Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2....

76
NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg Jaarboek 2014 Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg

Transcript of Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2....

Page 1: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg

Jaarboek

2014

nivel

jaa

rb

oe

k 20

14

Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg

Postadres Postbus 1568, 3500 BN UtrechtBezoekadres Otterstraat 118­124, Utrechttelefoon (030) 27 29 700fax (030) 27 29 729WeBsite www.nivel.nl

www.nivel.eu@nivel_research

Nederlands instituut

voor onderzoek van

de gezondheidszorg

Page 2: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

Utrecht, mei 2015

NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg

Jaarboek

2014Nederlands instituut

voor onderzoek van

de gezondheidszorg

Page 3: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

NIVEL jaarboEk 2014

[email protected] (030) 2 729 700Fax (030) 2 729 729

iSBn 978-94-6122-311-1© 2015 nivel, Postbus 1568, 3500 Bn UtrechtVormgeving en illustraties: Jan van Waarden/ram vormgeving

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of open‐baar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, micro‐film of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaandeschriftelijke toestemming van het NIVEL te Utrecht. Hetgebruik van cijfers en/of tekst als toelichting of ondersteuningin artikelen, boeken en scripties is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Page 4: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 3

Inhoud

De dubbele missie van het NIVEL 5

1 De mensen om wie het draait, de patiënten 9

2 Wat er omgaat tussen patiënten en zorgaanbieders 15

3 Het zorgaanbod: mensen en organisaties 21

4 De inrichting van het stelsel: het bredere maatschappelijke perspectief 31

5 De onderzoekstructuur van het NIVEL 39

6 Overzichtstudies en kennisvragen 45

7 Promoties en prijzen 51

8 Bijlagen 57

Overzicht van internationale artikelen NIVEL in cijfers Raad van Toezicht

Page 5: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch
Page 6: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

5

De dubbele missie van het NIVEL

Page 7: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 46

Het NIVEL heeft een dubbele missie: het doen van

beleids­ en toepassingsgericht gezondheidszorg­

onderzoek dat ook wetenschappelijk meetelt.

Ons onderzoek moet aansluiten bij de problemen

en uitdagingen waar de gezondheidszorg voor

staat en de resultaten moeten bruikbaar zijn.

Tegelijk moet het voldoen aan de eisen die aan

wetenschappelijk onderzoek worden gesteld.

Page 8: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

D e D u B B e l e m i S S i e v a n h e t n i v e l 7

Het gezondheidszorgonderzoek van het nivel omvateen breed terrein van de gezondheidszorg en volks-gezondheid en bestaat uit vier onderdelen:

– de mensen om wie het draait, de patiënten– wat er omgaat tussen patiënten en zorgaanbieders– de mensen en organisaties in de zorg, variërend van

huisartsen, medisch specialisten en fysiotherapeutentot ziekenhuizen en

– de context waarin dat gebeurt, de organisatie van dezorg, het zorgstelsel, verzekeraars en de toezicht -houders.

We streven in ons onderzoek naar een goede balanstussen de bruikbaarheid in de praktijk en de weten-schappelijke verantwoording. U vindt daar in dit jaarboek een aantal voorbeeldenvan. Het jaarboek biedt een selectie van onze activiteitenin 2014, beschrijvingen van onze onderzoeksresulta-ten, onze onderzoeks infrastructuur – onze nationaledatabases, panels en monitors – en wetenschappe-lijke artikelen van nivel-onderzoekers.

Ook treft u in dit jaarboek een overzicht van verschenen overzichtstudies en kennisvragen. Daarmee geven we inzicht in de stand van de kennis,toegesneden op een gerichte beleidsvraag en in dethema’s die op dit moment van belang zijn, de kansen en mogelijke risico’s.

Alle publicaties zijn te downloaden en te bestellenvanaf de nivel-website.

Page 9: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch
Page 10: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

99

De mensen om wie het draait, de patiënten

Page 11: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 410

De individualisering en stijgende levensverwach­

ting leiden tot veranderende patronen van ziekte

en gezondheid, wat tot uiting komt in meer

chronische ziekten, multi­morbiditeit, maar ook

een relatief goed ervaren gezondheid ondanks

de beperkingen van chronische ziekten. Er is de

afgelopen jaren veel nadruk gelegd op burgers

die zelfstandig keuzes maken. Burgers weten

beter wat zij zelf willen. Toch blijkt ook telkens

weer dat er grenzen zijn aan hun mondigheid.

Niet iedereen kan en wil de regie over de eigen

zorg op zich nemen. In dit hoofdstuk treft u een

selectie van in 2014 afgeronde onderzoeks ­

projecten waarin bovengenoemde thematiek

centraal staat.

Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand

Negen van de tien chronisch zieken voelen zich zelfprimair verantwoordelijk voor de dagelijkse omgangmet hun ziekte. Zij willen zelf de regie voeren overhun eigen zorg en leven, het liefst met informelehulp van familie en vrienden. Maar juist deze infor-mele hulp blijkt vaak moeilijk te regelen. Steeds meer wordt van chronisch zieken verwacht datzij zelf de verantwoordelijkheid nemen voor hungezondheid, ziekte en zorg. Er ligt een sterke nadrukop ‘zelfmanagement’ en ‘eigen regie’. Overheden enzorgverleners spelen daarop in door steeds meer ver-antwoordelijkheid neer te leggen bij de chronischzieke en zijn sociale netwerk. In samenwerking metAchmea inventariseerde het nivel wat mensen meteen chronische ziekte van deze ontwikkelingen en‘zelfmanagement’ vinden en hoe zij hun eigen verant-woordelijkheden en de verantwoordelijkheden vanprofessionals daarbij zien. De uitkomst van dit onderzoek is voor Achmea aan-leiding om meer in te zetten op het faciliteren enondersteunen van mensen met een chronische ziekteén hun mantelzorgers, zodat die in staat zijn en blij-ven om ‘zelfmanagement samen’ te kunnen toepas-sen. h www

Page 12: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

D e m e n S e n o m w i e h e t D r a a i t , D e p a t i ë n t e n 11

Dementie: mantelzorger weet Wmo­loket nog niet te vinden

Mantelzorgers van mensen met dementie zijn onver-minderd zwaar belast. Gemeentes worden in 2015verantwoordelijk voor hun ondersteuning, maar veelmantelzorgers weten de weg naar het gemeentelijkeWmo-loket nog niet te vinden.De belasting van mantelzorgers is in 2013 nog evenhoog als in 2011, zo blijkt uit de DementiemonitorMantelzorg van Alzheimer Nederland en het nivel.Vier op de tien mantelzorgers van mensen metdementie voelen zich ‘tamelijk zwaar belast’, en ruiméén op de tien voelt zich ‘zeer zwaar belast’ of ‘over-belast’. Veel mantelzorgers hebben het gevoel eralleen voor te staan, ze zorgen dag en nacht voor hunnaaste met dementie en de situatie laat hen nooit los.Het maakt wel uit of de naaste met dementie thuiswoont of is opgenomen in een instelling. Mantelzor-gers van mensen die thuis wonen verwachten de zorgminder lang vol te kunnen houden. In het algemeenvoelen mantelzorgers zich het meest gesteund doorde casemanager dementie.

Alzheimer Nederland en het nivel houden sinds2005 elke twee jaar een landelijke monitorpeilingonder mantelzorgers. Dit is de vierde grootschaligepeiling. Meer dan 3300 mantelzorgers hebben in hetnajaar van 2013 een uitgebreide vragenlijst ingevuld.Mantelzorgers van thuiswonende mensen metdementie blijken vooral behoefte te hebben aan dagactiviteiten of dagopvang voor hun naaste metdementie, met activiteiten zoals dagverzorging, dagbehandeling, bezoeken aan ontmoetingscentra ofbezoeken van vrijwilligers. nivel-programmaleider prof. Anneke Francke: ‘Zulkedagactiviteiten voor mensen met dementie zijn ookvan belang voor de mantelzorger, omdat deze daneven op adem kan komen.’ h www

Page 13: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 412

Stemmen nog niet vanzelfsprekend bij verstandelijke beperking

In Nederland heeft iedereen boven de 18 jaar stem-recht. Ook mensen met een verstandelijke beper-king. De helft van de mensen met een lichte ofmatige verstandelijke beperking uit het Panel SamenLeven van het nivel maakte er gebruik van bij delaatste verkiezingen. Familieleden noemen diverseoorzaken en redenen waarom stemmen door mensenmet een verstandelijke beperking nog niet vanzelf-sprekend is.Tijdens de landelijke verkiezingen in 2012 stemde ietsmeer dan de helft (52%) van de mensen met een ver-standelijke beperking uit het Panel Samen Leven vanhet nivel. Onder de algemene bevolking lag hetopkomstpercentage rond de 75%. Van de mensenmet een verstandelijke beperking bracht 43% zelf zijnstem uit, een klein aantal (9%) gaf anderen een vol-macht en 48% stemde niet. Opmerkelijk is dat 5% van de familieleden aangeeftdat er niet is gestemd omdat degene met de verstan-delijke beperking onder curatele staat of geen stem-recht heeft. Daarnaast geven familieleden aan dattwee derde van hun naasten met een verstandelijkebeperking onvoldoende begrijpt wat er speelt om tekunnen stemmen, en dat een kwart er niet in is geïn-teresseerd. h www

Reumapatiënt extra gevoelig voor andere chronische ziekten

Reumapatiënten hebben meer kans op andere chro-nische ziekten. Zo ontwikkelde 56% van de reumapa-tiënten binnen drie jaar een extra chronische aandoe-ning, vooral CopD, hoge bloeddruk, carpaal tunnel-syndroom of hartfalen. In een controlegroep was dit46%, zo blijkt uit een publicatie van onderzoekersvan het nivel en vumC in het wetenschappelijke tijd-schrift BMC Family Practice. Reuma is een auto-immuunziekte waarbij degewrichten ontsteken. In Nederland hebben 48 op de10.000 patiënten reuma. Dat betekent dat in eengemiddelde huisartsenpraktijk van 2.350 patiëntenzo’n 12 patiënten reuma hebben. Zoals veel patiëntenmet een chronische ziekte, hebben ook veel reuma-patiënten naast reuma nog een of meer andere chro-nische ziekten. Op het moment dat de diagnosereuma wordt gesteld, heeft 70% van de patiënten alminimaal één andere chronische aandoening.Na de diagnose krijgt meer dan de helft van depatiënten met reuma er binnen drie jaar nog eenchronische aandoening bij. Meerdere chronischeziekten betekenen voor een patiënt vaak meer beper-kingen en een mindere kwaliteit van leven. Boven-dien was de kans om een extra chronische ziekte teontwikkelen groter naarmate patiënten ouder waren. nivel-programmaleider Joke Korevaar: ‘De snelheidwaarmee een extra chronische aandoening zich ont‐wikkelt en het hoge percentage patiënten bij wie datgebeurt, onderstreept het belang van preventie in dehuisartsenpraktijk.’ h www

Page 14: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

D e m e n S e n o m w i e h e t D r a a i t , D e p a t i ë n t e n 13

Veel psychiatrische problemen en drugsmisbruik onder arrestanten

Van de arrestanten in de politiecel krijgt 28% medi-sche zorg. Van hen heeft de helft psychische of versla-vingsproblemen, drugsmisbruik is de belangrijkstereden voor consultatie van een arts. Dit vraagt omspecifieke kennis, zo blijkt uit een publicatie vanonderzoekers van de GGD Amsterdam en het nivel inhet wetenschappelijke tijdschrift Journal of Forensicand Legal Medicine. Medische zorg in de politiecel is anders dan daarbui-ten. Deze wordt grotendeels verleend door forensischartsen, die meestal in dienst zijn van een GGD. Eenforensisch arts ziet in de politiecel drie keer zo veelpatiënten met psychische problemen of verslavings-problematiek als een huisarts in zijn praktijk. En hijschrijft bijna twee keer zo vaak psychofarmaca voor,zoals middelen tegen verslaving, antipsychotica ofantidepressiva. Van tijd tot tijd laait de discussie opover de medische zorg voor arrestanten en gevange-nen, bijvoorbeeld omdat voor hen de vrije artsen-keuze beperkt is en sommige forensisch artsen geenhuisartsenopleiding hebben.

‘Voor somatische aandoeningen, zoals acute buik‐klachten, moet de zorg vergelijkbaar zijn met die vaneen huisarts’, stelt Tina Dorn, onderzoeker bij de GGDAmsterdam, ‘maar gezien het grote aandeel verslaaf‐den en psychiatrische patiënten is de gemiddelde huis‐arts hiervoor niet de aangewezen persoon. Het zijnecht heel andere patiënten dan huisartsen gewoonlijkin hun praktijk zien. Een forensisch arts is door zijnopleiding en ervaring gewoonlijk goed toegerust omdeze zorg te verlenen.’‘Het gaat namelijk niet alleen om de medische kennis’,legt ze uit, ‘maar ook om de omgang met deze patiën‐ten. Veel van deze mensen zijn agressief, zwaar onderinvloed of vergiftigd door drugs of alcohol. Een foren‐sisch arts besluit dan of zo iemand in de cel kan blij‐ven of naar het ziekenhuis moet. Bovendien is eenforensisch arts goed op de hoogte van het juridischekader.’ h www

Page 15: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

?

Page 16: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

15

②Wat er omgaat tussen patiënten

en zorgaanbieders

A

Page 17: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 416

De spreekkamer staat model voor de situatie waar patiënten en zorgaanbieders elkaar tegenkomen.

In die spreekkamer spelen twee ontwikkelingen die met elkaar op gespannen voet staan.

Enerzijds is er de nadruk die gelegd wordt op evidence based handelen, op veilig handelen,

op handelen volgens richtlijnen. De professionals in de zorg worden daar op aangesproken.

Die nadruk versterkt de bijna natuurlijke drang van hulpverleners om in te grijpen, om te handelen.

Aan de andere kant weten we dat patiënten gebaat zijn bij het verder ontwikkelen van hun

zelfmanagementvaardigheden. Immers, verreweg de meeste tijd, van dag tot dag, zal een patiënt

zelf behandelbeslissingen nemen. Dat vraagt een veel meer coachende rol van de professional.

In 2014 hebben we een aantal projecten afgerond over de interactie tussen patiënten en

zorgaanbieders. Een selectie hiervan treft u in dit hoofdstuk.

Page 18: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

w a t e r o m G a a t t u S S e n p a t i ë n t e n e n z o r G a a n B i e D e r S 17

Helft patiënten ervaart barrières in gesprekmet arts

De helft van de patiënten ervaart barrières in een ge -sprek met een arts. Ruim een derde wil daarvoor zelfshulp. Dit zijn vooral kwetsbare patiënten. Met sim-pele interventies zou hier al veel in kunnen verbete-ren, stellen onderzoekers van het nivel en amC in hetwetenschappelijke tijdschrift Health Expectations.Patiënten zijn doorgaans tevreden over gesprekkenmet hun arts of verpleegkundige. Toch zouden veelvan hen baat hebben bij een ruggensteuntje voor hetconsult. De meeste patiënten willen niet lastig zijn,ze hebben het idee dat er te weinig tijd voor ze is ofze herinneren zich hun vragen pas na het consult. nivel-programmaleider Sandra van Dulmen: ‘Erblijft altijd maar die grote afstand of dat ontzien vande dokter. Patiënten zijn bang dat de dokter het tedruk heeft, ze zien de volle wachtkamer en ze makenhun eigen behoefte ondergeschikt aan de agenda vande dokter. Artsen moeten zich ervan bewust zijn datdit leeft bij patiënten.’ Ze vindt dat artsen meermoeite moeten doen om na te gaan of patiënten alhun vragen hebben gesteld en aangeven dat er in hetconsult ruimte is om vragen te stellen. ‘Patiënten aande andere kant kunnen beter beslagen ten ijs komenen vragen voorbereiden. Artsen zouden ze gericht opkwalitatief goede informatie kunnen wijzen op inter‐net of op papier, informatie die patiënten vóór hetconsult kunnen bekijken om zich daarop voor te berei‐den. Nu gebeurt het nog te vaak dat een patiënt eenmedische term niet begrijpt, zonder dat hij de moge‐lijkheid krijgt dat te zeggen.’ h www

Fysiotherapeuten en patiënten positief overdirecte toegang

Sinds iedereen zonder verwijzing naar de fysiothera-peut kan, is het gebruik van fysiotherapie nietextreem toegenomen. Fysiotherapeuten en patiëntenzijn tevreden, huisartsen merken geen verschil inwerklast. Dit blijkt uit een publicatie van onderzoe-kers van het nivel in het wetenschappelijke tijd-schrift Physical Therapy.In 2006 introduceerde het ministerie van vwS de vrijetoegang tot de fysiotherapie. De verwachtingenwaren dat de erkenning van de fysiotherapeut als volwaardig behandelaar hierdoor zou verbeteren,patiënten meer keuzevrijheid zouden krijgen enhuisartsen enigszins zouden worden ontlast. Wel waser de angst dat de directe toegang tot veel meer fysio-therapiebehandelingen zou leiden. nivel-onderzoe-ker Ilse Swinkels: ‘Die angst lijkt ongegrond. Wezagen wel meer patiënten, maar die stijging is ook teverklaren uit de toename van het aantal chronisch zie‐ken en ouderen.’In de gegevens van de nivel Zorgregistraties is tezien dat van 2004 tot 2009 het aantal rug-, schouder-en nekklachten in de huisartsenpraktijk licht daalde,terwijl het aantal knieklachten toenam. In 2004bezocht 17% van de Nederlanders een fysiotherapeut,in 2009 was dat 21%. Het aantal mensen dat zonderverwijzing naar de fysiotherapeut ging, nam toe van28% in 2006 tot 44% in 2010 en 47% in 2012. Patiën-ten die zonder verwijzing komen, hebben gemiddelddrie behandelingen minder dan mensen die wordenverwezen door de huisarts. h www

Page 19: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 418

Diane­35­pil tot 2012 regelmatig voorgeschre­ven als anticonceptie

De ene huisartsenpraktijk schreef de Diane-35-pil tot2012 vaker voor als anticonceptie dan de andere, ter-wijl de pil daarvoor niet was geregistreerd, zo blijktuit een publicatie van onderzoekers van het nivel inHuisarts & Wetenschap.Mogelijk zijn in de 25 jaar dat de Diane-35-pil op demarkt is 27 vrouwen door de pil overleden. Ditmeldde het Landelijk Registratie Bureau Bijwerkin-gen (lareB) in 2013, wat veel commotie veroorzaakte.De Diane-35-pil is uitsluitend geregistreerd voor acneen daarmee samenhangende huidklachten en deindicatie is inmiddels sterk ingeperkt. Artsen schre-ven de pil echter ook voor als anticonceptie. Door ditoff-label-gebruik, dus zonder de indicatie waarvoorhet middel is geregistreerd, werd het middel vakervoorgeschreven dan verwacht. Cijfers hierover warenechter nog niet bekend, reden om dit te onderzoe-ken.In de nivel Zorgregistraties eerste lijn begonnen tus-sen 2002 en 2011 2876 vrouwen tussen 15 en 40 jaarmet de Diane-35-pil of een generieke variant. Bij eenderde van de vrouwen registreerde de huisarts geenhuidklachten of huidmedicatie. De andere vrouwendie de pil kregen voorgeschreven hadden wel eenindicatie voor huidklachten of medicatie daarvoor.Voor 58% van alle gebruiksters was dat al in de peri-ode voordat ze de Diane-35-pil kregen voorgeschre-ven. h www

Partner van kankerpatiënt gaat vaker naar dehuisarts

Partners van patiënten met kanker bezoeken in deperiode na de diagnose vaker hun huisarts dan daar-voor. Zij komen vooral vanwege lichamelijke of psy-chosociale klachten, zo blijkt uit een publicatie vanonderzoekers van het nivel in het ScandinavianJournal of Primary Health Care.Kanker raakt niet alleen patiënten maar ook familieen vrienden. De onderzoekers keken naar het huis-artsbezoek van de partners van patiënten, zes maan-den voor tot twee jaar na de diagnose kanker. In dieperiode bezochten de partners frequenter hun huis-arts dan daarvoor. Een belangrijke reden van hetbezoek was dat hij of zij problemen heeft met deziekte van de partner, maar ook lichamelijke klachtenkunnen de reden zijn. Uit ander onderzoek is bekenddat partners van patiënten met darm- en longkankervaker worden opgenomen in het ziekenhuis, vooralvanwege psychiatrische problemen.Opmerkelijk is dat partners pas een half jaar na dediagnose vaker bij de huisarts komen. In de perioderondom de diagnose is die toename niet te zien.nivel-programmaleider Joke Korevaar: ‘Het isdaarom belangrijk dat huisartsen in de periode vlakna de diagnose kanker ook aandacht hebben voor departner. Wanneer de huisarts uitlegt dat de diagnosekanker ook consequenties kan hebben voor de gezond‐heid van de partner, maakt dit het voor de partnermakkelijker om problemen aan de huisarts voor te leggen.’ h www

Page 20: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

w a t e r o m G a a t t u S S e n p a t i ë n t e n e n z o r G a a n B i e D e r S 19

Lang niet alle kinderen met ADHD krijgen medicijnen

Nederlandse huisartsen zien de laatste jaren meerkinderen met aDhD. Het kan zijn dat aDhD meervoorkomt, maar ook dat ze vaker de diagnose stellen.Het percentage van deze kinderen dat Ritalin of eenander geneesmiddel krijgt is gelijk gebleven. Verhou-dingsgewijs zijn huisartsen dus niet meer geneesmid-delen gaan voorschrijven, zo blijkt uit een publicatievan onderzoekers van het nivel en nhG in Huisarts& Wetenschap.In 2008 kreeg 1,3% van de kinderen de diagnoseaDhD. In 2011 is dat toegenomen naar 2,5% en in 2012tot 3,2%. Bij meisjes wordt de diagnose minder vaakgesteld dan bij jongens, maar het percentage meisjesmet aDhD nam de laatste jaren wel toe. De verhou-dingen tussen de leeftijdsgroepen 6-11 jaar en 12-17jaar verschoof in die tijd van verhoudingsgewijs meerkinderen met aDhD in de jongere groep naar meerkinderen met aDhD in de oudere groep.

Het percentage kinderen met aDhD dat medicijnenkrijgt is gelijk gebleven. Twee derde van de kinderenmet hyperactiviteit en een derde van de kinderen metconcentratiestoornissen. Dit druist een beetje integen het gevoel in de Nederlandse samenleving dattegenwoordig ieder kind met aDhD Ritalin krijgt.Wel is door de toename van het aantal diagnosesaDhD, het absolute aantal kinderen dat daarvoorwordt behandeld met een geneesmiddel toegeno-men. Volgens de nieuwe nhG-standaard ADHD bijkinderen moeten huisartsen terughoudend zijn metmedicijnen. h www

Page 21: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch
Page 22: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

21

Het zorgaanbod: mensen en organisaties

Page 23: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 422

Twee brede ontwikkelingen zijn van invloed op de positie en het werk van professionals in de zorg.

Dat zijn de gevolgen van demografische ontwikkelingen en rationalisering van allerlei maatschappelijke

terreinen, die leiden tot meer standaardisering.

Demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing en multi­morbiditeit hebben invloed op de vraag naar

zorg, maar tegelijk ook op het aanbod van zorg, het aanbod van beroepskrachten. Processen van

rationalisering zijn inherent aan de professies, maar leveren tegelijk ook spanning op tussen de eisen

die evidence based medicine, zorgstandaarden en richtlijnen stellen, en de noodzaak en wenselijkheid

om de zorg af te stemmen op en te organiseren rond individuele patiënten. We bieden u hier een

selectie van afgeronde projecten rondom het zorgaanbod, gesplitst in professionals en organisaties

in de zorg.

Page 24: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

h e t z o r G a a n B o D : m e n S e n e n o r G a n i S a t i e S 23

Professionals in de zorg

Verpleegkundigen in thuiszorg meest trots ophun werk

Trots op hun werk. Dat is wat verpleegkundigen, ver-zorgenden en andere zorgprofessionals met elkaargemeen hebben. Ze zijn uitermate tevreden over hun contacten met patiënten en leidinggevenden envoelen zich door hen gewaardeerd. Dit blijkt uit eenlandelijk vragenlijstonderzoek onder het Panel Verpleging & Verzorging van het nivel. De meeste ondervraagden zijn trots op hun werk(87%). Dit is een toename ten opzichte van een pei-ling vier jaar geleden. Vrijwel iedereen (92%) vindthet werk inhoudelijk leuk en slechts 11 procent denkter wel eens over om op korte termijn een beroep bui-ten te zorg te zoeken. Vrijwel iedereen (97%) voeltzich door patiënten gewaardeerd. Ook vindt 82% van de ondervraagde zorgverleners dat hun leiding -gevende hen waardeert. Minder vaak ervaren zij waar-dering vanuit de directie (50%) en ruim de helft (53%)geeft aan dat de directie niet of nauwelijks weet heeftvan de feitelijke problemen in de verpleging en ver-zorging. Dit is laag, maar het is de laatste jaren duide-lijk verbeterd.Verpleegkundigen in de thuiszorg zijn met 97% nog‘trotser’ dan hun collega’s in andere sectoren. Meerdan anderen ervaren zij in sterke mate de waarderingvan hun patiënten. Meer dan de anderen kunnen zijhun werk zelf bepalen en ondanks dat zij vaker over-werken zijn ze relatief tevreden over hun werkdruk. In grote lijnen geldt dit ook voor verzorgenden in dethuiszorg. nivel-onderzoeker Anke de Veer: ‘Trotsezorgverleners zijn ook gemotiveerd om goede zorg te

geven. Andersom is het ook zo dat je beroepstrots juistkunt ontlenen aan het feit dat je goede zorg kuntgeven. Beroepstrots kan versterkt worden door te ver‐trouwen op de professionaliteit van de zorgverlener endeze meer verantwoordelijkheid en regelmogelijkhedente geven.’ h www

Mantelzorger kan door dankzij casemanagerdementie

Mantelzorgers zijn zeer te spreken over casemanagersdementie, zo blijkt uit een meting met de CQ-indexCasemanagement Dementie die het nivel hiervoorsamen met de Stichting Geriant ontwikkelde. Zij vin-den de casemanager vooral belangrijk voor het welzijnvan hun naaste en hebben tegelijkertijd weinig oogvoor zichzelf.Mensen met dementie blijven steeds langer thuiswonen en hun aantal neemt nog ieder jaar toe. Zijworden veelal verzorgd door hun partner, kinderen ofvrienden. Casemanagers kunnen deze mantelzorgersondersteunen bij de zorg en de veelal complexe zorgcoördineren. Inmiddels wordt in 85 regio’s in Neder-land bij dementie casemanagement aangeboden.Voor het merendeel van de mantelzorgers helpt decasemanager vooral bij het omgaan met dementie enin het bijzonder met de geheugenproblemen engedragsveranderingen van hun naaste. Ruim drie-kwart (78%) van de mantelzorgers geeft aan dat zij dezorg voor hun naaste beter kunnen volhouden doorhet casemanagement. Het merendeel (84%) denktdat hun naaste door het casemanagement langer thuis

Page 25: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 424

kan blijven wonen. Mantelzorgers willen vooral dat decasemanager aandacht heeft voor wat de naaste metdementie nodig heeft en de situatie goed inschat.Ook vinden ze het belangrijk dat ze zelf kunnen blij-ven beslissen over de zorg voor hun naaste. h www

Werktijd van huisartsen per sms’je

Het nivel heeft een jaar lang met sms’jes de werktijdvan huisartsen gemeten. Huisartsen blijken gemiddeld44 uur per week te werken. Om een goede inschatting te kunnen maken van hetbenodigde aantal huisartsen in Nederland gebruikt hetCapaciteitsorgaan, dat het ministerie adviseert over hetaantal op te leiden huisartsen, een rekenmodel. Eenbelangrijke parameter in dit model is de werktijd vanhuisartsen. Het Capaciteitsorgaan verwacht dat huis-artsen steeds meer in samenwerkingsverbanden gaanwerken en vaker in loondienst, terwijl het aantal zelf-standig gevestigde huisartsen met een solopraktijk zalafnemen. Dit zal van invloed zijn op de werktijd en hettotale zorgaanbod van de huisartsen. In dit onderzoekis nagegaan wat hierop de invloed is van de werkzamepositie van een huisarts. In het onderzoek is de werktijd gemeten door meerdan duizend huisartsen een week lang tot acht keer perdag per sms te vragen: ‘Wat doet u nu?’ Het is voor heteerst dat een dergelijke methode is toegepast. Daar-naast zijn er enquêtes gehouden onder huisartsen.Voor het onderzoek zijn gedurende ruim een jaaronder 1051 huisartsen in totaal 61.000 tijdsmetingengedaan. Door de uitkomsten te wegen naar werkzame

positie, geslacht en leeftijd kunnen representatieve uit-spraken worden gedaan voor alle ruim 11.000 huisart-sen in Nederland. h www

Zuid­Europese bacterie vaker resistent

In Zuid-Europese landen worden meer antibioticagebruikt en zijn bacteriën vaker resistent, zo blijkt uiteen publicatie van onderzoekers van het nivel en deuniversiteiten van Nottingham, Maastricht en Ant-werpen in BMC Infectious Diseases.De onderzoekers vergeleken 243 internationalewetenschappelijke onderzoeken op verbanden tussenantibioticagebruik en resistentie in Europese landen.Ze vonden een duidelijk verband tussen antibiotica-gebruik in de bevolking en ontwikkeling van resis-tente bacteriestammen. Niet alleen bij individuelepatiënten, maar ook lokaal, in regio’s en in landen.Vooral in de Zuid-Europese landen worden meerantibiotica voorgeschreven en zijn meer bacterie-stammen resistent. nivel-afdelingshoofd prof. Fran-çois Schellevis: ‘Om verdere resistentie tegen te gaanis het dus belangrijk antibiotica alleen voor te schrij‐ven als deze strikt nodig zijn en de keuze van het anti‐bioticum af te stemmen op het resistentiepatroon.Veel landen spannen zich er al voor in dat antibioticaalleen worden voorgeschreven als daar werkelijk eenindicatie voor is en dan ook het best passende antibio‐ticum.’Het onderzoek maakt deel uit van het apreS-project(The Appropriateness of Prescribing Antibiotics inPrimary Health Care with respect to Antibiotic Resi‐

Page 26: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

h e t z o r G a a n B o D : m e n S e n e n o r G a n i S a t i e S 25

stance) dat wordt geleid door het nivel en dat wordtgesubsidieerd vanuit het Zevende Kaderprogrammavan de Europese Commissie. h www

Wijkverpleegkundige zorg vooral nodig in achterstandswijken

Wijkverpleegkundigen krijgen hun oude rol weerterug. Ze worden een verbindende schakel in de wijken zullen naast de thuiszorg die zij op indicatie bie-den, patiënten preventief opzoeken en zelf bepalenwelke zorg daar nodig is. Voor wijken in Den Haag isonderzocht hoeveel wijkverpleegkundigen met dezenieuwe, preventieve taak nodig zijn. Deze zorg isvooral nodig in achterstandswijken.Veel mensen weten de weg naar de zorg niet te vin-den, waardoor relatief kleine gezondheidsproblemensteeds groter worden en uiteindelijk alleen met speci-alistische dure hulp kunnen worden verholpen ofbehandeld. De wijkverpleegkundige kan laagdrempe-lige zorg bieden om dit voor te zijn. Op aangeven vande huisarts, het maatschappelijk werk of buurtwerk,kan zij poolshoogte nemen bij een patiënt. Een taakdie is omschreven in het programma Zichtbare Schakel van ZonMw. Maar hoeveel wijkverpleegkundigen heb je dan perbuurt nodig voor deze nieuwe, preventieve taak? Hetnivel deed samen met Prozorg voor ZonMw onder-zoek naar sociaal demografische factoren die hetbenodigde aantal wijkverpleegkundigen voor preven-tieve taken in een wijk kunnen voorspellen. Veruit debelangrijkste bepalende factor blijkt de mate van

achterstand van de wijk. Op basis van dit onderzoekis een verdeelsleutel opgesteld om het aantal beno-digde fte aan wijkverpleegkundigen voor wijken inDen Haag vast te stellen. De verdeelsleutel voor DenHaag is niet zonder meer in andere gemeenten toe tepassen. De gevolgde methodiek is echter wel overal tegebruiken. Voor Den Haag zou toepassing van demethode tot een verdubbeling van het aantal wijkver-pleegkundigen met preventieve taken leiden.‘Wijkverpleegkundigen krijgen weer de rol die ze vanoudsher hadden. Dit moet leiden tot beter samenhan‐gende zorg, het verbinden van preventie en zorg,wonen en welzijn op wijkniveau, zodat kwetsbaremensen met een sociaaleconomische en gezondheids‐achterstand de weg vinden naar hulpinstanties of zorgen niet te lang met hun problemen blijven lopen’, steltnivel-afdelingshoofd prof. Dinny de Bakker. h www

Minder lange wachttijden bij eerstelijns ­psycholoog

De gemiddelde wachttijd bij de eerstelijnspsycholoogis afgenomen van 20 dagen naar 15 dagen. Moestencliënten in 2009 nog 20 dagen wachten op een eersteconsult, in 2013 bedroeg dit nog maar 15 dagen. Dat blijkt uit de jaarcijfers 2013 van nivel Zorgregi-straties over de zorg die eerstelijnspsychologen in2013 hebben geleverd. Eerstelijnspsychologen biedendiagnostiek en behandeling bij enkelvoudige en/ofmatig ernstige psychische stoornissen en bij psycho-sociale problemen. De zorg is concreet gericht op hetverminderen van symptomen en het versterken vande zelfredzaamheid van mensen. nivel Zorgregistra-

Page 27: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 426

ties maakt gebruik van gegevens die routinematig bij468 eerstelijnspsychologen worden verzameld. Depsychologen werken binnen 385 praktijken, verspreiddoor heel Nederland en registreerden gegevens vanruim 41.500 cliënten die in 2013 behandeld zijn.

h www

Huisartsopleiding levert nog steeds tevredenartsen af

De huisartsen-in-opleiding en recent afgestudeerdehuisartsen zijn op veel punten tevreden over de huis-artsopleiding. Net als in 2011 geven zij aan onderdelenvaak een rapportcijfer 7 of hoger. Over een aantalaspecten zijn ze nu zelfs iets meer tevreden dan in2011.Huisartsen-in-opleiding en recent afgestudeerde huis-artsen geven een hoge waardering aan de mate waarinhuisartsopleiders een goede leeromgeving creëren, zeruimte bieden om zelfstandig te werken en zelfstandigleren stimuleren. Ook is er een hoge waardering voorde frequentie van de ‘leergesprekken’ met de huisart-sopleiders en de aandacht voor de competentiegebie-den ‘medisch handelen’, ‘professionaliteit’ en ‘samen-werken’ tijdens vrijwel alle opleidingsonderdelen. Ditblijkt uit onderzoek van het nivel dat is gesubsidieerddoor de SBoh, werkgever van artsen in opleiding.Er zijn echter ook verbeterpunten. De mate waarin tij-dens het onderwijs aandacht wordt besteed aan ver-schillende aspecten van de ‘organisatie van de praktijk’zoals onderhandelen met zorgverzekeraars of perso-neelsmanagement, beoordeelt slechts 30% als vol-doende. h www

Organisaties in de zorg

Verpleegkundige kan arts aanspreken op disfunctioneren

Ruim een derde van de verpleegkundigen in een zie-kenhuis vindt het moeilijk een collega aan te sprekenop signalen van disfunctioneren. Dat blijkt in het zie-kenhuis niet anders te zijn dan in de thuiszorg en dehuisartsenpraktijk. Gaat het om een arts, dan is hetextra moeilijk. Het moeilijkst is dat bij persoonlijkeproblematiek, zoals een verslaving.De helft van de verpleegkundigen in ziekenhuizenhad in het voorgaande jaar de indruk dat een collegaof arts niet goed functioneerde. Het gaat dan veelalom zorginhoudelijk handelen of communicatie ensamenwerking met andere zorgverleners. Ruim eenderde vindt het moeilijk daar iets van te zeggen alsdit een collega-verpleegkundige betreft. Gaat het omeen arts, dan heeft bijna de helft moeite dit aan tekaarten. Toch heeft 83% actie ondernomen. Dit blijktuit onderzoek van het nivel binnen het landelijkPanel Verpleging & Verzorging.Slechts een kwart (26%) van de verpleegkundigenvoelt zich door de organisatie gesteund in hetomgaan met signalen van disfunctioneren. Verpleeg-kundigen geven aan dat ze vooral behoefte hebbenaan een explicieter beleid en een protocol overomgaan met disfunctioneren. Verpleegkundigen geven aan dat een goede teamsfeeren aansturing door de leidinggevende het belang-rijkst zijn om disfunctioneren bespreekbaar temaken. Daarnaast geven zij aan dat het besprekenvan incidenten, een goede communicatie tussenzorgverleners, voldoende gekwalificeerd personeel en

Page 28: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

h e t z o r G a a n B o D : m e n S e n e n o r G a n i S a t i e S 27

regelmatige functioneringsgesprekken helpen omdisfunctioneren te voorkomen. h www

eLabEL onderzoekt Living Labs

eLabEL onderzoekt eHealth in de praktijk. Binnendit project van het CCtr (Centre for Care TechnologyResearch) maken tien grote eerstelijns gezondheids-centra gebruik van eHealth in hun dagelijkse prak-tijk. Ze fungeren zo als ‘Living Labs’ waarin eHealth-toepassingen worden geselecteerd samen met zorg-verleners, patiënten en bedrijven. eLabEL onderzoekten evalueert implementatie en gebruik. Nederland blijkt al een eind op weg met de ontwikke-ling van eHealth-toepassingen, zoals het meten endoorgeven van bloedwaarden door patiënten zelf,domotica, videocontact met de thuiszorg, teleconsul-tatie van een andere arts of telemonitoring vanpatiënten met een chronische ziekte. Maar het luktnog niet echt die toepassingen te benutten in dereguliere zorg. Ondanks de hooggespannen verwach-tingen is er nog weinig bekend over de effecten vaneHealth op een betere kwaliteit van leven en vanzorg, en ontbreekt het zowel zorgverleners als patiën-ten aan kennis over de mogelijkheden ervan. Met hetonderzoek in de ‘Living Labs’ probeert eLabELdaarop een antwoord te geven.Het Centre for Care Technology Research (CCtr) iseen samenwerkingsverband van Universiteit Twente,Maastricht University, tno en het nivel. Het is doornwo erkend als een van de acht Centres of ResearchExcellence. h www

Patiënten zeer tevreden over ambulancezorg

‘Vriendelijk. Deskundig. Professioneel.’ Patiënten zijnuiterst positief over de spoedeisende ambulancezorgen -hulpverleners. Waar ook in het land. Slechts opeen enkel onderdeel is volgens patiënten nog kwali-teitswinst te boeken.Ambulancezorg moet altijd en overal even goed zijn.In spoedeisende situaties valt er voor patiënten nietste kiezen en moeten ze erop kunnen vertrouwen datze zo goed mogelijk worden geholpen. Uit onderzoekvan het nivel blijkt dat patiënten overal in het landvol lof zijn over de ambulancedienst en -personeel.Ook in de grote steden waar ambulancediensten tij-dens hun werk wellicht grotere problemen – bijvoor-beeld agressie – ondervinden dan op het platteland. Vooral over het personeel zijn patiënten zeer positief:‘Geweldige zorg, kon niet beter’, ‘Een dikke tien’, ‘Allelof, grandioos om onder spannende, onzekere omstan‐digheden zulke deskundige en betrokken mensen omje heen te weten.’Op basis van het onderzoek ontwikkelde het nivelvoor de ambulancediensten een Consumer QualityIndex (CQi). nivel-onderzoeker Herman Sixma:‘Ambulancezorg Nederland wil deze vragenlijst gebrui‐ken om regelmatig landelijk de kwaliteit van de regio‐nale ambulancediensten te meten en zo hun kwaliteitvan zorg te borgen: om een vinger aan de pols te hou‐den en ervoor te zorgen dat hun zorg zo goed blijft alsdie nu is.’ h www

Page 29: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 428

Kloof tussen directie en zorgverleners kleinergeworden

Sinds een jaar of vijf wordt de kloof tussen directiesof hoger management van zorgorganisaties en zorg-verleners kleiner. Zorgverleners ervaren meer waar-dering en zijn tevredener over hun directie, zo blijktuit een publicatie van onderzoekers van het nivel inTvZ, Tijdschrift voor verpleegkundig experts.Wederzijdse betrokkenheid en waardering tussendirectie en medewerkers is belangrijk om samen tewerken aan goede zorg. Medewerkers voelen zichdaardoor erkend en gesteund in hun werk en ze zijnmeer gemotiveerd. Uit onderzoek in 2013 binnen hetPanel Verpleging en Verzorging van het nivel blijktdat zorgverleners over het algemeen tevreden zijnmet de organisatie waarin ze werken, 68% van de ver-pleegkundigen, verzorgenden en agogisch begelei-ders vindt zijn of haar organisatie prettig. In 2009was dit nog 56%. Daarnaast voelt ruim vier vijfde(83%) zich voldoende of sterk betrokken bij de orga-nisatie. Dit is vanaf 2009 onverminderd hoog.De betrokkenheid van de directie en hoger manage-ment bij zorgverleners is sinds 2009 verbeterd. Meerdan de helft (53%) van de verpleegkundigen en ver-zorgenden ervaart waardering vanuit de directie. In2009 was dat nog 45%. Zorgverleners die meer waar-dering ervaren zijn ook meer tevreden met hun werk.Daarnaast vindt 48% van de ondervraagden dat detop van de organisatie voldoende of goed op dehoogte is van de feitelijke problemen van de verple-ging en verzorging. In 2009 was dit nog 38%. h www

Palliatieve zorg bij verstandelijke beperkingliefst thuis

Zorgverleners willen mensen met een verstandelijkebeperking het liefst thuis, in de woonomgeving, palli-atieve zorg bieden. Bij vier op de vijf lukt dit. Of eenpatiënt thuis kan blijven in de laatste levensfase iseen kwestie van zorgvuldig afwegen. De meestgenoemde redenen om iemand over te plaatsen zijndat thuis de benodigde expertise ontbreekt en dat dewoonruimte ongeschikt is. Dit blijkt uit een publica-tie van onderzoekers van het nivel in het weten-schappelijke tijdschrift Journal of Intellectual Disabi‐lity Research.Vrijwel alle zorgverleners (89%) geloven dat de palli-atieve zorg voor mensen met een verstandelijkebeperking zoveel mogelijk in hun vertrouwde woon-omgeving gegeven zou moeten worden. De beslissingom de patiënt thuis te blijven verzorgen is meestalgebaseerd op de vertrouwde omgeving en de exper-tise van de verzorgers. Bijna driekwart (72%) van de zorgverleners vindt datde wens van een patiënt bij beslissingen over al danniet overplaatsen leidend moet zijn. De onderzoekersraden instellingen in de verstandelijk gehandicapten-zorg aan beleid te formuleren wanneer palliatievezorg thuis gegeven kan worden en daarvoor toerei-kende ondersteuning te regelen. NIVEL-onderzoeker Anke de Veer: ‘Patiënten willenvaak in hun vertrouwde omgeving blijven en zorgverle‐ners willen graag ook dit laatste stuk van de zorggeven. Toch moet dat niet automatisch het uitgangs‐punt zijn. Telkens opnieuw moet je naar de behoeften

Page 30: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

h e t z o r G a a n B o D : m e n S e n e n o r G a n i S a t i e S 29

en wensen van een patiënt kijken en zorgvuldig afwe‐gen waar en hoe je de beste kwaliteit van zorg kangeven.’ h www

‘Gebroken diensten geven lange dagen’

Gebroken diensten komen in de thuiszorg veel ennaar het lijkt steeds meer voor. Veel verpleegkundi-gen en verzorgenden zijn daar niet blij mee. Gebro-ken diensten maken het soms lastig werk en privé tecombineren en kunnen belastend zijn, zo blijkt uiteen publicatie van onderzoekers van het nivel in hetvakblad TvZ. In de thuiszorg wordt vaak ’s ochtends en ’s avondsgewerkt, bijvoorbeeld om cliënten uit bed te helpenen aan te kleden, en naar bed te brengen. Voor cliën-ten is het prettig als zij ’s ochtends en ’s avondsdezelfde zorgverlener zien. Reden waarom thuiszorg-instellingen veel gebroken diensten plannen. Dit magook volgens de Cao. Een werknemer moet dan vooren na de onderbreking wel minimaal twee uur aan-een werken.Uit onderzoek in het Panel Verpleging & Verzorgingvan het nivel onder 267 verpleegkundigen en verzor-genden uit de thuiszorg, blijkt dat de helft gebrokendiensten draait. Verzorgenden vaker (57%) dan ver-pleegkundigen (39%). Een groot deel van de ver-pleegkundigen en verzorgenden is negatief over degebroken diensten. Die zijn vooral goed voor deinstelling en de cliënten vinden ze, maar minder voor de zorgverleners. Veel van hen geven aan datgebroken diensten een langer durende lichamelijke

en psychische belasting opleveren. nivel-onderzoeker Anke de Veer: ‘Het kan helpenverpleegkundigen en verzorgenden meer te betrekkenbij het indelen van de diensten. Meer zeggenschap ver‐mindert mogelijk de last van gebroken diensten. Ver‐pleegkundigen en verzorgenden uit zelfsturende teamsgeven aan dit binnen het team naar ieders tevreden‐heid te kunnen oplossen.’ h www

Page 31: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch
Page 32: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

31

④De inrichting van het stelsel:

het bredere maatschappelijke perspectief

Page 33: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 432

Het bredere maatschappelijke perspectief is dat van een toekomstbestendige gezondheidszorg. De kos­

ten van de gezondheidszorg zijn sinds het loslaten van de budgettering de afgelopen tien jaar sterk

gegroeid. Op dit moment worden nieuwe vormen van budgettering, deels gebaseerd op convenanten

tussen de overheid en het veld en de zorgverzekeraars, ingezet om verwachte groei voor de komende

jaren te dempen. Naast vormen van budgettering wordt ook geprobeerd de kosten te beheersen via

beslissingen over vergoeding vanuit het basispakket en verschuiving van kosten. Hierdoor blijft het

zorgstelsel volop in beweging, nog afgezien van de veranderingen op de grenzen tussen curatieve zorg,

welzijn en langdurige zorg. Onze samenleving is risicomijdend geworden voor gebeurtenissen buiten de

persoonlijke levenssfeer van burgers. Incidenten in de zorg worden breed uitgemeten in de politiek en

de media. Dit vormt een uitdaging voor het toezicht op de gezondheidszorg dat werkt volgens metho­

den van gefaseerd en risico gestuurd toezicht. Binnen de persoonlijke levenssfeer hechten mensen

sterk aan hun eigen autonomie, maar die kan onder druk komen te staan wanneer eisen worden

gesteld aan zelfredzaamheid en zorg voor anderen en wanneer effectieve gezondheidsbescherming

ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer vereist. Bij de inrichting van het stelsel hebben we het onder

meer over sturingsprincipes, toezicht en wetgeving, de rol van zorgverzekeraars en gezondheidsbevor­

dering. In dit hoofdstuk treft u een selectie van in 2014 afgeronde onderzoeksprojecten.

Page 34: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 33

Burger wil dat IGZ klacht gebruikt om zorg teverbeteren

Mensen die een klacht indienen bij de Inspectie voorde Gezondheidszorg (iGz) willen dat hun klachtwordt gebruikt om de zorg te verbeteren. Ze willenook graag terug horen wat er is veranderd. De Inspec-tie werkt eraan om burgers hierin tegemoet tekomen. Zo’n 1400 mensen wenden zich elk jaar met eenklacht tot de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De meerderheid van hen heeft deze klacht ook algemeld in het ziekenhuis, bij de instelling of zorgver-lener. De iGz behandelt volgens haar leidraad alleenklachten bij ernstige structurele tekortkomingen,calamiteiten, seksueel misbruik, of als de zorgaan -bieder geen goede klachtenregeling heeft. In andere gevallen verwijst de iGz de melder terugnaar de zorgverlener of -instelling. De inspectiegebruikt de informatie uit klachten voor haar toe-zicht op kwaliteit van zorg.Binnen de Academische Werkplaats Toezicht deedhet nivel een onderzoek naar de verwachtingen enervaringen van mensen met een klacht bij de iGz.Het onderzoek laat zien dat mensen met een klachthet makkelijk vinden om bij de iGz een melding tedoen. Ze zijn tevreden over de manier van melden, zezijn met respect behandeld en de iGz reageert snel.Ongeveer de helft vindt het melden de moeite waard.Een derde van de klachten werd door de iGz zelfbehandeld. Bij deze klachten vond twee derde hetmelden de moeite waard. Toch is het voor veel mel-ders niet duidelijk of hun klacht consequenties heeft

gehad voor de zorgverlener of -instelling, terwijl ditwel hun belangrijkste drijfveer is om een klacht in tedienen. ‘Publiek en politiek lijken meer te verwachtenvan de IGZ’, stelt adjunct-directeur van het nivelprof. Roland Friele. ‘De meeste mensen die een klachtmelden willen dat de Inspectie hier zorgvuldig meeomgaat en dat hun melding serieus wordt genomen,daarnaast verwachten zij expliciete communicatieover wat er met hun klacht is gebeurd. De IGZ zouindividuele melders hierover beter kunnen informerenen ze zou de informatie uit klachten vaker kunnengebruiken in het toezicht bij zorgaanbieders.’ h www

eHealth, op naar meerwaarde!

Nederlandse patiënten zijn in vergelijking met vorigjaar beter op de hoogte van het bestaan van eHealth-mogelijkheden bij hun zorgverleners. Voorbeeldenzijn online herhaalrecepten aanvragen of vragen stel-len aan de dokter via e-mail. Nederlandse artsenmaken in vergelijking met vorig jaar nog meergebruik van elektronische dossiervoering. Voorpatiënten en zorgverleners zijn de voordelen vansommige eHealth-toepassingen nog onduidelijk.Voor een succesvolle eHealth-toepassing is een goedebalans nodig tussen de investering (in geld en tijdsin-spanning) en het resultaat (betere zorg, gemak enfinanciële vergoeding). Dit blijkt uit de eHealth-monitor 2014. De eHealth-monitor is een op initiatief van ministerSchippers (vwS) door Nictiz en het nivel uitgevoerdonderzoek, dat beschikbaarheid en gebruik van

Page 35: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 434

eHealth-toepassingen door patiënten en zorgverle-ners volgt. Aan de eHealth-monitor hebben dit jaarvoor het eerst ook verpleegkundigen en verzorgendenmeegewerkt. Van de Nederlandse zorggebruikers maakt 93%gebruik van internet. 98% van de huisartsen (93% in2013) en 75% van de medisch specialisten (66% in2013) houdt het patiëntendossier vooral elektronischbij. 41% van de verpleegkundigen en verzorgendenervaart belemmeringen bij de inzet van iCt in hetwerk en 52% wil meer betrokken worden bij nieuweiCt-toepassingen.Veel minder mensen gebruiken vormen van eHealthvoor zelfmanagement. De eHealth-monitor 2014 wijstverder uit dat patiënten maar in beperkte mate op dehoogte zijn van de mogelijkheden die hun artsenaanbieden voor online communicatie. h www

Europese richtlijnen voor antibioticagebruikkunnen beter

Niet alle Europese landen hebben richtlijnen voor het gebruik van antibiotica voor de behandeling vanhuidinfecties. Terwijl richtlijnen dokters kunnen helpen bij de juiste keuze voor een antibioticum,namelijk een antibioticum waarvoor de bacterie nietresistent is. De onderzoekers bestudeerden richt -lijnen voor de behandeling van huidinfecties innegen Europese landen, verspreid over geheel Europaen ze analyseerden de resistentiepatronen van Staphylococcus aureus in deze negen landen. Het bleek dat de meeste richtlijnen vooral antibiotica

aanbevolen waarvoor de bacteriën meestal gevoeligzijn. In een aantal richtlijnen werd penicilline aanbe-volen als eerste keuze bij de behandeling. De onder-zoekers raden dit af, vanwege de hoge resistentie vanStaphylococcus aureus tegen penicilline in de meesteEuropese landen. h www

Minder mensen wisselen van zorgverzekeraar

Het percentage verzekerden dat overstapte naar eenandere zorgverzekeraar is na een stijging in de afgelo-pen jaren, in 2014 afgenomen tot 8%. Vorig jaar wasdat nog 10%. Nog steeds blijft voor overstappers depremie de belangrijkste reden om te wisselen. Ditmotiveert verzekeraars om scherp op de prijs van depolis te blijven letten. Voor de keuze van een polis isechter niet alleen de premie van belang, verzekerdenhechten ook sterk aan keuzevrijheid.‘Dit lijkt op gespannen voet te staan met de selectieveinkoop van zorg’, verklaart nivel-onderzoeker Margreet Reitsma. De hoogte van de premie blijktvoor 61% van de bevolking een belangrijke reden bijde keuze voor de polis, keuzevrijheid is dat voor 64%.Dit verklaart waardoor slechts 6% voor een budget-polis met beperkte keuzevrijheid koos. ‘Ouderen en mensen met een matige of slechtegezondheid wisselen het minst en ervaren ook meerbelemmeringen om te wisselen’, stelt Reitsma. ‘Hier‐door kunnen deze groepen vast komen te zitten bij eenzorgverzekeraar en geen polis kiezen die hen het bestepast.’Deze situatie bestond ook in het oude stelsel, toen

Page 36: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 35

oudere en chronisch zieke particulier verzekerdenvastzaten aan een dure polis. Om dit probleem op telossen is onder meer de acceptatieplicht ingevoerd,waardoor tegenwoordig iedereen kan wisselen voorde basisverzekering. ‘Ondanks dat de feitelijke barriè‐res zijn opgeheven, blijven ze in de perceptie van ver‐zekerden kennelijk nog bestaan.’De afname in het percentage overstappers is in 2014het sterkst onder de jongeren (18 tot en met 39 jaar).Al zitten in die groep nog steeds de meeste overstap-pers. Van de jongeren wisselde in 2014 14%, tegenover5% van de mensen van 40 tot en met 64 jaar en 2%van de mensen van 65 jaar en ouder. h www

Gegevens die in de zorgverlening worden verzameldzijn een belangrijke bron voor onderzoek en beleid.In verschillende landen gelden echter verschillenderegels om de privacy te beschermen. Discussies hier-over leiden al gauw tot spraakverwarring omdat ergeen universeel begrippenkader is. Nu is dat er wel,ontwikkeld door een internationaal consortium,waarvan nivel en het Nederlandse MedLawconsultdeel van uitmaken . Het publiceerde hierover in hetwetenschappelijke tijdschrift Journal of Medical

Informatics. De onderzoekers hopen hiermee een bijdrage te leveren aan heldere communicatie overprivacybescherming bij het gebruik van zorgdata. Deonderzoekers beschrijven in hun artikel hoe gegevensdrie privacy-zones doorlopen: van zorgpraktijken, viadatabases naar onderzoekers. Iedere zone heeft zijneigen restricties om de privacy te beschermen, die perland en dataset kunnen verschillen. Tussen de zoneskunnen privacyfilters worden toegepast, waardoorgegevens niet meer te herleiden zijn tot individuele

Meer overstappers in 2015

In 2015 stapte 9% van de verzekerden over naar eenandere zorgverzekeraar. Dit is een lichte stijging invergelijking met 2014, toen 8% overstapte. Jongerenwisselen nog steeds vaker dan ouderen. Wel is hetaantal ouderen dat overstapt toegenomen, terwijl hetaantal jongeren dat overstapt, is gedaald. Verzeker­den die niet overstappen zijn vooral tevreden over dedekking. Veel van hen zijn ook al lang bij dezelfdeverzekeraar, en zijn tevreden met de service. Het aan­tal mensen met een aanvullende verzekering is verdergedaald naar 81%. Dit daalde tussen 2006 en 2014 alvan 95 naar 85%. Twee derde van de mensen zonderaanvullende verzekering geeft aan dat ze weinig ofgeen gebruik maken van aanvullende zorg. Ruim eenop de drie vindt de premie daarvan te hoog.

Universeel begrippenkader om privacy te bewaken bij onderzoek met gegevens uit patiëntendossiers

Page 37: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 436

personen. nivel-programmaleider Robert Verheij:‘Internationale samenwerking tussen onderzoekerswordt steeds belangrijker. Een voorwaarde daarvoor isdat je van elkaar begrijpt welke privacyregels er geldenvoor het gebruik van gegevens. Want patiënten moe‐ten erop kunnen vertrouwen dat je uiterst zorgvuldigomgaat met hun privacy. Dit raamwerk is ervoorbedoeld misverstanden op dat vlak te voorkomen.’

h www

Eerste stap naar risico­gestuurd toezicht op dekinderopvang

Bij het toezicht op de kinderopvang gebruiken deGGD’en een risicomodel. Dit risicomodel moet ervoorzorgen dat inspecteurs op uniforme wijze de inspec-tieactiviteit kunnen bepalen en dat meer tijd wordtbesteed aan de inspectie van zwakkere kinder -opvanglocaties.Toezicht op de kinderopvang in Nederland is de wet-telijke taak van de gemeenten. Zij geven hiervooropdracht aan de GGD’en, die op hun beurt de daad-werkelijke inspecties uitvoeren en handhavingsadvie-zen uitbrengen aan de gemeenten. Om dit toezichtzoveel mogelijk risico-gestuurd in te richten is doorGGD Ghor Nederland in 2009 een risicomodel ontwikkeld. Dit moet ervoor zorgen dat vooral diekinderopvanglocaties waarover zorgen bestaan extratoezichtaandacht krijgen. Het risicomodel is primairbedoeld voor ‘intern’ gebruik: voor het overleg tussende GGD en de gemeente over de intensiteit van hetjaarlijkse inspectiebezoek. Op verzoek van GGD

Ghor nl heeft de Inspectie van het Onderwijs hetnivel gevraagd onderzoek uit te voeren naar dit risicomodel.Dit model is in fases in de verschillende sectoren van de kinderopvang geïmplementeerd. nivel-onderzoeker Manja Bomhoff: ‘De verschillende stake‐holders onderstrepen allemaal het belang van risico‐gestuurd toezicht en zijn het eens met het motto«meer waar nodig, minder waar mogelijk». Ook zijnze van mening dat het risicomodel bijdraagt aangerichter toezicht en dat er al veel stappen zijn gezet.’Gebleken is dat het risicomodel in de praktijk nogheel verschillend wordt toegepast. De uitkomstenzijn ook afhankelijk van de inbedding van het modelin een individuele, regionale en gemeentelijke werk-wijze. De achtergrond hiervan is dat partijen,gemeenten en GGD-en op grond van hun eigeninzichten en lokale omstandigheden het risicomodelhebben toe- en aangepast. ‘De vraag die dit oproept iswat nu het optimale niveau voor deze variatie zoumoeten zijn.’Het onderzoek laat verder zien dat het risicomodelniet goed te toetsen valt op validiteit en betrouwbaar-heid. Hierdoor is niet goed vast te stellen of het voor-spellend werkt. Dit komt onder andere doordat deuitkomsten nog niet volledig en op uniforme wijzeworden geregistreerd. De onderzoekers doen con-crete suggesties om dit in de toekomst wel mogelijkte maken. h www

Page 38: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 37

Een sportkliniek voor Texel

Texel verwacht de komende jaren een groeiendegroep oudere bewoners die meer zorg nodig hebben.Als zij daarvoor vaker en langer naar de vaste walmoeten reizen, wordt het aantrekkelijker ze ook spe-cialistische zorg op het eiland te bieden. Daarmeezou je zowel de ouder wordende vaste toerist kunnenbedienen als de eilanders zelf.Een trouwe Texel-ganger moet ook als hij een chroni-sche ziekte krijgt toerist op Texel kunnen blijven,vindt de gemeente. En ook de vergrijzende eilandersmoeten de zorg kunnen krijgen die ze nodig hebben.Het nivel bracht de mogelijkheden en meningen ophet eiland in kaart. Een kraamhotel, een kliniek voorcosmetische chirurgie of een kuuroord raden deonderzoekers af. Maar een sportkliniek, waar je debehandeling van sporters zou kunnen combinerenmet revalidatie en begeleiding van bewoners, lijkt welwenselijk en haalbaar. nivel-programmaleiderRonald Batenburg: ‘We hebben er bij alle opties opgelet dat het mes aan twee kanten snijdt, niet alleenvoor toeristen maar ook voor de bevolking. Die wilgraag oud worden op het eiland. De basis is de goedezorg die dagelijks op Texel wordt verleend, zowel aaninwoners als toeristen. Het is daarom het meest aan‐trekkelijk bestaande zorgboerderijen en aangepasteaccommodaties uit te breiden, zodat ouder wordendevaste toeristen het eiland kunnen blijven bezoeken.Ook kunnen de dagopvang voor oudere toeristen,tafeltje‐dekje en de thuiszorg voor toeristen wordenuitgebreid. De gemeente moet hierin een actieve rol

spelen. Daarnaast zou je – bij voorkeur in bestaandegebouwen – als nieuw initiatief zo’n sportkliniek kun‐nen opzetten. Dat is het tweesporenbeleid dat we aan‐bevelen.’De gemeente Texel neemt de adviezen van het nivelvoor het tweesporenbeleid over. Ze probeert bij deprovincie subsidie te krijgen voor een businesscasewaarin de adviezen uit het rapport worden uitge-werkt. h www

Page 39: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch
Page 40: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

39

⑤De onderzoeksinfrastructuur

van het NIVEL

Page 41: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 440

Het NIVEL gebruikt voor het gezondheidszorg ­

onderzoek informatie uit een aantal nationale

databases, panels en monitors die het beheert.

Ze zijn gegroepeerd in vier onderdelen:

– Mensen met gezondheidsproblemen:

het persoonlijke perspectief

– Zorg en ondersteuning: interactie tussen

zorgvragers en aanbieders

– Zorgaanbod: het perspectief van

zorgverleners/professionals

– Surveillance van ziekten en omgevings ­

bedreigingen

Panels en monitors met mensen met gezond­heidsproblemen: het persoonlijke perspectief

Consumentenpanel Gezondheidszorg Het Consumentenpanel Gezondheidszorg verzameltsinds 1992 op landelijk niveau informatie over demeningen, verwachtingen en ervaringen van gebrui-kers van de gezondheidszorg. Het panel telt bijna12.000 leden. Het onderzoek binnen het panel geeftinzicht in hoe zorggebruikers denken over de gezond-heidszorg en in de werking van het zorgstelsel. In2014 kwamen in de onderzoeken onder andere aan deorde: internet en gezondheid (e-Health), het wisselenvan zorgverzekeraar, het kiezen van een ziekenhuis,tekorten aan geneesmiddelen, wel of niet behandelen,mondzorg bij ouderen, inzicht in zorgkosten, elektro-nische uitwisseling van medische gegevens, maat-schappelijke participatie, informatie kiesBeter.nl enhet vertrouwen in de gezondheidszorg.

Monitor Zorg­ en Leefsituatie van mensen met een chronische ziekte of beperking

Bijna één op de drie mensen in Nederland leeft meteen chronische ziekte en één op de vijf mensen heeftmatige tot ernstige fysieke beperkingen. Een flinkdeel van deze mensen ervaart problemen op hetgebied van zelfredzaamheid en participatie. Hetoverheidsbeleid richt zich op het verminderen vandeze problematiek: mensen met een chronischeziekte of beperking moeten zo veel mogelijk zelf deregie over hun leven voeren en participeren in desamenleving. De Monitor Zorg- en Leefsituatie vanmensen met een chronische ziekte of beperking

Page 42: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 41

bestaat uit drie onderdelen, de Participatiemonitor,de Monitor Zorgvraag en de Monitor Werk & Inko-men. De Monitor Zorg- en Leefsituatie van mensenmet een chronische ziekte of beperking verzameltinformatie bij het Nationaal Panel Chronisch ziekenen Gehandicapten (npCG) en het Panel Samen Leven(pSl).

Nationaal Panel Chronisch Zieken en Gehandicapten (NPCG)Het Nationaal Panel Chronisch Zieken en Gehandi-capten brengt, in samenwerking met het PanelSamen Leven, de situatie van mensen met een chro-nische ziekte of beperking in kaart op het gebied vanzorg, participatie en werk en inkomen en volgt deontwikkelingen daarbinnen.

Panel Samen Leven (PSL)Het Panel Samen Leven bestaat uit mensen met eenlichte of matige verstandelijke beperking. Ook naas-ten van mensen met een verstandelijke beperkingdoen mee aan het panel.

Panel Astma en COPDHet Panel Astma en CopD voert, in samenwerkingmet het Longfonds, de Monitor zorg- en leefsituatievan mensen met astma en CopD uit. De monitor geeftinzicht in de zorg- en leefsituatie van mensen meteen longziekte. Vanuit hun perspectief komen onder-werpen als zelfmanagement en ervaring met zorg aanbod.

VerzekerdenpanelHet Verzekerdenpanel bestaat uit ruim 7.000 ledendie allemaal verzekerd zijn bij één van de labels vanCoöperatie vGz en zich bereid hebben verklaardregelmatig vragen te beantwoorden die betrekkinghebben op de gezondheidszorg en/of zorgverzekerin-gen. Onderzoeken binnen het Verzekerdenpanel zijnbedoeld voor het beantwoorden van algemenebeleidsmatige en wetenschappelijke vragen over dezorg en het zorgstelsel. De hoofdthema’s van de pei-lingen zijn: keuzegedrag van verzekerden, loyaliteitaan de zorgverzekeraar, exit en voice, collectievezorgverzekeringen en zorginkoop.

Databases in de zorg: interactie tussen zorgvragers en aanbieders

In deze databases staat de interactie tussen zorgvra-gers en aanbieders centraal: met onder meer gege-vens over veranderingen in de zorgvraag, variatie inhandelen van zorgverleners en het werken volgensrichtlijnen, integraal samenwerken (geïntegreerdeeerste lijn, zorg in de buurt) en doelmatigheid van de zorg.

Page 43: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 442

NIVEL Zorgregistraties eerstelijn nivel Zorgregistraties vormen een geïntegreerdinformatiesysteem voor en over de eerste lijn. Hier-door is het mogelijk om individuele (maar anonieme)patiënten door de zorg te volgen. nivel Zorgregistra-ties bevat gegevens van huisartsen, paramedici, eer-stelijnspsychologen en huisartsenposten. De data-base omvat in 2014 gegevens van huisartsenpraktij-ken (1,7 miljoen patiënten), huisartsenposten (ver-zorgingsgebied van 11,2 miljoen inwoners); eerstelijn-spsychologen (46.000 behandelingen); fysio- enoefentherapeuten (32.000 patiënten); diëtisten (metongeveer 9.000 patiënten). De Stichting Farmaceuti-sche Kengetallen (SFk) levert gegevens van apothe-ken (46 miljoen verstrekkingen).

Databank Communicatie in de ZorgVoorlichting, informatie en ondersteuning van dezorgverlener zijn cruciaal om patiënten te leren zelfzorg te dragen voor gezondheid en ziekte alsmedevoor een gezonde leefstijl. De Databank Communicatie in de Zorg maakt hetmogelijk om doorvoering van beleidsmaatregelen inde praktijk van alledag te monitoren door interactiestussen zorgverleners en patiënten te observeren en teanalyseren en zowel vaardigheden van zorgverlenersals van patiënten te monitoren en te versterken.

Databases en panels van het zorgaanbod: het perspectief van zorgverleners/professionals

Registratie van beroepen in de gezondheidzorg De beroepenregistraties van het nivel bieden actueleen volledige informatie over de arbeidsmarktpositievan huisartsen en verloskundigen in de eerste lijn. Zij vormen een belangrijke bron voor onderzoek vannivel en andere onderzoeksinstituten, en zijn onder-steunend aan verschillende beleidsmakers en veld-partijen waaronder de knov en de lhv. Door hetdoorlopende en consistente systeem van gegevens-verzameling worden de nivel-beroepenregistratiesgebruikt voor verschillende trend- en beleidsinstru-menten. Eén zo’n instrument is de Vraag AanbodAnalyse Monitor (vaam), waarmee regionale trendsen ontwikkelingen zorgvraag en -aanbod voor Neder-land in kaart worden gebracht. De kern van deze registraties is de huisarts- en ver-loskundige-registratie die sinds 1974 door het nivelwordt bijgehouden. De nivel-beroepenregistratieszijn en blijven gericht op herhaalde, volledige enbetrouwbare monitoring van de capaciteit en loopba-nen van een aantal kernberoepen in de eerste lijn.

Page 44: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 43

Panel Verpleging en Verzorging De transities in de zorg brengen grote veranderingenvoor zorgverleners met zich mee, in het bijzonder dezorgverleners die cliënten verplegen, verzorgen enbegeleiden. Deze groep zorgverleners vormt de doel-groep van het Panel Verpleging & Verzorging.Getalsmatig vormen zij een grote bedrijfstak en zijzijn ook een belangrijke partij in de directe zorgverle-ning aan cliënten. De transities hebben direct gevol-gen voor deze zorgverleners. De veranderingenbetreffen enerzijds de arbeidsmarkt en de arbeids-marktperspectieven van de zorgverleners en ander-zijds de inhoud van het werk. Omdat de zorgverle-ners in de verpleging, verzorging en begeleidingveelal dicht bij de cliënten staan, zijn zij een belang-rijke informatiebron om de gevolgen van de stelsel-wijziging te monitoren. Daarnaast wordt het panelworden ingezet bij de beleidsvoorbereiding en -evaluatie.

Databases voor de surveillance van ziekten enomgevingsbedreigingen

Ziektesurveillance via CMR Peilstations Het belangrijkste onderwerp van de nivel Cmr-Peil-stations is ‘de griep’, influenza-achtige aandoeningen.De peilstations registreren sinds 1970 het aantalpatiënten dat zich meldt met influenza-achtigeklachten.

Surveillance van omgevingsbedreigingenIn nivel Zorgregistraties eerste lijn wordt ‘near real-time’ het optreden van infectieziekten (bijv. influ-enza, griepachtig ziektebeeld, zoönosen) gesigna-leerd of andere acute veranderingen in morbiditeit(bijv. de gevolgen van een hittegolf). Gegevens hier-over worden geleverd aan het rivm en het Europeancenter for disease prevention and control.

Page 45: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch
Page 46: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

45

⑥Overzichtstudies, kennisyntheses

en kennisvragen

Page 47: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 446

De enorme groei van het aantal informatiebron­

nen doet de behoefte toenemen aan synthese

van al die informatie. Met overzichtstudies,

kennisvragen en kennissyntheses gaat het NIVEL

in op deze behoefte. We geven inzicht in de stand

van de kennis, toegesneden op een gerichte

beleidsvraag en in de thema’s die op dit moment

van belang zijn, de kansen en mogelijke risico’s.

In 2014 zijn twee kennissyntheses, een overzicht ­

studie en een kennisvraag verschenen.

Alle publicaties zijn te downloaden op

de website van het NIVEL.

Helft Nederlanders heeft moeite met regieover gezondheid, ziekte en zorg

Een op de twee Nederlanders heeft moeite om zelf de regie te voeren over gezondheid, ziekte en zorg.Het ontbreekt hen aan kennis, motivatie en zelfver-trouwen. Drie op de tien volwassen Nederlandersbeschikt over onvoldoende functionele lees- enrekenvaardigheden en onvoldoende vermogen ominformatie te vinden en te verwerken. Maar gezond-heidsvaardigheden zijn te leren en te ontwikkelen enook zorgaanbieders en instellingen kunnen lerenbeter met mensen met lage gezondheidsvaardig -heden om te gaan. In de kennissynthese Gezond‐heidsvaardigheden: Niet voor iedereen vanzelf ‐sprekend wordt de stand van de kennis over gezondheidsvaardigheden opgemaakt.

Gezondheidsvaar-digheden houdenverband met hetniveau van kennisen informatie, enhebben invloed opde leefstijl, hetzorggebruik en toe-gang tot de zorg,communicatie metde zorgverlener,zelfmanagement enmedicijngebruik.Lage gezondheids-vaardigheden han-gen samen met

kenniSS'ntheSeGezondheidsvaardigheden

Niet voor iedereen vanzelfsprekend

Page 48: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 47

slechtere gezondheidsuitkomsten: een minder goedegezondheid en een grotere kans op overlijden. DeWereldgezondheidsorganisatie (who) beschouwtgezondheidsvaardigheden als dé centrale determi-nant van ongelijkheid in gezondheid. Door de groteverschillen in gezondheid en ziekte tussen mensenmet een verschillende sociaaleconomische achter-grond en de steeds grotere rol en verantwoordelijk-heid van burgers voor hun eigen gezondheid, neemtde aandacht voor gezondheidsvaardigheden zowel inNederland als Europa toe. h www

Kwart ouderen ervaart weinig regie over leven

Bijna de helft van de ouderen zal prima uit de voetenkunnen met de hervormingen in de langdurige zorg.Echter, een kwart denkt in de toekomst ondersteu-ning nodig te hebben voor de ‘regie’ over zijn leven.In de overzichtstudie Ouderen van de toekomstschetst het nivel een beeld van de wensen en moge-lijkheden voor wonen, welzijn en zorg van ouderenen toekomstige ouderen. Vanwege de vergrijzing en stijgende zorgkosten wordtde langdurige zorg ingrijpend hervormd. De overheidzet in op meer ‘eigen regie’ en ‘zelfredzaamheid’ vanouderen. Deze hervorming rust op vier aannames:dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig willenwonen, dat zij zelf meer willen en kunnen betalenvoor ondersteuning en zorg, dat mantelzorg en vrij-willigerswerk professionele zorg grotendeels kunnenvervangen, en dat ouderen door technologie langerzelfstandig kunnen wonen.

De overzichtstudielaat zien dat dezeaannames niet bijalle ouderen en toe-komstige ouderenpassen. Bijna dehelft (46%) regeltzijn zaken graagzelf en zal geenmoeite met de her-vormingen hebben.Ruim een kwart(28%) heeft hetgevoel zelf te kun-nen beslissen overzijn leven, maar

vindt ‘zelfredzaamheid’ niet zo belangrijk en wil alsdat nodig wordt best ondersteuning. Ook een kwartheeft voor zijn gevoel weinig ‘regie’ over zijn eigenleven en verwacht dat het op eigen kracht niet zallukken lang ‘zelfredzaam’ te blijven.De ouderen van de toekomst verschillen niet alleen inhoe zij in het leven staan, maar ook in hun mogelijk-heden, bijvoorbeeld om zelf zorg te regelen of demate waarin ze een beroep kunnen doen op familieen vrienden. Ook hun woonomstandigheden enfinanciële mogelijkheden variëren. h www

> % > ± <

> % > ± <

> % > ± <

> % > ± <

> % > ± <

> % > ± <

> % > ± <

> % > ± <

> % > ± <

> % > ± <

> % > ± <

> % > ± <

> % > ± <

> % > ± <

> % > ± <

overziChtStuDieS

Ouderen vande toekomst Verschillen in de wensen en mogelijk-

heden voor wonen, welzijn en zorg

Page 49: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 448

Effect van veranderingen in langdurige zorg

Op dit moment zijn er onvoldoende indicatorenbeschikbaar die inzicht geven in de gevolgen van deveranderingen in de langdurige zorg. Dat blijkt uit dekennisvraag Monitoren van veranderingen in de Lang‐durige Zorg. Inventarisatie van indicatoren, instru‐menten en ‘witte vlekken’.De langdurige zorg gaat veranderen. De doelstellingvan de overheid is ervoor te zorgen dat voor mensenmet een langdurige of chronische aandoening – lichamelijk, verstandelijk of psychisch – kwalitatiefgoede zorg beschikbaar is tegen voor de samenlevingaanvaardbare maatschappelijke kosten. Daarbijwordt uitgegaan van wat mensen nog wél kunnen inplaats van wat ze níet kunnen. Voor hulp en onder-steuning spreken mensen eerst hun eigen sociale net-werk en financiën aan. Maar wie niet meer voor zich-zelf kan zorgen krijgt altijd zorg, en voor de meestkwetsbaren is er zorg beschikbaar in een instelling.Om de effecten van deze beleidsdoelstelling ook bui-ten de muren van zorginstellingen te kunnen volgen,zijn behalve indicatoren voor de kwaliteit van zorg enondersteuning, ook indicatoren nodig over autono-mie, zelfredzaamheid en algeheel welbevinden. Opdit moment zijn die nog onvoldoende beschikbaar.Ook voor de betrokkenheid in de samenleving moe-ten nieuwe indicatoren worden ontwikkeld en geme-ten, stellen de onderzoekers. h www

Wijkverpleegkundige terug als spil van de zorgin de buurt

De wijkverpleegkundige komt terug als spil van dezorg in de buurt. De nieuwe taken moeten zich noguitkristalliseren in de praktijk en in de hBo Verpleeg-kunde-opleiding, zo blijkt uit de kennissynthese Dewijkverpleegkundige van vandaag en morgen. De wijkverpleegkundige verloor eind vorige eeuwhaar centrale positie in de zorg voor mensen die thuiswonen. De overheid wil de wijkverpleegkundigen nuterug in die centrale rol. Met kwalitatief goede zorgdicht bij huis moeten zij ervoor zorgen dat ouderenen mensen met een chronische ziekte langer thuiskunnen wonen. Ze krijgen daarom ook meer ‘regel-ruimte’: zij moeten kunnen bepalen welke zorg eencliënt nodig heeft en hoeveel. Vanaf 2015 zal de wijk-

verpleegkundigezorg wordenbetaald vanuit deZorgverzekerings-wet en gaan wijk-verpleegkundigendeze indicaties weerzelf stellen.In samenwerkingmet de huisartsgaan wijkverpleeg-kundigen de toe-gang vormen tot deprofessionele zorg.Zij worden de ver-bindende schakel

> ± { } ± <

> ± { } ± <

> ± { } ± <

> ± { } ± <

> ± { } ± <

> ± { } ± <

> ± { } ± <

> ± { } ± <

> ± { } ± <

> ± { } ± <

> ± { } ± <

> ± { } ± <

> ± { } ± <

> ± { } ± <

> ± { } ± <

> ± { } ± <

kenniSS'ntheSeDe wijkverpleegkundige

van vandaag en morgen

Rollen, samenwerking en deskundigheid

van wijkverpleegkundigen

Page 50: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 49

tussen mensen die zorg nodig hebben en zorgaanbie-ders binnen zorg, wonen en welzijn. De voorheennauwe samenwerking tussen huisarts en wijkver-pleegkundigen wordt in ere hersteld. Verder zullende wijkverpleegkundigen deelnemen in de multidis-ciplinaire sociale wijkteams, die de gemeentenmomenteel opzetten. Binnen de sociale wijkteamskunnen zij de verbinding leggen tussen medische ensociale hulpverleners. h www

Verschenen

• Gezondheidsvaardigheden: Niet voor iedereen vanzelfsprekend (2014)

• Ouderen van de toekomst – Verschillen in de wensenen mogelijkheden voor wonen, welzijn en zorg(2014)

• De wijkverpleegkundige van vandaag en morgen – Rollen, samenwerking en deskundigheid van verpleegkundigen (2014)

• Monitoren van veranderingen in de langdurige zorg.Inventarisatie van indicatoren, instrumenten en ‘witte vlekken’ (2014)

• Ruimte voor substitutie? Verschuivingen van tweedelijns‐ naar eerstelijnszorg (2013)

• De Nederlandse patiënt en zorggebruiker in beeld(2013)

• Technologie in de zorg thuis. Nog een wereld te winnen! (2013)

• Zorg en sport, bewegen in de buurt (2013) • Chronisch ziek en werk (2013) • Vijf patiëntenrechten uit het wetsvoorstel Wet

cliëntenrechten zorg (Wcz) (2013)• Preventie kan effectiever! (2012)• Praktijkondersteuners in de huisartspraktijk (2012) • De eerste lijn (2011)• Zorg voor mensen met een chronische ziekte (2011) • De opbrengsten van vijf jaar CQ‐index (2011).

Page 51: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch
Page 52: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

51

Promoties en prijzen

Page 53: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 452

Promoties en toegekende prijzen zijn de slag­

room op de onderzoekstaart van het NIVEL:

enorm stimulerend voor de betrokken onder ­

zoekers en een reden voor trots. In 2014 kende

het NIVEL twee promoties en ontvingen we

drie prijzen voor ons onderzoek.

Promoties

Verpleegkundige geeft zelfde recept als arts

Een recept van de verpleegkundige is veilig. Verpleeg-kundigen schrijven de juiste pillen en doseringenvoor en op dezelfde manier als artsen. In de verschil-lende landen variëren de voorwaarden waaronder zijvoorschrijven echter aanzienlijk en in Nederlandlopen bevoegdheden en praktijk nog niet met elkaarin de pas, zo blijkt uit onderzoek bij het nivelwaarop Marieke Kroezen 22 september 2014 is gepro-moveerd bij vu medisch centrum.In het Verenigd Koninkrijk hebben bepaalde groepenverpleegkundigen dezelfde voorschrijfbevoegdhedenals artsen, maar in andere landen mogen zij alleenonder strikte voorwaarden en verantwoordelijkheidvan een arts medicijnen voorschrijven. In Nederlandhebben categorieën gespecialiseerd verpleegkundi-gen een beperkte voorschrijfbevoegdheid en sindsjanuari 2012 kunnen verpleegkundig specialisten elkgeneesmiddel voorschrijven dat binnen hun specia-lisme en bekwaamheid valt. In de dagelijkse praktijkblijken er echter grote verschillen te bestaan in demate waarin en manier waarop verpleegkundig speci-alisten voorschrijven. In het ene ziekenhuis schrijvenzij voor volgens afgebakende protocollen of louter inoverleg met een medisch specialist, in een ander zie-kenhuis kunnen zij hun bevoegdheid veel ruimer inde praktijk brengen.‘De wettelijke bevoegdheid van verpleegkundig specia‐listen om geneesmiddelen voor te schrijven is over hetalgemeen breder dan hun zeggenschap daarover op dewerkvloer’, stelt Marieke Kroezen. ‘Omdat het voor‐

Page 54: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 53

schrijven door verpleegkundigen in Nederland nogvolop in ontwikkeling is zal de voorschrijfbevoegdheidop de werkvloer de komende jaren nog wel veranderen.Zo’n proces moet zich uitkristalliseren. Als verpleeg‐kundigen geneesmiddelen gaan voorschrijven, krijgenzij bevoegdheden die voorheen waren voorbehoudenaan artsen. Zo’n verschuiving betekent ook dat artseniets van hun terrein prijsgeven’, vertelt Kroezen. Hetpromotieonderzoek van Kroezen toont aan dat devoorschrijfbevoegdheid een waardevolle aanvullingvoor de gezondheidszorg kan zijn, maar dat een aan-tal obstakels nog wel aandacht vraagt en verwachtin-gen wellicht moeten worden aangepast. h www

Nurse prescribing: a study on task substitution and professional jurisdictions.VUmc, Amsterdam.

Artrose: minder pijn en makkelijker bewegendoor internetprogramma

Patiënten met artrose aan hun knie of heup hebbenminder pijn na een internetprogramma om meer tebewegen. En wandelen, fietsen en boodschappendoen gaan daarna aanmerkelijk beter. Dit blijkt uitonderzoek van het nivel waarop Daniël Bossen 9mei 2014 is gepromoveerd aan Tilburg University.Patiënten beleven artrose als slijtage in hun gewrich-ten. Ze hebben veel pijn als ze bewegen, waardoor zegeneigd zijn dit steeds minder te gaan doen. Zokomen ze in een vicieuze cirkel terecht waarin de

artrose en de gevolgen ervan alleen maar erger wor-den. De precieze oorzaak van artrose is nog steedsniet achterhaald. Wel is inmiddels duidelijk dat deartroseklachten door matig intensief bewegen kun-nen afnemen. Het door het nivel ontwikkelde inter-netprogramma ‘Artrose in beweging’ (Join2move)blijkt mensen met artrose weer in beweging te bren-gen en de pijn te verminderen.Daniël Bossen: ‘Het programma maakt artrosepatiën‐ten ervan bewust dat ze ondanks de pijn toch meerkunnen bewegen, bijvoorbeeld wandelen of fietsen.Dat verergert de artrose niet. Ze hebben het gevoel dathet beter gaat, ze merken dat ze minder pijn hebbenen ervaren minder belemmeringen in hun dagelijkseleven. Het programma werkt ook als een stok achterde deur om regelmatig te bewegen.’De website www.artroseinbeweging.nl blijft bestaanen is vrij te gebruiken door mensen met artrose. Omhet gebruik van de website te optimaliseren zet hetnivel het project voort met begeleiding door eenaantal fysiotherapeuten. h www

Join2move: a web‐based physical activity interventionfor patients with knee and hip osteoarthritis

Join2move: een web‐based beweegprogramma voorpatiënten met knie en heup artrose.Tilburg University.

Page 55: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 454

Prijzen

NIVEL­onderzoek wint prijs voor beste beleidsonderzoek

nivel-onderzoek over klachten in verzorgingshuizenis beloond met de nSv-vBo Beleidsprijs 2014. Elketwee jaar loven de Nederlandse Sociologische Vereni-ging en de Vereniging voor Beleidsonderzoek eenprijs uit voor het beste beleidsonderzoek. In hetonderzoek met als titel Niets te klagen uitgevoerddoor dr. Manja Bomhoff en collega’s werd een ant-woord gezocht op de vraag hoe het komt dat er zoweinig officiële klachten worden ingediend doorbewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen.In het juryrapport wordt het volgende gezegd overhet onderzoek: ‘dit onderzoek schetst een overtuigendbeeld van de onbeduidendheid van formele klachten‐procedures’ en ‘de overtuigingskracht schuilt mede in`de sterke conceptuele indeling die aan het rapport tengrondslag ligt en die zeer systematisch wordt nage‐volgd. De uiteenlopende handelingsperspectievenkomen goed tot hun recht en er ontstaat een scherpinzicht in de sociale dilemma’s die bewoners weerhou‐den om hun ongenoegens tegen de directe zorgverle‐ners te uiten.’ h www

CaRe Dissertation Award voor Liesbeth van Vliet

Liesbeth van Vliet heeft met haar proefschrift Balancing explicit with general information and realism with hope: communication at the transitionto palliative breast cancer care de CaRe DissertationAward gewonnen. De onderzoeksschool CaRe(Netherlands School of Primary Care Research) reiktjaarlijks een prijs uit voor het beste proefschrift. Van Vliet deed bij het nivel onderzoek naar de communicatie tijdens een slechtnieuwsgesprek overborstkanker.Ze ontving de prijs op 11 juni 2014 tijdens de CaRe-dag op het Radboud Institute for Health Sciences inNijmegen. Onderzoeksschool CaRe is een door deknaw erkende onderzoeksschool waarin de lande-lijke instituten Caphri (Maastricht), emGo (vuAmsterdam), nivel (Utrecht) en het het RadboudInstitute for Health Sciences participeren. Van Vliet concludeert in haar onderzoek dat de expli-ciete informatie over de levensverwachting en gerust-stellende opmerkingen over blijvende begeleiding

Page 56: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 55

kunnen helpen de klap van een slechte diagnose bijkanker op te vangen. Ze baseert zich op een kwalita-tief onderzoek met groepsgesprekken en op eenexperimenteel onderzoek met video’s. Voor het expe-rimentele onderzoek werden vier versies ontwikkeldvan een slechtnieuwsgesprek op video. Bewijs voor devaliditeit van deze methode werd gevonden in eensystematische literatuurstudie.Liesbeths promotoren waren prof.dr. Jozien Bensingvan de Universiteit Utrecht en het nivel, en prof.dr.Elsken van der Wal van het umC Utrecht. Het onder-zoek werd gefinancierd vanuit de Spinozapremie dieJozien Bensing in 2006 ontving van de NederlandseOrganisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek(nwo). h www

eLabEL High Potential voor Eerstelijns Transformatieprijs

Tijdens het congres ‘De eerste lijn transformeert’ op31 oktober 2014 kreeg het project eLabEL van hetCentre for Care Technology Research (CCtr) de HighPotentialprijs.eLabEL onderzoekt eHealth in de praktijk. Binnendit project gebruiken tien grote eerstelijns gezond-heidscentra eHealth in hun dagelijkse praktijk. Zefungeren zo als ‘Living Labs’ waarin eHealth-toepas-singen worden geselecteerd samen met zorgverle-ners, patiënten en bedrijven. eLabEL onderzoekt enevalueert implementatie en gebruik. Het Centre forCare Technology Research is een samenwerkingsver-band van Universiteit Twente, Maastricht University,tno en het nivel. Het is door nwo erkend als eenvan de acht Centres of Research Excellence. eLabELwordt via het imDi-programma (Innovative MedicalDevices Initiative) gesubsidieerd door ZonMw. DeEerstelijns Transformatieprijs is een initiatief van deorganisatoren van het congres De eerste lijn transfor‐meert: herinrichting van het zorglandschap. Dit zijnhet Jan van Es Instituut, Ineen, Zorggroep Almero enhet roS netwerk. h www

Page 57: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch
Page 58: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

57

⑧Bijlagen

Page 59: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 458

Internationale artikelen

- Abbing-Karahagopian, V., Huerta, C., Souverein, P.C., Abajo, F.de, Leufkens, H.G.M., Slattery, J., Alvarez, Y., Miret, M., Gil,M., Oliva, B., Hesse, U., Requena, G., Vries, F. de, Rottenkol-ber, M., Schmiedl, S., Reynolds, R., Schlienger, R.G., Groot,M.C.H. de, Klungel, O.H., Staa, T.P. van, Dijk, L. van, Egberts,A.C.G., Gardarsdottir, H., Bruin, M.L. de Antidepressant pres-cribing in five European countries: application of commondefinitions to assess the prevalence, clinical observations, andmethodological implications. European Journal of ClinicalPharmacology: 70, 2014, nr. 7, p. 849-857

- Albada, A., Ausems, M.G.E.M., Dulmen, S. van Counseleeparticipation in follow-up breast cancer genetic counsellingvisits and associations with achievement of the preferred role,cognitive outcomes, risk perception alignment and perceivedpersonal control. Social Science & Medicine: 116, 2014, nr. sept,p. 178-186

- Albada, A., Vernooij, M., Osch, L. van, Pijpe, A., Dulmen, S.van, Ausems, M.G.E.M. Does and should breast cancer gene-tic counselling include lifestyle advice? Familial Cancer: 13,2014, nr. 1, p. 35-44

- Albers, G., Francke, A.L., Veer, A.J.E. de, Bilsen, J., Onwuteaka-Philipsen, B.D. Attitudes of nursing staff towards involvementin medical end-of-life decisions: a national survey study.Patient Education and Counseling: 94, 2014, nr. 1, p. 4-9

- Badenbroek, I.F., Stol, D.M., Nielen, M.M.J., Hollander, M.,Kraaijenhagen, R.A., Wit, G.A. de, Schellevis, F.G., Wit, N.J. deDesign of the INTEGRATE study: effectiveness and cost-effec-tiveness of a cardiometabolic risk assessment and treatmentprogram integrated in primary care. BMC Family Practice: 15,2014, nr. 90

- Baliatsas, C., Kamp, I. van, Hooiveld, M., Yzermans, J., Lebret,E. Comparing non-specific physical symptoms in environ-mentally sensitive patients: prevalence, duration, functional

status and illness behavior. Journal of PsychosomaticResearch: 76, 2014, nr. 5, p. 405-413

- Barte, J.C.M., Hendriks, M.R.C., Rutten, G., Veenhof, C.,Bemelmans, W.J.E. Implementation of the ‘BeweegKuur’ inpractice: utilization of care of a lifestyle intervention in theNetherlands. International Journal of Health Promotion andEducation: 52, 2014, nr. 4, p. 222-228

- Bekkema, N., Veer, A.J.E. de, Hertogh, C.M.P.M., Francke, A.L.Respecting autonomy in the end-of-life care of people withintellectual disabilities: a qualitative multiple-case study. Jour-nal of Intellectual Disability Research: 58, 2014, nr. 4, p. 368-380

- Bekkema, N., Veer, A.J.E. de, Wagemans, A.M.A., Hertogh,C.M.P.M., Francke, A.L. Decision making about medicalinterventions in the end-of-life care of people with intellectualdisabilities: a national survey of the considerations and beliefsof GPs, ID physicians and care staff. Patient Education andCounseling: 96, 2014, nr. 2, p. 204-209

- Bekkema, N., Veer, A.J.E. de, Albers, G., Hertogh, C.M.P.M.,Onwuteaka-Philipsen, B.D., Francke, A.L. Training needs ofnurses and social workers in the end-of-life care for peoplewith intellectual disabilities: a national survey. Nurse Educa-tion Today: 34, 2014, nr. 4, p. 494-500

- Bell, B.G., Schellevis, F., Stobberingh, E., Goossen, H., Pringle,M. A systematic review and meta-analysis of the effects ofantibiotic consumption on antibiotic resistance. BMC Infecti-ous Diseases: 9, 2014, nr. 13

- Berg, J.F. van den, Kok, R.M., Marwijk, H.W.J. van, Mast, R.C.van der, Naarding, P., Oude Voshaar, R.C., Stek, M.L., Verhaak,P.F.M., Waal, M.W.M. de, Comijs, H.C. Correlates of alcoholabstinence and at-risk alcohol consumption in older adultswith depression: the NESDO Study. American Journal of Geri-atric Psychiatry: 22, 2014, nr. 9, p. 886-874

Page 60: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 59

- Bijnen, E.M.E. van, Paget, J., Heijer, C.D.J. den, Stobberingh,E.E., Bruggeman, C.A., Schellevis, F.G. Evidence-based pri-mary care treatment guidelines for skin infections in Europe: acomparative analysis. European Journal of General Practice:20, 2014, nr. 4, p. 294-300

- Bijnen, E.M.E. van, Paget, W.J., Heijer, C.D.J. den, Stobbe-ringh, E.E., Bruggeman, C.A., Schellevis, F.G. Primary caretreatment guidelines for skin infections in Europe: congru-ence with antimicrobial resistance found in commensal Sta-phylococcus aureus in the community. BMC Family Practice:15, 2014, nr. 175

- Boerleider, A.W., Francke, A.L., Reep, M. van de, Manniën, J.,Wiegers, T.A., Devillé, W.L.J.M. “Being flexible and creative”:a qualitative study on maternity care assistants’ experienceswith non-western immigrant women. PLoS One: 9, 2014, nr. 3

- Bossen, D., Veenhof, C., Dekker, J., Bakker, D.H. de The effec-tiveness of self-guided web-based physical activity interventi-ons among patients with a chronic disease: a systematicreview. Journal of Physical Activity & Health: 11, 2014, nr. 3, p.665-677

- Botje, D., Klazinga, N.S., Suñol, R., Groene, O., Pfaff, H., Man-nion, R., Depaigne-Loth, A., Arah, O.A., DerSarkissian, M.,Wagner, C. Is having quality as an item on the executiveboard associated with the implementation of quality manage-ment systems in European hospitals: a quantitative analysis.International Journal for Quality in Health Care: 26, 2014, nr.suppl. 1, p. 92-99

- Brabers, A.E.M., Jong, J.D. de Perceptions about affordabilityof care in the Netherlands. Eurohealth: 20, 2014, nr. 4, p. 31-34

- Brooke, R.J., Lier, A. van, Donker, G.A., Hoek, W. van der,Kretzschmar, M.E.E. Comparing the impact of two concur-rent infectious disease outbreaks on The Netherlands popula-tion, 2009, using disability-adjusted life years. Epidemiology

and Infection: 142, 2014, nr. 11, p. 2412-2421- Bruinessen, I.R. van, Weel-Baumgarten, E.M. van, Snippe,

H.W., Gouw, H., Zijlstra, J.M., Dulmen, S. van Active patientparticipation in the development of an online intervention.JMIR Research Protocols: 3, 2014, nr. 4, p. e59

- Buers, C., Triemstra, M., Bloemendal, E., Zwijnenberg, N.C.,Hendriks, M., Delnoij, D.M.J. The value of cognitive intervie-wing for optimizing a patient experience survey. InternationalJournal of Social Research Methodology: 17, 2014, nr. 4, p. 325-340

- Butalid, L., Verhaak, P.F.M., Dulmen, S. van, Bensing, J.M.Concerns voiced by patients and GPs’ responses during psy-chosocial visits in primary care: a historical cross-sectionalstudy. BMC Family Practice: 15, 2014, nr. 188

- Butalid, L., Bensing, J.M., Verhaak, P.F.M. Talking about psy-chosocial problems: an observational study on changes indoctor–patient communication in general practice between1977 and 2008. Patient Education and Counseling: 94, 2014,nr. 3, p. 314-321

- Buul, L.W. van, Steen, J.T. van der, Doncker, S.M.M.M., Ach-terberg, W.P., Schellevis, F.G., Veenhuizen, R.B., Hertogh,C.M.P.M. Factors influencing antibiotic prescribing in long-term care facilities: a qualitative in-depth study. BMC Geria-trics: 14, 2014, nr. 136

- Dijk, C.E. van, Venema, B., Jong, J.D. de, Bakker, D.H. de Mar-ket competition and price of disease management program-mes: an observational study. BMC Health Services Research:14, 2014, nr. 1, p. 510

- Dijk, C.E. van, Korevaar, J.C., Koopmans, B., Jong, J.D. de, Bak-ker, D.H. de The primary-secondary care interface: does pro-vision of more services in primary care reduce referrals tomedical specialists? Health Policy: 118, 2014, nr. 1, p. 48-55

- Dijk, C.E. van, Verheij, R.A., Brake, H. te, Spreeuwenberg, P.,

Page 61: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 460

Groenewegen, P.P., Bakker, D.H. de Changes in the remunera-tion system for general practitioners: effects on contact typeand consultation length. European Journal of Health Econo-mics: 15, 2014, nr. 1, p. 83-91

- Dillen, S.M.E. van, Noordman, J., Dulmen, S. van, Hiddink,G.J. Examining the content of weight, nutrition and physicalactivity advices provided by Dutch practice nurses in primarycare: analysis of videotaped consultations. European Journalof Clinical Nutrition: 68, 2014, nr. 1, p. 50-56

- Dorn, T., Ceelen, M., Buster, M., Stirbu, I., Donker, G., Das, K.Mental health and health-care use of detainees in police cus-tody. Journal of Forensic and Legal Medicine: 26, 2014, nr. aug,p. 24-28

- Dückers, M.L.A., Groenewegen, P.P., Wagner, C. Qualityimprovement collaboratives and the wisdom of crowds: spreadexplained by perceived success at group level. ImplementationScience: 9, 2014, nr. 91

- Dungen, C. van den, Hoeymans, N., Akker, M. van den, Bier-mans, M.C.J., Boven, K. van, Joosten, J.H.K., Verheij, R.A.,Waal, M.W.M. de, Schellevis, F.G., Oers, J.A.M. van Do prac-tice characteristics explain differences in morbidity estimatesbetween electronic health record based general practice regi-stration networks? BMC Family Practice: 15, 2014, nr. 176

- Eertwegh, V. van den, Dalen, J. van, Dulmen, S. van, Vleuten,C. van der, Scherpbier, A. Residents’ perceived barriers tocommunication skills learning: comparing two medical wor-king contexts in postgraduate training. Patient Education andCounseling: 95, 2014, nr. 1, p. 91-97

- Eitzen-Strassel, J. von, Vrijhoef, H.J.M., Derckx, E.W.C.C., Bak-ker, D.H. de Personnel planning in general practices: develop-ment and testing of a skill mix analysis method. HumanResources for Health: 12, 2014, nr. 53

- Emich, B., Dijk, L. van, Monteiro, S.P., Gier, J.J. de A study

comparing the effectiveness of three warning labels on thepackage of driving-impairing medicines. International Journalof Clinical Pharmacy: 36, 2014, nr. 6, p. 1152-1159

- Engels, G., Francke, A.L., Meijel, B. van, Douma, J.G., Kam, H.de, Wesselink, W., Houtjes, W., Scherder, E.J.A. Clinical painin schizophrenia: a systematic review. Journal of Pain: 15, 2014,nr. 5, p. 457-467

- Evans, N., Costantini, M., Pasman, H.R., Block, L. van den,Donker, G.A., Miccinesi, G., Bertolissi, S., Gil, M., Boffin, N.,Zurriaga, O., Deliens, L., Onwuteaka-Philipsen, B. End-of-lifecommunication: a retrospective survey of representativeGeneral Practitioner networks in four countries. Journal ofPain and Symptom Management: 47, 2014, nr. 3, p. 604-619.e3

- Evans, N., Pasman, H.R.W., Donker, G.A., Deliens, L., Block, L.van den, Onwuteaka-Philipsen, B. End-of-life care in generalpractice: a cross-sectional, retrospective survey of ‘cancer’,‘organ failure’ and ‘old-age/dementia’ patients. PalliativeMedicine: 28, 2014, nr. 7, p. 965-975

- Font-Ribera, L., Villanueva, C.M., Gracia-Lavedan, E., Borras-Santos, A., Kogevinas, M., Zock, J.P. Indoor swimming poolattendance and respiratory and dermal health in schoolchil-dren: HITEA Catalonia. Respiratory Medicine: 108, 2014, nr. 7,p. 1056-1059

- Franx, G., Huyser, J., Koetsenruijter, J., Feltz-Cornelis, C.M.van der, Verhaak, P.F.M., Grol, R.P.T.M., Wensing, M. Imple-menting guidelines for depression on antidepressant prescri-bing in general practice: a quasi-experimental evaluation.BMC Family Practice: 15, 2014, nr. 35

- Galenkamp, H., Huisman, M., Braam, A.W., Schellevis, F.G.,Deeg, D.J.H. Disease prevalence based on older people’s self-reports increased, but patient-general practitioner agreementremained stable, 1992-2009. Journal of Clinical Epidemiology:67, 2014, nr. 7, p. 773-780

Page 62: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 61

- Geelen, E., Krumeich, A., Schellevis, F.G., Akker, M. van denGeneral practitioners’ perceptions of their role in cancer fol-low-up care: a qualitative study in the Netherlands. EuropeanJournal of General Practice: 20, 2014, nr. 1, p. 17-24

- Gielen, S.C., Dekker, J., Francke, A.L., Mistiaen, P., Kroezen,M. The effects of nurse prescribing: a systematic review.International Journal of Nursing Studies: 51, 2014, nr. 7, p.1048-1061

- Goenee, M.S., Donker, G.A., Picavet, C., Wijsen, C. Decision-making concerning unwanted pregnancy in general practice.Family Practice: 31, 2014, nr. 5, p. 564-570

- Groot, M.C.H. de, Schuerch, M., Vries, F. de, Hesse, U., Oliva,B., Gil, M., Huerta, C., Requena, G., Abajo, F. de, Afonso, A.S.,Souverein, P.C., Alvarez, Y., Slattery, J., Rottenkolber, M.,Schmiedl, S., Dijk, L. van, Schlienger, R.G., Reynolds, R.,Klungel, O.H. Antiepileptic drug use in seven electronichealth record databases in Europe: a methodological compari-son. Epilepsia: 55, 2014, nr. 5, p. 666-673

- Groot, M.C.H. de, Klungel, O.H., Leufkens, H.G.M., Dijk, L.van, Grobbee, D.E., Garde, E.M.W. van de Sources of hetero-geneity in case–control studies on associations between sta-tins, ACE-inhibitors, and proton pump inhibitors and risk ofpneumonia. European Journal of Epidemiology: 29, 2014, nr.10, p. 767-775

- Hahné, S., Hooiveld, M., Vennema, H., Ginkel, A. van, Melker,H. de, Wallinga, J., Pelt, W. van, Bruijning-Verhagen, P.Exceptionally low rotavirus incidence in the Netherlands in2013/14 in the absence of rotavirus vaccination. Eurosurveil-lance: 19, 2014, nr. 43

- Heide, I. van der, Uiters, E., Rademakers, J., Struijs, J.N.,Schuit, A.J., Baan, C.A. Associations among health literacy,diabetes knowledge, and self-management behavior in adultswith diabetes: results of a Dutch cross-sectional study. Journal

of Health Communication: 19, 2014, nr. Suppl. 2, p. 115-131- Heijden, A.A.W.A. van der, Bruijne, M.C. de, Feenstra, T.L.,

Dekker, J.M., Baan, C.A., Bosmans, J.E., Bot, S.D.M., Donker,G.A., Nijpels, G. Resource use and costs of type 2 diabetespatients receiving managed or protocolized primary care: acontrolled clinical trial. BMC Health Services Research: 14,2014, nr. 280

- Heijer, C.D.J. den, Bijnen, E.M.E. van, Paget, W.J., Stobbe-ringh, E.E. Fusidic acid resistance in Staphylococcus aureusnasal carriage strains in nine European countries. FutureMicrobiology: 9, 2014, nr. 6, p. 737-745

- Heiligers, P.J.M. Specialty choice. In: W.C. Cockerham; R.Dingwall; S.R. Quah. The Wiley-Blackwell encyclopedia ofhealth, illness, behavior, and society. Chicester: John Wileyand Sons, 2014. p. 2254-2258

- Hendriks, M., Rademakers, J. Relationships between patientactivation, disease-specific knowledge and health outcomesamong people with diabetes: a survey study BMC Health Ser-vices Research: 14, 2014, nr. 393

- Hoekstra, R.A., Heins, M.J., Korevaar, J.C. Health care needsof cancer survivors in general practice: a systematic review.BMC Family Practice: 15, 2014, nr. 94

- Hofstede, J., Bie, J. de, Wijngaarden, B. van, Heijmans, M.Knowledge, use and attitude towards eHealth among patientswith chronic lung diseases. International Journal of MedicalInformatics: 83, 2014, nr. 12, p. 967-974

- Hujala, A., Rijken, M., Laulainen, S., Taskinen, H., Rissanen, S.People with multimorbidity: forgotten outsiders or dynamicself-managers? Journal of Health Organization and Manage-ment: 28, 2014, nr. 5, p. 696-712

- IJkema, R., Langelaan, M., Steeg, L. van de, Wagner, C. Dopatient characteristics influence nursing adherence to a gui-deline for preventing delirium? Journal of Nursing Scholar-

Page 63: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 462

ship: 46, 2014, nr. 3, p. 147-156- IJkema, R., Langelaan, M., Steeg, L. van de, Wagner, C. What

impedes and what facilitates a quality improvement projectfor older hospitalized patients? Implementation Science: 26,2014, nr. 1, p. 41-48

- Ivanovska, V., Rademaker, C.M.A., Dijk, L. van, Mantel-Teeu-wisse, A.K. Pediatric drug formulations: a review of challen-ges and progress. Pediatrics: 134, 2014, nr. 2, p. 361-372

- Jansen, D. How can we improve care for people with multiplechronic conditions? BMJ Blogs: 2014, nr. 22 jan.

- Jansen, D.L., Rijken, M., Kaptein, A.A., Boeschoten, E.W.,Dekker, F.W., Groenewegen, P.P. The role of social support indialysis patients’ feelings of autonomy and self-esteem: is sup-port more beneficial for patients with specific illness percepti-ons? Families, Systems & Health: 32, 2014, nr. 3, p. 313-327

- Kasteleyn, M.J., Gorter, K.J., Stellato, R.K., Rijken, M., Nijpels,G., Rutten, G.E.H.M. Tailored support for type 2 diabetespatients with an acute coronary event after discharge fromhospital: design and development of a randomised controlledtrial. Diabetology & Metabolic Syndrome: 6, 2014, nr. 5

- Kasteleyn, M.J., Gorter, K.J., Puffelen, A.L. van, Heijmans, M.,Vos, R.C., Jansen, H., Rutten, G.E.H.M. What follow-up careand self-management support do patients with type 2 diabeteswant after their first acute coronary event? A qualitative study.Primary Care Diabetes: 8, 2014, nr. 3, p. 195-206

- Kieft, R.A.M.M., Brouwer, B.B.J.M. de, Francke, A.L., Delnoij,D.M.J. How nurses and their work environment affect patientexperiences of the quality of care: a qualitative study. BMCHealth Services Research: 14, 2014, nr. 249

- Kloek, C.J.J., Bossen, D., Veenhof, C., Dongen, J.M. van, Dek-ker, J., Bakker, D.H. de Effectiveness and cost-effectiveness ofa blended exercise intervention for patients with hip and/orknee osteoarthritis: study protocol of a randomized controlled

trial. BMC Musculoskeletal Disorders: 15, 2014, nr. 269- Kloek, C.J.J., Tol, J., Veenhof, C., Wulp, I. van der, Swinkels,

I.C.S. Dutch general practitioners’ weight management policyfor overweight and obese patients. BMC Obesity: 1, 2014, nr. 2

- Ko, W., Deliens, L., Miccinesi, G., Giusti, F., Moreels, S., Don-ker, G.A., Owuteaka-Philipsen, B., Zurriaga, O., Lopéz-Maside, A., Block, L. van den Care provided and care settingtransitions in the last three months of life of cancer patients: anationwide monitoring study in four European countries.BMC Cancer: 14, 2014, nr. 960

- Ko, W., Miccinesi, G., Beccaro, M., Moreels, S., Donker, G.A.,Onwuteaka-Philipsen, B., Alonso, T.V., Deliens, L., Block, L.van den Factors associated with fulfilling the preference fordying at home among cancer patients: the role of general prac-titioners. Journal of Palliative Care: 30, 2014, nr. 3, p. 141-150

- Kooy, M.J., Geffen, E.C.G. van, Heerdink, E.R., Dijk, L. van,Bouvy, M.L. Effects of a TELephone Counselling Interventionby Pharmacist (TelCIP) on medication adherence, patientbeliefs and satisfaction with information for patients startingtreatment: study protocol for a cluster randomized controlledtrial. BMC Health Services Research: 14, 2014, nr. 219

- Korte-Verhoef, M.C. de, Pasman, H.R.W., Schweitzer, B.P.M.,Francke, A.L., Onwuteaka-Philipsen, B.D., Deliens, L. Rea-sons for hospitalisation at the end of life: differences betweencancer and non-cancer patients. Supportive Care in Cancer:22, 2014, nr. 3, p. 645-652

- Korte-Verhoef, M.C. de, Pasman, H.R.W., Schweitzer, B.P.M.,Francke, A.L., Onwuteaka-Philipsen, B.D., Deliens, L. Burdenfor family carers at the end of life; a mixed-method study ofthe perspectives of family carers and GPs. BMC Palliative Care:13, 2014, nr. 16

- Kösters, M.P., Chinapaw, M.J.M., Zwaanswijk, M., Wal, M.F.van der, Koot, H.M. Letter to the editor regarding “Study

Page 64: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 63

design of ‘Friends for Life’: a process and effect evaluation ofan indicated school-based prevention program”: response toLima et al. Neuropsychiatric Disease and Treatment: 2014, nr.10, p. 671-674

- Krage, R., Tjon Soei Len, L., Schober, P., Kolenbrander, M.,Groeningen, D. van, Loer, S.A., Wagner, C., Zwaan, L. Doesindividual experience affect performance during cardiopulmo-nary resuscitation with additional external distractors? Ana-esthesia: 69, 2014, nr. 9, p. 983-989

- Kroezen, M., Mistiaen, P., Dijk, L. van, Groenewegen, P.P.,Francke, A.L. Negotiating jurisdiction in the workplace: amultiple-case study of nurse prescribing in hospital settings.Social Science & Medicine: 117, 2014, nr. sept, p. 107-115

- Kroezen, M., Dijk, L. van, Groenewegen, P.P., Rond, M. de,Veer, A.J.E. de, Francke, A.L. Neutral to positive views on theconsequences of nurse prescribing: results of a national surveyamong registered nurses, nurse specialists and physicians.International Journal of Nursing Studies: 51, 2014, nr. 4, p.539-548

- Kroezen, M., Veer, A. de, Francke, A., Groenewegen, P., Dijk,L. van Changes in nurses’ views and practices concerningnurse prescribing between 2006 and 2012: results from twonational surveys. Journal of Advanced Nursing: 70, 2014, nr. 11,p. 2550-2561

- Krol, M., Sixma, H., Meerdink, J., Wiersma, H., Rademakers, J.Exploring young patients’ perspectives on rehabilitation care:methods and challenges of organizing focus groups for chil-dren and adolescents. Child: Care, Health and Development:40, 2014, nr. 4, p. 507-514

- Kuchinke, W., Ohmann, C., Verheij, R.A., Veen, E.B. van,Arvanitis, T.N., Taweel, A., Delaney, B.C. A standardised gra-phic method for describing data privacy frameworks in pri-mary care research using a flexible zone model. International

Journal of Medical Informatics: 83, 2014, nr. 12- Lamkaddem, M., Stronks, K., Devillé, W.D., Olff, M., Gerrit-

sen, A.A.M., Essink-Bot, M.L. Course of post-traumatic stressdisorder and health care utilisation among resettled refugeesin the Netherlands. BMC Psychiatry: 14, 2014, nr. 90

- Leede M. van der, Veenhof, C., Roorda, L.D., Dekker, J. Riskfactors for functional decline in osteoarthritis of the knee orhip. In: J. Dekker (red.). Exercise and physical functioning inosteoarthritis: medical, neuromuscular and behavioral per-spectives. Dordrecht: Springer, 2014. p. 39-48

- Leyland, A.H., Groenewegen, P.P. Intraclass Correlation Coef-ficient (ICC). In: A.C. Michalos. Encyclopedia of quality of lifeand well-being research. Dordrecht: Springer Reference, 2014.p. 3367-3368

- Leyland, A.H., Groenewegen, P.P. Hierarchical linear mode-ling. In: A.C. Michalos. Encyclopedia of quality of life andwell-being research. Dordrecht: Springer Reference, 2014. p.2861-2863

- Lier, A. van, Erp, J. van, Donker, G.A., Maas, N.A.T. van der,Sturkenboom, M.C.J.M., Melker, H.E. de Low varicella-relatedconsultation rate in the Netherlands in primary care data.Vaccine: 32, 2014, nr. 28, p. 3517-3524

- Lier, E.A. van, Kemmeren, J.M., Suijkerbuijk, A.W.M., Luytjes,W., Donker, G.A., Stirbu-Wagner, I., Jochemsen, P., Melker,H.E. de Varicella zoster virus (VZV) infection. In: T.M. Schu-rink-van ‘t Klooster; H.E. de Melker. The National Immunisa-tion Programme in the Netherlands: developments in 2013.Bilthoven: RIVM, 2013. p. 92-99

- Loenhout, J.A.F. van, Tiel, H.H.M.M. van, Heuvel, J. van den,Vercoulen, J.H., Bor, H., Velden, K. van der, Paget, W.J., Haut-vast, J.L.A. Serious long-term health consequences of Q-feverand Legionnaires’ disease. Journal of Infection: 68, 2014, nr. 6,p. 527-533

Page 65: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 464

- Maas, N.A.T. van der, Kemmeren, J.M., Lugner, A.K., Suijker-buijk, A.W.M., Donker, G.A., Buisman, A., Berbers, G.A.M.,Els, C.A.C.M. van, Melker, H.E. de, Mooi, F.R. Pertussis. In:T.M. Schurink-van ‘t Klooster; H.E. de Melker. The NationalImmunisation Programme in the Netherlands: developmentsin 2013. Bilthoven: RIVM, 2013. p. 36-43

- Martin, L., Hutton, E.K., Spelten, E.R., Gitsels-van der Wal,J.T., Dulmen, S. van Midwives’ views on of appropriate ante-natal counselling for congenital anomaly tests: do they matchclients’ preferences? Midwifery: 30, 2014, nr. 6, p. 600-609

- Martowirono, K., Wagner, C., Bijnen, A.B. Surgical residents’perceptions of patient safety climate in Dutch teaching hospi-tals. Journal of Evaluation in Clinical Practice: 20, 2014, nr. 2,p. 121-128

- McDonald, S.A., Presanis, A.M., Angelis, D. de, Hoek, W. vander, Hooiveld, M., Donker, G., Kretzschmar, M.E. An evidencesynthesis approach to estimating the incidence of seasonalinfluenza in the Netherlands. Influenza and Other Respira-tory Viruses: 8, 2014, nr. 1, p. 33-41

- Meijer, A., Benschop, K.S., Donker, G.A., Avoort, H.G. van derContinued seasonal circulation of enterovirus D68 in theNetherlands, 2011-2014. Eurosurveillance: 19, 2014, nr. 42

- Melle, M.A. van, Lamkaddem, M., Stuiver, M.M., Gerritsen,A.A.M., Devillé, W.L.J.M., Essink-Bot, M.L. Quality of pri-mary care for resettled refugees in the Netherlands with chro-nic mental and physical health problems: a cross-sectionalanalysis of medical records and interview data. BMC FamilyPractice: 15, 2014, nr. 160

- Mikalef, P., Pateli, A., Batenburg, R., Wetering, R. van de Busi-ness alignment in the procurement domain: a study of antece-dents and determinants of supply chain performance. Interna-tional Journal of Information Systems and Project Manage-ment: 2, 2014, nr. 1, p. 43-59

- Niemeijer, A.R., Depla, M., Hertogh, C., Frederiks, B., Francke,A. The use of surveillance technology in residential facilitiesfor people with dementia or intellectual disabilities: a studyamong nurses and support staff. American Journal of Nursing:114, 2014, nr. 12, p. 28-37

- Nijman, J., Hendriks, M., Brabers, A., Jong, J. de, Rademakers,J. Patient activation and health literacy as predictors of healthinformation use in a general sample of Dutch health care con-sumers. Journal of Health Communication: International Per-spectives: 19, 2014, nr. 8, p. 955-969

- Noordman, J., Weijden, T. van der, Dulmen, S. van Effects ofvideo-feedback on the communication, clinical competenceand motivational interviewing skills of practice nurses: a pre-test posttest control group study. Journal of Advanced Nur-sing: 70, 2014, nr. 10, p. 2272-2283

- Okuyama, A., Wagner, C., Bijnen, B. Speaking up for patientsafety by hospital-based health care professionals: a literaturereview. BMC Health Services Research: 14, 2014, nr. 61

- Oostrom, S.H. van, Picavet, H.S., Bruin, S.R. de, Stirbu, I.,Korevaar, J.C., Schellevis, F.G., Baan, C.A. Multimorbidity ofchronic diseases and health care utilization in general prac-tice. BMC Family Practice: 15, 2014, nr. 61

- Osch, M. van, Sep, M., Vliet, L.M. van, Dulmen, S. van, Ben-sing, J.M. Reducing patients’ anxiety and uncertainty, andimproving recall in bad news consultations. Health Psycho-logy: 33, 2014, nr. 11, p. 1382-1390

- Paternotte, E., Fokkema, J.P.I., Loon, K.A.van, Dulmen, S. van,Scheele, F. Cultural diversity: blind spot in medical curricu-lum documents, a document analysis. BMC Medical Educa-tion: 14, 2014, nr. 176

- Paul, K.T., Avezaat, C.J.J., Friele, R.D., IJzermans, J.N., Bal, R.A.Organ donation as transition work: policy discourse and clinicalpractice in The Netherlands. Health: 18, 2014, nr. 4, p. 369-387

Page 66: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 65

- Peeters, M.G.P., Delnoij, D.M.J., Friele, R.D. Stronger, but not(yet) an equal. The use of quality improvement instrumentsand strategies by patient organisations in the Netherlands.Social Science & Medicine: 115, 2014, nr. aug, p. 56-63

- Pereboom, M.T.R., Manniën, J., Spelten, E.R., Hutton, E.K.,Schellevis, F.G. Maternal cytomegalovirus infection preven-tion: the role of Dutch primary care midwives. Midwifery: 30,2014, nr. 12, p. 1196-1201

- Pereboom, M.T.R., Manniën, J., Almkerk, K.D.J. van, Spelten,E.R., Gitsels, J.T., Martin, L., Hutton, E.K., Schellevis, F.G.What information do Dutch midwives give clients about toxo-plasmosis, listeriosis and cytomegalovirus prevention? Anexploratory study of videotaped consultations. Patient Educa-tion and Counseling: 96, 2014, nr. 1, p. 29-35

- Pereboom, M.T.R., Manniën, J., Rours, G.I.J.G., Spelten, E.R.,Hutton, E.K., Schellevis, F.G. Chlamydia trachomatis infec-tion during pregnancy: knowledge, test practices, and attitu-des of Dutch midwives. Scandinavian Journal of InfectiousDiseases: 46, 2014, nr. 2, p. 107-113

- Pereboom, M.T.R., Spelten, E.R., Manniën, J., Rours, G.I.J.G.,Morré, S.A., Schellevis, F.G., Hutton, E.K. Knowledge andacceptability of Chlamydia trachomatis screening amongpregnant women and their partners: a cross-sectional study.BMC Public Health: 14, 2014, nr. 704

- Pisters, M.F., Veenhof, C., Dijk, G.M. van, Dekker, J. CARPASTUDY GROUP Avoidance of activity and limitations in acti-vities in patients with osteoarthritis of the hip or knee: a 5 yearfollow-up study on the mediating role of reduced musclestrength. Osteoarthritis and Cartilage: 22, 2014, nr. 2, p. 171-177

- Pivodic, L., Block, L. van den, Pardon, K., Miccinesi, G., VegaAlonso, T., Boffin, N., Donker, G.A., Cancian, M., Lopéz-Maside, A., Onwuteaka-Philipsen, B.D., Deliens, L. Burden onfamily carers and care-related financial strain at the end of

life: a cross-national population-based study. European Jour-nal of Public Health: 24, 2014, nr. 5, p. 819-826

- Plochg, T., Arah, O.A., Botje, D., Thompson, C.A., Klazinga,N.S., Wagner, C., Mannion, R., Lombarts, K. Measuring clini-cal management by physicians and nurses in European hospi-tals: development and validation of two scales. InternationalJournal for Quality in Health Care: 26, 2014, nr. suppl. 1, p. 56-65

- Poot, E.P., Bruijne, M.C. de, Wouters, M.G.A.J., Groot, C.J.M.de, Wagner, C. Exploring perinatal shift-to-shift handovercommunication and process: an observational study. Journalof Evaluation in Clinical Practice: 20, 2014, nr. 2, p. 166-175

- Prins, M.A., Verhaak, P.F.M., Smit, D., Verheij, R.A.Healthcare utilization in general practice before and after psy-chological treatment: a follow-up data linkage study in pri-mary care. Scandinavian Journal of Primary Health Care: 32,2014, nr. 3, p. 117-123

- Puffelen, A.L. van, Rijken, M., Heijmans, M.J.W.M., Nijpels,G., Rutten, G.E.H.M., Schellevis, F.G. Living with diabetes: agroup-based self-management support programme for T2DMpatients in the early phases of illness and their partners, studyprotocol of a randomised comtrolled trial. BMC Health Ser-vices Research: 14, 2014, nr. 144

- Rademakers, J., Nijman, J., Brabers, A.E.M., Jong, J.D. de, Hen-driks, M. The relative effect of health literacy and patient acti-vation on provider choice in the Netherlands. Health Policy:114, 2014, nr. 2-3, p. 200-206

- Raijmakers, N.J.H., Hofstede, J.M., Nijs, E.J.M. de, Deliens, L.,Francke, A.L. The effect and process evaluations of the natio-nal quality improvement programme for palliative care: thestudy protocol. BMC Palliative Care: 13, 2014, nr. 5

- Rijken, M., Heijmans, M., Jansen, D., Rademakers, J.J.D.J.M.Developments in patient activation of people with chronic ill-

Page 67: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 466

ness and the impact of changes in self-reported health: resultsof a nationwide longitudinal study in the Netherlands. PatientEducation and Counseling: 97, 2014, nr. 3, p. 383-390

- Rijken, M., Bekkema, N., Boeckxstaens, P., Schellevis, F.G.,Maeseneer, J.M. de, Groenewegen, P.P. Chronic DiseaseManagement Programmes: an adequate response to patients’needs? Health Expectations: 17, 2014, nr. 5, p. 608-621

- Roo, M.L. de, Steen, J.T. van der, Galindo Garre, F., Noortgate,N. van den, Onwuteaka-Philipsen, B.D., Deliens, L., Francke,A.L. When do people with dementia die peacefully? An analy-sis of data collected prospectively in long-term care settings.Palliative Medicine: 28, 2014, nr. 3, p. 210-219

- Roo, M.L. de, Miccinesi, G., Onwuteaka-Philipsen, B.D.,Noortgate, N. van den, Block, L. van den, Bonacchi, A., Don-ker, G.A., Lozano Alonso, J.E., Moreels, S., Deliens, L.,Francke, A.L. Actual and preferred place of death of home-dwelling patients in four European countries: making sense ofquality indicators. PLoS One: 9, 2014, nr. 4, p. e93762

- Rosse, F. van, Essink-Bot, M.L., Stronks, K., Bruijne, M. de,Wagner, C. Ethnic minority patients not at increased risk ofadverse events during hospitalisation in urban hospitals in theNetherlands: results of a prospective observational study. BMJOpen: 4, 2014, nr. 12, p. e005527

- Rovira, E., Cuadras, A., Aguilar, X., Esteban, L., Borras-Santos,A., Zock, J.P., Sunyer, J. Asthma, respiratory symptoms andlung function in children living near a petrochemical site.Environmental Research: 133, 2014, p. 156-163

- Rutten, G.M., Meis, J.J.M., Hendriks, M.R.C., Hamers, F.J.M.,Veenhof, C., Kremers, S.P.J. The contribution of lifestyle coach-ing of overweight patients in primary care to more autonomousmotivation for physical activity and healthy dietary behaviour:results of a longitudinal study. International Journal of Behavi-oral Nutrition and Physical Activity: 11, 2014, nr. 86

- Scheele, J., Vijfvinkel, F., Rigter, M., Swinkels, I.C.S., Bierma-Zeinstra, S.M.A., Koes, B.W., Luijsterburg, P.A.J. Direct accessto physical therapy for patients with low back pain in theNetherlands: prevalence and predictors. Physical Therapy:944, 2014, nr. 3, p. 363-70

- Schilp, J., Boot, S., Blok, C. de, Spreeuwenberg, P., Wagner, C.Protocol compliance of administering parenteral medicationin Dutch hospitals: an evaluation and cost-estimation of theimplementation. BMJ Open: 4, 2014, nr. 12, p. e005232

- Schilp, J., Blok, C. de, Langelaan, M., Spreeuwenberg, P., Wag-ner, C. Guideline adherence for identification and hydrationof high-risk hospital patients for contrast-induced nephro-pathy. BMC Nephrology: 15, 2014, nr. 2

- Schoten, S.M. van, Baines, R.J., Spreeuwenberg, P., Bruijne,M.C. de, Groenewegen, P.P., Groeneweg, J., Wagner, C. Theecometric properties of a measurement instrument for pros-pective risk analysis in hospital departments. BMC HealthServices Research: 14, 2014, nr. 103

- Schoten, S.M. van, Kop, V., Blok, C. de, Spreeuwenberg, P.,Groenewegen, P.P., Wagner, C. Compliance with a time-outprocedure intended to prevent wrong surgery in hospitals:results of a national patient safety programme in the Nether-lands. BMJ Open: 4, 2014, nr. e005075

- Secanell, M., Groene, O., Arah, O.A., Lopez, M.A., Kutryba, B.,Pfaff, H., Klazinga, N., Wagner, C., Kristensen, S., Bartels, P.D.,Garel, P., Bruneau, C., Escoval, A., França, M., Mora, N.,Suñol, R. Deepening our understanding of quality improve-ment in Europe (DUQuE): overview of a study of hospitalquality management in seven countries. International Journalfor Quality in Health Care: 26, 2014, nr. suppl. 1, p. 5-15

- Sep, M.S.C., Osch, M. van, Vliet, L.M. van, Smets, E.M.A.,Bensing, J.M. The power of clinicians’ affective communica-tion: how reassurance about non-abandonment can reduce

Page 68: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 67

patients’ physiological arousal and increase information recallin bad news consultations. An experimental study using ana-logue patients. Patient Education and Counseling: 95, 2014,nr. 1, p. 45-52

- Shaw, C.D., Groene, O., Botje, D., Suñol, R., Kutryba, B., Kla-zinga, N., Bruneau, C., Hammer, A., Wang, A., Arah, O.A.,Wagner, C. The effect of certification and accreditation onquality management in 4 clinical services in 73 European hos-pitals. International Journal for Quality in Health Care: 26,2014, nr. Suppl 1, p. 100-107

- Slottje, P., Yzermans, C.J., Korevaar, J.C., Hooiveld, M., Ver-meulen, R.C.H. The population-based occupational and envi-ronmental health prospective cohort study (AMIGO) in theNetherlands. BMJ Open: 4, 2014, nr. e005858

- Smelt, A.F.H., Assendelft, W.J.J., Dijk, C.E. van, Blom, J.W.Triptan use after starting prophylactic migraine treatment: aretrospective cohort study in a primary care population. Cep-halalgia: 34, 2014, nr. 11, p. 927-932

- Smit, L.A.M., Hooiveld, M., Sman-de Beer, F. van der, Opstal-van Winden, A.W.J., Beekhuizen, J., Wouters, I.M., Yzermans,J., Heederik, D. Air pollution from livestock farms, andasthma, allergic rhinitis and COPD among neighbouring resi-dents. Occupational and Environmental Medicine: 71, 2014,nr. 2, p. 134-140

- Spruit, M., Vroon, R., Batenburg, R. Towards healthcare busi-ness intelligence in long-term care: an explorative case studyin the Netherlands. Computers in Human Behavior: 30, 2014,nr. January, p. 698-707

- Steeg, L. van de, Langelaan, M., Wagner, C. Can preventableadverse events be predicted among hospitalized olderpatients? The development and validation of a predictivemodel. International Journal for Quality in Health Care: 26,2014, nr. 5, p. 547-552

- Steeg, L. van de, Langelaan, M., IJkema, R., Nugus, P., Wagner,C. Improving delirium care for hospitalized older patients: aqualitative study identifying barriers to guideline adherence.Journal of Evaluation in Clinical Practice: 20, 2014, nr. 6, p.813-819

- Steeg, L. van de, IJkema, R., Langelaan, M., Wagner, C. Can ane-learning course improve nursing care for older people at riskof delirium: a stepped wedge cluster randomised trial. BMCGeriatrics: 14, 2014, nr. 69

- Steen, J.T. van der, Radbruch, L., Hertogh, C.M.P.M., Boer,M.E. de, Hughes, J.C., Larkin, P., Francke, A.L., Junger, S.,Gove, D., Firth, P., Koopmans, R.T.C.M., Volicer, L. Whitepaper defining optimal palliative care in older people withdementia: a Delphi study and recommendations from theEuropean Association for Palliative Care. Palliative Medicine:28, 2014, nr. 3, p. 197-209

- Steenis, M.N.A. van, Driesenaar, J.A., Bensing, J.M., Hulten, R.van, Soeverein, P.C., Dijk, L. van, Smet, P.A.G.M. de, Dulmen,A.M. van Relationship between medication beliefs, self-reported and refill adherence, and symptoms in patients withasthma using inhaled corticosteroids. Patient Preference andAdherence: 8, 2014, p. 83-91

- Struckmann, V., Snoeijs, S., Melchiorre, M.G., Hujala, A., Rij-ken, M., Quentin, W., Ginneken, E. van Caring for peoplewith multiple chronic conditions in Europe. Eurohealth: 20,2014, nr. 3, p. 35-40

- Suñol, R., Wagner, C., Arah, O.A., Shaw, C.D., Kristensen, S.,Thompson, C.A., DerSarkissian, M., Bartels, P.D., Pfaff, H.,Secanell, M., Mora, N., Vlcek, F., Kutaj-Wasikowska, H.,Kutryba, B., Michel, P., Groene, O. Evidence-based organiza-tion and patient safety strategies in European hospitals. Inter-national Journal for Quality in Health Care: 26, 2014, nr.suppl. 1, p. 47-55

Page 69: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 468

- Swinkels, I.C.S., Kooijman, M.K., Spreeuwenberg, P.M., Bos-sen, D., Leemrijse, C.J., Dijk, C.E. van, Verheij, R., Bakker, D.H.de, Veenhof, C. An overview of 5 years of patient self-referralfor physical therapy in the Netherlands. Physical Therapy: 94,2014, nr. 12, p. 1785-1795

- Tol, J., Swinkels, I.C., Bakker, D.H. de, Seidell, J., Veenhof, C.Dietetic treatment lowers body mass index in overweightpatients: an observational study in primary health care. Journalof Human Nutrition and Dietetics: 27, 2014, nr. 5, p. 426-433

- Tol, J., Swinkels, I.C., Bakker, D.H. de, Veenhof, C., Seidell, J.C.Overweight and obese adults have low intentions of seekingweight-related care: a cross-sectional survey. BMC PublicHealth: 14, 2014, nr. 582

- Tra, J., Engel, J., Wulp, I. van der, Bruijne, M.C. de, Wagner, C.Monitoring guideline adherence in the management of acutecoronary syndrome in hospitals: design of a multicentre study.Netherlands Heart Journal: 22, 2014, nr. 7-8, p. 346-353

- Uiters, E., Maurits, E., Droomers, M., Zwaanswijk, M., Verheij,R.A., Lucht, F. van der The association between adolescents’health and disparities in school career: a longitudinal cohortstudy. BMC Public Health: 14, 2014, nr. 1104

- Vandenplas, O., Wiszniewska, M., Raulf, M., Blay, F. de, Gerthvan Wijk, R., Moscato, G., Nemery, B., Pala, G., Quirce, S.,Sastre, J., Schlünssen, V., Sigsgaard, T., Siracusa, A., Tarlo,S.M., Kampen, V. van, Zock, J.P., Walusiak-Skorupa, J. EAACIposition paper: irritant-induced asthma. Allergy: 69, 2014, nr.9, p. 1141-1153

- Veenhof, C., Pisters, M., Dekker, J. Exercise aiming at behavi-oral mechanisms. In: J. Dekker. Exercise and physical functio-ning in osteoarthritis: medical, neuromuscular and behavioralperspectives. Dordrecht: Springer, 2014. p. 109-118

- Verbakel, N.J., Melle, M. van, Langelaan, M., Verheij, T.J.M.,Wagner, C., Zwart, D.L.M. Exploring patient safety culture in

Dutch primary care. International Journal for Quality inHealth Care: 26, 2014, nr. 6

- Verbeek-van Noord, I., Wagner, C., Dyck, C. van, Twisk, J.W.R.,Bruijne, M.C. de Is culture associated with patient safety inthe emergency department? A study of staff perspectives.International Journal for Quality in Health Care: 26, 2014, nr.1, p. 64-70

- Verbeek-van Noord, I., Bruijne, M.C. de, Zwijnenberg, N.C.,Jansma, E.P., Dyck, C. van, Wagner, C. Does classroom-basedCrew Resource Management training improve patient safetyculture? A systematic review. SAGE Open Medicine: 2, 2014,nr. 2050312114

- Verbiest, M.E.A., Chavannes, N.H., Passchier, E., Noordman,J., Scharloo, M., Kaptein, A.A., Assendelft, W.J.J., Crone, M.R.Sequence-analysis of video-recorded practitioner-patientcommunication about smoking in general practice: do smo-kers express negative statements about quitting? Patient Edu-cation and Counseling: 97, 2014, nr. 3, p. 352-360

- Verhaak, P.F.M., Dekker, J.H., Waal, M.W.M. de, Marwijk,H.W.J. van, Comijs, H.C. Depression, disability and somaticdiseases among elderly. Journal of Affective Disorders: 167,2014, nr. oct., p. 187-191

- Verkaik, R., Busch, M., Koeneman, T., Berg, R. van den,Spreeuwenberg, P., Francke, A.L. Guided imagery in peoplewith fibromyalgia: a randomized controlled trial of effects onpain, functional status and self-efficacy. Journal of Health Psy-chology: 19, 2014, nr. 5, p. 678-688

- Vervloet, M., Dijk, L. van, Bakker, D.H. de, Souverein, P.C.,Santen-Reestman, J., Vlijmen, B. van, Aarle, M.C.W. van,Hoek, L.S. van der, Bouvy, M.L. Short- and long-term effectsof real-time medication monitoring with short message ser-vice (SMS) reminders for missed doses on the refill adherenceof people with Type 2 diabetes: evidence from a randomised

Page 70: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 69

controlled trial. Diabetic Medicine: 31, 2014, nr. 7, p. 821-828- Victoor, A., Rademakers, J., Reitsma-van Rooijen, M., Jong, J.

de, Delnoij, D., Friele, R. The effect of the proximity ofpatients’ nearest alternative hospital on their intention tosearch for information on hospital quality. Journal of HealthServices Research & Policy: 19, 2014, nr. 1, p. 4-11

- Victoor, A., Hansen, J., Akker-van Marle, M.E. van den, Berg,B. van den, Hout, W.B. van den, Jong, J.D. de Choosing yourhealth insurance package: a method for measuring thepublic’s preferences for changes in the national health insu-rance plan. Health Policy: 117, 2014, nr. 2, p. 257-265

- Vos, H.M.M., Adan, I.M.A., Schellevis, F.G., Lagro-Janssen,A.L.M. Prevention in primary care: facilitators and barriers totransform prevention from a random coincidence to a syste-matic approach. Journal of Evaluation in Clinical Practice: 20,2014, nr. 3, p. 208-215

- Vos, H.M.M., Delft, D.H.W.J.M. van, Kleijn, M.J.J. de, Nielen,M.M.J., Schellevis, F.G., Lagro-Janssen, A.L.M. Selective pre-vention of cardiometabolic diseases in general practice: attitu-des and working methods of male and female general practiti-oners before and after the introduction of the Prevention Con-sultation guideline in the Netherlands. Journal of Evaluationin Clinical Practice: 20, 2014, nr. 4, p. 478-485

- Vries, L. de, Heijden, A.A.W.A. van der, Riet, E. van ‘t, Baan,C.A., Kostense, P.J., Rijken, M., Rutten, G.E.H.M., Nijpels, G.Peer support to decrease diabetes-related distress in patientswith type 2 diabetes mellitus: design of a randomised control-led trial. BMC Endocrine Disorders: 14, 2014, nr. 21

- Vyncke, V., Hardyns, W., Peersman, W., Pauwels, L., Groene-wegen, P., Willems, S. How equal is the relationship betweenindividual social capital and psychological distress? A gende-red analysis using cross-sectional data from Ghent (Belgium).BMC Public Health: 14, 2014, nr. 960

- Wagner, C., Thompson, C.A., Arah, O.A., Groene, O., Kla-zinga, N.S., DerSarkissian, M., Suñol, R. A checklist forpatient safety rounds at the care pathway level. InternationalJournal for Quality in Health Care: 26, 2014, nr. suppl. 1, p. 36-46

- Wagner, C., Groene, O., DerSarkissian, M., Thompson, C.A.,Klazinga, N.S., Arah, O.A., Suñol, R. The use of on-site visitsto assess compliance and implementation of quality manage-ment at hospital level. International Journal for Quality inHealth Care: 26, 2014, nr. suppl. 1, p. 27-35

- Wagner, C., Groene, O., Thompson, C.A., Klazinga, N.S., Der-Sarkissian, M., Arah, O.A., Suñol, R. Development and valida-tion of an index to assess hospital quality management sys-tems. International Journal for Quality in Health Care: 26,2014, nr. suppl. 1, p. 16-26

- Wagner, C., Groene, O., Thompson, C.A., DerSarkissian, M.,Klazinga, N.S., Arah, O.A., Suñol, R. DUQuE quality manage-ment measures: associations between quality management athospital and pathway levels. International Journal for Qualityin Health Care: 26, 2014, nr. suppl. 1, p. 66-73

- Wagner, C., Mannion, R., Hammer, A., Groene, O., Arah, O.A.,DerSarkissian, M., Suñol, R. The associations between orga-nizational culture, organizational structure and qualitymanagement in European hospitals. International Journal forQuality in Health Care: 26, 2014, nr. suppl. 1, p. 74-80

- Waverijn, G., Wolfe, M.K., Mohnen, S., Rijken, M., Spreeu-wenberg, P., Groenewegen, P. A prospective analysis of theeffect of neighbourhood and individual social capital onchanges in self-rated health of people with chronic illness.BMC Public Health: 14, 2014, nr. 675

- Weldam, S.W.M., Lammers, J.W.J., Heijmans, M.J.W.M.,Schuurmans, M.J. Perceived quality of life in chronic obstruc-tive pulmonary disease patients: a cross-sectional study in pri-

Page 71: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 470

mary care on the role of illness perceptions. BMC Family Prac-tice: 15, 2014, nr. 140

- Wetering, R. van de, Batenburg, R. Towards a theory of PACSdeployment: an integrative PACS maturity framework. Journalof Digital Imaging: 27, 2014, nr. 3, p. 337-350

- Wiegers, T.A., Warmelink, J.C., Spelten, E.R., Klomp, G.M.T.,Hutton, E.K. Work and workload of Dutch primary care mid-wives in 2010. Midwifery: 30, 2014, nr. 9, p. 991-997

- Willeboordse, F., Hugtenburg, J.G., Dijk, L. van, Bosmans, J.E.,Vries, O.J. de, Schellevis, F.G., Elders, P.J.M. Opti-Med: theeffectiveness of optimized clinical medication reviews in olderpeople with ‘geriatric giants’ in general practice; study proto-col of a cluster randomized controlled trial. BMC Geriatrics:14, 2014, nr. 116

- Willeboordse, F., Hugtenburg, J.G., Schellevis, F.G., Elders,P.J.M. Patient participation in medication reviews is desirablebut not evidence-based: a systematic literature review. BritishJournal of Clinical Pharmacology: 78, 2014, nr. 6, p. 1201-1216

- Wolfe, M.K., Groenewegen, P.P., Rijken, M., Vries, S. de Greenspace and changes in self-rated health among people withchronic illness. European Journal of Public Health: 24, 2014,nr. 4, p. 640-642

- Wouters, H., Bouvy, M.L., Geffen, E.C.G. van, Gardarsdottir,H., Stiggelbout, A.M., Dijk, L. van Antidepressants in primarycare: patients’ experiences, perceptions, self-efficacy beliefs,and nonadherence. Patient Preference and Adherence: 8,2014, p. 179-190

- Wouters, H., Stiggelbout, A.M., Bouvy, M.L., Maatman, G.A.,Geffen, E.C.G. van, Vree, R., Nortier, J.W., Dijk, L. van Endo-crine therapy for breast cancer: assessing an array of women’streatment experiences and perceptions, their perceived self-efficacy and nonadherence. Clinical Breast Cancer: 14, 2014,nr. 6, p. 460-467.e2

- Wouters, H., Dijk, L. van, Geffen, E.C.G. van, Geers, H.C.J.,Souverein, P.C., Bouvy, M.L., Stiggelbout, A.M. Do the bene-fits of statins outweigh their drawbacks? Assessing patients’trade-off preferences with conjoint analysis. InternationalJournal of Cardiology: 176, 2014, nr. 3, p. 1220-1222

- Wouters, H., Dijk, L. van, Geffen, E.C.G. van, Gardarsdottir,H., Stiggelbout, A.M., Bouvy, M.L. Primary-care patients’trade-off preferences with regard to antidepressants. Psycho-logical Medicine: 44, 2014, nr. 11, p. 2301-2308

- Zwaanswijk, M., Dulmen, S. van Advantages of asynchronousonline focus groups and face-to-face focus groups as perceivedby child, adolescent and adult participants: a survey study.BMC Research Notes: 7, 2014, nr. 756

- Zwikker, H.E., Ende, C.H. van den, Lankveld, W.G. van, Broe-der, A.A. den, Hoogen, F.H. van den, Mosselaar, B. van de,Dulmen, S. van, Bemt, B.J. van den Effectiveness of a group-based intervention to change medication beliefs and improvemedication adherence in patients with rheumatoid arthritis: arandomized controlled trial. Patient Education and Counse-ling: 94, 2014, nr. 3, p. 356-361

- Zwikker, H.E., Bemt, B.J. van den, Vriezekolk, J.E., Ende, C.H.van den, Dulmen, S. van Psychosocial predictors of non-adherence to chronic medication: systematic review of longi-tudinal studies. Patient Preference and Adherence: 8, 2014, p.519-563

- Zwikker, H.E., Dulmen, S. van, Broeder, A.A. den, Bemt, B.J.van den, Ende, C.H. van den Perceived need to take medica-tion is associated with medication non-adherence in patientswith rheumatoid arthritis. Patient Preference and Adherence:8, 2014, p. 1635-1645

Page 72: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 71

Page 73: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 472

Aantal medewerkers 2010­2014Peildatum 31­12­2014

Aantal medewerkers 2014 naar functiePeildatum 31­12­2014

0

0 50 100 150 200

0 10 20 30 40 50 60

2 4 6 8 10 12 14 16 18 x miljoen euro

Omvang subsidies NIVEL 2006­2014� Basissubsidie � Projectgelden 2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2010

2011

2012

2013

2014

wetenschappelijk management, programmaleiders

onderzoekers > 6 anciënniteitsjaren

onderzoekers ≤ 6 anciënniteitsjaren

onderzoeksondersteuning, kenniscentrum

niet­wetenschappelijk personeel

Aantal koppen soep in 2014: 15.139

NIVEL in cijfers

Page 74: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 4 73

Ziekteverzuim excl. zwangerschap 2010­2014

NIVEL publicaties in 2014

Afgeronde en gestarte projecten in 2014

0,0% 0,5% 1,0% 1,5% 2,0% 2,5% 3,0% 3,5%

0 20 40 60 80 100

0 100 150 200

Nederlandse wetenschappelijke artikelen

Nederlandse artikelen in vaktijdschriften

Abstracts

NIVEL rapporten

Internationale artikelen

Lezingen­workshops­posters

Aantal afgeronde projecten in 2014

Aantal gestarte projecten in 2014

2010

2011

2012

2013

2014

50

Page 75: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

j a a r B o e k 2 0 1 474

Raad van Toezicht

De Raad van Toezicht van het NIVEL ziet toe ophet besturen van de stichting door de directie. Inhet verslagjaar is de Raad van Toezicht vijfmaalbijeen geweest.

Samenstelling Raad van Toezicht (op 31­12­2014)– Prof.dr. N.A.M. Urbanus, voorzitter– Drs. W. Geerlings, arts lid– Prof.dr. J. Gussekloo, lid– Mr. G.J.A. Hamilton, lid– Prof.dr. P. Hooimeijer, lid (tot 01-09-2014)– Prof.dr. E.C. Klasen, lid (per 01-09-2014)

Directie– Prof. dr. P.P. Groenewegen

Page 76: Kennis voor betere zorg - NIVEL Jaarboek 2014: NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. · 2019. 2. 28. · Chronisch zieke houdt zorg liefst in eigen hand Negen van de tien chronisch

NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg

Jaarboek

2014

nivel

jaa

rb

oe

k 20

14

Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg

Postadres Postbus 1568, 3500 BN UtrechtBezoekadres Otterstraat 118­124, Utrechttelefoon (030) 27 29 700fax (030) 27 29 729WeBsite www.nivel.nl

www.nivel.eu@nivel_research

Nederlands instituut

voor onderzoek van

de gezondheidszorg