Kaat Debo en haar scherpe blik op mode

5
046 / genieten / / Audi magazine

description

Het Antwerpse ModeMuseum verhult een intrigerende tegenstrijdigheid: hoe kan een zichzelf razendsnel heruitvindende discipline als ‘mode’ in een museum vervat worden? “Als toegepaste kunstdiscipline wordt mode nog steeds niet naar waarde geschat”, stelt MoMu-directeur Kaat Debo, nog altijd maar 33 en nu reeds alle touwtjes in handen.

Transcript of Kaat Debo en haar scherpe blik op mode

Page 1: Kaat Debo en haar scherpe blik op mode

046 / genieten / / Audi magazine

Page 2: Kaat Debo en haar scherpe blik op mode

Scherpe blik op mode

H e t A n t w e r p s e M o d e M u s e u m v e r h u l t e e n i n t r i g e r e n d e t e g e n s t r i j d i g h e i d : h o e k a n e e n z i c h z e l f r a z e n d s n e l h e r u i t v i n d e n d e d i s c i p l i n e a l s ‘ m o d e ’ i n e e n m u s e u m v e r v a t w o r d e n ? “ A l s t o e g e p a s t e k u n s t d i s c i p l i n e w o r d t m o d e n o g s t e e d s n i e t n a a r w a a r d e g e s c h a t ”, s t e l t M o M u - d i r e c t e u r K a a t D e b o , n o g a l t i j d m a a r 3 3 e n n u r e e d s a l l e t o u w t j e s i n h a n d e n . D o o r C h r i s t o p h e d e S c h a u v r e ( t e k s t ) & W i m V a n E e s b e e k ( f o t o ’ s )

Audi magazine / 047

Page 3: Kaat Debo en haar scherpe blik op mode

Het MoMu, gevestigd in dat statige hoekpand in deAntwerpse Nationalestraat, heeft zich in nauwelijks 10 jaarduchtig opgewerkt tot hoeksteen van ‘s lands modescène.Het museum beheert een collectie van meer dan 20.000stukken, grotendeels uit de erfenis van het vroegere Tex-tiel- en Kostuummuseum. Kaat Debo schetst de verhoudingtussen het MoMu enerzijds, en de befaamde Antwerpsemodeacademie en het kosmopolitisch klinkende FlandersFashion Institute of FFI anderzijds. “De academie is bekendom een erg directe, kwalitatieve en creatieve opleiding; hetFFI werkt vooral netwerkondersteunend, op alle vlakken:logistiek, economisch en promotioneel. Het museum focustop de geschiedenis, de context van de mode. Drie belang-rijke peilers van de mode zitten daarmee verenigd in ééngebouw.”

Haar ruim bemeten kantoor zit haar als een te ruimeoverjas en verleent Kaat Debo een ontwapenende noncha-lance. Je erkent er de tomeloze energie in van een kind datmet moeders jas gaat spelen. In het geval van Kaat Debozou dat nog kunnen kloppen, want het was Linda Loppadie als grote roerganger van het MoMu almaar meer ver-antwoordelijkheid toeschoof aan haar ambitieuze poulainen tentoonstellingmaker. “Linda Loppa is mijn mentor. Zijis de emanatie van de mode, ze kent alle facetten door endoor: dochter van een kleermaker, zelf een winkel gehad,collectie-aankoopster geweest, modedocente, noem maarop. Wat het MoMu vandaag is, heeft Linda op de rails gezet.”

De stap van Kaat Debo richting MoMu – ze reageer-de simpelweg op een vacature in de krant - is niet meer daneen jonge wolf die op zoek gaat naar een nieuwe biotoop.“Ik had geen kaas gegeten van mode. Ik kende niemand inhet wereldje, maar het boeide me. Sommigen noemen het

ambitie, maar ik beschouw het zelf veeleer als een verbe-tenheid om ergens volledig voor te gaan. De knop die de professionele gedrevenheid heel even lam kan leggen, heb ik nog niet gevonden. Dat zit me soms hoog: ik slaag er maar niet in die passie te laten luwen, even niet met het werk bezig zijn...”, klinkt het haast verontschuldigend. Met academische nauwgezetheid ontpopte ze zich tot tentoon-stellingsmaakster, publicatieschrijfster en rechterhand van Linda Loppa. Diens artistieke visie klikte wonderlijk met Debo’s academische achtergrond. Debo bleek heel snel te leren. Ook al vergt mode een kennersoog; sinds ze in 2001 voor MoMu aan slag ging, heeft de jonge Antwerpse een scherpe blik ontwikkeld. “Leren kijken naar mode is niet eenvoudig. Sommige stukken kunnen er fantastisch uit-zien, maar op een buste worden ze gedegradeerd tot een banaal stuk textiel. Zo is het soms beter foto’s of video-beelden te tonen dan de stukken zelf. Om een tentoonstel-ling te maken, is dat niet te veronachtzamen. Eenvoudig-weg gezegd: mode wordt grotendeels vormgegeven door het lichaam dat het draagt.”

Dat legt opnieuw de vinger op de contradictietussen mode en museum. Het is een elementaire dilem-makwestie waarmee ook Kaat Debo als tentoonstelling-maakster, artistiek en zakelijk directeur worstelt. “Hoe kan je mode op een dynamische manier tentoonstellen, terwijl net de factor mens - waaraan de mode haar gratie ontleent - wordt uitgeschakeld? Debo vindt het antwoord in de voortdurend creatieve invalshoeken om collecties te tonen en hun context te schetsen. Tentoonstellingen rond het werk van Martin Margiela en Yohji Yamamoto werden al succesvol onthaald, maar Debo teert niet op voorbije suc-cessen. “Ik verwacht veel van de volgende tentoonstelling rond het werk van de Brit Stephen Jones. Ik ben bijzonder opgetogen over het feit dat we hiervoor een 30-tal hoeden uit een privécollectie ter beschikking hebben gekregen. Jones is minder bekend bij het grote publiek, maar het palmares van deze hoedenmaker is vervlochten met alle grote modehuizen”, schetst de MoMu-directeur. Jones, niet bekend? Velen zullen zich Carla Bruni’s eerste optreden als première dame de France herinneren, op visite bij de Britse Queen. Ze was gehuld in een grijs mantelpakje van Dior, met bijpassende baret van, inderdaad, Stephen Jones. Zijn tentoonstelling vindt onderdak in het MoMu van septem-ber 2010 tot februari 2011.

De geschiedenis en context van de mode,in één museum vervat.

>>

048 / genieten / Audi magazine

Page 4: Kaat Debo en haar scherpe blik op mode

“ M o d e w o r d t g r o t e n d e e l s v o r m g e g e v e n d o o r h e t l i c h a a m d a t h e t d r a a g t .”

Audi magazine / 049/

Page 5: Kaat Debo en haar scherpe blik op mode

Voor de jonge directeur die het artistieke combi-neert met het zakelijke is de Parijse Modeweek een cru ciaalmoment. “Buitenstaanders begrijpen vaak niet waartoedeze modeweek dient. In eerste instantie heb je de defi lés,bedoeld om de voornaamste nieuwigheden te presenterenaan pers en professioneel publiek. Na deze defi lés zijn er dezogenaamde showrooms. Daarin stellen de ontwerpers devolledige nieuwe collectie voor aan de inkopers, die meteenbestellingen kunnen plaatsen. Op basis van de bestellingenwordt de productie opgestart om een half jaar later gele-verd te worden en in de winkels te verschijnen. Het is tijdensdeze showrooms dat ik met het MoMu aankopen doe. Devoorkeur gaat uit naar relevante, interessante stukken. Decriteria? Moeilijk te zeggen, maar ik zoek naar stukken diepassen in de collectie, stukken die bijvoorbeeld nooit inproductie gaan of die een detaillering of vormtaal hebbendie een aankoop rechtvaardigt. Het moet ook budgettairhaalbaar zijn”, klinkt het nuchter. Het actief aankoopbeleidis volgens Kaat Debo de best denkbare manier om een erf-goed op te bouwen, te inventariseren en te archiveren. “Hetis een stuk actuele geschiedschrijving”, zegt ze hierover. “Erzijn musea met meer budget, maar andere hebben hele-maal geen aankoopbudget. Dat is verontrustender: hoe kanje immers een coherente collectie uitbouwen als je louteraangewezen bent op wat je binnen krijgt van ontwerpersof uit schenkingen? Een collectie wordt maar zo rijk als dekwaliteit van de instroom. Met onze beperkte budgettenkunnen we gerichte, maar relevante aankopen doen.” Hetneemt niet weg dat ook modeontwerpers intussen de wegnaar het MoMu-archief kennen en er archiefstukken over-dragen. Archiefstukken die in de best denkbare omstandig-heden worden geconserveerd. “Zo lang mogelijk”, voegt deMoMu-manager eraan toe. “Ik zou eeuwig willen zeggen,alleen is textiel geen eeuwig leven beschoren.”

Dat het Antwerpse MoMu zich in minder dan tienjaar tot een volwassen instelling heeft ontwikkeld, loopt

parallel met de persoonlijke ontwikkeling van de huidige directeur. Haar klim op de hiërarchische ladder is typerend voor haar vastberadenheid. Toch heeft het haar naar eigen zeggen minder veranderd dan ze had gevreesd. Na enige aarzeling nam ze naast de creatieve taken ook de zakelijke leiding over. “Ik ben blij dat ik de stap heb gezet. Het is een kunst om het zakelijke met het creatieve in balans te houden, maar ik kan een gemotiveerd team van goed 35 mensen in de schaal leggen.” Dat hoge bomen meer wind vangen, neemt ze er plichtbewust bij. “De balans werk-privé schommelt al wat vaker, maar ik erken in mijn geluk een evenwicht. Ik voel me goed in deze functie, bij deze orga-nisatie. Ik verzoen me niet met de gedachte dat ‘een beetje minder’ ook nog goed zou zijn.”

De belangrijkste uitdaging voor Debo en het mu-seum is de blijvende dynamiek in een wereld die dusdanig snel verandert. “Mode impliceert voortdurende vernieuwing op het ritme van de seizoenen, ook al kan je de bedenking maken dat niets nieuw is. Maar: hoe gaan we om met ons erfgoed, ons archief, onze eigen werking? Het merendeel van wat wij doen, blijft verborgen voor het grote publiek. Ik geloof heel sterk in de dynamiserende werking van het internet. Het kan niet alleen onze eigen collectie ontslui-ten, maar ook om een cruciale evolutie in de modewereld ondervangen. Mode is de defi lés en magazines ontgroeid. De wereld is duchtig veranderd met de komst van sociale media, blogs, live streaming... Hoe gaan we daar mee om?” Het MoMu is nooit een sto! g museum van vitrines geweest en die dynamiek zal onder impuls van Kaat Debo aan kracht winnen. Het MoMu zal er wel bij varen. //

“ I k k a n m e n i e t v e r z o e n e n m e t d e g e d a c h t e d a t ‘ e e n b e e t j e m i n d e r ’ o o k g o e d

” g e n o e g z o u z i j n .”

Mode impliceert voortdurende vernieuwing, ook al kan jede bedenking maken dat niets nieuws is.

050 / genieten / / Audi magazine