelnemer en kan deze niet deelnemen aan de bevraging. Het is aangewezen dat de betrokken directeurs even nagaan of iedereen een mail heeft ontvangen. Ze kunnen dit melden aan de coördinerend directeur die de nodige aanpassingen kan maken opdat alsnog de betrokken mensen een uitnodiging ontvangen en kunnen deelnemen aan de bevraging.

                                                                                                               4  zie bijlage 4: overzicht vragenreeksen en hun antwoordmogelijkheden 5  zie bijlage 5: overzicht gegevens deelnemers 6  zie bijlage 6: uitnodiging online bevraging via e-mail  

Page 4: Korte versie IKZ rapport 100420

5. Voor de deelnemers die dat wensen, wordt er een vergadering gehouden van ongeveer een half uur waarin hen wordt toegelicht welke bedoeling deze bevraging heeft, hoe ze de bevraging online kunnen invullen en op welke wijze de resultaten worden verwerkt. Deze is door het beperkt aantal inschrijvingen niet doorgegaan. Greet Vanhaeren, Personeelsverantwoordelijke van De Speling heeft dit opgenomen. 6. Van de deelnemers wordt verwacht dat ze binnen de opgegeven termijn deze bevraging persoonlijk en grondig invullen. Zij kunnen deze bevraging op verschillende momenten invullen. Tijdens de bevraging kan enkel de coördinerend directeur via de webstek het overzicht7 raadplegen, hoe ver iedere deelnemer staat met het beantwoorden van de bevraging. De coördinerend directeur dient hiervoor in te loggen op de webstek en kan er voor kiezen om vanuit dit overzicht een e-mail te sturen, om bepaalde deelnemers eraan te herinneren dat de bevraging bijna ten einde loopt en deze alsnog tijdig in te vullen. 7. Wanneer de bevraging ten einde is, begint het werk van de pedagogisch begeleider scholengemeenschappen om de resultaten te verzamelen uit de databank en de voorlopige conclusies te maken die worden voorgelegd op een feedbackvergadering. 8. Deze feedbackvergadering heeft als doel om samen met de betrokkenen de juiste betekenisgeving na te gaan van de conclusies van het voorlopige rapport over de samenwerking van de scholengemeenschap. Deelnemers worden hier voor het eerst geconfronteerd met de visie. Op het einde van deze vergadering hebben we een reeks van definitieve conclusies over de samenwerking in de scholengemeenschap. Een sterkte- - zwakteanalyse van het rapport en het eindrapport wordt door de pedagogisch begeleider scholengemeenschappen opgemaakt en digitaal bezorgd aan het college van directeurs en de leden van de schoolbesturen. 9. Uit deze gegevens gaat het college van directeurs en de afvaardiging van de schoolbesturen, onder begeleiding van de pedagogisch begeleider scholengemeenschappen en (eventueel) hun eigen schoolbegeleider, prioriteiten selecteren om aan te werken met de scholengemeenschap. We gaan na welke (haalbare) doelstellingen en effecten men wil bereiken, wie bij deze prioriteiten zal betrokken worden en hoe we deze prioriteiten kunnen aanpakken (implementatiestrategie). Er worden ook concrete afspraken gemaakt hoe men dit gaat communiceren met al de betrokkenen van de scholengemeenschap. De pedagogisch begeleider maakt het eindrapport op met al deze afspraken. 10. Het traject onder begeleiding van de pedagogisch begeleider scholengemeenschappen stopt hier. De scholengemeenschap kan verder beroep blijven doen op de schoolbegeleider van de scholengemeenschap om hun prioriteiten verder vorm te geven en mee op te volgen.

                                                                                                               7    bijlage 7: overzicht verloop bevraging scholengemeenschap

Page 5: Korte versie IKZ rapport 100420

11. Concrete organisatie van de deelname aan de bevraging:  Het is onmogelijk om al de betrokken personeelsleden te bevragen. Voor Genk is de grootte van de scholengemeenschap op zich al een uitdaging. Aangezien er enkele open vragen bij zijn is het een hele klus om van deze soort vragen een heldere conclusie te distilleren. Het is ook belangrijk de verschillende functies te bevragen binnen de scholen en de scholengemeenschap. Daarbij zullen er mensen zijn die twee of meerdere functies uitoefenen. We gaan deze mensen niet dubbel bevragen. Zij beantwoorden de vragen vanuit de vooropgestelde functie. We willen de betekenisgeving van elke deelnemer m.b.t. de werking van de scholengemeenschap meten, ook al voelen deze mensen zich niet onmiddellijk betrokken tot de werking van de scholengemeenschap. We kiezen ook geen personen waarvan we denken dat ze wel goed op de hoogte zijn van de werking van de scholengemeenschap. Bij voorkeur kiezen we de personen op willekeurige basis binnen bepaalde functies. Zo komen we al snel tot een groot aantal deelnemers. We bevragen volgende personen:

- 2 leden van het schoolbestuur waarvan één lid de voorzitter is van het schoolbestuur (al dan niet betrokken bij de raad van bestuur) en het andere lid niet onmiddellijk betrokken is bij de concretere werking van de scholengemeenschap.

- 1 directeur van de school, - 1 zorgcoördinator van de school/scholengemeenschap. Indien het gaat over een school

uit het buitengewoon onderwijs kies je de BLIO en een lid van het psycho-paramedisch personeel.

- 1 administratief medewerker van de school, - 1 leerkracht bewegingsopvoeding, - 1 ICT-coördinator, - 3 leerkrachten van de lagere school ( verdeeld over de 3 graden en over de

verschillende vestigingen van de school ), - 2 kleuterleidsters ( verdeeld over jonge – oude kleuters en de verschillende vestigingen

van de school ) - de personeelsverantwoordelijke van de scholengemeenschap, - de financieel verantwoordelijke van de scholengemeenschap, - de mentor van de scholengemeenschap, - de coördinerend directeur.

De directeurs van elke school bezorgen via email volgende gegevens van hun deelnemers aan Greet Vanhaeren, personeelverantwoordelijke van de scholengemeenschap ([email protected]) tussen 20-11-09 en 5-12-09:

- schoolnaam, - voornaam en achternaam van de deelnemer, - emailadres van de deelnemer ( checken of het werkt ! ), - telefoonnummer van de deelnemer, - de functie van de deelnemer.

 Deze grote deelnemersgroep (± 180 ) zal leiden tot een zeer lijvig verslag. Dit vraagt ook veel leeswerk en inzet van de deelnemers, het college van directeurs, de leden van de schoolbesturen en de raad van bestuur.

Page 6: Korte versie IKZ rapport 100420

12. overzicht van daadwerkelijke deelname van de bevraging: Er werden in de scholengemeenschap De Speling 177 personen uitgenodigd om mee te werken aan de bevraging waarvan er 19 niet hebben deelgenomen. Drie deelnemers hebben hun bevraging niet helemaal ingevuld. De rede waarom deelnemers niet hebben deelgenomen kan liggen aan het feit dat er verkeerde of niet gebruikte e-mailadressen werden gebruikt in het programma. Overzicht aantal deelnemers per school:

School aantal pers. deelgenomen

Aantal pers. niet deelgenomen

Aantal pers. gedeeltelijk deelgenomen

Jaarbeurslaan 2, 3600 Genk 5 BS Bokrijk Kuurstraat 6, 3600 Genk 10 1 BS Boxbergheide Boxbergstraat 1, 3600 Genk 10 2 BS Bret-Gelieren Annunciadenstraat 13, 3600 Genk 10 1 BS Broederschool Schabartstraat 10, 3600 Genk 12 BS Driehoeven Driehoevenstraat 82, 3600 Genk 10 BS Jongensschool Hoevenzavel Halmstraat 7, 3600 Genk 8 2 BS Mater Dei Grotestraat 25, 3600 Genk 9 1 1 BS Meisjesschool Hoevenzavel Halmstraat 5, 3600 Genk 8 3 1 BS Mickey Mouse - De Sleutel Brandweg 1, 3600 Genk-Sledderlo 11 1 BS Sint-Albertus Kerkplein 3, 3600 Genk 9 1 BS Sint-Jansschool Schoolstraat 2, 3600 Genk 7 3 BS Sint-Michiel Margarethalaan 70 bus 1, 3600 Genk 11 1 BS t Schoolke Oude Driesstraat 8, 3600 Genk 11 BuBaO Sint-Martinusschool Em. Vandorenlaan 145, 3600 Genk 10 3 KS Termien Plattewijerstraat 4, 3600 Genk 8 LS Termien De Schom 8, 3600 Genk 6 1 TOTAAL 155 19 3  Overzicht aantal deelnemers per bevraagde groep: Bevraagde groep aantal Verhouding Pedagogisch personeel 72 46% Ondersteunend personeel 26 16% Beleidspersoneel 48 30% Administratief personeel 12 8% TOTAAL 158 100%      

Page 7: Korte versie IKZ rapport 100420

III Het rapport met voorlopige conclusies : In het rapport worden de vragen gelinkt aan fragmenten van de visietekst van het VVKBaO ( Scholengemeenschap vormen in het basisonderwijs, van Marc Van den Brande, Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs BRUSSEL, 2007 ). U zal telkens een fragment zien van de visietekst met daaronder de vragen met betrekking tot dit fragment. Daarna krijgt u van deze groep vragen, per vraag, een overzicht van de antwoorden. De antwoorden op de vragen zijn gegroepeerd per school of per functie ofwel kan je zien hoeveel deelnemers van de groepen ( administratie, pedagogisch, ondersteunend of beleid ) een bepaalde antwoordkeuze hebben aangegeven. Je naam wordt nooit vermeld. Indien je een functie hebt waarvan er maar één is binnen de scholengemeenschap bv. zorgcoördinator van de scholengemeenschap, dan kan men bij enkele vragen je antwoord herkennen. Vervolgens wordt er een vaststelling met een (voorlopige) conclusie geformuleerd. Soms kan de pedagogisch begeleider scholengemeenschappen een suggestie geven bij een conclusie. Deze voorlopige conclusies worden verfijnd met de feedbackgroep. De feedbackvergadering wordt voorbereid door het Managementteam (MT) en de pedagogisch begeleider scholengemeenschappen. Tijdens de feedbackvergadering kunnen de deelnemers, na het lezen en bespreken van het rapport, ook hun keuze aangeven welke prioriteit ze wensen dat de scholengemeenschap opneemt in haar (nieuw) beleidsplan. Het voltallige college van directeurs en een afvaardiging van al de schoolbesturen zullen uiteindelijk prioriteiten bepalen en spiegelen dit even aan de suggestie van de feedbackgroep.      

Page 8: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

8  

8

Visie 2.1 Het leerproces en de opvoeding van de leerling centraal Onderwijs is er in de eerste plaats voor het kind. Het leerproces van elke leerling, en in bredere zin de opvoeding van elk kind dat ons is toevertrouwd, staat centraal. Dat lijkt nogal evident. Als schoolbesturen en lerarenteams hebben we bovendien een uitgesproken visie op het opvoedingsproject dat we willen bewerkstelligen. Maar is het ook een toetssteen voor ons handelen? Zijn we ons terdege bewust dat elke inspanning best ook in dit perspectief moet gezien worden? Eigenlijk willen we hier aangeven dat alle initiatieven die we nemen inzake organisatie van de school, financiering, infrastructurele wijzigingen, kwaliteitszorg, interne reglementering, personeelsbeleid, getoetst moeten worden aan het uiteindelijk doel van elke school: het leerproces en de opvoeding van het kind. Dat geldt dus ook voor de oprichting en de werking van de scholengemeenschap. Vraag 1 Elke basisschool zorgt voor een kwaliteitsvol leerproces van hun kinderen vanuit een eigen katholiek opvoedingsproject. Omschrijf (kort) drie kernkwaliteiten van de werking van uw school, die uw school typeert of onderscheidt van de aanpak van andere basisscholen. Vraag 2 Zijn deze drie kernkwaliteiten gekend in de scholen van de scholengemeenschap ? Vraag 3 Wanneer u een beslissing neemt op niveau van de scholengemeenschap, toetst u die aan het uiteindelijk doel (het leerproces en de opvoeding van elk kind bevorderen)? Vraag 4 Wanneer je een beslissing neemt op niveau van de scholengemeenschap, hou je dan rekening met de verschillen die scholen aangeven?

Page 9: Korte versie IKZ rapport 100420

Vraag 1 Elke basisschool zorgt voor een kwaliteitsvol leerproces van hun kinderen vanuit een eigen katholiek opvoedingsproject. Omschrijf (kort) drie kernkwaliteiten van de werking van uw school, die uw school typeert of onderscheidt van de aanpak van andere basisscholen. Conclusie werking scholengemeenschap Niveau scholengemeenschap van de drie hoogste scores van 17 scholen en de personeelsgroep op niveau van de scholengemeenschap. Gezamenlijke kernkwaliteiten: optimaliseren van de kwaliteitsvolle zorg voor kind, school en personeel / zorg op maat / zorgbeleid / handelingsplanning (13) Werken aan welbevinden op school voor kinderen en personeel / ieder kind telt mee / conflictbemiddelaars / elk kind is even belangrijk (7) aandacht voor hoofd, maar ook handen en hart / totale ontwikkeling kind / degelijk-sportief-creatief / samenhangend onderwijsaanbod (5) lerende en innoverende organisatie / dynamische school / open staan voor vernieuwing / kwaliteitszorg (3) goede samenwerking in het team / werkgroepen/ hoge betrokkenheid team / (H)ECHT team (3) Taalbad voor alle anderstaligen, taalverfijning & ontplooiing voor de anderen/ taalarme kind helpen/ Aandacht taalontwikkeling voor anderstalige leerlingen / ruime aandacht voor taalvaardigheid. (3) Goede contacten met ouders / participatie ouders / ouderbetrokkenheid : (3) Sterke katholiek geïnspireerde werking / christelijke identiteit (2) Werken aan sociale vaardigheden van kinderen (2) Het multicultirele karakter van onze school vereist een aparte aanpak die rekening houdt met de diversiteit van onze leerlingen. / integratie van leerlingen en ouders / diversiteit (2) Verschillen in kernkwaliteiten: binnen de Genker context netwerkvoming en vergroting van draagvlak / “samen sterk” (1) duidelijke structuur aanbieden (1) Paramedische ondersteuning / professionalisering van het team rond ASS (1) Boerderijklassen, sneeuwklassen, integratie binnen het onderwijs, overnachting kleuters (1) Computervaardigheid voor iedereen./ ICT /De ICT-aanpak met optimale kansen naar kansarme kinderen toe (1) Actieve leerschool: projectgericht onderwijs (1) Oog hebben voor kinderen en ouders die broos en kwetsbaar in het leven staan, krijgen extra aandacht. / Er wordt rekening gehouden met de sociale achtergrond / GOK (1) met de kangoeroeklas ook aandacht voor leerlingen met leervoorsprong / … Deze kinderen krijgen klasextern een aangepast programma dat als doel heeft uitdagende, motiverende taken aan te bieden (1) Deze verschillen kunnen ook een meerwaarde zijn voor al de betrokken scholen. Let wel: Hoe concreter kernkwaliteiten door de teamleden worden geformuleerd en ervaren (tot op de klasvloer), zo sterker en duidelijker worden deze kernkwaliteiten voor iedereen ( ook ouders, kinderen en derden ) en leiden deze tot een betere kwaliteitszorg voor elke school en een betere samenwerking en uitwisseling binnen de scholengemeenschap.

Page 10: Korte versie IKZ rapport 100420

Bedenking: Werken aan zorg is een sterk gemeenschappelijke kernkwaliteit in de scholengemeenschap. Indien deze zouden geëxpliciteerd worden in concrete aanpak, zouden ze mekaars werking kunnen verbreden en verdiepen. Er zijn enkele scholen die concrete voorbeelden aangeven waarmee je dit kan doen. De meerwaarde voor de scholengemeenschap ligt ook in de wijze waarop de scholen verschillen van elkaar. Indien ook hier de concrete activiteiten worden geëxpliciteerd zouden scholen er voor kiezen om in overleg te gaan met een school met een specifieke know how. Ik denk bijvoorbeeld aan de wijze waarop ze structuur bieden aan kinderen opdat ze beter kunnen ontwikkelen. Deze didactische tips zouden ook goed zijn voor kinderen zonder leerstoornissen. Enkele scholen hebben een sterk homogeen zicht op de kernkwaliteiten van de school en waarvoor de school staat. Bij andere scholen is er een overwegend heterogeen zicht op de kernkwaliteiten. Binnen een samenwerking is het goed de eigen en elkaars kwaliteiten te kennen en te waarderen. Het expliciteren van deze kernkwaliteiten a.h.v. concrete initiatieven die de school onderneemt hieromtrent zijn belangrijk binnen de samenwerking op niveau van de school en de scholengemeenschap. Het valt op dat deelnemers geen aspecten van werken aan de organisatie en het voeren van een personeelbeleid op niveau van de school hebben aangegeven. Ook deze punten kunnen zeer belangrijk zijn binnen de samenwerking op niveau van de scholengemeenschap. Twee scholen hebben specifiek aangegeven dat ze sterk zijn in kwaliteitszorg op school. ( lees ook verder vraag 2 ) * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 11: Korte versie IKZ rapport 100420

Vraag 2 Zijn deze drie kernkwaliteiten gekend in de scholen van de scholengemeenschap? Conclusie werking scholengemeenschap Vooral de mensen van het beleid (94%) denken dat de kernkwaliteiten van de eigen school gekend zijn in de andere scholen van de scholengemeenschap. Bij het ondersteunend personeel is 1/4 hier niet mee akkoord. Een kleine helft (43%) van het ondersteunend personeel vindt dat deze kernkwaliteiten voldoende tot goed zijn gekend bij de andere scholen van de scholengemeenschap. Opvallend is dat de grootste groep (44%) van het beleid aangeeft dat ze niet weten in welke mate de kernkwaliteiten van de school gekend zijn bij de andere scholen. Men gaat er wel van uit dat ze gekend zijn. 1/3 van de deelnemers wenst over de kernkwaliteiten van het eigen opvoedingsproject van de school te praten op niveau van de scholengemeenschap. Het is nochtans een belangrijke factor om binnen de scholengemeenschap elkaars eigenheid goed te kennen. Op deze manier is er een respectvollere samenwerking mogelijk. Scholen kunnen makkelijker kijken over de eigen muur en op zoek gaan naar een partner in de scholengemeenschap die binnen een samenwerkingsverband hen kan ondersteunen om de eigen werking te versterken. Het is dan ook van belang dat de school intern voor zichzelf uitmaakt waarvoor zij staan in hun lokale gemeenschap en probeert uit te blinken in het concreet realiseren van hun eigen kernkwaliteiten. Bij vraag 1 zien we dat er verschillende scholen zijn die een sterk bewustzijn hebben van hun eigen kernkwaliteiten (mogelijk hun eigen opvoedingsproject). Bij deze scholen zie je ook concrete voorbeelden terugkomen bij verschillende deelnemers. Het zijn juist deze concrete voorbeelden die interessant zijn binnen de samenwerking op niveau van de scholengemeenschap. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap. Vraag 3 Wanneer u een beslissing neemt op niveau van de scholengemeenschap, toetst u die aan het uiteindelijk doel (het leerproces en de opvoeding van elk kind bevorderen)? Conclusie werking scholengemeenschap Bijna iedereen van het beleid (90%) en het ondersteunend personeel (85%) geeft aan dat beslissingen die worden genomen op niveau van de scholengemeenschap worden getoetst aan het uiteindelijk doel van de eigen school nl. Het leerproces en opvoeding van elk kind bevorderen. De grootste groep vindt ook dat dit voldoende tot uitstekend gebeurt. Slechts twee deelnemers van het beleid geven aan dat dit nog onvoldoende gebeurt. In het algemeen kan je stellen dat binnen de scholengemeenschap men het niet belangrijk vindt om hierover verder te overleggen. * bemerking voor bijsturingen: Kan het ondersteunend personeel beslissingen op niveau van de scholengemeenschap? * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 12: Korte versie IKZ rapport 100420

Vraag 4 Wanneer je een beslissing neemt op niveau van de scholengemeenschap, hou je dan rekening met de verschillen die scholen aangeven? Conclusie werking scholengemeenschap 74% van de deelnemers geeft aan dat men rekening houdt met de verschillen die scholen aangeven bij het nemen van een beslissing op niveau van de scholengemeenschap. Dat vinden bijna al de mensen van het beleid (81%) en het ondersteunend personeel (77%). Drie personen van het beleid geven aan dat dit niet zo is. Aangezien dit is een erg klein aantal mensen zijn in verhouding met de bevraagde groep is dit op het eerste zicht te verwaarlozen. De samenwerking heeft er echter alle belang bij om ook de argumenten van deze mensen te bevragen. Opvallend is wel dat 22% van de bevraagde mensen vinden dat de samenwerking binnen de scholengemeenschap dit niet hoeft te doen (niet van toepassing). Stellen zij de werking van de scholengemeenschap boven de werking van de eigen school? Dit valt het meest op bij het administratief personeel. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de opgelegde samenwerking rond personeelsbeleid op niveau van de scholengemeenschap. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap. Visie 2.3 De scholengemeenschap als ondersteuning In dat perspectief kan de oprichting en de activiteit van de scholengemeenschap een aantal kansen bieden. Niet als doel op zich, maar als ondersteunend gegeven i.f.v. het kwaliteitszorgsysteem van de school en het kerndoel van de school: het leren van de leerling. Dank zij de scholengemeenschap kan de individuele school krachtiger worden in het nastreven van haar doelen en het bevorderen van haar kwaliteit. Zo kan de scholengemeenschap bijdragen tot het verhogen van de draagkracht en het vergroten van het draagvlak van de individuele school en schoolbestuur. De scholengemeenschap is dus een antwoord op het streven van de scholen om hun kwaliteit te verhogen. De individuele school en haar eigen opvoedingsproject blijft onder alle omstandigheden belangrijker dan de figuur van de scholengemeenschap. Vraag 5 Draagt de samenwerking in de scholengemeenschap bij tot een betere werking van de eigen school of het schoolbestuur? Vraag 6 Zijn de prioriteiten van jouw school belangrijker dan de prioriteiten van de scholengemeenschap? Vraag 7 Ervaart u de samenwerking binnen de scholengemeenschap ondersteunend voor de werking van de eigen school ? Vraag 8 Vind je de (samen)werking in de scholengemeenschap te sturend naar jouw eigen schoolwerking of werking van jouw schoolbestuur?

Page 13: Korte versie IKZ rapport 100420

Vraag 5 Draagt de samenwerking in de scholengemeenschap bij tot een betere werking van de eigen school of het schoolbestuur? Conclusie werking scholengemeenschap 88% van de deelnemers vindt dat door samen te werken op niveau van de scholengemeenschap de werking op de eigen school of schoolbestuur beter is. Opvallend is dat de grote groep van het pedagogisch personeel (88%) ervaart dat de werking op de eigen school is verbetert door de samenwerking op niveau van de scholengemeenschap. Dit is volgens de visie van het VVKBaO ook een belangrijk doel van de samenwerking binnen een scholengemeenschap. Slechts 7% van de deelnemers vindt dat dit niet zo is. 9% vindt dat dit nog onvoldoende is en heeft hogere verwachtingen van de samenwerking met betrekking tot het verbeteren van de eigen werking op school of het schoolbestuur. Deze groep is even groot als de deelnemers die er nog geen zicht op hebben (waarvan ¼ van het pedagogisch personeel deel uit maakt). 84% van de deelnemers vindt dat dit voldoende tot uitstekend verloopt. 30% van de deelnemers wenst hierover te praten en 40% wenst hierover verder samen te werken. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Vraag 6 Zijn de prioriteiten van jouw school belangrijker dan de prioriteiten van de scholengemeenschap? Conclusie werking scholengemeenschap 81% van de deelnemers vindt, net zoals de visietekst van het VVKBaO, dat de prioriteiten van de eigen school voor gaan op die van de scholengemeenschap. 8% vindt dat dit niet zo is. Een groep van 10% vindt dat dit niet van toepassing is. 25% van het beleid, dus een significante groep, zet de samenwerking in de scholengemeenschap voor de werking van de eigen school. 60% vindt dat dit voldoende tot uitstekend verloopt. De grootste groep van het beleid (52%) wenst hierover te praten. Volgens de visie van het VVKBaO blijft de individuele school en haar eigen opvoedingsproject onder alle omstandigheden belangrijker dan de figuur van de scholengemeenschap en kan de scholengemeenschap bijdragen tot het verhogen van de draagkracht en het vergroten van het draagvlak van de individuele school en schoolbestuur en het verschil in visie kan best bespreekbaar worden gemaakt. Zowel de verwachtingen als de concrete uitwerking van samenwerkingverbanden worden beter binnen dit perspectief beoordeeld. Lees ook de conclusie bij vraag 28. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 14: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

14  

14

Vraag 7 Ervaart u de samenwerking binnen de scholengemeenschap ondersteunend voor de werking van de eigen school ? Conclusie werking scholengemeenschap 82% van de deelnemers ervaart de werking van de scholengemeenschap als ondersteuning voor de eigen werking op school of schoolbestuur. 13% vindt dat niet zo. 15% vindt het onvoldoende of niet van toepassing. De mensen van het beleid (92%), het ondersteunend personeel (73%) en het pedagogisch personeel (78%) zijn overwegend tevreden van de ondersteunende werking van de scholengemeenschap. Het voltallige administratief personeel vindt dit zo. Een grotere groep wenst hierover te praten. De helft van het beleid en een kwart van het pedagogisch en ondersteunend personeel wenst dit te doen. De meerwaarde van een samenwerkingsverband krijgt zijn betekenis in welke mate de individuele school ervaart dat ze haar eigen werking beter en makkelijker kan realiseren door samen te werken met anderen. Het is dan ook belangrijk voor de scholengemeenschap om dit voorop te stellen en te meten bij elk samenwerkingspunt. 23% van het ondersteunend personeel ervaart nog dat dit niet het geval is. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Vraag 8 Vind je de (samen)werking in de scholengemeenschap te sturend naar jouw eigen schoolwerking of werking van jouw schoolbestuur? Conclusie werking scholengemeenschap 85% van de deelnemers vindt dat de scholengemeenschap niet te sturend wordt ervaren naar de eigen werking van de school. 15% vindt dat de werking van de scholengemeenschap te sturend wordt ervaren naar de eigen werking. 1/4 van het beleid geeft dit aan. 77% ( de grotere groepen van het pedagogisch personeel, het administratief personeel, het ondersteunend personeel en de mensen van het beleid ) vindt dat niet zo is. Zij ervaren dat ze nog voldoende eigen beleidsruimte hebben binnen de samenwerking. 22% staat open om hierover te praten. Het zijn vooral de mensen van het beleid (46%) die dit wensen te doen. ¼ van de beleidsgroep (12 personen) is een voldoende relevante groep om het gesprek hieromtrent aan te gaan. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 15: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

15  

15

Visie 3.1 De doelstellingen uit het decreet De overheid meende dat er decretale aanknopingspunten en stimuli moesten komen om de scholengemeenschappen vorm te geven. Waarom zouden basisscholen een scholengemeenschap moeten vormen? Het decreet Basisonderwijs (27 februari 1997) zegt dat de vorming van scholengemeenschappen kan bijdragen tot: - het verhogen van het draagvlak van de betrokken school; - een efficiënter gebruik van de beschikbare middelen en een beter management. Vraag 9 Wens je te komen tot grotere schoolbesturen of tot één schoolbestuur binnen jouw scholengemeenschap ? Conclusie werking scholengemeenschap De grootste groep wenst niet te komen tot één schoolbestuur voor de scholengemeenschap. 25% van de deelnemers wenst dit wel. Opvallend is dat 44% van de beleidsgroep dit wenst. Dit lijkt me een belangrijk punt om verder te verkennen binnen de samenwerking. Is er een beter management mogelijk indien er één schoolbestuur zou komen in de scholengemeenschap De Speling? De grootste groep van het pedagogisch personeel (76%) en het ondersteunend personeel (81%) vindt dat de verschillende schoolbesturen moeten blijven. Bij het administratief personeel (58%) en het beleid (56%) ligt dit procent lager. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 16: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

16  

16

Visie 4.1 Uitgangspunt: Subsidiariteit Het VVKBaO en het VVKBuO trekken volop de kaart van de subsidiariteit. Wat houdt dit in? Beslissingen hoort men te nemen op het laagst mogelijke niveau waar deze kwalitatief kunnen genomen worden. Voor wat het onderwijs betreft geeft dit meteen de garantie dat de besturen rekening houden met de eigen cultuur en specifieke behoeften van de individuele school. vraag 10 In onze scholengemeenschap heeft onze school de vrijheid om haar eigen pedagogische methodes te kiezen en te hanteren. Conclusie werking scholengemeenschap 95% van de deelnemers en geeft aan dat haar school de vrijheid heeft om zelf pedagogische methodes te kiezen om haar eigen opvoedingsproject te realiseren. 82% vindt ook dat dit goed tot uitstekend verloopt. Slechts 2% vindt dat dit onvoldoende is. 26% wenst hierover te praten (43% van het beleid). Bij het pedagogisch personeel zijn de meningen verdeeld. 34% en telkens de grootste aantallen van het beleid en het ondersteunend personeel die bevraagd zijn, wensen wel hierover (verder) samen te werken. ( beleid 51%, ondersteunend personeel 38% ). 78 % van het pedagogisch personeel weet het (nog) niet of wenst (nog) niet daarover samen te werken. Beslissingen die een scholengemeenschap neemt kunnen best worden genomen op het laagst mogelijke niveau waar deze kwalitatief kunnen genomen worden. Voor de scholen in een scholengemeenschap geeft dit meteen de garantie dat de besturen rekening houden met de eigen cultuur en de specifieke behoeften van de individuele school. Indien scholen vanuit hun eigen keuze eenzelfde methode wensen aan te kopen of te gebruiken kan er wel gekeken worden binnen de scholengemeenschap of hier gezamenlijke initiatieven kunnen opgezet worden om de methodes te verkennen, of samen aan te kopen of elkaar te versterken bij de implementatie van deze methodes. De scholengemeenschap zou hier ondersteunend kunnen werken en coördineren. De belangrijkste doelgroep die hier best wordt betrokken bij het beslissingsproces zijn de leerkrachten. Deze doelgroep geeft dit zelf niet aan. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 17: Korte versie IKZ rapport 100420

Visie 3.2 Doel voor elke school De doelstellingen uit het decreet wijzen vooral op de beleidsmatige efficiëntie en effectiviteit. Het VVKBaO en het VVKBuO beogen in de beweging naar scholengemeenschappen een iets bredere doelstelling te realiseren: het verhogen van het beleidsvoerend vermogen van de scholen in functie van het realiseren van het opvoedingsproject. Met het oog op het verhogen van het beleidsvoerend vermogen in elke school zal een scholengemeenschap ondersteunend zijn m.b.t.: • het doeltreffend maken van de communicatie binnen de school; • de ondersteuning in professionele en persoonlijke relaties; • de ontwikkeling van gedeeld leiderschap; • de gezamenlijke doelgerichtheid; • het responsief vermogen; • het innovatief vermogen; • het geïntegreerd beleid; • het reflectief vermogen van de teamleden en van de school in haar geheel. Vraag 11 Draagt de scholengemeenschap bij tot het verhogen van het beleidsvoerend vermogen van jouw school? Conclusie werking scholengemeenschap 68% van de deelnemers vindt dat door samen te werken op niveau van de scholengemeenschap het beleidsvoerend vermogen van de eigen school groter wordt. De grootste groep van het beleid (77%) en het ondersteunend personeel (81%) vindt dat zo. De grootste groep vindt ook dat dit voldoende gebeurt binnen de samenwerking en is bereid om hierover te praten en (verder) samen te werken. 1/5 van het beleid vindt dat de samenwerking het eigen beleidsvoerend vermogen niet versterkt. Het VVKBaO en het VVKBuO beogen in de beweging naar scholengemeenschappen een iets bredere doelstelling te realiseren dan een efficiënt en effectief beleid: het verhogen van het beleidsvoerend vermogen van de scholen in functie van het realiseren van het opvoedingsproject. Volgende deelvaardigheden van een schoolbestuur en het schoolpersoneel zouden ondersteund moeten worden door de scholengemeenschap: • het doeltreffend maken van de communicatie binnen de school; • de ondersteuning in professionele en persoonlijke relaties; • de ontwikkeling van gedeeld leiderschap; • de gezamenlijke doelgerichtheid; • het responsief vermogen; • het innovatief vermogen; • het geïntegreerd beleid; • het reflectief vermogen van de teamleden en van de school in haar geheel. Het is goed om expliciet aandacht te hebben voor aspecten van het beleidsvoerend vermogen van de scholen binnen de samenwerking. Zo leren medewerkers bijvoorbeeld bewuster omgaan met het communiceren van gezamenlijke prioriteiten en het verloop ervan tot op het niveau van de klas. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 18: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

18  

18

Visie 4.2 Aanknopingspunten: decretale bevoegdheden van de scholengemeenschappen Eenmaal ingetreden in een scholengemeenschap, is een school niet langer vrij om te bepalen waarover men samenwerkt. Er zijn een aantal bevoegdheden die duidelijk omschreven worden. Het beleidskader verschaft de scholengemeenschappen enerzijds de mogelijkheid om afspraken te maken en anderzijds de ruimte om initiatieven te nemen (zie art. 125 novies van het decreet Basisonderwijs). 4.2.1 Afspraken maken Een scholengemeenschap moet afspraken maken over: - De aanwending puntenenveloppe scholengemeenschap; - De aanwending punten beleids- en ondersteunend personeel SG; - De aanwending puntenenveloppe ICT; - De aanwending puntenenveloppe zorg+ ter bevordering van de kleuterparticipatie; - Functiebeschrijvingen en evaluatie; - Het ter beschikking stellen van de expertise van de school BuBaO; - De samenwerking met andere scholen (buiten de scholengemeenschap); - Het opnemen van scholen in de scholengemeenschap; - De aanwending van korte vervangingen. … Indien de participerende scholen het wensen, kunnen ze m.b.t. bovenstaande punten zelfs hun beslissingsbevoegdheid overdragen aan de scholengemeenschap. Vraag 12 Hebben jullie binnen de scholengemeenschap afspraken vastgelegd met betrekking tot een onthaalbeleid voor kleuters? Vraag 13 Behoort het invoeren en houden van functioneringsgesprekken tot de prioriteiten van de scholengemeenschap? Vraag 21 Heeft de scholengemeenschap afspraken gemaakt om de puntenenveloppes op niveau van de scholengemeenschap te verdelen onder de scholen (met bijvoorbeeld een verdeelsleutel) ? Vraag 22 Heeft de scholengemeenschap afspraken gemaakt om de puntenenveloppes van de scholengemeenschap in te zetten voor gezamenlijke prioriteiten op niveau scholengemeenschap? Vraag 23 Heeft de scholengemeenschap punten geïnvesteerd voor het voeren van een gezamenlijk ICT-beleid? Vraag 24 Heeft de scholengemeenschap punten geïnvesteerd voor het voeren van een gezamenlijk zorgbeleid? Vraag 25 Heeft de scholengemeenschap punten geïnvesteerd voor het aanstellen van een mentor op het niveau van de scholengemeenschap?

Page 19: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

19  

19

Vraag 12 Hebben jullie binnen de scholengemeenschap afspraken vastgelegd met betrekking tot een onthaalbeleid voor kleuters? Conclusie werking scholengemeenschap Slechts 42% van de deelnemers zijn op de hoogte dat de scholengemeenschap afspraken heeft gemaakt met betrekking tot het onthaalbeleid van kleuters. (pedagogisch personeel 33%, ondersteunend personeel 46% en beleidsmensen 54% ) 57% van de deelnemers geeft aan dat er geen afspraken zijn of dat het niet van toepassing is. De scholengemeenschap heeft volgens het decreet Basisonderwijs o.a. de bevoegdheid gekregen om afspraken te maken en initiatieven te nemen om te werken aan het onthaalbeleid van kleuters in de scholengemeenschap (zorg +). Uit de antwoorden kunnen we afleiden dat er onvoldoende werd gecommuniceerd welke afspraken en initiatieven de scholengemeenschap heeft m.b.t. het onthaalbeleid van kleuters. Slechts ¼ van de deelnemers wenst hierover te praten of (verder) samen te werken. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap. Vraag 13 Behoort het invoeren en houden van functioneringsgesprekken tot de prioriteiten van de scholengemeenschap? Conclusie werking scholengemeenschap 68% van de deelnemers zeggen dat het (in)voeren van functioneringsgesprekken behoort tot de prioriteit van de scholengemeenschap. De verschillende doelgroepen scoren niet zo hoog: pedagogisch personeel 65%, ondersteunend personeel 69% , beleidsmensen 77% en het administratief personeel 58%. De scholengemeenschap dient hierover afspraken te maken en samen te werken. Het blijft wel een eindverantwoordelijkheid van het individuele schoolbestuur! Een grote groep ( 30%) van de deelnemers geeft aan dat dit niet zo is of vindt het niet van toepassing. Opvallend is dat 11 deelnemers uit de beleidsgroep (23%) dit zo aangeven. Zij zijn de initiatiefnemers van deze vernieuwing. Daartegenover staat dat toch wel een grote groep van het pedagogisch personeel (65%) op de hoogte is van deze prioriteit. 17% weet (nog) niet in welke mate het (in)voeren van functioneringsgesprekken verloopt. 18% vindt dit zelfs niet van toepassing. 58% vindt dat dit voldoende tot uitstekend verloopt. De grootste groep van het administratief personeel is hiervan op de hoogte. De grootte groep (29 deelnemers) van het beleid wenst hierover (verder) samen te werken. 19 deelnemers van het beleid weet het (nog) niet of vindt het niet van toepassing of wenst niet samen te werken rond deze prioriteit. Wordt er voldoende gecommuniceerd over deze (opgelegde) prioriteit binnen de scholengemeenschap of is de coördinatie/ondersteuning vanuit de scholengemeenschap onvoldoende? Is elke school bezig met deze prioriteit? Hier lijkt dat er zeker nog meer werk moet gemaakt worden van het sensibiliseren en informeren van al de betrokkenen binnen de scholengemeenschap of een planmatige aanpak. Elke school moet hier zijn eigen verantwoordelijkheid opnemen aangezien deze prioriteit de kwaliteit van het personeelsbeleid op niveau van de school en in de samenwerking op niveau van de scholengemeenschap sterk kan verbeteren. Ik denk dan in het bijzonder aan de gedeelde verantwoordelijkheid bij het al dan niet toekennen van een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD) of een beslissing voor vaste benoeming indien de scholengemeenschap maximaal wenst samen te werken binnen de regelgeving. Hiermee bedoel ik dat men gaat kijken naar de aanwezige en gewenste competenties bij het tijdelijke personeel i.p.v. bijvoorbeeld de dienstanciënniteit. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 20: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

20  

20

Visie 3.2 Doel voor elke school De doelstellingen uit het decreet wijzen vooral op de beleidsmatige efficiëntie en effectiviteit. Het VVKBaO en het VVKBuO beogen in de beweging naar scholengemeenschappen een iets bredere doelstelling te realiseren: het verhogen van het beleidsvoerend vermogen van de scholen in functie van het realiseren van het opvoedingsproject. Inhoudelijk zijn er hiervoor ontegensprekelijk aanknopingspunten. Scholengemeenschappen verzamelen immers scholen met eenzelfde opvoedingsconcept. Het opvoedingsconcept van de katholieke basisschool vormt m.a.w. een ‘grootste gemene deler’. Elke katholieke school wil immers werk maken van: • haar schooleigen christelijke identiteit; • een degelijk en samenhangend onderwijsinhoudelijk aanbod; • een stimulerend opvoedingsklimaat en een doeltreffende didactische aanpak; • de ontplooiing van ieder kind vanuit een brede zorg; • de school als gemeenschap en als organisatie. Met het oog op het verhogen van het beleidsvoerend vermogen in elke school zal een scholengemeenschap ondersteunend zijn m.b.t.: • het doeltreffend maken van de communicatie binnen de school; • de ondersteuning in professionele en persoonlijke relaties; • de ontwikkeling van gedeeld leiderschap; • de gezamenlijke doelgerichtheid; • het responsief vermogen; • het innovatief vermogen; • het geïntegreerd beleid; • het reflectief vermogen van de teamleden en van de school in haar geheel. Vraag 14 Door samen te werken binnen de scholengemeenschap is er een betere werking in de eigen school. Vraag 15 Door samen te werken binnen de scholengemeenschap is er een betere werking in de eigen school m.b.t. : een kwaliteitsvollere didactische aanpak van leerkrachten. Vraag 16 Door samen te werken binnen de scholengemeenschap is er een betere werking in de eigen school m.b.t. : meer en bredere zorg voor alle kinderen in de klas. Vraag 17 Heeft de werking van de scholengemeenschap bijgedragen tot een betere organisatie van de eigen school? Vraag 18 Door samen te werken binnen de scholengemeenschap is er een betere werking in de eigen school m.b.t. : communicatie (o.a. met het schoolbestuur, met de schoolleiding, in het leerkrachtenteam, met de administratie, met externen,...). Vraag 19 De werking van de scholengemeenschap draagt bij tot een betere professionele en persoonlijke relatie op niveau van schoolbesturen, directeurs, zorgcoördinatoren, leerkrachten, administratief personeel, externen, ... ?

Page 21: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

21  

21

Vraag 14 Door samen te werken binnen de scholengemeenschap is er een betere werking in de eigen school. Conclusie werking scholengemeenschap 68% van de deelnemers vindt dat de eigen werking van de school is verbeterd door samen te werken. Slechts 15% vindt dat dit niet van toepassing is. 22% vindt dat dit niet het geval is. 60% van de deelnemers vindt dat dit voldoend tot uitstekend verloopt. Dit strookt met de visietekst van het VVKBaO. Slechts een kleine groep (4%) vindt dat dit onvoldoende is. In verhouding is er toch een grotere groep van het pedagogisch (21%) en ondersteunend personeel (23%) dat er geen zicht op heeft. Naargelang het samenwerkingspunt op niveau van de scholengemeenschap is de betere werking in de eigen school een belangrijk uitgangspunt! Wordt dit voldoende meegenomen in de samenwerkingspunten? Er is bijvoorbeeld een sterke werking opgezet rond zorg op niveau van de scholengemeenschap. Toch is er een grote groep van ondersteunend personeel dat de betere werking op de eigen school niet in beeld kan brengen ( zie ook vraag 16). * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap. Vraag 15 Door samen te werken binnen de scholengemeenschap is er een betere werking in de eigen school m.b.t. : een kwaliteitsvollere didactische aanpak van leerkrachten. Conclusie werking scholengemeenschap 66% van de deelnemers vindt dat er een kwaliteitsvollere didactische aanpak is van het pedagogisch personeel door samen te werken op niveau van de scholengemeenschap. De grootste groep van het beleid (73%) en het pedagogisch (66%) en ondersteunend personeel (58%) vindt dit zo. Opvallend is het hoge(re) percentage van het pedagogisch personeel. Zij kennen hun kwaliteitsvollere didactische aanpak (ook) toe aan de samenwerking op niveau van de scholengemeenschap. Slechts 6% vindt dat het niet van toepassing is. 12% van het ondersteunend personeel ( in verhouding de grootste groep) vindt dat dit nog onvoldoende is door samenwerking op niveau van de scholengemeenschappen. 26% van de deelnemers weet (nog) niet in welke mate dat dit is. 58% van de deelnemers vindt dat dit voldoende tot uitstekend is. De grootste groep ( 40%) wenst hierover (verder) samen te werken. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 22: Korte versie IKZ rapport 100420

Vraag 16 Door samen te werken binnen de scholengemeenschap is er een betere werking in de eigen school m.b.t. : meer en bredere zorg voor alle kinderen in de klas. Conclusie werking scholengemeenschap 72% van de deelnemers geeft aan dat de zorgwerking beter is geworden door samen te werken op niveau van de scholengemeenschap. Opvallend is dat de betekenisgeving van het ondersteunend personeel geen verbetering ziet op niveau van de eigen school rond zorg door samen te werken op niveau van de scholengemeenschap. (39% van het ondersteunend personeel geeft aan dat dit niet zo is of niet van toepassing is). Bij het beleid ziet men dit wat positiever. Slechts 21% van het beleid vindt dat er geen betere werking is op niveau van de school door samen te werken binnen de scholengemeenschap. 36% van de deelnemers heeft er geen zicht op of vindt het onvoldoende of vindt het niet van toepassing in welke mate de zorgwerking op niveau van de school beter is geworden door samen te werken op niveau van de scholengemeenschap. 22% vindt het voldoende. 27% vindt dat er een goede tot uitstekende verbetering is van de zorgwerking op niveau van de school door samen te werken binnen de scholengemeenschap. Slechts 45% van de deelnemers wenst hierover (verder) samen te werken op niveau van de scholengemeenschap om de eigen zorgwerking te verbeteren. 45% weet het (nog) niet of vindt het niet van toepassing om samen te werken terwijl dit juist een opgelegd punt is door de regelgeving om samen te werken binnen de scholengemeenschap. De visietekst van het VVKBaO ziet hier zelfs een belangrijke opdracht voor de scholengemeenschap om de scholen hierin te versterken en ondersteunen. Misschien moet het versterken van de zorgwerking op school meer als focus worden vooropgesteld binnen de samenwerking en ook expliciet worden geëvalueerd binnen de eigen schoolwerking om de samenwerking te verfijnen. 36% van de deelnemers heeft er geen zicht op. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 23: Korte versie IKZ rapport 100420

Vraag 17 Heeft de werking van de scholengemeenschap bijgedragen tot een betere organisatie van de eigen school? Conclusie werking scholengemeenschap 76% van de deelnemers geeft aan dat door samen te werken op niveau van de scholengemeenschap de eigen organisatie van de school is verbeterd. 19% van het beleid en 25% van het administratief personeel vinden dat de samenwerking geen bijdrage heeft tot verbetering van de eigen organisatie van de school (20% van de totale deelnemers). 3 mensen uit de beleidsgroep vinden dat de samenwerking binnen de scholengemeenschap nog onvoldoende de organisatie van de eigen school versterkt. 36% van de mensen uit het beleid vinden dat ze hier nog onvoldoende zicht op hebben of vinden het niet van toepassing. 58% van de mensen uit het beleid vinden dat door de samenwerking de eigen organisatie erop vooruit is gegaan in voldoende tot uitstekende mate. 57% van de mensen van het administratief personeel vindt dit ook zo. Meer dan de helft van de deelnemers wenst hierover (nog) niet te praten of vindt het niet van toepassing of weet het nog niet. 58% van de mensen van het beleid wenst hierover (verder) samen te werken. 35% van de mensen van het beleid weten het nog niet of vinden het niet van toepassing. 33% van het administratief personeel en slechts 1 persoon van het beleid wensen hierover niet samen te werken. Je kan in het algemeen stellen dat een grote groep vindt dat door samen te werken op niveau van de scholengemeenschap de eigen organisatie van de school is verbeterd. Men is geneigd om dit verder op te nemen binnen de samenwerking. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 24: Korte versie IKZ rapport 100420

Vraag 18 Door samen te werken binnen de scholengemeenschap is er een betere werking in de eigen school m.b.t. : communicatie (o.a. met het schoolbestuur, met de schoolleiding, in het leerkrachtenteam, met de administratie, met externen,...). Conclusie werking scholengemeenschap 52% van de deelnemers vindt dat er een betere communicatie is op school door samen te werken op niveau van de scholengemeenschap. Binnen elke doelgroep vindt meer dan de helft dit zo. 35% vindt dat dit niet zo is. 11% vindt dat dit niet van toepassing is. 53% van de deelnemers heeft er geen zicht op of vindt het onvoldoende of vindt het niet van toepassing. Samenwerking gaat steeds gepaard met een ernstige toename aan communicatie binnen de school zelf als tussen de verschillende scholen. Samenwerken vraagt naar eenduidige, heldere, gefaseerde en meer communicatie. Meer dan de helft ziet hier geen verbetering in. Het is complexer binnen een grote scholengemeenschap een vlotte communicatie te realiseren. Anderzijds antwoordt het pedagogisch personeel niet altijd zo veel “niet van toepassing “of “weet het (nog) niet”. Dit is meestal de groep die hier hoge percentages haalt. We kunnen dus stellen dat bestaande communicatiekanalen werken. 43% vindt dat dit voldoende tot uitstekend verloopt. Het blijft een belangrijk aandachtspunt binnen de samenwerking om zowel de interne communicatie binnen de school en het schoolbestuur te optimaliseren alsook de communicatie tussen scholen en schoolbesturen binnen de scholengemeenschap. Er mag best wat aandacht gaan naar de personen die niet onmiddellijk betrokken zijn met de concrete werking van de scholengemeenschap waarbij een evenwicht wordt nagestreefd van passieve en actieve communicatie. Opvallend is dat slechts 17% van het pedagogisch personeel hierover (verder) wenst samen te werken. 29% van het personeel wenst hier niet rond samen te werken of vindt het niet van toepassing. Bij het beleid wenst 56% hier verder rond samen te werken. Slechts 14% wenst hier niet rond samen te werken of vindt het niet van toepassing. Bij het administratief personeel is ook niet de wens om hier verder rond samen te werken ( slechts 17% van het administratief personeel). * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 25: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

25  

25

Vraag 19 De werking van de scholengemeenschap draagt bij tot een betere professionele en persoonlijke relatie op niveau van schoolbesturen, directeurs, zorgcoördinatoren, leerkrachten, administratief personeel, externen, ... ? Conclusie werking scholengemeenschap 82% van de deelnemers vindt dat er betere professionele en persoonlijke relaties zijn door samen te werken op niveau van de scholengemeenschap. Al de bevraagde doelgroepen hebben hier hoge scores: administratie: 92%, beleid: 90%, ondersteunend personeel 88% en pedagogisch personeel 77%. (Voor het pedagogisch personeel is dit een behoorlijk hoge score.) Slechts enkelen geven aan dat het niet zo is (10%). Opvallend zijn hier het administratief personeel: 1 persoon en het ondersteunend personeel 2 persoenen, het beleid 5 personen en het pedagogisch personeel 8 personen. 68% vindt dat dit voldoende tot uitstekend verloopt. Slechts 4% vindt dat dit onvoldoende is. 28% vindt het niet van toepassing of wenst niet hierover nog samen te werken. 42% van het administratief personeel, 30% van het pedagogisch personeel, 15% van het ondersteunend personeel en slechts 2% van het beleid. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Visie 4.1 Uitgangspunt: Subsidiariteit Het VVKBaO en het VVKBuO trekken volop de kaart van de subsidiariteit. Wat houdt dit in? Beslissingen hoort men te nemen op het laagst mogelijke niveau waar deze kwalitatief kunnen genomen worden. Voor wat het onderwijs betreft geeft dit meteen de garantie dat de besturen rekening houden met de eigen cultuur en specifieke behoeften van de individuele school. Naast het fundamentele vertrouwen in de eigen organisatie van elke school, daagt het de bestuursleden uit tot een realistische, maar ook bescheiden kijk op de eigen mogelijkheden van hun school. Wettelijke verplichtingen, maatschappelijke uitdagingen, sociale problemen, financiële beslommeringen zijn soms van die aard dat ze niet meer op het niveau van de school kunnen worden opgevangen. Op dat moment moeten de bestuurders en directies van de scholen de wijsheid tonen en de wil opbrengen om op een hoger echelon naar een kwalitatief aanvaardbare oplossing te zoeken.  Vraag 20 Vindt u dat beslissingen die worden genomen binnen de scholengemeenschap op het laagst mogelijke niveau worden genomen waar deze kwalitatief het best genomen worden? Conclusie werking scholengemeenschap Indien de werking van de scholengemeenschap wil rekening houden met de eigen cultuur en specifieke behoeften van de individuele school dan zorgt ze ervoor dat beslissingen worden genomen op het laagst mogelijke niveau waar deze kwalitatief het best genomen worden.

Page 26: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

26  

26

59% van de deelnemers vindt dit zo gebeurt. De grootste groep van het pedagogisch personeel (63%) ervaart dit zo. Bij het beleid en het ondersteunend personeel is dit telkens iets meer dan de helft. Slechts een kleine groep 17% vindt dat dit niet zo is in de samenwerking. Hier valt weeral de bevindingen van het pedagogisch personeel op. Slechts 6% vindt dat dit niet zo gebeurt. Het beleid is strenger voor zichzelf met 31%! Je kan hieruit concluderen dat de samenwerking tot op heden ervoor gezorgd heeft dat er voldoende inspraak en betrokkenheid is geweest bij het pedagogisch personeel m.b.t. de werking van de scholengemeenschap. Het beleid en het ondersteunend personeel is strenger voor zichzelf en schat in dat er nog meer kan gedaan worden. Opvallend is wel dat er 22% vindt dat dit niet van toepassing is. Het beleid daarentegen vindt dit niet zo. Slechts 6% vindt dat dit niet van toepassing is. 28% van de deelnemers wenst hierover verder samen te werken. De grootste groep van het beleid (54%) vindt dit zo. 14% van het pedagogisch personeel wenst hierover verder samen te werken. De grootste groep (44%) weet het (nog) niet. Slechts 11% vindt dat het niet van toepassing is. Bij veel scholengemeenschappen is dit een moeilijke oefening tot op het niveau van het pedagogisch personeel. Hier zie je dat binnen de samenwerking dit niet zo is! Het is aangewezen om rekening te houden met het subsidiariteitsprincipe bij het nemen van beslissingen in de samenwerking binnen de beleidsgroep en de het ondersteunend personeel. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap. Vraag 21 Heeft de scholengemeenschap afspraken gemaakt om de puntenenveloppen op niveau van de scholengemeenschap te verdelen onder de scholen (met bijvoorbeeld een verdeelsleutel) ? Conclusie werking scholengemeenschap Naar aanleiding van de CAO VIII werd de zorgenveloppe ingevoerd op niveau van de scholengemeenschap. Elke school, behalve de school van het buitengewoon onderwijs, krijgt een vast deel zorgpunten (die uren zorg genereren) en daarnaast genereerde elke school (ook het buitengewoon onderwijs) in de scholengemeenschap nog bijkomende punten. Over deze extra punten moet de scholengemeenschap in overleg gaan en dus afspraken maken. De overheid bepaald niet op welke manier dit moet gebeuren. 89% van de deelnemers geeft aan dat er afspraken werden gemaakt in de scholengemeenschap om de puntenenveloppen te verdelen onder de scholen. 2 deelnemers van het beleid zeggen dat dit niet zo is (4%). 3 deelnemers van het beleid zeggen dat dit niet van toepassing is (6%). Opvallend is dat 1/4 van het beleid er geen zicht op heeft in welke mate dat dit gebeurt. 8% vindt dat dit nog onvoldoende is. 59% vindt dat dit voldoende tot uitstekend verloopt. 14% vindt dat dit niet van toepassing is. 62% wenst hierover verder samen te werken. 7% vindt dat dit niet van toepassing is. 11% weet het nog niet. Enkele mensen van het beleid zijn onvoldoende geïnformeerd over deze verplichte samenwerking. Het is belangrijk aandacht te hebben op welke wijzen er wordt gecommuniceerd over verplichte samenwerkingspunten in de scholengemeenschap. 4 mensen (weliswaar een klein aantal) vinden dat er onvoldoende afspraken zijn gemaakt of dat het resultaat van de afspraken onvoldoende is. * bemerking voor bijsturingen:

Page 27: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

27  

27

* wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap. Vraag 22 Heeft de scholengemeenschap afspraken gemaakt om de puntenenveloppes van de scholengemeenschap in te zetten voor gezamenlijke prioriteiten op niveau scholengemeenschap? Conclusie werking scholengemeenschap 91% van het beleid weet dat dit zo is. 4 deelnemers zeggen dat dit niet van toepassing is of dat dit niet zo is. De scholengemeenschap werkt met een beleidsplan en prioriteiten. De scholengemeenschap heeft o.a. punten besteed aan coördinatie van de scholengemeenschap. Het VVKBaO vindt dit belangrijk dat dit gebeurt. Coördinatie dient om de kwaliteit van samenwerken te verhogen (planmatig werken, effectiviteit en efficiëntie verhogen, …) Hiervoor zijn verschillende functies in het leven geroepen: een coördinerend directeur, een mentor, een personeelsverantwoordelijke en een financieel verantwoordelijke op niveau van de scholengemeenschap. Zie ook vraag 29. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap. Vraag 23 Heeft de scholengemeenschap punten geïnvesteerd voor het voeren van een gezamenlijk ICT-beleid? Conclusie werking scholengemeenschap 90% van de deelnemers zegt dat de scholengemeenschap punten heeft geïnvesteerd voor het voeren van een gezamenlijk ICT-beleid. 8% geeft dan dat dit niet zo is of dat het niet van toepassing is. 24% van de deelnemers weet het niet. ( 19% van het beleid, 35% van het ondersteunend personeel ) 16% van de deelnemers vindt dit nog onvoldoende. ( 17% van het beleid en 15% van het ondersteunend personeel ) 56% vindt dat het voldoende tot uitstekend loopt. Bijna de helft van de deelnemers wil erover praten en verder rond samenwerken. Het lijkt op het eerste gezicht dat dit een mogelijke prioriteit kan zijn die verder kan uitgewerkt worden in de scholengemeenschap aangezien een relevante groep vindt dat dit nog beter kan. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 28: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

28  

28

Vraag 24 Heeft de scholengemeenschap punten geïnvesteerd voor het voeren van een gezamenlijk zorgbeleid? Conclusie werking scholengemeenschap 87% van de deelnemers geeft aan dat de scholengemeenschap punten heeft geïnvesteerd in een gezamenlijk zorgbeleid. 11% van de deelnemers (voornamelijk uit het pedagogisch personeel en opvallend ook twee uit het ondersteunend personeel) zeggen dat dit niet van toepassing is. 25% van de deelnemers (27% van het pedagogisch personeel, 12% van het ondersteunend personeel en 14% van het beleid) hebben onvoldoende zicht hoe het loopt. Dit is toch een grotere groep. 66% van de deelnemers vindt dat dit voldoende tot uitstekend loopt. 35% van de deelnemers is bereid om hier (verder) samen te werken. 34% weet het nog niet of ze willen samenwerken m.b.t. een gezamenlijk zorgbeleid. Dit is ook wel een grote groep. 15% wenst niet samen werken. Zorg+ is echter een verplichte samenwerking binnen het gegeven van de scholengemeenschap. Een betere communicatie en evaluatie van het gezamenlijk zorgbeleid is wenselijk. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap. Vraag 25 Heeft de scholengemeenschap punten geïnvesteerd voor het aanstellen van een mentor op het niveau van de scholengemeenschap? Conclusie werking scholengemeenschap 85% van de deelnemers geeft aan dat de scholengemeenschap punten heeft geïnvesteerd voor het aanstellen van een mentor op niveau van de scholengemeenschap. 14% zegt dat dit niet zo is of niet van toepassing is. 35% heeft geen zicht in welke mate dat dit verloopt. Bijna de helft van het beleid (42%) heeft daar geen zicht op. 57% vindt dat dit voldoende tot uitstekend verloopt. 37% van de deelnemers vooral mensen uit het beleid ((42%) wenst hierover te praten. Een nog grotere groep 43% van de deelnemers wenst hierover (verder) samen te werken. De helft van het beleid wenst dit te doen. Gezien de evolutie van mentorschap binnen de regelgeving lijkt dit wel een bijzonder punt om de werking verder te evalueren en te kijken in welke mate deze samenwerking vorm krijgt. Meer duidelijkheid scheppen over het verloop van de werking lijkt aangewezen. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 29: Korte versie IKZ rapport 100420

Visie 4.4 Een groeiproces vraagt tijd Afspraken, prioriteiten bepalen, vergaderen: een goed functionerende scholengemeenschap vraagt een bijzondere (tijds)investering. Toch moet men vergaderkoorts bewaken en supplementaire taken vermijden. Het zal een zaak zijn om vooral taken op te nemen die de draaglast van de directies verlichten. In heel wat scholengemeenschappen kunnen scholen bovendien voordeel halen uit de expertise van de andere scholen: b.v. ervaring met dubbele boekhouding, specialisatie van BuO-scholen met specifieke leerlingenproblemen, enz. Vraag 26 Welk samenwerkingspunt vind je het sterkst in de scholengemeenschap? Vraag 27 Welk item wens je op te nemen als een prioriteit in het beleidsplan van de scholengemeenschap? Vraag 28 Wat is volgens jou het grootste knelpunt in de samenwerking binnen de scholengemeenschap? Vraag 30 Bent u bereid mee te werken aan een feedbackvergadering met betrekking tot deze bevraging ?

Page 30: Korte versie IKZ rapport 100420

Vraag 26 Welk samenwerkingspunt vind je het sterkst in de scholengemeenschap? Conclusie werking scholengemeenschap Volgens de (klas)leerkrachten K.O en L.O. scoort de samenwerking sterk bij: Collegiale consultatie / communicatie tussen de verschillende scholen / het regelmatig samenzitten met de leerkrachten van de andere scholen om aan bepaalde doelen te werken binnen de ontwikkeling van de kleuters,zeker naar de praktische kant toe. /de collegiale consultaties per leerjaar ( 6de leerjaar) als doorstroming naar het sec. ond. . / Op mijn niveau: collegiale consultaties / overleg tussen dezelfde leerjaren. Daar heb ik persoonlijk het meeste voordeel van / ervaringen uitwisselen en andere scholen bezoeken / De scholengemeenschap brengt ons dichter bij andere scholen. Het samen vergaderen en bespreken van een aantal aandachtspunten die leven onder de leerkrachten is zeer positief. / Overgang 6de leerjaar - secundair onderwijs / contacten met Secundair (18) personeelsbeleid/ personeelsbeleid voor jonge leerkrachten / dat er uren kunnen verdeeld worden over verschillende scholen / personeelsbeleid / TBD TADD / aanvraag korte vervangingen / systeem om vervangingen te zoeken / functioneringsgesprekken / informatie geven ivm nieuwe wetgevingen (functioneringsgesprekken) / Informatie geven in verband met wetgevingen. / organiseren van workshops op de zorgdagen (12) De leerdag / opzetten van leerdag met mogelijkheid om veel mensen te leren kennen en te proeven van veel dingen / organiseren van zinvolle conferenties / Ik ben in de desinggroep en heb hierdoor inspraak in het organiseren van de leerdag. - goede begeleiding van vervanging bij afwezigheid / De zorgdag / de studiedag (10) voor de scholen die het nodig hebben: de wekelijkse/maandelijkse bijeenkomsten van de zorgleerkrachten , dus voor die scholen vind ik dat het sterkste punt, zij hebben er iets aan! wij hebben er niet veel aan. / de brede zorg / zorgcoördinatoren / Zorgbeleid / De navormingen voor de zorgcoördinatoren. / Aandacht en zorg voor elk individu! (11) Voor mij is dat zeker het taaltraject in het kleuteronderwijs! /Het taaltraject voor de kls.is heel concreet en dat is wat de kleuterleidsters nodig hebben. Praktijkgerichte ervaringen en niet alleen de theorie./Samen nadenken, praten en zoeken om de optimale ontwikkeling van de totale persoonlijkheid van ieder kind te vergroten. / …enkel nog maar samengewerkt met andere kleuterjuffen tijdens één sessie omtrent het taliger maken van hoeken … / Ondersteuning van leerkrachten over praktijk. / Communicatie en taalproject zijn heel belangrijk daar zoveel kinderen anderstalig zijn (8) college van directeurs / Zeer regelmatig komen de directies samen die hun zorgen uiten en van waaruit dan zoveel mogelijk oplossingen komen. Niet altijd dadelijk maar wel procesgericht. / Er wordt meer naar één visie gezocht. Er wordt samengewerkt(ideeën delen, directeurs staan niet meer alleen...) (5) enkel op het gebied van zwemmen kan ik zeggen dat de turnlkn onderling de kwaliteit verbeteren door aan differentiatie + schooloverschreidend te werken in het zwembad. / De groep Lich.Opvoed. / … Wel merk ik dat de leerkrachten bewegingsopvoeding heel goed samenwerken en er ook echt voor mekaar staan. / persoonlijk ben ik vooral betrokken bij de samenwerking bij de Lichamelijke Opvoeding. Dit is een zeer creatieve groep waar regelmatig originele voorstellen uit ontstaan en nieuwe actis op het niveau van de scholengemeenschap. (4) Ben niet op de hoogte vd samenwerkingspunten / samenwerkingspunt???? / ik weet het niet, niet echt kijk op! (3) het coaching project de hoe zo dagen (2) administratief / Het administratieve(2) ICT (1) Het OCSG. (1) kwaliteitsvol onderwijs (1) Bugettering ... aankopen (1) ik vind niet echt dat er een punt uitspringt. (1) De leerkrachten vinden de collegiale consultaties die worden opgezet als een sterk punt binnen de samenwerking op niveau van de scholengemeenschap. Dit is logisch omdat dit erg dicht bij hun eigen praktijk staat. Volgens hen staat de wijze waarop gewerkt wordt rond personeelsbeleid op de tweede plaats. Op de derde plaats staat de leerdag/zorgdag op niveau van de scholengemeenschap. Een belangrijke opmerking is dat de leerkrachten kleuteronderwijs bijna allemaal hebben aangegeven dat het taaltraject dat loopt binnen de scholengemeenschap als sterke werking wordt gezien. De leerkrachten bewegingsopvoeding vinden dat ze goed concreet kunnen samenwerken binnen de scholengemeenschap.

Page 31: Korte versie IKZ rapport 100420

Volgens het ondersteunend personeel scoort de samenwerking sterk bij: Het zorgbeleid / het kleutertaaltraject binnen het zorgbeleid / samenwerking op zorgniveau/ samenwerking tussen de zorgcoördinatoren/ zorg werking directies info-doorstroming / Er wordt veel expertise met elkaar uitgewisseld … / de vergaderingen voor zorgcoördinatoren (19) Personeelsbeleid / Personeelsbeheer / aanwezigheid op de werkvloer ( mentor) / tewerkstelling / mentor (5) Het college van directeurs / samenwerking op directieniveau / Ik denk dat de directies het meest steun ondervinden van de scholengemeenschap. (3) ???? / Geen idee ! / Geen antwoord aangezien alleen ICT tot mijn taak behoort in de scholengemeenschap.(3) bewegingsopvoeding (samen sporten) (1) Het aanwerven van didactisch materiaal via de scholengemeenschap. (1) Bij het ondersteunend personeel scoort samenwerken rond zorg het sterkst. Op de tweede plaats komt het personeelsbeleid. Op de derde plaats zien ze de werking van het college van directeurs als een sterke samenwerking. Opvallend is dat de ICT-coördinatoren minder op de hoogte zijn van samenwerkingspunten. Ze geven ook hun eigen samenwerking niet aan als een sterk samenwerkingspunt binnen de scholengemeenschap. Volgens de directeurs scoort de samenwerking sterk bij: CD Personeelsbeleid / Personeelsbeleid: voorbereiding van de functioneringsgesprekken, opstellen van functiebeschrijving per ambt, lijst voor individualiseren van deze F.B., tijdspad, procedure,... (6) preventie en zorg / zorgbeleid (5) samenwerken tussen scholen/ Het college van directies: samen overleggen, samen beslissingen nemen, samen afspraken maken, beleidsvoerend vermogen van de scholen werd duidelijk ondersteund / Ik kan er altijd terecht met mijn vragen en wordt er goed ondersteund. Op alle terreinen is er een goede samenwerking.... (3) Professionalisering directies en schoolbesturen. (2) De werking in de verschillende werkgroepen maken een goede organisatie mogelijk op diverse vlakken binnen de organisatie. (1) boekhouding (1) Aankoopbeleid (1) Directeurs geven aan dat de samenwerking rond personeelsbeleid het beste werkt binnen de scholengemeenschap. Op de tweede plaats zien zij de samenwerking rond zorg. Op de derde plaats zien zij het samenwerken op zich als een belangrijke meerwaarde.

Page 32: Korte versie IKZ rapport 100420

Volgens de leden van het schoolbestuur scoort de samenwerking sterk bij: De samenwerking vergroot het schoolorganisatorisch draagvlak , streven naar meer efficiëntie / Samenwerking van de directies en vakleerkrachten/coordinatoren / kennismaking met anderen, ervaringuitwisseling, / Het samenwerken en samen overleggen van alle scholen op zich vind ik belangrijk / Delen van kennis , kennismaking met anderen, ervaringen uitwisselen / Organisatie van practische dingen,maar te weinig beleidsmatig inspelend op de Genkse problematiek / gemeenschappelijke procedures opstellen voor problematieken die elke school apart tegenkomt / Collegiale consultatie: uitwisseling ervaringen van leerkrachten van bepaalde leeftijdsgroep over alle scholen heen wordt intern erg geapprecieerd (9) Personeelsbeleid: Het opvolgen van de leerkrachten, stagiairs en bij het reaffecteren van leerkrachten in de scholengemeenschap. / personeelsomkadering (opvolging) / personeelsbeheer binnen de scholengemeenschap (6) samen aankoop van materiaal / kostenbesparingen / gemeenschappelijke aankopen / financieel beleid (4) Boekhouding(2) (4+2=6) de coaching van de directies / vergadering van de directies / directieniveau / Het geregelde overleg tussen de directies, wat de kans moet geven tot integratie op langere termijn. (4) Gezamenlijke promotie van de scholen van de scholengemeenschap naar de buitenwereld n her kader van leerlingenwerving en anderen. / klankbord naar de buitenwereld , voorkomen van onderlinge concurrentie / het naar buiten treden als een scholengemeenschap. (3) Ik weet hier te weinig over / Ik zou het niet weten op dit moment. Zit nog maar een jaartje in het schoolbestuur. / Weet ik niet (3) Zorg / Ik denk dat de zorgleerkrachten het meest aan de scholengemeenschap hebben omdat ze in hun eigen school als enkeling staan en in de scholengemeenschap zich gedragen weten door de groep. De scholengemeenschap investeert sterk in de jaarlijkse zorgdag. (2) Verdeelsleutel puntenenveloppes (1) noodzaak tot relativeren (1) Binnen de deelnemersgroep van de schoolbesturen zie je dat samenwerken in het algemeen als een belangrijke meerwaarde wordt gezien. Het personeelsbeleid komt op de tweede plaats. Het financieel beleid komt op de derde plaats. Enkele leden van het schoolbestuur kunnen ook concrete voorbeelden geven van belangrijke samenwerkingspunten binnen de werking van de scholengemeenschap. Opvallend is dat leden van schoolbesturen die niet onmiddellijk betrokken zijn (geen voorzitter zijn) geen zicht hebben en eerder algemeen antwoorden ( samenwerken is een meerwaarde) of aangeven dat ze er geen zicht op hebben. Een belangrijk aandachtspunt voor de toekomstige samenwerking kan zijn: nagaan en werk maken van concrete informatiedoorstroming en betrokkenheid van schoolbesturen. Algemeen kan je stellen dat: Het belang van het samenwerken op zich wordt bij de verschillende groepen vermeld. Als we enkel kijken naar de hoogste aantallen over de verschillende groep heen hebben we de volgende top 3:

- werken aan zorgbeleid (11+19+5+2=37) - personeelsbeleid (12+5+6+6= 29) - collegiale consultatie leerkrachten (18+ 9 = 27) ( opvallend is dat dit niet werd aangeven bij de

groep van directeurs en het ondersteunend personeel )

* bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 33: Korte versie IKZ rapport 100420

Vraag 27 Welk item wens je op te nemen als een prioriteit in het beleidsplan van de scholengemeenschap? Conclusie werking scholengemeenschap De (klas)leerkrachten K.O en L.O. wensen volgende punten op te nemen als prioriteit in de samenwerking: Collegiale consultatie: De leerkrachten kansen geven om praktijkervaringen uit te wisselen met leerkrachten van dezelfde leeftijd of graad. / samenwerking met de leerkrachten van anderen scholen binnen hetzelfde leerjaar. / hospiteerbeurten per leerjaar / bespreken didactische methodes- vergelijken handboeken...per leerjaar / meer mogelijkheden voor leerkrachten om deel te nemen in werkgroepen / Meer werkgroepen organiseren tussen ons als leerkrachten onderling. / met kleuterleiders/leidsters van andere scholen uitwisselingsmomenten organiseren om ervaringen aan elkaar door te geven. / voldoende tijd voor collegiale consultatie / professionalisering van ... alle ambten (12) weet ik nog niet / Geen idee; vind het moeilijk om dat als enige kleuterjuf te beslissen / niet van toepassing / Als klasleerkracht heb ik daar te weinig kijk op. Heb te weinig contact met de scholengemeenschap. / ? / geen / ..../ Hier weet ik niet dadelijk een antwoord op. (11) Eigenheid van iedere school op zich bewaren / Inspelen op de noden van ieder op maat. / Eigenheid van iedere school behouden. / te luisteren naar de verschillende noden van de verschillende scholen / eigenheid van elke school bewaren en elke school voor zijn eigen omgeving laten promoten (8) Personeelsbeleid / Het personeelsbeleid dat flexibeler zou moeten geregeld kunnen worden en meer gericht op de specifieke noden van iedere school. / opvolging functioneringsgesprek - zelfde behandeling als die van alle Genkse scholen / tewerkstellingsmogelijkheden TADDers / Goed personeelsbeleid en gelijke kansen voor iedereen. Leerkrachten niet beoordelen op uitspraken van iemand anders, maar zelf oordelen / professionalisering van ... alle ambten /uniforme afspraken rond deeltijds werken, loopbaanonderbreking, ... ( bemerking: dit wordt geregeld door de regelgeving.) (7) BREDE ZORG: samenwerken aan een goed LVS door te beginnen met een uitwisseling over de verschillende systemen die er in de andere scholen gehanteerd worden. / verdere uitwerking van het zorgbeleid voor kleuters/ het zorgbeleid / zorg: ook voor scholen zonder kinderen met een taalachterstand / aandacht voor de kls die met hoofd en schouders boven de anderen uitsteken / Proberen de klasgroepen niet té groot te maken zodat er aandacht kan gegeven worden aan IEDER kind !!! (5) Blijven streven naar een beter leerproces voor ieder kind. / Het taalproject verder uitwerken/ professionalisering van ... alle ambten (3) “omgaan met moeilijke ouders”: taalprobleem bij een grote groep kinderen. de ouders die niet altijd meewillen, de eigenzinnigheid bij die ouders, vanuit de scholengemeenschap en/of het stadsbestuur een lichte druk op die ouders om zich te integreren in onze samenleving, ... / Eenvormigheid voor het aanvaarden/inschrijven van leerlingen in een bepaald leerjaar. Bepaalde criteria waar ze aan moeten voldoen...? ( Natuurlijk voor de scholen binnen de scholengemeenschap) / stimuleren van de ouderbetokkenheid (3) . Het welbevinden van leerkrachten./ Indien meer dan 20 leerlingen zeker een uur per week planlastvermindering! / Werkdruk verminderen (3) meer praktische dingen zoals zijnde busvervoer... schoolshoppen zelfde afspraken ivm zindelijkheid... / een overkoepelende organisatie die het busvervoer regelt zodat ook scholen die ver van alles afliggen ook de gewonen dingen kan doen( bezoek aan heempark, bezoekje aan de markt, de bib, het ziekenhuis enzoverder)zonder al te veel kosten (2) gezamelijke aanschaf van materialen voor de scholen / aankoopbeleid (2) Praktische informatie doorgeven / open communicatie (2) Meer begeleidingsuren bewegingsopvoeding. / bewegingsopvoeding loskoppelen zoals het vak godsdienst (2) wij kunnen als team terecht gewezen worden... wie wijst onze directie terecht? (1) samen school maken....samen problemen oplossen,samenwerken (1) Wij zijn een katholieke school, maar wat blijft daar nog van over??? Het leerplan godsdienst is te ingewikkeld. (1) Een vlottere overgang tussen het 6e leerjaar en het 1e SO (vooral binnen de Genkse scholen). er blijft een grote kloof qua zorg en leerstof. In het BO worden de zwakke leerlingen tot het uiterste begeleid en getest en daarna volledig losgelaten... (1)

Page 34: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

34  

34

evaluatie/ rapportering leerlingen (1) … kansarme jongeren minder zijn aangesloten bij sportclubs. Ik vraag me af als je hier iets aan kan doen als school of scholengemeenschap. (1) Gezamelijk gezondheidsbeleid. Op dit moment is het mss nog een beetje iedere school op zich. Zou in de toekomst moeten uitgroeien tot 1 gezondheidsplan voor de scholengemeenschap. (1) Zorg voor gebouwen en inrichting. (1) veiligheidscoördinator: één of twee voldoende opgeleide personen die niet verbonden zijn aan de school. Zodat problemen correct kunnen verholpen worden. (1) Dezelfde behandeling als die van alle Genkse scholen. (1) (bemerking: dit kan ik bij verschillende items plaatsen. Ik weet niet welke bedoeling deze deelnemer heeft … ) Structuur (1) ( Bemerking: deze uitspraak kan ik moeilijk plaatsen… ) De prioriteit die het hoogste scoort bij de leerkrachten is meer kansen tot collegiale consultaties. Een bijna even grote groep heeft geen idee of vindt niet dat niet van toepassing voor hen. Opvallend en op de derde plaats komt de vraag van de leerkrachten om de eigenheid van elke school te bewaren. Dit is een beetje in tegenstelling op het antwoord op vraag 10 . Hier kan je zien dat ze erg tevreden zijn dat de school de eigen leermethodes kan kiezen. Bij vraag 4: “Wanneer je een beslissing neemt op niveau van de scholengemeenschap, hou je dan rekening met de verschillen die scholen aangeven?” werden de leerkrachten niet bevraagd, maar antwoordt het beleid en het ondersteunend personeel hoofdzakelijk dat dit zo is. Er is dus een uitgesproken perceptie bij de beleving van de leerkrachten die hebben deelgenomen aan de bevraging aangezien ze zelf zijn gekomen met deze opmerkingen! Het ondersteunend personeel wenst volgende punten op te nemen als prioriteit in de samenwerking : ICT / Er voor zorgen dat er geen onderlinge concurrentie komt tss de scholen onderling. vb. aanschaf ENO-borden Minstens in elke school 1 bord. / ICT werking - pedagogisch en materiaal / Uitwerken ICT-plan voor alle scholen uit de gemeenschap / aanpak van computerlessen in de school / vs / Het invoeren van een digitaal leerlingvolgsysteem.Hier zijn ze nu wel al goed mee bezig. Hopelijk zal het snel ingevoerd kunnen worden.(7) alle drie de pijlers van de scholengemeenschap zijn belangrijk nl. personeel, zorg en het financiële / competentie - èn talentmanagement bij leerlingen en leerkrachten / tewerkstelling / personeelsbeleid (4) ? / geen (3) alle drie de pijlers van de scholengemeenschap zijn belangrijk nl. personeel, zorg en het financiële / lvs (2) Het behouden van de eigenheid van iedere school! / De noden van elke school apart onder de loep te nemen. (2) Het opleiden, begeleiden en sturen van de schoolbesturen / Opvolging en begeleiding van het schoolbestuur. (2) collegiale consultaties over de diverse onderdelen / Op gebied van didactiek: meer uitwisseling en communicatie tussen de verschillende leerjaren/graden/scholen (2) alle drie de pijlers van de scholengemeenschap zijn belangrijk nl. personeel, zorg en het financiële (1) mentor verder uitbouwen met meer mogelijkheden van ondersteuning op de werkvloer (1) Het aanwerven van andere BO-scholen om mee samen te werken en ervaringen uit te wisselen. (1) competentie - èn talentmanagement bij leerlingen (1) ondersteun scholen volgens hun gezameijke noden (1) teambuilding en teamversterking (1) Hoe kan je interne problemen oplossen in je school ? vb. indien schoolbestuur en team niet samen kunnen

Page 35: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

35  

35

functioneren????? (1) welbevinden en betrokkenheid van leerkrachten (1) hebben als zorgcoördinatoren reeds punten besproken,uitwerkingen hiervan zijn lopende (1) Bij het ondersteunend personeel staat op de eerste plaats meer werk maken van de integratie van ICT. Dat komt omdat bijna al de ICT-coördinatoren voor ICT hebben gekozen als prioriteit voor de scholengemeenschap maar ook omdat enkele anderen buiten de ICT-coördinatoren dit hebben aangegeven. Personeelsbeleid in het algemeen, staat op de tweede plaats. Op de derde plaats heeft men geen idee. Dit is wel opmerkelijk voor ondersteunend personeel dat toch ook mee beleidswerk opnemen in de scholen. Voor de rest is er een grote spreiding aan mogelijke prioriteiten die niet altijd gerelateerd zijn aan het specifieke van scholengemeenschappen. De directeurs wensen volgende punten op te nemen als prioriteit in de samenwerking : het kunnen voeren van een personeelsbeleid voor de SG en niet uitvoerder van decreten. / Taakverlichting voor scholen door nog intensere samenwerking allereerst misschien op gebied van personeelsbeleid / Ontwikkeling van beginnende leerkrachten. / een objectief personeelsbeleid / personeelsbeleid (7) ICT werking / Extra aandacht voor ICT (2) Pedagogisch: Extra aandacht voor ICT en aanpak muzische Samenwerking mag geen kopiëren van ... worden (ervaar dit wel wat qua zorgbeleid) / kunst en cultuurecucatie (2) Technologie (1) Werken aan een open communicatiecultuur binnen de verschillende scholen. (zodat we weten wat we aan elkaar hebben, in alle openheid en eerlijkheid!) (1) Beleidsvisie op een langere termijn (1) Zorg (1) Verdere professionalisering. (1) taaltraject - taal en allochtone kinderen (1) Outputbeleid (1) kleuterbeleid (1) De autonomie voor elke school op pedagogisch en didactisch vlak moet volledig behouden blijven! Enkel adviseren. (1) Er is een versnippering aan meningen binnen de groep directeurs welke gezamenlijke prioriteit ze wensen. Personeelsbeleid staat op de eerste plaats. Er is wel weinig gespecificeerd wat van het personeelsbeleid ze wensen aan te pakken. Dit is ook een belangrijke vernieuwing en opdracht voor directeurs in basisscholen. Dit zie je ook binnen de andere voorstellen. ICT wordt door twee directeurs ook gezien als een mogelijke prioriteit in het beleidsplan. Samenwerken rond muzische opvoeding en cultuureducatie is ook een vraag van twee directeurs. De leden van het schoolbestuur wensen volgende punten op te nemen als prioriteit in de samenwerking : geen idee / “/ “ , ? / aan de betrokkenen, directies, om hierop het antwoord te geven / Ik weet het niet. (6) Ik wil dit eerst met het schoolbestuur bespreken. (1) ( bemerking: dit antwoord kan ook bij het vorige horen) Volgende 5 punten heb ik samengevoegd omdat ze over eenzelfde problematiek gaan: stoppen met de betutteling van het schoolbestuur. Erkennen van de eigen identiteit van elke school, erkennen van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van elk afzonderlijk schoolbestuur. Wil men één schoolbestuur maken voor de volledige scholengemeenschap, dan moet dit met gekwalificeerd en betaald personeel en met erkenning

Page 36: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

36  

36

van de eigen identiteit van iedere school / Het terug erkennen van de eigen identiteiten, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de individuele scholen. Met hoogdringendheid een einde maken aan de betutteling en machtsmisbruik ivm de individuele scholen en schoolbesturen. Geen beslissingen meer achterbaks nemen waarvan de eindverantwoordelijkheid bij de bestuurders van de individuele scholen ligt. Eerst de mening van de directies toetsen aan de mening van de schoolbesturen ipv omgekeerd. (2) Het verder bestaan van de scholengemeenschap.(1) werken naar één schoolbestuur / Streven naart één gemeenschappelijk schoolbestuur eventueel met een beperkt aantal betaalde bestuurders, die professioneel kunnen werken in de ééngemaakte scholengroep. (2) Hoe kunnen de punten van vraag 26 best worden aangepakt! ontplooi verder de items van het vorige beleidsplan, een betere taakverdeling en controle van de beheerraadsleden / Prioriteiten werden samen opgelijst/opgesteld - verderzetting en uitdieping van de huidige werking inzake communicatie en informatie blijft m.i. hier het centrale gemeenschappelijke werkpunt (3) personeelsbeleid, o.a. arbeidscontract / functionerings- en evaluatiegesprekken / De functioneringsgesprekken van directie en leerkrachten vind ik belangrijk in het beleidsplan. (3) Integratie van allochtone leerlingen / Zoeken naar en implementeren van oplossingen voor de Genker problematiek: concentratiescholen,thuisattitude(ouders sensibiliseren),studiebegeleiding,Nederlands ook thuis,opvolging van lln in secundair onderwijs in samenwerking met SG Sint Maarten... (2) zorg voor leerlingen (2) bredere netwerkvorming over de scholen heen (1) Collegiale consultaties op het vlak van methodes en onderlinge collegialiteit tussen personeel van de eigen school. (1) Oplossen van conflictsituaties tussen directie en personeel. (1) Zelfrelativering (1) Een gezamenlijke rapportering. (1) Gezamenlijk beheer (onderhoud en investeringen)van de infrastructuur (1) Individuele schoolbesturen blijven binnen de samenwerking op niveau van de scholengemeenschap hun bevoegdheden behouden. Er is sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid binnen personeelsbeleid. Voor de rest zijn er andere vrijwillige samenwerkingvormen mogelijk. Het valt op dat de grootste groep van leden van schoolbesturen geen idee hebben welke (mogelijke) prioriteit zij wensen voor het volgende beleidsplan alhoewel zij juist het beleid uitmaken van de samenwerking. Uit de antwoorden blijkt ook dat er enkele leden van schoolbesturen het oneens zijn met de wijze waarop samengewerkt wordt. Ze gebruiken hierbij woorden als betutteling, erkennen van eigen identiteit. Daartegenover zijn er ook leden van schoolbesturen die wensen over te gaan naar één (professioneel) schoolbestuur voor de scholengemeenschap. Er zijn duidelijk spanningen voelbaar bij een andere deelnemer van schoolbesturen die als prioriteit ziet om verder te bestaan als scholengemeenschap. Op de derde plaats wordt aangegeven om het vorige beleidsplan meer tijd te geven en verder te verfijnen of af te werken. Communicatie is hierbij een bijzonder aandachtspunt. Ik vermoed dat het volgende punt: verder werken aan personeelsbeleid: functionerings- en evaluatiegesprekken hierbij aansluit. Volgende voorstel tot prioriteit is een bijzondere vermelding waard: zoeken naar oplossingen en implementatie ervan om het ‘Genker probleem’ van concentratiescholen en het omgaan met een doelgroep van allochtone afkomst aan te pakken.

Page 37: Korte versie IKZ rapport 100420

Gezamenlijke items die worden voorgesteld m.b.t.: Als we enkel kijken naar de hoogste aantallen over de verschillende groep heen hebben we de volgende punten die het vermelden waard zijn:

- Verder werken aan personeelsbeleid (7+4+7+3=21) Deze prioriteit werd soms gespecificeerd naar functionerings- en evaluatiegesprekken. Meestal werd ze in het algemeen aangehaald. Verschillende aspecten die met personeelsbeleid hebben te maken werden dan ook samengenomen. Het verder vormgeven van mentorschap kan een bijzondere prioriteit zijn binnen personeelsbeleid omdat de overheid de bijhorende middelen heeft weggenomen wegens besparingen. Zal de scholengemeenschap hierin blijven investeren? Bij vraag 25 zien we dat een grote groep van de deelnemers geen zicht heeft hoe dit op dit moment verloopt. Iets meer dan de helft van de deelnemers was er tevreden over. En men wilde wel (verder) samenwerken rond het mentorschap.

- Weet het niet ( 11+3+0+6= 20) Dit heeft te maken dat een grote groep van leerkrachten dit heeft aangegeven. Zij staan het verste verwijderd van het beleid van de scholengemeenschap. Let ook op de grote groep van leden van schoolbesturen die blijkbaar ook minder betrokken zijn op het beleid van de scholengemeenschap. Dit zou wel eens een belangrijke uitdaging kunnen zijn om het niveau van samenwerken te verbeteren in de scholengemeenschap.

- meer kansen tot collegiale consultatie (12+2+1= 15) Dit heeft ook wel te maken met het feit

dat veel deelnemers naar het eigen functioneren hebben gekeken en de groep van leerkrachten is dan ook het grootst vertegenwoordigd.

- Respect hebben voor de eigenheid van de school en het bestuur binnen de samenwerking

(8+1+1+2=12) Als buitenstaander interpreteer ik dit als een belangrijk punt.

- ICT ( 7+2=9) is ook een vermelding waard wanneer je dit linkt aan vraag 23. Dit kan echter een interpretatiefout zijn van mij.

* bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 38: Korte versie IKZ rapport 100420

Vraag 28 Wat is volgens jou het grootste knelpunt in de samenwerking binnen de scholengemeenschap? Conclusie werking scholengemeenschap Het administratief personeel ziet volgende knelpunten in de samenwerking : te groot en te divers om goed/gemakkelijk/ snel samen te werken: Te veel schoolbesturen die moeten overleggen en tot een overeenkomst moeten komen waardoor men soms in tijdnood komt. / Om al de verschillende partijen tot één gezamenlijk standpunt/invalshoek te laten komen. Misschien té veel vergaderen...? / 16 scholen met verschillende schoolbesturen, die allemaal op een andere manier werken, waarvan de Sint-Martinusschool dan ook nog eens een school voor buitengewoon onderwijs is. (3) Samenwerken en afspraken: Enig "knelpunt" : gemaakte afspraken worden misschien niet altijd nageleefd binnen alle scholen ... / De lat moet gelijk gelegd worden voor iedereen, maar toch heeft iedere school zijn eigenheid. Durft ieder zijn mening te zeggen of zeggen ze ja op een vergadering en als ze in de eigen school zijn handelen ze toch anders. (2) Communicatie: Veel informatie en communicatie die uiteindelijk tot niets leidt en dus overbodig is en af en toe zelfs storend./ Communicatie naar administratieve school van de scholengemeenschap. (2) Geen idee. / Ik denk niet dadelijk aan een knelpunt... (2) apart personeelsbeleid starre houding (1) professionaliteit van sommige leden (1) bang zijn voor vernieuwing (1) Communicatie en het organiseren van leerdag voor de administratieven. Mijn werk op school komt op de eerste plaats en heb moeite met het dwingend karakter van de scholengemeenschap. (1) ons schoolbestuur!!! ( 1) ( bemerking: zie ook bij de klasleerkrachten K.O. en L.O. : mij is niet duidelijk op welke wijze dit moet geïnterpreteerd worden. Is het schoolbestuur te weinig betrokken? Wenst het schoolbestuur niet samen te werken? Is het schoolbestuur te meegaand ? … ) Wat het meest terugkomt is het erkennen van de moeilijkheid van het samenwerken in de grote diversie groep van scholen. Dit vraagt meer tijd. Enkele medewerkers zien de moeilijkheid van het naleven van afspraken binnen de samenwerking. Als derde score zien ze tekorten in de communicatie.

Page 39: Korte versie IKZ rapport 100420

De (klas)leerkrachten K.O. en L.O. zien volgende knelpunten in de samenwerking: Onvoldoende communicatie- niet gekend – geen mening Geen mening. / weet ik niet / Ik vind dat deze vraag eerst aan het personeel kan voorgelegd worden. / ? / geen idee/ geen notie /Door het gegeven dat ik nog niet lang in de scholengemeenschap werk heb ik nog geen knelpunt opgemerkt./ Niet van toepassing / ik zie op dit moment geen grote knelpunten / geen idee - ik ben nog geen knelpunten tegengekomen / Op de werkvloer zelf ondervind ik er noch voor- noch nadelen van. / Voorlopig geen ? / Geen knelpunten voor bewegingsopvoeding./ wenst hierover geen mening te geven . . . te onbekend voor mij ! / De scholengemeenschap is voor mij nog niet goed gekend en heeft iets beangstigend, groot, wat doen ze, kan het mijn job onverwacht kosten? / we weten er eigenlijk te weinig over, er is te weinig communicatie met de leerkrachten op de werkvloer.Ik weet niet of dit te maken heeft met de werking van de speling of van de tussenpersonen die alles moeten over brengen. / onvoldoende doorstroming van directie naar team ivm de scholengemeenschap / de communicatie / ik kan geen antw geven omdat ik te weinig weet vd werking / dat het voor ons nog voor een groot deel een ver van mijn bedshow is, de communicatie verloopt enkel via een nieuwsbrief, / communicatie / open communicatie / de informatie doorstroming / Voor mezelf blijft de werking van de scholengemeenschap nogal vaag. (35) Grote diversiteit - te groot: De grote verscheidenheid binnen de verschillende schoolbesturen. / Verscheidenheid van scholen. / Verschillende prioriteiten van de scholen die deel uitmaken van de scholengemeenschap. / de grote diversiteit van leerlingen tussen de verschillende scholen / De scholengemeenschap is groot (16 basisscholen) en dat is niet makkelijk om iedereen tevreden te stellen. / te groots te veel scholen / Het lijkt me nogal een logge bedoening. Op leerkrachtniveau is men daar niet zoveel mee bezig. Ieder heeft het méér dan druk genoeg in zijn klas./ Te weinig uren om bekwame mensen in te zetten en zo nog voor een betere werking te kunnen zorgen naar de scholen toe. (7) Onvoldoende erkenning van de individuele school en haar noden: Ik vind dat er te weinig rekening wordt gehouden met wat kan en niet kan voor elke school afzonderlijk. / 1) we liggen te ver af en 2) het lijkt of onze school niet in dezelfde lijn ligt als de andere scholen waardoor er hulp verloren gaat die op deze school toch ook wel nodig is! / persoonlijk voel ik dat ik de enige school uit het buitengewoon ben en dan is het niet evident om zomaar aan te sluiten ben de andere kleuterscholen omdat onze noden en aandachtspunten ergens anders liggen. / Elke school heeft zijn eigen aandachtspunten en prioriteiten en het lijkt me niet aangewezen dat nu alle scholen dezelfde weg moeten inslaan. Laat elke school in haar eigenheid verder werken. / Elke school heeft zijn eigenheid, een andere directie,eigen schoolbestuur.....Echte samenwerking tussen de scholen is er niet omdat de leerkrachten elkaar te zelden ontmoeten en van gedachten wisselen. Dit is enerzijds jammer, maar het is ook wel belangrijk dat elke school haar eigenheid blijft behouden. / De relatie tussen schoolbestuur en de scholengemeenschap. Er moet plaats zijn voor een gezonde kritische houding van beide partijen. Maar waar vijandigheid is, kan niet worden samengewerkt! (6) Te weinig gericht op samenwerking: dat scholen nog te veel aan hun eigenbelang denken. / Dat iedere school of schoolbestuur op bijna alle vlakken en bij beslissingen die genomen moeten worden op schoolgemeenschapsniveau prioritair kijkt naar het eigenbelang en niet naar het algemene belang. Protectionisme en de macht om zelf te kunnen beslissen op vlak van personeelsbeleid en pedagogische visie is daar niet vreemd aan. . / De eigen school komt voor de scholengemeenschap. / De relatie tussen schoolbestuur en de scholengemeenschap. Er moet plaats zijn voor een gezonde kritische houding van beide partijen. Maar waar vijandigheid is, kan niet worden samengewerkt! / Iedereen blijft voor zijn eigen school ijveren, daarna komt de scholengemeenschap op de tweede of derde plaats (4) Onvoldoende betrokkenheid: Nog meer inspraak van leerkrachten. / soms heb ik de indruk dat er reeds beslissingen genomen zijn zonder de mening van de effectieve werkvloer te bevragen / Gebrek aan betrokkenheid van de (volledige) personeelsgroep bij de werking van de SG. / Bevragingen bij de leerkracht. Waar heeft de leerkracht nood aan. (3) Samenwerken en afspraken: Niet alle scholen houden zich aan de vooraf gemaakte afspraken dat het voor ons nog voor een groot deel een ver van mijn bedshow is, de communicatie verloopt enkel via een nieuwsbrief, er worden vele dingen beslist boven onze hoofden, over items waar we de tijd niet hebben om er ons in te verdiepen. Waardoor de schoolbesturen, VA - afgevaardigden, vaak achter de feiten aanlopen. En we het gevoel krijgen dat alles van bovenaf besproken en beslist wordt. / soms heb ik de indruk dat er reeds beslissingen genomen zijn zonder de mening van de effectieve werkvloer te bevragen / … (2) Te veel Er komt teveel op je af als klasleerkracht./ Voldoende uren voorzien zodat men de opdrachten gebonden aan de speling naar behoren kan uitvoeren. (2)

Page 40: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

40  

40

ons schoolbestuur (1) ( Bemerking zie ook bij administratief personeel mij is niet duidelijk op welke wijze dit moet geïnterpreteerd worden. Is het schoolbestuur te weinig betrokken? Wenst het schoolbestuur niet samen te werken? Is het schoolbestuur te meegaand ? … ) de taalvaardigheid bij kleuters stimuleren (1) efficientie naar leerinhouden (1) leerlingenbeleid (1) Misschien ICT? De ene school heeft écht ICT-les van een ICT-leerkracht, de andere behelpt zich met een coach. Oudere lkn. kunnen wél met een pc overweg maar beschikken niet over de kwaliteiten om zélf ICT-les te geven. Dit hebben ze niet in hun opleiding gekregen. Dan is een coach niet dadelijk de goede oplossing. (1) De werking van de scholengemeenschap is voor de meeste leerkrachten onvoldoende gekend. Men vindt dat dit te weinig gecommuniceerd wordt (ook al onderneemt de scholengemeenschap hieromtrent initiatieven bv. de nieuwsbrieven). De werking van de scholengemeenschap wordt niet altijd op de werkvloer ervaren. Dat maakt ook dat ze zich minder betrokken voelen en minder zicht hebben op mogelijke knelpunten. Op de tweede plaats geven de leerkrachten aan dat ze de scholengemeenschap groot en log vinden. Ze ervaren ook een grote diversiteit tussen de scholen. Op de derde plaats geven ze aan dat er onvoldoende rekening wordt gehouden met de noden van de individuele school die ook erg verschillen van elkaar. Ze geven aan dat het niet aangewezen is dat alle scholen dezelfde weg moeten inslaan. Men vindt dat de eigenheid moet blijven bestaan. Zie ook vraag 6, 8 en 10 Deze vragen hebben betrekking met deze gegevens waarop zij ook hebben geantwoord. De vragen/stellingen zijn:

- Zijn de prioriteiten van jouw school belangrijker dan de prioriteiten van de scholengemeenschap? - Vind je de (samen)werking in de scholengemeenschap te sturend naar jouw eigen schoolwerking of werking van

jouw schoolbestuur? - In onze scholengemeenschap heeft onze school de vrijheid om haar eigen pedagogische methodes te kiezen en te

hanteren.

Page 41: Korte versie IKZ rapport 100420

Het ondersteunend personeel ziet volgende knelpunten in de samenwerking : Open communicatie. / Interesse, duidelijkheid ( concreet ) / Communicatie! / Te weinig op de hoogte van de werking van de scholengemeenschap . Te weinig klasvrij gemaakt kunnen worden om op elke vergadering aanwezig te zijn ! De gegevens worden dan niet doorgespeeld bij afwezigheid. / De doorstoming van informatie naar iedereen. / doorstroming van informatie / Dat sommige personeelsleden soms nog onvoldoende weten welke positieve effecten er vanuit de scholengemeenschap naar de scholen toe komen. (6) ??/ geen mening / weet het zo niet / - / (5) Moeilijke samenwerking en afspraken: De rivaliteit tussen bepaalde scholen onderling / minder goede samenwerking met het schoolbestuur van Hoevezavel / Elkaar kunnen vertrouwen / Dat leerkrachten nog niet overtuigd zijn van de voordelen van een scholengemeenschap. / Schoolbestuur Hoevezavel dat niet constructief samenwerkt, maar zowel naar ons als in zijn eigen personeelsgroep een verdeel en heerssysteem uitbouwt. (4) rekening houden met eigenheid van elke school: Op scholengemeenschapsniveau denken is anders dan denken op eigen schoolniveau: er moet blijvend aandacht zijn voor het niet worden van een eenheidsworst. We kunnen niet op elk vlak hetzelfde denken en dezelfde methodieken hanteren. Het eigene van de school bewaren ( bewaken) met haar eigen specifieke belangen is prioritair.Ondanks dat samenwerking tussen scholen zeer positief is en scholen op verschillende vlakken kan doen groeien. / te veel alles willen sturen, streven naar eenheid en gelijkvormigheid, (2) Te groot om gemakkelijk/goed/snel samen te werken: 17 scholen in de zelfde richting laten werken / We zijn veel te groot. De beleidsmensen van de scholengemeenschap zien dit als een prestigeproject. Ze vergeten het belang van het kind. Zij willen in de belangstelling staan. Ze ruiken macht over al de scholen heen. (2) De aanwending van ICT-uren binnen De Speling. Geef de uren aan de basis./ ict (2) de overbrenging van de actiepunten naar scholen toe soms gaat de sg tè snel. (1) Volgens mij heeft het leerkrachtenteam de scholengemeenschap aanvaard. Angst voor veel administratieve boel blijft. De meerwaarde vb in het zorggebeuren wordt wel geapprecieerd. (1) Dat wij als enige BO school deelnemen aan de scholengemeenschap. (1) ------ elke school zal eigen identiteit behouden,samenwerking met de scholengemeenschap is een goede ondersteuning en verrijking (1) ( Bemerking: dit lijkt me geen knelpunt). Het ondersteunend personeel ziet de communicatie als het grootste knelpunt binnen de samenwerking. Dit zie je ook bij de leerkrachten. Nochtans neemt het ondersteunend personeel deel aan samenwerkingspunten van de scholengemeenschap. Opvallend is dat een bijna zo grote groep aangeeft dat ze het niet weten of geen mening hebben over knelpunten binnen de scholengemeenschap. Op de derde plaats ziet men vooral een probleem binnen de samenwerking op niveau van een schoolbestuur. Opvallend is ook dat men vindt dat er aandacht moet blijven voor de eigenheid van de scholen binnen de samenwerking.

Page 42: Korte versie IKZ rapport 100420

De directeurs zien volgende knelpunten in de samenwerking : Het is moeilijk om de onderstaande uitspraken correct te interpreteren. Het is het balanceren tussen de werking van de eigen school en de samenwerking op niveau van de scholengemeenschap. Dit zal altijd een moeilijke oefening blijven. Verschillen zijn dan ook een feitelijk gegeven. De vraag is: zien we de relevante verschillen en hoe gaan we er dan mee om? Wat doen we beter op niveau van de school? Wat doen we beter op niveau van de scholengemeenschap ( en wat zijn we verplicht om op dit niveau te doen door de regelgeving)? Hoe pakken we dit dan aan? Ik heb geprobeerd de uitspraken te plaatsen onder drie rubrieken. Een poging: De vraag naar meer rekening houden met eigenheid van de school: De toch wel grote verschillen tussen de scholen. De angst om de eigenheid van de school te verliezen of om eigen initiatieven te kunnen uitwerken. / De verschillen tussen de verschillende scholen / Het bewaren van eigenheid van elke school. / het verschil in schoolculturen tussen de 16 scholen. een meerwaarde maar ook een knelpunt. iedere school stelt vanaf een zeker punt haar werking boven die van de SG / Onvoldoende openstaan voor de verscheidenheid binnen de scholen, waardoor de mogelijke meerwaarde niet aan bod kan komen. / Dat de scholengemeenschap zijn bevoegdheidsgrenzen moet respecteren en zich soms te dictatoriaal wil opstellen. Jammer ten opzichte van alle goede dingen die ze uitvoeren. (6) De vraag naar meer richten op samenwerking: Streven naar eenvormigheid in materies dewelke belemmerend werken in het beleidsvoerend vermogen van de schooleigen werking. / Afstand doen van de eigen school in het belang van de scholengemeenschap. / Het is een grote groep met heel verschillende scholen waardoor het soms moeilijk is om op één lijn te werken, maar al bij al lukt dit vrij goed! Soms primeert het belang van de eigen school te veel waardoor sommige beslissingen moeilijk worden. / scholen stellen hun eigen belang boven het algemeen belang / eigenbelang aan de kant zetten op cruciale momenten (4) Ervaren moeilijkheden in samenwerken: tegenwerken van onbezonnen/ondoordacht schoolbestuur (cfr. Hoevenzavel) / Zoals ik in de vorige vraag aangeef: de openheid tussen de verschillende scholen onderling. Als het samenwerken binnen de scholengemeenschap moeilijker wordt (afhankelijk van het aangesneden onderwerp) kiest men resoluut voor (het voordeel van) de eigen school. / oprechtheid / Eigen schoolpolitiek met dan een verborgen agenda.(4) open communicatie (1) voor mij is er geen knelpunt (1) De directeurs hebben het moeilijk om een evenwicht te vinden tussen een eigen beleid voeren binnen het samenwerkingsverband van de scholengemeenschap. Je merkt twee standpunten op: meer vraag naar respect voor de eigen werking en anderzijds de vraag naar meer richten op samenwerking. Dit blijft een moeilijk evenwicht. Op de derde plaats ervaren ze ook moeilijke situaties in de samenwerking waar weinig openheid heerst.

Page 43: Korte versie IKZ rapport 100420

De leden van het schoolbestuur zien volgende knelpunten in de samenwerking : De vraag naar meer richten op samenwerking: het over benadrukken van de eigen belangrijkheid / de verscheidenheid tussen de verschillende scholen die deel uitmaken van de Speling waardoor elke directie wellicht het laken naar haar of zijn kant trekt / Er zijn nog enkele scholen die de eigen identiteit zo belangrijk vinden dat ze wat moeite hebben met de inpassing in de scholengemeenschap, terwijl we toch door het wegvallen van de parochie- en kloostergemeenschappen als inrichtende machten steeds meer dezelfde doelstellingen als christelijk onderwijs nastreven. / Eigen belang komt nog teveel op de eerste plaats. / schoolbesturen die te eng willen vasthouden aan hun eigen werking en zich niet solidair willen of durven opstellen met de groep / Veel schoolbestuurders zijn bang om een aantal bevoegdheden af te geven. / Het te zeer bezig blijven met eigen belangen. (8) Weet ik niet. / geen idee / kan ik me niet over uitspreken/ Weet ik eveneens niet/ ? / (5) De vraag naar meer rekening houden met eigenheid van de school: bewaren van autonomie / dictatuur / De autoritaire, niet open communicatieve houding van diegenen die zich het dagelijks bestuur noemen en menen dat ze de andere leden mogen negeren in het beleid. /de beheerraadsleden vertegenwoordigen de afzonderlijke scholen maar besturen niet, zoals ze dat in hun individuele scholen doen. / Veel schoolbestuurders zijn bang om een aantal bevoegdheden af te geven. (4) Het moeilijke van het omgaan met de grote diversiteit: 16 directeurs en 16 schoolbesturen / Groeien naar gemeenschap met respect voor de eigenheid / behoud van bestuurlijke autonomie versus streven naar vzw op niveau van de scholengemeenschap/ Te groot en te divers Te sterk gefocust op het organisatorische en te weinig op beleid. / regelmatig wisselende schoolbesturen die andere inzichten hebben dan de oorspronkelijke vertegenwoordigers durven de werking wel eens vertragen + proces van bewustwording van "de aanvullende en ondersteunende werking van de scholengemeenschap zonder dat dit bedreigend hoeft te zijn" evolueert prima, doch heeft blijkbaar tijd nodig en dient verder overtuigend te worden gepropageerd (4) communicatie – informatie: Niet elke school is even goed geïnformeerd / communicatie / De afstand en het elkaar te weinig ontmoeten. / Beter communiceren in kleinere groepen. Bv per leerjaar. (2) ER zijn geen echte knelpunten!! (1) ( Bemerking: wanneer ik naar de gegevens van de directeurs kijk en de wijze waarop dit geschreven is; stel ik mij de vraag of dit cynisch bedoeld is. ) / ik ervaar geen echt groot knelpunt (2) ict-beleid (1) Het te veel afwezig zijn van de directies op school. (1) De leden van de schoolbesturen geven als knelpunt aan dat men nog onvoldoende gericht is op samenwerking. Opvallend is dat op de tweede plaats staat dan men geen idee heeft welke knelpunten er zijn in de samenwerking. Er is onvoldoende betrokkenheid met het gegeven scholengemeenschap van bestuursleden. Op de derde plaats staat de vraag naar respect voor de eigen werking van de school. Men voelt zich onvoldoende erkend binnen de samenwerking. Men spreekt zelfs over een autoritaire en niet open communicatieve houding van het dagelijks bestuur van de scholengemeenschap. Ook de leden van schoolbesturen geven aan dat het moeilijk is om een evenwicht te vinden in het omgaan met de diverse samenstelling van de scholengemeenschap. Communicatie wordt aangegeven als een oorzaak van deze moeilijkheden.

Page 44: Korte versie IKZ rapport 100420

Samenvattende conclusie: Er zijn veel gelijkenissen terug te vinden binnen de verschillende groepen. De moeilijkheid om evenwicht te vinden tussen (de gerichtheid op) samenwerken enerzijds en de eigenheid van de school bewaren in deze samenwerking anderzijds wordt door velen ervaren. Men geeft indirect aan dat de grote diversiteit en het aantal scholen dit bemoeilijkt. Communicatie wordt bij al de groepen vermeld als een knelpunt. Er wordt een ernstige moeilijkheid in de samenwerking ervaren met het schoolbestuur van Hoevenzavel. Dit werd enkele malen benoemd. Het zou ook kunnen dat indirecte opmerkingen rond vertrouwen en (niet) open communicatie , dictatuur, e.d. hiernaar verwijzen. In voel een spanning tussen bottom-up en top-down benaderingen binnen de samenwerking. Bijkomende bemerking als poging om duidelijkheid te scheppen: In de literatuur spreekt men over vier vormen van samenwerking:

- “verhalen vertellen”: ervaringen delen, vriendschappelijk, niet over professionele praktijk, - hulp en ondersteuning: ingaan op een expliciete vraag, - ideeën en materialen delen: gaat over de professionele praktijk, - samen ‘werken’ (‘joint work’): gedeelde verantwoordelijkheid, samen een traject afleggen.

De scholengemeenschap kan best helder maken voor welke gezamenlijke prioriteiten ze welke wijze van samenwerking vooropstellen. Bijvoorbeeld voor het personeelsbeleid (reaffectatie en het aanstellen van TADD) is er een ‘joint work’ vereist. De regelgeving is hier ook bindend. Het is een kwestie om binnen de regelgeving maximaal de eigen verantwoordelijkheden te kunnen nemen als individuele school en als scholengemeenschap. Het is ook belangrijk om de relatie met de autonomie van de betrokken scholen te verduidelijken in een samenwerkingspunt:

- samenwerking als belemmering voor autonomie, (vb. verplichte samenwerking binnen een opgelegd kader van de regelgeving)

- samenwerking en autonomie bestaan naast elkaar, (bv. ondersteunen door de scholengemeenschap op basis van vrijwillige betrokkenheid van scholen)

- samenwerking en autonomie stimuleren elkaar. (win-win situatie) Daardoor kan de context van samenwerken duidelijker worden en zou het samenwerken ook makkelijker kunnen verlopen. Bij het bepalen van het nieuwe beleidsplan zijn volgende vragen belangrijk: 1. Wat doen we beter apart? 2. Waarover maken we beter afspraken? 3. Wat doen we beter samen?ʼ Het is ook het overwegen waard om niet altijd alle scholen tezamen te laten werken aan een prioriteit. Om tegemoet te komen aan het eigen opvoedingsproject van de school (eigen identiteit) is een meer gedifferentieerde aanpak wenselijk. Er kunnen deelgroepen gevormd worden opdat de prioriteiten beter afgestemd zijn aan de eigen noden en behoeften van de scholen uit de scholengemeenschap. Belangrijk hierbij is dat het beleidsvoerend vermogen van de scholen versterkt wordt door de ondersteuning en coördinatie van de scholengemeenschap. Bijvoorbeeld: Binnen het netwerk van zorgcoördinatoren kunnen deelgroepen gemaakt worden die wensen samen te werken rond een prioriteit die meer aansluit bij hun noden. De zoektocht naar de samenstelling van deze deelgroepen en de coördinatie daarvan blijft in handen van de SG. De coördinerend persoon blijft ook op de hoogte van de outcomes en kan later de resultaten of processen opnieuw gebruiken indien andere scholen rond een bepaald thema aan de slag willen. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 45: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

45  

45

Visie 5.4 CODI In de meeste scholengemeenschappen wordt een directeur met een coördinerende functie binnen de scholengemeenschap aangesteld (officieel: een directeur coördinatie scholengemeenschap: verder afgekort tot ‘CODI’). Het bestuur van de scholengemeenschap belast deze directeur met taken voor de totaliteit van de instellingen die deel uitmaken van de scholengemeenschap. Eén van de voornaamste opdrachten van de CODI is het stimuleren van de kwaliteit van samenwerken. Er bestaat evenwel geen stereotiepe functiebeschrijving voor de CODI. Deze functiebeschrijving zal vooral afhangen van de prioriteiten, domeinen van samenwerking en taakverdeling van personeelsleden die aan de scholengemeenschap worden toegewezen. Afhankelijk van dit takenpakket van de CODI, is de scholengemeenschap genoodzaakt om voldoende stimulipunten te investeren. Vraag 29 Eén van de voornaamste opdrachten van een coördinerend directeur van de scholengemeenschap is het stimuleren van de kwaliteit van samenwerken. Conclusie werking scholengemeenschap 83 deelnemers gaan akkoord met de stelling dat de voornaamste opdracht van de coördinerend directeur van de scholengemeenschap het stimuleren van de kwaliteit van samenwerking is. Dit is ook de stelling in de visietekst van het VVKBaO. 3 persoenen (2 beleid, 1 ondersteunend personeel, 1 administratief personeel) vinden dat dit niet zo is of niet van toepassing is. 13% van de deelnemers aan deze vraag hebben geen zicht in welke mate de coördinerend directeur dit doet. 3 mensen uit het beleid geven aan dat dit onvoldoende is. 24% vindt dat dit van voldoende tot meer dan voldoende verloopt. De grootste groep van de deelnemers vindt dat dit goed verloopt ( 34%). 13% vindt dat dit uitstekend verloopt. 41% wenst hierover te praten. * bemerking voor bijsturingen: * wens dit op te nemen als een prioriteit in het (nieuw) beleidsplan van de scholengemeenschap.

Page 46: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

46  

46

Vraag 30 Bent u bereid mee te werken aan een feedbackvergadering met betrekking tot deze bevraging ? Conclusie werking scholengemeenschap Iets meer dan de helft van de deelnemers (57%) wenst deel te nemen aan de feedbackvergadering. Bijna het hele beleid wenst dit. Iets meer dan de helft van het ondersteunend personeel voelt zich ook betrokken bij deze bevraging. 42% van het pedagogisch personeel is ook bereid om het verdere verloopt van dit traject te doorlopen. Dit is een hoge betrokkenheid aangezien deze groep het verste staat van het beleid van de werking van de scholengemeenschap. Dit is duidelijk een bevestiging van het beleid van de scholengemeenschap op ook deze personeelsgroep te betrekken bij de werking van de scholengemeenschap. Vraag 31 Wenst u dat uw school nog verder deel uitmaakt van de huidige scholengemeenschap? Rede van deze vraag: De scholengemeenschap wenst een beslissing te nemen om de bestaande samenwerking verder te zetten na 2011. Conclusie werking scholengemeenschap 91% wenst nog deel uit te maken van de huidige scholengemeenschap. Bijna al de leden van het beleid vinden dit zo. De andere leden van het beleid vinden dit niet van toepassing. Opvallend is ook dezelfde mening van het pedagogisch en administratief personeel. Bij het ondersteunend personeel en het administratief personeel zijn in het totaal 3 mensen die niet meer wensen deel uit te maken van de scholengemeenschap.

Page 47: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

47  

47

 

Overzicht bijlagen:

Bijlage 1: Samenvattende tekst over kwaliteitszorg: http://www.ond.vlaanderen.be/schooldirect/BL0302/kwaliteitszorg1-3.htm Bijlage 2: De visietekst: Scholengemeenschap vormen in het basisonderwijs, van Marc Van den Brande, Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs BRUSSEL, 2007 Klik hier en login op de webstek VVKBaO om de visietekst te downloaden ( url: http://ond.vsko.be/pls/portal/url/ITEM/10809755959C40739A46B3B441C3DD6D ) Bijlage 3: Begeleidingsovereenkomst Integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap ( opgenomen in dit document )

Page 48: Korte versie IKZ rapport 100420

Bijlage 1 Samenvattende tekst over kwaliteitszorg: http://www.ond.vlaanderen.be/schooldirect/BL0302/kwaliteitszorg1-3.htm

Kwaliteitszorg in het onderwijs

De publicatie 'Kwaliteitszorg in het onderwijs' schetst voor alle onderwijsniveaus en voor leerlingenbegeleiding een algemeen kader, plaatst interne evaluatie naast externe, besteedt

aandacht aan de verschillende aspecten van het proces van kwaliteitszorg en stelt instrumenten, materialen en werkvormen voor.

Begrippen en concepten Hoofdredacteur Ignace Van Dingenen omschrijft onderwijskwaliteit als "het geheel van eigenschappen en kenmerken van het onderwijs dat van belang is voor het voldoen aan de wensen of verwachtingen van de leerlingen, de cursisten, de studenten, de ouders, de overheid, het bedrijfsleven en de samenleving" (afl. 1, p. 12). Kwaliteitszorg verwijst naar het "continue proces van systematische zorg voor en beoordeling van kwaliteit (van onderwijs) met middelen als kwaliteitsbepaling, -beheersing, -borging (verankeren van goede praktijk, n.v.d.r.) en -verbetering binnen een kwaliteitszorgsysteem" (afl. 1, p. 15). Kwaliteitszorg moet drie belangrijke functies met elkaar verzoenen:

• een systeem ontwikkelen dat in staat is goede praktijken te verankeren, continuïteit te verzekeren en kwaliteit te borgen;

• naast stabiliteit is ook dynamiek en verandering van groot belang: kwaliteitszorg moet aanleiding geven tot gerichte, structurele verbetering en innovatie;

• kwaliteitszorg dient als basis voor de verantwoording van de overheidsmiddelen: in hoeverre slaagt de instelling er effectief in haar kwaliteit te borgen en permanent te verbeteren? (afl. 2, p. 8)

Jan Saveyn situeert kwaliteitszorg en het referentiekader voor het onderzoek van de kwaliteit op twee niveaus van schoolfunctioneren.

• Zorg voor het primaire proces omvat het verbeteren, vernieuwen of in stand houden van wat op klasniveau een directe steun is voor het realiseren van leer- en opvoedingsdoelen. Bijvoorbeeld: de keuze van werkvormen, de organisatie van het leerinhoudelijk aanbod, de zorg voor het pedagogisch klimaat.

• Zorg voor het secundaire proces slaat op de voorwaarden die de school-als-organisatie creëert om het primaire onderwijsproces zo goed mogelijk te realiseren. Bijvoorbeeld: interne schoolleiding, communicatie tussen de verschillende geledingen van de school, personeelsbeleid en professionalisering van het personeel, samenwerking met externe onderwijsondersteuners, enz. (afl. 3, p. 14)

Saveyn waarschuwt de scholen zich niet te beperken tot de techniciteit van de screening (doen we de dingen goed?). Het kwaliteitsconcept is immers gebaseerd op de onderwijsvisie, het pedagogisch project van de school (doen we de goede dingen?). "Zelfevaluatie impliceert betrokkenheid en initiatief van alle geledingen van de schoolgemeenschap tot op de diepste laag van het kwaliteitsdebat." (afl. 3, p. 41)

Page 49: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

49  

49

Rudi Schollaert schetst een kader voor interne kwaliteitszorg in scholen aan de hand van vijf kwaliteitskenmerken van The treasure within (zie schooldirect 23 april 2003):

• een focus op het primair leerproces, door het creëren van een krachtige leeromgeving;

• de kans voor leraren (en leerlingen) om het verschil te maken en om invloed te hebben op die dingen die hun functioneren bepalen, individueel én collectief;

• verbondenheid: alle betrokkenen die samenwerken en elkaar als bondgenoten ondersteunen in hun streven naar een morele meerwaarde in het onderwijs;

• reflectie: aansturen op systematische reflectie op de eigen onderwijspraktijk;

• lerende organisatie: de school ontwikkelen tot een lerende organisatie, door de gangbare praktijk kritisch te toetsen aan de theorie.

"De consequentie van deze kenmerken is dat men niet zomaar tot meer kwaliteit kan komen door het gebruik van bepaalde instrumenten of zelfs niet door uitgekiende strategieën indien met niet tegelijkertijd rekening houdt met de vijf hierboven vermelde factoren", besluit Schollaert (afl. 1, p. 32).

Intern of extern? Coördinerend inspecteur-generaal Peter Michielsens opteert voor complementariteit tussen externe evaluatie door de overheid en zelfevaluatie door de school. Hij lichtte deze visie al toe op een Vlaams-Nederlands congres over kwaliteitszorg (zie schooldirect 6 februari 2002). Hij plaatst dit binnen een 'terugtredende' overheid en de toenemende autonomie van de scholen. "Zelfevaluatie kan leiden tot proportioneel toezicht door de inspectie, zodat de 'doorlichting' a.h.w. een stap terugzet. Dat veronderstelt een andere taakomschrijving voor de inspectie maar tegelijk een grotere evaluatiecompetentie bij de scholen." (afl. 1, p. 36)

Het Vlaams-Nederlands project Zelfevaluatie (VNZ) onderzocht welke criteria moeten worden gehanteerd bij de beoordeling van de kwaliteit en de bruikbaarheid van zelfevaluaties van scholen en welke consequenties zelfevaluaties kunnen hebben voor de organisatie van de schooldoorlichtingen. Tijdens het project bleek de invloed van de beschikbare zelfevaluaties op de daaropvolgende doorlichting beperkt te zijn. Wel komen de zelfevaluaties de diepgang en de kwaliteit van de doorlichting ten goede. De relatie school-inspectie verbetert omdat de partijen gelijkwaardiger met elkaar kunnen omgaan tijdens de doorlichting. "Dat heeft gunstige gevolgen:

• de scholen voelen zich gewaardeerd in hun inspanningen voor kwaliteitszorg en zelfevaluatie;

• de kwaliteit van de zelfevaluatie wordt erdoor gestimuleerd;

• de impact van het inspectierapport in de school is erbij gebaat." (afl. 2, p. 55)

Het VNZ-project maakte gebruik van een instrument voor meta-evaluatie (evaluatie van de zelfevaluatie) dat ontwikkeld werd in het kader van het Europees ESSE-project. ESSE staat voor 'Effective School Self-Evaluation' en heeft vijf doelen:

• identificeren van de belangrijkste indicatoren voor de evaluatie van de kwaliteit en de effectiviteit van zelfevaluatieprocedures in scholen;

• ontwikkelen van een gezamenlijke methodologie voor de SICI-leden voor het inspecteren van de zelfevaluatie van scholen; (SICI = Standing International Conference of Central and General Inspectorates of Education)

• identificeren van de belangrijkste sterktes en zwaktes met betrekking tot zelfevaluatie

Page 50: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

50  

50

van scholen in de verschillende landen;

• analyseren van de manier waarop zelfevaluatie en externe evaluatie aan elkaar gerelateerd zijn in de verschillende landen en analyseren van wat de meest effectieve relatie tussen interne en externe evaluatie zou kunnen zijn;

• produceren van casestudies van effectieve zelfevaluatie door scholen. (afl. 2, p. 23)

Kijk (en vergelijk) 'Kwaliteitszorg in het onderwijs' besteedt ruim aandacht aan werkvormen, instrumenten en materialen voor zelfevaluatie.

Paul Mahieu beschrijft het benchmarkingproces als "een proces van kwaliteitszorg waarbij een (deel van een) school zich vergelijkt met een andere school (of onderdeel ervan), waarvan de prestaties in bepaalde beleidsaspecten als referentieel of uitzonderlijk worden beoordeeld. Die informatie wordt gebruikt om de eigen prestaties te (her)oriënteren." (afl. 1, p. 55) Benchmarking beperkt zich niet tot een vergelijking tussen organisaties maar is er eerder op gericht om voorbeelden van goede praktijk te detecteren en te integreren binnen de eigen context. Daarvoor worden visitatieteams gevormd, die eerst de situatie in de eigen school in beeld brengen. "Probleemanalyse helpt het team achter de symptomen te kijken en die belemmerende of bevorderende factoren te detecteren." Deze oefening is noodzakelijk maar garandeert niet dat alle relevante factoren geïnventariseerd zijn: "De partnerorganisatie kan haar succes immers ontlenen aan factoren waaraan men in de visiterende school nooit heeft gedacht…" (afl. 1, p. 63)

PROZA is een instrument om integrale kwaliteitszorg in onderwijsinstellingen concreet vorm te geven via zelfevaluatie. Het is oorspronkelijk ontwikkeld voor hogescholen, maar er zijn ondertussen ook versies voor secundair en volwassenenonderwijs. "Het instrument bestaat uit itemlijsten die bepaalde kwaliteitsaspecten dekken, geordend in algemene aandachtsgebieden voor kwaliteitszorg. Via individuele zelfanalyse en bespreking in diagnosegroepen bepaalt men sterke en zwakke punten. Op basis hiervan worden concrete verbeteracties opgezet." (afl. 1, p. 71)

CLB-directeur Eddy Declercq beschrijft een instrument voor tevredenheidsonderzoek bij cliënten en medewerkers - als middel om de interne kwaliteitszorg in een CLB op gang te brengen, zoals decretaal bepaald. Het zijn "zelfevaluatie-instrumenten. Ze hebben een feedbackfunctie (…). In geen geval hebben ze een controlefunctie t.a.v. het beleid van het CLB." (afl. 1, p. 86) Als bijlage zijn voorbeelden van indicatoren en modellen van vragenlijsten (voor secundair onderwijs) toegevoegd.

Het VTI van Waregem geeft kwaliteitszorg vorm in het begrip automanagement. "De opzet is om van de leerlingen betere leerders en probleemoplossers te maken." (afl. 2, p. 101). De leerlingen moeten in staat zijn zelfstandig te werken, zichzelf te controleren en desnoods bij te sturen. De leraren ontwikkelen lesmateriaal waarbij kwaliteitsverhoging wordt nagestreefd door zelfevaluatie van de leerlingen tijdens hun werk.

Het 'Draaiboek kwaliteitszorg basisonderwijs' loodst schoolteams doorheen een traject van schoolzelfevaluatie en -ontwikkeling. Het is in eerste instantie een nascholingstraject, met een contract via ECEGO. "Dit traject is eenmalig en neemt vier personeelsvergaderingen, gespreid over één schooljaar, in beslag. In die periode kan de school eenmaal de kwaliteitscyclus doorlopen. De bedoeling is dan dat de school het jaar erna zelfstandig aan de slag gaat. Hiervoor krijgt men ook een draaiboek." (afl. 3, p. 93)

Het SION-instrument (SION = school in ontwikkeling) wordt gehanteerd in de analysefase van een schooldiagnose (of zelfevaluatie). Het werd ontwikkeld "in het perspectief van schoolontwikkeling. (…) Het instrument levert geen diagnose over de analysegegevens. Evenmin levert het 'aanbevelingen' voor opvolging of implementatie van de resultaten. Vanuit de visie op schoolontwikkeling is dat de verantwoordelijkheid van de school." (afl. 3, p. 109). Het instrument werd ontwikkeld door de pedagogische begeleidingsdienst van het Katholiek

Page 51: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

51  

51

Onderwijs en is bestemd voor de basisschool. Kwaliteitszorg in het onderwijs / Ignace Van Dingenen (red.) e.a. - Mechelen: Wolters-Plantyn, 2002-2003. - 3 afleveringen. - ISBN 90 301 1788 5 Publicatiedatum: 2003-05-07 Bijlage 3 Begeleidingsovereenkomst Integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap

BEGELEIDINGSOVEREENKOMST 2009-2010-2011

07 Scholengemeenschap Katholiek Basisonderwijs Genk

De Speling SGKBG

Aanbod scholengemeenschappen “Integrale kwaliteitszorg werking

scholengemeenschap”    

Page 52: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

52  

52

 BEGELEIDINGSOVEREENKOMST

Opmaak begeleidingsovereenkomst Datum 26-06-09 Aanwezig:

directeur Zorgcoördinator(en) kernteam Lid/leden Schoolbestuur Leerkrachtengroep x Coördinerend directeur scholengemeenschap Leerkracht Lid/leden CAS CLB-Medewerker x Andere: coördinator personeelsbeleid

 Contactgegevens pedagogisch begeleider DPB Basisonderwijs Hasselt Naam Adres Telefoon E-mail Pierre Colla Lindenlaan 9, 3290 Diest 013 55 65 95 [email protected]

 Contactgegevens van de scholengemeenschap :

SCHOLENLIJST DPBBaO HASSELT 07 Scholengemeenschap Katholiek Basisonderwijs Genk De Speling SGKBG

SCHOOL CONTACTGEGEVENS NAAM DIRECTEUR 1. BS Broederschool Schabartstraat 10, 3600 Genk

089 35 24 81 Jo Vandueren

2. BS Mater Dei Grotestraat 25, 3600 Genk 089 36 35 33

Marijke Vanhoenshoven

3. BS Boxbergheide Boxbergstraat 1, 3600 Genk 089 35 13 35

Piet Anthonissen

4. BS Bokrijk Kuurstraat 6, 3600 Genk 011 22 93 75

Gilbert Smets

5. BS Bret-Gelieren Annunciadenstraat 13, 3600 Genk 089 30 74 01

Marleen Indestege

6. BS Driehoeven Driehoevenstraat 82, 3600 Genk 089 38 14 98

Myrjam Vanroye

7. BS Meisjesschool Hoevenzavel Halmstraat 5, 3600 Genk 089 38 36 45

Raf Claes

8. BS Jongensschool Hoevenzavel Halmstraat 7, 3600 Genk 089 38 36 44

Christa Raes 9. BS Mickey Mouse - De Sleutel Brandweg 1, 3600 Genk-Sledderlo

089 61 23 74 Hilde Sijbers

10. LS Termien De Schom 8, 3600 Genk 089 36 78 13

Peter Walbers

11. BS t Schoolke Oude Driesstraat 8, 3600 Genk 089 38 12 87

Rudi Claes

12. KS Termien Plattewijerstraat 4, 3600 Genk 0475 68 09 26

Martine Bobbaers

13. BS Sint-Jansschool Schoolstraat 2, 3600 Genk 089 38 26 44

Luc Beck

14. BS Sint-Michiel Margarethalaan 70 bus 1, 3600 Genk 089 35 30 57

Daniël Rejek

15. BS Sint-Albertus Kerkplein 3, 3600 Genk 089 38 11 17

Guido Medats 16. BuBaO Sint-Martinusschool Em. Vandorenlaan 145, 3600 Genk

089 36 31 04 Monique Beusen

17. (codi) Jaarbeurslaan 2, 3600 Genk 089 35 20 44 Gerd Beckers

Page 53: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

53  

53

 Begeleidingsvraag : Begeleidingsvraag op niveau van : school x scholengemeenschap Ander samenwerkingsverband De scholengemeenschap wenst beroep te doen op het aanbod voor scholengemeenschappen: Deze ondersteuning is een trajectmatige begeleiding van minimaal 5 contactmomenten van ongeveer drie uur. Dit begeleidingstraject heeft als doel de integrale kwaliteitzorg van de werking van een scholengemeenschap te ondersteunen. De verschillende participanten van een scholengemeenschap kunnen, na het inloggen op onze webstek, een vragenlijst beantwoorden met betrekking tot de werking van hun eigen scholengemeenschap.

De verschillende antwoorden van deze bevraging worden verwerkt door Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt. Dit resultaat wordt getoetst aan de visietekst: Scholengemeenschap vormen in het basisonderwijs, van Marc Van den Brande, secretaris-generaal VVKBaO, en zal uiteindelijk dienen als uitgangspunt om te komen tot een (nieuw) beleidsplan voor de werking van de scholengemeenschap. De verwerkte bevraging wordt besproken met de verschillende participanten van de scholengemeenschap, onder begeleiding van de pedagogisch begeleider scholengemeenschappen en/of de betrokken schoolbegeleider(s). Vanuit deze bespreking gaan de betrokkenen zelf bepalen welke vaste afspraken worden gemaakt om bepaalde aspecten van de samenwerking te bestendigen alsook welke prioriteiten worden bepaald om de werking van de scholengemeenschap te verbeteren. De opvolging van het (nieuw) beleidsplan kan, in samenspraak met de leiding van de scholengemeenschap, worden ondersteund door de betrokken schoolbegeleider(s). Doelen / Gewenste effecten:

- een bevraging over de werking van de scholengemeenschap organiseren met een afvaardiging van alle participanten binnen de scholengemeenschap om te komen tot een kwaliteitsvolle zelfevaluatie van de samenwerking binnen de scholengemeenschap.

- meer zicht krijgen op de samenwerking binnen de scholengemeenschap met behoud- en verbeteraspecten. - komen tot een betere samenwerking op niveau van de scholengemeenschap - komen tot prioriteiten voor het (nieuwe) beleidsplan van de scholengemeenschap - een hogere betrokkenheid creëren m.b.t. de werking van de scholengemeenschap - sensibiliseren en informeren van de visie van het VVKBaO m.b.t. het samenwerken binnen de

scholengemeenschap en dit als toetssteen gebruiken om de eigen werking bij te sturen. Doelgroep(en):

x Vertegenwoordiging van alle functies binnen de scholengemeenschap x schoolbegeleider x Directeur(s) – coördinerend persoon SG – college van directeurs x Schoolbestuur - CASS

Page 54: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

54  

54

 Data Traject(en):

Datum Wat – Hoe – Wie ( doelgroep – verantwoordelijke ) 13-10-09

09.00-12.00 u

Intakegesprek en voorstelling van het traject met het management comité ( MACOM) Voorbereidend werk op de intake vergadering met de raad van bestuur en de CD Een voorstel uitwerken over de samenstelling van de deelnemersgroep die zal meewerken aan het kwaliteitsonderzoek en de wijze waarop dit zal gebeuren. Plaats: De Speling

19-11-09 20.00-22.00 u

Intakegesprek en voorstelling van het traject met de raad van bestuur en het college van directeurs (CD). De uiteindelijke beslissing wordt genomen of dit project zal doorgaan en het voorstel dat uitgewerkt werd met het MACOM wordt besproken. We komen tot een werkbare consesus binnen de geest van de integrale kwaliteitszorg over de werking van de scholengemeenschap. Plaats: De Pits te Zolder. Marieke zal aanwezig zijn.

20-11-09 Login aanmaken voor de codi door Pierre. De codi zorgt ervoor dat de gegevens van de deelnemers op de webstek zijn ingegeven voor 11-12-09. De codi verstuurt een mail naar Pierre wanneer dit volledig is uitgevoerd.

04-01-10 ‘s avonds

Uitnodiging versturen naar de deelnemers met hun logingegevens door Pierre.

05- 01-10 20.00u-21.30 u

Toelichten van de werking van de bevraging en ingaan op vragen van deelnemers. ( inschrijven via diohasselt om deel te nemen aan de vergadering plaats: Jaarbeurslaan 2 Genk ( kan wijzigen indien er meerdere deelnemers zijn )

De bevraging opvolgen door de personeelsverantwoordelijke

15-01-10 Einde bevraging 17-02-10 vm 24-02-10 vm 03-03-10 vm 15-03-10 vm

Werken aan het voorlopig rapport door Pierre.

19-03-10 NM 26-03-10 NM

Pierre heeft overleg met Marieke en Marjon om het voorlopige rapport van de antwoorden van de bevraging te bespreken en desgewenst aanpassingen te maken (tijdens een team +-vergadering) Pierre stuurt een voorlopige versie op naar Marieke, Marjon en haar vervanger als voorbereiding.

01-04-10 09.00-12.00u

Bespreken van het voorlopig rapport met de het managementteam (MT) en de feedbackvergadering voorbereiden. Plaats: De Speling Pierre stuurt daarna een uitnodiging met het voorlopig rapport naar de deelnemers via e-mail .

20-04-10 20.00-22.00 u

Feedbackvergadering met de deelnemers van de bevraging. Plaats: De Limburghal Jaarbeurslaan 6 te Genk..

11-05-10 20.00-22.00 u

Vergadering met de raad van bestuur ( een afvaardiging van elk schoolbestuur is minimumvereiste) en het CD om haalbare prioriteiten te formuleren voor het beleidsplan van de scholengemeenschap. Plaats: wordt nog bepaald. Marieke en Marjon helpen mee aan de vergadering.

??-09-10 datum wordt

gepland in juni

Pierre maakt samen met Marieke en Marjon een voorstel van een begeleidingsplan om de samenwerking van de scholengemeenschap te verbeteren rekening houdend met de gegevens die verkregen zijn uit de vergadering van de raad van bestuur en het CD.

??-09-10 datum wordt

gepland in juni

Overleg met de MT over de verdere opvolging en communicatie van het eindverslag. Er wordt ook een voorstel van een begeleidingstraject voorgesteld en besproken. We maken ook tijd voor een evaluatie van het verloop van het traject.

??-09-10

Pierre maakt het eindverslag volledig af en mailt deze door aan de codi, Marieke en Marjon. De codi communiceert het eindrapport met de andere participanten van de scholengemeenschap.

   

Page 55: Korte versie IKZ rapport 100420

 

Rapport integrale kwaliteitszorg werking scholengemeenschap Pierre Colla, pedagogisch begeleider scholengemeenschappen DPB Hasselt

55  

55

 Bijkomende afspraken: Het is een minimumvereiste dat het voltallige college van directeurs en een afvaardiging van elk betrokken schoolbestuur wensen mee te werken aan dit traject. De coördinerend directeur werkt actief mee aan de organisatie en opvolging van het project. ( verzamelen van gegevens, uitnodigingen versturen, informeren, zorgen voor een vergaderruimte, verslagen verspreiden naar de betrokken, … ) Marieke en Marjon zullen het traject mee volgen en ondersteunen. Zo kunnen ze later directeurs en leden van het RvB op vraag verder ondersteunen. Pierre zal geen beslissingen nemen. Hij zal telkens fungeren als moderator. Pierre draagt zorg voor het voorlopige en het eindrapport ( verwerking van de antwoorden van de bevraging en komen tot haalbare beleidspunten voor de werking van de scholengemeenschap ). Pierre verwacht gerichte feedback van de codi en/of andere participanten.