Naam: __________________

Thema: Dieren in de dierentuin

1. De koala

Lees de tekst en vul de vragen in.

1. Bij welke soort dieren hoort de koala?

…………………………………………………..

2. Waar leven de koala’s ?

…………………………………………………..

3. Wat betekent het woord koala?

…………………………………………………..

4. Waarom slapen koala’s 18 uur per dag?

…………………………………………………..

5. Waar of niet waar?

Een koala klimt in een boom Waar Niet waarBamboe is zijn lievelingseten Waar Niet waarEen koala heeft een roze roos Waar Niet waar

2. De okapi

Duid de vacht van de okapi aan.

3. De giraf

Waarom heeft de giraf zo een lange nek?

…............................................................................................................................................................

4. De zebra

Schrijf een kruisje wat juist is.

WAAR NIET WAAR

Mijn poten zijn gestreept.Ik heb kleine oren.Mijn buik is gestreept.Mijn strepen lopen altijd verticaal.

5. De kikker

Kleur de tekstballon die juist is.

6. De leeuw en de tijger

Schrijf onder de staart welk dier het is.Je kan kiezen uit de leeuw, de tijger en het luipaard.

…............................... …............................... …................................

Ik heb zwemvliezen.Ik kan ver springen

Ik kan niet zwemmen.

Ik ben altijd groen.

Ik eet graag vliegen.

Teken de manen van de mannetjesleeuw.

7. De ooievaar

Teken de snavel en poten van de ooievaar.

Bekijk de ooievaar goed en doorstreep wat fout is.

Ik heb korte/ lange poten.

Mijn poten zijn bruin/ oranje.

Mijn snavel is lang/ kort.

Mijn lichaam is bedekt met haren/ veren.

Ik besta uit vijf/ drie kleuren.

8. De papegaai

Bekijk de papegaaien. Omcirkel de kleuren die de papegaaien hebben.

ROOD ZWART BLAUW GEEL

PAARS GROEN PAARS ROZE

WIT GRIJS ORANJE BRUIN

Kleur de papegaai in

9. Ik ontdek dieren Maak een dierenkaart van 6 dieren. Teken het dier in het midden. En vul de info in de vakjes aan.

De ijsbeer

De pinguin

De nijlkrokodil

De rode panda

De ringstaart maki

De zeebeer of pelsrob (familie van de ……………………..)

10. Een Quiz met de klas

Doe de quiz in je groepje.

11. Mijn lievelingsdier

Welk dier is jouw lievelingsdier? Teken het dier hieronder.