Joost II Sickenga - De Woede en de Wond

download Joost II Sickenga - De Woede en de Wond

of 13

description

faaf

Transcript of Joost II Sickenga - De Woede en de Wond

  • DE NIEUWE TONEELBIBLIOTHEEK

    Deze tekst is afkomstig van de online bibliotheek op www.denieuwetoneelbibliotheek.nl.

    De rechten, inclusief en met name de rechten voor uitvoering, liggen voor alle teksten bijde auteur en het is dan ook verplicht om voor elke vorm van uitvoering toestemming bijde betreffende schrijver aan te vragen. Voor elke schrijver is het van groot belang om teweten of zijn teksten worden uitgevoerd, dus neem alstublieft bij elke lezing, enscenering,bespreking in het onderwijs e.d. even contact op met de auteur! Het contact adres voordeze tekst is:

    Schrijver Joost II Sickenga

    Titel De woede en de wond

    Jaar 1998

    Uitvoering Dick Hauser

    Copyright (C) 1998 by Joost II Sickenga

  • DE WOEDE EN DE WOND

    JOOST II SICKENGA

  • PERSONAGES

    VOOR: Jongen van begin twintig.

    MIDDEN: Dezelfde jongen van begin twintig.

    ACHTER: Ook dezelfde jongen van begin twintig.

    1

  • In het midden een houten stoel waarvan de zitting ontbreekt. Links, tegen de achterwand, is een wasbak die zodanig in de ruimte past dat die niet als decor opvalt. De kraan boven de wasbak drupt. Gaandeweg de voorstelling begint de wasbak over te lopen.

    MIDDENik kom binnenik zie een stoelik moet op die stoel gaan zittenmoetik ga zittenik praat tegen mezelfmoet op die stoel gaan zittenzit je lekker?blijf ik nog effe staanben niet helemaal mezelf meeranders zat ik daar nu wel

    VOORsta hierja wat wil je dat ik anders doeik sta hierde rest kan rotten in dit zompige rotlandde waterhoofden kunnen het zelfs bij de wet verbiedenmij krijg je hier niet wegik sta hier en ik blijf hier staanrechtopme er bij neerleggen?het idee alleen almezelf te moeten voegentussen die veertien miljoen kapot geconsumeerde kadaverspeins er niet overals het buigen of barsten isdan maar barstenik ga niet buigendat jullie nu allemaal gebukt gaanik niet, ik sta hieren liggen doe ik nietrustdat ligt maarslijm slijmtde bekrompenheidbeklemmendik haat hetdat kortzichtigetegen de dijk op loenzende klootjesvolkwelk zich ruftend tegen elkaar aan nesteltonder de lijkwade vanhet is nou eenmaal zowelk niet het fut in hun belegen gatenkazen donder heeftom ook maar op hun rug te gaan liggenom naar de hemel te kijken

    2

  • dat kortzichtigetegen de dijk op loenzende klootjesvolkdat niet verder komtdan lamlendig te liggen zeikendat ze alleen maar gras ziengroengrasdat niet verder komtdan de emancipatie van de gehele mensheidte versimpelen tot de emancipatie van de vrouwom vervolgens die kwestie uit te vechtenop het niveau vanhij: maar ik ga toch al boodschappen doen?nee ze zijn best aardig met zijn allenal moet ik wel mijn neus dichtknijpenze rotten

    ACHTERer komt hiernooit iemandnooitrustlig hierniets bijzonders eigenlijklig hier haast altijdmet mijn ogen dicht zie ik ze nogweet van hunweet hoe ze eruit zienheb ze zelf verzameldweet van hunweet waar ze liggenheb ze er zelf neergelegdrustnooitiemandnooitze zijn er welweet wel dat ze er zijner zijn geluidenhun verwarmingsketels staan hierer is ook een geiserdie is van een man met een hondzijn badkamer is boven mijn bedals hij onder de douche staatheeft hij de radio aanaltijd

    VOORwat een gelulwaar ik vandaan komdat land is zo laag-bij-de-grondsdat het dijken nodig heeft om niet te verwateren

    3

  • dat eindeloze grenzelozedat: heb je m zwart gemaakt, die paarse trui?nee dit is die zwarte trui, idiootdat eeuwige geouwehoerzoveel dijkenen dan toch zo oeverloos kunnen zeikendag in dag uit dat stompzinnige gezwetsgezwamdat ligt maar elkaarmet de worstvingerslekkerin de vetrollen te wriemelende kolder van de poldereen slagschip van het genotmet de kick hoog in het vaandelen geluk achter grendel en slotde hoop wordt gekielhaalden vangt enkel bot

    ACHTERdie Gauloises daardie heb ik in Parijs gekochtin de tijddat elke zinnog een gedicht wasomdat we toennooit sliepen

    MIDDENdus: ik kom binnenik zie een stoelik ga op die stoel zittenzit je lekkerik ga niet op die stoel zittenga niet op die stoel zittenwant Leon zit al op die stoelLeon praat tegen zichzelf

    ACHTERgesuisvan wind in de ontluchtingwaterdat wegspoeltsteeds mindertot het druppeltdikijzeren buizenmet wit omrande draadeindeneen kind dat zingend de trap oplooptde ruzie van mensendie ik nog nooit heb gezienverklikt door de verwarmingrust

    4

  • dit vaatdoekje was vroegereen t-shirt van mijzo kleinwas ik toen

    VOORik sta hierdus ik stond daardaar de vader nooit wist wat hij moest kopenstond ik daarin mijn knuistjes het door zweet doorweekte briefjede eerste keermaar ik had het niet nodigkende de bestelling uit het hoofduh pardon hoor, maar dat ventje was voor uwordt er over mij heen gesnauwddan moet ze maar beter op haar beurt lettenknettert de dikke mevrouw terugik sta daargeheel nieuw voor mijditdat je voor jezelf moet opkomendat niet iedereen gewoon de plek inneemthem of haar door God gewezendat er n mevrouw is die eerder wilsneller wilhet is helemaal geen zij, dat daar is een hijach nee, dat is een meid dat zie je toch zonee h, jij bent een jongetje, ja toch?de dame achter de kassaze beslecht het geschil met de woordenzeg het maar, jochiezeg het maar jochie, zeg het maar jochie?het galmt door mijn hoofdkrijgt het heen en weer tussen mijn orenwat bedoelt die nu weer?is dat een gunst of zoloop ik de kans dat ik hier op een dag komen dat zij het dan gaat zeggen?het washet was donker toen ik eindelijk thuiskwam

    ACHTERzon komt hier nietalleen als de overbuurvrouwhet raam open zetdan wil die s ochtendsnog wel eens een enkele keernaar binnen, spiegelennaar binnenrusthet is er een hel

    5

  • dat stond in een kranten heb ik toen uitgekniptgelukkig is het van vroegerrustverveel me zeldenhaast altijdis er wel ietsaan het vertelleniets dat vertelten mocht het zo zijndat ze allemaal tegelijkertijd stil zijndan heb ik altijd het raam noghet raamhet raam en het feitdat er elke avondals ik ga slapenlicht door naar binnen valtals ik ga slapenhet licht en het raamhet raam met het geribbelde glashet geribbelde licht als ik ga slapende vlekken van buitenhet vlekkerige zwartschaduwen van

    MIDDENik kom binnenstoelik ga op die stoel zittenLeon komt binnenhij ziet die stoelhij moet op die stoel gaan zittenblijf ik nog effe staanzit je lekker?ik praat tegen mezelf

    VOORin vaders studeerkamer, weg van de gastenwat mij Godverdomme wel niet bezieldebaf!auw dat doet pijn hoorhou je mond dat doet helemaal geen pijnhoe haal je het in hemelsnaamjuist op opas begrafenisen dan nog te laat komen ookniet eens gewoon een boodschap voor mijopas begrafenis!opas begrafenisvolgens mij was die man indertijd dood geborendie man was zo goed gemanierd als betonspontaan was heidensals die wat zei dan kwam er alleen maar

    6

  • beleefde cementblubberuit zijn stroten daar is die in gestiktjan onvertogen woord ingesliktdodelijkpa en ma hadden het wel altijd overstrottenhoofdkankermaar dat zeiden ze alleen maaromdat het dan tenminste klonkals of hij er zelf niks aan had kunnen doenwant mensen die hun eigen leven willen inrichtendie worden daar toch alleen maar ongelukkig vanopas eigen dooddoenermaar hij had wel gelijkervaringsfeitwas zelf namelijk erg ongelukkigwou zelfGodverdommedus ik dachtals die schrijver onder de vulkaan het kandan kan ik onder de dijk het zekeren zet het vervolgensvoor het eerst van mijn levenop een zuipenalsof ik mijn hele leven nog niets gedronken haddrinkenkrijg ik het zo van in mijn boldat ik naar achteren loopdwars door de tafel met het koude buffetdie daar zo gezellig stondheen waggel om een aanloop te nemenen zo de dijk op te denderenwaar ik voor het eerst van mijn levenoog in oog stamet wat later de zee zou heteneen uitroep van verwondering volgtoverstemt de afkeurende blikken van ooms en tantesik neem nog een stapen glij op mijn kont de dijk afdansend en gierend van de lach recht ik mijn rugdie luchtdie lucht wat een verademingloop ik vervolgens de zee invoel ik ineens geen grond meer onder mijn voetendat er ergens een bad isdat niet enkel tot kniehoogte gevuld ishadden ze mij nooit vertelddaar waren ze zelf veel te bang voormoet je ze nu toch zien staan

    7

  • met zijn allen op de dijkde weduwen van hun eigen jeugdik schreeuw nogvan wie zijn al die tranen

    MIDDENik kom binnenLeon gaat zittenLeon zit met problemenik ga niet op die stoel zittenik lig hierzit je lekkerik moet op die stoel gaan zittenanders zat ik daar nu welmoetkan nietLeon praat tegen zichzelfmoet op die stoel gaan zittenzit je lekker

    ACHTERdie fles rode wijnwaar al die pleistersop zijn geplaktnog zo nik ken de verhalen welen zij kennen mijals ik niet naar ze luistergaan ze gewoon wegik luisterrustben best rijkvind ik zelfooit besloot ikdat ik wel genoeg hadalles wat erbij kwamkwam in plaats vandat leek me niet ergzinvolrusthet raamwaar?daarrustfotosfotos heb ik bijna nietde meeste mensen bewaren ze juist vaak in fotosvind dat zelf niet zo leukbij mij zitten ze meer in dingeneen leeg pakje sigarettenpennen, messen, dooie vlinderssommige punaises hebben het ook wel

    8

  • rustsomseen heel enkele keerkomt er nog een nieuwe bijvan achter het raamkomt die danvan achter het lichtik stop ze altijd ergens inwant die van het lichthebben van zichzelf niksdus dan geef ik ze ietsik stop ze ergens inrusthet raamhet raam en het lichtdat er doorheen schijnter achter zitnaar voren komtover de ribbels golftrimpels schrijft in glasgeribbeld glasals ik ga slapenhet raamhet lichtde vlekken van buitenkoud als glasals ik het met mijn vingers aanraakniet kan pakkentot ik op het licht klop klop klopweet je wie ik ben, ja?

    VOORallemaal eieren voor hun geld gekozeneieren!moet je nagaanwaarom geen kip gekocht?neeen dat ruik jeeierenbewaren ze allemaal voor laterbij een bank die meedenktalsof ze zelf kunnen denkenjullie komen niet uit een kutmaar uit een gehaktmolenjullie hobbelen teveelte traagkom doe een stap, waag een gokzet een stap, doe een zetgeef jezelf een trap en donder eens denderend voorbijhet duurt al veel te lang: nog evenhobbelend en hakkelend

    9

  • kwakend: maar misschienach lig niet te zeikendoe een zet, zet een stapga staan in plaats van liggenniet schoorvoetend maar schorschreeuwendkortomnee ik staal stoot ik mijn hoofdik staal stoot ik mijn hoofdik stastoot ik mijn hoofdmaar ik blijf staanen omdat het onvermijdelijk iszal ik wel weer mijn hoofd stotenmaar ik blijf staannet zo lang tot ik uit mezelf mijn kop tegen de muur sla

    ACHTERin vaag verwrongen vlekkenverhalenverhalen in vaag verwrongen vlekkenzie ik ietsis daar iemand?vlekkenkoud licht als mijn vingertoppenkoudniet kunnen pakkenkoudmijn hand verandertzwarte verwrongen vlekverbazing, verdachtklop klopis daar iemand?er ishet is donkerhet raamhet geribbelde glasgeen licht!het gerimpelde glasdat zwart iszwart dat donker ishet licht dat verdronken isniks geribbeld lichtniks verwrongen vlekkenverhalen?niks verhalenalleenalleen maarweet je wie ik ben?ja?

    10

  • MIDDENLeon komt binnenblijf iknog effe staan!

    VOORmoet je nou toch zienzit nog steedsgebrek aan ruggengraat te compenseren metmeubilairgeloof dat ik mijn kop weer stootwat?dat ik mijn kop weer stoot!rustwat jullie betreft heb ik me goed beseftjullie kunnen wel gaanik spreek liever tot de verbeeldingvuur en vlamblind en lamschraap je keelmaak kapot en laat niets heeldondert het niet dan deert het nietverteerd door verdriet is erkop nog staarthet is niets waardwat ik doedoet er niet toede hele zooi is gelijk een kooiwankel van woedekijkkijk naar mijik sta hierweet je wie ik ben, ja?

    MIDDENLeon komt binnenik moet gaan zittenpraat tegen mezelfkan niet meer liggenniet meer staankan nietLeon praat tegen zichzelfdat ben ikdat ben ik

    11