Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

40
Pre-teaching Voorbereidingslessen bij de methode Kinderen en … hun sociale talenten

description

Pre-teachinglessen bij Kinderen en... hun sociale talenten, opgesteld door de CED-groep

Transcript of Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

Page 1: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

Pre-teachingVoorbereidingslessen bij de methode Kinderen en … hun sociale talenten

Page 2: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

2

Colofon

Auteurs:

Lilian Pot

Marjolein Gielen

Katja van der Veer

Vormgeving:

Ton Kuijpers Vormgeving, Rotterdam

Met dank aan:

PI-school, Ubbergen

De Piloot, Rotterdam

E.J. van Detschool, Amsterdam

Marjon ten Heggeler

Froukje Joosten

Esther van Efferen-Wiersma

Deze uitgave is tot stand gekomen dankzij de financiële steun van:

JOS Gemeente Rotterdam

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Page 3: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

Inhoud

1. Handleiding Pre-teaching . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

2. Aan de slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

3. Les Gevoelens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11

4. Les Begrippen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

5. Les Werkvormen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

5.1 Rollenspel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

5.2 Kringgesprek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18

5.3 Samenwerken in kleine groepjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21

6. Bijlagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23

Bijlage 1: Inventarisatieschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

Bijlage 2: Voorbeeld stappenplan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39

3

Page 4: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

4

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Page 5: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

1. Handleiding Pre-teaching

Inleiding

Scholen willen ervoor zorgen dat al hun leerlingen zich goed voelen op school en in de klas en het maximale uit hun

leerpotentieel halen. Dit kunt u onder andere bereiken door een groter accent te leggen op het voorkomen van leer-

moeilijkheden. Het is belangrijk te zorgen voor variatie in het lesaanbod om beter in te spelen op leerlingen met een

verschillende instructiebehoefte of een andere manier van leren. In plaats van zwakkere leerlingen te remediëren of

inhaallessen te laten volgen, kunt u er ook voor kiezen om hen vooraf extra te onderwijzen in bepaalde onderdelen:

ze kunnen pre-teaching krijgen.

Wat is pre-teaching?

Pre-teaching is een les die u geeft ter voorbereiding van de eigenlijke les uit de methode Kinderen en … hun sociale

talenten. Een pre-teachingsles gaat over gevoelens, begrippen en/of werkvormen die aan bod komen in de eigenlijke

les uit deze methode. Er wordt als het ware een voorbereidingsles gegeven.

Waarom pre-teaching?

Pre-teaching zorgt er voor dat de leerling de leerstof tijdens de les beter in zich op kan nemen. Het kan voorkomen

dat de leerling tegen moeilijkheden aanloopt tijdens de eigenlijke les (het werkt preventief) en zorgt voor meer zelf-

vertrouwen bij de leerling. Door pre-teaching krijgen leerlingen die dreigen uit te vallen een steuntje vooraf, zodat ze

meer kunnen profiteren van de volgende les. Het stimuleert hun zelfvertrouwen en hun motivatie.

Zo zijn er leerlingen die bijvoorbeeld niet goed weten wat het gevoel ‘verdrietig’ betekent en inhoudt. Zij krijgen vooraf-

gaand aan de eigenlijke les uit Kinderen en … hun sociale talenten die gaat over troosten en verdrietig zijn, een voor-

bereidingsles over wat het betekent als iemand verdrietig is en hoe je dat dan kunt zien. Op deze manier kunnen ook

deze leerlingen optimaal profiteren van de eigenlijke les uit Kinderen en … hun sociale talenten.

Wanneer pre-teaching?

Een voorbereidingsles is bijvoorbeeld goed in te zetten bij:

• Het leren herkennen en benoemen van gevoelens.

• Het aanleren van begrippen.

• Het aanleren van of bekend maken met werkvormen.

• Het bepalen van de beginsituatie van leerlingen.

Gevoelens

Soms weten leerlingen niet goed wat bepaalde gevoelens precies zijn of hoe ze er mee om moeten gaan. Tijdens de

voorbereidingsles leren de leerlingen wat deze gevoelens inhouden, wanneer je je zo kunt voelen, en hoe iemand eruit

ziet die zich zo voelt. Wanneer een leerling de gevoelens die in de eigenlijke les uit Kinderen en … hun sociale talenten

voorkomen kan herkennen en benoemen, zal de leerling meer profijt van deze les hebben.

5

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Page 6: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

Begrippen

Wanneer leerlingen bepaalde begrippen die aan bod komen in de les uit Kinderen en … hun sociale talenten niet

kennen, zullen ze de les niet (goed) begrijpen. In de voorbereidingsles kunnen de leerlingen kennismaken met de

begrippen, leren wat de betekenis is en wanneer je het begrip gebruikt (context). Hierdoor kunnen de leerlingen meer

profijt van de eigenlijke les hebben.

Werkvormen

Leerlingen kunnen moeite hebben met bepaalde werkvormen of er nog niet mee bekend zijn. Wanneer zij hiermee

kennis maken tijdens de voorbereidingsles en de werkvorm oefenen, zullen zij hiervan profijt hebben tijdens de les uit

Kinderen en … hun sociale talenten. Zij hoeven de werkvorm dan niet meer aan te leren en kunnen zich meer richten

op de inhoud van de les.

Beginsituatie

Een voorbereidingsles kan ook gebruikt worden om aan de gehele groep te geven en op die manier de beginsituatie

van de leerlingen helder te krijgen. Wat weten de leerlingen al over een onderwerp? Wat kennen en kunnen zij al? Het

kan erg informatief zijn om te zien hoe verschillende leerlingen omgaan met de diverse onderwerpen en gevraagde

vaardigheden.

Voor wie is pre-teaching bedoeld?

Voorafgaand aan een les uit Kinderen en … hun sociale talenten is het verstandig om na te gaan of alle leerlingen

bekend zijn met het gevoel, het begrip of de werkvorm die in deze les aan bod zal komen. Als blijkt dat er leerlingen

zijn die het gevoel, het begrip of de werkvorm niet kennen, of als u al weet dat zij er moeite mee hebben, komen deze

leerlingen in aanmerking voor een voorbereidingsles. De ene keer zal dit misschien de hele groep zijn, de andere keer

zal dit maar een klein groepje leerlingen zijn. Soms zult u dus een voorbereidingsles geven aan de hele klas, soms aan

een klein groepje.

Hoe zet u pre-teaching in?

Pre-teaching kan flexibel ingezet worden. Deze paragraaf beschrijft stap voor stap hoe u de voorbereidingsles vorm

kunt geven.

• Wanneer u een les uit Kinderen en … hun sociale talenten gepland heeft, bekijkt u welk gevoel, begrip en/of werk-

vorm hierin voorkomt. Hiervoor kunt u de les zelf bekijken of het inventarisatieschema gebruiken dat in de bijlagen

is opgenomen (zie bijlage 1).

• Ga na of er leerlingen zijn die het gevoel, begrip en/of werkvorm niet kennen of hier moeite mee hebben. Deze leer-

lingen komen in aanmerking voor een voorbereidingsles. Zoals hierboven al aangeven wordt, zet u pre-teaching de

ene keer voor een grotere en de andere keer voor een kleinere groep leerlingen in, al naar gelang de behoeften

van de leerlingen in uw groep.

• Het is belangrijk om de voorbereidingsles niet te ver voordat de eigenlijke les uit Kinderen en … hun sociale talenten

gegeven wordt te plannen. Ideaal is net voor de eigenlijke les of anders één dag ervoor.

• Er zijn drie soorten voorbereidingslessen. Lessen over:

- Gevoelens

- Begrippen

- Werkvormen

6

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Page 7: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

7

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

• De voorbereidingslessen over gevoelens en begrippen zijn beide op dezelfde manier opgebouwd. Dit betekent dat

er één les is over gevoelens, waar alle verschillende gevoelens ingepast kunnen worden, en één les over begrip-

pen, waar alle begrippen aan de orde kunnen komen.

• Er zijn drie verschillende voorbereidingslessen over werkvormen, namelijk één over het rollenspel, één over het

voeren van een kringgesprek en één over het samenwerken in kleine groepjes.

• Aan het einde van de les over gevoelens staan enkele gevoelens die in de lessen Kinderen en … hun Sociale

Talenten vaak voorkomen beschreven. Aan het einde van de les over begrippen staan enkele begrippen die in de

lessen van deze methode vaak voorkomen beschreven.

• De voorbereidingslessen zijn gemaakt voor alle groepen. De vragen die bijvoorbeeld in de les over gevoelens

staan, zijn altijd belangrijk. Zowel bij jonge leerlingen als bij schoolverlaters. Al naar gelang het niveau van uw leer-

lingen past u uw taalgebruik en de diepgang van het (kring)gesprek naar aanleiding van de vragen in de voorberei-

dingsles aan.

De opdrachten die u de leerlingen laat uitvoeren, past u ook aan naar het niveau en de belevingswereld van de

leerlingen. In de lessen worden verschillende suggesties gegeven. Volg hierbij uw eigen gevoel en uw kennis van

uw leerlingen.

Page 8: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

8

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Page 9: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

2. Aan de slag

Omschrijving van een voorbereidingsles

Lesdoelen

Aan het begin van de les worden de lesdoelen aangegeven. Dit zijn telkens kennis- of vaardigheidsdoelen. Een kennis-

doel gaat over weten: in de lessen activeert en actualiseert u oude kennis, en daar voegt u nieuwe kennis aan toe. Een

vaardigheidsdoel gaat over kunnen: u oefent observeerbaar gedrag.

Verkenning

In deze fase van de les werkt u aan het kennisdoel van de les. Het bekend maken met gevoelens, begrippen en werk-

vormen die de leerlingen nog niet (goed) kennen staat centraal.

Introduceer het gevoel, het begrip of de werkvorm die centraal staat in de voorbereidingsles.

Activeer de voorkennis van de leerlingen over het onderwerp van de voorbereidingsles. Het is belangrijk om daarbij aan

te sluiten bij de eigen ervaringen en de leefwereld van de leerlingen. Dit doet u door naar hun eigen ervaringen te

vragen. Geef voorbeelden van concrete situaties die de leerlingen zelf herkennen, zodat de leerlingen zich kunnen

inleven in de situatie. Houd de les zo concreet mogelijk. Stel ‘open’ vragen, waardoor de les een interactief karakter

krijgt: u vertelt niet hoe het moet, maar laat de leerlingen samen het gevoel, het begrip, of de werkvorm verkennen.

antwoord als de ander iets zegt, verzin je een oplossing om de ruzie te stoppen?

Verwerking

Tijdens de verwerking werken de leerlingen aan zowel de kennis- als de vaardigheidsdoelen. In een kringgesprek wordt

gewerkt aan de kennisdoelen en door het maken van opdrachten wordt gewerkt aan de vaardigheidsdoelen.

Kennis

Begin de verwerking altijd met het voeren van een (kring)gesprek over het gevoel, het begrip of de werkvorm dat/die

centraal staat in de les. Het is belangrijk de leerlingen zelf te laten nadenken over het gevoel, het begrip, of de werk-

vorm en over wat zij zelf zouden doen in bepaalde situaties. Ga dieper in op het gevoel, het begrip of de werkvorm

door middel van het stellen van open vragen. Als leerkracht ondersteunt u dit proces en stimuleert u het contact en de

interactie tussen de leerlingen. Natuurlijk kunt u ook zelf met voorbeelden en oplossingen komen. De kunst is om dit

pas in een later stadium te doen en wel zo dat de leerlingen het gevoel hebben dat ze het zelf hebben bedacht.

Vaardigheden

Tijdens de verwerking is het de bedoeling dat de leerlingen één of meer opdrachten maken. Door middel van deze

oefeningen werken zij aan de vaardigheidsdoelen van de voorbereidingsles. Ze gaan actief aan de slag en oefenen met

bijvoorbeeld het herkennen van de gevoelens en begrippen, het tonen hoe dit eruit ziet of het spelen van een rollenspel.

In de voorbereidingslessen staan telkens een aantal opdrachten onder elkaar. Deze opdrachten lopen op in niveau en

al naar gelang het niveau of de belevingswereld van de leerlingen die u pre-teaching geeft kunt u één of enkele

opdrachten uitkiezen om de leerlingen aan te bieden. Dus geeft u de voorbereidingsles aan leerlingen van de onder-

bouw, dan zijn de eerste opdrachten het meest geschikt. Geeft u de voorbereidingsles aan leerlingen uit de boven-

bouw, dan zijn de opdrachten onderaan de opsomming waarschijnlijk geschikter.

N.B. het is niet de bedoeling dat u de leerlingen alle opdrachten laat maken.

9

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Page 10: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

Afsluiting

Tijdens de afsluiting van de voorbereidingsles blikt u terug op de zojuist gegeven les, maar u kijkt ook vooruit naar de

eerstvolgende les uit Kinderen en … hun sociale talenten.

Terugblik

In de laatste fase kijkt u samen met de leerlingen terug op de voorbereidingsles. U nodigt de leerlingen uit om te

vertellen wat ze gedaan en geleerd hebben in de les. Wanneer kunnen ze de geleerde begrippen, gevoelens en werk-

vormen zoal gebruiken?

Vooruitblik

Deze afsluiting is ook belangrijk om als aanknopingspunt te kunnen dienen voor de eigenlijke les uit Kinderen en …

hun sociale talenten. Blik alvast vooruit naar de komende les en vertel waar jullie het in deze les over zullen gaan

hebben. Maak de link duidelijk tussen de zojuist gegeven voorbereidingsles over een gevoel, een begrip, of een werk-

vorm en het onderwerp van de les Kinderen en … hun sociale talenten.

Om de leerlingen te helpen het geleerde te laten onthouden, is het leuk en leerzaam om ze een leerlingboekje (‘Dit kan

ik al’) te laten aanleggen met daarin plaatjes van de geleerde gevoelens, begrippen en werkvormen. De leerlingen

kunnen hier ook de gevoelens/begrippen/werkvormen omschrijven en er toepasselijke situaties bij opschrijven.

Ook kunt u een foto, plaatje of iets anders dat symbool staat voor het gevoel, begrip of de werkvorm als reminder in de

klas ophangen.

10

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Page 11: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

3. Les gevoelens

Lesdoelen

• Weten wat het gevoel … betekent.

• Kunnen vertellen wanneer je je … kan voelen.

• Kunnen tonen hoe het eruit ziet als je je … voelt.

• Kunnen herkennen van het gevoel …

Verkenning

Blik terug op eerdere lessen (lessen uit Kinderen en … hun sociale talenten of eerdere voorbereidingslessen over

gevoelens) of momenten waarin het betreffende gevoel een rol speelde. Introduceer het gevoel door er een plaatje

(zoals een pictogram of foto) van te laten zien of door dit gevoel uit te beelden in een rollenspel of poppenspel. Een

andere manier is door ‘lege’ gezichten op het bord te tekenen, een gevoel uit te beelden en een leerling dit in het lege

gezicht te laten tekenen. Vraag de leerlingen hoe dit gevoel heet.

Hang het plaatje van het gevoel duidelijk zichtbaar op.

Leg uit dat binnenkort een les gegeven wordt waarin het gaat over het gevoel…. Leg kort de probleemsituatie van de les

uit Kinderen en … hun sociale talenten uit.

Vraag de leerlingen:

• Wie weet wat … is?

• Wie heeft zich wel eens … gevoeld? Wil je hierover vertellen?

Omschrijf het gevoel.

Verwerking

Kennis

Houd met de leerlingen een (kring)gesprek over het gevoel … .

Vraag de leerlingen:

• Wanneer voel je je … ?

• Hoe komt dat?

• Wat voel je dan precies?

• Hoe ziet iemand eruit als hij zich zo voelt? (gezicht en lichaamshouding)

Benoem dat meerdere mensen dit gevoel kunnen hebben. Luuk kan zich … voelen, Lies kan zich … voelen. Je kunt ook

om verschillende redenen hetzelfde gevoel hebben. Ga hierop in tijdens het kringgesprek.

Vaardigheden

Doe voor hoe iemand eruit ziet die … is. Benoem hoe het gezicht eruit ziet (voorhoofd, wenkbrauwen, ogen, neus,

mond) en omschrijf de lichaamshouding. Laat de leerlingen dit gevoel ook uitbeelden. Gebruik het plaatje als onder-

steuning. Beeld zelf verschillende gevoelens uit, waaronder het gevoel van deze les. Laat de leerlingen raden welk

gevoel uitgebeeld wordt of laat de leerlingen reageren wanneer het gevoel van deze les uitgebeeld wordt. Laat de leer-

lingen (eventueel in kleine groepjes) ook zelf gevoelens uitbeelden en laat andere leerlingen raden.

Noem verschillende situaties en laat de leerlingen aangeven of iemand in de situatie zich … zou kunnen voelen. Wie

voelt zich…? Waarom? Laat leerlingen zelf situaties bedenken waarin iemand zich … voelt.

11

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Page 12: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

Kies afhankelijk van het niveau van de leerlingen één of enkele opdrachten die de leerlingen gaan uitvoeren en

bespreek deze na. Benoem bewust dat het hier om nuances van gevoelens gaat. Dit helpt de leerlingen bij het herken-

nen. Geef aan dat dit herkennen voor enkele leerlingen erg moeilijk kan zijn, maar vertel dat het belangrijk is om

gevoelens te (leren) herkennen. Laat de leerlingen vragen stellen als ze het niet begrijpen.

• Geef de leerlingen allemaal een spiegeltje waarin ze zichzelf kunnen bekijken terwijl ze het gevoel uitbeelden.

Vraag de leerlingen wat ze zien of laat ze dit elkaar vertellen.

• Laat de leerlingen een leeg gezicht beplakken met wenkbrauwen, ogen, neus en mond, zodat het een … gezicht is.

• Laat de leerlingen uit tijdschriften en kranten plaatjes van … gezichten en lichamen zoeken en hier een collage van

maken.

• Laat de leerlingen een … gezicht tekenen. Laat ze hun eigen gezicht uit het spiegeltje natekenen of een gezicht

van een plaatje.

• Speel het ‘hoe voel je je als…? spel’. Noem verschillende situaties en laat de leerlingen vertellen hoe ze zich

zouden voelen. Verdeel de leerlingen eventueel in tweetallen of kleine groepjes. De leerlingen kunnen zelf situaties

bedenken of de situaties zijn vooraf door de leerkracht op kaartjes geschreven. De leerlingen lezen om de beurt

een situatie voor en beantwoorden de ‘hoe voel je je als..?’ vraag.

• Laat de leerlingen een situatie beschrijven waarin ze zich … voelden. Bespreek (eventueel in kleine groepjes) de

beschrijvingen.

• Laat de leerlingen gevoelens observeren, bijvoorbeeld bij de uitzending van een (voetbal) wedstrijd.

• Laat de leerlingen een bepaalde periode van zichzelf en/of van anderen bijhouden wanneer ze zich … voelen.

• Laat de leerlingen (eventueel in tweetallen) interviewvragen opstellen over het gevoel…. Laat de leerling dit inter-

view bij één of meerdere bekenden afnemen.

• Laat de leerlingen foto’s maken van mensen die zich … voelen.

Afsluiting

Terugblik

Blik met de leerlingen terug op de les:

• Over welk gevoel hebben we het gehad?

• Wat betekent dit gevoel?

• Hoe kun je dit gevoel herkennen?

• Hoe ziet het eruit als je je zo voelt?

• Wanneer voel je je zo?

Vooruitblik

Leg uit dat in de volgende les van Kinderen en … hun Sociale Talenten het gevoel… aan bod komt en koppel dit aan

de probleemsituatie van die les.

Laat de leerlingen een plaatje van het gevoel, of iets anders dat symbool staat voor het gevoel, in hun ‘Dit kan ik al’

schrift plakken. Laat hen het gevoel erbij schrijven en eventueel de omschrijving van het gevoel en enkele situaties

waarin ze zich zo zouden voelen.

12

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Page 13: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

Enkele omschrijvingen van gevoelens

Een gevoel is iets dat je van binnen voelt.

Boos: als je boos bent, voel je dat in je buik of achter je borst, je voelt dat je iets niet wil, je hebt een nee-gevoel.

Soms krijg je dan een rood gezicht en gebalde vuisten.

Bang: als je bang bent, voel je dat je buik een beetje samenknijpt en zou je je wel willen verstoppen. Meestal wil

je weg gaan bij dat wat je bang maakt. Als je bang bent moet je soms huilen.

Bezorgd: je voelt je bezorgd als je je zorgen maakt om iets of iemand. Dan vraag je je af of het wel goed gaat

met diegene.

Blij: als je blij bent, ben je heel vrolijk en heb je het gevoel dat alles goed gaat. Als je blij bent moet je meestal

lachen.

Buitengesloten: je voelt je buitengesloten als jij bijvoorbeeld niet mee mag doen met een groepje kinderen. Je

bent dan alleen en hebt het gevoel dat je er niet bij hoort. Dat is geen leuk gevoel.

Eenzaam: je voelt je eenzaam (of alleen) als niemand met je wil spelen of als je het alleen moet doen.

Enthousiast: als je enthousiast bent, vind je iets heel leuk en laat je anderen merken dat je het zo leuk vindt door

er bijvoorbeeld heel blij over te vertellen. Als je enthousiast bent, gaan je ogen glimmen en krijg je vaak een lach

op je gezicht.

Fysieke pijn: als je ergens pijn hebt, zeg je vaak ‘au’ en moet je meestal huilen. Het is een heel naar gevoel.

Niet leuk: als je iets niet leuk vindt, wil je dit niet.

Spijt: als je spijt hebt, vind je het jammer dat je iets gedaan of gezegd hebt en je had dat achteraf liever niet wil-

len doen of zeggen.

Verdrietig: als je verdrietig bent, moet je vaak huilen. Soms heb je er ook pijn van in je buik of kun je je een

beetje ‘leeg’ voelen.

Vervelen: als je je verveelt, weet je niet zo goed wat je moet gaan doen en je hebt eigenlijk nergens zin in.

Zenuwachtig/nerveus: als je zenuwachtig of nerveus bent, heb je soms pijn in je buik en heb je het gevoel dat je

bijna moet huilen. Je kunt zenuwachtig zijn voor bijvoorbeeld een (toneel)optreden, een spreekbeurt of een

proefwerk. Je vindt het spannend/eng om dat te gaan doen.

13

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Page 14: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

14

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Page 15: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

4. Les begrippen

Lesdoelen

• Weten wat het begrip … betekent

• Kunnen gebruiken van het begrip … in passende situaties

Verkenning

Blik terug op eerdere lessen (lessen uit Kinderen en … hun sociale talenten of eerdere voorbereidingslessen over

begrippen) of momenten waarin het begrip een rol speelde.

Introduceer het begrip door middel van een voorbeeld (situatie). Vraag de leerlingen of zij de situatie herkennen.

Leg uit dat binnenkort een les gegeven wordt waarin het gaat over het begrip … Leg kort de probleemsituatie van de

les uit Kinderen en … hun sociale talenten uit.

Vraag de leerlingen

• Wie weet wat … betekent?

• Wie heeft wel eens wat meegemaakt met …? Wil je hierover vertellen?

Omschrijf het begrip.

Verwerking

Kennis

Houd met de leerlingen een (kring)gesprek over het begrip ....

• Wanneer doe je dat?

• Waarom?

• Wat zullen anderen daarvan vinden?

Vaardigheden

Noem verschillende situaties en laat de leerlingen aangeven hoe je in die situatie met het begrip om zou kunnen gaan.

Waarom?

Laat de leerlingen zelf situaties bedenken waarin het begrip een rol kan spelen.

Kies afhankelijk van het niveau van de leerlingen één of enkelen opdrachten die de leerlingen gaan uitvoeren en

bespreek deze na:

• Bedenk een aantal zinnen waarin wel of geen situaties worden beschreven waarin het begrip … voorkomt. De leer-

lingen geven steeds aan of de zin wel of niet over het begrip … gaat. Waarom?

• Bedenk een aantal korte verhaaltjes (maximaal 7 zinnen) waarin wel of geen situaties worden beschreven waarin

het begrip … voorkomt. De leerlingen geven steeds aan of het verhaaltje wel of niet over het begrip … gaat.

Waarom?

• Zoek een aantal afbeeldingen bij elkaar waarop wel of geen situaties staan afgebeeld die gerelateerd zijn aan het te

leren begrip. Laat deze afbeeldingen aan de leerlingen zien en vraag aan de leerlingen hoe het begrip … te zien is

op de afbeeldingen.

• Voer vraaggesprekjes waarin leerlingen het begrip … gebruiken.

• Laat leerlingen zelf (echte) situaties bedenken waarin zij of anderen het begrip … gebruiken.

• Laat de leerlingen zoeken op Internet (weblogs, kinderpagina’s), in tijdschriften en op televisie naar situaties waarin

het begrip … voorkomt. Waaraan zie je dat?

15

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Page 16: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

• Laat de leerlingen zoeken naar afbeeldingen waarop te zien is dat mensen het begrip … gebruiken en maak daar

een collage van. Hoe zie je dat op de afbeeldingen?

• Geef leerlingen de opdracht om te zoeken naar strips waarop te zien is dat mensen het begrip … gebruiken. Hoe

zie je dat?

• Laat de leerlingen een strip maken waarin het begrip … centraal staat.

• Laat de leerlingen foto’s maken van situaties waarin het begrip … voorkomt.

• Gebruik in de klas steeds het begrip … als een situatie zich voordoet.

Afsluiting

Terugblik

Blik met de leerlingen terug op de les:

• Over welk begrip hebben we het gehad?

• Wat betekent dit begrip?

• Wanneer gebruik je dit begrip?

Vooruitblik

Leg uit dat in de volgende les van Kinderen en … hun Sociale Talenten het begrip … aan bod komt en koppel dit aan

de probleemsituatie van die les.

Laat de leerlingen een plaatje van het begrip, of iets anders dat symbool staat voor het begrip, in hun ‘Dit kan ik al’

schrift plakken. Laat hen het begrip erbij schrijven en eventueel de omschrijving van het begrip en enkele situaties

waarin je het begrip gebruikt.

Enkele omschrijvingen van begrippen

Doorzetten: iets toch blijven doen of afmaken, terwijl je er eigenlijk geen zin meer in hebt, of wanneer je het

moeilijk vindt.

Op zijn gemak stellen: als er bijvoorbeeld een nieuwe leerling in de klas is kun je hem op zijn gemak stellen door

aardig tegen hem te doen en hem te vertellen hoe het er in de klas aan toe gaat en waar dingen staan. Zo voelt

die nieuwe leerling zich fijn.

Rekening houden met: bedacht zijn op, denken aan, meetellen, in de gaten houden.

In het middelpunt staan: je staat in het middelpunt van de belangstelling als iedereen naar jou kijkt terwijl je iets

vertelt of doet.

Vriendschap: vriendschap is een soort ‘stille’ afspraak tussen jou en iemand anders dat je vrienden bent. Jij vindt

de ander leuk en de ander vindt jou leuk en je doet graag dingen samen.

16

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Page 17: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

5. Werkvormen

5.1 Les rollenspel

Lesdoelen

• Weten wat een rollenspel is.

• Weten hoe je een rollenspel kunt spelen.

• Kunnen spelen van een rollenspel.

Verkenning

Blik terug op eerdere lessen (lessen uit Kinderen en … hun sociale talenten of eerdere voorbereidingslessen) of

momenten waarin de leerlingen naar een rollenspel, toneelstukje of poppenspel gekeken hebben. Vertel dat de leer-

lingen in de eigenlijke les uit Kinderen en … hun Sociale Talenten een soort toneelstukje zullen gaan spelen.

Vraag de leerlingen of ze wel eens een toneelstukje hebben gespeeld.

• Wie wil vertellen hoe dat ging?

• Hoe vond je het om een toneelstukje te spelen?

Introduceer de werkvorm rollenspel.

Vertel de leerlingen dat het leuk en goed is om sommige situaties na te spelen of te ‘doen alsof’.

• Wie kan een voorbeeld geven van een rollenspel (toneelstukje, tv-serie, schoolmusical)?

• Waarom zou je een echte situatie na willen spelen?

• Hoe zou je dat kunnen doen? (rollenspel, poppenspel, …)

Verwerking

Kennis

Houd een kringgesprek met de leerlingen over het spelen van een rol en maak de leerlingen bekend met de werkvorm

rollenspel.

Maak duidelijk dat een rollenspel niet ‘de werkelijkheid’ is. Als je een rollenspel aan het spelen bent, dan speel je dat je

een ander persoon bent. Dit kun je laten zien door bijvoorbeeld een petje op je hoofd te zetten.

Doe de leerlingen voor wat u bedoelt door zelf een kort (laagdrempelig) rollenspel te spelen. Speel bijvoorbeeld een

leerling die heel blij is omdat hij jarig is. Uw rol is dus ‘de jarige leerling’. Zet een muts op. Nodig de leerlingen uit om

mee te spelen. Zij spelen de klas en zingen lang zal ze leven.

Vertel de leerlingen dat je ook in andere situaties een rollenspel kunt spelen, bijvoorbeeld om een gevoel duidelijk te

maken. Als je een rollenspel speelt over een meisje dat gepest wordt, welke rollen kun je dan bedenken (gepeste

meisje, pestkop, kinderen die erbij staan)?

Vertel dat je soms beter kunt begrijpen hoe iets voelt of wat iets betekent, wanneer je het naspeelt. Als je speelt alsof je

het gepeste meisje bent, kun je beter snappen hoe het is om gepest te worden en op welke manieren je iemand kunt

troosten. En je kunt oefenen hoe je bijvoorbeeld het meisje kan troosten.

Vaardigheden

Vraag de leerlingen of ze willen proberen een rollenspel te spelen. Houd het simpel, zoals het spelen van een telefoon-

gesprek of het afrekenen bij de kassa. Speel het rollenspel eventueel eerst zelf voor, samen met een klassenassistent

of een zelfverzekerde leerling. Laat de leerlingen het rollenspel daarna in kleine groepjes naspelen.

17

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Page 18: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

• Verdeel de rollen en geef de leerlingen verkleedkleding of een accessoire dat past bij die rol. Zodra zij het petje

opzetten of de sjaal omdoen spelen zij... zodra zij de pet of de sjaal weer afdoen zijn zij weer zichzelf.

• Oefen samen met de leerlingen het rollenspel en geef waar nodig aanwijzingen.

• Speel het rollenspel.

Als dit goed gaat, kunnen de leerlingen een stapje verder gaan door een rollenspel te spelen over een iets moeilijkere

situatie. Wanneer er een ‘negatieve’ rol in het rollenspel voorkomt (bijvoorbeeld de pestkop), speel deze dan bij voor-

keur zelf of laat deze spelen door de klassenassistent of een zelfverzekerde leerling. Zeker voor leerlingen met

gedragsproblemen of leerlingen die moeite hebben met het onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid is het van

belang dat zij juist de ‘positieve’ rol spelen, zodat zij het gewenste gedrag kunnen laten zien.

Afsluiting

Terugblik

Blik met de leerlingen terug op de les:

• Wat is een rollenspel?

• Wat is een rol?

• Wanneer kun je een rollenspel spelen?

• Hoe vonden de leerlingen het om een rollenspel te spelen?

Vooruitblik

Leg uit dat de leerlingen in de volgende les van Kinderen en … hun Sociale Talenten ook een rollenspel gaan spelen.

Vertel waar het rollenspel over zal gaan. Koppel deze voorbereidingsles aan de probleemsituatie van de komende les.

Laat de leerlingen een plaatje van de werkvorm, of iets anders dat symbool staat voor de werkvorm, in hun ‘Dit kan ik al’

schrift plakken. Laat hen bijvoorbeeld een kort verslag van het gespeelde rollenspel erin schrijven of tips voor zichzelf.

5.2 Les kringgesprek

Lesdoelen

• Weten wat een kringgesprek is.

• Weten hoe je een kringgesprek kunt voeren.

• Kunnen voeren van een kringgesprek.

Verkenning

Blik terug op eerdere lessen (lessen uit Kinderen en … hun sociale talenten of eerdere voorbereidingslessen) of

momenten waarin de leerlingen in een kring zaten. Vertel dat de leerlingen in de eigenlijke les uit Kinderen en … hun

Sociale Talenten in een kring zullen gaan zitten om te praten.

Vraag de leerlingen of ze wel eens iets in een kring hebben gedaan of besproken.

• Wie wil vertellen hoe dat ging?

• Hoe vond je het om iets in een kring te doen of te zeggen.

Vertel de leerlingen dat het leuk en goed is om over sommige situaties met elkaar te praten.

• Wie vertelt er wel eens iets aan de leerkracht of aan andere leerlingen, bijvoorbeeld iets wat hij gedaan heeft, of

iets wat hij leuk vindt?

Ga met de leerlingen in een kring zitten, zo kunnen de leerlingen elkaar goed zien en horen.

18

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Page 19: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

Vraag aan de leerlingen wat er zou gebeuren als iedereen maar door elkaar zou gaan praten. Zou dat leuk zijn voor

degenen die iets willen vertellen? Zou dat leuk zijn voor de leerlingen die willen horen wat een ander kind vertelt? Stel

voor om dit eens uit te proberen. Maak duidelijk dat dit een soort toneelstukje is en dus niet echt. Spreek af wie waar-

over iets gaat vertellen. Tel tot drie en laat dan alle leerlingen door elkaar heen praten.

• Wie heeft er goed kunnen luisteren naar wat andere leerlingen te vertellen hadden? Vonden de leerlingen het fijn

om zo te praten terwijl niemand goed luisterde?

Spreek met een zelfverzekerde leerling af dat je samen een soort kort toneelstukje gaat doen. De leerling gaat u iets

vertellen over zijn hobby (bijvoorbeeld voetbal) en u gaat expres niet luisteren, ergens anders naar kijken en tegen

iemand anders iets zeggen. Maak goed duidelijk dat dit niet echt is, maar een toneelstukje. U zou dit ook uit kunnen

spelen met twee handpoppen, afhankelijk van de leeftijd van de leerlingen.

• Hoe vond de leerling het dat u niet goed naar hem luisterde? Was het wel leuk om nu iets te vertellen?

• Waarom luister je eigenlijk? Bespreek met de leerlingen waarom het leuk en goed is om naar anderen te luisteren

als zij iets vertellen.

Verwerking

Kennis

De leerlingen hebben nu gezien dat het niet prettig is als iedereen door elkaar heen praat, of als er niet naar je

geluisterd wordt als je praat. Hoe zou je wel goed een kringgesprek kunnen voeren? Vertel dat jullie nu afspraken gaan

maken over hoe je in de kring met elkaar kunt praten. Heeft er iemand een goed idee voor zo’n afspraak? Waarom is

deze afspraak belangrijk? Schrijf de afspraken op het bord.

Voorbeelden van afspraken:

• Eén voor één praten

• Vinger opsteken als je ook iets wilt zeggen of vragen

• Wachten met praten totdat je de beurt krijgt

• Luisteren naar elkaar

• Er zijn geen foute antwoorden

• Er wordt niet om antwoorden gelachen

• …

U kunt bij het voeren van een kringgesprek hulpmiddelen gebruiken, zoals een praatknuffel (voor de jongere leerlingen),

een microfoon of een praatkaart (voor de oudere leerlingen), zodat duidelijk is wie er aan het woord is. Een luisterkaart

is een goed middel voor leerlingen die moeite hebben om te luisteren. Een dergelijke kaart helpt hen eraan te herinneren

goed naar een ander te luisteren.

Vraag aan de leerlingen of je over alle onderwerpen kunt praten in de kring. Zijn er ook onderwerpen waarover je niet

praat in de kring? Kunnen de leerlingen hiervan voorbeelden noemen? Waarom praat je hier niet over in de kring?

Sommige onderwerpen kun je beter voor je houden of één op één met de leerkracht of iemand anders bespreken.

Vaardigheden

Praat met de leerlingen over hoe je iets aan elkaar kunt vertellen.

Introduceer dit onderwerp door als leerkracht iets op een hele saaie manier te vertellen aan de leerlingen en een beetje

monotoon te praten. Ga onderuitgezakt op de stoel zitten terwijl je vertelt.

• Wat vinden de leerlingen van de manier waarop jij net iets verteld hebt?

• Hoe zou het anders kunnen?

Praat met de leerlingen over je houding tijdens het praten, de manier van spreken, … Als je rechtop zit, de anderen

waar tegen je praat aankijkt, rustig, duidelijk en hard genoeg praat, … dan zullen de anderen je verhaal leuker en

interessanter vinden en zullen ze waarschijnlijk ook beter luisteren en onthouden wat je zegt.

19

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Page 20: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

Praat met de leerlingen over luisteren naar elkaar.

• Wie heeft er vandaag al naar iemand geluisterd? Naar wie dan? En wat vertelde diegene?

• Hoe luister jij; wat doe je wel en wat doe je juist niet als jij goed naar iemand wil luisteren?

• Wanneer vind je het makkelijk om naar iemand te luisteren?

• Wanneer vind je het moeilijk om naar iemand te luisteren?

• Luisteren de leerlingen goed naar elkaar terwijl we het nu over luisteren hebben?

• Kun je aan iemand zien of hij goed luistert? Hoe dan?

- Kijk in de richting van degene tegen wie je praat, dan ziet hij dat je naar hem luistert.

- Laat zien dat je geïnteresseerd bent, met en zonder woorden, door bijvoorbeeld af en toe met je hoofd te

knikken of te hummen.

- Stel vragen als je iets niet begrijpt.

- ….

Kies afhankelijk van het niveau van de leerlingen één of enkele opdrachten die de leerlingen gaan uitvoeren en

bespreek deze na.

• Doorfluisterspel: Laat de leerlingen in een kring zitten. Fluister een woord of zin in het oor van de leerling naast u.

Deze leerling fluistert wat hij gehoord heeft weer in het oor van de leerling naast hem. Zo gaat het woord/de zin de

hele kring rond. Wat heeft de laatste leerling gehoord?

• Laat de leerlingen oefenen met praten en goed luisteren naar elkaar. Laat één leerling vertellen wat hij bijvoorbeeld

gistermiddag na schooltijd heeft gedaan. De andere leerlingen gaan proberen goed te luisteren en dit ook te laten

merken aan degen die iets vertelt.

- Hebben de leerlingen goed geluisterd naar wat de spreker vertelde? Wie kan er navertellen wat hij net allemaal

verteld heeft?

- Merkte de spreker dat er goed naar hem geluisterd werd? Hoe merkte hij dat dan? Wat deden de andere leer-

lingen om te laten zien dat ze goed luisterden?

• Vraag de leerlingen of ze willen proberen een kringgesprek te voeren. Houd het onderwerp simpel, laat de leerlingen

bijvoorbeeld vertellen over speelgoed waar ze graag mee spelen (de leerlingen kunnen hun favoriete speelgoed

meenemen van thuis als aanknopingspunt voor het gesprek). Geef één leerling de beurt en stel open vragen, zodat

de leerling aan het woord is. Laat andere leerlingen ook vragen stellen. Als de leerling zijn verhaal gedaan heeft,

kunt u vragen wie van de leerlingen ook graag met zulk speelgoed speelt en wie juist iets anders erg leuk vindt.

Geef een ander kind nu de beurt. Stimuleer de leerlingen op elkaar te reageren, maar niet door elkaar heen te

praten. Speel vragen van leerlingen door naar andere leerlingen, dus: ‘Dat is een goede vraag Marieke, wie weet

daar antwoord op?’

• Voer een kringgesprek aan de hand van een verteltafel. Kunnen de leerlingen vertellen wat ze zien? Wie herkent dit

tafereel? Wie kan er meer over vertellen?

• Ga, wanneer dit goed gaat, een stapje verder door een kringgesprek te voeren over een iets moeilijker onderwerp,

bijvoorbeeld de situatie/het gedrag die/dat centraal staat in de eigenlijke les. Blijf de leerlingen stimuleren op elkaar

te reageren en niet alleen hun verhaal tegen de leerkracht vertellen. Stap daarom af en toe ook eens zelf uit de

kring om deze onderlinge interactie te bevorderen. Of laat leerlingen elkaar de beurt geven (praatknuffel, microfoon

of praatkaart doorgeven).

• Stimuleer de leerlingen hun mening te geven over bepaalde onderwerpen. Hier kunnen bijvoorbeeld rode en groene

kaarten bij gebruikt worden: rood is ‘niet mee eens’ en groen is ‘mee eens’. Zo is iedereen actief betrokken bij het

onderwerp.

Afsluiting

Terugblik

Blik met de leerlingen terug op de les:

• Wat is een kringgesprek?

20

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Page 21: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

• Hoe kun je goed een kringgesprek voeren?

• Wat is belangrijk als je vertelt?

• Wat is belangrijk als je luistert?

• Waarom is het leuk en goed om naar het verhaal van andere leerlingen te luisteren?

• Hoe vonden de leerlingen het om een kringgesprek te voeren?

Vooruitblik

Leg uit dat de leerlingen in de volgende les van Kinderen en … hun Sociale Talenten ook een kringgesprek gaan

voeren. Vertel waar het kringgesprek over zal gaan. Koppel deze voorbereidingsles aan de probleemsituatie van die les.

Laat de leerlingen een plaatje van de werkvorm, of iets anders dat symbool staat voor de werkvorm, in hun ‘Dit kan ik

al’ schrift plakken. Laat hen bijvoorbeeld de opgestelde afspraken voor een goed kringgesprek erbij schrijven of tips

voor zichzelf.

5.3 Les samenwerken in kleine groepjes

Lesdoelen

• Weten wat samenwerken is.

• Weten hoe je kunt samenwerken in een kleine groep.

• Kunnen samenwerken in een klein groepje.

Verkenning

Blik terug op eerdere lessen (lessen uit Kinderen en … hun sociale talenten of eerdere voorbereidingslessen) of

momenten waarin de leerlingen in groepjes waren ingedeeld. Vertel dat de leerlingen in de eigenlijke les uit Kinderen en

… hun Sociale Talenten in kleine groepjes zullen gaan samenwerken.

Vraag de leerlingen of ze wel eens iets in een klein groepje hebben gedaan.

• Wie wil vertellen hoe dat ging?

• Hoe vond je het om iets in een groepje te doen?

Introduceer de werkvorm samenwerken in kleine groepjes.

Vertel de leerlingen dat je soms in een klein groepje moet samenwerken om samen een goede oplossing voor een

probleem te vinden of om samen een opdracht te maken.

• Wie heeft er wel eens met iemand samen gewerkt en wil hier kort iets over vertellen?

Verwerking

Kennis

Houd met de leerlingen een kringgesprek over samenwerken in kleine groepjes.

• Wanneer kun je beter alleen werken en wanneer kun je beter in groepjes werken? Waarom?

• Wat is belangrijk als je samen met anderen aan iets werkt?

• Waarom is het leuk en goed om samen te werken in een groepje?

Praat met de leerlingen over het verdelen van taken tijdens het samenwerken in een kleine groep. Wanneer je van te

voren goede afspraken maakt en de taken verdeelt, gaat het samenwerken meestal veel beter dan wanneer je dat niet

doet.

Kunnen de leerlingen bedenken wat voor afspraken je kunt maken over samenwerken? Wie heeft er een goed idee voor

zo’n afspraak? Schrijf de afspraken op het bord. Waarom zijn deze afspraken belangrijk/nodig?

21

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Page 22: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

Voorbeelden van afspraken:

• Iedereen in het groepje mag zijn ideeën vertellen en zijn mening geven.

• Iedereen krijgt een eigen taak.

• Je luistert goed naar elkaar in je groepje.

• Beslissingen neem je samen, bijvoorbeeld door stemmen.

• …

U kunt de afspraken vertalen in een stappenplan. Voor deze stappen kunnen pictogrammen gebruikt worden, zodat het

voor de leerlingen duidelijk is met welke fase ze nu bezig zijn. Afhankelijk van het niveau van de leerlingen kunnen de

stappen met behulp van de pictogrammen stap voor stap aangeleerd worden. Voor een voorbeeld van een stappenplan

over samenwerken, zie bijlage 2.

Vaardigheden

Kies afhankelijk van het niveau van de leerlingen één of enkele opdrachten die de leerlingen gaan uitvoeren en

bespreek deze na.

• Maak tweetallen. Laat de leerlingen samenwerken met iemand waarmee ze zich vertrouwd voelen. Geef ze een

relatief makkelijke opdracht, zoals samen iets knutselen of bijvoorbeeld een toren bouwen van blokken. De leerlin-

gen werken samen volgens het stappenplan.

Bespreek als iedereen klaar is de opdracht na. Vonden de leerlingen het goed gaan? Wat kan beter? Is het fijn om

volgens een stappenplan te werken? Zijn de leerlingen trots op wat ze samen gedaan hebben?

• Geef de leerlingen een moeilijkere opdracht die ze samen volgens het stappenplan gaan maken. Differentieer hier-

bij naar het niveau dat de leerlingen aankunnen. Denk aan opdrachten als:

- De leerlingen samen vragen laten beantwoorden (bijvoorbeeld een lestaak).

- De leerlingen samen één vragenlijst laten invullen.

- De leerlingen samen één strip of één verhaal laten maken.

- De leerlingen samen één toneelstukje laten bedenken.

• Geef de leerlingen een opdracht zoals hierboven beschreven en maak het moeilijker voor de leerlingen door ze in

iets grotere groepjes te laten werken, zodat de leerlingen ervaren hoe het is om met meerdere leerlingen in een

groepje samen te werken.

• Geef de leerlingen een opdracht zoals hierboven beschreven en varieer af en toe in de combinatie van leerlingen

die in één groepje gaan samenwerken. Let hierbij op: sommige leerlingen kunnen heel prettig samenwerken terwijl

andere (combinaties van) leerlingen slecht samen kunnen gaan. Houd hier rekening mee en probeer voor leerlingen

die moeite hebben met wisselingen, een groepssamenstelling zo stabiel mogelijk te houden.

Afsluiting

Terugblik

Blik met de leerlingen terug op de les.

• Wat is samenwerken in een kleine groep?

• Hoe kun je goed samenwerken in een kleine groep?

• Waarom is het leuk en goed om samen een opdracht te maken of een oplossing ergens voor te verzinnen?

• Hoe vonden de leerlingen het om in een klein groepje samen te werken?

Vooruitblik

Leg uit dat de leerlingen in de volgende les van Kinderen en … hun Sociale Talenten ook in kleine groepjes gaan

werken. Vertel wat ze gaan doen in kleine groepjes. Koppel deze voorbereidingsles aan de probleemsituatie van die les.

Laat de leerlingen een plaatje van de werkvorm, of iets anders dat symbool staat voor de werkvorm, in hun ‘Dit kan ik

al’ schrift plakken. Laat hen bijvoorbeeld de gemaakte afspraken over samenwerken en het opgestelde stappenplan

voor goed samenwerken in een groepje erbij schrijven, of tips voor zichzelf.

22

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Page 23: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

Bijlagen

23

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Page 24: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

24

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Bijlage 1 Inventarisatieschema’s

Inventarisatie lessen groep 1

Les

Ervaringen delen A

Ervaringen delen B

Aardig doen A

Aardig doen B

Aardig doen C

Samen spelen en werken A

Samen spelen en werken B

Samen spelen en werken C

Samen spelen en werken D

Een taak uitvoeren A

Een taak uitvoeren B

Jezelf presenteren A

Jezelf presenteren B

Een keuze maken A

Een keuze maken B

Opkomen voor jezelf A

Opkomen voor jezelf B

Omgaan met ruzie A

Omgaan met ruzie B

Omgaan met ruzie C

Gevoelens

Teleurstelling

Blij

verdrietig

Fysieke pijn

Spijt

Blij

Verdrietig

Boos

Boos

Verdrietig

Boos

Boos

Verdrietig

Teleurgesteld

Je klein voelen

Beter

Opgelucht

Boos

Boos

Kwaad

Niet blij

Naar

Teleurgesteld

Verdrietig

Bang

Boos

Begrippen

Lekker/vies

Leuk/niet leuk

Aan het lachen maken

Luisteren

Troosten

Sorry

Per ongeluk/expres

Kritiek

Lenen

Helpen

Doorzetten

Opruimen

Jezelf voorstellen

Aandacht vragen

Kiezen

Een keuze

Hulp vragen

Overgeslagen worden/

niet aan bod komen

Luisteren

Ruzie

Toegeven

Jezelf beheersen

Spijt

Werkvormen

Rollenspel

In tweetallen elkaar aan

het lachen maken

Poppenspel

Rollenspel

Bal rollen → reageren

Spiegeltjes

Rollenspel

Opruimzinnen

Poppenspel

Rollenspel

Poppenspel

Keuze spel

Rollenspel

Rollenspel

Poppenspel

Ballon pakken (stoelen-

dansachtig)

Kiezen voor

Gevoelspictogrammen

Rollenspel

Page 25: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

25

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Bijlage 1 Inventarisatieschema

Inventarisatie lessen groep 2

Les

Ervaringen delen A

Ervaringen delen B

Aardig doen A

Aardig doen B

Aardig doen C

Samen spelen en werken A

Samen spelen en werken B

Samen spelen en werken C

Samen spelen en werken D

Een taak uitvoeren A

Een taak uitvoeren B

Jezelf presenteren A

Jezelf presenteren B

Een keuze maken A

Een keuze maken B

Opkomen voor jezelf A

Gevoelens

Geschrokken

Niet leuk

Verdrietig

Niet leuk

Verdrietig

Blij

Verdrietig

Vervelen

Alleen voelen

Jaloers

Boos

Teleurgesteld

Bang

Ongelukkig

Paniekerig

Gehaast

Tevreden/ ontevreden

Verlegen

Trots

Boos

Spijt

Begrippen

Iets kwijt raken

Iemand missen

Afscheid

Verhuizen

Compliment

Lelijk/kattig doen

Helpen

Troosten

Beloven

Aan belofte/afspraak

houden

Aan de beurt zijn

Iets lenen

Mee spelen

Voorstellen

De baas spelen

Taak

Resultaat

Aanwijzingen

Feliciteren

Niet durven

Aandacht vragen

Moeilijk/eng

Gemakkelijk/leuk

Leuk/ niet leuk

Traktatie

Lekker/niet lekker

Niet aardig

Stoer

Grappig

Gemeen

Huilen

Schelden

Werkvormen

Rollenspel

Rollenspel

Gevoelens uitspelen

In tweetallen elkaar

complimenten geven

Troosten in tweetallen

Strip invullen

Rollenspel

Rollenspel

Rollenspel

Tekening in beperkte tijd

maken

Werkblad

Elkaar feliciteren

Elkaar vertellen wat ze

leuk vinden

Zeggen waar ander kind

het liefst mee speelt

Rollenspel

Page 26: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

26

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Bijlage 1 Inventarisatieschema

Inventarisatie lessen groep 2 vervolg

Les

Opkomen voor jezelf B

Omgaan met ruzie A

Omgaan met ruzie B

Omgaan met ruzie C

Gevoelens

Leuk

Fijn

Vervelend

Eng

Vies

Nee-gevoel

Boos

Boos

Verheugd

Verdrietig

Teleurgesteld

Eenzaam

Begrippen

Jezelf beheersen

Luisteren

Oneerlijk

Werkvormen

Poppenspel

Trucjes oefenen

Interview

Rollenspel

Page 27: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

27

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Bijlage 1 Inventarisatieschema

Inventarisatie lessen groep 3

Les

Ervaringen delen A

Ervaringen delen B

Aardig doen A

Aardig doen B

Aardig doen C

Samen spelen en werken A

Samen spelen en werken B

Samen spelen en werken C

Samen spelen en werken D

Een taak uitvoeren A

Een taak uitvoeren B

Jezelf presenteren A

Jezelf presenteren B

Een keuze maken A

Gevoelens

Blij

Opgewonden

Buitengesloten

Nieuwsgierig

Niet leuk

Bang

Bezorgd

Niet leuk

Boos

Ongeduldig

Enthousiast

Enthousiast

Teleurgesteld

Verdrietig

Alleen

schuldig

Zenuwachtig

Boos

Teleurgesteld

Blij

Bang

Trots

Verlegen

Begrippen

Plannetje (geheimpje)

Verhuizen

‘Ergens nieuw zijn’

Op zijn gemak stellen

Luisteren

Interesse tonen

Hulp aanbieden

Rekening houden met

‘De zin van een ander

doen’

Gast/ gastheer

‘Op je gemak voelen”

Idee

Overleggen

Afspraak

Aan de afspraak/belofte

houden

Speelafspraak maken

Helpen

Uitleggen

Begrijpen

Voorzeggen

Makkelijk/moeilijk

Doorzetten

Eng

Idee presenteren

Leuk

Spannend

Eng

‘in het middelpunt staan’

Hobby

Sport

Werkvormen

In kleine groepjes

plannetjes bedenken/

uitvoeren

Rollenspel

Rollenspel

Rollenspel

Rollenspel

Rollenspel

Telefoongesprek

Tweetallen vragen om te

spelen

Strip

Situaties keuze maken

In groepjes presenteren

voorbereiden en doen

Verhaal vertellen in de

groep

Hobby’s/sporten kiezen

Page 28: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

28

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Bijlage 1 Inventarisatieschema

Inventarisatie lessen groep 3 vervolg

Les

Een keuze maken B

Opkomen voor jezelf A

Opkomen voor jezelf B

Omgaan met ruzie A

Omgaan met ruzie B

Omgaan met ruzie C

Gevoelens

Leuk

Spannend

Boos

Verongelijkt

Verdrietig

Verlegen

Ongelukkig

Onrechtvaardig

be-handeld

Sip

Teleurgesteld

Verongelukt

Trots

Boos

Boos

Ongelukkig

Bang

Verdrietig

Bang

Boos

Begrippen

Lenen

Ondeugend

Spijt

Sorry

Vergeten/overgeslagen

worden

Mening

‘Van plan zijn’

Beloven

Spijt

Werkvormen

Rollenspel

Rollenspel

Werkblad

Rollenspel

Rollenspel

Rollenspel

Page 29: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

29

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Bijlage 1 Inventarisatieschema

Inventarisatie lessen groep 4

Les

Ervaringen delen A

Ervaringen delen B

Aardig doen A

Aardig doen B

Aardig doen C

Samen spelen en werken A

Samen spelen en werken B

Samen spelen en werken C

Samen spelen en werken D

Een taak uitvoeren A

Een taak uitvoeren B

Jezelf presenteren A

Jezelf presenteren B

Een keuze maken A

Gevoelens

Blij

Opgewonden

Buitengesloten

Nieuwsgierig

Niet leuk

Bang

Bezorgd

Niet leuk

Boos

Ongeduldig

Enthousiast

Enthousiast

Teleurgesteld

Verdrietig

Alleen

schuldig

Zenuwachtig

Boos

Teleurgesteld

Blij

Bang

Trots

Verlegen

Begrippen

Plannetje (geheimpje)

Verhuizen

‘Ergens nieuw zijn’

Op zijn gemak stellen

Luisteren

Interesse tonen

Hulp aanbieden

Rekening houden met

‘De zin van een ander

doen’

Gast/ gastheer

‘Op je gemak voelen”

Idee

Overleggen

Afspraak

Aan de afspraak/belofte

houden

Speelafspraak maken

Helpen

Uitleggen

Begrijpen

Voorzeggen

Makkelijk/moeilijk

Doorzetten

Eng

Idee presenteren

Leuk

Spannend

Eng

‘in het middelpunt staan’

Hobby

Sport

Werkvormen

In kleine groepjes

plannetjes bedenken/

uitvoeren

Rollenspel

Rollenspel

Rollenspel

Rollenspel

Rollenspel

Telefoongesprek

Tweetallen vragen om te

spelen

Strip

Situaties keuze maken

In groepjes presenteren

voorbereiden en doen

Verhaal vertellen in de

groep

Hobby’s/sporten kiezen

Page 30: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

30

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Bijlage 1 Inventarisatieschema

Inventarisatie lessen groep 4 vervolg

Les

Een keuze maken B

Opkomen voor jezelf A

Opkomen voor jezelf B

Omgaan met ruzie A

Omgaan met ruzie B

Omgaan met ruzie C

Gevoelens

Leuk

Spannend

Boos

Verongelijkt

Verdrietig

Verlegen

Ongelukkig

Onrechtvaardig

be-handeld

Sip

Teleurgesteld

Verongelukt

Trots

Boos

Boos

Ongelukkig

Bang

Verdrietig

Bang

Boos

Begrippen

Lenen

Ondeugend

Spijt

Sorry

Vergeten/overgeslagen

worden

Mening

‘Van plan zijn’

Beloven

Spijt

Werkvormen

Rollenspel

Rollenspel

Werkblad

Rollenspel

Rollenspel

Rollenspel

Page 31: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

31

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Bijlage 1 Inventarisatieschema

Inventarisatie lessen groep 5

Les

Ervaringen delen A

Ervaringen delen B

Aardig doen A

Aardig doen B

Aardig doen C

Samen spelen en werken A

Samen spelen en werken B

Samen spelen en werken C

Samen spelen en werken D

Een taak uitvoeren A

Een taak uitvoeren B

Gevoelens

Boos

Verdrietig

Bang

Geschrokken

Boos

Blij

Schaamte

Teleurstelling

Verraden voelen

Eenzaam

Bang

Schuldig

Boos

Naar

Fijn / Goed voelen

Prettig/ Goed voelen

Trots

Blij

In de steek gelaten

Boos

Verdrietig

Schuldig

Opgelucht

Bang

Boos

Teleurgesteld

Beledigd

Teleurgesteld

Boos

Trots

Verbonden

Gefrustreerd

Boos

Geïrriteerd

Onzeker

Begrippen

Afspraak

Misverstand

Iets naars

Kwetsbaar

Belofte

Excuses / sorry zeggen

Geheim

Afspraak

(opbouwende) Kritiek/ tip

Compliment

Taakverdeling

Rekening houden met

Speurtocht

Tegen je verlies kunnen

Reageren

Aanwijzingen opvolgen

bouwpakket

Concentreren

Werkvormen

Strip/rollenspel

Rollenspel

Rollenspel

Enquête

Kaartjes invullen

Rollenspel

Tekeningen beoordelen

Gezamenlijke opdracht

Rollenspel

Vliegtuigje volgens

aanwijzingen in elkaar

zetten

Inschatten hoe goed

concentreren

Page 32: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

32

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Bijlage 1 Inventarisatieschema

Inventarisatie lessen groep 5 vervolg

Les

Jezelf presenteren A

Jezelf presenteren B

Een keuze maken

Een keuze maken B

Opkomen voor jezelf A

Opkomen voor jezelf B

Omgaan met ruzie A

Omgaan met ruzie B

Omgaan met ruzie C

Gevoelens

Gekwetst

Boos

Beledigd

Boos

Verontwaardigd

Verdrietig

Verdriet

Begrippen

Presentatie

Aantekeningen

Voorbereiden

Idee

Presenteren

Terugkomen op je keuze

Beslissing

Afweging

Afspraak

Reactie

Onterecht beschuldigd

Terecht

Eerlijk/oneerlijk

Ruzie/meningsverschil

Gezichtspunt

Tevreden

Schelden/uitschelden

Gezichtspunt

Toeschouwer

Compromis

Werkvormen

Presentatie voorbereiden

Rollenspel

Rollenspel

In kleine groepjes

dilemma’s bespreken

Rollenspel

Rollenspel

Rollenspel

Debat

Strip

Rollenspel

Page 33: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

33

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Bijlage 1 Inventarisatieschema

Inventarisatie lessen groep 6

Les

Ervaringen delen A

Ervaringen delen B

Aardig doen A

Aardig doen B

Aardig doen C

Samen spelen en werken A

Samen spelen en werken B

Samen spelen en werken C

Samen spelen en werken D

Gevoelens

Verdrietig

Bang

Bang

Trots

Blij

Schuldig

Rot

Tevreden

Verdrietig

Beledigd

Boos

Teleurgesteld

Gekwetst

Opgelucht

Goed

Naar

Jaloers

Ontevreden

Boos

Verdrietig

(zelf)Medelijden

Trots

Boos

Teleurgesteld

Gekwetst

Verraden

Verdrietig

Bang

Gespannen

Onzeker

Bang

Begrippen

Overlijden

Verleden

Opmerking

Jaloezie

Positief reageren

Vriendschap

Trouw

Rekening houden met

Opzettelijk

Toon/verberg gevoelens

Afstand nemen

Relativeren

Voorstellen/inbrengen

Verlegen

Aanmoedigen

Argumenten

Voorkeur

Groepsbeslissing

Accepteren

Mening

Verlegen

Populair

Groepsbeslissing

Regels

Medespeler

Werkvormen

Opdracht in groepjes

Opdracht in groepjes

Strip

Rollenspel

Enquête

Opdracht in groepjes

Rollenspel

Opdracht in groepjes

Rollenspel in groepjes

In groepjes spel

Regels spel bedenken

Page 34: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

34

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Bijlage 1 Inventarisatieschema

Inventarisatie lessen groep 6 vervolg

Les

Een taak uitvoeren A

Een taak uitvoeren B

Jezelf presenteren A

Jezelf presenteren B

Een keuze maken A

Een keuze maken B

Opkomen voor jezelf A

Opkomen voor jezelf B

Omgaan met ruzie A

Omgaan met ruzie B

Omgaan met ruzie C

Gevoelens

Balen

Vervelend

Onzeker

Zenuwachtig

Bang

Spannend

Onzeker

Spannend

Bang

‘Onder druk gezet’

Boos

Boos

Verdrietig

Geïrriteerd

Onzeker

Rustig

Nerveus

Boos

Verdrietig

Opluchting

Begrippen

Doorzetten

Tegenslag

Opgeven

Taakaanpak

Voorbereiden

Uitvoeren

Afwijkende mening

Voorstellen/kennis maken

Er tegen op zien

Hobby

Gemeenschappelijk

Belang hechten aan

Informatie verzamelen

Afweging

Bedenktijd

‘Aan de beurt zijn’

Voordringen

Accepteren

Vriendschap

Meningsverschil

Onderhandelen

Compromis

Ruzie/meningsverschil

Voordelen/nadelen

compromis

Werkvormen

Opdracht in groepjes

Individuele opdracht

Opdracht in groepjes

In groepjes spel

Kiezen voor goed doel

Gezamenlijke afweging

maken

Rollenspel

In groepjes brief schrijven

Groepsgesprek voeren

Verhaal afschrijven

Opdracht in groepjes

Page 35: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

35

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Bijlage 1 Inventarisatieschema

Inventarisatie lessen groep 7

Les

Ervaringen delen A

Ervaringen delen B

Aardig doen A

Aardig doen B

Aardig doen C

Samen spelen en werken A

Samen spelen en werken B

Samen spelen en werken C

Samen spelen en werken D

Een taak uitvoeren A

Een taak uitvoeren B

Jezelf presenteren A

Jezelf presenteren B

Gevoelens

Boos

Vrolijk

Buitengesloten voelen

Bang

Verontwaardiging

Medelijden

Angst

Boos

Verdrietig

Blij

Bang

Bang

Onzeker

Naar

Schamen

Dom

Eenzaam

Trots

Begrippen

‘in de rede vallen’

Geïnteresseerd/

ongeïnteresseerd

Gevoelens uiten

Uitbundig

Genieten

Aanpassen

‘Jezelf zijn’

‘Anders voordoen dan je

bent’

Erbij betrekken

Troosten

Pesten

Voor een ander opkomen

Taakverdeling

Rekening houden met

Capaciteiten

Kenmerken

Uiten van gevoelens

Rekening houden met

Gehecht aan zijn

Zuinig

Kritiek

Instructies opvolgen

Doorzetten

Presentatie

Beoordelen

Oorzaken

Houding

Stemgebruik

Feedback

Werkvormen

Opdracht in tweetallen

Balspel

Debat

Toneelstukje schrijven en

uitspelen

Rollenspel

Taakverdeling maken

Rollenspel

Brief schrijven

Toneelstukje schrijven en

uitspelen

Opdracht in tweetallen

Opdracht in groepjes

Presentaties beoordelen

Forumdiscussie

Page 36: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

36

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Bijlage 1 Inventarisatieschema

Inventarisatie lessen groep 7 vervolg

Les

Een keuze maken A

Een keuze maken B

Opkomen voor jezelf A

Opkomen voor jezelf B

Omgaan met ruzie A

Omgaan met ruzie B

Omgaan met ruzie C

Gevoelens

Schamen

Onzeker

Verdrietig

Boos

Teleurgesteld

Boos

Oneerlijk behandeld

Woest

Verdrietig

Teleurgesteld

Onbegrepen

Alleen

Trots

Sterk

Begrippen

Voordelen / nadelen

Piekeren

Spijt

Afweging

‘Iets voor jezelf houden’

Opluchten

‘Iets zit dwars’

Mening

Negatief reageren

Afwijkende mening

Kritiek

Rekening houden met

‘Ergens een andere kijk

op hebben’

Jezelf beheersen

Oneerlijk behandeld

worden

Verdedigen

Bemiddelen

Onpartijdig

Voortrekken

Standpunt

Werkvormen

Opdracht in groepjes

Opdracht in groepjes

Opdracht in groepjes

Rollenspel

Opdracht in groepjes

Rollenspel

Brief schrijven

Beheers oefening

Telefoongesprek

uitschrijven en uitspelen

Page 37: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

37

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Bijlage 1 Inventarisatieschema

Inventarisatie lessen groep 8

Les

Ervaringen delen A

Ervaringen delen B

Aardig doen A

Aardig doen B

Aardig doen C

Samen spelen en werken A

Samen spelen en werken B

Samen spelen en werken C

Samen spelen en werken D

Een taak uitvoeren A

Een taak uitvoeren B

Jezelf presenteren A

Gevoelens

Boos

Verdrietig

Teleurgesteld

Groepsgevoel

Gekwetst

Verdrietig

Onzeker

Teleurgesteld

Boos

Verlegen

Teleurgesteld

Boos

Bang

Begrippen

‘Foute grapjes’

Gezamenlijk succes

Beleefd

Respect

Rekening houden met

Asociaal

Opvattingen

Gevoelig punt

Waarde hechten aan

Compliment

Persoonlijke kenmerken

Oprecht

Kritiek

Rekening houden met

Leiding nemen

Acceptatie

Onpartijdig

Voorstellen doen

Oplossingen aandragen

Contact maken

Voor- en nadelen

Oppervlakkig-diepgaand

Kennissen- goede vrienden

Interview

Voorbereiding

Uitvoering

toestemming

Interview

Voorbereiding

Uitvoering

Resultaat

In het middelpunt staan

Werkvormen

Bespreken in groepjes

Rollenspel

Opdracht in groepjes

Rollenspel

Kwartet + bespreken in

groepjes

Complimenten geven

Bespreken in tweetallen

Rollenspel

Bespreken in groepjes

Rollenspel

Interview voorbereiden en

uitvoeren

Logboek invullen en

bespreken

Presenteren in spel

Page 38: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

38

Pre-teaching

Voorb

erei

din

gsl

esse

n b

ij d

e m

ethode

Kin

deren e

n …

hun s

ocia

le t

ale

nte

n

Bijlage 1 Inventarisatieschema

Inventarisatie lessen groep 8 vervolg

Les

Jezelf presenteren B

Een keuze maken A

Een keuze maken B

Opkomen voor jezelf A

Opkomen voor jezelf B

Omgaan met ruzie A

Omgaan met ruzie B

Omgaan met ruzie C

Gevoelens

Boos

Teleurgesteld

Balen

Vervelend

Twijfel

Bang

Boos

Teleurgesteld

Bang

Boos

Eenzaam

Verdrietig

Begrippen

(uitkomen voor)

Afwijkende mening

Argumenten

Moeilijke afweging

Overweging

Voor- en nadelen

‘Je erbij neerleggen’

Respect tonen

Meningsverschil

Gemeenschappelijk

belang

Standpunt

Standpunt

Te ver gaan/acceptabel

Werkvormen

Rollenspel

Bespreken in groepjes

Bespreken in groepjes

Rollenspel

Woordweb

Bespreken in groepjes

Bespreken in tweetallen

Rollenspel

Uitspelen discussie twee

partijen

Bespreken in groepjes

Bespreken in groepjes

Page 39: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

Bijlage 2 Voorbeeld Stappenplan

Voorbeeld van een stappenplan voor het samenwerken in kleine groepen. Afhankelijk van het niveau van de leerlingen

kunt u stappen weglaten of juist toevoegen.

STAP ONDERDEEL PICTO

1. Beslis samen wie de groepsleider is.

2. Doe dit door te stemmen.

3. De groepsleider leest de opdracht voor.

4. Verdeel samen de taken.

5. Spreek af hoeveel tijd iedereen aan zijn taak werkt.

6. Werk aan je eigen taak.

7. Ben je klaar of is de tijd om, ga dan naar de groepsleider.

8. Bespreek met elkaar hoe het werken aan de taak ging.

9. Maak afspraken voor de volgende keer en schrijf deze op.

39

© C

ED

-Gro

ep, O

nderz

oek &

Ontw

ikkelin

g

Page 40: Kinderen en hun sociale talenten - pre-teachinglessen

Meer informatie

• Wilt u meer weten over onderwerpen uit deze brochure? Kijk op www.cedgroep.nl/cursussen.

Mail of bel naar het Cursusbureau van de CED-Groep: [email protected], 010 4071427.

• Wilt u ons relatiemagazine KlasseApart ontvangen? Mail naar [email protected].

• Op www.cedgroep.nl kunt u zich opgeven voor een van onze digitale nieuwsbrieven.

• Het cursusboek kunt u aanvragen bij [email protected]

• Vraag naar onze folders over het werk van de CED-Groep voor vve, bao, s(b)o of vo/bve bij

[email protected]

Uitgave

CED-GroepPostbus 8639

3009 AP Rotterdam

Bezoekadres: Dwerggras 30, Rotterdam

T: + 31 10 4071 599

www.cedgroep.nlMei 2010

Alles is te leren