Kennismaken met de x3

16
Kennismaken met X3 Informatie voor hulpverleners

description

informatiebrochure voor de hulpverleners

Transcript of Kennismaken met de x3

Page 1: Kennismaken met de x3

774 -

ZN

A270 -

07-1

448-0

510 -

ver

sie

1005

Kennismaken met X3Informatie voor hulpverleners

ZNA270_Brochure_297x210.indd 2 6/05/10 11:14

Page 2: Kennismaken met de x3

Afdelingsvisie

Verslaving is een chronische aandoening. Periodes van langdurig en/of overmatig middelengebruik kunnen afgewisseld worden met periodes zonder gebruik. Wij zien verslavingszorg dan ook als een proces van vallen en opstaan.

De oorzaken van verslaving zijn niet eenduidig te verklaren. Verslaving is vaak het resultaat van meerdere factoren; erfelijke, biochemische, psychologische en sociale factoren kunnen allemaal een rol spelen bij het ontstaan en het in stand houden van een verslaving.

Verslaving hangt vaak samen met andere problemen (sociaal-maatschappelijke, fi nanciële, juridische, lichamelijke…) die elkaar beïnvloeden. Deze problemen/noden bekijken we in een observatieperiode, waarbij informatie verstrekken, informatie verkrijgen en motiveren centraal staan.Verslaving heeft voor iedereen een andere functie of betekenis, waarbij het belangrijk is deze samen (team – cliënt – omgeving) te onderzoeken.

Op de ontwenningsafdeling richten we de behandeling op de patiënt en zijn omgeving. Naast de verslaving op zich wordt aandacht gegeven aan de met verslaving samenhangende problemen.

Er wordt getracht de patiënt zijn verantwoordelijkheid en zijn zelfstandigheid terug te laten opnemen. Tegelijk wordt er geprobeerd om hem opnieuw te laten kennismaken met zijn persoonlijkheid, zonder middelenmisbruik.

Aanmoedigen, confronteren, motiveren en inzicht bijbrengen zijn voor ons dagelijkse ‘werkwoorden’ in het streven naar een grotere autonomie voor onze patiënten.

ZNA270_Brochure_297x210.indd 3 6/05/10 11:14

Page 3: Kennismaken met de x3

Organigram X3

Epsi staat voor Eenheid Psychiatrische Spoed Interventie

 

ZNA270_Brochure_297x210.indd 4 6/05/10 11:14

Page 4: Kennismaken met de x3

Visie en doelgroep

Het ZNA Psychiatrisch Ziekenhuis Stuivenberg is gelegen in het centrum van Antwerpen. We werken laagdrempelig en we profi leren ons als een sociaal-psychiatrisch ziekenhuis. Verpleegeenheid X3 richt zich tot volwassenen (vanaf 18 jaar) met een alcohol-, medicatie- en/of cannabisafhankelijkheid. Illegale drugs vormen een contra-indicatie We beschikken over 32 bedden (+ 4 daghospitaal).X3 wil ieder individu vanuit zijn mogelijkheden benaderen: dat verklaart de verschillende behandelwijzen die we hieronder toelichten. Doel van de behandeling is volledige abstinentie.

Structuur van de behandeling

Bij aankomst op de afdeling start de crisisopvang; deze kan maximaal 7 dagen duren. Tijdens deze periode schenken we vooral aandacht aan de acute psychosociale noden en de lichamelijke ontwenning. Elke patiënt krijgt een psychiater (al dan niet in opleiding), een sociaal- en een psychiatrisch verpleegkundige toegewezen.

Vervolgens kunnen de patiënten gedurende 14 dagen in de observatiefase terecht. We willen de aanwezige problematiek nauwkeurig omschrijven en tot een ordening (volledige anamnese) komen van feiten en gevoelens vanuit het standpunt van de patiënt.

Tijdens een gestructureerd programma staan informeren, motiveren, confronteren en samen bespreken op de voorgrond. Na deze periode komen we in team tot een conclusie en stellen we een planning voorop (behandeling – ontslag – doorverwijzing…).Het observatieteam bestaat uit alle disciplines (arts - verpleegkundige - psychol. assistente - sociale dienst - psychiater - bewegingstherapeut - en ergotherapeut) en vergadert wekelijks.

ZNA270_Brochure_297x210.indd 5 6/05/10 11:14

Page 5: Kennismaken met de x3

De patiënt engageert zich voor een observatie via een mondeling contract. Bij het verbreken van deze afspraak kan hij/zij drie maanden niet heropgenomen worden. Tijdens de observatieperiode kan de patiënt het ziekenhuis niet verlaten en mag hij niet naar de cafetaria.

Wanneer het in samenspraak met de patiënt tot een verdere behandeling komt, dan wordt hij/zij ondergebracht in ‘Groep’, ‘Club’, ‘Individuele’ of ‘de Ark’ (-begeleiding?).

In de Groep worden patiënten aangemeld die een alcohol-, medicatie- en/of cannabisprobleem hebben en daar verandering in willen brengen. Ze moeten tevens bereid zijn om dit in groep bespreekbaar te stellen. Aan deze mensen wordt een gestructureerd programma aangeboden van ongeveer 2 maanden. Hierbij schept men de mogelijkheid om de invloed van eigen gedrag op anderen (en vice versa) te onderkennen en bij te sturen.

Het opnemen van eigen verantwoordelijkheid wordt gestimuleerd vanuit een empathisch en ondersteunende grondhouding. Er kunnen maximum 7 patiënten deelnemen aan deze groep. De begeleiding bestaat uit een psychiatrisch verpleegkundige en een psychologe die samen instaan voor de meeste therapiemomenten. Verder zijn de bewegings- en ergotherapeut betrokken bij het programma. Samen met de arts en de hoofdverpleegkundige vormen ze een miniteam dat eveneens wekelijks vergadert. Voor deze patiënten verzorgt de psychologe eveneens wekelijks een avondgroep na ontslag.

De Club is bedoeld voor mensen die vanuit hun persoonlijkheidsstructuur een beperkt aantal strategieën hebben ontwikkeld, op verstandelijk vlak minder mogelijkheden hebben, sociaal en relationeel vaak geïsoleerd zijn en zich meestal materieel niet kunnen handhaven. Het gaat om een groep van maximum 7 patiënten die door 2 vaste psychiatrisch verpleegkundigen begeleid wordt. Zij staan voor het grootste pakket van het programma in. Daarnaast maken de ergo- en bewegingstherapeut ook deel uit van het miniteam (vergadert om de 14 dagen).

ZNA270_Brochure_297x210.indd 6 6/05/10 11:14

Page 6: Kennismaken met de x3

Leren functioneren in een opgelegde structuur en aanleren van dagdagelijkse vaardigheden staat hier centraal. We streven naar een klimaat van rust en geborgenheid van waaruit we actief stimuleren om een hoger niveau van zelfredzaamheid en tevredenheid te bereiken. De verblijfduur is minimum 3 weken.

Tijdens de individuele begeleiding wordt de behandeling vooral gericht op het uitwerken van de verdere leefsituatie van het individu, bv. zoeken naar (beschermde) woon- en werkvorm, doorverwijzing… Het therapieaanbod wordt hier voor iedere patiënt zoveel mogelijk gespecifi ceerd en gedifferentieerd volgens doelstelling. Zo zullen het accent en frequenties van de verschillende therapieën verschillen voor elke patiënt. Naast tweeënhalve FTE verpleegkundigen vormen de bewegings -en ergotherapeut deel uit van dit miniteam (vergaderen om de 14 dagen). De minimum verblijfduur is 14 dagen.

Recent werd de Ark opgestart. In deze groep horen patiënten die een langer verblijf op de afdeling vereisen. Meestal gaat het om patiënten met beperkte fysieke en/of mentale mogelijkheden. Het is niet de bedoeling om hen nog te resocialiseren of met hen naar buiten toe te werken. De rehabilitatie staat voorop. Ze wachten veelal op een doorverwijzing. Naast anderhalve FTE verpleegkundigen vormen de bewegings- en ergotherapeut deel uit van dit miniteam (vergaderen om de 14 dagen).

Thuiszorgproject

Sinds juni 2002 loopt er een thuiszorgproject op onze afdeling.Patiënten die met ontslag gaan op X3 en hun opname correct hebben afgerond kunnen in dit project starten. Patiënten kiezen uit vrije wil voor deze nazorg, maar wie hiervoor in aanmerking komt wordt door het team bepaald. Wij bieden Antabuse aan als ondersteuning. Verder stellen we individuele doelstellingen voorop in samenspraak met de cliënten.

ZNA270_Brochure_297x210.indd 7 6/05/10 11:14

Page 7: Kennismaken met de x3

Individuele doelen kunnen zijn: › Overstap van opname naar zelfstandig woonvorm makkelijker te

maken › Sociale contacten stimuleren en uitbouwen › Vrijetijdsbesteding opstarten en opvolgen › Woonsituatie bekijken › Werksituatie of vrijwilligerswerk › Dagstructuur

Afhankelijk van de mogelijkheden van de patiënt zullen we hem stimuleren, aansporen, met hem meegaan of het van hem overnemen.

Een eerste kennismakingsgesprek vindt plaats op de afdeling.Daarna volgen er huisbezoeken, één tot maximum drie/week.Samenwerking met andere betrokken hulpverleners vinden we belangrijk. Tweewekelijks hebben we een teamvergadering zodat dit project ingebed blijft op de afdeling en de thuiszorgbegeleiding feedback kunnen krijgen.

Voor deze thuiszorg hebben we twee halftime psychiatrisch verpleegkundigen ter beschikking. Zij volgen ongeveer 15 cliënten.

Overzicht behandelingen

(zie bijlage)

Enkele kernbegrippen rond verslavingszorg

a. Ontkenning Wanneer we aan ontkenning denken, leggen we meestal het verband met het ontkennen van het alcoholprobleem. Ook in de praktijk verschijnt ontkenning in verschillende geledingen. Zo botsen we tegen het ontkennen van het drinken zelf. en het ontkennen van de alcoholgerelateerde problemen of een combinatie hiervan.

ZNA270_Brochure_297x210.indd 8 6/05/10 11:14

Page 8: Kennismaken met de x3

In het meest uitgesproken geval wordt zowel ontkend dat men drinkt als dat er andere alcohol gerelateerde problemen zijn. De opname wordt dan uitgelegd als een samenloop van omstandigheden buiten hun macht om. Deze vorm van ontkenning kan even hardnekkig zijn als een waan voor een psychoticus. Patiënt geeft aan dat hij 3 à 4 pintjes per dag drinkt zoals iedereen of wat meer als je aandringt. Deze bekentenis heeft dikwijls niet meer betekenis als een reden om de opname te ‘verantwoorden’. Meestal zit daar geen echte vraag tot veranderen in hoewel iedereen in het begin aangeeft te willen stoppen met drinken.

Vaak geeft de patiënt aan dat hij drinkt maar ontkent dat er verder problemen zijn. Als ik stop met drinken, zijn al mijn problemen opgelost. Of juist omgekeerd, als ik mijn problemen met woonst of werk oplos, zijn mijn drankproblemen ook opgelost. We spreken dan van minimalisatie, eveneens een vorm van ontkennen nl. het ontkennen van de ernst van de problematiek. Het kan een fase zijn tussen de ontkenning en (h)erkenning.

Tegen de ontkenning ingaan of deze willen ‘doorbreken’, heeft weinig zin en vergroot alleen maar de weerstand. Bij ontkenning zien we vooral een stoer gedrag, een overschatting van zichzelf en van zijn mogelijkheden. Belangrijk in het begeleiden is dan dat we ons niet laten misleiden of meegaan in hun zelfbeeld. Wel kunnen we hun reële situatie voorhouden en deze bespreken waarna zij de conclusie trekken of niet. Mogelijke kanalen hierin zijn: het bespreken van de slechte onderzoeksresultaten, het benoemen en bespreken van de ontwenningsverschijnselen, het samen nagaan van de hetero-anamnese en het stilstaan bij het herval.

Doch ontkenning hoeft niet steeds als iets negatief bekeken te worden. Vaak heeft patiënt de ontkenning nodig om zijn problematiek te verwerken. Het is een fase in het proces naar aanvaarding. Het aanvaarden dat zij niet kunnen drinken als iedereen is een moeizaam

ZNA270_Brochure_297x210.indd 9 6/05/10 11:14

Page 9: Kennismaken met de x3

proces. De meeste blijven geloven in de mogelijkheid om sociaal te drinken. Vaak zijn verschillende opnames nodig om tot dit besef te komen, soms lukt het nooit...

b. MotivatieDoor de jaren ervaring,weliswaar met schade en schande, leerden we motivatie niet te zien als een statisch gebeuren maar als een procesmatig gebeuren.Motivatie kan niet altijd een beginpunt of voorwaarde zijn tot behandeling maar soms is het meer een tussenstap of zelfs een einddoel van behandeling. Gemotiveerd geraken om te stoppen met drinken, gemotiveerd geraken om aan je eigen situatie te werken is dan de boodschap. Zelfs dit is een zeer moeizaam proces voor onze patiëntenpopulatie. Onze populatie komt niet uit de YAVIS-groep (Young, Attractif…), dus ze zijn meestal niet de jonge, aantrekkelijke, vlot verbale intelligente en gemotiveerde patiënten wiens leven er sociaal stabiel uitziet. Juist integendeel. Meermaals kun je je eerder afvragen waar moeten ze die motivatie tot veranderen eigenlijk vandaan halen met zo’n trieste toekomstperspectieven? Geen werk meer, geen woonst, geen geld, geen zelfwaarde meer. Drinken is dan dikwijls het enige wat ze overhouden, ook al weten ze dat stoppen beter zou zijn maar het blijft een zeer effectief middel om even de ellende te vergeten, trouwens ondertussen zijn ze er lichamelijk en geestelijk aan verhangen.

Wat betekent dit dan concreet voor onze werking?

Dit betekent dat we een opname niet als afgesloten beschouwen bij ontslag. Daar gedragsverandering tijd vraagt en ieder patiënt zijn eigen tempo heeft, weten we dikwijls dat iemand niet genoeg zal hebben aan één opname. Daardoor hoeven we onszelf en de patiënt niet te forceren om alles in één opname rond te krijgen. De uitspraak ‘het zal voor een volgende keer zijn’ maakt de bittere pil van een, voor ons te vroeg ontslag wat milder. Het laat voor de patiënt ook de deur open om een volgende keer ‘gemakkelijker’ terug aan te pikken. We geven mensen eigenlijk veel kansen om via een nieuwe opname te herbeginnen of terug aan te pikken. Dikwijls wordt bij ontslag de

ZNA270_Brochure_297x210.indd 10 6/05/10 11:14

Page 10: Kennismaken met de x3

mogelijkheid tot een volgende opname opengehouden. ‘Jijzelf hebt het gevoel dat je nu sterk genoeg bent om het buiten te proberen, ok voor ons, maar als je het moeilijk krijgt, kun je altijd contact met ons opnemen.’ Zijn beslissing om nu niet te veranderen wordt als mogelijkheid gezien. Ook al beschouwen we dit als een onverstandige keuze, respecteren we toch zijn keuze.

Bij dit ‘kansen geven’ zit ook een verleidelijke valkuil voor behandelaar. Zoals een houding aannemen of uitspraken doen als ‘ik had het je toch al vorige keer voorspeld dat het je niet zou lukken of ha, ben je terug!’. Bij behandelaar kan dit gevoelens van misprijzen en almacht of betutteling over patiënt oproepen (hij kan het toch niet en zal het nooit kunnen, eens verslaafd, altijd verslaafd). Dit staat een gezonde samenwerking in de weg, want de patiënt voelt zich betrapt en moet nu uitkijken wat hij in de toekomst zegt of doet. Of hij wordt nu juist afhankelijk van de behandelaar. Of hij gaat bewijzen dat de behandelaar verkeerd is (doe jij het me nu maar eens voor wat ik moet doen, om daarna tot ergernis van behandelaar dit steeds te laten mislukken). Het proces bij patiënt van eigen verantwoordelijkheid opnemen wordt hierdoor zeer verstoord.

Volledigheidshalve moet er wel aan toegevoegd worden dat dit aanbod om onvoorwaardelijk kansen te geven vooral opgaat bij mensen die zich de eerste of tweede keer bij ons aanmelden. Bij de abonnees bekijken we elke volgende opname wel kritischer. Dit kan inhouden dat er bepaalde voorwaarden voor een opname moeten vervuld zijn, voorwaarden liefst afgesproken bij vorig ontslag. Dit kan gaan van akkoord zijn met verwijzing naar bv dagziekenhuis, de afgesproken consultatie nagekomen zijn of toch gepoogd, een minimum aan geld bij zich hebben en soms kijkt men aan tegen een lock-out. Vandaar ook onze afsprakenmap die voor de psychiater op EPSI (diegenen die moeten opnemen) niet altijd gemakkelijk is. En daar kunnen we inkomen. Maar anderzijds is het voor de verpleging van X3 ook niet altijd een sinecure om de afspraken te laten nakomen.

ZNA270_Brochure_297x210.indd 11 6/05/10 11:14

Page 11: Kennismaken met de x3

In ieder geval gaan we er steeds vanuit dat er, hoe dan ook, een vorm van motivatie aanwezig is. Tijdens de opname proberen we die motivatie te concretiseren in hulpvragen om te gebruiken als behandeldoelen. Indien er na enige tijd duidelijk wordt dat er geen enkele vorm van hulpvraag aanwezig blijkt te zijn waarmee we kunnen werken, stopt de huidige opname.

c. Omgaan met onze motivatieOnze motivatie welke één van onze belangrijkste therapeutisch instrumenten is, wordt zwaar op de proef gesteld door onze patiënten. Enkele voorbeelden:

› patiënten motiveren vraagt energie terwijl dit niet altijd bekrachtigd wordt door een direct resultaat. De grote turn-over vereist dat je bij elke nieuwe opname opnieuw klaar staat, maar evengoed bij heropnames, hervalsituaties... Dit ‘zuigt’ je leeg en laat je dikwijls achter met een gevoel van machteloosheid en twijfels over eigen functioneren. Zonder relativeren kun je in een negatieve of onverschillige houding geraken.

› we hoeven van onze patiënten ook geen bedankingen te verwachten na een opname. Ze vertrekken meestal in de overtuiging dat het hen zal lukken en dat ze zichzelf terug in eigen handen hebben. Waarom dan bedanken, integendeel.

› Wanneer er iets fout loopt ,willen patiënten graag de schuld in de schoenen schuiven van anderen (team) . Hierdoor kunnen ze zich opstellen als de benadeelde, voor zichzelf en voor de buitenwereld. Dan krijgt deze wel te horen hoe slecht dat het er op X3 aan toegaat. Wat hun eigen aandeel is, blijft meestal onbesproken.

d. ValkuilenWanneer iemand begint te werken op X3, heeft hij of zij meestal hetzelfde idee als de patiënt, namelijk wanneer iemand stopt met drinken, is alles meestal opgelost. Na enige tijd stel je vast dat dit niet opgaat en de ontnuchtering volgt. Pas daarna komt het inzicht in de problematiek en het werken ermee.

ZNA270_Brochure_297x210.indd 12 6/05/10 11:14

Page 12: Kennismaken met de x3

Om onze motivatie te behouden, moeten we beseffen dat we een schakel zijn in de lange weg die door patiënt moet afgelegd worden. We helpen elke keer iemand verder op weg, wetende dat er veel zijwegen zijn. Zo moet je wel grenzen trekken en regels stellen. Het respecteren van de afspraken door heel het team is de rode draad en de steunpilaar voor jezelf.

Ook mogen we niet de ‘schuld’ van patiënt op ons nemen. Hetgeen wat fout is gelopen, moeten wij niet direct proberen op te lossen. Dit is onmogelijk en ontherapeutisch.

We mogen ons ook niet laten verleiden om de schijnpersoonlijkheid van de verslaafde te volgen. Langs de ene kant mogen we niet meegaan in het overschatten van zichzelf, langs de andere kant mogen we niet teveel overnemen. Een juiste balans vinden is soms geen sinecure. Realistische verwachtingen nastreven en aanmoedigen is dan een goede leidraad.

Het is gelukkig niet altijd ondankbaar werk, zoals je zou beginnen te denken. We zien ook wel resultaten van ons werk. Hoewel het dikwijls vanuit een hoek komt die je niet had verwacht. Dat motiveert om verder te gaan omdat er blijkbaar toch zaken blijven hangen bij mensen. Anderzijds komen we in contact met de aangename karaktertrekken van de persoon met een verslaving en ontmoeten we de mens achter de verslaafde met zijn verdriet en plezier. Dingen die niet altijd zichtbaar zijn voor diegene die met ze in contact komen in benevelde toestand.

Verder putten we onze motivatie uit informele gesprekken en contacten op dienst en daarbuiten (waar we demotiverende factoren kunnen spuien), themadagen die we binnen onze dienst organiseren en het bijwonen van studiedagen.

ZNA270_Brochure_297x210.indd 13 6/05/10 11:14

Page 13: Kennismaken met de x3

e. Gemotiveerd of niet gemotiveerd, is that’s the question?Motivatie is blijkbaar het sleutelwoord om in therapie te kunnen gaan en te blijven. Gemotiveerd of niet-gemotiveerd zijn, that’s the question. Maar is dat wel zo?

Eigenlijk is motivatie bij elke patiënt aanwezig, alleen is het dikwijls deze niet die wij verwachten of belangrijk vinden.

Patiënten zijn meestal gemotiveerd om te blijven drinken, ook al zouden ze willen matigen maar ... nooit meer drinken?

Voor ons is dit een teken van niet-gemotiveerd zijn. Want gemotiveerd zijn wil voor ons zeggen: willen stoppen met drinken. De meeste patiënten hebben dit vrij vlug door en weten om opgenomen te worden wat ze op EPSI en bij ons moeten zeggen. Iedereen wil dan stoppen met drinken of slikken. En bij velen is het op dat moment ook wel een oprechte wens maar dit verandert snel wanneer ze zich terug beter gaan voelen. De motivatie ‘willen stoppen met drinken’ houdt meestal niet een vraag tot stoppen met drinken in maar wel een vraag tot hulp.

Patiënten zijn dikwijls zeer gemotiveerd om hun alcoholgerelateerde problemen op te lossen. En willen ons en vooral de Sociale Dienst erbij betrekken om dit voor hen te klaren.

Dit is voor ons weer een teken van gebrek aan motivatie. Want een gemotiveerde patiënt neemt zelf verantwoordelijkheid op voor zijn zaken en voor zichzelf. We weten wel dat externe factoren zoals: al of niet dreigende scheiding, ontslag, fi nanciële problemen, snel verslechterende lichamelijke conditie, dreigend of reeds bestaand sociaal isolement, ook motiverend kunnen werken. Maar het belangrijkste blijft toch de innerlijke bereidheid tot therapie, tot veranderen. Die innerlijke bereidheid vertalen we dan in:

› patiënt wil zich engageren voor een langere behandeling en wil hiervoor bepaalde zaken laten en houdt zich aan de zaalregels (droog blijven, programma stipt volgen);

ZNA270_Brochure_297x210.indd 14 6/05/10 11:14

Page 14: Kennismaken met de x3

› patiënt geeft aan dat hij voor zichzelf nieuwe kansen wil creëren; › patiënt is bereid antabuse te nemen en vraagt zelf regelmatig

aan zijn begeleidster een gesprek en is actief in de verschillende vergaderingen;

› patiënt neemt geen ontslag wanneer er geldmiddelen vrijkomen; › patiënt heeft zich nuchter aangeboden en heeft geen of beperkte

sociale en/of fi nanciële problemen; › er zijn positieve ervaringen bij vorige opname of het is de eerste

opname; › er is lijdensdruk en emotie aanwezig.

Ons beeld en opvatting over gemotiveerd zijn verschilt dus duidelijk met die van de patiënt. Dit kan niet anders leiden dan tot misverstanden, frustraties aan weerszijde:

Patiënt voelt zich niet geholpen in zijn vraag, omdat achter zijn ‘niet-gemotiveerde’ houding dikwijls allerlei gevoelens als schaamte, schuld, onmacht en hulpeloosheid schuil gaan, die niet (h)erkend werden.

Bij de behandelaar werkt het niet aannemen van zijn hulpaanbod door patiënt ook demotiverend. En men komt terecht in volgende valkuilen: men gaat het niet gemotiveerd zijn van patiënt als excuus gebruiken om eigen frustratie en teleurstelling naar resultaat of afgenomen motivatie tot helpen weg te rationaliseren. Of men verlaat zijn zelfkritische houding omdat het toch de patiënt is die niet gemotiveerd was.

Motivatie is blijkbaar ook een sleutelwoord waardoor je gedrag, denken en voelen naar patiënt toe beïnvloed wordt. Zoals in het intakegesprek reeds geconcludeerd wordt: de motivatie van patiënt is bedenkelijk, het is meer een sociale opname. Dit zet reeds een etiket op patiënt, waardoor je hem anders gaat benaderen dan wanneer je hoort dat hij gemotiveerd is. Want dan zou je hem bv sneller observatie aanbieden, dan is het iets comfortabeler om met hem te spreken, het maakt je iets toegeefl ijker als hij iets vraagt en misschien

ZNA270_Brochure_297x210.indd 15 6/05/10 11:14

Page 15: Kennismaken met de x3

verhoogt het je kans om nog eens eer te halen van je werk.

Deze misverstanden geven het verweven zijn aan van de motivatie bij patiënt met de motivatie bij de behandelaar. Motivatie is dus niet enkel patiëntgebonden hoewel we het daar meestal wel over hebben. Terwijl bij onze populatie de motivatie van de behandelaar even belangrijk is.

De motivatie bij behandelaar zouden we kunnen vertalen in de bereidheid positief en open te staan naar patiënt toe. De motivatie om te veranderen moet uiteindelijk wel komen van patiënt zelf, maar wij moeten gemotiveerd zijn om hem in zijn keuze te begeleiden, te steunen, hem geloof in zichzelf en zijn beperktheden te geven. En soms is het slechts onze motivatie die overblijft.

Deze motivatie om te blijven werken met deze patiënten moet wel vanuit onszelf komen. Het mag niet afhangen van het gedrag, succes of falen van de patiënt. Ook al blijven dit belangrijke invloeden die je snel frustreren, ontgoochelen als je deze niet relativeert. Hoe dikwijls wijzen patiënten je aangeboden hulp af omdat ze het gevoel hebben dat ze nu alles terug onder controle hebben. Terwijl je zelf met bijna zekerheid kunt voorspellen dat het snel gaat mislopen omdat er geen fundamentele verandering in leefsituatie of in kijken naar zichzelf heeft plaatsgevonden. We hebben juist een populatie waar veel tijd over heen gaat vooraleer enig resultaat, of stabilisatie of beperkt herval bekomen wordt. Ondanks deze waarschuwingen en je ervaring, blijven deprimerende gevoelens je op bepaalde tijden wel parten spelen. Dan is het goed dat je in een team werkt waardoor jouw verminderde motivatie of bereidheid naar een patiënt toe door anderen wordt opgevangen of overgenomen. In een team zijn er gelukkig wel altijd mensen die het op dat moment wel zien zitten met die persoon. Zo blijft de patiënt niet in de kou staan.

Toch moeten we bekennen, dat we als team ook al eens deze positieve balans niet hebben gevonden voor een patiënt, waardoor het beter was voor iedereen, patiënt en team, de opname op onze afdeling voor een tijd op te schorten. Hoe we dit concreet vertalen in onze werking is te ondervinden in de praktijk.

ZNA270_Brochure_297x210.indd 16 6/05/10 11:14

Page 16: Kennismaken met de x3

www.zna.be

774 -

ZN

A270 -

07-1

448-0

510 -

ver

sie

1005

ZNA Psychiatrisch Ziekenhuis Stuivenberg

Afdeling X3 – ontwenningLange Beeldekensstraat 2672060 Antwerpen03 217 77 35

Medewerkers team

dr. Johan Degroote, afdelingspsychiaterJohan Meul, hoofdverpleegkundigeNele De Vroey, psychologeKelly Lenaers, Sociale Dienst

ZNA270_Brochure_297x210.indd 1 6/05/10 11:14