Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM....

44
Kollin kljk Odheidk ullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT DOOR DEN VOORZITTER Prof. Jhr. Dr. J. SIX.

Transcript of Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM....

Page 1: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

Kollinkljk Odheidk ullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM.

JAAAVEASLAG

IN DE

Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering,

OP MAANDAG 15 MEI 1905,

UITGEBRACHT

DOOR DEN VOORZITTER

Prof. Jhr. Dr. J. SIX.

Page 2: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT
Page 3: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

JAAAVEASLAGIN DE

Zevemen-yeertigste Algemeene Vergadering,

OT) 111.A.A_NTIA-Gr 15 MEI 1905,

UITGEBRACHT

DOOR DEN VOORZITTER

Prof. Jhr. Dr. J. SIX.

Page 4: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT
Page 5: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

' .4-\--*- *4LtAL.,---,2A

1Q R ,:3'

'-' IF-CN;%-> -0-* :=: ---_A ON,__ 47 t

A;ge 219Keien

et is niet door het bijeenroepen van congressen met hun nasleep

van diners en wederzijdsche verheerlijking, niet door het organiseeren

van min of meer goedgeregelde buitenpartijtjes naar de kleinere

steden van ons land, dat het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap

zich verdienstelijk maakt. Het werkt met ernstiger middelen. Het

heeft indertijd, toen er nog niets van dien aard in den lande was

een belangrijke verzameling van Oudheden bijeengebracht, waarvan

vele stukken, anders reddeloos verloren, thans een sieraad uitmaken

En hoewel thans het werken in die richting niet meer zoo noodigvan 's Rijks Museum.

is, bij voorkomende gelegenheden — en die zijn niet uitgesloten — is het Genootschap

nog op zijn post en beschikt het daarvoor nog steeds over bescheiden geldmiddelen.

Onderwijl gaat het aanvullen van de atlassen en de rijke muntverzameling door

— gij hebt het zooeven uit de jaarverslagen uwer Commissies vernomen voor zoover

zich de gelegenheid aanbiedt en de middelen het veroorloven ; voor zoover ook als de

beschikbare tijd uwer Commissieleden toelaat nieuwe aanwinsten to verwerven. Maar in

een stad met zulk een bedrijvig Leven als de onze, geldt niet voor den arbeid het woord

van den fabeldichter : „c'est le fond qui manque le moins." Het Genootschap heeft

met zijn bescheiden middelen belangrijke werken uitgegeven en bijdragen omtrent de

kennis der oudheid aan zijn jaarverslagen toegevoegd.

Het heeft ook een kern gevormd van belangstellenden in oudheidkundige zaken

in de Hoofdstad, van velen, die zich niet alien voor oudheidkenners uitgeven, maar die

in ruimeren kring iets overbrengen van die liefde voor de werken van het voorgeslacht,

die in onze eeuw nog zoo hoog noodig blijft.

Het heeft in den loop der jaren zijn werkkring zich eenigszins zien verplaatsen,1*

Page 6: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

4

de reglementswijzigingen zooeven door U aangenomen geven daaraan uitdrukking,

maar het doel is onveranderd zooals ook de Statuten in de voorgaande algemeene ver-

gadering in hoofdzaak ongewijzigd zijn gebleven.

Maar blijft het genootschap, zijn leden wisselen. Sommige zijn heengegaan, andere

zijn ons door den dood ontrukt. Van de velen die ons dit jaar ontvielen noem ik slechts

JOH. W. STEPHANIK, sedert 1889 onze kundige Conservator voor de numismatische ver-

zamelingen, waarvan hij in 1897 den catalogus uitgaf en die van 1895 tot 1903 zitting

had in ons Bestuur en Mr. J. E. VAN SOMEREN BRAND, ook jaren Lang een ijverig

werker in de atlas-commissie en laatstelijk bestuurslid, dien gij noode zult missen, ook

om zijn geestige voordrachten over oude zeden en gebruiken. Mogen jongeren opstaan

die met dezelfde belangstelling voor ons aller doel bezield blijken.

Door geschenken en legaten werden ook dit jaar, zooals van ouds onze verza-

melingen verrijkt.

Onzerzijds gaven wij aan de Zaanlandsche Oudheidkundige Verzameling „Jacob

Honig Jzn. Jr." te Koog aan de Zaan een schilderijtje in bruikleen dat daar meer

eigenaardig thuis behoorde dan bij ons. Ook door het tijdelijk leenen van afbeeldingen

en cliches maakten wij een nuttig gebruik van onze eigendommen.

Het was ons aangenaam om Hare Majesteit de Koningin, onze Booge Bescherm

vrouw, een stel te mogen aanbieden van de goedgeslaagde photographien in het Kon.

Paleis op den Dam genomen, als blijk van onzen dank voor het verkregen verlof het

Paleis te bezichtigen met het oog op de beschrijving in de Noord-Hollandsche Oudheden.

Aan het vorig jaarverslag werd een opstel toegevoegd van de hand van den

Heer A. W. WEISSMAN over de zestiende eeuwsche Glasschilderkunst, met 8 afbeeldingen.

Uw voorzitter werd, als zoodanig, uitgenoodigd zitting te nemen in de Commissie

die de feestelijke herdenking van Rembrandts 300 sten geboortedag voorbereidt.

Een adres door ons verzonden aan de regenten van het St.-Elisabeths Gasthuis

te Haarlem tot sparing van oude huisjes stuitte of op de ijzeren noodzakelijkheid.

Ook werd een adres verzonden in de hoop de Minderbroederskerk te Roermond

te behouden.De Rijks-Commissie tot beschrijving der monumenten wendde zich tot ons om

een crediet van f 200,- jaarlijks, tot het voorzien in kleine herstellingen, die latere

restauraties zouden voorkomen. Uw Bestuur vond geen vrijheid aldus over de geld-

middelen te beschikken en meende dat de plaatselijke genootschappen in dezen meestal

beter zouden kunnen helpen, maar verklaarde bij voorkomende gelegenheid en waar

geen plaatselijke hulp te verkrijgen was, gaarne op de hoogte gesteld te zullen worden

om dan te kunnen beoordeelen Welke hulp kon geboden worden. Als centraal orgaan

leek ons in dezen de Nederlandsche Oudheidkundige Bond aangewezen.

Page 7: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

5

Ook dit jaar zijt gij in de gelegenheid gesteld geweest de vergadering van dien

bond bij te woven, en wel te Leiden.

Ouder gewoonte volgend herinner ik U tevens het behandelde op onze ver-

gaderingen.

24 October 1904. De Heer Six geeft een overzicht met toelichting bij de platen,

photographien en origineelen van de Grieksche vazen.

14 November. De Heer C. G. 'T HOOFT, door Burgemeester en Wethouders

daartoe gemachtigd, geeft een kunstbeschouwing uit den Atlas Splitgerber.

28 November. Mr. Dr. C. P. BURGER Jr. verhaalt het levee van den oudheid-

kundige H. Haasloop Werner en licht dit uit zijn werken toe.

12 December. De Heer P. VAN EEGHEN leest zijn historische onderzoekingen

over Jan Luyken en zijn omgeving.

16 Januari 1905. De Heer E. W. MOES laat teekeningen en gezichten van

Antwerpen vervaardigd door Jan Linnig rondgaan.

30 Januari. De Heer C. H. PETERS verhaalt de geschiedenis van de grafelijke

zaal te 's-Gravenhage en betoogt dat de vroegere schennis slechts geleid heeft tot een

heerlijker verrijzenis.

13 Februari. Dr. CORN. HOFSTEDE DE GROOT zet, met behulp van vele afbeel-

dingen, uiteen wat de stijl-kritiek heeft gedaan voor de schifting van de Rembrandt toe-

geschreven werken, zoo schilderijen, etsen, als teekeningen in echt en onecht.

27 Februari. De Heer A. W. WEISSMAN doorliep de geschiedenis van het

Amsterdamsche stadhuis, waarbij hij vooral den nadruk liet vallen op de wijzigingen in

1808 aangebracht.

13 Maart. De Heer D. C. MEIJER Jr. rangschikt de Amsterdamsche gevelsteenen,

waarvan hij afbeeldingen laat zien, naar hunnen aard.

27 Maart. Dr. H. J. DE DOMPIERRE DE CHAUFEPIE licht zijn verhandeling over

de antieke gesneden steenen toe met afbeeldingen, afgietsels en origineelen.

13 April. De Heer C. J. GONNET gaf een kunstbeschouwing van het werk van

Romein de Hooghe.

Aan alien die ons op zoo verschillende wijze en vaak zoo boeiend over de

oudheid hebben gesproken, zij nog eens daarvoor dank gebracht.

1k eindig met een woord van dank ook aan mijn mede-bestuurderen, die dit jaar

maar al te dikwijls, mijn toch niet al te zware taak van mij hebben moeten overnemen

en met de beste wenschen voor den voortdurenden bloei van ons Genootschap.

Page 8: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

Kort Overzicht van de Bijdragen op de

Gewone Vergaderingen.

rof. Jhr. Dr. J. Six gaf 24 October 1904 eene bijdrage over Grieksche vazen.

Spreker deelt eerst eenige algemeene opmerkingen mede over Etrurische

vazen, die hoewel zoo genoemd voor het grootste gedeelte uit Athene

afkomstig en dus als Grieksch werk te beschouwen zijn. In latere perioden

worden de vazen vooral merkwaardig door de voorstellingen. Eerst waren de figuren

rood op zwarten grond en later zwart op rooden grond aangebracht. Andokides was

de eerste die weldra gevolgd door Epictetos, roode figuren op zwart aanbracht.

De kunstbeschouwing uit een serie zeer fraaie afbeeldingen bestaande en waar

spreker bij elke plaat de meest uitvoerige toelichtingen gaf, vertoont onder meer de

Attische vazen, o.a. de beroemde vaas Francois van Kritias en Ergotimos te Florence,

tegeltjes waarop attributen van het pottenbakkersbedrijf, Chalcidische hydria te Mun-

chen, Phineusschaal te Wurzburg, vazen van Exekias, Phintias, Chelis en Euthymides

te Munchen, Schaal van Brygos in het Britsch Museum, en anderen,

Behalve de afbeeldingen werden ook een achttal vazen en amphoras ter bezich-

tiging gesteld.

14 November werden de leden in de gelegenheid gesteld door welwillende

beschikking van Burgemeester en Wethouders een gedeelte van den atlas van Amsterdam

van Louis Splitgerber te bezichtigen.

De Heer C. G. ' T HOOFT deelde eerst eenige bizonderheden mede over de

geschiedenis dezer verzameling. Oorspronkelijk bijeengebracht door Hendrik Busserus,

kwam zij in het bezit van den Heer L. Hamerster Ameshoff en werd na diens overlijden

in 1892 het eigendom van den Heer Louis Splitgerber, die de verzameling aan de stad

Amsterdam legateerde ter plaatsing in het Museum Fodor. Aanvankelijk uit 4 kunst-

boeken met 205 teekeningen bestaande, bestaat de atlas thans uit 13 kunstboeken met

773 teekeningen en prenten. De volgende fraaie teekeningen kwamen ter tafel : J. van

der Ulft, de Dam met het Stadhuis en de toren van de Nieuwe Kerk 1653 ; Saenredam,

Page 9: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

7

het Oude Stadhuis 1641 ; Beerstraten, de brand van het Oude Stadhuis en de ruine

van hetzelfde gebouw, De toren Swight Utrecht, Heiligewegspoort en het Oude Kerks-

plein ; Berkheyden, De bocht van de Heerengracht van twee zijden gezien 1672 ;

R. Zeeman, De Oude Stadsherberg ; J. Andriessen, Het Vrijheidsfeest op den Dam 1795

J. de Beijer, verschillende gezichten langs de grachten ; H. P. Schouten, De poortjes

op den Vijgendam, de ingang van het Dolhuis op den Kloveniersburgwal ; R. Vinkeles,

De trappen van de Beurs en het Gasthuishofje ; J. Cats, Het 's-Gravelandsche veer, het

Rokin e.a. ; P. van Liender, De Nieuwe Kerk van buiten ; J. Bosboom, De Nieuwe

Kerk van binnen en de N. Z. Voorburgwal, R. Craeyvanger, De Dam bij winter en

vele anderen.

Dr. C. P. BURGER Jr. deed 28 November eenige mededeelingen betreffende den

bekenden Gelderschen oudheidkundige G. H. Haasloop Werner. Geboren te Cleef in

1792 werd hij opgevoed te Aurich, vandaar in den militairen stand vallende werd hij

opgelicht, naar Frankrijk gevoerd en ingedeeld bij het Leger naar Rusland, terug uit

Rusland kwam hij te Dantzig in het hospitaal, later weder in Russischen dienst totdat

hij in 1815 in Hollandschen dienst overging. Na te Kampen en Blokzijl te hebben

gewoond, vestigde hij zich te Elburg waar hij tot zijn overlijden in 1864 bleef wonen.

Het was in Elburg dat hij zich veel bewoog op oudheidkundig gebied en met Heldring,

Graadt Jonkers en Janssen vele nasporingen deed op de Veluwe tot onderzoek van

Romeinsche oudheden. De geschiedenis van Elburg ging hem na aan het hart en van

zijn studies is bewaard gebleven een Stadboek van Elburg met verschillende teekeningen

van oude gebouwen, wapens en kleederdrachten versierd. Ook verschenen verschillende

opstellen van zijn hand in de Geldersche Volksalmanak.

De Heer P. VAN EEGHEN deed 12 December mededeeling van zijne „Historische

onderzoekingen over Jan Luyken en zijne omgeving." Zestien jaren geleden behandelde

spreker hetzelfde onderwerp toen nog in weer beknopten vorm ; nu de belangrijke

resultaten van zijn uitgebreid onderzoek thans binnenkort in druk zullen verschijnen,

wenscht spreker vciOraf aan de leden van het Genootschap zijne mededeelingen te doen.

Jan Luyken is een der graveurs die het meest tot stand heeft gebracht; het aantal

prenten van hem en van zijn noon Casper is waarschijnlijk wel het grootste dat ooit door

een of twee personen werd gegraveerd. Verzamelingen van hun werk werden bijeenge-

bracht door E. W. J. Bagelaar, G. Emaus de Micault, J. van der Vlugt, J. Ph. van der

Kellen, Geisweit van der Netten en C. P. van Eeghen. De eersten dezer verzatnelingen

werden verspreid en die van Geisweit van der Netten in haar geheel opgeno.men in de

collectie Van Eeghen. Het werk van Luyken bestaat uit 3275 prenten van Jan Luyken,

1187 van Casper Luyken en 36 van hen zamen, voorts + 2000 kopieen naar beiden ;

terwiji van hunne teekeningen er 958 in de collectie Van Eeghen berusten. Deze unieke

Page 10: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

8

en meest complete verzameling nu, aan de gemeente Amsterdam geschonken, berust in

het Stedelijk Museum waar een afzonderlijke zaal daarvoor is ingericht.

Reeds lang had spreker het als een levenstaak beschouwd het werk van Jan en

Casper Luyken te beschrijven, waartoe ook de Heer J. Ph. van der Kellen het plan

had gevormd ; nu na een arbeid van acht jaren is het werk voltooid en zal het Licht zien. *)

Omtrent het leven van Jan Luyken is te vermelden dat zijn vader Casper Christof-

fels uit Essen I Mei 1633 te Sloterdijk trouwde met Hester Cores uit Middelburg. Jan

Luyken werd 16 April 1649 te Amsterdam geboren en in 1673 als lidmaat ingeschreven

bij de Doopsgezinden. Het gezin woonde in de Haarlemmer Kruysstraat buytendyx,

(de tegenwoordige Buiten Dommerstraat) en daar heeft Jan Luyken het grootste gedeelte

van zijn leven gewoond. In 1672 trouwde hij Marie de Oudens van Den Haag, die

reeds tien jaar later overleed ; zijne huishouding werd toen bestuurd door Annetie van

Vliet die hem vergezelde naar Haarlem en Schellinkhout en later weder naar Amsterdam

waar Jan Luyken 5 April 1712 in de Utrechtsche-dwarsstraat bij de Binnen Amstel

overleed en II April in de Nieuwezijds Kapel werd begraven.

Aanvankelijk leerling van Martinus Saeghmolen, die reeds in 1669 overleed

begon hij in 1677 te etsen ; zijn eerst bekende afzonderlijk uitgegeven ets is : Den

Comeet-ster , zijn eerste boekprent is van 1678 in de Schat der Zielen en daarop volgde

het ontzaggelijke aantal door hem geetste prenten ; met meer dan 1 00 uitgevers heeft hij

in betrekking gestaan, het meest met Pieter Arentz, Cornelis van der Sys en Jan ten Hoorn.

Zijn zoon Casper Luyken geb. Dec. 1672, overleden Oct. 1708 heeft veel in

Duitschland vooral te Neurenberg en waarschijnlijk ook te Weenen gewerkt, ook heeft

hij veel met zijn vader samengewerkt. Hij huwde 17 November 1705 Maria Elisabeth

van Aken van 's Gravenhage.

De namen van beide meesters zullen blijven voortleven als die der grootste

kunstenaars der 18 e eeuw.

Van den letterkundigen arbeid van Jan Luyken is het meest bekend „De Duitse Lier"

waarvan de eerste druk in 1671 verscheen. Zijn latere bestudering der werken van Jacob BOhme

deed hem de uitgave van dezen bundel zeer betreuren en sedert was zijne godsdienstige

richting geheel in hoog pietistischen geest, waarvan ook zijne latere werken blijk droegen.

De Heer E. W. MOES gaf 16 Yanuari 19o5 ter bezichtiging 135 teekeningen

van Jan Linnig. „Gezichten in Oud-Antwerpen", vervaardigd van 1831-1886, die

binnenkort door de firma Frederik Muller & C. te Antwerpen in veiling zullen worden

gebracht. **) Vooraf deed de Heer Moes eenige mededeelingen over den meester. In

Het werk van Jan en Casper Luyken door P. van Eeghen, met medewerking van J. Ph. van der

Kellen. Amst. Fred. Muller & Co.1905. 2 dln. met 56 platen.

**) Deze verzameling werd voor f 5000. — aangekocht door de stall Antwerpen.

Page 11: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

9

1808 vestigde zich te Antwerpen als meubelmaker een Duitscher Peter Joseph Linnig,

geboren te Aschbach in Nassau. Twee jaar later huwde hij Johanna Catharina Leys

en uit dat huwelijk werden drie zonen geboren die alien een roemrijke plaats hebben

ingenomen in de geschiedenis der beeldende kunsten. Het hoogste stond zeker de

jongste zoon Egidius in 1821 te Antwerpen geboren en reeds op 39-jarigen leeftijd

overleden. Door zijne vele tochten langs de Belgische, Fransche, Nederlandsche en

Engelsche kusten had hij zich gevormd tot een zeer bekwaam marineschilder, terwijl

hij ook vele etsen maakte. Zijn tweede broeder Willem had, onder leiding van Baron

Leys het binnenhuis tot voornaamste onderwerp van zijn studie gekozen. De meester

waarvan de teekeningen over Oud-Antwerpen ter bezichtiging werden gegeven was de

oudste zoon Jan Theodoor Joseph 15 Mei 1815 te Antwerpen geboren. Hij zou opgeleid

worden voor plaatsnijder en bezocht daartoe de Antwerpsche akademie waar Ernst Corr

bestuurder der graveerschool was. De eerste van hem vermelde prent is van 1836 een

Heilige familie naar Spranger en vijf jaren later was hij met Michiel Verzwypel zijn

leermeester Corr behulpzaam in het voltooien van de reeks prenten van de Loggia's

van Rafael in het Vaticaan, die door de Meulemeester onvoltooid waren nagelaten. Het

etsen werd voor hem hoofdzaak en daartoe bracht hij eene verzameling etsen van

Noord- en Zuid-Nederlandsche tijdgenooten bijeen door hem met T. Hippert beschreven

in „Le Peintre Graveur Hollandais et Beige du I 9e siecle.

Op 27-jarigen leeftijd volgde hij de schilderlessen van den beroemden landschap-

schilder J. B. de Jonghe, maar zijn groote kracht was het topographisch teekenen en

als zoodanig heeft hij heel Oud-Antwerpen in teekening gebracht. Geen oud poortje,

Been merkwaardig gebouw of typisch buurtje ontsnapte aan zijn aandacht. Hij leverde

ook de illustraties voor Mertens en Torfs Geschiedenis van Antwerpen 1845-54 en

de zestig etsen voor het Album historique d'Anvers avec notice par F. H. Mertens.

Hij overleed 12 Nov. 1891.

De Heer C. H. PETERS hield 30 Yanuari eene voordracht over de „Hofzaal te

's-Gravenhage." Spreker deed eerst eenige mededeelingen over de geschiedenis van de

Hofzaal en daarna over de restauratie. Graaf Willem II, Roomsch Koning begon in

1250 zich in die Haghe een groot kasteel te laten bouwen om daar als Duitsch keizer

rijksdag te houden, waarvoor het groote terrein van woo bij 48o meter noodig was.

Binnen die ruimte werd het eigenlijke kasteel, met een buitenhof ommuurd, gesticht.

Willem II heeft het niet voltooid. Floris V zette den bouw voort en wijzigde de plannen

met het oog op het bouwen van de Groote Zaal en de Kapel ; zijn bouwmeester was

volgens de „Kroniek van de Klerk der Lage landen" Gerard van Leyden, de jaren van

den bouw zouden van 1275 -1278 of van 1290-1293 vastgesteld kunnen worden.

Vooral onder Aelbrecht 1358-1404 beleefde de groote zaal schitterende tijden, ook

2

Page 12: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

I 0

Philips van Bourgondie hield er menigmaal Hof met de Ridders van het Gulden Vlies

en Karel de Stoute stond in 1462 het voor den Graaf bestemde gedeelte achter de

Hofzaal of aan het door hem ingestelde Hof van Holland ; dit Rechtscollege heeft het

gebouw tot voor enkele jaren nog in gebruik gehad. De bestemming van de zaal ver-

anderde echter langzamerhand van karakter nu als doorgang of wachtzaal van het Hof,

in 1581 voor de afzwering van Philips en in 1651 voor de zoogenaamde Groote

Vergadering. In de volgende jaren deed zij dienst als ontvangzaal van vreemde vorsten

en gezanten en was versierd met de, op den vijand veroverde vlaggen — daarna als

winkelgalerij, voornamelijk voor boekwinkels en van 1719 tot op onzen tijd tot trekking-

zaal der Generaliteits- en Staatsloterij. Sedert raakte de zaal in toestand van verregaand

verval.

Spreker schetste nu de bouwkundige schoonheid ; ontzagwekkend door de hoogte

en soberheid van constructie waardoor het als bouwwerk eenig in Europa kon beschouwd

worden. De kap is een merkwaardig stuk architectuur, de grootte van de zaal was 687

vierkante meter. Tot 1861 bleef de verwaarloozing voortduren, de slechte toestand van

het dak en de goten was van dien card dat in de zaal een goot tot afwatering moest

gemaakt worden, eindelijk moesten ernstige maatregelen worden genomen. De minister

Van Heemstra vroeg in de Kamer Belden tot restauratie volgens de plannen van den

Rijksbouwmeester W. N. Rose; in de zaal zou niets veranderd worden, de houten

bekapping moest echter plaats maken voor een ijzeren kap rustende op ijzeren kolommen.

De voordracht van den minister werd aangenomen en reeds 4 Maart 1861 werd het

werk aanbesteed. Toen de zaak zoover was kwamen er allerlei adressen in tegen de

vernieling van het aloude gebouw, ook het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap

wendde zich tot Z. M. den Koning — maar de minister handhaafde zijn besluit

gesteund door den Rijksbouwmeester.

Nadat de nieuwe ijzeren bekapping voltooid was, werd de Oude Hofzaal gebruikt

tot berging van het archief van Binnenlandsche Zaken — en gesloten.

Toch heeft het wandalisme des Heeren Rose geleid tot verbetering , de benoeming

van de Commissie van Rijksadviseurs werkzaam van 1874-79 en het optreden van

Jhr. Victor de Stuers als Referendaris van Kunsten en Wetenschappen gaven aanleiding

tot meer waardeering der monumenten. Reeds in 1878 werd de voorgevel van de

Groote Zaal onder handen genomen en op voorstel van de Vereeniging die Haghe werd

in 1894 eene Commissie benoemd om de zaal in eere te herstellen en tevens de Hofzaal

onder de Historische Monumenten te rangschikken. Onder het ministerie-Van Houten

werd een post van f woo,— uitgetrokken en verklaarde de minister van Waterstaat

C. Lely zich bereid de zaak ter hand te nemen. In September 1 896 werd de Commissie

van deskundigen voor advies en onderzoek benoemd en op de begrooting van 1899

Page 13: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

I 1

I 30.000 aangevraagd. Aan de doortastendheid van minister Lely is het te danken dat

alle bezwaren van alle Departementen werden weggeruimd. 27 Juli 1899 deden de

bouwmeesters den eersten stap tot herstelling van den houten kap in den oorspronke-

lijken vorm en einde Augustus 1904 was de Hofzaal weder gereed om op 20 September

H. M. de Koningin te ontvangen tot opening van de Staten-Generaal.

Ms toelichting gaf de Heer Peters een hoogst belangrijke kunstbeschouwing

van talrijke prenten den ouden toestand betreffende, voorts hoogst belangrijke photo's

van de verschillende tijdperken der restauraties en van den toestand der kap wior de

verbouwing van Rose, naar teekeningen van J. Kramer waarvan de laatste voor den

herbouw van groot belang zijn geweest.

Voor de op de vergadering aanwezige leden stelde de Heer Peters een algemeen

plan van het Binnenhof met omgeving beschikbaar.

Dr. C. HOFSTEDE DE GROOT sprak 13 Februari over „de zuivering van het

werk van Rembrandt met behulp van de hedendaagsche Stijl-critiek."

Onder „zuivering" verstaat spreker het verwijderen van de parasieten die langza-

merhand zich in het werk van Rembrandt gevestigd hebben onder „Stijl-critiek" de kritiek

omtrent echtheid a of onechtheid. Welke afmetingen deze Stijl-kritiek aangenomen heeft

kan het best blijken uit een blik in de statistiek. Terwijl vijftig jaren geleden Smith

630 schilderijen van Rembrandt noemt, staan er in het groote werk van Bode slechts

590. En niettegenstaande er in die halve eeuw zeer vele voorheen onbekende schilderijen

ontdekt zijn heeft Smith er 290 die Bode niet vermeldt en door hem dus niet als echt

werden erkend. Dergelijke onechte Rembrandt's zijn in drie rubrieken te verdeelen.

A. Zoodra de oorspronkelijke schilderijen waarde verkregen zijn er copieen in omloop

gebracht. B. Vaak is het werk van leerlingen voor het zijne uitgegeven. C. Opzettelijke

vervalschingen.

Copieen troffen wij nog tot voor korten tijd zelfs in de voornaamste Musea als

echte werken aan en pas sedert het origineel van zulk een schilderij aan den dag

gekomen is, is de verklaring tot copie afdoende. Zoo is het gebleken met het portret

van zijn vader in het Rijksmuseum, dat een copie is naar het origineel in Brighton.

Soms bestaat er nu nog verschil van meening omtrent copie of origineel, b.v. bij het

jeugdige zelfportret in het Mauritshuis en in het Germanische Museum te Neurenberg.

Gelijktijdige copie en eigenhandige herhaling zijn niet altijd gemakkelijk te onder-

scheiden, maar men mag aannemen dat een groot schilder slechts hoogst zelden zijn

eigen werk slaafsch herhaalt , zijn derhalve twee schilderijen in de compositie volmaakt

gelijk dan is meestal een van beide een copie.

Het werk van tijdgenooten in Wiens werk min of meer zijn „stip" spreekt is

herhaaldelijk voor het zijne uitgegeven en al in de achttiende eeuw als zoodanig gegra-2*

Page 14: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

I 2

veerd. Als voorbeelden worden aangehaald schilderijen van zijn studiegenoot Jan Lievens

en zijn oudsten Leidschen leerling Gerard Dou, die vaak dezelfde modeller gebruikt

hebben als Rembrandt. Te Amsterdam was het vooreerst Jacob Backer, eigenlijk Been

leerling, maar toch zeer order zijn invloed staande ; dan Ferdinand Bol, Govert Flinck,

Willem de Poorter, Gerbrand van den Eeckhout, Philips de Koninck, Aert de Gelder,

alle welbekende leerlingen en de zeldzaam voorkomende Reinier van Gherwen. Ook

twee werken van den genialen Jacob Fabricius waaronder de bekende manskop in het

Museum Boymans zijn vroeger aan Rembrandt toegeschreven, ja zelfs een damesportret

van den Delftschen Vermeer in het Museum te Budapest. Voorts vrouwenportretten van

Paulus Moreelse en landschappen van Hercules Seghers en Adriaan Brouwer. Niet altijd

is het gelukt zulke schilderijen aan den werkelijken vervaardiger terug te brengen ; van

deze voorloopig anonyme navolgers is stellig de belang-rijkste d e het importante werk

Christus de Kinderen zegenend, in de National Gallery te Londen geschilderd heeft.

Als een voorbeeld van de zeer talrijke bepaalde vervalschingen wijst spreker op een

portret van Saskia in het Museum te Antwerpen.

Bij de etsen kan men dezelfde Brie catagorieen tot uitgangspunt nemen. De

eerste is niet talrijk en onbelangrijk ; Jacob Koninck, Pieter de With, Willem Drost en.

voornamelijk Ferdinand Bol zijn het geweest vier etsen vroeger voor de zijne zijn aange-

zien. Zeer talrijk zijn de bepaalde vervalschingen vooral studiekoppen en landschappen.

Eigenaardig is het op te merken hoe vaak de etsen van Rembrandt gediend

hebben om onechte schilderijen in omloop te brengen, men copieerde ze en liet ze

doorgaan voor de oorspronkelijke ontwerpen, al zeer vroeg zijn zulke copieen gemaakt.

Zoo kreeg de kerk te Hela bij Dantzig in 1647 een altaarstuk dat gecopieerd was

naar zijn Ecce Homo.

De zuivering van de teekeningen is veel moeilijker dan van de schilderijen ; deze

zijn veel meer verspreid, de echte zijn minder voor onderzoek toegankelijk en de ken-

teekens zijn minder duidelijk daar de vervaardiger zich van oud materiaal kon bedienen.

Toch worden op dat gebied vele belangwekkende voorbeelden getoond.

Spreker vraagt ten slotte wat nut die zuivering eigenlijk heeft en hij wijst er op

dat men zich pas een juist beeld van de werkzaamheid van een meester kan vormen

wanneer men zijn werk zonder vreemde toevoegsels kan overzien. Nu geeft hij gaarne

toe dat omtrent deze zuivering het laatste woord zeker nog niet gesproken is, maar

wij hebben toch wel waarborgen dat heden ten dage zulk werk met meer oordeel kan

geschieden dan vroeger mogelijk was, dank zij de verbeterde verkeersmiddelen die ors

in staat stellen kunstwerken te vergelijken en dank zij vooral de photographie.

Een en ander werd toegelicht door een groot aantal reproducties waaronder een

twintigtal behoorende aan 's Rijks Prentenkabinet te Amsterdam.

Page 15: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

r3

De Heer JAN VETH heeft met groote belangstelling de beschouwingen van den

spreker gevolgd, doch meent te moeten opmerken dat de resultaten der stijl-kritiek ook

in den allerlaatsten tijd nog blijken van onzekerheid hebben gegeven en hij wijst op

het portret van Gozen Centen in het Rijpenhofje dat tot voor korten tijd door Dr.

Bredius nog voor een echten Rembrandt is verklaard en op den Saul en David in het

Mauritshuis die door Bode verworpen werd.

De Heer Six brengt ter tafel eene reeks prenten illustreerende de Metamorphosen

van Ovidius, waarvan er een 1623 gedateerd is en waarin twee voorstellingen van de

historie van Diana en Actaeon voorkomen die merkwaardig veel overeenkomst hebben

met de bekende schilderij van Rembrandt in de collectie Salm te Anholt.

De Heer A. W. WEISSMAN herinnerde 27 Februari aan het twee honderd

vijftigste gedenkjaar van het Stadhuis van Amsterdam. Naar aanleiding hiervan maakte

spreker eene vergelijking van het gebouw voorheen en thans. Gebouwd voor Raadhuis

en in 1665 als zoodanig door de Regeering in bezit genomen werd het gebouw in

1 808 onder toezicht van den bouwmeester Ziesenis ontruimd en tot paleis ingericht en

aan Koning Lodewijk Napoleon aangeboden. Z. M. aanvaardde het gebouw met de

voorwaarde dat als een nieuw Paleis gebouwd zou zijn de stall Amsterdam het gebouw

weder als Stadhuis zou terug bekomen. De veranderingen werden door Ziesenis met

veel pieteit gemaakt en bepaalden zich hoofdzakelijk tot het doorbreken van enkele

muren, het maken van houten schotten en een centrale verwarming. In de schouwen

werden schoorsteenmantels geplaatst afkomstig van het Binnenhof in den Haag ; worts

werd het balcon aan den voorgevel aangebracht. Spreker constateert dat door het

verblijf der Oranjevorsten tot heden het gebouw niets heeft geleden en waarschijnlijk

tot grootere verandering en vernieuwingen zou gekomen zijn wanneer het in onze dagen

weder tot stadhuis zou zijn ingericht, rekening nemende met den uitgebreiden stedelijken

dienst zooals die thans is ingericht.

De Heer WEISSMAN leidde nu de leden aan de hand van de plattegronden de

verschillende verdiepingen rond, telkens wijzende op de vroegere bestemming der zalen

en die in 1808 en later en wees op de verschillende sieraden thans nog in enkele zalen

aanwezig. Een en ander werd toegelicht door teekeningen en prenten uit den atlas van

het Genootschap. Na twee en een halve eeuw vertoont het gebouw nog zoo weinig

teekenen van verval dat men het nog een lang Leven kan voorspellen. Hopen wij dat

bet nog lang moge duren „Eer 't noodig wordt dat 't negende vN-dwijn om 't achtste

wonderwercks nakomeling te zijn." Met dezen wensch besloot spreker zijne voordracht.

De Heer D. C. MEIJER Jr. behandelde 13 Maar' opnieuw „de Amsterdamsche

Gevelsteenen." Had hij het vorige jaar de gevelsteenen uit een historisch en architecto-

nisch oogpunt beschouwd, nu wenschte hij ze te behandelen naar den aard en betee-

Page 16: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

14

kenis voor het volksleven van de voorstellingen op de gevelsteenen voorkomende, waar-

uit men de gedachtenkring leert kennen, waarin de bouwheer zich bewoog. Twee

hoofdgroepen zijn daarbij te onderscheiden: de eene die der voorstellingen waaruit

blijkt dat de bouwheer in gedachte liefst verwijlde bij zijn eigen persoon, bedrijf en

lotgevallen; de andere waarin hij, meer objectief, zijn levensbeschouwing weergeeft of

den indruk op hem gemaakt door een of ander uit de wereld buiten hem. Tot de

eerste groep behooren als onderafdeelingen : Levensomstandikhea'en en herinneringenvan de bouwheeren; als : de drie Oost Indievaarders, Turksche slaaf, de Boekenier,

Piekenier, Moor (gedoopt in de Luthersche kerk) de Twijfelaar, de Tijgerval, het

Hart. Beroepen en bea'rijven: Malaksche tinberg, Safierberg, Koopermolen, Papiermo-

len, Krijtbergen, Roo-olymolen. Logementen en Vervoermiddelen: De vergulde wagen,

Postwagen, Heidelberger vat, Pachuis van de goude wagen, Toeslede, Swarte hoorn.

Het bedrijf zelf in de Waitman, de Bowman, Jonge Visser, Aswerker, Molen, Hoey-

wagen, Turfvulster, Korendrager, Smederij, Huysduyner Visser, Jonge Kooperslager,

Loosman, Looyery, Bakkery, Groene Ovent, Glasemakerswinkel, Hoenderkooper. Em-blemen van het bedrijf: Truffel, Kerf bijl, Hamer, Groene driestal, Hoeden, Laarzen,

Kandypot, Korenmaat, Bleekmand, Rouwe diamant, Delftsche tuynpot, Vergulde pas-

sers. Scheepvaart is zeer veel vertegenwoordigd in allerlei vormen van schepen, men

vindt ze het meest in het noorder deel der stad als Vinkenstraat, Brouwerstraat, Groote

Bickerstraat, Nieuwe Teertuinen, Haarlemmerstraten, Singel, Geldersche kade.

Tot de tweede groep behooren de rubrieken Moraliserende steep en, bevattende

voorstellingen met spreuken of alleen spreuken. Zinnebeela'ige en Mythologische voor-

stellingen (Saturnus, Atlas, Meerman, Meermin, Fortuyn). Bijbelsche voorstellingen vindt

men zooveel dat men er een bijbel mee zou kunnen illustreren. Ook Heiligen kunnen

als een onderdeel van deze rubriek worden beschouwd. ilistorische voorstellingen enPortretten. Inneming van Damiate, Breda, Prins Maurits, Frederik van de Palts, Koning

van Polen, Koning van Zweden, van Denemarken, en gevelsteenen op de Vrede. Geo-graphische voorstellingen: Purmerland, Vollenhove, Vreeland, Huisduinen, Helder, Nieu-

wediep, Wieringen, Zandvoort, Marseille, Bordeaux, Antwerpen, Broodhuis te Brussel

en of beeldingen van burgten en kasteelen. Heraldieke voorstellingen: Wapens van

Amsterdam, Amersfoort, Limburg, Tessel, Jisp, Batavia, Prins Maurits; Geslachtswa-

pens: Cromhout, Wetstein enz. Enkele Gebouwen: Noorderkerk, Diaconie Weeshuis,

Beurs, Blauwbrug. Aan de natuur ontleend : hemellichamen, de mensch, de dieren,

planten en delfstoffen.

De mededeelingen van den Heer MEIJER werden verduidelijkt door eene groote

verzameling of beeldingen van gevelsteenen, ingedeeld naar de verschillende rubrieken

door den spreker behandeld. Mr. TH. STUART herinnert nog dat vele bedrijven aan.

Page 17: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

15

eenzelfde buurt waren gebonden en wijst nog op enkele bestaande gevelsteenen als

het hert bij de waterstroomen (Planciusstraat), Driekanten hoed 1702 en familiewapen

in de Duivelshoek, een werkende smid Prinsengracht 202, een boom in de Spuistraat,

drie groote gevelsteenen bij Zeeburg en twee medaillons met Romeinsche keizers Heeren-

gracht 480.

Dr. H. J. DE DOMPIERRE DE CHAUFEPIE gaf 27 Maart eene bijdrage „over gesneden

steenen". Spreker zal slechts een vluchtig beeld kunnen geven over zijn onderwerp

en zich dus alleen bepalen tot de Grieksche steenen uit de klassieke periode te ver-

deelen in 1°. intagli of ingesneden steenen en 2°. cameeen. Reeds Plinius vermeldt het

groote belang en de aantrekkelijkheid der gesneden steenen. De techniek is zeer moeielijk,

de steen werd eerst gepolijst, dan vastgezet en daarna gegraveerd. Volgens de legende

zouden de tyrannen van Samos reeds steenen hebben laten snijden en zou de ring van

Polycrates een steen met een dier vertoond hebben. Enkele steenen komen met naam

van den maker voor ; daar de techniek steeds dezelfde bleef is de dateering een groote

moeilijkheid. In de 5 e en 6e eeuw komen meest streng mythologische voorstellingen

voor, de steenen werden gebruikt als zegel en ook als talismans De voorstellingen bepa-

len zich behalve tot mythologie ook tot de jacht, het gewone Leven, verschillende dieren

als herten en vogels, tafereelen uit den Punischen oorlog, Nike, Poseidon, Hercules en

zijn daden. Belangrijk zijn vooral de steenen waarop nabootsingen van kunstvoorwerpen

zijn afgebeeld, die later dikwijls hebben gediend als juiste verklaring der kunstwerken.

Enkelen komen voor met inscripties en naam van den snijder b.v. met Onesas.

Reeds in de oudheid kwamen vervalschingen voor (afgietsels in glas). In de renais-

sance werd in Italie begonnen gesneden steenen te vervaardigen als zelfstandig werk ;

na 1750 kwamen daar vele vervalschingen voor opgewekt door de lust tot verzamelen ;

de steenen werden eenigzins beschadigd, in den grond begraven en dan weder „toevallig"

opgegraven en als zeldzaamheden verkocht. Eenige waarborg voor echtheid geeft de

herkomst uit vroegere verzamelingen b.v. op kerksieraden, bijbelbanden of missalen die

te dateeren zijn. Bij kerksieraden werden dikwijls de voorstellingen gechristend, Jupiter

werd Johannes, Poseidon en Athene Adam en Eva. Stee pen met naam geven evenmin

waarborg daar meermalen, b.v. van een Herculeskop twee exemplaren voorkomen, een

met het beeld rechts, een ander met het beeld links.

Voor de CameeZn werd andere steen gebruikt dan voor de intagli, de techniek

was in verschillende lagen te snijden waardoor men een moos kleureffect kreeg. Zij

ontstonden tijdens Alexander' den Groote naast de intagli en werden uitsluitend gebruikt

voor versiering, op vazen, kleedingstukken of in ringen, ook hierbij komen vele verval-

schingen voor. Veel verband bestaat er tusschen de cameeen en de iconographie. Drie

der grootste cameeen berusten te Parijs (Tiberius als Zeus en de triomf van Germanicus) ;

Page 18: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

i6

te Weenen (Augustus als Jupiter en daarnaast Rome) en 's Gravenhage (Augustus en

Livia of Claudius en Messalina, waarschijnlijk echter de Triomf van Claudius over de

Britten). Het oudste spoor van deze camee is in een boek van Rubens, in 1629 werd

de camee naar Indie gezonden om te verkoopen, in 1640 is ze weder in Holland terug en

later in de 18 e eeuw komt ze tweemaal in Amsterdam in veiling, zij kwam in het bezit

van Baron Hop en werd voor f 50.000 door Koning Willem I aangekocht,

De spreker deed rondgaan tot toelichting twee exemplaren van Furtwangler, die

antiken Gemmen. Geschichte der Steinschneidekunst im klassischen Altherthum, Leipzig

1900, — en eene verzameling gesneden steenen in afgietsels uit het Haagsche kabinet,

terwijl ook de Heer Six verschillende steenen en camees ter bezichtiging gaf.

De Heer C. J. GONNET gaf io April eene kunstbeschouwing van een gedeelte van

het werk van Romein de Hooghe, berustende in de gemeentelijke verzameling van Haarlem.

Vooraf deelde de kunstgever eenige levensbijzonderheden betreffende den meester

mede. Geboren te Amsterdam in 1640 woonde hij later vele jaren te Haarlem. Hij

reisde veel in Italie en Spanje, werd in 1675 door den Koning van Polen in den adel-

stand verheven, trouwde in 1673 Maria Lansman te Edam. In Haarlem wonende ver-

zocht hij vergunning tot het oprichten van een teekenakademie waar teekenen van

patronen van damast en andere vakken van teekenen en schilderen onderwezen zouden

worden. In 1688 werd hem voor f 1500. — een terrein afgestaan en in 1690 kwam

de akademie tot stand en woonde hij reeds op de Heerengracht.

In 1689 verzocht hij wederom een terrein voor een stapelplaats van graniet en

arduinsteen uit het graafschap Lingen. Zijn wispelturig en avontuurlijk Leven bracht

hem in vele moeielijkheden en bezorgde hem veel vijanden waardoor in 1690 een

criminele actie tegen hem werd ingebracht. Hij overleed te Haarlem in 1708.

Zijn werk bevat zeker 800 prenten en portretten, waaronder het grootste de

plattegrond van Haarlem die hij in 1688 vervaardigde, te rekenen valt. Van deze

kaart bestelden Burgemeesteren hem too exemplaren a f 1 2.-.

De kunstbeschouwing omvatte de fraaiste prenten uit het legaat Schneevoogt,

bizonder waren te vermelden de historieprenten uit het tijdvak van 1672-75, Willem III

en zijn voorvaders, Kroning van Johannes III van Polen, Begrafenis van de Ruyter,

Beleg van Ofen, Willem III bij den veldslag van St. Denis, Huwelijk van Karel II van

Spanje en Maria van Orleans, Beleg van Weenen, Vuurwerk te Brussel voor de over-

winning te Breda, Intocht en feestelijkheden bij het bezoek van Willem III te 's Graven-

hage, de Portugeesche Synagoge te Amsterdam, enz.

Op de Algemeene Vergadering 15 Mei deelde Prof. Jhr. Dr. J. Six bizonderbeden

mede over wit Delftsch aardewerk en stelde eene kleine verzameling daarvan eenige

dagen voor de leden ter bezichtiging.

Page 19: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

VERSLAG VAN CONSERVATOREN

VAN HET

Koninklijk Oudheidkundig Genootschap,

over 1904-1905.

,-------TZ.,-----,

÷e ,Y/t'e2./

e verzamelingen bevinden zich in goeden toestand. Het meest heeft men te

kampen met motten-infectie ; waar nu jaarlijks de wandtapijten afgenomen

worden, kan men getuigen, dat er geen schade door bedoeld gedierte wordt

aangericht.

In de meubelverzameling worden alle meubelen op kleine podia gezet, teneinde

die tegen schadelijke invloeden van het dweilen en olien der vloeren te beschermen.

Namens de Conservatoren:

A. PIT.

3

Page 20: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

Verslag van de Commissie voor de Bibliotheek.

• -..111, 44 11...- •....--.

e Bibliotheek werd vermeerderd met de verschillende tijdschriften van Maat-

schappijen en Genootschappen, waarmede ons Genootschap in betrekking

staat. Als belangrijke aanwinst valt te vermelden „Het werk van Jan en

Casper Luyken door P. van Eeghen met medewerking van J. Ph. van der

Kellen, 2 dln. met platen". De Heer VAN EEGHEN had de vriendelijkheid een exem-

plaar aan de Bibliotheek ten geschenke aantebieden.

Ook verschillende andere leden stonden hunne geschriften af.

Aangekocht werd L. C. Hezenmans, De St. Janskerk te 's Hertogenbosch. Met

14 lichtdrukplaten.Hoewel weder vele boeken geraadpleegd werden, acht de Commissie het niet

overbodig nog eens de aandacht te vestigen op de vele belangrijke Boeken en Plaat-

werken die in onze boekerij aanwezig zijn en die elken dag voor de leden beschik-

baar zijn.

Namens deCommissie

R. W. P. DE VRIES.

15 Mei 1905.

Page 21: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

Ylanwinsten van de Bibliotheek.

Mei 1904 tot Mei 1905.

boor gesehenk.Verslagen omtrent Rijksverzamelingen van Geschiedenis en Kunst. XXVI. 1903. m. pl.

Van het Hinisterie van Binnenlandsche Zaken.

Commissie van advies voor 's Rijks geschiedkundige publicatien. Overzicht van de door bronnen-publicatie aan te vullen leemten der Nederlandsche geschiedenis. 's Gravenhage. 1904.

Van de Commissie.

Tweede jaarverslag van de Rijks-Commissie tot het opmaken van een inventaris van de Neder-landsche monumenten. 's Gravenhage. 1 9 04 . Idem.

Verslag van het Koninklijk Penningkabinet over 190 3/04. Van het Kon. Penningkabinet.

Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond. 1904/05. Van het Bestuur.

Verslag der Algemeene Vergadering van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap der Weten-

schappen. 1903. Van het Genootschap.

G. W. KERNKAMP, De Regeeringe van Amsterdam zoo in 't civiel al crimineel en militaire.

1653-1672. Ontworpen door Hans Bontemantel. 's Hage 1897. 2 dln.

Van het Historisch Genootsclia_p te Utrecht.

Verslag van het Friesch Genootschap voor geschied-, oudheid- en taalkunde. 1903/4. Leeuwarden

1905. Van het Genootschap.M. FOKKER, Pr eve van een lijst, bevattende de vroegere namen der huizen te Middelburg.

Middelburg 1904. Van het Zeeuwsch Genootschap.

Limburg's Jaarboek. XXI. i. 2. Roermond 1 905. Van het Genootschap.Derde Jaarboek der Vereeniging Amstelodamum. Amst. 1 9 05. Van de Vereeniging.

Catalogus van de aanwinsten betreffende de kolonien. Amst. 1904.Van de Bibliotheek der Universiteit te Amsterdam.

Aanwinsten van de Paedagogische Bibliotheek van het Ned. Onderwijzers-Genootschap. Jan. 1902—

Maart 1905. Amst. 1905.Verslag van het Gemeente-archief te Amsterdam over 1904. Van het Gemeente-archief.

3*

Page 22: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

20

Verslag van de Maatschappij Arti et Amicitiae. 1904. Van het Bestuur.Verslag van de werkzaamheden der Vereeniging Flehité gedurende het jaar 1904. Amersf. 1904.

Catalogus : Blad II enz. Van de Vereeniging.Verslag van het Stedelijk Museum te Alkmaar over 1904. Van de Commissie.Catalogus van de Bibliotheek van het Stedelijk Museum te Alkmaar III. 1904.Verslag van de Vereeniging Oud Dordrecht. 1904/05. Van het Bestuur.Verslag over Dordrechts Museum. 1904. Idem.

Verslag hetreffende Edam's Museum over 1904. Idem.

Verslag van het Museum van Oudheden to Groningen. 1904. Van het Bestuur.

Jaarboekje >) Die Ha he 1905. Jaarverslag 1904. Van de Vereenzking-.

Verslag van het Gemeente-Museum to 's Hage. 1 904. Van de Commissie.

Verslag van de Gemeente-Bibliotheek to Haarlem over 1904. Van lid Bestuur.

Verslag van het West-Friesch Museum to Hoorn. 1904. Idem.

Verslag van het Stedelijk Museum de Lakenhal te Leiden over 1904. Idem.

Versa van het Museum to Nijmegen. 1 904. Idenz.

Verslag van het Museum Bo mans. 1904. Idenz.

Versa van het Leeskabinet to Rotterdam. 1905. Idem.

A. HOYNCK V. PAPENDRECHT, Catalogus van het Museum van Oudheden der Gemeente otter-dam. Met eene inleiding van Dr. E. Wiersum. Rott. 1905.

Van het Genzeentebestuur van Rotterdam.

Supplement op den Catalogus van den Historischen Atlas van Utrecht door Mr. S. Muller Fz.

Utrecht. 1 905. Van B. en W. van Utrecht.

Verslag van de Gemeenteverzamelingen to Utrecht. 1904. Idem.

Jaarlijksch verslag van de Zaanlandsche Oudheidkundige Verzameling Jb. Honig Jsz. Jr. te Zaandijk-

over 1903 en 1904. Van de Vereenking-.

Handelingen van de Nederlandsche Anthropologische Vereeniging. 1904. I. 2. Van het Bestuur.

Basler Zeitschrift fur Geschicht and Alterthumskunde. Basel. IV. r. 2. 1905.

Van het Gesellschaft.Bonner Jahrbiicher des Vereins fur Alterthumsfreunden in Rheinlande. Heft . 112. Mit

Atlas. Bonn. 1 9 05. Van het Verein.

Annales de la Societed'Archéologie de Bruxelles. XIX. 1. 2. 1905.,

Annuaire 1905. torn. XVI. Van de Societe d' Areheologie.

Zeitschrift der Finnischen Altertums Gesellschaft. XXIII. Helsingfors 905.Van het Finnische Altertums Verein.

Handel der Maatschappij voor geschied- en oudheidkunde to Gent. VI. 1. Gent 1905.

Bulletijn der Maatschappij voor geschied- en oudheidkunde to Gent. XIII. 1-4.. 1905.

Inventaire Archeologique de Gand. Fascicule 36-38. Van de Maatschappij.

Page 23: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

2I

Anzeiger des Germanischen National Museums. Jahrg. 1 904. Van het Germanische Museum.Neue Heidelberger JahrbUcher. XIII. 2. . Heidelberg. 1905. Van de RedactieMittheilungen des Vereins fur Ltibeckische Geschicht und Alterthumsk. 1903/04. Heft 1 1.

Van het Verein.

Bulletin duCercle Arch6ologique de Malines 1904. tom. XIV. Van de Cercle Archeologique.

Register Jahrgang 41-50 der jahrbticher und Jahresberichten des Vereins fur MecklenburgischeGeschichte. Schwerin 1904. Van het Verein.

Zeitschrift des Vereins fur Thdringische Geschichte und Altertumskunde. N. F. XIV. I. 2. 1904.Van het Verein.

Annalen van den Oudheidkundigen Kring van het Land van Waas. XXIII. I. 3. 1904-1905.Notice sur le cercle archëologique du Pays de Waes. 1861-1905.

Van den Oudheidkundigen Kring van het Land van Waas le St. Nikolaas.Zeitschrift fur vaterlandische Geschichte und Altertumskunde Westfalens. Band LXII. — Histori-

schegeographisches Register zu Band 1-50. Lief. 4-6. Mtinster 1904. 1905.Van het Verein.

C. W. BRUINVIS, De Ambachtsheerlijkheden van Alkmaar. 1730-1855. Alkmaar 1904.Van den Schrijver.

Admissien van priesters te Alkmaar. 1641-1727.Maerten jacobsz. Formerius.Petrus Schouten.Wandelingen door Alkmaar, Heiloo, Egmond, Bergen en Schoorl. Alkmaar 1905.

_ Voetzoekers en ontzetviering. Bijdrage tot Alkmaar's zedengeschiedenis. Alk-maar 1905.

Caspar Benoist, zijdewever te Alkmaar. (Overdruk uit Oud-Holland.) 40.De stria on:i de West-Friesche Munt. (Overdruk uit het Tijdschr. v. Munt en

• • Penningkunde.)

Uit Alkmaar's verleden. Politieke afschaffing en zuivering in 1795-1798. Meteen naschriftbetreffende 1799. Viet in dsn handel. 1905.

P. VAN EEGHEN, Het werk van Jan en Casper Luken. Uitgegeven met medewerking van J. Ph.van der Kellen. Amst. 1 905. Met 56 platen. 2 dln. gr 8°. Van den Schrziver.

N. E. VAN GELDER, Nog iets over het Papengilde to Alkmaar. (Overdr. Bijdr. Bisdom van Haarlem.)Van den Schrijver.

J. J. GRAAF, Een middeleeuwsch hostieijzer in het Bisschoppelijk Museum te Haarlem. (Overdr.Kath. Illustratie 1905.) Van den Schmjver.

Journaal van de Landt-reys van Toulon over Parijs naar Holland in het jaar 1703, gedaan door7 officieren onder Capiteyn Roemer Vlack. GedrUct 1704. 40.

Van de Heer H. D. Willink van Collen.

Page 24: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

22

Cortege historique des moyens de transport 1835-1885. Cinquantenaire des Chemins de fer

Beiges. 1885. Van den Heer Aug. Kleine.Het Huis van Adriaan Uitgaven van Hendrik Frylink te Amsterdam.

A is een aapje y Van Mej. N. Bijlsmit.

boor aankoop.Jaarboekje Alberdingk Thijm. Amst. 1905.Oud Holland 1904.De Navorscher 1904.De Nederlandsche Spectator 1904.Tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Munt- en Penningkunde 1904.Nederlandsch Archievenblad 1904.DE ROEVER en Dozy, Het Leven onzer voorvaderen.Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1904/05.L. C. HEZENMANS, De St. Janskerk te 's Hertogenbosch. Met 24 platen. 's Hertogenbosch 1900.

folio.

Page 25: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

yerstag van de Commissie voor den Atlas van Amsterdam.

., -..... n ,..---...f. ••••- •410-----

o/

lvorens U, volgens voorschrift, een overzicht te geven van de handelingen der

Commissie in het afgeloopen jaar, wenschen wij een woord van herinnering

te wijden aan ons den 1 2 November 1904 overleden medelid Mr. J. E. VAN

SOMEREN BRAND, die sedert de installatie onzer Commissie in het najaar

van 1887 een zeer werkzaam aandeel genomen heeft aan onze verrichtingen.

Vooral in de jaren 1887 — 1894 toen alle werkzaamheden aan den Atlas verbon-

den, nog door de Commissieleden persoonlijk verricht moesten worden was BRAND her-

haaldelijk de vraagbaak zijner medeleden. Zijn practische blik gepaard aan een groote

mate van handigheid, waardoor hij even gemakkelijk hamer en schaar als naald en

draad hanteerde, te opmerkelijker daar zijn schooljaren vielen in een tijd dat huisvlijt

en sloid nog onbekende grootheden waren, maakte hem in onze Commissie bepaald

onmisbaar, zoo werden b.v. alle op zijde gedrukte prenten voor zooverre gehavend en

gescheurd door hem gerestaureerd.

Uit volle overtuiging schreven wij dan ook in ons jaarverslag, uitgebracht in

1894, toen hij in den Haag een werkkring gevonden had, dat de Atlas van Amster-

dam in veel ordelijker en beteren toestand verkeert dan bij ons optreden, hebben wij

grootendeels te danken aan zijn onvermoeide hulp en werkzaamheid".

Het was ons dan ook hoogst aangenaam dat BRAND, in 1897 in zijn geboorte-plaats teruggekeerd, zich bereid verklaarde op nieuw zitting te nemen in onze Commissie

Sedert dien tijd werkte hij weder 's Maandags-avonds met ons mede aan uwen

Page 26: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

24

Atlas, slechts dan verzuimende, wanneer de ziekte waaraan hij de laatste jaren lijdende

was, hem volstrekte rust voorschreef.

Het laatste werk in het voorjaar van 1904 waaraan hij ons behulpzaam was,

bestond in de alfabetische rangschikking der portretten van Amsterdammers, door ons,

om plaatsruimte te winnen, uitgeschoten uit den atlas der prenten.

Wel zocht hij ons in het najaar van 1904 enkele malen op, wanneer wij verga-

derden, doch verliet ons dan spoedig wanneer het bleek dat zijn gezicht niet toeliet

een werkzaam aandeel aan onze handelingen te nemen. Zoo zagen wij onzen vriend

sloopen tot wij hem den 16 Nov. naar zijn laatste rustplaats brachten.

Toch zal hij in onze herinnering blijven voortleven als de opgewekte, ronde

cordiale vriend, wiens gezelschap steeds door ons op hoogen prijs werd gesteld en wiens

onderhoudende gesprekken met paradoxen gekruid de uren hier doorgebracht deden

omvliegen.

Tot heden mocht het uwe Commissie niet gelukken de door zijn heengaan

opengevallen plaats weder te bezetten, toch is het hoogst wenschelijk dat de Commissie,

nu uit slechts twee leden bestaande, aangevuld wordt , de werkzaamheden aan den Atlas

nemen te veel tijd in beslag om door hen naar behooren vervuld te kunnen worden.

De afgeloopen winter werd dan ook uitsluitend besteed met het uitzoeken en

uitknippen van de prenten en portretten op Amsterdam en de Amsterdammers betrek-

king hebbende uit de verschillende tijdschriften waarop wij ingeteekend zijn, een werk

dat sedert drie jaar was blijven rusten.

Ten geschenke werd ontvangen van de Heeren:

G. VAN ARKEL, folio photographie, huizen aan de 0. Z. Achterburgwal bij de Agnie-

tenstraat in 1905 afgebroken ter uitbreiding van het Raadhuis.

S. A. DE FLINES, Almanak 1905 met afbeelding der Prins Hendrikkade hoek Schip-

persgracht.

J. H. GROENEWEGEN, Mr. Jeronimo de Vries, t I Juni 1853, griffier, chef van het

secretariaat op het Stadhuis te Amsterdam, op zijn doodbed, teekening door G.

Zimmerman, en » La garde de nuit de Rembrandt« door G. F. Eilbracht. Litho

Soetens & Fils.

A. W. WEISSMAN, 1 5 40. photo's van gebouwen in Amsterdam als Prins Hendrikkade

hoek Damrak. — „De oude Werf" pakhuis der Oost Ind. Compagnie aan de

Prins Hendrikkade 176. — Turfpakhuis der Huiszittenmeesters en Arsenaal, gezien

van de Amstelstraat en van het Waterlooplein. — Huis hoek Amstel en Halve-

maansteeg. — Het voormalig accijnshuis hoek Damrak en Oudebrugsteeg. — Bank

van Leening 0. Z. Voorburgwal hoek Lombardsteeg. — Huis Singel 83/85. —

Page 27: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

2 5

Onderpui Singel 300. — Onderpui Heerengracht 125. — Huis Heerengracht hoek

Koningsplein, afgebroken in 1905. — Het pachuis van de gouwe wagen, Korte

Prinsengracht i6. — Huis „het Schaap", Prinsengracht hoek Spiegelgracht. —

Graanpakhuizen „de Dageraad" in de Planciusstraat. —

Uit de door den Heer J. B. VAN IJSSELDIJK, aan het Genootschap gelegateeide Prenten,

Teekeningen en andere voorwerpen een dossier, inhoudende prenten, portretten, brui-

loftsinvitatiekaartjes, photographieen, kermiswenschen, domineesbriefjes en andere

gedrukte stukken, alles betrekking hebbende op Amsterdam en de familien Bernard

en Metayer.

Aangekocht werd een waterverfteekening Brouwersgracht gezien van de Heerengracht,

breed 27, hoog 23 cM.

De Commissie voor den Atlas van Amsterdam:

J. L. WILLEM SEYFFARDT.

L. A. WEINRICH.

4

Page 28: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

Verslag van de Commissie voor den Atlasvan Zeden en Gewoonten.

ns verslag over het afgeloopen jaar kon al bizonder kort zijn, daar er geen

vermeldenswaarde aankoopen of geschenken den Atlas vermeerderden en wij

steeds, ofschoon niet geregeld, voortwerkten aan schifting en catalogiseering

van de prenten, ware het niet dat een van onwelwillendheid en slecht

lezen blijk gevend stukje van Mr. J. C. OVERVOORDE, in het Bulletin van den Oudh. Bond

geplaatst, ons aanleiding geeft om even de geschiedenis van den Atlas in het geheugen

te roepen.

Wanneer men de verschillende verslagen der Commissie voor onzen Atlas sinds

de stichting in 1887 naleest, krijgt men telkens de klacht onder de oogen, dat de leden

te weinig belangstelling voor den Atlas koesterden, in tegenstelling vooral met den

Amsterdamschen Atlas. De stichter van den Atlas, de Heer D. FRANKEN Dz., bleef

steeds blijken van zijn belangstelling geven, en enkele malen mochten meer of minder

belangrijke geschenken geconstateerd worden — wij noemen b.v. de verzameling klee-

derdrachten door den Heer P. VAN EEGHEN geschonken — maar over het algemeen

beschouwde men den Atlas voor Zeden en Gewoonten meer als een collectie die de

bijdragen ontving Welke geen andere verzameling gebruiken kon.

Wat eenigszins te gebruiken was voor den Atlas van Amsterdam werd door de

Commissie van deze verzameling geannexeerd, en wat zij niet gebruiken kon, was

goed genoeg voor den Atlas van Zeden en Gewoonten. Vandaar dat de verzameling

toen wij er het beheer over aanvaardden, in zoo zonderlingen heterogenen toestand was;

de goede en fraaie prenten of teekeningen er in stamden grootendeels uit de giften

van den Heer FRANKEN, doch verdronken in een zee van nietswaardige prullaria, die

successievelijk in den Atlas gestopt waren. Vroegere Commissies hadden ijverig erin

gewerkt, doch naar onze meening zonder veel zaakkennis, hoewel de Lange verslagen

dit niet zouden doen vermoeden.Toen wij dan ook onze taak aanvaardden, meenden wij, dat allereerst de Atlas

gezuiverd moest worden van onnoodigen rommel, dat daarna een systematische beschrij-

Page 29: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

27

ving moest volgen (van een in de verslagen van den Heer VAN DER SCHAAFF vermelden

fichescatalogus is door ons geen spoor ontdekt), en dat eerst, wanneer wij den Atlas

goed kenden, wanneer hij geregeld was en beschreven, op wetenschappelijke en practi-

sche wijze kon aangekocht worden. Dit standpunt neemt niet weg dat bij tijd en wijle

een of meer belangrijke prenten werden aangekocht, waarvan wij zeker wisten, dat ze

nog niet in den Atlas waren en dat wij steeds dankbaar de geschenken ontvingen die

ons een enkele maal aangeboden werden, bijvoorbeeld zelfs de door den Heer OVER-

VOORDE zoo gewraakte collectie afbeeldingen van brievenbussen, die ons een aanvulling

toescheen van de rubriek over postwezen, — maar toch meenden wij in principe te

moeten aannemen dat wij eerst dan geregeld konden aankoopen op verstandige wijze,

wanneer wij nauwkeurig wisten Welke rubrieken de meeste aanvulling behoefden.

Hiermede meenen wij ons standpunt duidelijk genoeg uiteengezet te hebben, in

de eerste plaats voor de leden, die er eene aansporing in mogen zien, om onzen

Atlas die zoo fraai en belangrijk kan worden als de Atlas van Amsterdam reeds is —

beter dan vroeger te gedenken, en in . de tweede plaats om den Heer OVERVOORDE er op

te wijzen, dat een entrefilet geput uit het slecht lezen van ons verslag en het doorkijken

van de balans, zonder verdere inlichtingen verzocht te hebben of de vorige verslagen

geraadpleegd te hebben, niet slechts van een zekere onwelwillendheid blijken geeft, maar

ook den lezer van het Bulletin een slechten indruk moet geven.

Te vermelden is nog, dat de Heer D. S. GRANAAT, aan de Verzameling schonk

zeven teekeningen van J. Andriessen, Amsterdamsche kleederdrachten, volkstypen in het

begin der 1 ge eeuw voorstellende.

DeCommissie:

VINCENT VAN GOGH.

H. E. GREVE.

J. F. VERSTER.

Dr. A. G. C. DE VRIES.

15 Mei 1905.

er

Page 30: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

Verslag van de Commissie van Toezicht tot instandhoudingvan gebouwen en voorwerpen, die belangrijk zijn voor

de kennis van het level van het voorgeslacht.

-------.----÷.-

et zevende deel van de „Noord-Hollandsche Oudheden" kwam dit jaar voor

afdrukken gereed, en daarmede is deze uitgave van het Koninklijk Oud-

heidkundig Genootschap voltooid.

In dit deel werden de openbare gebouwen van Amsterdam behandeld, voor

zooverre dit niet reeds in het vijfde deel had plaats gevonden. Onder die openbare

gebouwen neemt het voormalig Stadhuis, thans Koninklijk Paleis, de voornaamste

plaats in.Op een aan Hare Majesteit gedaan verzoek, om dit gebouw in al zijn onder-

deelen te mogen bezichtigen en fotografische afbeeldingen te mogen maken, werd door

onze Koninklijke Beschermvrouw goedgunstig beschikt.

Daardoor waren wij in de gelegenheid, afbeeldingen te maken van tal van

belangrijke onderdeelen, die in het bekende werk, door den Heer C. T. J. Louis RIEBER

uitgegeven, niet waren opgenomen, en die wij voor het zevende deel van ons werk

hebben doen reproduceeren.Het heeft Hare Majesteit behaagd, een album, waarin de fotografien van het

gebouw verzameld zijn, van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap te aanvaarden,

en op de audientie, dit jaar verleend aan het Bestuur Hoogstderzelver ingenomenheid

met dit geschenk te betuigen.Nu de „Noord-Hollandsche Oudheden" voltooid zijn, werd het gewenscht geacht,

daaraan een algemeen register toe te voegen. Met het vervaardigen daarvan belastte

zich de Heer R. W. P. DE VRIES, Wien daarvoor onze dank toekomt.

De Heeren C. W. BRUINVIS te Alkmaar, C. J. GONNET te Haarlem en D. C.

Page 31: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

29

MEIJER Jr. stonden ons toe, hunne aanteekeningen en verbeteringen aan het werk toe

te voegen.

Het laatste deel is uitsluitend door reproducties van fotografien verlucht, een wijze

van illustreeren, die wij gaarne van den aanvang of zouden hebben toegepast, doch

die, toen wij met onzen arbeid begonnen, nog te kostbaar en te onvolmaakt was, om

voor ons doel geschikt te zijn.

Wij meenen ons tot doze mededeelingen te moeten bepalen en verwijzen voor

hetgeen door het Genootschap in het belang van nude kunstwerken werd verricht naar

het verslag van den Voorzitter.

G. VAN ARKEL.

C. J. GONNET.

D. C. MEIJER Jr.

A. W. WEISSMAN,

15 Mei 1905.

Page 32: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

77 Bibliotheek ..... 7777

Atlas van Amsterdam .... 7777 77 77 Zeden en Gewoonten

77

7573097,5534723

3o

Illkomstell ell Uitgavell van het Kolli!ill,* Oudheidlindig Gellootschap.GENOOTSCHAPSJAAR 1904 - 1905.

f 893

UITGAVEN.

5 1 Gewone Uitgaven.

Per Huur van het Gebouw . f 1 1 oo,—77 Personeele Belasting .. . 77

167015

77 Duinwater. ... n 32,—77 Concierge. . . n 410,—

77 Verwarming .. 77 5777877 Verlichting . . . ....

7784,23

111,41 577 Onderhoud en Schoonhouden . 77

102 78677 Onkosten en Bijdragen . . 7777

Drukwerk 1, 3 9 3 7 20

Uitgaven voor de Verzamelingen.

50f 2307

,, 207

ONTVANGSTEN.

Saldo in Kas I Mei 1904 ..

Gewone Ontvangsten.

Aan Contribution ........ f 2740,-

77 Rente van tijdelijk belegde geldenPandbrieven-rente . .1 WI-Prolongatie-rente . . . . , II,— „ 151, —

,, Diverse ontvangsten (restitutie duin-water, vergoeding voor gebruik derzaal, enz . ) ....... ... „ 308,50

f 3199150

„ Rente uit het Fonds D. Fran-ken Dz .......... . „ 360,—

Buitengewone Ontvangsten.oS

" 4013 30

77 Uitgeloot aandeel in de ren-teloozegeldleening, aan hetGenootschap gelegateerddoor wijlen Jhr. Dr. J. P. Six ioo,—

vanOpbrengst va een verkocht,1 Zaalbuffet ....... „ 73,80Bijdrage uit het Museum-,'Fonds, ten behoeve der Atlas-sen van het Genootschap . „ 28o,— , 453,80

Schulddelging.

77 Uitloting van 1 Aandeel in de rentel. Geldleening

„ Prolongatie-Rekening

Saldo in Kas 30 April 1905I 4614

29227

n I00

» 2000

81f 4906 81f 4906

58

23

Page 33: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

f 292

200077

23

16n 13952

5290 I

ACTIEF.

Aan Kassa . .....„ gelden op Prolongatie • Effecten:(14 Pandbrieven Nationale Hyp. Bank

to en inkoopsprijs) „ Gelden belegd in door het Genootschap uitgegeven

werken:Rek. A. (Cohier van 1632) .Rek. C.(Penning- en MuntCatal . ) ....... f 344,66

Af: afschrijving . . . „ 100,—

Rek. D. (Stedenschennis)

16534 54

f 12,85

7, 244,6632,64

BILLANS 30 April 1904.

PASSIEF.

Per Rentelooze Geldleeninger resto ., p f 1300

77Oud Fonds voor afbeeldingen betreff. Zeden en

Gewoonten ............1,

27 1

0 Fonds voor de Noord-Holl. Oudheden" (werken„ door het Genootschap uitgegeven, Rek. B.)

7/ 54°

Per Fonds D. Franken Dz.bedroeg I Mei 1 904 • • •

f 10890,98bij gekweekte rente dit jaar 360,—

" 11250

Batig Saldo of Reserve-Rekening bedroeg I Mei 1904. f 2132,94

Hierbij het batig Saldo der jaar-rekening 1904-1905 zijnde :Gewone Ontvangsten. t 3199,50Bijdr. v. aankoopen . 280,—andere buitengewoneontvangsten . . . . 73,80

f 3653130af: Gew. uitgaven f 2307,50

Aankoopen . „ 207,08,, 2514,58f 1138.72

Afschrijving op Rek. C deruitgegeven werken (Pen-ning en Munt Catal.). . f Io0,—

1038.72„ 3171

f 16534

Nagezien en accoord bevonden

(Get.) W. BUNK.

» C. P. VAN EEGHEN Jr.

AMSTERDAM, Mei ► 905. De Penningmeester,

(Get.) D. C. MEIJER JR.

Rekening van Ontvangsten en Eitgaven van het Museum-Fondsvan het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap over 1904.

f 290

,, I0 I0

280

f 1580

DEBET.

Aan Saldo A°. P o. ........ .„ 2 Coup. 4 O/0 Nat. Hyp. Bank. f 20.-

„ 6 " 3V, °/0dito „ 17.5077 2 /1 4 0/0 dito „ 20. -„ 6 ,, 3 1 /2 0/u dito ,, 17,50„ aflossing I Obi. 3 1/2 V, Nat. Hyp. Bank

f 290

40105

40

1051000

f 5180

104. CREDIT.9

Alrt. 10 Per betaling aan den Heer D. C. Meijer Jr.Dec. 3i „ bij verwisseling verkregen Obl. 4 Vo

Nat. Hyp. Bank f 000.— Ica .„ Saldo . . .

1904.

Jan. IJuli

Dec. 3i

S. E. & 0.

AMSTERDAM, 31 December 1904.

(get.) P. VAN EEGHEN.

Page 34: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

1\T .A. A. M 1..i IT S iii...

Beschennvrouw Hare Majesteit de Konillgin.

Beschermheer Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden.OPRICHTERS.

Z. M. KONING WILLEM III.Z. K. H. DE PRINS VAN ORANJE.

Z. K. H. PRINS HENDRIK DER NEDERLANDEN.Z. K. H. PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN.

C. Becker. ...... (Overl.)Frankfort.

L. M. Beels van

Heemstede .. » Amsterdam.

H. Binger . .. » »

D. D. Biichler .

A. J. de Bull . .. » >>

M. Calisch ... » ))

D. Henr. de Castro Mz. »

P. L. Dubourcq .

C. P. van Eeghen . . » »

Mr. A. J. Enschede . » Haarlem.

D. Franken Dz. . . » Vesinet.

P. F. Greive .. » Amsterdam.

Mr. J. R. Corver Hooft » »

W. J. Hofdijk . • • • >) Arnhem.

H. G. Jansen . . . (Bedankt) Amsterdam.

J. W. Kaiser . . . . (Overl.) Leiden.

H. F. C. ten Kate. » 's Gravenhage.

Mari ten Kate . . . » »

D. van der Kellen Jr. Amsterdam.

J. W. Kerkhoven. . » »

Mr. H. J. Koenen . » »

G. D. K011e ..

J. H. Leliman . . (Bedankt)

Mr. J. van Lennep (Overl.)

L. Lingeman . . . . (Over/.) Abcoude.

J. D. Lodeesen . » Amsterdam.

C. F. Lurasco . » »

Dr. S. I. Mulder . » D

Frederik Muller

N. Pieneman . . .

Ch. Rochussen . Rotterdam.

Hk. Salm .... .. ,) Amsterdam.

Prof. Dr. J. G. de Hoop

Scheffer .... , y)

Dr. P. Scheltema. . >> »

H. J. Scholten . (Bedankt) Haarlem.

H. J. Schuymer Hzn. (Overl.) Amsterdam.

J. G. Schwartze .. » »

Jhr. Dr. J. P. Six . >> »

E. B. Swalue . . . . » X

Jhr. Mr. P. J. Teding

van Berkhout » »

Prof. Dr. J. A. Alberdingk

Thijm (Overl.) »

Dr. D. J. Veegens >) »

W. J. de Voogt » »

J. de Vos Jzn. » »

A. Willet » »

Mr. F. de Wildt » »

>>

Page 35: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

33

BESTUUR.

VAN NUN 1904 TOT A/1E1Am.

Prof. Jhr. Dr. J. Six, President.

P. van Eeghen, Vice-President.

R. W. P. de Vries,Secretarissen.

E. W. Moes,

D. C Meijer Jr., Pennzngmeester.

A. Pit,Cn.

C. W. H. Baard,onservatore

EERELEDEN VAN HET BESTUUR.

I. Gosschalk. J. Taanman.

Dr. P. J. H. Cuypers.

Commissie voor het Museumfonds.

P. van Eeghen. Prof. Jhr. Dr. J. Six.

Commissie van toezicht tot instandhouding van gebouwen envoorwerpen, die belangrijk zijn voor de kennis

van het leven van het voorgeslacht.

G. van Arkel. D. C. Meijer Jr.

C. J. Gonnet. A. W. Weissman.

Commissie voor de Bibliotheek.

R. W. P. de Vries. J. L. Willem Seyffardt.

Mr. N. Beets Jr.

Commissie voor den Atlas van Amsterdam.

C. G. 't Hooft. L. A. Weinrich.

J. L. Willem Seyffardt.

5

Page 36: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

34

Commissie voor den Atlas van afbeeldingen betreffendeZeden en Gewoonten.

J. W. Enschede. H. E. Greve.

Vincent van Gogh. Dr. A. G. C. de Vries.

Commissie voor de uitgave en ondersteuning van periodiekeen andere werken.

R. W. P. de Vries. Jhr. B. W. F. van Riemsdijk.

Conservatoren van de Numismatische verzamelingen.

H. G. du Crocq. Dr. F. C. Wieder.

EERELEDEN.

Mr. C. Fock, Oud-CommissarisderKoninginin

de Provincie Zuid-Holland. ' s Gravenhage.

Mr. G. van Tienhoven, Commissaris der

Koningin in de Provincie Noord-Holland.

Haarlem.Mr. S. A.Vening Meinesz, Oud-Burgemeester

van Amsterdam.

Mr. W: F. van Leeuwen, Burgemeester van

Amsterdam.

Jhr. Mr. Victor de Stuers. 's Gravenkage.

Prof. Dr. H. C. Rogge . . . Haarlem.

Dr. P. J. H. Cuypers . . . . Roermond.

Directeuren van Teijlers

Stichting Haarlem.

A. Crabee Brussel.

Eug. M. 0. Dognee . . . Luik.

DONATEUR.

Jul. J. Boas Berg . ..... Amsterdam.

Page 37: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

35

GEWONE LEDEN.

Prof. A. Allebe . . Amsterdam.

Jac. Ankersmit

G. van Arkel

V. S. Aubert

C. W. H. Baard . »

Jhr. Mr. C. H. Backer . . . >>

Jhr. J. Backer Jr

Mr. J. A. Bae7a >>

Mr. W. Bakker G.Gz. .. . >>

A. W. Beckeringh . ...

Ch. Beels »

Mr. Nic. Beets Jr. . . >,>

J. W. H. Berden

Mr. N. P. van den Berg. . >>

D. C. Berg

H. P. Berlage Nz .

J. M. B. Beuker

J. Bierens de Haan .. »

Mr. J. Bierens de Haan • • »

A. J. Blaauw. . . . ..

M. H. Boas »

J. Theod. Boelen ... . . »

Prof. Dr. L. Bolk . ›)

A. BOlte b

Adr. Born

H. G. Born G. Dz. . ..

Bern. J. M. de Bont . • • >>

Jhr. J. A. L. v. d. Bosch.

D. van Bosse >>

J. M. van Bosse »

Dr. Joh. C. Breen .. ,›

Evert Breman . . Amsterdam.

Prof. Dr. H. Brugmans .

Mr. W. Bunk >>

Dr. C. P. Burger Jr. ...

Hermann C. Christmann . >>

W. P. van Wickevoort

Crommelin .. . »

H. G. du Crocq . .. >,

C. G. Crone b

Eduard Cuypers >>

J. Th. J. Cuypers .

Jhr. Mr. W. G. Dedel . . »

Arn. C. Dentz >>

Th. C. Dentz >>

Mr. Th. G. Dentz van Schaick »

A. Dubourcq b

C. P. van Eeghen Jr.. . . »

J. H. van Eeghen .

P. van Eeghen ,)

S. P. van Eeghen ..

J. E. Elias »

J. W. Enschede ... ..

E. van Essen

Prof. Mr. D. P. D. Fabius

S. A. de Flines . . ..

J. F. Gebhard Jr. .. D

Mr. W. F. L. Gericke . . »

Vincent van Gogh. . »

B. L. Gompertz »

D. S. Granaat

H. E. Greve »

5*

Page 38: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

36

J. H. Groenewegen Amsterdam.

K. Groesbeek >>

J. G. de Groot Jamin jr

Dr. J. H. Gunning Wz. • • »

H. C. Hacke

A. Th. Hartkamp . )

B. Heldring »

E. Heldring

Dr. J. L. Heldring .

L. C. van Heukelom .. . )

J. M. Hillesum .. »

H. C. Hintzen .

F. A. Hoeker »

C. G. 't Hooft.

J. D. Hooglandt »

Dr. H. F. R. Hubrecht. • • »

M. J. Hulscher

C. Huysken »

Mr. H. Louis Israels . • • )

G. J. Jansen »

Dr. C. W. Janssen . .. »

Prof. Mr. D. Josephus Jitta

Dr. N. M. Josephus Jitta .

Mr. D. B. le Jolle ...

A. Kleine )

Mgr. B. H. KlOnne . »

Prof. Dr. D. J. Korteweg. ,)

E. S. Labouchere . . »

G. W. A. van Laer. . . . . »

Mr. E. J. Everwijn Lange . »

J. A. Langerhuizen . • • • . »

Prof. Dr. A. Lanz. . 77

E. A. Lehmann. )

Rud. Lehmann....... - • •J. H. W. Lehman ..

jhr. Mr. Frank K. van Lennep. )

Mr. Henrick S. van Lennep Amsterdam.

K. van Lennep >,

G. J. A. Roeters van Lennep

F. Lieftinck JHz V

J. W Luber

F. Lugt »

Joh. H. Lugt Pz. . .. »

A. May.

Paul May )

C. B. Posthumus Meyjes . . )

Mr. F. E. Posthumus Meyjes >>

Dr. W. Posthumus Meyjes. >>

Dr. M. A. Mendes de Leon »

Anton W. M. Mensing . . »

Bernard F M. Mensing. . . )

J. ter Meulen Jr. ..

D. C. Meijer Jr. >>

Ch. Miseroy )

E. W. Moes >>

J. J. Lefevre de Montigny )

Mr. W. K. H. Mouthaan. »

Abr. Muller

Hugo Muller

J. J. F. F. Muller . . • • >>

Mr. F. S. van Nierop. . . . >>

P. W. Noorwegen .. >>

P. Nijhoff. )

Mej. Dr. J. A. Nijland

Mr. L. C. J. van Ogtrop. »

A. D. de Marez Oijens. . )

A. Pit

J. C. G. Pollones . . >>

Mr. J. P. Portielje . »

Mej. J. M. Proot. . • • • • >>

Mr. M. J. Pijnappel . • . >>

Mr. H. P. G. Quack . . . >>

Page 39: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

37

Mrs E. N. Rahusen Amsterdam.

H. J. Rahusen

R. vom Rath

Mr. R. van Rees

A. Rehbock

C. Rehbock

C. D. Reich Jr

Jhr. B. W. F. van Riemsdijk

A. Roelvink

Mr. J. B. Roelvink ...

Mr. W. Baron Roe11 . . • •

George Baron Rosenthal .

Armand P. Th. Sassen . .

C. SchOffer

L. M. de Jong Schouwenburg

J. L. Willem Seyffardt .

R. Sequeira Jr.

L. Serrurier

Mr. J. A. Sillem

Jhr. C. C. Th. Six .

Prof. Jhr. Dr. J. Six.

Jan F. M. Sterck .. ..

A. J. P. van Strijen . ..

Mr. Th. Stuart

Jan Stuyt .. • ...J. Taanman

Jhr. H. Teixeira de Mattos

F. G. Tessaro

Jhr. Mr. C. J. den Tex . .

Mr. G. M. den Tex. • • .

J. F. Verster

Mr. G. Vissering ..E. Vita Israel

Dr. W. Vogelsang. ..

Dr. A. G. C. de Vries . .

N. de Vries

R. W. P. de Vries . Amsterdam.

Vriesendorp

W. J. van Wagtendonk.

R. W. J. C. van de Wall Bake

Mr. W. S. J. v. Waterschoot

vander Gracht ...

L. A. Weinrich . . .

L. A. Weissenbruch Lz.

G. Wendelaar

W. G. Wendelaar . ..

oh. G. Wertheim . • •

Dr. F. C. Wieder .

Prof. Dr. Jan te Winkel .

C. N. Wbrands ....y

Jhr. W. F. van der Wyck

J. W. Uzerman

J. J. S. R.Zimmerman . .

G. H. Breitner Aardenhout.

C. W. Bruinvis Alkmaar.

A. M. Tromp van Holst Amersfoort.

Mr. A. C. Bondam ..... Arnhem.

P. van Doorninck . . . . Bennebroek..N

G. H.Jiskoot Baarn.

H. D. Willink van Collen. . Breukelen.

J. A. Matthes

P. Th. van Hoorn .. ... Bloemendaal.

C. N. J. Moltzer J. Ez . .

P. Langerhuizen Lz. Crailoo bij Bussum.

Jan Veth Bussum.

J. L. Schouten Delft.

Dordr.Mr S van Gij echtn

Hidde Nijland

Jhr, A. J. D. Coenen van

'sGravesloot. .... . Driebergen.

W. J. Kernkamp . . . • • Edam.

W. Tuyn

Page 40: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

3 8

A. W. Sijthoff . . . Feldafing bij Munchen.

H. G. A. Obreen Gent.

Jhr. P. H. Six 's Graveland.

Jhr. W. Six . . . . D

Mr. C. Bake 's Gravenhage.

Dr. Abr. Bredius .. »

B. J. A. Bruynesteijn . . . )

J. T. Cremer

Dr. H. J. de Dompierre de

Chaufepie >,

H. Ph. Gerritsen >>

Dr. C. Hofstede de Groot

Mr. J. E. Henny . ..

Mr. W. J. Snouck Hurgronje. )

Jhr. P. H. A. Martini Buys.

C. H. Peters

Mr. N. G. Pierson. ...

Jhr. Mr. Th. H. F. v. Riemsdijk

J. A. Royer

J. H. L. van der Schaaff.

D. F. Scheurleer . ..

W. P. van Stockum Jr.. .

F. G. Waller

H. H. Beels . .

C. J. Gonnet

H. J. Heshuysen. . .. • • • •

M. G. van Kalcken ...

Jhr. A. W. G. van Riemsdijk

J. D. Rutgers van der Loeff

Jhr. H. Teding v. Berkhout Jr.

Mr. P. G. van Tienhoven. .

E. Voet Jr.

Mr. J. de Vries v. Doesburgh

A. W. Weissman ..

J. B. Westerwoudt . . • •

F. A. Hoefer ..... • • . Hatter.

Jhr. Mr. F. van Ryckevorsel ' s Hertogenb.

Jhr. Mr. E. W. Berg . - . Hilversum.

A. A. Ganderheijden . . • »

J. W. F. aver am . . . . »

J. W. Holman )

C. van Lennep »

Mr H Oyens »

G. J. an weer Hoogeveen.

A. E. Zimmerman. . Hoorn.

G. W. van Heukelum. • • Jutfaas.

Jhr. T. A. M. A. van An-

dringa de Kempenaer . . Leeuwarden.

Mr. W. H. de Beaufort . • . Leusden.

W. J. J. C. Bijleveld . . Leiden.

J. A. Frederiks . . . . . Midde/burg.

Dr. J. C. de Man ... >>

Mr. W. Polman Kruseman

>>

J. J. Graaf ..... Ouderkerk ald Amstel.

Mr. J. C. W . . . . . Rheden.

J. R. H. Neervoort van de Poll Rijsenburg-.

P. Haverkorn v. Rijsewijk . Rotterdam.

J. C. van Hattum van le-

woutsdijk Scheveningen.

WilmSteelink

>>

Bas Veth Mr. J. F. B. Baert ... Utrecht.

Jhr. J. J. de Geer v. Oudegein v

J F. A. Lindsen ... »J. P. de Clercq Veenwouden.

M. van Notten Vogelenzang.

Mr. L. de Vries Feyens Woluwe St. Pierre

bij Brussel.

J. A. Laan Wormerveer,

G. J. Honig Zaandijk.

>>

>>

)

)

)

>>

)

»

.. Haarlem.

Page 41: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

39

Lijst van. Genootschappell en MaatschappijellWA ARMEDE HET

KONINKLIJK OUDHEIDKUNDIG GENOOTSCHAP,

door het on.tvangen van Verslagen en Werken,

geregeld in betrekking staat.

Ministerie van Binnenlandsche 'Laken.Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een invent r' en eene beschrijving van de Neder-

landsche monumenten vangeschiedenis en kunst.

Koninklijke Bibliotheek, 's Gravenhag-e.

Rijks Archief,Koninklijk Penningkabinet,

Nederlandsche Oudheidkundige Bond.

Gerneentebestuur van Aardenburg.

Alkmaar.

A Amsterdam.

Leiden.

Nijmegen.

Rotterdam.

Utrecht.

Teyler's Genootschap te Haarlem.

Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden.

Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te illiddelburg.

Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen ill Noord-Brabant te 's Hertogenbosch.

Limburg's Provinciaal Genootschap voor Geschiedkunde, Wetenschap, Taal en Kunst te Roermond.

Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde te Leeuwarden.

dheuvan Oden in Drenthe te Assen.Museum te Groningen.

Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen te Utrecht.

Historisch Genootschap te Utrecht.

Stedelijke Bibliotheek te Haarlem.

Bibliotheek der Universiteit te Amsterdam, Leiden Utrecht en Groningen.

Leeskabinet te Rotterdam.Dordrechtsch Museum te Dordrecht.

Vereeniging Oud Dordrecht te Dordrecht.

Page 42: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

40

Museum te Edam.

West-Friesch Museum te Hoorn.Zaanlandsche Oudheidkundige Vereeniging te Zaandijk.

Vereeniging Architectura et Amicitia, Amsterdam.

Maatschappij Arti et Amicitix

Vereeniging Rembrandt

Vereeniging Flehité

Aniersfoort.

Vereeniging „Die Ha he"

's Gravenhage.

Aachener Geschichtsverein, Aachen.

Historische und Anti quarische Gesellschaft, Basel.

Verein von Alterthumsfreunden im Rheinlande, Bonn.

Hestorische Gesellschaft in Bremen, Bremen.

Bruxelles.Societe d'Archeologie de .

Anhaltsche Geschichtsverein, Dessau.

Bergische Geschichtsverein, Elberfeld.

fhat fur bildende Kunst, Emden.Gesellsc

Maatschappij van geschied- en oudheidkunde, Gent.

Verein fur Hamburg ,ische Geschichte Hamburg.

Redaction der Heidelberger Jahrbticher, Heidelberg.

Verein fur Alterthumskunde in Thiiringen, Jena.

Finnische A ltertums-Gesellschaft, Helsingfors.

Verein ftir Ltibeckische Geschichte und Alterthumskunde, Lubeck.

Museum-Verein ftir das Ftirstenthum Liineburg, Luneburg.

Cercle archeologique, litteraire et artistique, Malines.

Verein furGeschichte und Alterthumskunde in Westfalen, Miinster.

Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, Sint Nikolaas.

Germanisches Museum, Niirnberg.Societe Francaise d'archeologie pour la conservation et la description des monuments, Paris.

Commission Archeologique, St. Petersbourg.

Mecklenburgische Geschichtsverein, Schwerin.

Koninklijke Akademie van letteren , geschiedenis en oudheidkunde te Stockholm.

Noorsch Museum, Stockholm.

Page 43: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT
Page 44: Kollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliapKollinkljk Odheidkullüi Geiioots dliap TE AMSTERDAM. JAAAVEASLAG IN DE Zeven-en-veertigste Algemeene Vergadering, OP MAANDAG 15 MEI 1905, UITGEBRACHT

Boekhandel TEN BRINK & DE VRIES, Singel 146, Amsterdam.