Katernen 3 Katernen Venlose

20
Gemeentearchief Venlo Venlose Katernen 3 juni 2005 Katernen 3 het q4-gebied is nu bewust gekozen voor herstel van oude structuren en het realiseren van bebouwing die van respect voor de historische ‘setting’ getuigt. Immers, een groot gedeelte van het q4-gebied ligt in de histo- rische binnenstad van Venlo en dat vraagt om een zorgvuldige omgang met het verleden. De beoogde functies sommigen werd gedacht aan het tabula rasa-model, dat wil zeggen: op gron- dige wijze schoon schip maken, veel slopen en alles opnieuw opbouwen. Inmiddels is het perspectief ver- schoven in de richting van een plan waarin in veel grotere mate rekening wordt gehouden met de cultuurhisto- rische achtergrond van het gebied. In Venlo voert vanaf de jaren ’80 van de vorige eeuw in en rond de binnenstad een aantal ingrijpende stedenbouw- kundige vernieuwingsprojecten uit. [1] Werd eind jaren ’80 het startsein gegeven voor de werkzaamheden in het kader van Venlo-Centrum-Zuid, in de loop van de jaren ’90 startten de voorbereidingen voor de vernieuwing van de Maasboulevard (binnenstad) en Maaswaard (rond de Nedinsco- fabriek). Het vooralsnog laatst gestarte grote stadsvernieuwingsproject staat bekend onder de op het eerste gezicht wat mysterieus klinkende naam ‘q4’. Met q4 wordt het gebied tussen de Peperstraat, Maas/Maaskade, Noord- Buitensingel, Parkstraat en Lomstraat bedoeld. De naam refereert aan de ver- deling van de stad in vier kwartieren, waarbij het noord-westelijke deel van de binnenstad als het vierde kwartier wordt gezien. Het q4 -gebied kampt al jaren met uiteenlopende problemen zoals drugs- handel en andere vormen van crimi- naliteit. Deze problemen begonnen de laatste jaren een dermate groot stempel op het gebied te drukken dat de ge- meente Venlo besloot tot een grondige herstructurering. Diverse voorstudies werden uitgevoerd, waarbij allerlei partijen betrokken waren. Aanvankelijk werd de weg gekozen van min of meer grootschalige bebouwing en moderni- sering van het gebied, waarbij door Geschiedenis|Monumenten|Archeologie Venlo Blerick Tegelen Belfeld juni 2005 Katernen Venlose Geschiedenis van het q4-gebied Birgit Dukers,Frans Hermans, Mark van ’t Hof,Bart Klück [1] Recente luchtfoto van het centrum van Venlo. Het Maasfront van de stad zal in de komende jaren een geheel nieuw gezicht krijgen als gevolg van de werkzaamheden aan de Maasboulevard (A) en Q4 (B).Op deze foto is fraai zichtbaar hoe de eerste stadsuitleg na de sloop van de vesting (vanaf 1872) vorm kreeg.Tussen het oude stadscentrum en het ronde villapark (het voormalige Fort Ginkel) werd de nieuwe bebouwing uitgevoerd in een regelmatig blokkenpatroon. A B

Transcript of Katernen 3 Katernen Venlose

Gemeentearchief Venlo Venlose Katernen 3 juni 2005

Katernen 3

het q4-gebied is nu bewust gekozenvoor herstel van oude structuren enhet realiseren van bebouwing die vanrespect voor de historische ‘setting’getuigt. Immers, een groot gedeeltevan het q4-gebied ligt in de histo-rische binnenstad van Venlo en datvraagt om een zorgvuldige omgangmet het verleden. De beoogde functies

sommigen werd gedacht aan het tabularasa-model, dat wil zeggen: op gron-dige wijze schoon schip maken, veelslopen en alles opnieuw opbouwen.Inmiddels is het perspectief ver-schoven in de richting van een planwaarin in veel grotere mate rekeningwordt gehouden met de cultuurhisto-rische achtergrond van het gebied. In

Venlo voert vanaf de jaren ’80 van devorige eeuw in en rond de binnenstadeen aantal ingrijpende stedenbouw-kundige vernieuwingsprojecten uit.[1] Werd eind jaren ’80 het startseingegeven voor de werkzaamheden inhet kader van Venlo-Centrum-Zuid, inde loop van de jaren ’90 startten devoorbereidingen voor de vernieuwingvan de Maasboulevard (binnenstad) enMaaswaard (rond de Nedinsco-fabriek). Het vooralsnog laatst gestartegrote stadsvernieuwingsproject staatbekend onder de op het eerste gezichtwat mysterieus klinkende naam ‘q4’.Met q4 wordt het gebied tussen dePeperstraat, Maas/Maaskade, Noord-Buitensingel, Parkstraat en Lomstraatbedoeld. De naam refereert aan de ver-deling van de stad in vier kwartieren,waarbij het noord-westelijke deel vande binnenstad als het vierde kwartierwordt gezien.Het q4 -gebied kampt al jaren metuiteenlopende problemen zoals drugs-handel en andere vormen van crimi-naliteit. Deze problemen begonnen delaatste jaren een dermate groot stempelop het gebied te drukken dat de ge-meente Venlo besloot tot een grondigeherstructurering. Diverse voorstudieswerden uitgevoerd, waarbij allerleipartijen betrokken waren. Aanvankelijkwerd de weg gekozen van min of meergrootschalige bebouwing en moderni-sering van het gebied, waarbij door

Geschiedenis|Monumenten|ArcheologieVenloBlerick

TegelenBelfeld

juni 20

05Katernen VenloseGeschiedenis van het q4-gebiedBirgit Dukers,Frans Hermans,

Mark van ’t Hof,Bart Klück

[1] Recente luchtfoto van het centrum van Venlo.Het Maasfront van de stad zal in de komendejaren een geheel nieuw gezicht krijgen als gevolgvan de werkzaamheden aan de Maasboulevard (A)en Q4 (B).Op deze foto is fraai zichtbaar hoe de

eerste stadsuitleg na de sloop van de vesting (vanaf1872) vorm kreeg.Tussen het oude stadscentrumen het ronde villapark (het voormalige FortGinkel) werd de nieuwe bebouwing uitgevoerd ineen regelmatig blokkenpatroon.

A

B

[3] Venlo begin jaren twintig.Deze fraaieluchtfoto toont het noordelijke gedeelte van destad,waarbij opvalt hoe compact Venlo toen nogwas.Links ligt het oude centrum,op de voorgrondhet emplacement van de Köln-Mindenerspoorweg.Tussen het centrum en het emplacement is hetstratenpatroon uitgezet van de in aanbouw zijndeRosariumwijk.Ten noorden van het centrum is denegentiende-eeuwse stadsuitleg goed zichtbaar,met in het midden het geboomte van het KleinPark.Op het huidige Mgr.Nolensplein staat nogde gasfabriek.De stad wordt begrensd door hetWilhelminapark.

van wonen en kleinschalige cultuur-georiënteerde activiteiten zijn hieruitstekend mee te combineren. Hetsamengaan van verleden, heden entoekomst in een ‘ontwikkelingsplan’wordt over het algemeen positiefontvangen. Aan Filip Delanghe vanawg Architecten uit Antwerpen is hetontwerpen van dit ontwikkelingsplanvoor q4 toevertrouwd.Omdat cultuurhistorie in dit essentiëleVenlose herstructureringsproject zo’nbelangrijke rol speelt, is deze afleve-ring van Venlose Katernen gewijd aan dehistorische ontwikkeling van het q4 -gebied. De aandacht wordt daarbijvooral gevestigd op het ontstaan en destructuur van het gebied. [2]

Q4: Helpoortkwartier en Vesting-kwartier Het q4 -gebied kan op histo-rische gronden in twee gedeeltenworden onderscheiden: het deel in debinnenstad en het deel in de negen-tiende-eeuwse stadsuitbreiding. Descheiding tussen beide delen ligt terhoogte van de Bolwaterstraat, waar tot1867 de stadsmuur stond. Beide delenhebben ten opzichte van elkaar eengeheel eigen ontwikkeling doorge-maakt. Het binnenstadse deel is in deloop van enkele eeuwen ontstaan alsorganisch gegroeide wijk in de

2

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

[2] Projectie van de vroegere vestingwerken op hethuidige stratenpatroon.

0 50 100 m

plangebiedhuidige topografieperceelsgrens 1842

vestingwerk 1842

water 1842

stadsmuurgebouw 1560

1 Sint-Jacobsgasthuis2 Protestants armenhuis3 Affuitloods4 Bakkerij

5 Kruitmagazijn6 Gereformeeerd kerkhof7 Militair kerkhof8 Synagoge

volledig gesaneerd. Dit proces werdvoltooid rond 1970, toen het laatstegrote middeleeuwse pand aan hetHelschriksel, huis nummer 20-22,werd gesloopt. Deze sloopactiviteitenkunnen worden gezien als een uit-vloeisel van het saneringsplan dat JulesKayser al in 1942 en in 1945 voor debinnenstad van Venlo ontwikkelde.Dit plan voorzag in belangrijke aanpas-singen in de westelijke delen van hetcentrum van de stad. Alleen het ge-meentelijke kantoorpand aan het Hel-schriksel uit de jaren ’30, met daarinhet restant van het Jacobsgasthuis opde hoek van Hel- en Maasschriksel,bleef staan. Aan de westzijde van hetMaasschriksel kwam onbeduidende,lage bebouwing, terwijl het gebiedtussen het Maasschriksel, de Lomstraaten de Steenstraat lange tijd open bleef.Dit terrein werd tot in de jaren ’80 ge-bruikt als parkeerplaats, een aantrekke-lijk voordeel voor de (vooral Duitse)bezoekers van de winkels in de binnen-stad.De Peperstraat werd onderdeel van eenverkeersroute door de binnenstad,waarvoor deze oorspronkelijk smallestraat werd verbreed. De lege plekkenin dit deel van de binnenstad werdenpas in de jaren ’70 en ’80 ingevuld metgrootschalige bebouwing. Aan de

middeleeuwse stad (dertiende eeuwen later), terwijl het negentiende-eeuwse deel planmatig binnen enkeledecennia (1872-1900) tot stand kwam.Vanwege deze duidelijk verschillendeontstaansgeschiedenis worden beidedelen hierna afzonderlijk beschreven.Het verdient aanbeveling de uiteen-lopende historische achtergrondenvan beide delen van q4 te onder-strepen door het hanteren van tweeverschillende namen. Hierna zullenwij het binnenstadse gedeelteaanduiden als het ‘Helpoortkwartier’en het negentiende-eeuwse gedeelteals het ‘Vestingkwartier’. [3]

Het Helpoortkwartier; wijzigingenin de oorspronkelijke structuur HetHelpoortkwartier had tot circa 1951nog grotendeels een middeleeuwskarakter. Het gebied was beperkt aan-getast door het oorlogsgeweld, maarleed voornamelijk aan verkrotting. Metname het Maasschriksel bestond uiteen dichte bebouwing van slechtonderhouden, overbevolkte huizen.Evenals de Jodenstraat met het ‘Hetje’werd het gebied als een achterbuurtbeschouwd. Vanaf de jaren ’50 van detwintigste eeuw werd de bebouwingvan de Steenstraat, de Peperstraat enhet Maas- en Helschriksel vrijwel

Steenstraat/Peperstraat kwam het thea-ter de Maaspoort en op de oorspronke-lijke hoek van het Maasschriksel/Peperstraat verrees het stadskantoor.Binnen het vroegere grote bouwbloktussen Lomstraat en Maasschrikselwerd het pand van Gemeentebedrijvengebouwd. De oorspronkelijke verbin-ding tussen het Maasschriksel en dePeperstraat verdween dus, waarmeeeen deel van de oude stadsstructuurwerd uitgewist.Dwars door het bouwblok Maas-schriksel-Lomstraat kwam een nieuwestraat richting het Mgr. Nolensplein,de Kwietheuvel. Dit betreft een ver-wijzing naar een oude, natuurlijkeophoging in het gebied, die echter inwerkelijkheid niet op de plaats van detegenwoordige Kwietheuvel lag, maarverder naar het noord-oosten terplekke van het huidige gebouw ‘DeCommissaris’. Eind 2004 werd ten-slotte het laatste oude huis aan het Hel-

[4] Gezicht op het binnenstadse Q4-gebied, ca.1950.Goed zichtbaar is dat de bebouwing van hetMaasschriksel de oorlog relatief goed heeftdoorstaan.Zie de grote stadspanden,die met hunrug naar de kade stonden.Op de plek van destadsmuur werden eind negentiende eeuw dehuizen aan de Maaskade gebouwd.

3

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

[7] De oudstestadsplattegrond vanVenlo door Jacob vanDeventer, ca.1570.

[6] Amerikaansenoodbrug,die in dejaren 1945-1947 dePuteanusstraat verbondmet de BlerickseMaasoever.Deze fotogeeft een goed beeld vanhet Q4-gebied.

[5] Luchtfoto vanVenlo,voorjaar 1945.Kort na de bevrijdingzijn nog goed de sporenzichtbaar van debombardementen.Er issprake van een scherpcontrast tussen hetzwaar geteisterdezuidelijke deel van hetcentrum (Jodenstraaten omgeving, rechts opde foto) en het veelminder beschadigdenoordelijke deel (linksop de foto).

schriksel gesloopt, waarbij achterafbleek dat het om een klein woonhuisvan vijftiende-eeuwse oorsprong ging.[14]Ironisch genoeg ontsnapte het binnen-stadsgedeelte van q4 grotendeels aanhet oorlogsgeweld, maar werd pas inde tweede helft van de twintigste eeuwde middeleeuwse bebouwingsstruc-tuur van dit stadsdeel vrijwel vollediguitgewist. [4-6]

Ontwikkeling van middeleeuwsVenlo Het middeleeuwse straten-patroon van Venlo is ondanks de sane-ringen nog duidelijk herkenbaar.De handelsstraten met de koopmans-woningen vormen de hoofdassen,zoals de Vleesstraat, Lomstraat, Parade(vroeger: Grote Beek), de beide Kerk-straten, Steenstraat, Gasthuisstraat enJodenstraat, met kleinere woningenvan ambachtslieden in de zijstraten.Volgens de nu bekende historischeontwikkeling van de stad bestaat destructuur van Venlo uit een aantalnoord-zuid georiënteerde stroken,met ten oosten hiervan in de noorde-lijke helft het gebied van de Sint-Martinuskerk met de vroeg-middel-eeuwse hof (voorloper van het grafe-lijke stadskasteel uit de dertiende eeuwaan de Lohofstraat) en in de zuidelijkehelft een gebied met de laat-middel-eeuwse kloosters. Op grond van dezeontwikkeling is de stad niet strikt invier kwartieren te delen. De grenzenvan q4 zijn naar de historische struc-tuur gezien dan ook min of meerwillekeurig. Het binnenstadsgedeeltevan q4 is namelijk zelf geen histori-sche eenheid, maar onderdeel van deeerste strook bebouwing langs de Maasdie tot het zuiden van de Jodenstraatdoorliep. Het Vestingkwartier is even-eens historisch gezien slechts een kleindeel van een groter gebied, dat de ge-hele rand van de binnenstad begrensde:het Plan Van Gendt uit 1872. Nietteminwerd in allerlei administratieve stuk-ken van het Venlose stadsbestuur vande vijftiende tot de achttiende eeuween viertal wijken (kwartieren) onder-scheiden, waaraan de namen van de

4

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

een stuk in noord-oostelijke richting,naar de omgeving van de huidige Sint-Martinuskerk. De oudste benamingvan Venlo dateert uit het einde van detiende eeuw, en luidt: Vennelo. Vennelowas met de omgeving verbonden dooreen aantal landwegen. Deze oude pre-stedelijke wegen zien wij terug in eenaantal van de huidige straten in hetcentrum (Vleesstraat,Lomstraat,Parade,Gasthuisstraat, Steenstraat en de beideKerkstraten). Vennelo ontwikkeldezich vanaf de twaalfde/dertiendeeeuw tot de laat-middeleeuwse stad,die uitgroeide tot de tweede stad vanhet Overkwartier van Gelre, na dehoofdstad Roermond.De eerste uitbreiding van het oor-spronkelijke Vennelo werd vermoede-lijk gevormd door een lintbebouwingaan de Maas, hetgeen kenmerkend is

stadspoorten werden toegekend:Helpoortkwartier, Laarpoortkwartier,Tegelpoortkwartier en Maaspoort-kwartier.

Venlo ligt in een buitenbocht van deMaas op een punt waar de rivier ook’s zomers nog bevaarbaar was en enke-le beken samenkwamen in de Maas.[7] Dit bleek een gunstige ligging voorhet ontstaan van een handelsneder-zetting: zowel goed drinkwater als eengoede positie voor een haven warenaanwezig. Een riviereiland, de Weerd,zorgde voor een beschutte aanleg-plaats. In de Romeinse tijd was er terhoogte van de huidige Havenkade enJodenstraat een nederzetting. Na deteloorgang van deze Romeinse neder-zetting verplaatste de nederzettingVenlo zich in de vroege Middeleeuwen

[8] Luchtopname van het centrum van Venlo, ca.1950.Op deze foto is de structuur van de oudelandwegen goed te zien.Beneden in beeld degebogen lijn van de Parade,die via de Gasthuis-straat en Steenstraat de verbinding naar de Maasmogelijk maakt.Vanaf links loopt de eveneenskromme Vleesstraat in de richting van de Markt;ten noorden van de Markt (rechts op de foto)wordt de route voortgezet middels de Lomstraat.De Sint-Martinuskerk (rechts in het midden) ligtaan de Grote Kerkstraat,die met de Kleine Kerk-straat een zijtak vormde van de oude pre-stedelijkestraten.Ter hoogte van de kerk lag het oudeVennelo.Rechtsonder in beeld de Rosariumwijk.

5

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

Naast de noord-zuidas Maasschriksel-Jodenstraat was er een oost-westelijkeontwikkeling van de Parade naar deSteenstraat, via de Gasthuisstraat.Deze lijn volgde de oude landweg naarKeulen en was de toegang tot hethandelscentrum vanuit het oosten.Deze route kruiste een relatief hooggelegen zuid-noord lopende landweg,nu herkenbaar als de as Vleesstraat-Lomstraat. Het vervolg in noordelijkerichting buiten de stad droeg al in delate Middeleeuwen de naam Hoge-weg. [8] De Sint-Martinuskerk lag,veilig op een natuurlijke verhoging,aan een zijtak van dit oude wegen-stelsel: de Grote Kerkstraat.Nadat de ontwikkeling van het Maas-

voor veel middeleeuwse havensteden.De kooplieden vestigden zich parallelaan de loskade en hadden hun erf aande Maaszijde. Deze bebouwing lag aande straten die we nu kennen als deJodenstraat en het Maasschriksel, methalverwege de Oude Markt. De zeeringewikkelde verkaveling van de west-rand van het bouwblok tussen dePeperstraat en de Steenstraat doet ver-moeden dat het Maasschriksel zich aan-vankelijk over de latere Op de Mistenaar het zuiden voortzette als oostwandvan een veel grotere ‘Oude Markt’,gelegen aan de haven.

schriksel en Jodenstraat voltooid was,vestigden steeds meer handelaren zichaan de Vleesstraat en de Lomstraat.Degenen die zich hier vestigden zatenwel verder af van de aanlegplaats vande schepen, maar hadden weer minderlast van hoog water, dat in de relatieflaag gelegen Jodenstraat en OudeMarkt voor overlast zorgde. Peper-straat, Houtstraat en Heilige Geest-straat zorgden voor extra verbindingentussen het rivierfront en de Vleesstraaten de Lomstraat. [9-10]Waar Vleesstraat-Lomstraat en Gast-huisstraat-Steenstraat elkaar kruistenwas een klein pleintje, ’t Cruys ge-naamd. Hier ontstond een nieuwemarkt. Een vlakbij gelegen groot huis

6

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

[9] Het ontstaan van middeleeuws Venlo:destratenstructuur.

begrenzing oude middeleeuwse kern Vennelo

landwegen voor 1200

straten dertiende eeuw

straten veertiende eeuw

straten veertiende-vijftiende eeuw

[10] Het ontstaan van middeleeuws Venlo:fasering van de ontwikkeling.

bebouwing Vennelo voor 1000

handelsnederzetting vanaf 1200

uitbreiding handelsnederzetting vanaf 1300

uitbreiding nederzetting bij de kerk vanaf 1300

uitbreiding kloosters en ambachtslieden vanaf 1300

perceelsbegrenzingen

hypothetische perceelsbegrenzingen

de lijn Jodenstraat-Oude Markt-Maasschriksel

N

N

Ve n

ne l o

Ve n

ne l o

De

We

er

d

Ma

as

De

We

er

d

Ma

as

ligt een noord-zuid verlopende grenstussen de verkaveling aan de Maas-schrikselzijde en die aan de Lomstraat-zijde. Het dieper doorlopen van depercelen aan de Maasschrikselzijdehangt waarschijnlijk samen met eenhogere ouderdom van het Maas-schriksel als bebouwde straat. [33]

De naam‘Schriksel’ Uyttenbroeck ver-klaarde het achtervoegsel ‘-schriksel’in 1908 op basis van het toen gangbarenaslagwerk als volgt:‘schrikkelen’ is‘voorbijgaan’, waarbij de gedachte wasdat het Helschriksel ‘voorbij gaat aan’de laagte tussen de Kwietheuvel en deLichtenberg en het Maasschriksel‘voorbij gaat aan’ de Maas. Deze inter-

(het ‘Steenen Huys’) aan de Lomstraatwerd in 1374 door de stad aangekochten in gebruik genomen als raadhuis envleeshal. Door sloop van huizen aan deLomstraat en Steenstraat ontstond ver-volgens in de vijftiende en zestiendeeeuw het grote marktplein zoals wedatnukennen. Gelijk met deze ontwik-keling verplaatste de marktfunctie vande Oude Markt zich naar deze nieuweMarkt voor het stadhuis. Vermoedelijkwerden de noord-, oost- en westzijdevandeOudeMarktvervolgensbebouwd,zodat van het vroegere grote plein inde late Middeleeuwen niet meer daneen klein driehoekig pleintje resteerde.Wellicht ontstond tijdens dit proces deMaasstraat, die na de Tweede Wereld-oorlog eveneens weggesaneerd werd.Daarmee ontstond het rechthoekigeplein zoals we dat nu kennen. Deplannen hiertoe waren al bedacht doorJules Kayer; de oorlogsverwoestingenmaakten uitvoering van de plannengemakkelijker.

Historische structuur van het bouw-blok Maasschriksel/Helschriksel/Lomstraat/Peperstraat Oorspronke-lijk werd het Helpoortkwartier geken-merkt door twee Maasduinen, de‘Lichtenberg’ en de ‘Kwietheuvel’.Langs de noordhelling stroomde deRijnbeek in de Maas. Het terrein terweerszijden van de beekmonding waslaaggelegen en waarschijnlijk drassig.Het Maasschriksel heeft om die redenook vóór de ommuring van de stadwaarschijnlijk nooit als weg doorge-lopen naar het noorden, maar via hetHelschriksel naar de Hogeweg.Vanuit de vier straten, Lomstraat,Peperstraat, Maasschriksel en Hel-schriksel dringen betrekkelijk smallepercelen het bouwblok in, maar dekern van het bouwblok lijkt uit eenafwijkende blokverkaveling te bestaan.Mogelijk sloten de twee tegenover el-kaar gelegen stegen in het Helschrikselen de Peperstraat oorspronkelijk aan opdeze blokverkavelde kern en vormdedit een relict van een nog lang bestaandagrarisch gebruik van het binnen-gebied. Net ten oosten van deze stegen

pretatie mag als te geforceerd van dehand worden gewezen. Eerder kanworden gedacht aan een verwijzingnaar de in het aangrenzende DuitseNederrijngebied voorkomende varian-ten als ‘Schrick’ of ‘Schreck’. Deze aan-duidingen verwijzen naar een lang-werpige hoogteverspringing in hetlandschap. Het Maasschriksel en hetHelschriksel vormden respectievelijkde westrand en de noordrand van hetMaasduin waarlangs de Maas en deRijnbeek en Helbeek stroomden. Bij denoordzijde van het Maaschriksel waswellicht vanouds een oversteekplaatsover de Maas. Mogelijk heeft het Hel-schriksel oorspronkelijk doorgelopentot aan deze oversteek. [11]

7

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

[12] Het Maas-schriksel, opname inzuidelijke richting;geheel links de gevel vande Sint-Jacobskapel(opname 6 november1930).

[11] Het Schriksel alslandschappelijk elementin de pre-stedelijkesituatie.

[13] Het Helschrikselmet zicht op de torenvan de Sint-Martinus-kerk; rechts de Sint-Jacobskapel (opname11 mei 1937).

het Maasschriksel hoofdzakelijk eenwoonfunctie hadden. Eveneens was erin de laatste eeuw voor de sloopweinig sprake van modernisering vande gevels. Beide genoemde aspectenhangen samen met de economischeneergang van Venlo vanaf de zeven-tiende eeuw, waarbij de Lomstraat ende Vleesstraat zich net konden hand-haven en bij de nieuwe bloei van eindnegentiende eeuw konden aansluiten.Zonder sanering zou de bebouwingvan het Maasschriksel wellicht pastegen het einde van de twintigste eeuwweer economische betekenis hebbengekregen.

De straat Maasschriksel [12] In zijnverkavelingspatroon is het Maasschrik-sel een echte middeleeuwse stadsstraatgeweest. De straat was waarschijnlijkin de dertiende eeuw al bebouwd metvakwerkhuizen, waar handelaars enwaarschijnlijk ook vissers woonden.In Venlo is vanaf de vijftiende eeuwsprake van verstening van de huizen.Aan de hand van historische foto’s vanvóór de sanering kon worden vastge-steld dat in het begin van de twintigsteeeuw het merendeel van de huizen indit gebied nog van middeleeuwseoorsprong was. Qua volume zijn dezehuizen zonder meer vergelijkbaar metde huizen van de huidige Lomstraat.Het meest opvallende verschil is dat dehuizen in de Lomstraat tot de dag vanvandaag winkelpanden zijn, terwijlvlak voor de sanering de panden aan

[15] Achterzijde van het monumentale middel-eeuwse pand aan het Helschriksel.Het smalle huisrechts daarvan,met het ene raam in het middenvan de gevel, is het vijftiende-eeuwse pand dat eind2004 is afgebroken.

[16] Opname van het Helschriksel vanaf de torenvan de Sint-Marinuskerk, ca.1960.Rechts in dehuizenrij staat nog prominent het grote middel-eeuwse pand. In het midden het gemeentelijkekantoor uit de jaren ’30.Aan het Maasschriksel isdoor de sloop van de oude bebouwing ruimte ge-maakt voor de aanleg van de nieuwe Kwietheuvelen de bouw van gemeentelijke kantoren.

8

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

[14] Een lege plek aan het Helschriksel:hierstond tot eind 2004 het laatste bewaard geblevenmiddeleeuwse huis in dit deel van de stad (opname2005).

De straat Helschriksel [13] Het Hel-schriksel lijkt vanouds meer een ver-binding tussen twee stadsstraten te zijngeweest dan een zelfstandige, belang-rijke straat. De verkaveling aan dezuidzijde lijkt op die van een middel-eeuwse handwerkersstraat, met smalle,ondiepe percelen. Hiervoor werd reedsvermeld dat het laatste middeleeuwsehandwerkerspand recentelijk, eind2004, geruisloos van de aardbodemverdween. Het was een smal huis vanvijftiende-eeuwse oorsprong, oor-spronkelijk met een nokrichting haaksop de straat, maar omstreeks 1700

[17] Gezicht op Venlo door Pier Maria Bali,1669.Gemarkeerd is het grote pand aan hetHelschriksel.

[18] Bouwval van het Sint-Jacobsgasthuis op dehoek Helschriksel/Maasschriksel. In feite is dithet onderste gedeelte van de vroegere toren.De restanten werden na restauratie in de jaren ’30

opgenomen in het gemeentelijke kantoor.

[19] Maasschriksel 24:het hoge pand met delagere aanbouw en het poortje naar de Liebergens-plaats (opname 1950).

verhoogd met een verdieping en eennieuwe kap met de nok evenwijdig aande straat, evenals de aangrenzendehuizen. [14]In het begin van de zestiende eeuwwas er kennelijk in het westelijke deelvan de zuidzijde van het Helschrikselruimte over om het Jacobsgasthuis tebouwen;daar tegenover was begin acht-tiende eeuw nog voldoende plaatsvoor een kruithuis (ter plaatse van dehuidige Bergstraat). Alleen in hetmidden van de noordzijde van hetHelschriksel stond aanzienlijke bebou-wing op een groot perceel, bestaandeuit twee diepe grote huizen met eendwarsbouw ertussen. Het rechterdeelvan de diepe huizen heeft nog tot 1970gestaan. [15-16] Het was een zeer grootmiddeleeuws huis met een plattegrondvan 18 x 10 meter, drie lagen hoog,onderkelderd en met een hoog tent-dak. In zijn laatste fase was het eenoverbevolkt en op zeker moment on-bewoonbaar verklaard huis. Uit uit-wendige kenmerken als gevelindelingen plaatsing van de schoorstenen valt

9

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

[20] Blik vanaf het Maasschriksel in deLiebergensplaats (1937),met fraaie zichtlijn naarde toren van de Sint-Martinuskerk.

[25] Achtergevel van Maasschriksel 24, tijdens desloop (opname 6 februari 1951).

[21] Maasschriksel 24: deels opengewerktereconstructie van de 15e-eeuwse situatie.

[22-23] Doorsnede en reconstructie van devoorgevel van het middeleeuwse dubbelhuisMaasschriksel 24.

[24] Kadastrale situatie 1842 van het bouwbloktussen Lomstraat,Peperstraat,Hel- en Maas-schriksel,met gereconstrueerd de bebouwingomstreeks 1930.

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

[26-27] Zij- en voorgevel van Maasschriksel 24,tijdens de sloop (opname 6 februari 1951),montage van twee afzonderlijke foto’s

op te maken dat de indeling van ditgrote huis past binnen het huistype‘Venloos dubbelhuis’.Het had een deel-muur die het gebouw van voor totachter in twee gelijke helften verdeeldevan kelder tot nok en daarnaast werdhet – op ongeveer tweederde van dediepte – door een dwarsmuur verdeeldin een voor- en achterhuis. In dezedwarsmuur zaten de belangrijkstestookplaatsen. De schuine dakvlakkenaan de voor- en achterzijde zijn eenlatere wijziging.Oorspronkelijk had hethuis topgevels aan de voor- en achter-zijde zoals we dat kennen van eenander dubbelhuis, Huis Schreurs in deGrote Kerkstraat. Een door de ItaliaanPier Maria Baldi in 1669 getekend ge-zicht op Venlo toont dit huis met tweetrapgevels. [17] Het rijst opvallend optussen de overige bebouwing. Eindachttiende eeuw was het huis, alswoning van P. Bernière, nog zeer repre-sentatief en beschikte toen onder meer

over een grote danszaal. Vermeldens-waard is nog dat in dit huis tot juli 1942de joodse koopman Sigmund Rotten-berg woonde, die ondanks een pogingnaar Zwitserland te vluchten de oorlogniet overleefde (zie het ‘Oorlogsdoden-boek’ op de internetsite http://historie.venlo.nl van het Gemeentearchief).

Huistypen van het Maasschriksel Opde tekening van Baldi heeft het Jacobs-gasthuis nog een toren, waarvan debasis op de hoek van het Maasschrikselhet enige nu nog bewaarde restant vanhet gasthuis is. [18] Ook de bebouwingvan het Maasschriksel is op de teke-ning van Baldi nog zichtbaar voorzienvan middeleeuwse topgevels. Op hetmoment van de sanering in de twin-tigste eeuw hadden nog slechts drievan de grootste middeleeuwse huizeneen oorspronkelijke complete achter-gevel, twee aan de westzijde, één aande oostzijde van de straat.Het halverwege de oostzijde gelegengrote pand Maasschriksel 24 verdienthier ruime aandacht. Het huis had nietalleen nog een originele middeleeuw-se trapgevel als achtergevel, het was inmeerdere opzichten zeer bijzonder.

Was het gespaard gebleven,dan was hetnu een van de belangrijkste monu-menten van Venlo. Het behoorde tothet type vrij smalle, diepe en hogehuizen, die als koopmanshuizen in demeest aanzienlijke straten voor-kwamen. De afmetingen waren circa 6 x bijna 20 meter. [19] Naast het huiswas een inrijpoort, een verschijnsel datook bij de grote middeleeuwse huizenaan de Lomstraat en Vleesstraat voor-kwam en nu nog te zien is bij de GroteKerkstraat 19-21 (Huis Schreurs). Depoort van Maasschriksel 24 gaf toe-gang tot de zogeheten ‘Liebergens-plaats’ en bood verschillende vooroor-logse schilders en fotografen één vande meest romantische stadsbeelden.[20] Oorspronkelijk behoorde dezeLiebergensplaats samen met het dwars-huis waar de poort in zat tot het parti-culiere erf van het grote huis nummer24. De smalle gevel aan de straat was –boven een hoge kelder – drie bouw-lagen hoog. [21-23] De tweede ver-dieping was tot aan de sloop als opslag-ruimte in gebruik,gezien de aanwezig-heid van een laadluik in de voorgevel.Opslag zal ook in de Middeleeuwen defunctie van deze bouwlaag geweest

11

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

eerste verdiepingsniveau zijn luik-openingen, die de oorspronkelijke op-slagfunctie aantonen. Een bijzonder-heid zijn de hoge steunberen van hetachterhuis, die op de hoeken, halver-wege de achtergevel en in de noorde-lijke zijgevel zichtbaar zijn, maar ookin afgehakte vorm in de zuidelijkezijgevel zijn te herkennen. De verster-king met steunberen correspondeert inde zijgevels met de oplegging van demoerbalken. Deze versteviging komtzelden voor bij middeleeuwse huizen;zij heeft waarschijnlijk te maken meteen uitzonderlijk zware (opslag-)belasting van de vloeren, zodat dezeextra moesten worden ondersteund.De zijgevels van het huis werden aande bovenzijde beëindigd met een bak-stenen tandlijst. Daarop rustte demuurplaat van het overstekende dak.Van maaiveld tot de nok was het huisnaar schatting zo’n veertien meterhoog. Intern was het huis zeven balk-vakken diep. De laatste drie balkvakkenwaren door een dwarsmuur geschei-den van het voorhuis. In deze muur

zijn, evenals van de eerste verdieping.De hoge kap was aan de voorzijde af-geschuind, een eind achttiende- ofvroeg negentiende-eeuwse aanpassing.Dit gebeurde in die periode in de ge-hele stad, zodat het dakenlandschapingrijpend veranderde. [24] Daarvóórwas de voorgevel een hoge topgevelmet zoldervensters en een vliering-venster, te vergelijken met het bekendeRomerhuis aan de Kwartelenmarkt.Op de laatste foto die voor de sloop isgenomen zijn op de tweede verdie-ping ter weerszijden van het laadluikdichtgemetselde vensters zichtbaar,waarschijnlijk uit de bouwtijd. [19]Op de begane grond en de eerste ver-dieping zijn in de negentiende eeuwnieuwe vensters gemaakt. De ingangvan dit vrij smalle huis zal in de noord-gevel gezeten hebben, bereikbaar van-uit de poort.Foto’s van de achtergevel, vóór en tij-dens de sloop, laten een middeleeuwsetrapgevel zien, waarbij de geveltrappenmet bakstenen ezelsruggen zijn afge-dekt. [26-27] In de geveltop en op het

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

[28] In het midden van de westelijke zijde van hetMaasschriksel tegenover de Liebergensplaats stonddit imposante middeleeuwse dubbelhuis (hoogpand met schoorsteen (opname 1950).

[29] Reconstructie van de middeleeuwse achter-gevel van Maasschriksel 24.Aan de overkant vanhet Maasschriksel is het grote dubbelhuis te zien.Het zijhuis met de Liebergenspoort is hier weg-gelaten.

[30] Opname van de Lomstraat in noordelijkerichting (2005).

[31] Monumentale panden aan de achterzijde vanhet stadhuis;de huizen werden in 1950 geslooptvoor de aanleg van de Sint-Jorisstraat.

13

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

[32] Beeld van de Havenkade en omgeving.Fraaiis het contrast tussen de restanten van de oor-spronkelijke bebouwing van de Oude Markt,dienog deels overeind staat; rechts daarvan staan alnieuwe panden in de zuidelijke gevelwand van denieuw vormgegeven Oude Markt.Linksonder hetMaasschriksel.De Sint-Jorisstraat die de Parademet de Peperstraat zou gaan verbinden moet nogworden aangelegd.

[33] Uitsnede uit de plattegrond van Venlo van1842,waarop zowel zichtbaar zijn het Helpoort-kwartier in de binnenstad als de vestingwerkenwaarop later het Plan Van Gendt zou wordengerealiseerd,het Vestingkwartier.

14

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

diverse dubbelhuizen. Het meest im-posante pand van dit type stond rechttegenover de Liebergenspoort. [28-29]Het was een huis van circa 8 x 16meter, drie lagen hoog, onderkelderden gedekt met een hoog schilddak datbekroond was met twee forse schoor-stenen. De voorgevel was circa tienmeter hoog. Tot aan de daknok kwamdaar nog zo’n 5,5 meter bij. De inde-ling van de voorgevel en de plaatsingvan de ankers duiden op de aanwezig-heid van een langsmuur in het middenvan het huis. Daardoor kon het huislater ook gemakkelijk als eigendomgesplitst worden. Hiervoor moest weleen tweede toegang rechts van hetpand aangebouwd worden. Ook dekeldervensters duiden op een twee-deling: een kelder met twee gewelvennaast elkaar. Ten zuiden van dit huis

zaten stookplaatsen. De begane gronden de eerste verdieping van het achter-huis vormden oorspronkelijk heteigenlijke woongedeelte. De tweedeverdieping van het achterhuis hadkleine vensters in de noordelijke zij-gevel, overeenstemmend met deopslagfunctie. De kap werd gedragendoor een reeks eiken krommerspanten.Het rooster van de dakvlakken werdgevormd door sporenparen, gekop-peld met haanhouten. De voorgevelwas in een doorgaand verband gemet-seld met de voorgevel van het poort-gebouw, zodat deze dwarsbouw tot deoorspronkelijke opzet gerekend moetworden. Er is derhalve sprake van eenL-vormig middeleeuws huis.Er stonden meerdere diepe huizen aanhet Maasschriksel, verschillende daar-van drie vensters breed. Ook waren er

[34] Plan Van Gendt voor de eerste uitbreidingvan Venlo (1872).

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

[35] De gasfabriek,op de plaats van het huidigeMgr.Nolensplein.De opname is gemaakt vanaf dePuteanusstraat, richting stadscentrum.Links opde achtergrond de oude electriciteitscentrale;op dieplaats staat nu het gebouw ‘De Commissaris’.

[36] Gezicht op de Weerd (rechts),daarachter DeLuif en links de achterzijde van de huizen aan hetMaasschriksel (voor 1880).

stonden nog twee dubbelhuizen in dewestelijke straatwand, onderling ge-scheiden door enkele smalle huizen.Beide dubbelhuizen hadden tot aan desloop nog hun oorspronkelijke, mid-deleeuwse achtergevels. Een zeer breeddubbelhuis (vijf vensters), ook meteen hoog schilddak, stond iets zuide-lijker van Maasschriksel nr. 24 in deoostelijke straatwand, naast de steegdie vanaf 1865 toegang gaf tot de toenachter nr. 24 en nr. 26 gebouwde syna-goge.

De huizen van de Lomstraat De Lom-straat vormt met de Vleesstraat tot opde dag van vandaag de ruggegraat vande binnenstad. Beide straten hebbeneen bochtig verloop, evenals de Hoge-weg vroeger, die buiten de Helpoortde voortzetting van de Lomstraat was.Deze bochten zijn nu als het ware defossiele sporen van het reliëf van hetnatuurlijke landschap. De Lomstraatdoorsneed het gebied tussen de oudstenederzetting bij de Sint-Martinuskerken de nederzetting van handelaars envissers langs de Maas. Geleidelijk aanraakte ook de Lomstraat bebouwd metvakwerkhuizen en in de veertiendeeeuw was het een representatieve straatgeworden. In de loop van de vijftiendeen vroege zestiende eeuw werd het enena het andere huis in steen herbouwd.[30] In die laatste periode werd echterde westelijke straatwand ten zuidenvan de Peperstraat ingekort, tenbehoeve van het nieuwe marktplein.Bij de bombardementen van 1944 waser schade in de Lomstraat, maar langniet zo erg als in het zuidelijke deel vande binnenstad. Ingrijpender was desloop na de oorlog van een aantal hui-zen tegenover de Peperstraat, waarmeeeen belangrijke verkeersdoorbraak konworden gerealiseerd: de Sint-Joris-straat. [31-32]Bij een recent uitgevoerde inventari-satie bleek dat in de Lomstraat achtergepleisterde of herbouwde voorgevelsniet minder dan zestien panden noggeheel middeleeuws van opzet zijn.Voor een belangrijk deel zijn dit vroe-gere koopmanshuizen, met Lomstraat

16

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

[37] Het Badhuis aan het Mgr.Nolensplein (ca.1920).

[38] Het Kantongerecht,hoek Mgr.Nolensplein/Parkstraat (opname ca.1950).

11 als grootste. Nu nog is aan de poortrechts in de laat-negentiende-eeuwsegevel van dit huis de middeleeuwsepoortweg te herkennen, die vanoudsbij het huis hoorde. Recent was daarinde oude bestrating nog zichtbaar.Sommige huizen zijn nog te herken-nen als (soms later gesplitste) dubbel-huizen. Een goed voorbeeld is Lom-straat 4-6 met zijn enorme middel-eeuwse kap.

Het vestingkwartier [33] Het Vesting-kwartier was tot de tweede helft van denegentiende eeuw onderdeel van devestinggordel rondom de stad. In delate Middeleeuwen werd Venlo om-geven door een stadsmuur, waarin viergrote poorten, diverse kleine poortjesen 25 torens waren geplaatst. Ookwerd een dubbele gracht rondom degehele stad aangelegd. De beken dievanuit de zgn. Bantuin naar de Maasstroomden, zorgden voor de aanvoervan voldoende water. Het aanvanke-lijke vestingsysteem werd in verschil-lende fasen vanaf de zestiende eeuwuitgebreid. In de achttiende eeuwwerd het oude systeem vervangendoor een compleet nieuwe vesting-gordel, die tot aan de opheffing van devesting in 1867 functioneerde.De vestingwerken gaven de stad, dielangzaam uit haar voegen begon tegroeien, geen gelegenheid om uit tebreiden. Dit leidde tot overbevolkingen wantoestanden op het gebied vanhuisvesting en hygiëne.Toen de vestingwerd opgeheven hoopten de Venlo-naren met hun stadsbestuur dat demuren, grachten en andere verdedi-gingswerken spoedig zouden wordenopgeruimd, waarna de stad haarvleugels zou kunnen uitslaan. Vanstaatswege werd echter besloten deslechting van de vestingwerken en deuitbouw van de voormalige vesting-steden onder regie van het Rijk tehouden. De Arnhemse stadsarchitectFrederik Willem van Gendt werd doorde Staat (de Dienst der Domeinen vanhet Ministerie van Financiën) aange-steld om dit proces te gaan leiden. Datgold niet alleen voor Venlo, maar voor

17

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

[39] De Gereformeerde Kerk,hoek Mgr.Nolensplein/Valuasstraat (opname ca.1950).

een aantal andere steden, zoals Breda,Groningen en Nijmegen.

Van Gendt Frederik Willem van Gendt(1831-1900) volgde een opleiding inde landmeetkunde en vervulde daarnaverschillende functies in de bouw-wereld. Rond 1856 werd hij assistent-architect van de gemeente Den Haag,waarna in 1862 zijn benoeming inArnhem volgde. In deze functie was hijnauw betrokken bij het ontwikkelenvan de gebieden die vrijkwamen na deslechting van de vestingwerken vanArnhem. De ervaring die hij hierbijopdeed, leidde ertoe dat hij in 1866door het Ministerie van Financiënwerd aangesteld als ‘Ingenieur voor deOntmanteling der Vestingwerken’.Hij was in deze functie verantwoorde-lijk voor het (laten) opmeten van devestinggebieden, het ontwerpen vannieuwe stadsuitbreidingen en het be-geleiden van de gebiedsontwikke-lingen. Hij was tevens degene die deonderhandelingen voerde met de ge-meenten over de aankoop van de aldan niet ontwikkelde gebieden. HetRijk ontwikkelde namelijk niet vooralle steden de vestinggronden, zoals inVenlo gebeurde. Het kwam ook voordat gemeenten de gronden kochten enzelf de verdedigingswerken slechtten,ontwikkelden en verkochten of dat hetRijk slechts de slechting voor zijn reke-ning nam en de gronden daarna aan degemeente verkocht. De kosten vanslechten en ontwikkelen bleken in gun-stige verhouding te staan tot wat erlater bij verkoop voor teruggekregenwerd.Ten behoeve van de planvormingwas het dus belangrijk dat er eengoede schatting kwam van de waardevan de gronden en ook hiervoor wasVan Gendt verantwoordelijk.

Plan Van Gendt, noordzijde Venlo[34] In 1867 begon Van Gendt aan deeerste planvorming voor de stadsuitlegvan Venlo. De voortgang hiervan werdbemoeilijkt door stroeve onderhande-lingen tussen het Rijk en de gemeenteen doordat bepaalde terreinen aan destadsrand niet in het plan konden

18

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

zes bouwblokken van licht afwijkendeafmetingen gevormd. Bij de aanslui-ting met de middeleeuwse binnenstadkwam ten noorden van het Helschrik-sel één langwerpig bouwblok, onder-broken door de Bergstraat. Het gebiedten westen van het Maasschriksel wasin bezit van de gemeente en werd nietin Van Gendts stadsplan opgenomenDaar werd op de strook van de ge-sloopte stadsmuur een huizenrij aande Maaskade gebouwd. [4, 36]Na de goedkeuring van het planwerden de wegen door het Rijk aan-gelegd en de bouwblokken in percelenopgedeeld. De percelen werden doorhet Rijk verkocht aan particulierenvoor de bouw van woningen enandere gebouwen. De laatste veilingvond in het jaar 1900 plaats, tevens hetsterfjaar van Van Gendt. In 1880 warenal veel percelen van de noordelijke uit-leg in particuliere handen overgegaan,bespoedigd door een bevolkingsgroeiin de stad Venlo in de jaren ’80 en ‘90van de negentiende eeuw. De noorde-lijke uitbreiding ontwikkelde zich toteen relatief ruim opgezette, wel-varende woonbuurt. Aan de meestprestigieuze straten (de Goltzius- ende Puteanusstraat) werden fraaiewoningen en enkele openbare ge-bouwen gerealiseerd, zoals de LagereSchool (Mostartschool, laterGoltziusmuseum) en de Rijks hbs.Van de laat-negentiende-eeuwse be-bouwing is het meeste bewaard geble-ven aan de Puteanusstraat en de Berg-straat. In de tweede helft van de twin-tigste eeuw werd de kleinschalige per-ceelverdeling van de meest noordelijkebouwblokken doorbroken door debouw van grootschalige apparte-mentencomplexen, zakenpanden enkantoren, zoals de Sliënenberg en debeide grote complexen bij de aan-sluiting van de Parkstraat op het Mgr.Nolensplein/Puteanusstraat. Bekendegebouwen in dit gebied waren hetgemeentelijk badhuis, het kanton-gerecht en de gereformeerde kerk.Deze gebouwen werden na de TweedeWereldoorlog afgebroken. [37-39]

worden opgenomen. Dat geldt voor denoord-oosthoek van de binnenstad,het huidige Rosariumgebied, waar hetMinisterie van Oorlog een militairterrein gereserveerd hield, en hetgebied ten oosten van de binnenstad,waar een spoorwegemplacementgepland was. De onderhandelingentussen Rijk en gemeente duurden totwanhoop van de Venlonaren nog tot1872, zodat in dat jaar pas het defini-tieve plan door Van Gendt kon wordenvoorgesteld. De stad Venlo zou naasteen geldbedrag enige gronden van hetRijk krijgen, terwijl het Rijk de reste-rende vestinggronden middels open-bare veilingen zou gaan verkopen.In 1868 was al begonnen met de slech-ting van de vestingwerken, zodat ermeer ademruimte voor de stad ge-creëerd kon worden. Rond 1870 lagende stadsranden er dan ook rommeligbij.‘Het lijkent van buiten gezien weleen afgebrand dorp!’, schreef hetVen-loosch Weekblad op18 februari1871.Van Gendts taak was zoveel mogelijkpercelen voor zoveel mogelijk geld teverkopen, waardoor er weinig parkenof wandelgelegenheden in het planwerden opgenomen. Alleen het plein-tje ten noord-oosten van de GeldersePoort werd veranderd in een park, hetKlein Park. Ten westen hiervan, op hethuidige Mgr. Nolensplein, lag al vanaf1862 de gasfabriek, hetgeen het wan-delplezier vermoedelijk zeer vermin-derde. [35]Voor de noordelijke stadsuitleg ont-wierp Van Gendt drie parallel lopende‘singels’, de Binnensingel, Midden-singel en Buitensingel, nu Bolwater-straat, Puteanusstraat en Noord-Buitensingel geheten. Haaks op dezesingels kwamen dwarsstraten, som-mige als verlengde van bestaande uit-valswegen vanaf het centrum van destad, kenmerkend voor de ontwerp-strategie van Van Gendt. Binnen heteenvoudige stratenpatroon werden opeen rechthoekige grondslag bouw-blokken voor woonbebouwinggesitueerd. In het gedeelte van deuitleg dat nu tot ‘q4’ (Vestingkwartier)behoort, werden tussen de drie singels

Slot Het middeleeuwse Helpoort-kwartier ontsnapte aan ernstige ver-woestingen tijdens de Tweede Wereld-oorlog, maar werd na de oorloggrondig veranderd. Bij de heront-wikkeling van het gebied wordt ge-streefd naar een nieuwe invulling metrespect voor de cultuurhistorischewaarden en de oude stedenbouw-kundige structuur van het gebied.Het negentiende-eeuwse Vestingkwar-tier is als structuur vrij gaaf bewaardgebleven; het vroegere harmonieuzebeeld van dit deel van de stad is echteraangetast door schaalvergroting, sloopvan een aantal karakteristieke pandenen bouw van enkele vanwege de bouw-stijl en de schaal conflicterende nieuw-bouwobjecten. De oorspronkelijkestructuur van het gebied zal tijdens deherstructurering worden gerespec-teerd. Handhaving van waardevollepanden en een doordachte invullingvan de verschillende bouwblokken enpercelen moet de wijk nieuw elangeven.Voor de plannen voor een nieuwhoofdstuk in het leven van het Hel-poortkwartier en het Vestingkwartier,verwijzen we naar het Wijkontwikke-lingsplan q4 zoals dat door awg-architecten in opdracht van degemeente Venlo is opgesteld.

19

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005

Literatuur

Wijkontwikkelingsplan voor q4, door Architecten

Werkgemeenschap Antwerpen (2005) in opdracht van

de gemeente Venlo

Roy Denessen e.a., Romerhuis en Huis Schreurs.Bouwhistorie van

huizen van Vereniging Hendrick de Keyser in de middeleeuwse stadskern

van Venlo (Venlo 2004)

B. Dukers en B. Klück,‘Venlo, verrassend middeleeuws’,

in: Bulletin KNOB 2004-6, 215-225

I. Finaly, Doorbroken Barrières:Architect F.W.van Gendt (1831-

1900) en de negentiende-eeuwse stadsuitbreidingen (Bussum 1996)

R.J.M. van Genabeek e.a., Venlo q4-plangebied.

Cultuurhistorische inventarisatie en analyse (Venlo/

’s-Hertogenbosch 2005; baac rapport 05.076)

F. Hermans, Historische Stedenatlas van Nederland,deel 6:Venlo

(Delft 1999)

F. Hermans e.a. (red.), Venlo’s Mozaïek.Hoofdstukken uit zeven

eeuwen stadsgeschiedenis (Maastricht 1990; Werken lgog,

12)

B. Klück, Bouwhistorische reconstructie van

Helschriksel en Maasschriksel (ten behoeve van

Wijkontwikkelingsplan q4), intern document

gemeente Venlo

Henri H.H. Uyttenbroeck, Over land en volk tussen Maas en

Nederrijn en Venlo in ’t bijzonder (Venlo 1908; Bijdragen tot de

geschiedenis van Venlo, i); De straten te Venlo (Venlo 1914;

Bijdragen tot de Geschiedenis van Venlo, iv)

Verantwoording van de illustraties

Gemeentearchief Venlo: 3-6, 8, 15-16, 19, 25-28, 31-32,

34-39

Gemeente Venlo: 1

Limburgs Museum Venlo: 12-13, 20

Bureau baac, ’s-Hertogenbosch/Deventer: 2

Biblioteca Nacional Madrid: 7

Henk van de Ven, Venlo: 9-10

Bart Klück, Steyl/Utrecht: 11, 21-24, 29

Mark van ’t Hof, Nijmegen: 14, 30

Bilblioteca Medicea Laurenziana, Florence: 17

Rijksdienst voor de Monumentenzorg: 18

Th. Rothfusz, Technische Universiteit Delft/Faculteit

Bouwkunde: 33

Colofon

Uitgave: Gemeentearchief Venlo en Afdeling

Grondzaken en Projecten Gemeente Venlo

isbn 90-78038-01-2

Tekst: Birgit Dukers, Frans Hermans, Mark van ’t Hof,

Bart Klück

Vormgeving: Baer Cornet

Drukker: Van Grinsven Drukkers Venlo

© Gemeentearchief Venlo

Gemeentearchief Venlo

Dokter Blumenkampstraat 1, 5914 pv Venlo

077-3219515

[email protected]

http://archief.venlo.nl

Eerder verschenen in deze reeks

Venlose Katernen 1: Het gemeentewapen van Venlo

(maart 2005)

Venlose Katernen 2: Venlo in de Wederopbouwperiode

1945-1970 (maart 2005)

20

Venlose Katernen 3Gemeentearchief Venlo juni 2005