juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant -...

28
Belgie - Belgique P.B. 1730 Asse 2/3748 40e jrg/année 2008 juin / juni n° 159 v.u. Mark Lamotte Hogeweg 9, 1730 Asse Afgiftekantoor 1730 Asse 1 P309090 Tijdschrift van de Vrienden van Cuba vzw Périodique des Amis de Cuba asbl www.cubamigos.be CHE80 FIDEL82 REVOLUCION 50

Transcript of juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant -...

Page 1: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Belgie - BelgiqueP.B.

1730 Asse2/3748

40e jrg/année 2008juin / juni

n° 159

v.u. Mark Lamotte

Hogeweg 9, 1730 AsseAfgiftekantoor 1730 Asse 1

P309090

Tijdschrift van de Vrienden van Cuba vzwPériodique des Amis de Cuba asbl

www.cubamigos.be

CHE80

FIDEL82

REVOLUCION 50

Page 2: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

De Vrienden van Cuba vzwLes Amis de Cuba asblAvenue Neptune 24 bte 10 - B-1190 Vorst - ForestTel: 02-453.17.42 • Fax: 02-453.16.67 • E-mail : [email protected] (jaarlijks) 12 euro-6 euro (2e en volgend lid van het gezin)Contribution (an) 12 euro-6 euro (2ième et membre suivant de la famille)Rekening - Compte : Les Amis de Cuba asbl 523-0801177-32

De vzw “De vrienden van Cuba” is een vereniging dietot doel heeft de toenadering tussen het Belgische enhet Cubaanse volk te bevorderen en aan haar leden enhet publiek middelen ter beschikking te stellen omtot een betere kennis te komen van de Cubaanserealiteit. Zij heeft geen enkel partijpolitiek karakter.Onze eigen artikels mogen geheel of gedeeltelijkovergenomen worden mits bronvermelding. Graag eenpresentexemplaar.ISSN 0771 4491

L’asbl “Les Amis de Cuba” est une association qui apour but d’oeuvrer au rapprochement entre le peuplebelge et le peuple cubain et de mettre à dispositionde ses adhérents et du public des moyens d’accéder àune meilleure connaissance de la réalité cubaine. Ellen’a aucun caractère de parti politique.Les articles de nos membres peuvent être reprisentièrement ou partiellement, avec mention del’origine. Prière de nous faire parvenir un exemplairetémoin.

Voorzitter/Président : Mark Lamotte - 02/453.17.42Ondervoorzitter/Vice-président : Alexandra Dirckx - 03/290.49.10Schatbewaarder/Trésorier : Miek Decaluwé - 016/26.10.95CONTACTBrussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48Antwerpen : Lieve Gebruers - 03/281.73.66Leuven : Paul Evrard - 016/26.15.52Liège : Patrick Jeurissen - 04/337.88.87Charleroi : Luigi Raône - 071/43.65.87West-Vlaanderen : Jaak Perquy - 0477/26.56.20Gent : Johnny Goethals - 0498/26.39.90Kempen : Hubert Celen - 014/31.34.87Bibliotheek /Bibliothèque :contacteer/contactez - Lieve Gebruers - 03/281.73.66

Prijs per nummer/par numéro : 1,25 EuroLeden gratis - membres gratuit

Hoofdredacteur/Rédacteur en chef > Paul EvrardRedactie/rédaction > Mark Lamotte, Anne Delstanche,Freddy Tack, Alexandra Dirckx.Eindredactie/rédaction finale > Sylvie VanhoegaerdenMedewerkers/collaborateurs > S. Sergeant,Y. Ooms, Y. Blieck, S. Lamrani, D. Bleitrach, R. Gott,J.G. Allard, T. Janssen, C. Van Dijck.M.D. Bertuccioli ( + )Lay-out/mise en page > S. en A. VanhoegaerdenDruk/impression > drukkerij A. Beullens - Holsbeek

EDITO

Als we de Westerse pers mogen geloven verandert er enormveel in Cuba sinds Raúl Castro president is. Cubanen mogennu een GSM, een DVD en een computer hebben, en ze mogenverblijven in toeristenhotels. Eindelijk vrijheid voor alleCubanen !

Zoals steeds moeten we alles wat de Westerse pers schrijfteen beetje in zijn context zetten. Het is zeker zo dat Raúleen andere manier van communiceren heeft dan Fidel, maarhet is ook niet zo dat Raúl alle beslissingen alleen neemt,net zoals Fidel niet alleen besliste. Er is een regering/staatsraad die de beslissingen neemt. En, de “golf vanveranderingen” werd ingeluid met een toespraak van Fidelaan de universiteit van Havana, eind 2005, dus al meer dan2 jaar geleden.

Sindsdien zijn er veel debatten en consultaties van debevolking geweest. Dat resulteerde in een aantal wijzigingenvan rare wetten, die perfect te plaatsen waren voor wie detoestand kent waarin het land zich bevond/bevindt. Maardie echter niet conform waren met de revolutie en degrondwet die gelijkheid van alle Cubanen voorziet. Cubanenmogen nu verblijven in toeristenhotels, maar betalen dezelfdeprijs als de toeristen, kunnen een GSM abonnement hebben,ook te betalen in CUC (bezit van het apparaat is nooitverboden geweest, maar voor de lijn was een handtekeningvan een buitenlander nodig). Ook wordt er aan gewerkt omde Cubaanse beperkingen op het reizen naar het buitenlandaf te schaffen. Dit neemt niet weg dat de beperkingenopgelegd door bvb Europa veel groter zijn, en het dus voorCubanen, net zoals voor alle Latino’s, moeilijk zal blijvenom naar Fort Europa te reizen (ook financieel blijft ditmoeilijk).

A en croire la presse occidentale les changements à Cubadepuis l’arrivée au pouvoir du Président Raúl Castro, sonténormes. Les cubains peuvent avoir un téléphone portable,un lecteur DVD, un ordinateur, et ils peuvent même logerdans les hôtels autrefois réservés aux touristes étrangers.Enfin la liberté pour tous les cubains !

Comme toujours, il est utile de remettre ce qui est écrit dansla presse occidentale dans son contexte. C’est vrai, que Raúlcommunique d’une autre manière que Fidel, mais il est vraiégalement que Raúl ne prend pas toutes les décisions seul,comme Fidel ne décidait pas seul non plus. Il y a un gouverne-ment/conseil d'état qui prend les décisions. Et, “la vague deschangements” a été annoncée avec une allocution de Fidel àl'Université de La Havane, fin 2005, donc il y a déjà plus de 2ans.

Depuis ce moment, il y a eu beaucoup de débats et de consulta-tions populaires qui aboutissent aujourd’hui à ces évolutions.Ces projets et ces changements devaient être expliqués etdiscutés car ils n’étaient pas toujours conformes à l’esprit dela Révolution et de la Constitution qui prévoient l’égalitéentre tous cubains. Ces derniers peuvent maintenant résiderdans les hôtels pour touristes étrangers, mais payent aussile même prix que ces touristes. Ils peuvent avoir un abonne-ment GSM mais doivent aussi le payer en CUC. Pour info lapossession d’un GSM n’a jamais été interdite, mais il fallait lasignature d'un étranger pour ouvrir une ligne. On va aussipermettre à tous les cubains de voyager avec plus de facilitésà l’étranger. Mais ceci n'empêche pas que les restrictionsd’autres pays, comme ceux que l’Europe impose, sont mainte-nues et qu’il reste difficile pour les cubains, comme pour toutles latinos américains d’ailleurs, de voyager en Europe.

Vervolg p. 3

Suite p. 3

Page 3: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

3

Dit zijn een aantal wijzigingen die voor deWesterse pers belangrijk lijken, en die voor deCubaan gevoelsmatig ook wel zijn belanghebben, maar aan het dagelijkse leven weinigveranderen. Veel meer impact hebben de her-structureringen in de gezondheidszorg en delandbouw. Deze moeten ervoor zorgen dat degoede resultaten van het gezondheidsbeleid inCuba bewaard blijven, en dat de landbouw-productie zo efficiënt wordt dat veel minder dientingevoerd te worden. Hiervan zouden de effectenzeer snel zicht- en tastbaar moeten zijn voor deCubaan.

Ook belangrijk zijn het omzetten van de dood-straf in levenslang (behalve voor terrorisme). Dithoudt een bevestiging in van het moratorium datsinds 2000 bestaat, maar in 2003 even door-broken wordt met de executie van 3 kapers.Verder zijn er plannen om het homohuwelijk toete laten wat Cuba tussen de meest progressievelanden op dit gebied zou brengen. Maar voorCuba is dit in feite enkel een toepassing van hetgelijkheidsprincipe.

Ce nombre de modifications semblent importantespour la presse occidentale. Mais si pour le Cubainmoyen c’est un grand plus cela ne changera pasautant sa vie quotidienne que les restructurationsdans le domaine de la santé publique et del'agriculture. Ces changements doivent veiller àce que les résultats très positifs de la santépublique continuent et à ce que la productionagricole doit être améliorée afin de limiter les im-portations. Ces effets doivent être visibles et tan-gibles très rapidement pour l’ensemble du peuple.

N’oublions pas non plus l’importance de la déci-sion de commuer automatiquement la peine demort en perpétuité (sauf pour actes de terrorisme).Une confirmation du moratoire qui existait depuis2000, mais qui avait été interrompue en 2003 avecl'exécution de 3 terroristes. Il y a aussi des projetsde loi pour permettre le mariage entre personnesdu même sexe ce qui va placer Cuba parmi lespays les plus progressifs dans ce domaine, maisceci est, par ailleurs conforme avec les principesd'égalité évoqués plus haut.

Mark Lamotte

Inhoud - Contenupag. 3 - Verboden te verbieden 4 - Congrès exceptionnel des artistes 5 - Eléctions comparées 7 - V.S.A. en E.U., einde van de pesterijen 8 - Free the Five 9 - Migratie10 - Les Cinq

11 - CHE 8012 - Alberto, meilleur ami d'Ernesto14 - CHE's jeugdjaren17 - CHE photogragphe18 - Ernesto et le rugby20 - CHE fotograaf

21 - Olympische spelen - Eerstelijnszorg23 - Sonora Cubana24 - De Vrouw in Cuba26 - Kico, een oudstrijder27 - Containers naar Havanna

Vervolg van p.2 - suite de la p. 2

Bonne lecture

Veel leesplezier

EDITO

De voorbije maanden kon de pret van de media weer niet op. Fidel vroegom hem niet meer te verkiezen in de Staatsraad en met argusogen werdnaar Raúl gekeken die nu iets moest doen met de 1,3 miljoen voorstellenvan de bevolking die de regering had ontvangen.Nogal snel kwam er een reeks maatregelen die sensationeel leken. Omdater al jaren gesuggereerd wordt dat in Cuba alles verboden is, lijkt het evidentom de vrije verkoop van consumptiegoederen te bestempelen als eenopening, een bevrijding, een overgang, een vernieuwing, enz... die met Fidelals president niet mogelijk zou geweest zijn.De waarheid (vergeet je niet te liegen ?) is uiteraard weer anders, zoals datgebruikelijk is als het over Cuba gaat.Wat er gebeurt en dat het nu gebeurt is een samenloop van omstandigheden:

1. Cuba kruipt langzaam maar zeker uit een diepe put na deineenstorting van de economie in 1990.

2. Het toerisme (meer dan 2 miljoen bezoekers per jaar) heeft Cubaop de wereldkaart gezet.

3. De politiek-economische omwentelingen in Zuid-Amerika.4. Het kapitaalkrachtige China en het olierijke Venezuela die samen

met 186 andere landen vruchtbare handelspartners geworden zijn.5. De hoge prijs voor nikkel op de wereldmarkt die Cuba nu meer

deviezen oplevert dan het toerisme.6. Het imago van Cuba als sociaal voorbeeld in de derdewereld (wegens

medische en pedagogische hulp) dat het prestige versterkt met alsresultaat : Cuba is voorzitter van de Niet-Gebonden Landen, zeteltin de Raad voor de Rechten van de Mens, speelt een belangrijke rolin de Unesco, Unicef en de Wereldgezondheidsorganisatie, enz...

7. De voorbereiding van deze economische ommekeer sinds 10 jaarop basis van de economische groeicijfers, in 2005 bv. 11,8%, dan12% en vorig jaar 7,5% en de prognoses voor de komende jaren.

8. De beperkende maatregelen waren vervelend maar toen nood-zakelijk.

Toch een bedenking. In welk ontwikkelingsland heeft iedereen een GSM,computer, microgolfoven, internet en kan en gaat iedereen op hotel of naarhet buitenland.

Trouwens is dat in onze rijke landen dan wel zo ! Met een lege maag, geenelektriciteit en geen water denk je wel aan iets anders.OK, en die twee munten dan, en dat rantsoenboekje ? Ook daarover wordtin heel Cuba fel gedebatteerd. Iedereen wil uiteraard van die peso en CUCaf. De oplossing ligt echter niet voor de hand en wordt een werk van langeadem. De beste Cubaanse economen buigen zich erover. Het al dan nietafschaffen van de libreta is in die zin aan de orde dat er naar een sociaalaanvaardbaar alternatief gezocht wordt. De libreta heeft haar dienstbewezen anders zouden er in de jaren ’90 wel hongerdoden gevallen zijn.Nu we met een internationale voedselcrisis geconfronteerd worden, enexperten wijzen op nog ergere voedselrellen dan in Haïti en Centraal-Amerika, opperen diezelfde experten het voorstel om een libreta in te voerenin de armste landen !

(vervolg op www.cubamigos.be met het verhaal van blogster Yoaní en deperikelen rond de zgn dissidenten die geld kregen van een terrorist )

VERBODEN TE VERBIEDEN (slogan mei ’68)

VERBODEN TE LIEGEN (de Bijbel en alle religies)

Paul Evrard

Page 4: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Inauguré mardi en présence du chefde l’Etat, Raúl Castro , le VIIèmeCongrès de l´UNEAC (Union desÉcrivains et Artistes de Cuba), asiégé durant quatre jours au Palaisdes Conventions de La Havane, avec400 délégués de toute l´Île.

L’écrivain MiguelBarnet, présidentde l’Uneac, aadmis devant les387 déléguésque “l’essencedémocratique del’institution s’é-tait affaiblie”. “Nous devons corrigerles erreurs, a-t-il affirmé.Le romancier, poète et ethnologueMiguel Barnet a été élu Président del´Union des Écrivains et Artistes deCuba (UNEAC), une organisation quiregroupe l´avant-garde artistique dupays avec plus de huit millemembres de toutes les spécialités dela culture.Miguel Barnet a été le collaborateurdu premier Président de l´UNEAC, lePoète National Nicolás Guillén, et ilse distingue pour ses études sur laculture africaine et son interrelationavec le monde hispanique etcaribéen.Nous avons besoin d´une UNEACvivante, active, moderne, qui secaractérise par la participation et ledébat de nos créateurs, et renouvellede manière permanente l´unitéindispensable de l´intellectualitéautour de la politique culturelle dela Révolution, a affirmé Abel Prieto,membre du Bureau Politique du Partiet ministre de la Culture enprononçant les paroles finales duprincipal forum des écrivains et desartistes de l´Île.

Raúl Castro a participé aux travauxdu congrès. Il a exprimé son accordavec la majorité des opinions, mêmes’il ne les partage pas toutes.Toutefois, il a souligné qu’il fautcombattre pour la diversité d’opi-nions et il a rappelé que des plusgrandes divergences sortent lesmeilleures décisions.

Culture et SociétéExtraits du rapport de laCommission de Travail sur laCulture et la Société du VIIèmeCongrès de L’UNEAC, présenté parle critique d’art et promoteurculturel Helmo Hernández durantla séance plénière du premier jourde débats.

Durant ces derniers mois nous avonsassisté à un vaste processus d´ana-lyse de la société cubaine, les aviset points de vue les plus divers ontété exprimés sur les problèmes dela société cubaine. Ces critères ontété rassemblés et seront utiles auxréajustements nécessaires dans laréorganisation du pays, presséscomme nous le sommes de trouverun nouvel équilibre.L´unité de toutes les forces reste lastratégie fondamentale de laRévolution Cubaine. Unité ne veutpas dire homogénéité de penséemais concertation des points de vuedifférents. C´est pourquoi nousparlons de réparation et de conso-lidation d´un consensus qui nousinclut, mais inclut aussi ceux qui nepensent pas précisément commenous, mais aspirent à une sociétémeilleure, basée sur l´indépendanceet la justice sociale.

Nous savons que notre populationest insatisfaite des options derécréation que nous lui offrons.

Nous assistons à une guerre promuedepuis les nouvelles technologies dela communication, l´industrie dudivertissement et les stratégies decommercialisation, dans lesquellesle Socialisme a perdu de nombreusesbatailles, principalement pour lesdévelopper sur la scène conçue parl´ennemi. Pour vouloir combattre lecontenu sans s´occuper du moyentransmetteur du message.

Nous percevons parfois, avec amer-tume, que les responsables desdommages ne sont pas dehors, maisdans notre société et qu´il ne s´agitpas d´ennemis malintentionnés,mais de nos propres compagnons delutte. Nous nous référerions, sûre-ment avec justice, aux insuffisancesde tous les organismes qui ont à voiravec la formation du citoyen et auxconcessions qui dans des espacescomme ceux destinés au tourisme,aux réseaux gastronomiques et aucommerce, reproduisent et diffusentle pire des modèles pseudo culturelsimposés par la globalisation. Ceciest encore beaucoup plus gravequand il se fait depuis les institu-tions et les entreprises de la culture,ou quand il est quotidiennementdistribué et amplifie au travers denos moyens de diffusion, tant dansleurs espaces pour le divertissementque dans ceux ayant des butséducatifs ou informatifs.

De fait, les modèles réductionnisteset banals ont déjà configuré,regrettablement, les aspirations etles projets de vie de vastes secteursde la population cubaine, enflagrante contradiction avec lesprincipes de notre politiqueéducationnelle et culturelle. Nousproposons la constitution, à titrepermanent, d´une commission detravail de l´UNEAC, qui, sous le nomde “Culture et valeurs”, analyse,depuis les perspectives de nosécrivains et de nos artistes, larécréation, la formation du publicset de ses goûts, la présence demodèles culturels dans les médiaset dans les institutions éducatives,l´influence de la culture dans laprévention sociale et la relationentre la culture et la vie quotidienne.

Le poète Miguel Barnet a soutenuqu´un des défis essentiels est deconstruire une télévision divertis-sante et qui stimule à la foisl´intelligence et la sensibilité, lescaractéristiques des meilleurestraditions de l´identité nationale.Pour cela il a incité les intellectuelset les artistes à resserrer les rela-tions avec l´Institut Cubain de laRadio et de la Télévision (ICRT) .

Les jeunes attendent uneUNEAC plus vivante

Alpidio Alonso Grau, ingénieur etpoète, a dirigé l´Association“Hermanos Saíz” et est maintenant,vice-président de l´Institut Cubaindu Livre. Depuis sa position d’écri-vain et de président de la com-mission du VIIéme Congrès del´UNEAC il examine la relation entreles jeunes et l´organisation.

Comment voyez-vous la relationentre la jeune avant-gardeartistique cubaine et l’UNEAC ? l´Union, n’intègre pas suffisammentles jeunes talents, qui pourraient ytrouver un espace propre, où êtrepris en considération, et présenterleurs projets et où ils seraientécoutés. Un des grands défis estd´obtenir un plus grand sentimentd’appartenance des jeunes artistesenvers l´UNEAC. Les chiffres parlentd’eux-mêmes, seulement 17% desmembres ont moins de 40 ans et 3%des délégués et des candidats auConseil National sont dans ce rang,une réalité que nous devons prendreen compte et méditer.

Congrès de l’UNEACUn espace de discussion et de réflexion sur la politique culturelle

Anne Delstanche

suite p. 22

4

Page 5: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

À Cuba, il y a des électionslocales tous les DEUX anset demie (et des électionsprovinciales et nationalestous les cinq ans). Et direque chez nous, on estimeque les campagnes électo-rales empêchent toutedécision raisonnable du-rant 18 à 24 mois, spec-tacle électoral et pro-messes passant avant la capacité àdécider et qu’il ne faudrait voter quetous les cinq ans (six pour lescommunales) !À Cuba, il y a un parlementaire par20.000 habitants, soit 600 députésau total. Il y en a 150 en Belgique(un par 66.600 habitants, trois foismoins) et 577 en France (un par110.000 habitants, cinq fois moinsqu’à Cuba).De même, au niveau local, il y a bienplus d’élus que chez nous, où lesconseillers communaux sont limitésà 52 au maximum (soit un pour 3.800habitants à Charleroi, presque unpour 9.000 à Anvers; deux foismoins qu’à Cuba). Or il est plusdifficile de “verrouiller” les listespour un plus grand nombre deplaces.

À Cuba, il n’y a pas de listes de partisaux élections communales etprovinciales. Il y a une seule listede tous les citoyens qui veulent êtrecandidats, individuellement. Leparti communiste n’est aucunementprésent comme liste séparée. Tousles “opposants” pourraient enprincipe être candidats !

Et il n’y a PAS de campagneélectorale. Donc pas de promessesélectorales, pas de dépensesélectorales, pas de ‘trombinettes’électorales à tous les coins de rue,pas de batailles d’afficheursélectoraux ni de détournement defonctionnaires communaux, pas degrands débats télévisés, non, rien derien ! Nada, niks, niets ! Oui, oui,comme si les grandes surfacesn’envoyaient pas leurs prospectus,comme si les films (et les matchs etles shows) n’étaient pas interrompuspar les “clips”, comme si nousapprenions à vivre sans nœudpap’… ! La chose politique ne seraitpas un spectacle public ? Difficile àimaginer, hein ?

Et pourtant oui : les candidats nepeuvent diffuser qu’un simple “cur-riculum vitae” de deux pages, mêmequand ils s’appellent Fidel Castro (j’aivu son CV de fin 2007 sur le Web).Et le principe est d’appeler tous lescitoyens à voter pour tous lescandidats qui seront en principe tousassociés à la gestion des affaires lo-cales. Il y a bien une soirée électoraledu quartier qui permet aux grandesorganisations (syndicats de tra-vailleurs, femmes , jeunes…) et auxcitoyens de discuter des mérites etdes défauts, de proposer un autrecitoyen qui serait plus valablesmalgré sa modestie, etc., et

éventuellement de dénigrer telcandidat qui paraît un mauvaiscitoyen, ce qui est rare. Bref, il fautêtre “nominé” (nominacion). Untemps de parole équivalent estpermis à chaque candidat. La plupartsont élus sans problèmes.Seuls sont élus les candidats qui ontobtenu plus de 50 % des voix. Siaucun ne l’a obtenu, on procède à unsecond tour. C’est le même principe

dans les petites com-munes francaises.On est donc pas loin dusystème français réservéaux petites communes,mais jugé tout à faitdémocratique.

En France; une démocra-tie presque sans partidans les communes de

moins de 3.500 habitants

Amusant : je viens de suivre lesélections municipales dans une com-mune française. Il n’y avait qu’uneseule liste, celle du maire sortant. Pasde couleur politique, pas d’opposition(bien que le maire ait été jadis députésocialiste). Cette liste a obtenu untrès large soutien.

Dans les communes de moins de3.500 habitants, tout citoyen peutbarrer le nom d’une personne qui nelui plait pas, et mettre le nom de toutcitoyen qui lui plait. Ainsi le présidentdu club sportif n’avait pas voulu seprésenter au préalable commecandidat avec une liste, maisappelait ce jour-là les votants à lementionner sur le bulletin, parprincipe démocratique. Il n’a eu quepeu de voix. On se croirait en régimede parti unique !

D’ailleurs, il n’y a eu quasiment pasde campagne électorale. La listecandidate a été communiquéeofficiellement, mais discrètement(certains prétendent que le courriers’est perdu, pour empêcher l’intro-duction concertée d’un nouveaucandidat à la place d’un nom de laliste ou même d’une liste de quelquesnoms).

Pire : un score “stalinien” auxélections cantonales (=départemen-tales). Le canton dont fait partie

cette municipalité est appelé à élireun seul parmi plusieurs candidatsisolés, qui devient conseiller dudépartement (le conseil a autantd’élus qu’il compte de cantons).Mais il n’ y avait qu’un seul candidat,de couleur UMP (droite). Il a obtenu100 % des voix ! Sans trucage desurnes ? Il se chuchote que sa bonneentente avec la majorité socialiste auConseil départemental fait qu’on nelui oppose pas de candidat de gauche.

Elections : quelques éléments de

5

comparaison France / Belgique / Cuba

Page 6: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Conclusion pour la France : on estbien loin de ces duels de vedettespolitiques de divers partis dans lesgrandes villes, dont on nous rebat lesoreilles dans les médias…Et pourtant, personne ne crie au dénide démocratie dans les petites com-munes françaises, où il n’est pas fa-cile de réunir autant de candidatsqu’il y a de sièges à pourvoir ! Il y adonc effectivement plusieurs systè-mes de démocratie, même dans unseul pays, ici en France.Cela m’a fait penser à Cuba, où lesélections se trouvent dans la mêmesituation, mais par un PRINCIPEDEMOCRATIQUE : ce sont les citoyensqui font et défont les candidats, etpas le(s) parti(s).

Ce dimanche 20 janvier 2008, lesCubains se sont de nouveau rendusmassivement aux urnes pour élire lesdéputés à l'Assemblée nationale duPouvoir populaire (le Parlementmonocaméral cubain), qui compteradésormais 5 sièges supplémentairesen raison de l'augmentation dunombre d'habitants de l'île.

Plus de 8.230.000 Cubaines etCubains (c'est-à-dire, 96% desélecteurs recensés dans tout le pays)ont voté; souvent les électeursfrançais préfèrent aller à la pèche,etc. pour 40 à 60 % d’entre eux.Les urnes cubaines ne sont pasentourées de policiers ou de mili-taires, mais de citoyens du quartier,comme chez nous. Il y a eu 3,73 %de bulletins blancs et 1,04 % de votesnuls (donc +/- 9 % de non-votants autotal, contre le double chez nous).

Où est la manipulation du (des)parti (s) ?Au total, il y a plus de changementélectoral à Cuba que chez nous ! Surles 614 élus nationaux, 391 sont desnouveaux venus. La moyenne d’âgeest de 49 ans, et la majorité n’a pasconnu l’époque de la révolution de1959 ! 43 % sont des femmes. Et118 noirs et 110 métis, correspon-dant à leur proportion sociale.Peu de nos parlements “démocra-tiques” européens peuvent en direautant ! Le “monolithisme”, l’inertie,le “glacis”, c’est ici !

Vous allez me rétorquer que tout celaest manipulé par le Parti Commu-niste. Cela est parfaitement exact.Et… transparent. Jadis (avant lesmodifications de 1992), les listes desélections parlementaires devaientcomporter au moins 50% d’élus‘individuels’ issus des électionscommunales et provinciales. Le particommuniste pouvait donc introduire

jusque 50 % de candidats au niveaunational pour ‘rééquilibrer’ la liste.(Bien sûr, des citoyens locaux quisont élus peuvent être par ailleursmilitants du parti communiste, maisils ne sont pas désignés comme telsdans une liste). Aujourd’hui, les can-didatures ‘nationales’ sont pluslibres (des communistes, et desautres), mais l’émanation locale estencore forte : 285 des membres dela prochaine législature siègent aussidans les instances du “Pouvoirpopulaire” communal après avoir éténominés et élus directement par lapopulation locale. Il est notoire que30 % des députés ne sont pasmembres du parti communiste.Parmi eux on trouve Raul Suarez, unpasteur protestant, qui est venu enBelgique récemment, invité par laCSC.

Ce n’est pas encore assez trans-parent ? La manipulation du partiest occulte, selon vous ?Bon, comparons.Expliquez-moi d’abord pourquoinos démocraties occidentalescomptent toujours DEUXchambres dont un “Sénat” qui esttoujours moins démocratique(avec des membres “désignés parcooptation”, sans compter lessénateurs “de droit” : membres dela famille royale…) etqui a pour rôle d’édul-corer les lois décidéespar les députés.

Expliquez-moi ensuite les subtilitésdu système “Clé d’Hondt” (enBelgique) qui permet de répartir lesvoix et les ‘sièges baladeurs’ quipassent d’une circonscription àl’autre et finissent toujours par ren-forcer les grandes listes au détrimentdes petites listes.Expliquez-moi encore comment on ades ministres qui postulent pour êtreparlementaires ou conseillers régio-naux où ils seront remplacés par dessuppléants à peine élus…Enfin dites-moi si vous avez le senti-ment que les listes des partis sontconstituées selon un ordre décidé parles citoyens, sans que les bureaux,les clans, les “carnets de membresdéfunts” ne soient intervenus enrien ?

Gilbert de Charleroi

bureau de voteaéroport Santiago6

Page 7: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

7

Heel wat diplomatieke bedrijvigheid de laatste tijd ennet als in september werd op 26 mei een studiedag overde solidariteit met Cuba georganiseerd in het EuropeesParlement.Het heet hangijzer blijft 2003, toen in Cuba 3 gijzelaarsde doodstraf kregen en 75 zogenaamde dissidenten(eigenlijk collaborateurs met de vijand) opgeslotenwerden. In opdracht van Washington is Aznar (toenmaligPremier van Spanje) er toen in geslaagd de andereEuropese landen te overtuigen sancties op te leggen aanCuba. Een zacht embargo kunnen we stellen.

Op 16 en 17 juni 2008 beslist (besliste ?) de EuropeseRaad van Ministers over de opheffing van die sancties.Net voor het drukken van deze Cuba Sí was de stand 25vóór en 2 onbeslist (zijnde Tsjechië en Groot-Brittannië),en er moet unanimiteit zijn.Sinds Zapatero Eerste Minister van Spanje is waait ereen heel andere wind en in maart ging Euro-CommissarisLouis Michel (ondanks de druk van Washington) pratenmet de Cubaanse regering. Achteraf en ook op 26 meiverklaarde hij dat de omstandigheden gunstig warenvoor de afschaffing van de absurde en hypocrietesancties tegen Cuba.Niet naar de zin van Bush uiteraard die meteen zijn pro-consul voor Cuba, Caleb Mc Carry, op rondreis doorEuropa stuurt om de regeringen onder druk te zetten.Op hetzelfde ogenblik dat in Lima, Peru (13-17 mei) eentopconferentie plaatsvindt tussen Latijns-Amerika enEuropa (waar Cuba een prominente rol speelde)organiseren in Brussel enkele pseudo-n.g.o.’s eenbijeenkomst : “Quo vadis, Cuba : scenario’s van transitieop het einde van het Castro-tijdperk”. Merkwaardigeinteresse van het grote Europa voor een piepkleineilandje 8.000 km ver weg. De Adenaur Stiftung en deSchuman Stiftung doen dit samen met het Praagse“People in Need” (fervent anti-Cuba), Freedom House enCenter for a Free Cuba. Organisaties gefinancierd doorNED (National Endowment for Democracy) en USAID(pseudo ontwikkelingsorganisatie). Enkele illustereaanwezigen : FOX (ex coca-cola baas en ex Presidentvan Mexico), AZNAR en Vazlac Havel. In hun slotver-klaring benadrukken ze het handhaven en verstrengenvan de Europese sancties tegen Cuba.Ondertussen in Lima, Javier Niño (gezant van deEuropese Commissie in Havanna) : “De klemtoon ligt opde armoedebestrijding, sociale uitsluiting, milieu-problemen en duurzame energie en ontwikkeling. Cubaen Europa hebben op dat vlak gelijkaardige agenda’s”.Abelarde Moreno (vice-minister van buitenlandse zakenvan Cuba) : “Na maanden voorbereiding staat in de slot-verklaring dat unilaterale dwangmaatregelen verworpenworden”.

26 mei in het Europees Parlement in Brussel,conferentie over “De normalisatie van de relatie Europa- Cuba en mogelijkheden voor ontwikkelingssamen-werking”, met 200 deelnemers waaronder parlements-leden, ministers, ambassadeurs en diplomaten vooraluit Latijns-Amerika en Afrika en afgevaardigden vanngo’s en solidariteitsverenigingen. - Een eerste thema was Cuba binnen het kader van deZuid/Zuid samenwerking. De getuigenissen van deMalinese Minister van Volksgezondheid Ibrahim Omar

Touré en de in Cuba opgeleide dokters uit Honduras,Guatemala en Togo waren indrukwekkend. “Cuba geeftniet, wat dikwijls gebeurt door rijke landen, zijnoverschotten. Cuba deelt wat het heeft en wat somsonvoldoende is om in zijn eigen behoeften te voorzien”.De nadruk lag ook op de driehoekssamenwerking, zoalsZuid-Afrika en Venezuela die projecten financierenwaarbij Cuba de know-how levert en de ontvangendelanden de logistiek leveren. - Het tweede thema was de noodzakelijke normalisatievan de betrekkingen tussen Europa en Cuba en de impactdie dat kan hebben op de lotsverbetering van niet alleende Cubanen maar ook de bevolking van anderederdewereldlanden. Hierbij kan de driehoekssamen-werking nog belangrijker zijn. Het was duidelijk dat deessentiële voorwaarde hiervoor de afschaffing van desancties is.Het klimaat van veranderingen in Cuba en in heel Latijns-Amerika maakt een constructieve beslissing van Europameer dan ooit opportuun.De deelnemers drukten de hoop uit dat de positievestandpunten van Louis Michel hun weerslag zoudenhebben op de houding van de Europese Unie.De sancties zijn steeds een obstakel geweest voor degoede relaties, niet alleen met Cuba, maar ook metandere derdewereldlanden.Welke ook de beslissing is (was) op 16 of 17 juni, dedeelnemers zullen blijven ijveren voor de verbeteringvan de samenwerking tussen Europa en Cuba.

(Een uitgebreid verslag en volledige tussenkomsten oponze website www.cubamigos.be)

V.S.A. en E.U., einde van de pesterijen ?Paul Evrard

Page 8: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Nelson Graham is een tekstschrijver enzanger uit Wisconsin (bij Chicago), dieregelmatig correspondeert met FernandoGonzález, een van de ‘Cuban Five’.Hij kent ook zijn moeder Magaly en zijnvrouw Rose.In zijn optreden gebruikt hij zijn songom bekendheid te geven aan het onrechtdat nu al bijna tien jaar duurt. De tekstbegint met : ‘een trage conversatie’omdat het antwoord soms weken uitblijften soms ook helemaal niet doorkomt.

A slow conversation, depending on themailA slow conversation, waiting on a letterfrom jailA strong determination to keep the spiritshighWhile family relations & years are slippingby.

Free the Five, Free the FiveTime to let ‘em go, Free the Five

Pretending not to notice, it’s easy to walkby.But in your heart you know that truth isbetter than a lie.Injustice is injustice - anywhere you go.Here’s one in your own backyard, it’s timefor you to know.

Free the Five ,Free the FiveTime to let ‘em go ,Free the Five

Hot & cold, dark prison cells, steel doorsclosed up tight,Harsh words & harsh treatment, a long andlonely nightSilence can be agony, or silence can be fineWhen distant loved-ones’ images gentlycome to mind.

On a long sweeping horizon covered upwith snow,A dormant, winter tree stands alone.Alone against the freezing wind,Waiting for spring to beginfor another chance, for another chance, togrow.

Free the Five, Free the FiveTime to let ‘em go, Free the Five

A slow conversation depending on the mailA slow conversation waiting on a letterfrom jailA strong determination to keep the spiritshighWhile family relations & years are slippingby

Time to let ‘em go, years are slipping byFree the Five, Free the Five

Oproep voor een mobilisatie als het vonnis bekend wordt in deberoepszaak van de’ Vijf’.

In september 1998 werden vijf Cubanen in de VS opgepakt door de FBI, alhoewelze 170 plannen voor terroristische aanslagen konden verijdelen.In december 2001 werden zij na langdurige eenzame opsluiting tot zwaregevangenisstraffen veroordeeld. De verdediging tekende hiertegen beroep aanen eiste heropening van het proces. Het Hof van Beroep heeft een heropeninggeblokkeerd, maar voor de andere punten van de verdediging loopt de beroeps-procedure nog. Na lange tijd verwacht men nu een uitspraak.

HET VERWEER VAN DE VERDEDIGINGOp 20 augustus 2007 legden de advocaten de volgende punten van verdedigingvoor aan een panel van 3 rechters van het Hof van Beroep in Atlanta.De aanklacht wegens ‘beraming van moord’ tegen Gerardo Hernández - wegenshet neerhalen, in 1996, door Cuba van twee spionagevliegtuigen. Het bewijs vanzijn betrokkenheid is wettelijk ontoereikend. Zowel de VS regering als een eerderberoepspanel in 2004 hebben het bewijs dubieus geoordeeld. Dat een individuverantwoordelijk zou zijn voor de actie van een soevereine staat om haar luchtruimte verdedigen, zou een primeur zijn in de rechtsgeschiedenis. Ook is niet bewezendat Hernandez afwist van dit incident.Opzet tot spionage werd verweten aan drie van de vijf en deze kregen levenslang.Maar er was hier geen sprake van het doorgeven van geheime informatie metbetrekking tot de nationale veiligheid van het land. Eerdere beruchte spionage-processen gingen over honderden staatsgeheimen doorgegeven aan vreemdemogendheden.

Wangedrag van het OM, o.a. in het slotbetoog tot de jury. Wettelijke regelsverbieden dat hij zaken claimt die tijdens het proces niet bewezen zijn. Hijstelde dat de vijf naar de VS kwamen, niet om achter de acties van hetterreurnetwerk te komen, maar ‘om de VS te vernietigen’. Maar de vijf warenniet gewapend en bedreigden niemand.

ZELFVERDEDIGINGVerder is er de vraag naar de rechtvaardiging. Onder Amerikaanse wetgevingkan een persoon die veroordeeld is, de misdaad bekennen, maar aantonen dathet bedrijven van die misdaad gerechtvaardigd was uit noodzaak om een groteronheil te voorkomen. Het is een vorm van zelfverdediging, verbreed tot eendaad die een ander moet beschermen. Dit was in de oorspronkelijke rechtszaakaan de orde gesteld door de advocaten. Maar de rechter onthield dit argumentaan de jury, die dit dus nooit in aanmerking nam. De vijf kwamen naar de VS omverder geweld, kwaad en schade aan anderen te voorkomen.

SINDS 2007 BUIGEN 3 RECHTERS VAN HET HOF VAN BEROEP ZICH OVERDEZE PUNTENZij zullen binnenkort hun oordeel bekend maken.Als de punten afgewezen worden gaat de verdediging beroep aantekenen voorde Hoge Raad.De punten die geaccepteerd worden wijzigen het oorspronkelijke vonnis, maarhet OM in Miami zal op haar beurt in beroep gaan bij het voltallige Hof vanBeroep. Er zijn dus genoeg mogelijkheden om het proces nog lang te rekken ende bevrijding van de 5 nog jaren te beletten. Vandaar de oproep om daarinternationaal tegen te protesteren.

PUBLIEKE STEUNLeonard Weinglass, een van de advocaten :“ Het belang van politieke steun voor de bevrijding van de vijf. Deze rechtszaakis voorzover ik weet de eerste die voor een derde keer in beroep wordt behandeld.Dat is nog nooit gebeurd. Waarom nu wél ? Wegens de aandacht die zeinternationaal en binnen de VS gekregen heeft. Wij weten uit ervaring dat het alof niet aanvaarden en ernstig nemen van onze argumenten vaak afhangt van deomvang van de steun en interesse voor zo’n rechtszaak.Het is een compliment voor alle supporters die door ijverig werk de zaak in depublieke aandacht gebracht hebben, dat we gelegenheid kregen om onzemondelinge argumenten voor de derde keer te presenteren. Wij kunnen nietrusten voor Gerardo Hernàndez, Antonio Guerrero, Ramon Labañino, RenéGonzález en Fernando González thuis zijn bij hun familie in Cuba “.

(meer info: www.cubamigos.be en www.cubanismo.net)

www.freethefive.org

8

Page 9: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Op 24 februari ontving de regio Antwerpen Laura Pujol(Cubaans consul in België) in het praatcafé. Het thema vandie ochtend was “Migratie van Cuba naar Europa” omdatLaura daar de laatste 4 jaar een studie over gemaakt heeft.

Cuba heeft sinds het midden van vorige eeuw, meer bepaaldde jaren ‘50, heel veel migratie gekend naar andere delenvan de wereld. Dit is misschien niet zo vreemd als we ziendat de huidige Cubaanse bevolking immers een volk is datbestaat uit immigranten. De oorspronkelijke Taino bevolkingwerd volledig uitgemoord en vandaag de dag zijn er nogslechts een 1.000-tal Cubanen die de oorspronkelijketrekken hebben van de indianen. Dit heeft als gevolg datmen een kleurrijk amalgaam krijgt van Afrikanen, Aziatenen Europeanen.

Laura drukt wel op het feit dat erin Cuba geen vaste normen bestaandie de etnische afkomst vanpersonen vaststellen. Zo kaniemand van zichzelf zeggen dat hijmulat is omdat hij een grootmoederhad die zwart was, terwijl iemandanders met dezelfde huidskleur zalzeggen dat hij of zij blank is daarer geen zwarte mensen in de familiezijn. Dit is een heel belangrijkgegeven dat men zich in het achter-hoofd moet houden wanneer we decijfers gaan bekijken en analyseren.

In de tweede helft van de twintigste eeuw emigreerden veelCubanen om politieke redenen. Hoewel men toch een zekerscepticisme aan de dag mag leggen bij deze bewering, velenmigreerden immers ook uit puur economische overwe-gingen. De meeste studies wijzen op een heel sterke migra-tie naar Florida net na de revolutie. Deze personen en hunnazaten zijn nog steeds verantwoordelijk voor de vaakagressieve houding van de VS tegenover Cuba. Deze golfvan migratie is goed voor 20% van de totale Cubaansemigratie.

Vanaf de jaren ‘80 lag de reden van de migratie vooral bijhet economische aspect en bij familiehereniging, eenfenomeen dat in de jaren ‘90 nog meer uitbreidt. Maar deVS blijven niet het enige land dat Cubaanse migrantenaantrekt. Landen waar de moedertaal Spaans is liggen hoelanger hoe beter in de markt : Venezuela, Spanje en Mexico.

De opkomst van het toerisme in Cuba zorgt ervoor dat ervriendschapsbanden ontstaan tussen Cubanen enEuropeanen waardoor er nieuwe bestemmingen ontstaan.Van de 130.000 Cubanen die op dit ogenblik in Europavertoeven wonen er 72.000 in Spanje, 19.000 in Italië,10.000 in Duitsland en 5.000 in Frankrijk.De overige Cubanen zijn verdeeld over gans Europa. Op ditogenblik zijn er 11 landen waar meer dan 1.000 Cubanenwonen (waaronder België) en 24 landen waar er meer dan100 leven (waaronder het Groothertogdom Luxemburg).Wanneer we ons toespitsen op de sociale en demografischekenmerken van deze migranten kunnen we ons een beterbeeld vormen van wie die mensen nu eigenlijk zijn.

Een eerste belangrijke vaststelling is dat 76% van henvrouwen zijn. Dit is vooral te wijten aan het hoog aantalvrouwen die naar Italië uitwijken, met name 82%.Vervolgens is het ook belangrijk om te vermelden dat er inCuba meer vrouwen (53%) zijn dan mannen. De verhouding

tussen vrouwelijke en mannelijke Cubanen in België is 65%vrouwen tegenover 35% mannen. Wanneer we deze cijfersvergelijken met de rest van Latijns-Amerika stellen we ookdaar vast dat migratie over de hele lijn vervrouwelijkt is.Niet omdat mannen honkvaster zijn, maar gewoon omdatze meer op seksvakantie gaan.

Wanneer we de huidskleur van de migranten gaan verge-lijken met de onderverdeling die er bestaat in Cuba, komenwe tot de vaststelling dat er meer zwarten migreren danblanken of mestiezen.

Wat de leeftijd betreft merken we op dat de meeste Cubanen(70%) die op dit ogenblik in Europa wonen tussen de 20 en

de 40 jaar oud zijn (44% is tussen30 en 40 jaar en 26% tussen 20 en30). Dit is een normaal verschijnseldat erop wijst dat de meesteCubanen in de jaren ‘90 op vrijjonge leeftijd migreerden.

Een eerder buitengewoon feno-meen is het feit dat 70% van dezemigranten gehuwd zijn en zich ineen stabiele relatie bevinden.Bovendien duurt het gemiddeldehuwelijk tussen een Cubaan en eenEuropeaan 10 jaar, terwijl eenhuwelijk in Cuba tussen Cubanengemiddeld 5 à 7 jaar duurt.

Gemiddeld duurt de inburgeringsprocedure in het nieuweland 5 jaar. In die tijd leert de nieuwkomer de taal en laathij zijn diploma gelijkschakelen. Dit wil zeggen dat hij ofzij gedurende die periode afhankelijk is van de persoon diehem naar Europa deed komen. Dit is niet alleen belangrijkwat de persoonlijke afhankelijkheid betreft maar dit houdteveneens in dat de nieuwkomer in die periode financieelniets bijbrengt in het gezin. De meeste migranten trachtenhet staatsburgerschap van het nieuwe land te verkrijgenomdat het hen veel voordelen biedt. Dit fenomeen toontook aan dat het over een stabiele migratie gaat.

Een ander interessant fenomeen is het feit dat de meestemigranten niet uit de armste provincies van Cuba komenzoals Granma, Sancti Spiritus en Pinar del Rio, maar vooraluit de rijke provincie Havanna. Ook stellen we vast dat hetniet vooral de universitairen zijn die uit Cuba migreren methet oog op een beter loon, eerder integendeel. Het aantaluniversitairen dat migreert ligt immers in verhouding methet aantal afgestudeerden in Cuba eigenlijk veel lager.

Als besluit deelde Laura ons mee dat er op dit ogenblik 10%van de Cubaanse bevolking buiten Cuba leeft en dat hetmigratiepatroon dat we hierbij kunnen vaststellen vollediggelijk loopt met het migratiepatroon dat de rest van Latijns-Amerika vertoont. Dit zowel op het vlak van vervrouwe-lijking als op het vlak van de sociale en demografischeaspecten. Bovendien is de migratie naar Europa niet onder-hevig aan beperkingen zoals dat voor de VS wel het gevalis. De migranten naar Europa kunnen immers later vrij terugnaar Cuba reizen indien ze dat wensen, familieleden vanCubaanse immigranten ontvangen sneller visa om op bezoekte komen en de geldstroom naar familie in Cuba is niet aanbanden gelegd door de Europese overheden.

Alexandra Dirckx

Migratie van Cuba naar Europa

9

Page 10: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

TOUS les experts du sujet le confirment : le systèmecarcéral nord-américain est l’un des plus répressifs aumonde et y abondent les techniques et les instrumentsdestinés à garder les détenus dans un état de permanentde soumission absolue.Le lockdown, d’utilisation généralisée dans tous lesétablissements de correction, est l’un des traitementsles plus dégradants auxquels aient été soumis les cinqanti-terroristes cubains par le même gouvernement quia montré au monde sa conception des droits des détenusà Abou Ghraïb et Guantanamo.Victime elle aussi, avec ses filles, des abus subis parRamón Labañino, son mari détenu à la prison deBeaumont, Elizabeth Palmeiro explique ce qu’est cettesanction appliquée de façon routinière dans le systèmedes prisons du pays qui prétend donner des leçons aumonde en matière de droits humains.“Les lockdowns sont la punition collective la plus utiliséepar les autorités carcérales, au moins là où se trouveRamón. Ils consistent à enfermer les prisonniers dansleurs cellules pour un temps indéterminé au coursduquel on ne leur permet aucune des activités quoti-diennes qu’ils effectuent normalement”, raconte-t-elle.“Quand survient un problème de discipline dans laprison – généralement des bagarres entre gangs ou uneagression contre un prisonnier ou un garde – la mesureimmédiate est de punir touts les prisonniers indé-pendamment du fait qu’ils soient ou non liés à l’incidentou que la situation soit survenue dans une autre unité”,continue Elizabeth. “Les prisons sont subdivisées enunités et s’il y a un problème dans une seule, onsanctionne toutes les unités”.Règle absurde d’un système sauvage où l’utilisation depulvérisateurs de poivre (pepper sprays) est commune,où les gardes patrouillent avec des fusils et où l’onadministre des drogues ‘pacificatrices’ aux nombreuxdétenus souffrant de maladies psychiatriques. Lesgardes de l’endroit n’ont aucune obligation d’informerles prisonniers, pas plus que les prisonniers n’ont ledroit de savoir pourquoi on les punit.Soudainement, on interdit toute activité de récréationet même d’hygiène telles que la douche. On interdittoutes les communications avec l’extérieur: on limite lacorrespondance, il n’y a pas de visites familiales, on nepeut effectuer d’appels téléphoniques, la prison seconvertit en un bunker auquel personne n’a accès saufle personnel de garde.

“NOUS AVONS ÉTÉ SANS NOUVELLES JUSQU’À CINQSEMAINES”

Par pure cruauté de ceux que Bush a chargé du cas desCubains, Ramón Labañino, condamné pour des actesd’espionnage qui n’ont jamais été commis au cours d’unprocès truqué effectué au milieu de la Miami mafieuse,a été envoyé, sans aucun motif, à un centre de sécuritémaximale rempli de détenus condamnés pour des crimesextrêmement violents.“Depuis que Ramón est entré à la USP Beaumont, auTexas, on a connu des dizaines de lockdowns. Cetteprison est considérée l’une des plus violentes dusystème. Les prisonniers qui sont là, dit-on, sont lesplus dangereux, sortis d’autres prisons où ils ontcommis des fautes graves. On les concentre là comme

Tandis que Posada prêche la terreur, les Cinqvivent l’enfer des lockdowns

PAR JEAN-GUY ALLARD

10

punition avant de les passer au Maximax de Florencequi est la pire pour les châtiments permanents”, préciseElizabeth.“Durant ces punitions que Ramón a subies sans savoirce qui est arrivé ni où cela est arrivé, nous avons étésans nouvelles jusqu’à cinq semaines, sans lettres niappels”, se souvient Elizabeth.“Quand enfin Ramón peut communiquer avec nous, ilnous énumère chaque détail des longues journées deséquestration dans sa toute petite cellule. Sans seplaindre, il me raconte que la nourriture a été de petits‘snacks’ froids, de petites boites de jus ou un liquidecomme déjeuner”, dit Elizabeth. “On connait la faim aucours de ces lockdowns”.

“Les deux dernières visites ont été affectées par cesfermetures de la prison: la mienne avec mes fillesmineures en mai 2006 puis celle de sa fille aînée enfévrier 2008. Celle-ci était la première qu’elle lui faisaiten un an et demi ! Mais un lockdown est survenu justecomme elle arrivait et Aili a dû attendre les quatre finsde semaine qui couvrent les 30 jours de visa que l’onnous accorde sans pouvoir faire une seule visite : c’étaitquand est survenue la fermeture la plus longue, cellede cinq semaines. Ce fut angoissant pour tous maisplus spécialement pour Ramón”.

DIX ANS DE CHANTAGE ET DE MAUVAIS TRAITE-MENTS

Depuis le jour même de sa détention, le 12 septembre1998, quand l’agent spécial du FBI Héctor Pesquera acouru informer les congressistes cubano-américainsIleana Ros-Lehtinen et Lincoln Díaz-Balart, les Cinq ontété soumis à une série infernale de manœuvres dechantage violant toutes les normes pénitentiaires et lesconventions internationales contre la torture et lestraitements cruels, inhumains et dégradants.Presque dix ans plus tard, ils demeurent toujours in-carcérés.

Pendant ce temps, Luis Posada Carriles, le terroriste leplus dangereux du continent, non seulement se déplaceen toute liberté dans les rues de Miami, mais encoreparticipe dans une véritable tournée de promotion de laterreur dans le cadre d’une opération pilotée par la CIA.

* Plus de 300 Comités ont été constitués dans 100 payspour défendre la cause des Cinq.

* Le Groupe de travail sur les détentions arbitraires dela Commission des droits de l’homme des Nations Uniesa déclaré, le 27 mai 2005 que l’arrestation des Cinq estarbitraire et a exigé de Bush qu’il “résolve la situation”.

* Neuf Prix Nobel ont exigé des USA la libérationimmédiate des Cinq

* Plus de 6 000 personnalités du monde entier ontenvoyé une lettre ouverte au Procureur général des États-Unis, exigeant leur mise en liberté.

(résumé, article complet sur www.cubamigos.be, ainsique l’article de T. Pignolet, Miami, Posada et Les 5)

Page 11: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

11

Valeurs d’ un visionnaire

Cuba : cas exceptionnel ou avant-garde de la lutte contrel’ imperialisme ? (1961 – revue Verde Olivo)

“...Il n’y a jamais eu en Amérique d’évènement ayant descaractéristiques aussi extraordinaires, des racines et desconséquences aussi profondes pour la destinée des mouvementsprogressistes du continent, que notre guerre révolutionnaire.Certains groupes toutefois, soit de bonne foi, soit par intérêtpolitique, ont essayé de voir dans la Révolution cubaine une sériede causes et de caractéristiques exceptionnelles. Ils en exagèrentl’importance et vont même jusqu’ à en faire les facteurs détermi-nants pour interpréter ces profonds événements sociaux ethistoriques. On affirme en effet que la forme et les voies de laRévolution cubaine sont un produit unique et que l’évolutionhistorique des peuples dans les autres pays d’ Amérique seradifférente.Le premier, le plus nouveau et peut-être le plus important, estcette force physique qui se nomme Fidel, qui a atteint en un andes dimensions historiques. Ses mérites peuvent être rangéesauprès de ceux des plus grandes figures de l’histoire d’ AmériqueLatine... “

De 1965 – revue Marcha, Uruguay, sous le titre : Le socialismeet l’homme à Cuba :

“...Le chemin est long et plein de difficultés. Quelquefois, ayantpris une impasse, nous devons reculer; d’autres fois, ayant avancétrop vite, nous nous séparons des masses; en certaines occasions,nous allons trop lentement et nous sentons l’haleine toute prochede ceux qui nous talonnent. Dans notre ambition de révolution-naires, nous essayons d’aller aussi vite que possible, en frayantle chemin, mais nous savons que c’est de la masse que noustirons notre substance et que celle-ci ne pourra avancer plusrapidement que si nous l’ancourageons par notre exemple...”

L’homme que nous devons creer“...Dans notre pays, nous ne sommes pas tombés dans l’erreurdu réalisme vulgaire, mais dans l’erreur inverse. Et cela, parceque nous n’avons pas compris la nécessité de créer un hommenouveau qui ne soit ni celui de XIXe siècle, ni celui de notre siècledécadent et pourri. C’est l’homme du XXIe siècle que nous devonscréer, bien que ce ne soit encore q’une aspiration subjective etnon systématisée... “

“...Il ne s’agit pas du nombre de kilos de viande que l’on mange,ni du nombre de fois où l’on peut aller à la plage, ni du nombred’articles de luxe importés que l’on peut s’ acheter avec les salairesactuels. Il s’agit précisément que l’individu se sente plus richeintérieurement et beaucoup plus responsable... “

Les dangers du dogmatisme et nos faiblesses“... Il est certain que la situation actuelle comporte des dangers.Non seulement celui du dogmatisme, non seulement celui de figernos rapports avec les masses au milieu de notre grande tâche,mais aussi des faiblesses dans lesquelles nous pouvons tomber.Un homme qui consacre sa vie entière à la Révolution ne peut selaisser distraire par la pensée de ce qui manque à un enfant, deses chaussures usées, du strict nécessaire qui manque à sa famille.S’ il se laisse hanter par ces préoccupations, il crée un terrainfavorable au développement de la corruption...”

Ernesto Guevara

CITATEN

Juli 1957, Sierra Maestra, uit brief aan zijn ouders :“ ... ik maak het prima ... ik heb er net twee verspeeld en heb ernog vijf over (ik heb het over kattenlevens) ... ik werk nog steedsin dezelfde lijn ... “

22 juli 1957, na zijn benoeming tot ‘commandante’ :“ ... er schuilt enige ijdelheid ergens in ons allemaal ... ik voel mede meest trotse man op aarde ... het is een politieke ervaringFidel te hebben ontmoet ... hij is een intelligente, heel zelf-verzekerde en buitengewoon moedige jonge man; ik denk dat weveel gemeen hebben ... “

december 1958, over zijn toekomstige vrouw Aleida :“ ... in het taaie leven van de strijder is een vrouw een kameraaddie de bij haar sekse horende kwaliteiten inbrengt, maar met hetvermogen om net zo hard te werken als een man ... ze kan vechten,ze is zwakker, maar niet minder volhardend ... “

1959, uit een gedicht voor Fidel :“ ... Laten we gaan, vurige profeet van de dageraad, langs duistereongemarkeerde paden, om de groene kaaiman te bevrijden, ... “

Over Camilo Cienfuegos :“ ... meer dan mijn kameraad in de strijd, in vreugde en over-winningen, was Camilo echt een broer ... hij bracht loyaliteit in depraktijk alsof het een religie was ... “

Over macht :“ ... het is heel gemakkelijk te regeren als je de wil van het volksystematisch raadpleegt en als enige norm hanteert dat alle actiesaan het welzijn van het volk moeten bijdragen ... elke prestatievoor het volk wordt beloond met het vertrouwen van het volk ... “

5 maart 1960 na de aanslag op het Franse schip La Coubrein Havanna :“ ... als je kan beven van verontwaardiging telkens er onrecht is,dan zijn we kameraden ... “

20 oktober 1962 over de Nieuwe Mens :“ ... we hebben de verantwoordelijkheid gekregen om een landdoor zeer moeilijke tijden te loodsen ... maar ons werk zou nietvolledig zijn als we niet wisten wanneer we plaats moeten maken... een van de plichten is de mensen te vormen die ons moetenvervangen ... “

1964 als Minister van Industrie :“ ... iedereen heeft tekortkomingen, die van mij zijn heel duidelijken komen tot uitdrukking in de vorm van scherpe tegenspraken... waar ik echt een hekel aan heb is ons gebrek aan moed ombepaalde realiteiten onder ogen te zien, vooral economische ...we geven dan de schuld aan de droogte, aan het imperialisme ...”

1967 in Bolivia :“ ... en ik moet heel eerlijk zeggen dat in een ware revolutie,waaraan alles wordt gegeven, waarvan geen materiële beloningenworden verwacht, de taak van de revolutionaire voorhoede zowelschitterend als precair is ... In die omstandigheden is een grotedosis menselijkheid nodig, een gevoel voor rechtvaardigheid enwaarheid, als we niet in de val willen trappen van extreemdogmatisme, van koele scholastiek of isolatie van de massa ...elke dag moet je strijden zodat liefde voor de mensheid kanworden omgezet in concrete daden, in acties die een voorbeeldvormen, die mensen mobiliseren”.

Ernesto Guevara

réd. P.E.

www.CHE 80.co.cu

Ref. : Evocaciones (Aleida March); Obras Escogidas 1957-67 (ed.politicas); Testimonios (Marta Rojas); Che Comandante Amigo(M.D. Bertucioli y J.A. Neira Franco)

11

Page 12: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Quand Alberto (né en 1922) nousdemanda ce que nous voulionssavoir, nous avons posé troisquestions : pourquoi est-il restéau Venezuela, pourquoi est-ilparti en Italie, et pourquoifinalement rester à Cuba ?La réponse a été un récit inin-terrompu d’une heure et demi.Quelques difficultés de mobilité,mais l’esprit clair, les yeuxpétillants, surtout quand ilprononce le mot “Mujer”, etsurtout quelqu’un d’adorable.Après cette conversation il étaitclair pourquoi Che l’a toujoursconsidéré comme son meilleurami. Alberto est le compagnondu Che tel qu’on le voit dans lefilm “Diarios de motocicleta”.

Alberto Granado : Pour le choixde mes études j’ai un peu étépoussé vers la pharmacie carj’avais un oncle pharmacien etune tante qui avait fait lesmêmes études. Mais un moisavant de faire le choix définitifje me suis intéressé à labiochimie, une discipline quivenait de démarrer en Argentineen 44-45. Je voulais faire de la recherche scientifique,mais je voulais aussi voir le monde et fonder une famille.Ce n’était pas facile à combiner.D’après la loi argentine il fallait d’abord étudier lapharmacie avant d’opter pour la biochimie. J’ai doncentamé les études de pharmacie et j’ai vite réalisé quele niveau était plus élevé que ce qu’on attend d’un simplevendeur de préservatifs. L’épidémiologie était de lamédecine en pratique : on avait déjà trouvé destechniques pour détecter les maladies, pour fabriquerdes vaccins et l’étude de la biochimie était donc trèsimportante.

Mais je rêvais toujours aux voyages et mêmeaujourd’hui, à plus de 80 ans, je rêve encore.A l’époque il était difficile de trouver du travail en tantque chercheur, à Córdoba les Péronistes étaient aupouvoir et pour avoir une chance d’être nommé il fallaitrejoindre le parti péroniste ou les conservateurs, alorsque j’étais chez les radicaux. En plus un chercheur negagnait pratiquement rien et ma famille me traitait defou. Mais je m’obstinais et comme personne ne voulaitétudier la lèpre - on en avait peur - je décidais de tenterma chance. Et j’ai commencé à travailler dans laléproserie de San Francisco del Sañar, à 800 km deBuenos Aires. Une fois habitué j’ai commencé mespropres cultures de lèpre dans des embryons de poulets.Un soir il y avait fête au village et le Dr. Llanos, le“directeur de la lèpre” venait en visite. C’était le 21e

jour, celui où les poussins devaient sortir des œufs et ilfallait voir s’ils allaient tous être lépreux. Le Dr. Llanosétait fort intéressé et me procura une bourse d’études,

fort bienvenue. Avec cettebourse j’ai pu étudier plusieursmois à Buenos Aires et lesconnaissances que j’ai acquisesm’ont toujours été utiles.

Nous passons l’histoire duvoyage à moto en 1952 !

Alberto : J’avais promis à Celia,la mère d’Ernesto (Guevara) qu’ilretournerait en Argentine pour yterminer ses études de méde-cine.A Caracas nous avons rencontréun oncle et ami du Che quitransportait des chevaux decourse de Buenos Aires versCaracas, Maracaibo et Miami etqui retournait alors à BuenosAires. Via un journalisteArgentin qui travaillait pour AP,Ernesto a obtenu un visa pourMiami et il a ainsi pu rentrer chezlui le 26 juillet 1952 !Le projet était de trouver dutravail à Caracas et de l’yattendre. Un an plus tardErnesto avait obtenu sondiplôme et il vint me rendrevisite.

Entre temps, via le Dr. Jacinto Combit, le directeur de lalutte contre la lèpre, j’avais trouvé du travail à la“Leprosorio de Cabo Blanco”. J’ai ainsi pu faire une étudede différents sortes de lèpre avec laquelle j’ai obtenuune bourse pour l’Institut Supérieur de la Santé à Rome.Pendant mes loisirs je louais une gambeta, une motoitalienne, avec laquelle j’ai parcouru toute l’Italie.Je suis retourné à Caracas pour y attendre Ernesto mais,comme vous le savez, il n’est pas venu. Il est allé auGuatemala, puis au Mexique, a rencontré Fidel et estparti avec lui à Cuba.

Après la victoire de la Révolution j’ai envoyé une lettreà Ernesto pour le féliciter et, en bon Argentin,leconseiller. Il m’a dit, sans insister, que je pouvais venirà Cuba quand je le voulais.

Comme je savais qu’il n’y resterait pas lui-même, iln’était pas évident de demander de venir se joindre àla lutte à Cuba.

On s’est raté à d’autres occasions et j’ai réaliséqu’Ernesto n’était plus Ernesto mais Che Guevara, quiavait tant de choses à faire, et j’ai alors décidé de fairele voyage à Cuba ... Je voulais être présent le 26 juillet1960 pour l’inauguration de la première école de la SierraMaestra. Quand je suis arrivé le 24 avec ma famille,Ernesto ne pouvait pas nous accompagner, mais il meprêta sa voiture de service en insistant que la voitureétait la propriété du peuple et que je devais payerl’essence de ma poche.J’ai alors découvert l’île et partout où je passais je

Le meilleur ami du CHE, convers

12

Page 13: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

pouvais voir que le peuple le soutenait et que beaucoupavait déjà été réalisé dans le domaine de la réformeagraire et de la construction dans les villes.Quand je suis allé à Santiago Ernesto me donna unelettre pour Armando Acosta, le dirigeant local, luidemandant de m’aider si j’avais besoin de quelquechose. J’ai été voir Acosta parce qu’il avait combattuavec Ernesto. Je voyais beaucoup d’hommes au torsenu transportant de la chaux et du ciment et je demandaià l’un d’eux où trouver le commandant Acosta, pensantaux commandants Argentins surchargés de médailles.Il apparut que c’était l’homme plein de chaux que jevenais d’accoster. C’est là que j’ai réalisé que ce n’étaitpas une simple révolution.

Le point culminant était le discours de Fidel, le 26 juillet.A un certain moment je croyais écouter José Ingenieros,un philosophe argentin, et j’ai dit à mon épouse : “Delia,crois moi, ce dirigeant je pensais qu’il n’existait paset il est ici, devant nous, à Cuba”. Heureusement monépouse était également tombée amoureuse de larévolution et nous avons décidé de retourner à Caracasen attendant un contrat pour nous fixer ici.Lors de notre séparation j’ai dit à Ernesto : “Ne laissepas t’arriver ce qui est arrivé à Betancourt et Halla de laTorres quand ils ont pris le pouvoir, d’oublier qu’ilsétaient révolutionnaires”. Il m’a regardé gravement etm’a répondu : “Non, pour cet homme ça vaut la peinede tout mettre en jeu”. Cette phrase m’est toujoursrestée.J’ai acquis un laboratoire, une auto, des meubles et jedemandais une maison vide. Mais Ernesto disait quej’était fou, car les fuyards avaient tout abandonné. Maisça je n’en voulais pas. Nous sommes venus définiti-vement à La Havane le 21 mars 1961. J’ai donné coursde biochimie à la faculté de médecine et nous avonsatteint un bon niveau grâce à ma bonne formationscientifique en Argentine. C’est pourquoi je reste

Paul Evrard

Argentin, même si je vis ici depuis presque cinquanteans.Dans cet esprit j’ai déjà mon épitaphe : si je dois êtreCubain pour mourir pour Cuba, je me conduirai commeun Cubain, mais si je peux mourir pour Cuba sansrenier mon origine argentine, pourquoi changer ?

Les étudiants en médecine avaient peu d’intérêt pourles sciences en dehors de l’anatomie et j’ai mis en avantla biochimie, la physiologie, l’anatomie pathologique etla pharmacie et j’incitais ceux que j’estimais capablesde se spécialiser en génétique et en biochimie.Plus tard on a créé l’Instituto de Ciencias Básicas Victoriade Girón.

Mais notre faculté demédecine était la seule dansle pays et comme des filles yétudiaient également oncommençait à lancer desragots en disant que les filleset les garçons couchaientensemble. Les garçonspouvaient étudier mais lesfilles feraient mieux d’enrester à la couture ! J’aibeaucoup combattu ces pré-jugés et quand j’ai habitéquelques années à Santiago -le Che m’appelait le gitansédentaire - j’allais dans leshomes étudiants pourexpliquer qu’il était impor-tant que les filles étudientaussi et nous y avons créé uneécole de médecine que nousavons appelé l’école desalpones, d’après un motargentin pour poulailler.Finalement je peux vous direque je ne me considère pas

comme un grand chercheur, mais j’ai contribué à laformation des gens et cela est très important pour moi.

(trad. Freddy Tack)

Message d’Alberto aux Amis de Cuba

sation avec ALBERTO GRANADO

13

Page 14: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Uit: Ernesto Che Guevara 1928-1967, Amsterdam, VanGennep, 1978 door Maria C.J. Snethlage.(Samenvatting en bewerking : Yola Ooms)

Zorg ervoor dat je altijd in staat bent iedere vorm vanonrecht, tegen wie en waar ter wereld ook bedreven,diep te voelen. Dat is de mooiste eigenschap van eenrevolutionair. Che Guevara in zijn afscheidsbrief aan zijn kinderen

In het leven van Ernesto Guevara de la Serna hebben vierlanden een belangrijke rol gespeeld : Argentinië, zijngeboorteland, Guatemala waar de militante revolutionairwerd gevormd, Cuba waar hij gestreden en gewerkt heeften tenslotte Bolivië waar hij de dood vond.Omdat er al zoveel gekend is over zijn revolutionaireperiode, zou ik willen teruggaan naar zijn kinderjaren. Wezullen zien dat zijn familie en verschillende gebeurtenissenin zijn jeugd bepalend zijn geweest voor de revolutionairdie hij later zou worden.

Ernesto Guevara Lynch, de vader van Ernesto Che Guevara,stamde uit een gezin van grootgrondbezitters : RobertoGuevara was getrouwd met Ana Lynch, van Ierse afkomst.Ze kregen 12 kinderen, waarvan Ernesto Guevara sr. hetzesde was. Hij trouwde met een zeer avontuurlijk meisje,Celia de la Serna, afstammeling van een oud Spaansgeslacht. Haar ouders waren rijke grootgrondbezittersdie stierven toen hun dochter nog jong was. Celia wasrijk, onafhankelijk en geheel vrij om haar eigen zin te doen.Ze was een van de eerste vrouwen van Buenos Aires die inhaar eigen auto reed en de praktische mode van kort haarvolgde. Talrijke jonge aristocraten maakten haar het hof,maar zij koos Ernesto Guevara, in wie zij een geestverwantdacht te hebben gevonden.

Ernesto Guevara sr. studeerde voor architect, maar hijmaakte die studie niet af. Rijk was hij niet : wat zijn oudershem nalieten moest hij met elf broers en zussen delen,maar Celia bezat grond in de provincie Misiones en hetjonge paar besloot daar een plantage voor de teelt vanyerba mate (een bittere soort thee) te gaan exploiteren.

Yerba mate was zeerpopulair bij de Argentijnenen later werd dit ook Che’sgeliefkoosde drank.Ernesto Guevara sr. stondbekend als een humaanlandheer die zijn arbeiders,in tegenstelling tot demeeste andere plantage-houders, goed en recht-vaardig behandelde. Hijweek af van de gewoonteom de arbeiders uitsluitendte betalen met voedsel enkeerde hen een geldloonuit.Helaas was hij een slechtbestuurder. De plantagebracht weinig op en het

echtpaar dacht erover om naar Rosario te verhuizen omdaar een fabriekje te gaan opzetten voor de bewerkingvan maté. Bij een bezoek aan dat stadje werd op 14 juni1928 in een ziekenhuis hun zoon Ernesto – Ernestitogenoemd en door de kinderen afgekort tot Teté – te vroeggeboren. Hij was zwak, maar wel gezond.

De plannen voor Rosario bleken niet uitvoerbaar en deGuevara’s keerden terug naar Misiones.Er gebeurde echter iets waardoor ze de streek zoudenverlaten. Celia was niet alleen een vrijgevochten, maarook een sportieve vrouw en ging veel zwemmen. Op eenkoude dag in mei 1930 nam zij Ernestito, die toen tweejaar oud was, mee naar het zwembad. Er waaide een fellewind, maar Celia was daar ongevoelig voor. Op weg naarhuis kreeg haar zoontje echter een hevige aanval vanbenauwdheid. Toen de verschrikte ouders een dokter uitde buurt raadpleegden, vertelde dezehen dat hun zoontje symptomen vanastma vertoonde, de ziekte die vantoen af een donkere schaduw over zijnleven zou werpen. De aanvallenherhaalden zich en de moeder maaktezich hevige verwijten. Ze kon zichzelfniet vergeven dat zij – zo dacht zetenminste – schuld had aan Ernesto’sziekte. Vooral ’s nachts waren deouders in de weer bij het kindje omvoor de hijgende jongen de juistehouding te vinden en al kregen ze laternog vier gezonde kinderen, met geenwerd de band zo sterk als met Ernesto.De liefde was wederzijds. Ongetwijfeldkan men zeggen dat Ernesto vooraleen hechte moederbinding had, diegeduurd heeft tot de dood henscheidde.Alle behandelingen faalden en dedokter gaf hen de raad om een beterklimaat op te zoeken. Ze verhuisdeneerst naar Buenos Aires, maar toenook daar geen verbetering optrad,naar het bergdorpje Alta Gracia in deprovincie Córdoba, waar een droog, gunstigklimaat heerste.

Hoewel hij geen aanspraak kon maken opde titel van architect, lukte het Guevara sr.om op dit terrein zijn brood te verdienen.In Alta Gracia werden Celia, Roberto, AnaMaría en Juan Martín geboren, maar Ernestobleef het zorgenkindje. Zijn vader meendeer goed aan te doen hem te harden doorbeurtelings ijskoude baden en zonnebadente geven, maar al heel jong zou de jongenzijn eigen lot in handen nemen. Hij merktedat hij anders was dan andere jongens, dater veel was dat zij van nature wel, maar hij door zijn ziekteniet kon doen. Daartegen verzette hij zich met alle macht.In zijn Boliviaans Dagboek spreekt hij over zijn ‘levenslangestrijd tegen astma’, een strijd die hij ononderbroken heeftgevoerd, vanaf zijn kinderjaren tot aan zijn dood.

Lagere schooltijd

Door de telkens terugkerende astma-aanvallen kon mende jongen niet naar school sturen en daarom nam zijnmoeder in de eerste jaren zijn onderwijs ter hand. In devierde, vijfde en zesde klas ging hij sporadisch naar school.Zijn klasgenoten noteerden de taken en dan werkte hijthuis. Zijn moeder had een zeer grote invloed op zijnvorming. Als typische aristocrate maakte zij Ernesto alheel jong vertrouwd met de Franse taal, waar hij later veel

De kinderjaren van Ernesto Gue

14

geboortebewijs Che

Page 15: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

nut van gehad heeft. Net omdat Celia van goede afkomstwas, kon zij het zich veroorloven om met iedere vorm vanconventie te breken. Haar kritische instelling ten aanzienvan het bestaande politieke en economische systeem droegzij over op de jonge Ernesto. De Guevara’s stelden hunhuis open voor kinderen van alle rassen en standen.

De uitzonderlijke zorg die zijn moeder hem schonk gafdikwijls aanleiding tot jaloezie bij de andere kinderen enleidde soms tot hevige vechtpartijen. Het verhaal gaatdat Ernesto zich eens, razend van drift, op zijn broertjeen zijn zussen wierp en hen met zijn vuisten bewerkte.Maar ze werden hem de baas en stopten hem met zijnhoofd in ijskoud water, goed wetende dat dit bij hem eenenorme astma-aanval tot gevolg had.Een smalle borst en opge-trokken schouders warenhet natuurlijk gevolg vanzijn ziekte, maar Ernestowist door dagelijkse oe-feningen en door hetbeoefenen van de zwaarstesporten, zoals rugby, zijnspieren te stalen. Uit hettengere, zwakke ventjegroeide een stevigejongen, in staat om dezwaarste vermoeienissente doorstaan. Zijn vriendenherinneren zich wel dat hijsoms van het voetbalveldmoest wegrennen om eenastma-aanval te bestrijdenmet zijn inhaleertoestel.Dolores Moyano Martín, die bevriend was met Ernesto,vertelt : “Als kind was Ernesto een geboren leider. Toenhij zeven of acht jaar was, trad hij op als de leider vaneen groep voetballende zoontjes van landarbeiders. Hijdaagde de kinderen van de plaatselijke aristocratie uitvoor een match. Ernesto’s proletarische team kwam altijdals overwinnaar uit de strijd en de verliezers gingen danthuis hun nood klagen, gehoond door Ernesto en zijnmakkers.”

Tijdens de Spaanse Burgeroorlog, in 1937, kwam het gezinvan een Spaanse arts, Juan González Aguilar, alsvluchtelingen naar Alta Gracia. De vader was in Spanjeachtergebleven. Het gezin was arm en de Guevara’sstonden dadelijk klaar om hen te helpen. Er ontstondeen warme vriendschap tussen de gezinnen en door de

verhalen over de Spaanse burgeroorlog ontving Ernestozijn eerste politieke vorming. Hij voelde diepeverontwaardiging over het leed van de vluchtelingen enhaat jegens ‘die smerige Franco’.

Door het schoolverzuim kon Ernesto veel lezen: Jules Verne,Alexandre Dumas, Jack London, maar algauw verdieptehij zich ook in andere boeken uit zijn vaders bibliotheek,die zo’n drieduizend boeken bevatte. Alles interesseerdehem en zelfs Engels en Marx stonden toen al op zijnrepertoire. Ook Franse gedichten van Baudelaire enVerlaine boeiden de jongen en de verzen van de Chileensecommunistische dichter Pablo Neruda maakten diepeindruk op hem. Hij leerde ze uit zijn hoofd en citeerde zevoor zijn vrienden. Zijn hele leven lang bleef hij vangedichten houden en hij schijnt er zelfs over gedacht tehebben zelf dichter te worden.

Het gezin Guevara was in naam Rooms-Katholiek en dekinderen werden wel gedoopt, maar alleen de twee meisjesdeden hun communie. Er was geen sprake van een officiëlebreuk met de kerk, maar de godsdienst had geen inhoudmeer voor hen. Zij hadden meer belangstelling voorliteratuur en politiek.

Politieke achtergrond van het Argentinië waarinErnesto opgroeide

Tot 1916 had Argentinië een conservatieve regering vangrootgrondbezitters. Toen de zogenaamde Radicalen aanhet bewind kwamen en hervormingen doorvoerden, volgdeer een democratische periode, waarin corruptie echter

hoogtij vierde.Tijdens de Eerste Wereldoorlog had de industrialisatieeen fabrieksproletariaat met een zwakke vak-vereniging tot gevolg. In 1930 kwam er door eenmilitaire putsch een einde aan de democratie en deene dictator volgde de andere op. Wel bleefArgentinië buiten de Tweede Wereldoorlog, maarfascisme en nazisme vonden vooral in legerkringengretig gehoor. In 1943 kwam er nog een staatsgreep.Generaal Pedro P. Ramírez stelde zich aan het hoofdvan het land, maar naast hem kwam een nieuwe figuurnaar voren die een grote rol zou gaan spelen inArgentinië : kolonel Juan Domingo Perón had alsmilitair attaché enige jaren in het Italië van Mussolinidoorgebracht en was sterk beïnvloed doorfascistische ideeën. Na zijn terugkeer kreeg hij groteaanhang in het leger. Aanvankelijk ambieerde hijhet presidentschap niet. Hij werd hoofd van het

Ministerie van Arbeid en op die post bouwde hij eenarbeidersbeweging uit, waarvan hij de leider werd. Devakbonden werden versterkt en kregen vergaande eiseningewilligd, o.a. de achturige werkdag en een minimum-loon. Perón werd de man van de ‘descamisados’(hemdlozen) en zijn aanhangers droegen hem op handen.Na vergeefse pogingen om hem weg te werken werd hij in1946 president. Hij en zijn vrouw Evita werden door hetvolk aanbeden, maar in feite was Perón geen echterevolutionair. Tot nationalisatie van het grootgrondbezit– een absolute voorwaarde voor vooruitgang – durfde hijniet over te gaan. Hij beweerde een standpunt in te nementussen kapitalisme en socialisme. Men zou hem een linksefascist kunnen noemen.Uiteindelijk heeft hij zich niet weten te handhaven. Eenconflict met de Rooms-Katholieke Kerk verminderde zijninvloed en een economische depressie met een ernstigeinflatie brachten grote ontevredenheid. In 1955 – Evitawas toen al gestorven – wist de top van het leger hem tenval te brengen. Hij werd gedwongen het land te verlatenen vestigde zich in Spanje.Men zou denken dat de Guevara’s de door Perón genomensociale maatregelen zouden toejuichen, maar zij zagen inhem slechts de fascist en daarom verafschuwden ze hem.Deze afkeer wisten zij over te brengen op Ernesto. Hijwerd een vurige ‘anti-peronista’. Veel later heeft hij zijninzichten ten aanzien van Perón gewijzigd en koos hij dezijde van de volgelingen van de afgezette president.Zelf heeft Ernesto in zijn jonge jaren nooit actie gevoerd,maar zijn ouders en vooral zijn moeder zijn er wel ingeslaagd hem te vervullen van haat tegen de bestaandesamenleving en een verlangen in hem wakker te roepennaar iets totaal anders.

evara : een revolutionair in wording

15

Page 16: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Middelbare schooltijd

In 1941 verhuisden de Guevara’s naar Córdoba, waarErnesto naar de middelbare school ging. Eerst waren ergrote moeilijkheden met de andere jongens, die hemuitlachten om zijn astma, maar ook hier wist hij zich tehandhaven door zijn sportieve prestaties. Al waren zijnschoolprestaties niet schitterend, toch ging hij elk jaarover. In feite was hij zijn leeftijd ver vooruit en ging hijveel met oudere jongens om.

Een van zijn klasgenoten, Thomas Granado, had een ouderebroer Alberto *, student aan de universiteit van Córdoba,die wegens deelname aan een studentenstaking in degevangenis zat. Op een dag ging Thomas hem samenmet Ernesto wat eten brengen. Alberto spoorde de jongensaan om met andere middelbare scholieren de straat op tegaan om te demonstreren tegen zijn gevangenschap dateindeloos kon duren zonder tot een proces te leiden.Ernesto reageerde heftig : “Wat zeg je, Alberto, de straatopgaan en je door de politie laten neerknuppelen ? Datnooit, dat doe ik alleen als ik een revolver heb”.Sterk beïnvloed door wat hij over de Spaanse Burgeroorloghad gehoord, was hij toen al overtuigd dat onderdrukkingalleen door geweld kan bestreden worden.

Ernesto Guevara sr. vertelt dat zijnkinderen een grote vrijheid genoten. Opeen keer vroeg Ernesto zijn vadertoestemming om tijdens de vakantie perfiets door Argentinië te trekken. Hijbeloofde terug te zullen zijn voordat deschool herbegon en kreeg vijf dollarzakgeld mee. Hij bevestigde een motortjeop zijn fiets en ging op pad. Zijn geldwas gauw op, maar door enkele dagen tehelpen bij de oogst kon hij aan voedselkomen, al moest hij het soms een dagzonder eten stellen. Stipt op tijd kwamhij weer thuis.Na zijn dood vertelden enkele leraren dathij een zeer intelligente leerling was,ongedisciplineerd, de linkse bengel van deklas, maar buitengewoon rijp voor zijnleeftijd.In 1945 verhuisde de hele familie naar Buenos Aires.

Che als student

Toen hij 19 jaar was, moest Ernesto beslissen wat hij zougaan studeren. Omdat hij uitblonk in wiskunde,verwachtten zijn vrienden dat hij ingenieur zou worden.Ook zijn vader hoopte dat, want dan zou hij compagnonkunnen worden in zijn bouwbedrijf. Maar hij koos voorgeneeskunde: zijn grootmoeder was aan borstkankergestorven en zijn moeder leed aan dezelfde kwaal, hoeweler door een operatie tijdelijk verbetering was. Eenverlangen om te weten en te helpen en ook om zijn eigenkwaal te bestuderen en te bestrijden, dreef hem naar destudie van geneeskunde aan de universiteit van BuenosAires. Later specialiseerde hij zich in allergieën.

In deze periode gingen zijn ouders uit elkaar, hoewel descheiding nooit officieel is uitgesproken. Ernesto bleef bijzijn moeder wonen.

Met zijn studie had hij weinig moeite. Hij deed zijntentamens binnen de vastgestelde tijd en kon toch nogper fiets of liftend zwerftochten maken door Argentinië.Ook monsterde hij eens aan op een vrachtboot die naarTrinidad en Brits-Guyana voer.

Het fortuin van de Guevara’s was fel achteruit gegaan endaarom nam Ernesto een administratief baantje aan omwat zakgeld bij te verdienen. Een vriend herinnert zichdat hij tijdens de kantooruren een filosofisch woordenboekvoor zichzelf samenstelde. Toen de baas onverwachtbinnenkwam, kreeg Ernesto een pluim, omdat hij als enigeaan het werk was, maar de baas wist niet dat hij met zijneigen woordenboek bezig was.In deze tijd ontstond ook zijn grote liefde voor het schaak-spel, waarin hij een uitblinker zou worden. Aan klerengaf hij zo weinig mogelijk uit en men sprak er schandevan zoals hij er bijliep. Voor de militaire dienst werd hijafgekeurd vanwege zijn astma. “Ziezo”, zei hij, “nu heb iknog eens enig nut van die smerige longen van mij”.Door het vochtige klimaat in Buenos Aires was Ernesto’sastma weer verergerd en hij moest het rugbyspelenopgeven. Maar hij bleef wel de wedstrijden volgen. Omzijn zware lichaamsbouw en – naar hijzelf later vertelde –om zijn hoorbaar eten had men hem de bijnaam ‘elChancho’ (het varken) gegeven. En wat deed hij ? Artikelsover rugby die hij voor een tijdschrift schreef, ondertekendehij met ‘el Chancho’. Toen de redactie daartegen bezwaarmaakte, veranderde hij het in Chang-Cho, alsof het eenChinese naam was.

Over zijn medicijnenstudie zegt hij in eenrede voor Cubaanse artsen in 1960 : “Inhet beginstadium van mijn artsenstudiehad ik nog niet dezelfde idealen enopvattingen die ik nu als revolutionair heb.Als ieder ander wilde ik ook succes behalenen droomde ik ervan om een beroemdwetenschapper te worden met als doel demensheid van nut te zijn.”Bij het zien van alle ellende in de wereldontstond echter het verlangen om deallerarmsten te helpen.Zijn jeugdvriendin Dolores Moyanovertelde in 1968 aan de New York Timesenkele grappige anekdotes over zijnstudententijd. Samen met een vriendprobeerde hij handel te drijven : in hunlaboratorium maakten ze een insecticidedat ze verkochten aan winkels. Later

kochten ze grote hoeveelheden ongepaarde schoenen, dieze dan doorverkochten. Het gevolg was dat Ernesto zelfeens op een feestje verscheen met schoenen van eenverschillende maat. Maar aan zijn onverzorgde kledingwas men wel gewend geraakt.Dolores’ familie maakte deel uit van de hoogste kringen.Ernesto was daar vaak te gast en hij gaf ook geregeldaanstoot. Bij een diner waar hij aanwezig was, spraken degasten vol bewondering over Winston Churchill. Met eenspottend lachje hoorde Ernesto dit aan en hij zei: “Churchill?Ach wat, een doodgewone politicus”. Er volgde een hevigprotest en iemand liep zelfs de kamer uit.Een van de aanwezigen was Chichina Ferreyra, een nichtjevan Dolores en een mooi meisje op wie Ernesto smoor-verliefd werd. Tot wanhoop van haar ouders beantwoorddeChichina zijn toenadering. Men kon zich geen groteretegenstelling voorstellen dan die tussen de betoverendeChichina en de student Guevara die soms meer op eenlandloper leek dan op een gentleman. Zij werd aange-trokken door zijn durf, zijn belezenheid en zijn gave omverzen te reciteren. Hun verloving werd officieel en heeftbijna tien jaar geduurd, tot Ernesto in 1953 voorgoed hetland verliet.

* Alberto Granado, de vriend met wie hij in 1951 eengrote tocht per motorfiets zou maken, ook bekend doorde film ‘Diarios de Motocicleta’ van Walter Salles (2004).(zie pag 10 en CubaSi 157)

16

Page 17: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

En plus des nombreuses qualités du Che, révo-lutionnaire, commandant, guérilléro, ministre, présidentde la Banque Nationale, ambassadeur itinérant, écrivain,journaliste, etc., nous mettons cette fois en lumière sesactivités en tant que photographe.

Le Che a découvert la photographie avec son père etcette passion l’accompagnera durant toute sa vie, lorsde ses voyages de jeunesse, de ses actions de guérillaet lors de ses nombreux voyages comme ambassadeurde la Révolution Cubaine. Toujours et partout il avaitun appareil photo sous la main et il a de cette façonoffert une vue originale sur beaucoup de choses.Lors de son séjour au Mexique son hobby devient unmétier et il travaille comme photographe ambulant dansles parc et les jardins de Mexico, et également commejournaliste et photographe pour l’agence de presseargentine “Agencia Latina” lors des Jeux Panaméricainsde 1955 à Ciudad de Mexico.Pour Che la photographie avait la même fonction queson journal. Ses notes sont le reflet des évènementsquotidiens, ses photos sont un regard sur la mêmeréalité. Un jour on a demandé au Che s’il était révo-lutionnaire ou journaliste. Il a répondu avec son humourhabituel qu’il était un journaliste révolutionnaire.Il y a une sorte de relation dialectique entre le Che et laphotographie. Le monde entier connaît le Che par laphoto prise par Korda et diffusée à des millionsd’exemplaires. Nous le connaissons aussi par lesnombreuses photos qui le montrent lors du travailvolontaire, transportant des sacs dans le port, enmachetero, en pelotero, lisant dans un hamac, fumantson éternel cigare, pratiquant le tir, donnant des cours,parlant avec Jean-Paul Sartre et Simone de Beauvoir,défilant le premier mai dans les rues de La Havane avecles dirigeants de la Révolution.Et on se demande pourquoi le Che était une despersonnes les plus photographiées de son époque.Y avait-il une magie avec les appareils photo, unesympathie entre photographes, un échange entrephotographe et photographié ?

En juillet 2001 des photos prises par le Che ont étéexposées à la Biblioteca Nacional Jose Martí à La Havane,sous le titre “Ernesto Che Guevara fotografó”. Cetteexposition à ensuite voyagé dans le monde. EliadesAcosto écrit, dans le catalogue de l’expo : “Quand, lorsde son errance permanente, il décidait de prendre desphotos, que ce soit comme guérilléro, en loques, affamé,dans la forêt du Congo ou de Bolivie, c’était le regard

CHE PHOTOGRAPHEd’un penseur lucide, cohérent, qui nous faisait découvrirdes enfants ou un groupe de femmes, les raisons pourlesquelles il luttait avec ses hommes, risquant leurs vies.Quand c’était le ministre qui photographiait, lors de sesvoyages en Chine ou en Union Soviétique, il prenait desimages de machines et d’industries, d’appareils et, quisait, il cherchait des références visuelles pour construireune image concrète de l’industrialisation du pays qu’ildevait planifier et concrétiser en tant que Ministre del’Industrie. Et dans ces images on découvre un oeilcritique, aigu, un oeil insubordonné, attentif auxréalisations et aux faiblesses technologiques de cessociétés : l’œil d’un travailleur et pas celui d’un touristeprivilégié. Parce que pour Ernesto Guevara la photo-graphie était une arme, un outil pour améliorer lacommunauté des gens, aussi efficace que le fusil duguérilléro ou que la machete pour le coupeur de canneà sucre”.

Et les photos du Che sontle parallèle de sa vie. Dessites archéologiques deMitla, Chichen Itzá (auYucatan) et Uxmal, desrues et des édifices deMexico, des photos dessportifs des Jeux Panamé-ricains, de la constructionde l’Ecole Camilo Cien-fuegos à Cuba (1959), desvoyages (Egypte, Inde,Japon, Indonésie, Yougo-slavie) et des guérillas auCongo et en Bolivie.

Concluons avec une citation de Claudia Gabriele Philippdans un article sur le Che photographe : “les photos duChe sont l’héritage d’un homme qui n’était passeulement un révolutionnaire, un homme politique ouun médecin, mais aussi un photographe expert quiutilisait les images photographiques pour soutenir defaçon critique ses témoignages des évènements, et quile faisait avec un degré élevé d’excellence artistique”.

Freddy Tack

17

Page 18: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Impossible de l’ignorer. Pour la première fois depuis lacréation en 1987 de la Coupe du Monde de rugby (CMR),un pays d’Amérique latine s’est qualifié pour les demi-finales (contre l’Afrique du Sud, le 14 octobre 2007, auStade de France, à Paris). Il ne peut s’agir bien sûr quede l’Argentine, les désormais fameux “Pumas”. “C’estdu jamais vu”, a titré logiquement le quotidien sportifL’Equipe.

A lire la presse argentine depuis le 7 septembre, jour oùles “Pumas” ont infligé une sévère humiliation au XV deFrance lors du match d’ouverture, les Albicelestes AgustinPichot, Juan Martin Hernandez, Rodrigo Roncero, lesfrères Contepomi, Lucas Borges, Ignacio Corleto et lesautres sont devenus des héros, au point de faire oublier- pour un temps - le sport roi argentin, le football (1).Comme ils ont presque tous une formation universitaireet des diplômes (2) aucun n’ignore que parmi leursgrands anciens, il y eut Ernesto Guevara de la Serna -qui n’était pas encore le Che ou Che Guevara - joueur derugby entre ses 14 et 23 ans. Le capitaine emblématiquePichot, meneur d’hommes hors pair, au point d’êtreaffublé du surnom “Napoléon”, a déclaré : “Je vois unlien entre son amour du rugby et le nôtre, entre son désirde changer le monde et notre désir d’être reconnus parles instances internationales comme des joueurs noblesqui méritent d’être traités comme tels. J’aime égalementpenser qu’il apprécierait notre parcours durant cetteCoupe du Monde”.

Dans un pays où le rugby est toujours amateur (3), avecdix fois moins de clubs que le football, le parcoursexceptionnel des “Pumas” dans cette sixième édition dela CMR, qui se tient en France (finale le 20 octobre) acréé “un engouement inédit” (Christine Legrand,correspondante du quotidien Le Monde en Argentine).La progression du rugby, de plus en plus populaire depuisune dizaine d’années, “devrait s’accentuer avec labrillante performance de l’équipe nationale”. Les rangsdes hinchas (supporters) devraient grossir.

Mais le rugby argentin abandonnera-t-il pour autant sonstatut de sport d’une élite sociale ? Parviendra-t-il àessaimer loin de sa “ruche” qu’est toujours en 2007,San Isidro, la banlieue chic de la capitale Buenos Aires ?Sortira-t-il des collèges privés alors que le football estjoué dans toutes les écoles primaires ?

Difficile quand on sait que “la fédération de rugby n’apas un sou pour soutenir les Pumas”. Sur le groupe de30 joueurs, sélectionnés pour la CMR, 6 seulementévoluent dans des clubs argentins…amateurs. Lesmeilleurs joueurs argentins, au nombre de 400, jouentdans des équipes européennes professionnelles. Doncce n’est pas demain que le numéro 10 Juan MartinHernandez fera oublier, ne serait-ce qu’une saison, l’autre10, celui du foot, l’ancien Dieu Diego Maradona, el Pibede Oro.

Et la sélection nationale argentine est une des seulesdes grandes équipes actuelles à être une équipe dejoueurs qui redeviennent amateurs pour l’occasion…Les

internationaux portegnos ne gagnent rien, si ce n’estl’équivalent de 5.000 euros par saison (pour les faux frais)alors que chacun de leurs collègues internationauxfrançais touchent au moins 80.000 euros. De plus, ilssont les seuls du Top 10 mondial à ne participer à aucunecompétition internationale, entre deux CMR, tous lesquatre ans. Chez eux, pas de chef de presse, pas demanager.

Ernesto Guevara de la Serna, rugbyman

Né en 1928, à Rosario, province de Santa Fe, au nordouest de Buenos Aires, Ernesto Guevara de la Serna, bienqu’asthmatique (ou parce qu’asthmatique ?) depuis l’âgede deux ans, fut un vrai sportif, il a aimé plusieurs sportset les a pratiqués, maintenant saforme physique grâce à lagymnastique et à la natation.Selon Don Ernesto Guevara Lynch(décédé en 1987), le pèred’Ernesto (Mi hijo el Che, 1988,La Havane, p. 305 et 306) était “unbon nageur”, “un excellent joueurde golf”, il a fait de “l’escrime, dupatinage, de l’équitation, de laboxe, de la pelote basque, du ten-nis et du foot et du rugby”. Unexploit de la part d’un “chicoenclenque”, selon son père. “Iladorait jouer au rugby” (A Ernesto,le encantaba jugar al rugby).

Ernesto commença à jouer au clubEstudiantes (maillots à grandscarreaux noirs et blancs), le seulclub de Cordoba, ville du centre du pays, avec son frèreRoberto et son grand ami Alberto Granado, au poste dedemi de mêlée. Il était doué à son poste d’ailier, ses“tampons” (porrazos) étaient fameux, comme ses tack-les (plaquages ou placages) “ravageurs” (demoledores).Il avait gagné un surnom, Fuser pour Furibundo de laSerna. “C’était un garçon talentueux, extrêmement in-telligent, a raconté un camarade d’équipe de l’époque,Francisco Ventura Farrando, sa façon de plaquer était letrait distinctif de son jeu”.

A. Granado ne dit pas autre chose : “Il possédait un ex-cellent plaquage, à hauteur des coudes. Plus tard, sonpère dira qu’il a gardé du rugby son affection pour l’espritd’équipe, la discipline et le respect de l’adversaire”.

Puis, à Buenos Aires, en 1947, Don Ernesto l’inscrivit auSan Isidro Club (SIC), un club de 1 ère division dont DonErnesto fut un des co-fondateurs.Quand Ernesto, étudiant en médecine, était sur le ter-rain, il y avait toujours un de ses amis qui courait le longde la ligne de touche, muni d’un inhalateur. Mais le pèreétait à la fois admiratif et inquiet chaque fois qu’il voyaitle jeune Ernesto pratiquer ce sport “si épuisant” et “vio-lent”. Un jour il obtint gain de cause de la part duprésident du SIC en lui demandant de ne plus faire jouerson fils.

Qui était Fuser ou Chang-cho ? …

18

rugby argentin

Page 19: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Mais Ernesto qui avait eu l’occasion de dire à son père“Vieux, j’aime le rugby et même si je dois en crever, jevais continuer à y jouer”, alla s’inscrire lui-même au clubvoisin Ypora Rugby Club puis au club Atalaya Polo Club.Il occupait un poste de trois-quarts et était le seul parmiles arrières à porter un casque léger de tissus, commecertains en portaient à l’époque. Il disait qu’il avait lesoreilles “fragiles”. Il avait 20 ans (1948).

Non seulement Ernesto, le jeune, était un rugbyman, maisécrivait sur le rugby. Avec son frère et des amis, il semit à publier (1950) une revue appelée “Tackle” (Revistade rugby, aparece los sabados). Onze numéros parurent,qui valent aujourd’hui une petite fortune. Tous ceux quisignaient des papiers utilisaient des pseudonymes. C’est

ainsi que le futur Che eut unnouvel apodo Chang-Cho, sesmeilleurs amis l’ayant baptiséChancho (américanisme, littérale-ment cochon, porc), en raison deson aspect négligé délibéré.

Dans un de ses papiers, Ernesto,grand amateur du beau jeu écrivit:“Quand des équipes françaises etanglaises sont venues en Argen-tine, nous sommes tous restésadmiratifs de voir la qualité de cerugby et on a découvert quelquechose de nouveau : le rugby bienpratiqué est hautement spectacu-laire.Dans nos provinces, d’habitudeon voit un jeu fermé avec lesavants, des coups de pied en tou-

che, des petits tas, etc… Si ces gens pouvaient voir deséquipes qui jouent un jeu ouvert, alors le rugby gagneraitde nombreux adeptes”.

En effet, l’équipe de France, en août et septembre 1949,venait de réaliser sa première tournée sur le continentsud-américain. Les deux Ernesto, père et fils, et le frèreRoberto, assistèrent avec A. Granado, aux deux tests-matchs. “Nous avons beaucoup appris, nous lesArgentins, en regardant ces Français”, déclarera DonErnesto.

Jean Cormier (4) écrit : “Il écrivait d’un style alerte,connaissant parfaitement ce jeu qui lui apporta de sigrandes joies… davantage même, une victoire sur lui-même”.

Un demi-siècle a passé et les considérations du jeuneErnesto restent étonnamment d’actualité en Argentine.Le joueur Lucas Borges pense-t-il au jeune Ernesto quandil déclare : “L’Argentine a une vraie tradition du plaquage.C’est comme une vocation pour chacun d’entre- nous”.Comme Guevara fils, les hommes de Pichot et dusélectionneur Marcelo Loffreda sont passionnés. “Noussommes passionnés et prêts à mourir pour le maillot.Nous devons continuer à nous battre pour que le rugbyargentin se développe”, a expliqué Ignacio Corleto.

Ernesto Guevara n’aurait pas dit autre chose. Et commeil le dirait au sujet des équipes françaises, si l’Argentinea atteint un si haut niveau elle le doit aussi à la France.14 Argentins (sur les 30 de la sélection) évoluent dans lechampionnat français, appelé le Top 14, surtout au Stadefrançais, la grande équipe de Paris.Classée en sixième position mondiale en 2006, l’équipeargentine gagnera vraisemblablement deux places cetteannée, à l’issue de la CMR.

“C’est à cause de notre amitié de rugby, de cette fraternitéd’armes qu’Ernesto et moi, nous nous sommes ancrésensemble dans une expédition jusqu’au Venezuela”, diraen 1987 Alberto Granado (4), persuadé que le rugby aaidé à façonner “le Che guerillero”. “Le courage, lapugnacité, la ténacité, la volonté, toutes ces qualités quepossèdent les vrais hommes, il les avait en lui. Le rugbylui a permis de les développer en le rendant plus sûr delui”.

1)- Le ballon rond est le premier cadeau offert à un petit garçonargentin. “Nous les Pumas, on a tous joué au football”, confieGonzalo Longo, “c’est impossible de passer à travers enArgentine”. “On a grandi avec le foot”, dit pour sa part PatricioAlbacete. “J’ai toujours su taper dans la balle. Car j’ai jouébeaucoup au football quand j’étais jeune”, confesse Hernandez.En Argentine, le foot a cinq fois plus de joueurs licenciés que lerugby.

(2)- Le pilier Rodrigo Roncero est médecin, l’ouvreur FelipeContepomi vient de finir son internat de chirurgie, le flankerJuan M. Hernandez Lobbe est ingénieur, Pichot diplômé enmanagement, etc…

(3)- Le rugby a été importé en Argentine -bien sûr- par lesBritanniques à la fin du XIX è siècle, ils y furent longtemps lesseuls pratiquants. Dans les années 1940, il était encore peupratiqué. Selon Christine Legrand : “les jeunes Argentinsappartenant à l’oligarchie se sont enthousiasmés pour un sportqui allie la virilité et un certain esprit chevaleresque.Aujourd’hui, le rugby reste le sport d’une élite sociale fortunéeet de vieilles familles traditionnelles”. Aujourd’hui, il y a 80.000licenciés (465.000 en Afrique du Sud, 280.000 en France etplus de 700.000 pour la seule Angleterre).

(4)- Le journaliste, grand reporter et écrivain français JeanCormier, auteur d’un “Che Guevara” (1997) consacre 10 pages(144-153) au jeune rugbyman Ernesto Guevara, dans un livreintitulé “Les guerriers de la fête” du rugby (1991). Ces“guerriers” sont au nombre de 24 dont l’inattendu ErnestoGuevara. Tous les autres ou presque sont des rugbymen delégende, internationaux français ou britanniques. Jean Cormierest allé puiser ses informations aux meilleures sources : HugoCondoléo (1974), journaliste sportif argentin, Don Ernesto(1981) et Alberto Granado (1987) qui énumère pour Cormierles XV de la première équipe de rugby du jeune Ernesto : Tomas,Fuser, Espinosa, Serna, Soneyic, Gregorio Granado, AlbertoGranado, Fernandez, Villafaere, Pratto, Weisbbein, Sanchez,Olmos, Colman et Enet.

Fuente: CUBARTE

Michel Porcheron

… Le Che, quand il était une figure du

19

Page 20: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Naast de vele bekende hoedanigheden van Che, revolu-tionair, commandant, guerrillero, minister, voorzittervan de Nationale Bank, rondreizend ambassadeur,schrijver, journalist, enz., belichten we deze keer zijnactiviteiten als fotograaf.

Che ontdekte de fotografiemet zijn vader en dezepassie zal hem zijn ganseleven begeleiden, zowel inzijn jeugdreizen als in zijnguerrilla activiteiten entijdens zijn talrijke reizen alsambassadeur van de Cu-baanse Revolutie.Altijd en overal had hij zijnfototoestel bij de hand en hijliet aldus een originele kijkna op vele vlakken.Tijdens zijn verblijf inMexico maakte hij zelfs vanzijn hobby een job en werktehij als free-lance fotograaf inde parken en tuinen vanMexico, en ook als journalist

- fotograaf voor een argentijns agentschap “AgenciaLatina” tijdens de Panamerikaanse Spelen van 1955 dieplaatsnamen in Ciudad de Mexico.

Fotografie had voor Che dezelfde functie alshet bijhouden van zijn dagboek. Zijn nota’szijn de weerspiegeling van het dagelijksgebeuren, zijn foto’s een blik op dezelfdewerkelijkheid. Men heeft Che ooit gevraagdof hij een revolutionair was of een journalist,hij antwoordde hierop met zijn gekende zinvoor humor dat hij een revolutionairjournalist was.Er was een dialectische relatie tussen Cheen de fotografie. De ganse wereld kent Chedank zij de miljoenen keren gereproduceerdefoto van Korda. Wij kennen hem tevensdoorheen de talrijke foto’s tijdens hetvrijwilligerswerk, zakken aan het laden in dehaven, als machetero, als pelotero, lezendin een hangmat, zijn eeuwige sigaar rokend,oefenend in het schieten, lesgevend, pratendmet Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir,betogend in de straten van Havana met de leiders vande Revolutie op 1 mei.De vraag komt dan op waarom Che één van de meestgefotografeerde personen was uit zijn tijd. Was er eenmagie met fototoestellen, een sympathie met de anderefotografen, een wisselwerking tussen fotograaf engefotografeerde ?

In juli 2001 had er een tentoonstelling van Che’s foto’splaats in de Biblioteca Nacional Jose Martí in Havanna,onder de titel “Ernesto Che Guevara fotógrafo”. Dezetentoonstelling was reeds te bezoeken op verschillendeplaatsen in de wereld. In de catalogus voor deze exposchrijft Eliades Acosta (hoofd cultuur van de partij) :“Wanneer hij besliste foto’s te nemen in zijn eeuwigezwerftocht, zij het als guerrillero, slecht gekleed,

hongerig, in de Congolese of Boliviaanse wouden, washet de kijk van een nuchtere, coherente denker die onsenkele plaatselijke kinderen doet ontdekken, of een groepvrouwen, de redenen waarom hij met zijn manschappenaan het strijden is in die verloren gebieden, hun levenop het spel zettend. Wanneer het de minister was diefotografeerde, tijdens de reizen in China of in de SovjetUnie, nam hij beelden van machines en industrieën, vantoestellen, en zocht hij, wie weet,visuele referenties omeen concreet beeld op te bouwen van de industrialisatievan het land dat hij moest plannen en uitwerken alsMinister van Industrie. En in deze beelden ontdekt meneen kritisch oog, een scherp en ontembaar oog, attentop de verwezenlijkingen en de technologische zwakhedenvan deze samenlevingen : het oog van een arbeider, niethet oog van een bevoordeligde toerist. Want voor ErnestoGuevara was fotografie een wapen, een werktuig om desamenleving en de mens te verbeteren, even efficiëntals het geweer van de guerrillero of de machete van desuikerrietkapper.”

En de foto’s door Che genomen weerspiegelen zijn ganselevensloop. Van de archeologische sites van Mitla,Chiche, Itzá (Yucatan) en Uxmal, de straten en gebouwenvan Mexico, de sportfoto’s van de PanamerikaanseSpelen, de bouw van de Camilo Cienfuegos school inCuba (1959), de reizen (Egypte, Indië, Japan, Indonesië,Yougoslavië), tot de guerrilla in Congo en in Bolivia.

Laat ons afsluiten met een citaatvan Claudia Gabriele Philipp(kunstfotograaf) in een artikel overChe fotograaf : “De foto’s door Chezijn de erfenis van een man dieniet alleen een revolutionair, eenpoliticus of een arts was, maar ookeen expert fotograaf, die defotografische beelden gebruikteom zijn getuigenis van degebeurtenissen kritisch te onder-steunen, en die dit deed met eenbuitengewone hoge artistiekeuitdrukking.”

Freddy Tack

CHE FOTOGRAAF

foto genomen door Che

20

Page 21: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Olympische Spelen in ChinaEr is heel wat te doen rond de Olympische Spelen in China.Mogen ze zo maar doorgaan ondanks de mensen-rechtenschendingen in China ? Moeten de atleten eenstandpunt innemen ? In alle commotie zou men haastvergeten dat het over een sportmanifestatie gaat. En, debeslissing om de Olympische spelen in China te latendoorgaan werd 8 jaar geleden genomen. Alle mensen-rechtenvragen, terecht of niet terecht, bestonden toenal, dus men had ze toen maar moeten stellen. Het gaatdus om een sportfestijn waar iedere sportfanaatrijkhalzend naar uitkijkt. Wij volgen natuurlijk met veelbelangstelling de resultaten van de Cubaanse atleten.We weten ook dat de Cubanen in tegenstelling tot deBelgen niet blij zullen zijn als ze met 1 medaille terug-keren.

De Olympische spelen zijn voor Cuba altijd al een forumgeweest waarop ze wilden etaleren hoe goed hetCubaanse sportbeleid is. Hieraan heeft de overgang vanamateursporters naar professionele sporters weinigveranderd. Cuba won in de geschiedenis van deOlympische Spelen 179 medailles, waaronder 65 gouden,53 zilveren en 52 bronzen. In Athene 2004 stond deCubaanse delegatie 11de in het medaille-klassement met9 gouden, 7 zilveren en 11 bronzen medailles.

Op dit moment stuurt Cuba al zeker 125 atleten in 15sporten naar de Olympische Spelen in Peking en deverwachting is dat er nog tenminste 25 bijkomen. Debelangrijkste delegaties zijn er in de atletiek (34), base-ball (24), vrouwen-volleybal (12), worstelen (10) enboksen (9). Ook zullen er Cubaanse atleten deelnemenaan het roeien (9), gewichtheffen (6), duiken (5), judo(5), taekwondo (3), schieten (3), roeien (2), boogschieten(1), vijfkamp (1) en fietsen (1).

De bedoeling is om in Peking zeker evenveel medaillesweg te kapen als in Athene. Wie moeten hiervoor zorgen?Eerst en vooral het baseballteam. Dit team moet proberenzijn titel te verlengen. Dit is uiterst belangrijk voor hetCubaanse nationaliteitsgevoel. De VS kloppen in dezetypisch Amerikaanse sport. Ook zullen de worstelaars,de boksers en de judoka’s voor een zeker aantal medailleszorgen.In de atletiek heeft Cuba ook een aantal ijzers in het vuur.Zo is er DayronRobles (21 jaar);in 2007 definitiefd o o r g e b r o k e nmet een nationaalrecord (12.92 sec,4de tijd ooit) opde 110m horden,een aantal over-winningen in degrote Europesecompetities waar-onder de Memo-rial Van Damme en een gouden medaille op de Panameri-kaanse spelen in Rio, maar ook met een teleurstellendevierde plaats op het WK in Osaka. Hij werd wel Cuba'sBeste Atleet 2007. Dayron maakt veel kans op eengouden medaille maar moet het opnemen tegen dehuidige wereldkampioen en wereldrecordhouder, endaarbij nog thuisloper, de Chinees Liiu Xian. Cuba heefteen rijke traditie op de 110m horden. In 2000, in Syd-ney, was Anier Garcia gouden medaille winnaar.

Bij de vrouwen kan Cuba in hetspeerwerpen uitpakken met dewereldrecordhoudster en ver-schillende malen wereld-kampioene Osleidys Menendez.In de herfst van haar carrière isdeze bijna 30-jarige weerfavoriet.

Ook in meeronverwachte disciplines heeft Cubaechter medaille kanshebbers. Zo isLisandra Guerra Rodriguez in maartjongstleden in Manchester wereld-kampioene op de 500 m baan-wielrennen geworden.

Cuba gaat eerstelijnsgezondheidszorgreorganiseren

De eerstelijnsgezondheidszorg is gedurende decennia hetvlaggeschip van de Cubaanse gezondheidszorg geweest,en heeft ervoor gezorgd dat de levensverwachting in Cubatot 77 jaar is gestegen, de kindersterfte beperkt tot 5.3per duizend, waarden vergelijkbaar met België of andereontwikkelde landen.De laatste jaren is deze eerstelijnsgezondheidszorgserieus in kwaliteit gedaald, door verschillende redenen,waaronder het gebrekkige salaris, organisatorischeproblemen en het zeer grote aantal gezondheidswerkersop buitenlandse missie de belangrijkste zijn.

Inderdaad, gezien huisartsen maar weinig loon kregenvoor hun beschikbaarheid waren zij de meestgeïnteresseerde om op buitenlandse missie te vertrekken.Dit levert hen immers een groter loon op, dus betereleefomstandigheden voor de hele familie.Op dit moment zijn er zo’n 70.000 gezondheidswerkersin het buitenland waarvan ongeveer de helft artsen. Ditmoet natuurlijk in Cuba zelf problemen opleveren vermitsmen daar gewend was aan een overschot aan artsen. Veleconsultorio (huisartsenpraktijken) en polyclinicas werdengesloten of waren onderbemand waardoor de patiëntendirect naar het hospitaal gingen met overvolle wachtzalentot gevolg. Om op artsenbezoek te gaan moet soms eenvolledige werkdag opgeofferd worden.

Het ministerie van volksgezondheid (MINSAP) heeftingezien dat het zo niet verder kan en voorziet structu-rele wijzigingen met prehospitaal opvang op 3 niveau’swaaronder de huisartsenpraktijk, een 24 uurs service vanverpleegsters en een 24 uurs dienst met dokters, artsen,en technische diagnostische middelen, meer thera-peutische verantwoordelijkheid, alsook een salaris-verhoging voor de eerstelijnswerkers en meer opleiding.Dit zou ertoe moeten leiden dat 80% van de problemenkan opgelost worden zonder bezoek aan een hospitaal.Zeker een haalbare doelstelling.

21

Mark Lamotte

Page 22: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Quels sont les arguments quediscutent les créateurs de l’artjeune ?Lors des rencontres préalables auCongrès, la jeunesse a analyséplusieurs problématiques quicompliquent la création artistique.Entre autres l´accès aux nouvellestechnologies, la promotion desprojets provinciaux, l´effet nuisibledes médias quant à l´appréciationmusicale et cinématographique et lanécessité d’une plus grandeutilisation des Centres de FormationContinue pour les artistes.

Qu´attendent alors les jeunes duVIIème Congrès de l´UNEAC ?Ils attendent des débats et deschangements de perspectives. Ilsattendent une UNEAC plus vivante,une organisation plurielle et plusactive, beaucoup plus ouverte audébat jeune et liée avec les récentesexpressions de l´art expérimental.

Le tourisme culturel : diversmais sélectif

Les intellectuels ont débattu, lors dela seconde session du VIIèmeCongrès de l´Union des Écrivains etArtistes de Cuba (UNEAC), des liensentre la culture et le tourisme.Zenaida Romeu, directrice de laCamerata, a considéré que l´optionde récréation offerte au tourisme estsouvent déplorable. Cuba estbeaucoup plus que ce que nousmontrons actuellement au monde.Nous sommes profonds et dissem-blables, notre tradition est très richeet il s´avère urgent d´arrêter “lesimplisme” dans les offres cultu-relles. Il est nécessaire de chercherde nouveaux espaces distinctifs dupays, qui n’est pas seulement lecabaret Tropicana.

De la même façon, les musiciensJuan Formell et Álvaro Collado,considèrent que les chanteurs et lesgroupes manquent de qualité, ce quicontredit l´histoire musicale dupays.Le trompettiste Yasek Manzanoconsidère, que le potentiel artistiqued’un grand nombre de jeunes seperd à cause de la limitation desendroits où ils pourraient présenterleurs œuvres.

Durant la discussion, MoraimaClavijo, directrice du Musée Nationaldes Beaux Arts, a alerté sur ladétérioration des œuvres d´artplacées dans les installationstouristiques et les modifications del´architecture des hôtels patrimoinede la nation.

Extraits de la lettre que le compañero Fidel a adressé aucongrès

… “J’ai écouté les interventions de ce matin, dont plusieurs étaientexcellentes dans leur forme et leur fond. Tout en rédigeant ce message eten le passant au propre, je les ai toutes écoutées. La tienne, Miguel, aconstitué une estocade sincère aux corrompus qui se mettent dans la pocheune tranche de cet excédent. Il faut les clouer au pilori, comme Martí disaitqu’il fallait clouer le tyran sur son opprobre : ‘De toute la furie d’une mainesclave’. Je reprends là l’un des Vers simples de Martí.Je me demande : est-ce que les méthodes par lesquelles on gère une épiceriepeuvent engendrer la conscience requise pour atteindre un monde meilleur?Parler de conscience révolutionnaire n’aurait aucun sens si le capitalismedéveloppé et mondialisé, maintenant prévu depuis presque cent ans,n’existait pas. La conscience de l’être humain ne crée pas les conditionsobjectives. C’est l’inverse. Ce n’est qu’alors qu’on peut parler de révolution.Les belles paroles, bien que nécessaires comme porteuses d’idées, nesuffisent pas; il faut de profondes réflexions.

Voilà quelques jours, un article de presse étrangère parlait des trenteinventions géniales qui ont transformé le monde : CD, GPS, DVD, téléphonemobile, télécopieur, Internet, micro ondes, facebook, caméscope numérique,courrier électronique, etc., etc.,etc. La quantité de dollars que la vente dechacun de ces produits implique – et a déjà impliquée en partie – pour lestransnationales se monte à des chiffres suivis de tant de zéros qu’ils défientl’imagination. Pis encore : chacun de ces produits sera remplacé par uneinvention encore plus efficace, au point que des amoureux sur un bancpublic ne sont même plus sûrs que leur conversation ne sera pas enregistrée.

Ce genre d’existence que nous promet l’impérialisme a-t-il donc un sens ?Quels sont ceux qui régissent la vie des gens ? Peut-on même garantir lasanté mentale et physique des personnes quand on ignore encore les effetsque peuvent avoir tant d’ondes électroniques sur un corps et un esprithumains pas encore assez évolués ?

Un congrès de l’UNEAC ne saurait manquer d’aborder ces questionsépineuses. Beaucoup diront, fatalistes : que pouvons-nous y faire ? Jeréponds : non, le fatalisme serait de ne pas soulever le problème. Sinon, jen’oserais même pas vous déranger avec ces lignes-ci.Le climat change à cause de l’action irresponsable de l’homme. L’équilibres’est rompu. Comment le rétablir ? Tel est le grand problème à régler.Je ne vous ai mentionné qu’une partie des questions que l’observation desréalités du monde me fait venir à l’esprit.

Je me réjouis beaucoup de voir les progrès de notre peuple dans différentsdomaines, alors que d’autres sociétés exemptes de cruels blocus et demortelles menaces n’ont pas encore pu les atteindre, pas même dans lapréservation de l’environnement. Ceci explique la haine de nos adversaires.J’ai lu des articles de prestigieux organes de presse capitalistes qui nousdéchirent à belles dents, comme des meutes. Ils parlent de notre payscomme si nous étions des indigents et que nous partions du néant, et nonun peuple dont les niveaux d’éducation minimale dépassent ceux des plusdéveloppés, dont taux de santé sont excellents et celui de la sécurité socialeest sans doute trop élevé, comme je l’ai pensé quand un délégué au Congrèsa parlé à juste titre des vandales qui détruisent des biens sociaux et aappelé à combattre ces habitudes que notre société condamne.

L’adversaire commet de sérieuses erreurs et fait preuve d’une maladresseinconcevable dans sa bataille contre la vérité objective. Tout récemment,des sociétés yankees prestataires de services ont, sur ordre du gouverne-ment yankee, privé des centaines de milliers de Suédois de l’accès à Rebelión,un site Internet qui publie des nouvelles sur Cuba. Une mesure parfaitementarbitraire. Ces gens-là sont incapables de comprendre que l’intérêt pourRebelión se multiplie et que la bataille d’idées entre Cuba et l’Empires’intensifie.

Excusez-moi, chers compañeros, de m’être étendu.J’observe l’Empire et ses plans sinistres. Constatant les efforts manuels etintellectuels sains, patriotiques et internationalistes que nous consentonstous les jours, je me risque à dire : tout ce qui renforce la Révolution sur leplan éthique est bon; tout ce qui l’affaiblit est mauvais.

Fidel Castro Ruz

suite de la page 4

22

Le 1er avril 2008 - 18 h 44

Une forte accolade à tous.

Page 23: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Rencontre avec le chanteur Marka, qui revient de Cubaoù, avec La Sonora Cubana, ils ont eu l’honneur et leplaisir de jouer à la Plaza Vieja (La Havane) le 20 marsdernier.

Premier voyage à Cuba pour Marka qui débuta sa carrièredans les années 80 comme bassiste dans le groupe AllezAllez. Depuis il a sorti une dizaine d’albums et s’esttaillé une solide réputation de performer sur scène. En2006 une tournée lui permet de découvrir le Japon, laChine et le Vietnam. Mais c’est la rencontre avec Chuchi(musicien cubain vivant en Belgique et leader de LaSonora Cubana) qui sera la révélation. Il apprécie lesqualités des musiciens cubains et les invite sur scène,le public en redemande, naît alors le projet Marka y LaSonora Cubana. Pour Marka c’est le début d’une passionpour Cuba.

“J’avais l’impression d’avoir fait le tour de Marka sousl’ancienne formule. J’ai proposé à Chuchi de retravaillermes morceaux et cela été une révélation. Exactement lerenouveau que je cherchais. Le fait d’ajouter des cuivres,des percussions, de mélanger des musiciens belges etcubains, nous avons réalisé une fusion belgo cubainetrès intéressante. Pour réussir cette démarche il fallaitque je me plonge davantage dans leurs langue et leurculture, d’où les cours d’espagnol et ce voyage à Cubaqui m’a parmi découvrir nombre de choses positivesqu’on nous cache ici”.

“Ce voyage était important pour moi, je voulais me fairema propre idée. J’ai été agréablement surpris par lesgens qui sont accessibles, souriants et généreux et parles aspects positifs au niveau de l’éducation, des soinsde santé et de la richesse culturelle. Pour organiserquelque chose à Cuba, rien n’est facile, mais tout estpossible et tout est fait avec le sourire. Ils sont toujours

prêts à aider car ils veulent montrer quelque chose debien de leur pays. Ils ont en eux une richesse. A monavis, c’est une dynamique, une énergie qu’ils n’auraientpas s’ils étaient malheureux”.“Cuba a été flashant. Musicalement les cubainsm’apportent énormément. Car ce que je faisais étaitbasé sur la scène. Grâce aux arrangements cubains j’aiune richesse que je n’avais pas avant, ce qui me donneplus de liberté en tant que chanteur”.

“Mes rencontres avec des musiciens locaux m’a aussifait découvrir comment cela fonctionne chez eux.Si certains aspects de la vie sont super, ils peuvent aussien baver en particulier suite aux problèmes liés àl’embargo. On se pose alors la question, comment est-ce possible qu’en Belgique on ne nous parle pasdavantage de cet aspect ? La preuve qu’on n’est pastoujours bien informé. On se demande aussi, quel niveaude développement encore supérieur pourrait avoir cepays s’il n’était pas bridé par l’embargo économique ?Même si j’avais lu déjà pas mal de livres et d’articlesavant de partir, ces rencontres sur place ont été pourmoi d’une très grande richesse”.

“La suite pour Marka y La Sonora Cubana, c’est deretourner pour une tournée, de terminer le documentaireque nous avons commencé et qui devrait passer à laRTBF en 2009, et bien sûr sortir le CD de Marka Y LaSonora Cubana que vous pourrez découvrir prochaine-ment grâce au programme Havana Cultura d’HavanaClub”.

Propos recueillis par Stéphane Sergeant

Retrouvez “Marka Y La Sonora Cubana” sur scène etdécouvrez leur nouvel album (gratuitement) à partir du12 juin 2008 sur www.havana-club.be ou www.marka.be.

Marka, un nouvel ami pour Cuba !

23

Marka y “Chuchi” Rivero

Page 24: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Oproep om de rol van de vrouw in hetCubaanse gezin te hervormen

Patricia Arés, Doctor in dePsychologie, zegt dat de strijdvoor gelijke rechten van devrouw in het Cubaanse gezindoor de hele samenlevingmoet worden gevoerd.

Yailin Orta Rivera, 9 maart2008

Elena heeft geen “tienuurtje”kunnen nemen op het werk.Bij het sluitingsuur loopt zenaar de school om haarzoontje af te halen. Thuisheeft ze ook geen tijd vooreen adempauze. Ze kleedtzich vliegensvlug om enbegint aan het vegen, af-stoffen, kuisen. Daarnamaakt ze het eten klaar,steekt het vuur aan, ... Zegaat als een wervelwind doorhet huis. Dan het kind in bad doen, hem kleden, etengeven en helpen met het huiswerk. Om zeven uur is ereen vergadering en in twee minuten moet ze klaar zijn.Op het moment dat ze denkt te kunnen vertrekken,herinnert ze zich dat ze nog alles voor haar zoon en haarman moet klaarzetten zodat het hen aan niets ontbreekt,want ze moet voor haar werk enkele dagen weg. Dusschikt ze alles zodanig dat ze haar afwezigheid niet zullenmerken, maar toch voelt ze zich schuldig, want ze heefthet gevoel dat ze hen in de steek laat.Het drukke leven van Elena is geen alleenstaand geval,maar de gewone gang van zaken bij de meeste Cubaansevrouwen.Hoewel er na de overwinning van de revolutie grondigehervormingen zijn geweest, nemen de vrouwen in hethuishouden nog altijd de meeste taken op zich en levenze met het syndroom van de supervrouw, zoals PatriciaArés, Doctor in de Psychologie, zegt.“Ze denken dat ze alles moeten kunnen: het huishouden,de kinderen, het werk, de zorg voor de echtgenoot en desociale verantwoordelijkheden. In die zin ontwikkelen zestrategieën om een harmonie en evenwicht te vinden,maar dit eist zeer veel van hen en ze geraken overbelast”,zegt de vrouw die ook voorzitter is van de Verenigingvoor Psychologen in ons land.“Wij regelen onze huishoudens zodanig dat iedereen vanons afhankelijk is”, zegt ze.

♦ Vrouwen hebben het vaak ook moeilijk om deplaats die ze veroverd hebben af te staan, hoewel ze doordie situatie uitgeput zijn...

♦ Het is heel paradoxaal : als vrouwen in hun omge-ving deze sfeer van afhankelijkheid creëren, is men henook dankbaar en het geeft een gevoel van eigenwaardeals je onmisbaar bent. Ook al is een vrouw afgepeigerd,als ze merkt dat de kinderen of haar man zelf hun plankunnen trekken, vraagt ze zich af of ze haar nog graagzien...

Het lijkt dus alsof de vrouwzelf aan de oorzaak ligt vande overbelasting, omdat ze denieuwe taken probeert in tevullen en de controle en debijkomende verdiensten vande baas te zijn in het huis-houden niet wil kwijtspelen.

♦ Doordat de meesteCubaanse vrouwen uit gaanwerken, zijn de mannen ookingeschakeld in het huis-houden, maar waarom lijkenze nog op een “verkeerdgeplaatst meubel” bij dehuishoudelijke taken ?

♦ De veranderingen in hetleven van de vrouw nemenniet weg dat het familiaalmodel met vele archaïsche

elementen uit de patriarchale cultuur blijft bestaan.Het Cubaanse gezin heeft nog een sterke Latijns-Amerikaanse, Joods-Christelijke en Afrikaanse traditie.Daarom kan een sociale verandering van bijna vijf decen-nia niet zo gemakkelijk de gedragspatronen verdrijven.Als de vrouwen zelf aan die structuur blijven vasthouden,hoe kunnen we dan bereiken dat de mannen harmonischparticiperen ? Daarom is het zo tegenstrijdig: zij steltmeer eisen en hij lijkt haar hulpje.Vele gezinnen die willen breken met de traditionele rollenervaren deze problemen. Want terwijl de vrouwen wordenopgevoed om de manager van hun huishouden te zijn,ontbreekt deze opleiding spijtig genoeg bij de mannen.

♦ Zou u kunnen uitleggen hoe de patriarchale cultuurondermijnend werkt in het gezin, ondanks het modu-lerend effect van de sociale politiek ?

♦ Uit onderzoek blijkt dat de patriarchale ideologieop verschillende manieren tot uiting komt, soms bijnaonmerkbaar en op andere momenten heel openlijk.Ondanks de veranderingen die zich in ons land ont-wikkelden ten voordele van de vrouw en van het gezinen er een sociale gelijkheid is bereikt, blijft de ideologiebestaan van mannelijke overheersing over de vrouw.Uit onderzoek weten we dat vrouwen twee à driemaalzoveel tijd aan het huishouden besteden dan mannen.Een ander onderzoek toonde aan dat er verschillendepromotietrappen zijn bij de leden van een patriarchaalgezin : veel vrouwen laten de man aan het hoofd van detafel zitten en zij zitten aan de rechterhand of op de plaatsdie het dichtst bij de keukendeur is.Tegelijkertijd hebben de meeste Cubaanse vrouwen graagdat een man die ouder en groter is dan zijzelf de rolspeelt van beschermer, kostwinner en gezinshoofd.Verder geven veel mannen hun naam door aan hun zonen,vooral aan de eerstgeboren zoon, en de vrouwen gevenhun naam door aan de dochters.

24

Page 25: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Er bestaat nog altijd een verschillende opvoeding voorjongens en meisjes en er blijven verschillen in deeducatieve vereisten, hetgeen tot uiting komt in de groteverantwoordelijkheid voor huishoudelijke taken die jongemeisjes moeten opnemen. Later hebben beiden dezelfderechten op een universitaire carrière of om directie-functies op te nemen in scholen of elders.Maar de taak van de vrouw wordt zwaarder, eens zemoeder en echtgenote is met verantwoordelijkheden dieeen echte inperking betekenen.

♦ Ondanks deze blijvende patriarchale kenmerkenzijn er de laatste jaren binnen het Cubaanse gezin ookbelangrijke psychologische veranderingen geweest. Welkezijn volgens U de belangrijkste ?

♦ De sociale omwentelingen hebben de machtsver-houdingen tussen mannen en vrouwen binnen het gezinveranderd.We spreken over vrouwen met maximale ontplooiings-kansen. Vandaag maken de Cubaanse vrouwen 39% uitvan de arbeiders en bijna 70% van de technischeberoepen. Ze hebben een hoge graad van engagementen sociale participatie en bovendien zijn er wetten diehun rechten degelijk beschermen.Dit heeft ervoor gezorgd dat ze niet meer ondergeschiktzijn aan de beslissingen van de mannen, dat ze het gezagover hun nakomelingen hebben verkregen, dat ze kunnenbeslissen hoeveel kinderen ze wensen en hoe ze henopvoeden, of ze getrouwd blijven of niet, op welke manierze de uitgaven van het gezin regelen, de organisatie ervanen de verdeling van de verbruiksgoederen.We zouden kunnen zeggen dat hun verschijning op hetprofessionele toneel een belangrijke impact heeft gehadop hun persoonlijkheidsontwikkeling, hun gevoel vaneigenwaarde en op de manier waarop ze met hun kinderenen echtgenoot omgaan. Nu hebben ze meer macht, zijnze meer vastbesloten en onafhankelijk. Desalnietteminmoet er nog veel gedaan worden op gebied van gelijkerechten binnen het gezin.Zolang de kinderen en de huishoudelijke verantwoorde-lijkheden fundamenteel onder haar hoede zijn, zal deongelijkheid tussen de geslachten blijven duren.Niet meer de spil, de werkbij en de steunpilaar zijn,hetgeen we merken als we zeggen “wat zou er van jullieworden als ik er niet was ?”, is niet alleen een strijd vande vrouw, maar van de hele Cubaanse samenleving.In een eerste stap om de traditionele rollen af te bouwenzal de supervrouw binnen het gezin moeten veranderen,door de taken te verdelen tussen de verschillendegezinsleden en de teugels van het kuisen, de orde en hetuiterlijk zicht los te laten.Want de liefde en de bezitterige, verheven en hunkerendeovergave aan haar kinderen en echtgenoot, zal haar groeien maturiteit in de weg staan en veroorzaakt afhanke-lijkheid. En dit zal enkel haar emotionele stabiliteitvernietigen.

Vertaling en bewerking Yola Ooms

25

Page 26: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Sinds jaren wilden we de opa van ons petekind Melisaontmoeten. In januari trokken we naar Mella (60 kmten noorden van Santiago) een stadje gebouwd rond eensuikerfabriek.

“Ik ben geboren als Diosdado Vasquez in Pedernal (indie tijd behorend tot de gemeente San Luis).Vele jaren vóór de overwinning van de Revolutie woondeik in Palma Soriana (NW van Santiago). Daar was ik bijde clandestiene strijd. Ik had contact met Eliceo Reyes(‘Capitan San Luis‘ *) en door problemen met de politiein Palma, ging ik met hem naar de bergen.Op een dag nam hij ons mee naar een vergadering ophet kerkhof en hij zei dat hij een missie moest vol-brengen in de Sierra, en vertrouwde vanaf dat ogenblikde zorg toe aan zijn broer Elebí Reyes als hoofd van degroep”.

Een anekdote

“De vader van Capitan San Luis stuurde hem naarMajaguabo (een dorp van de gemeente San Luis) metenkele paarden om het eten van de maand te zoeken;maar hij liet de paarden achter, om op die manier metChe naar de Sierra te kunnen gaan. De volgende dagzocht zijn vader hem, maar men zei dat hij weg was enniemand wist iets over hem, en op die manier kwam hijaan in de Sierra. Later kwam de kapitein (capitan SanLuis) even terug, dus moest ik daar blijven om wapenste verzamelen.Ik kwam bij het Tweede Front op 9 april 1958 (met RaúlCastro) daar ik weg moest uit Palma omdat men eenvriend had gedood. Ook Eliceo sneuvelde in de Sierra.

Na de overwinning van de Revolutie ging ik met de hulpvan een vriend naar San Luis en werkte ik een tijdje bijde Revolutionaire Politie. Op een dag zei de chef van depolitie ons : ‘...welnu, ik heb de taak om enkele vriendendie in de bergen gevochten hebben te zoeken om in departiculiere winkels te bemiddelen...’ Vanaf dat ogenblikmoest ik 42 winkels beheren. Ik heb ook enkele militairescholen doorlopen, de laatste in Turiguano, provincieCiego de Avila.

Zoals ik je zei, heb ik in winkels en boerderijen gewerkt,ben ik stichter van de Cubaanse Communistische Partijen werkte ik mee aan de oprichting van de CDR. Ik hebeen diploma als stichter van de communistische partijgetekend door Fidel (zie foto). Ik heb altijd alle takendie mij werden opgedragen volbracht.Ik heb gedurende 10 jaar de ‘combatientes‘ in degemeente Julio Antonio Mella georganiseerd en geleid,dat op zijn beurt in de provincie geleid werd doorluitenant kolonel Albeltery, en sinds mijn pensioen werkik nog steeds in de organisatie, al reeds 15 jaar (zielidkaart).

Ik laat je een foto zien van mij samen met een vriend,genaamd German Fuentes die met mij in de bergen wasen de andere is de zoon van een boer.Ik heb medailles van de 30ste, 40ste en 50ste verjaardagvan de FAR (Revolutionaire Strijdkrachten, het officiëleleger van Cuba) en nog enkele diploma’s.

De vader van Eliceo Reyes was Marcelino Reyes en demoeder kende hij via Paquito Rodriguez. Zij was het diede armbanden (Movimiento 26-7) maakte om ons tekunnen identificeren. Als we wapens moesten gaanzoeken gaf het rebellenleger ons het geld om te betalenwat we kochten. Wanneer we in nood waren, want erwaren meer rebellenkampen zoals Limones, La Picota,Pinar Redondo en toevallig sloeg Raúl Castro op 11 maart1958 zijn kamp op in San Antonio de Piloto”.

Gesprek met combatiente “Kico”(oudstrijder)

* schuilnaam van deze gesneuvelde Held van deRevolutie, er werd een uitgeverij en sportstadia naarhem genoemd.

Pablo y Silvia

26

Page 27: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

Op maandag 14 april 2008 hebben de Vrienden van Cuba -Gent - opnieuw een container met medisch materiaal geladen.Reeds enkele maanden geleden hadden we de vraag gekregenof we interesse hadden in de inhoud van de kelder van hetRVT Moervaartheem te Wachtebeke. Daar stonden zieken-huisbedden, rolstoelen, kuipbaden, meubilair, … die nietmeer voldoen aan de hoge Belgische eisen, maar die in Cubanog jaren goede dienst kunnen bewijzen.Onze kasvoorraad was onvoldoende om zelf een containerte verschepen, maar we hadden een vage belofte dat hetCubaanse Ministerie van Volksgezondheid (MINSAP) detransportkosten op zich zou nemen. Het vergde wel nogenkele inspanningen en heel wat overtuigingskracht voorwe dit op papier hadden.Maar daarna ging het zeer snel, we namen contact mettransportfirma De Keyser-Thornton, bestelden een 40 voetcontainer en legden een datum vast.Onze contacten werden afgebeld om de container afgeladenvol te krijgen en zo verzamelden we nog extra ziekenhuis-bedden en rolstoelen van de Bond Moyson-OVL, revalidatie-materiaal van Sint-Gregorius in Gentbrugge en, via RVT DeVijvers te Ledeberg, de volledige voorraad kleding van hetvroegere rusthuis op de Lousbergkaai in Gent.

Containers voor Havanna

Er werd een oproep gedaan om vrijwilligers te vinden en,ondanks dat alles op een maandag was gepland en niet echtbij onze achterdeur, hadden we toch snel 11 laders, eenfotograaf en iemand om de inventaris bij te houden bereidgevonden.Die morgen liepen we al om 9 uur in de kelder van hetMoervaartheem. Gebukt, niet van het gewicht, maar om deverwarmingsbuizen te ontwijken, brachten we alles naar deparking.Ondertussen werd ook het materiaal van RVT De Vijvers ende Bond Moyson afgeleverd.De vrachtwagen arriveerde vroeger dan gepland, maar totdan was alles zo vlot verlopen dat wij hem reeds stonden opte wachten.Een hevige regenbui trachtte nog alles in het honderd tedoen lopen, maar gelukkig bleef het bij die ene vlaag.Ondanks de diversiteit van de goederen verliep het stapelenvrij goed en de laatste vrije ruimte vulden we met nog watextra zetels uit de kelder. De klus werd geklaard binnen de2 uren die de transportfirma ons gunde. Daartusseninvonden we zelfs nog de tijd om te genieten van de warmemaaltijd die ons door het Moervaartheem werd aangeboden.Het is nu afwachten of men in Cuba tevreden is met dezending en men ons groen licht geeft om een volgende con-tainer te laden.Wij zijn er alleszins klaar voor.

Page 28: juin / juni P.B. n° 159 - cubamigos.be si 159.pdf · Brussel - Bruxelles : Stéphane Sergeant - 485/82.90.98 Aalst : Linda De Neef - 053/77.31.48 ... A en croire la presse occidentale

De vzw A lo Cubano is verheugd U zijn eerste activiteit te melden.Graag hadden we bij U op de nodige aandacht kunnen rekenenvoor :

Ons cultureel festival op 22 juni vanaf 14u aan de Scoutslokalen,Kruisstraat, (aan St Jacobs) te Leuven.De bedoeling is de Cubaanse Cultuur te promoten en is ook eenbenefiet-evenement voor een schoolproject in Cuba.

Optredens van:Sincopa, Contrabando, Ache Latino, Don Cubanito, en ookkinderanimatie, hapjes, drank, sigaren, info-stands, salsales, enz...... en WIN een reis naar Cuba ( Joker) of 10 salsalessen of een cadeaubon van 20 euro.

Voorverkoop : 10 euro - Kassa : 13 euro (Sax muziekwinkel in Parijsstraat, Oxfam-Wereldwinkels, bar ElPeligroso aan St Jacobs, e.a....) Meer info: WWW.FESTIVALCUBANO.BE(een samenwerking met vzw Vrienden van Cuba en ICAP)

Faut-il encore présenter ce festival bruxellois qui depuis quasi 20ans nous livre un savoureux cocktail de musiques et d’ouverturesur les cultures d’ici et d’ailleurs. Cette année ceux qui aimentCuba auront de quoi vivre leur passion car Orishas (le premierjour) et Los Van Van, le groupe légendaire de Juan Formel (ledeuxième jour), seront de la partie aux côtés d’autres bien sûrcomme : Jimmy Cliff, MC Solaar, Kassav’, Ricardo Lemvo, Raul Paz,Bernard Lavilliers etc. Au total plus de 45 concerts mais aussi desfanfares, des cours de danse, des ateliers créatifs, des souks, unespace réservé aux ONG et au commerce équitable, sans oublierles restaurants et bars. Pour les amateurs de cocktails cubainsretenez que le ron Havana Club est également de la partie notam-ment avec un bar spécial et un espace Havana Cultura où la cul-ture cubaine sera mise à l’honneur via une présentation d’artistescubains de Cuba, une expo d’affiches de Cinéma Cubain (celle desAmis de Cuba) et la présentation de quelques oeuvres d’Aconcha,une artiste cubaine passionnée par les Orishas et la Santeria.

Couleur Café Festival les 27 - 28 et 29 juin 2008 à Bruxelles/Tourset Taxis/ 1 jour = 32 € en prévente et le combi 3 jours = 68 €.

Plus d’infos sur www.couleurcafe.be ou sur www.havana-club.be

Les Amis de Cuba, Régionale de Liège, vous invitent àcommémorer le 55ème anniversaire de l’assaut de la Moncada

le Samedi 26 juillet 2008, à 18 heures

au CP-CR, rue Jonruelle, 11-13 à 4000 Liègeen présence d’un représentant de l’Ambassade de Cuba

à Bruxelles

Evocation - Repas cubain - Groupe latino - Soirée dansanteEntrée gratuite,

Repas cubain à 12 € pour les affiliés - 16 € pour les non affiliés

La somme de 12 € ou 16 € est à payer sur place mais la réservation des repas est indispensable chez Olivia Ulloa,

au 04/226.80.95 AVANT le 20 juillet.

Evocaciones por Aleida March

Invitation

CUBA à l’honneur à Couleur Café 2008 !

Carnet de voyage

( FGTB, Liège)