job 1..36 - viessmann.com · Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van...
Transcript of job 1..36 - viessmann.com · Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van...
VIESMANNMontage- enservicehandleidingvoor de vakman
Vitosolic 100
Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina
VITOSOLIC 100
5859 978 NL 7/2006 Bewaren a.u.b.!
Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming vanlichamelijk letsel en materiële schade.
Toelichting bij veiligheidsvoor-schriften
GevaarDit teken waarschuwt voor per-soonlijk letsel.
! OpgeletDit teken waarschuwt voormateriële schade en schadeaan het milieu.
OpmerkingGegevens met het woord "Opmer-king" bevatten aanvullende informa-tie.
Doelgroep
Deze handleiding is alleen bedoeldvoor erkende installateurs.& Werkzaamheden aan gasinstalla-ties mogen alleen door erkendeinstallateurs worden uitgevoerd.
& Elektrische werkzaamheden mogenalleen door elektromonteurs wordenuitgevoerd.
& De eerste inbedrijfstelling moet doorde installateur van de installatie ofeen door hem aangewezen vakmanplaatsvinden.
Voorschriften
Let bij de werkzaamheden op
& de wettelijke voorschriften inzakeongevalspreventie,
& de wettelijke voorschriften inzakede milieubescherming,
& de bepalingen inzake de ongeval-lenverzekering,
Wat te doen bij een gaslucht
GevaarOntsnappend gas kan explo-sies veroorzaken met zeer ern-stige verwondingen als gevolg.& Niet roken! Vermijd openvuur en vonkvorming. Nooitschakelaars van verlichtingen elektrische toestellenbedienen.
& Gasafsluitkraan sluiten.& Ramen en deuren openzet-ten.
& Personen verwijderen uit degevarenzone.
& Gas- en elektriciteitsbedrijfbuiten het gebouw waarschu-wen.
Wat te doen bij een rookgaslucht
GevaarRookgassen kunnen levensbe-dreigende vergiftiging veroor-zaken.& Haal de stekker uit de wand-contactdoos.
& Open ramen en deuren(buiten).
& Deuren van woonverblijvensluiten.
Veiligheidsvoorschriften
2
Veiligheidshandleiding
5859978NL
Werkzaamheden aan de installatie
& Haal de stekker uit de wandcontact-doos.
& Installatie beveiligen tegen opnieuwinschakelen.
& Bij gas als brandstof de gastoevoerafsluiten en beveiligen tegen onver-hoeds openen.
Herstelwerkzaamheden
! OpgeletDe reparatie van onderdelenmet een veiligheidstechnischefunctie brengt de veilige wer-king van de installatie ingevaar.Defecte onderdelen moetendoor orginele onderdelen vanViessmann worden vervangen.
Accessoires, en reserve-onderde-len
! OpgeletReserve-onderdelen en slij-tende onderdelen die nietsamen met de verwarmingsin-stallatie werden gekeurd, kun-nen de werking van deinstallatie nadelig beïnvloeden.Het monteren van niet-toegela-ten onderdelen en het uitvoe-ren van niet-goedgekeurdewijzigingen en montages kun-nen de veiligheid in gevaarbrengen en de garantie beper-ken.Bij vervanging uitsluitend origi-nele reserve-onderdelen vanViessmann of door Viessmanngoedgekeurde reserve-onder-delen gebruiken.
Veiligheidsvoorschriften (vervolg)
3
Veiligheidshandleiding5859978NL
MontagehandleidingMontagetipInstallatieconfiguraties................................................................................ 6Installatieschema ....................................................................................... 8
MontageverloopRegeling monteren ..................................................................................... 10Zonnecircuitpomp aansluiten ...................................................................... 10Veiligheidstemperatuurbegrenzer ............................................................... 11Collectortemperatuursensor ....................................................................... 12Boilertemperatuursensor ............................................................................ 12Netaansluiting ............................................................................................ 13
ServicehandleidingInbedrijfsnameRegeling in bedrijf nemen ........................................................................... 14Installatiegegevens instellen....................................................................... 14Relaistest uitvoeren .................................................................................... 16
ServicecontroleTemperaturen opvragen .............................................................................. 17Bedrijfsuren van de pompen opvragen ........................................................ 17Warmtehoeveelheid opvragen .................................................................... 17Toerental van de zonnecircuitpomp opvragen.............................................. 17Softwareversie opvragen ............................................................................ 17
Storingen oplossenStoringsmeldingen...................................................................................... 18Sensoren controleren ................................................................................. 19Zekering vervangen .................................................................................... 20
FunctiebeschrijvingTemperatuurverschil‐regeling ..................................................................... 21Maximale boilertemperatuurbegrenzing ...................................................... 21Collector‐grenstemperatuur ........................................................................ 22Minimale collectortemperatuurbegrenzing................................................... 22Vorstbeschermingsfunctie........................................................................... 22Toerentalregeling........................................................................................ 23Warmtebalancering..................................................................................... 24Collectorkoelfunctie .................................................................................... 24Terugkoelfunctie ......................................................................................... 25Intervalfunctie............................................................................................. 25Thermostaatfunctie..................................................................................... 25
Inhoudsopgave
4
Inhoudsopgave
5859978NL
Maximale boilertemperatuurregeling ........................................................... 26Bijkomende functie voor de tapwaterverwarming ......................................... 26Onderdrukking van de naverwarming door de verwarmingsketel.................. 28Aansluitingen via de aansluituitbreiding ...................................................... 29
Onderdelenlijst ......................................................................................... 31
Technische gegevens ............................................................................... 32
VerklaringenConformiteitsverklaring............................................................................... 33
Index ......................................................................................................... 34
Inhoudsopgave (vervolg)
5
Inhoudsopgave5859978NL
Overzicht
Op het instelniveau (zie pagina 16) de desbetreffende installatieconfiguratie”ANL” instellen.
OpmerkingBij instelling van een andere installatieconfiguratie worden alle parameters opde leveringsomvang gezet.
Functiebeschrijving Display‐weergaveTapwaterverwarming door zonne-warmte met monovalente of biva-lente warmwaterboilerBeschrijving, zie pagina 8.
OpmerkingNiet instellen als een sensor S3 wordtaangesloten.
ANL 1
Bivalente tapwaterverwarming enthermostaatfunctieBeschrijving, zie pagina 25.
ANL 2
Bivalente tapwaterverwarming enmaximale boilertemperatuurrege-lingBeschrijving, zie pagina 26.
ANL 3
Installatieconfiguraties
6
Montagetip
5859978NL
Functiebeschrijving Display‐weergaveBivalente tapwaterverwarming enonderdrukking van de naverwar-ming door de verwarmingsketel incombinatie met de aansluituitbrei-dingBeschrijving, zie pagina 28.
ANL 4
Bivalente tapwaterverwarming enbijkomende functieBeschrijving, zie pagina 26.
ANL 5
De volgende schema's gelden uitsluitend in combinatie met Vitotres 343 ofVitodens 343ANL 6 Vitotres 343‐/Vitodens 343‐
functieANL 7 Vitotres 343‐/Vitodens 343‐
functie en maximale boilertem-peratuurregeling
ANL 8 Vitotres 343‐/Vitodens 343‐functie en onderdrukking vande naverwarming door de ver-warmingsketel in combinatiemet de aansluituitbreiding
ANL 9 Vitotres 343‐/Vitodens 343‐functie en bijkomende functievoor de tapwaterverwarming
Installatieconfiguraties (vervolg)
7
Montagetip5859978NL
Montage
Bivalente tapwaterverwarming met Vitocell‐B 100/300
Tapwaterverwarming zonder zonne‐energie
Het bovenste gedeelte van de warm-waterboiler wordt door de verwar-mingsketel verwarmd. Deboilertemperatuurregeling met boiler-temperatuursensor van de ketelrege-ling schakelt de circulatiepomp voorde boilerverwarming.
Tapwaterverwarming met zonne‐energie
Om deze installatie‐uitvoering te realiseren moet in de regeling het installatie-schema ”ANL 1” geconfigureerd zijn (zie het overzicht op pagina 6).
Als het temperatuurverschil tussencollectortemperatuursensor S1 enboilertemperatuursensor S2 groter isdan het inschakel‐temperatuurver-schil ”DT E”, wordt de zonnecircuit-pomp R1 ingeschakeld en wordt dewarmwaterboiler verwarmd.De pomp wordt volgens de volgendecriteria uitgeschakeld:& waarde komt onder het uitschakel‐temperatuurverschil ”DT A”
& overschrijden van de elektronischetemperatuurbegrenzing ”S MX”
& bereiken van de temperatuur die opde veiligheidstemperatuurbegren-zer is ingesteld (indien aanwezig)
De vraag voor de bijkomende functiewordt door de omlaadpomp R2 gerea-liseerd (”ANL 5” instellen)
GevaarWarm water met een tempera-tuur boven 60 °C veroorzaaktbrandwonden.Om de temperatuur tot 60 °C tebegrenzen wordt best eenmenginrichting, bijv. een ther-mostatische mengklep geïn-stalleerd.Als bescherming tegen brand-wonden dient op het aftappunteen mengarmatuur gemon-teerd.
Installatieschema
8
Montagetip
5859978NL
A ZonnecollectorB CirculatieC WarmwaterboilerD Olie‐/gasketel
RL RetourVL AanvoerKW Koud waterWW Warm water
Pos. Naam Bestelnr.1 Vitosolic 100 7246 594S1 CollectortemperatuursensorS2 BoilertemperatuursensorR1 Zonnecircuitpomp
(geleverd met de Solar‐Divicon)7188 391 of7188 392
2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (zie pagina 11) Z001 9323 Aansluituitbreiding (zie pagina 29) 7170 927R2 Omlaadpomp Prijslijst Vitoset
Installatieschema (vervolg)
9
Montagetip5859978NL
Montage
Montageplaats:in de buurt van de warmwaterboiler met inachtname van de elektrische aanslui-tingen en de kabellengtes.
Zonnecircuitpomp aansluiten
Montage
In het pompstation Solar‐Diviconbevindt zich de circulatiepomp metaansluitkabel.
Aparte montage‐ en service-handleiding
Andere pompen moeten gekeurd zijnen volgens de fabrikantgegevens wor-den gemonteerd.Geen pompen met eigen toerentalre-geling gebruiken.
Aansluiting
Nom. stroom: 0,5 A
Regeling monteren
10
Montageverloop
5859978NL
Min. belasting van de relaisuitgangR1 bedraagt 20 W, zoniet de meege-leverde condensator parallel aan deverbruiker aansluiten.Belasting meer dan 120 W:
& koppelrelais monteren& de meegeleverde condensator aan-sluiten aan het koppelrelais parallelaan de relaisspoel
& Toerentalregeling deactiveren, ziepagina 23
A Aansluitruimte van de regeling
3‐aderige kabel met een kabeldoor-snede van 0,75 mm2.
Veiligheidstemperatuurbegrenzer
Een veiligheidstemperatuurbegrenzer in de warmwaterboiler is nodig als per m2
absorberoppervlak minder dan 40 liter boilervolume beschikbaar is. Met demontage worden temperaturen boven 90 °C in de warmwaterboiler veiligheids-halve vermeden.
Montage
De voeler van de veiligheidstempera-tuurbegrenzer in de boilerafsluitkap(toebehoren bij Vitocell) monteren.
Montagehandleiding boileraf-sluitkap
Zonnecircuitpomp aansluiten (vervolg)
11
Montageverloop5859978NL
Montage
Aansluiting
Uitsluitend mogelijk met de aansluit-uitbreiding (toebehoren), ziepagina 29.
3‐aderige kabel met een kabeldoor-snede van 1,5 mm2.
Temperatuurinstelling
Leveringsomvang: 120 °COmschakeling op 90 °C vereist
Montagehandleiding veilig-heidstemperatuurbegrenzer
Collectortemperatuursensor
Montage
Montagehandleiding collector
Aansluiting
Sensor op S1 (klemmen 1 en 2) aan-sluiten.Verlenging van de aansluitkabel:2‐aderige kabel met een kabeldoor-snede van 1,5 mm2.
OpmerkingDe kabel mag niet bij 230/400‐V‐kabels worden geïnstalleerd.
Boilertemperatuursensor
Montage
Vindt plaats met de inschroefhoek. Montagehandleiding warmwa-terboiler
Aansluiting
Sensor op S2 (klemmen 3 en 4) aan-sluiten.
Verlenging van de aansluitkabel:
Veiligheidstemperatuurbegrenzer (vervolg)
12
Montageverloop
5859978NL
2‐aderige kabel met een kabeldoor-snede van 1,5 mm2.
Netaansluiting
Voorschriften
De netaansluiting en veiligheidsmaat-regelen moeten plaatsvinden conformde NEN‐voorschriften!De voedingskabel naar de regelingmoet volgens de voorschriften afge-zekerd zijn.
A Aansluitruimte van de regelingB Netschakelaar (door de installa-
teur te voorzien)C Netspanning 230 V/50 Hz
Netaansluiting (230 V~) maken viaeen tweepolige netschakelaar van deinstallateur.Deze vrijschakeling moet gebeurenmet een scheidingsinrichting die tege-lijk alle niet‐geaarde geleiders meteen min. contactopening van 3 mmscheidt.
GevaarVerkeerde aansluiting kan toternstig letsel en materiëleschade aan het apparaat lei-den.Aders ”L” en ”N” niet verwisse-len:
L Klem 20N Klem 19
Boilertemperatuursensor (vervolg)
13
Montageverloop5859978NL
Montage
Netspanning inschakelen, de regelingdoorloopt een initialisatiefase.De regeling staat in automatischewerking.De werkingsindicator brandt groen.
Installatiegegevens instellen
Op het instelniveau kunnen de volgende parameters en functies worden inge-steld:een uitvoerige toelichting van de functies staat in het hoofdstuk ”Functiebe-schrijvingen”.
Display‐weergave
Parameter InstellingenLeve-ringsom-vang
Waardemin. max.
ANL Installatieconfiguratie(zie pagina 6)
1 1 9
DT E Inschakel‐temperatuurver-schil(zie pagina 21)
6 °C 1,5 °C 20,0 °C
DT A Uitschakel‐temperatuur-verschil(zie pagina 21)
4 °C 1,0 °C 19,5 °C
DT S Verschiltemperatuur voorstart van de toerentalrege-ling(zie pagina 23)
10 K 1,5 K 30 K
ANS Stijging(zie pagina 23)
2 K 1 K 20 K
S MX Maximale boilertempera-tuurregeling(zie pagina 21)
60 °C 2 °C 90 °C
NOT Collector‐grenstempera-tuur(zie pagina 22)
140 °C 110 °C 200 °C
Regeling in bedrijf nemen
14
Inbedrijfsname
5859978NL
Display‐weergave
Parameter InstellingenLeve-ringsom-vang
Waardemin. max.
OKX Maximale collectortempe-ratuurbegrenzing (collec-torkoelfunctie)(zie pagina 24)
OFF OFF ONKMX 120 °C 100 °C 190 °C
OKN Minimale collectortempe-ratuurbegrenzing(zie pagina 22)
OFF OFF ONKMN 10 °C 10 °C 90 °C
OKF Bescherming tegen vorst(zie pagina 22)
OFF OFF ONKFR 4 °C −10 °C 10 °CORUE Terugkoelfunctie
(zie pagina 25)OFF OFF ON
ORK Intervalfunctie(zie pagina 25)
OFF OFF ON
NH E Inschakeltemperatuur voorthermostaatfunctie(zie pagina 25)
40 °C 0,5 °C 95 °C
NH A Uitschakeltemperatuurvoor thermostaatfunctie(zie pagina 25)
45 °C 0,5 °C 95 °C
OWMZ Warmtebalancering(zie pagina 24)
OFF OFF ONVMAXbij 100%pomptoe-rental
3,0 l/min 0,1 l/min 20,0 l/min
MEDT 3 0 3MED% 40 20 70n1MN Min. toerental
(zie pagina 23)30% 30% 100%
HND1 Handbediening relais 1(zie pagina 16)
AUTO OFF ON
HND2 Handbediening relais 2(zie pagina 16)
AUTO OFF ON
VERS Softwareversie van de re-geling(zie pagina 17)
— — —
Installatiegegevens instellen (vervolg)
15
Inbedrijfsname5859978NL
Service
Instelniveau oproepen
Druk op de volgende knoppen:
1. + tot ”hP1”, ”hP2” of ”MWh”(afhankelijk van de installatie-configuratie) verschijnt.
2. + ca. 3 s; ”ANL” verschijnt.
3. +/− voor de gewenste parameter.
4. OK ”SET” knippert.
5. +/− voor de gewenste waarde.
6. OK ter bevestiging.
OpmerkingDe weergave gaat na ca. 3 min. naarde weergave van de collectortempe-ratuur als verder geen instellingenworden aangebracht.
Relaistest uitvoeren
Druk op de volgende knoppen:
1. + tot ”hP1”, ”hP2” of ”MWh”(afhankelijk van de installatie-configuratie) verschijnt.
2. + ca. 3 s; ”ANL” verschijnt.
3. + tot ”HND1” resp. ”HND2” ver-schijnt.HND relais 1HND2 relais 2
4. OK ”SET” knippert.
5. +/− voor de gewenste instelling:Auto regelwerkingON Aan (100%)
”Æ” verschijnt en ”¨”knippert.De werkingsindicatorknippert afwisselendrood en groen.
OFF Uit”Æ” verschijnt en ”¨”knippert.De werkingsindicatorknippert afwisselendrood en groen.
6. OK ter bevestiging.
7. Na beëindiging van de relaistest”Auto” instellen.
Installatiegegevens instellen (vervolg)
16
Inbedrijfsname
5859978NL
Afhankelijk van de installatieconfiguratie en de instellingen kunnen de volgendetemperaturen worden opgevraagd:
KOL collectortemperatuurTSPU boilertemperatuurS3 temperatuur sensor S3
Bedrijfsuren van de pompen opvragen
Met +/− ”hP1” of ”hP2” kiezen. Terugzetten van de waarden
OK 5 s indrukken.
Warmtehoeveelheid opvragen
Met +/− ”kWh” en ”MWh” kiezen.Beide waarden optellen.
Terugzetten van de waarden
OK 5 s indrukken.
Toerental van de zonnecircuitpomp opvragen
Met +/− ”n1%” kiezen.
Softwareversie opvragen
Met + ”VERS” kiezen.
Temperaturen opvragen
17
Servicecontrole5859978NL
Service
Storingen van de sensoren worden getoond op het display en door knipperenvan de werkingsindicator (knippert rood).
Kortsluiting collectortemperatuursen-sor
Onderbreking collectortemperatuur-sensorIndien bij indicatie ”KOL” een tempe-ratuur wordt weergegeven, maar derode storingsindicatie blijft knipperen,toets ”+” indrukken.
Kortsluiting boilertemperatuursensor
Onderbreking boilertemperatuursen-sor
Kortsluiting temperatuursensor S3
Onderbreking temperatuursensor S3
Storingsmeldingen
18
Storingen oplossen
5859978NL
1. Desbetreffende sensor afklemmenen weerstand meten.
2. Meetresultaat vergelijken met wer-kelijke temperatuur (opvraging ziepagina 17).Bij sterke afwijking montage contro-leren en evt. sensor vervangen.
Technische gegevens
Boilertemperatuursen-sor, Pt 500
Collectortemperatuur-sensor, Pt 500
Beschermingsgraad IP 53 IP 53Toegelaten omge-vingstemperatuur& bij werking ‐20 tot + 90 °C ‐20 tot + 200 °C& bij opslag en trans-port
‐20 tot + 70 °C ‐20 tot + 70 °C
Sensoren controleren
19
Storingen oplossen5859978NL
Service
A Aansluitruimte van de regelingB Zekering, T4 A
Aansluitruimte van de regeling ope-nen.Reservezekering wordt meegeleverd.
Zekering vervangen
20
Storingen oplossen
5859978NL
De regeling bepaalt het temperatuur-verschil tussen collectortemperatuurS1 en boilertemperatuur S2 en verge-lijkt dit met het ingestelde inschakel‐temperatuurverschil ”DT E”.
Bij overschrijden van ”DT E” wordt dezonnecircuitpomp ingeschakeld. Opde display verschijnt het symbool””.Bij een waarde lager dan het uitscha-kel‐temperatuurverschil ”DTA” wordtde zonnecircuitpomp uitgeschakeld.
Instelparameter Leveringsomvang InstelgebiedDT E 6,0 K 1,5 tot 20,0 KDT A 4,0 K 1,0 tot 19,5 K
OpmerkingDT E kan min. 0,5 K boven DT A wor-den ingesteld.DT A kan max. 0,5 K onder DT E wor-den ingesteld.
Maximale boilertemperatuurbegrenzing
Bij overschrijden van de maximaleboilertemperatuurregeling”S MX”wordt de zonnecircuitpomp uitgescha-keld om oververhitting van de warm-waterboiler te vermijden; het symbool”È” verschijnt.
Instelparameter Leveringsomvang InstelgebiedS MX 60 °C 2 tot 90 °C
Bij het bereiken van de boiler‐veilig-heidstemperatuur vindt een veilig-heidsuitschakeling plaats; hetsymbool ”¨” knippert.
Temperatuurverschil‐regeling
21
Functiebeschrijving5859978NL
Service
Bij overschrijden van de temperatuur”NOT” wordt de zonnecircuitpomp terbescherming van de installatiecompo-nenten uitgeschakeld; het symbool”¨” knippert.
Instelparameter Leveringsomvang InstelgebiedNOT 140 °C 110 tot 200 °C
OpmerkingBij de instelling 200 ºC is de functieniet actief.
Minimale collectortemperatuurbegrenzing
Minimum‐inschakeltemperatuur”KMN” die overschreden moet wordenzodat de zonnecircuitpomp wordtingeschakeld.Daarmee wordt veelvuldig inschake-len van de pomp voorkomen.
Als de temperatuur met 5 K wordtonderschreden wordt de pomp uitge-schakeld; het symbool ”e” knippert.
1. Op het instelniveau (zie pagina 16)”OKN” op ”On” zetten.
2. Waarde voor ”KMN” instellen.
Instelparameter Leveringsomvang InstelgebiedKMN 10 °C 10 tot 90 °C
Vorstbeschermingsfunctie
OpmerkingFunctie uitsluitend activeren bij gebruik van water als warmtedragend medium.
Als de collectortemperatuur onder dewaarde ”KFR” daalt, wordt de zonne-circuitpomp ingeschakeld om collec-torschade te vermijden.Het symbool ”e” verschijnt bij geacti-veerde functie en knippert als de zon-necircuitpomp draait.
1. Op het instelniveau (zie pagina 16)”OKF” op ”ON” zetten.
2. Waarde voor ”KFR” instellen.
Collector‐grenstemperatuur
22
Functiebeschrijving
5859978NL
Instelparameter Leveringsomvang InstelgebiedKFR 4 °C ‐10 tot +10 °C
Toerentalregeling
De toerentalregeling is in de fabriekvoor pomp R1 geactiveerd.Deze pomp mag geen eigen toeren-talregeling hebben. Getrapte pompenop de hoogste trap instellen.
OpmerkingBij gebruik van pompen met eeneigen toerentalregeling het minimum-toerental op 100 % instellen.
Bij overschrijden van ”DT E” wordt dezonnecircuitpomp ingeschakeld.Stijgt het temperatuurverschil tot”DT S” (temperatuurverschil voor startvan de toerentalregeling), wordt hettoerental bij elke verhoging van de in ”ANS” (stijging) ingestelde waarde met10% verhoogd.
Instelparameter Leveringsomvang Instelgebiedn1MN 30 % 30 tot 100 %DT S 10 K 1,5 tot 30 KANS 2 K 1 tot 20 K
VoorbeeldDT E = 5 KDT S = 10 KANS = 2 K
Toerentalregeling deactiveren
Voor ”n1MN” 100% instellen.
Vorstbeschermingsfunctie (vervolg)
23
Functiebeschrijving5859978NL
Service
De balancering vindt plaats met hettemperatuurverschil tussen collector‐en boilertemperatuur en het inge-stelde debiet (zie servicehandleiding”Vitosol”).
1. Op het instelniveau (zie pagina 16)”OWMZ” op ”ON” zetten.
2. Waarde voor het debiet aflezen opde Solar‐Divicon bij een toerentalvan 100 % en voor ”VMAX” instel-len.
3. Soort vorstbescherming van hetwarmtedragend medium ”MEDT”instellen.
4. Evt. mengverhouding van hetwarmtedragend medium ”MED%”instellen.
Instelling MEDT Warmtedragend medium0 Water1 Propyleenglycol2 Ethyleenglycol3 Viessmann warmtedragend medium
Instelparameter Leveringsomvang InstelgebiedVMAX 3,0 l/min 0,1 tot 20 l/minMEDT 3 0 tot 3MED% 40% 20 tot 70%
Collectorkoelfunctie
Bij het bereiken van de ingesteldemaximumtemperatuur van de boiler”S MX” wordt de zonnecircuitpompuitgeschakeld.Als de collectortemperatuur tot deingestelde maximumtemperatuur vande collector ”KMX” stijgt, wordt depomp zolang ingeschakeld tot de tem-peratuur 5 K lager is (het symbool ”È”knippert). Daarbij kan de boilertempe-ratuur verder stijgen, maar slechts tot95 °C; daarna wordt de pomp uitge-schakeld (het symbool ”¨” knippert).
1. Op het instelniveau (zie pagina 16)”OKX” op ”ON” zetten.
2. Waarde voor ”KMX” instellen.
Warmtebalancering
24
Functiebeschrijving
5859978NL
Instelparameter Leveringsomvang InstelgebiedKMX 120 °C 100 tot +190 °C
Terugkoelfunctie
Uitsluitend activeren bij installaties met vlakke collectoren.
De functie ”ORUE” heeft alleen zin alsde collectorkoelfunctie (zie pagina 24)is geactiveerd.Door de collectorkoelfunctie kan dewarmwaterboiler tot een hogere tem-peratuur dan S MX (zie pagina 21)worden verwarmd.
's Avonds draait de pomp dan zolangdoor (het symbool ”È” knippert) tot dewarmwaterboiler via de collector ende buisleidingen tot de ingesteldemaximumtemperatuur van de boiler”S MX” wordt teruggekoeld.
Op het instelniveau (zie pagina 16)”ORUE” op ”ON” zetten.
Intervalfunctie
Bij installaties met ongunstig geplaatste collectortemperatuursensor deze inter-valfunctie activeren om tijdsvertraging bij het registreren van de collectortempe-ratuur te verhinderen.
Hiervoor wordt de zonnecircuitpompbij een stijging van de collectortempe-ratuur met 2 K gedurende 30 s inge-schakeld.
Op het instelniveau ”ORK” op ”ON”zetten.
Thermostaatfunctie
Alleen in combinatie met de aansluituitbreiding (zie pagina 29).
Met deze functie wordt bereikt datovertollige warmte zo snel mogelijkwordt afgevoerd.
Voor deze functie, die onafhankelijkvan het zonnesysteem kan werken(bijv. benutting van overtolligewarmte), worden sensoringang S3 enrelaisuitgang R2 gebruikt.
Collectorkoelfunctie (vervolg)
25
Functiebeschrijving5859978NL
Service
Bij ingeschakeld relais R2 verschijnthet symbool ”Ô.
1. Op het instelniveau (zie pagina 16)”ANL 2” instellen.
2. Waarde voor ”NH E” en ”NH A”instellen.
Instelparameter Leveringsomvang InstelgebiedNH E 40 °C 0,5 tot 95 °CNH A 45 °C 0,5 tot 95 °C
NH E > NH A Functie wordt gebruiktvoor de benutting vanovertollige warmte
NH E < NH A Functie wordt gebruiktvoor naverwarming
Maximale boilertemperatuurregeling
Met deze functie wordt bereikt datovertollige warmte bij het bereikenvan de maximale boilertemperatuurre-geling ”S MX”, (zie pagina 21) bijv.naar een voorverwarmingsboilerwordt afgevoerd.
Voor deze functie wordt relaisuitgangR2 gebruikt.Bij ingeschakeld relais R2 verschijnthet symbool ”Ô.
Op het instelniveau (zie pagina 16)”ANL 3” instellen.
Bijkomende functie voor de tapwaterverwarming
In de volgende regelingen moet de elektronische printplaat worden vervangen:
Regeling Elektronische printplaatVitotronic 200, type KW1,Bestelnr. 7450 351, 7450 740
Bestelnr. 7823 980
Vitotronic 200, type KW2,Bestelnr. 7450 352, 7450 750Vitotronic 300, type KW3,Bestelnr. 7450 353, 7450 740
Thermostaatfunctie (vervolg)
26
Functiebeschrijving
5859978NL
Regeling Elektronische printplaatVitotronic 200, type GW1,Bestelnr. 7143 006
Bestelnr. 7824 029
Vitotronic 300, type GW2,Bestelnr. 7143 156Vitotronic 333, type MW1,Bestelnr. 7143 421
Bestelnr. 7824 030
In installaties met warmwaterboilers die een boilerinhoud van meer dan 400 literhebben, moet de gehele waterinhoud op 60 °C worden gehouden en voorver-warmtrappen van meer dan 400 liter inhoud moeten eenmaal per dag tot 60 °Cworden verwarmd.Wij adviseren verwarming in de late middaguren zodat het onderste boilerge-deelte resp. de voorverwarmtrap, die door het te verwachten aftappatroon 'savonds afkoelt en de volgende morgen weer koud is, en zodoende weer metzonnewarmte kan worden verwarmd.
Voorwaarde& Alleen in combinatie met de aan-sluituitbreiding (zie pagina 29).
& Ketelregeling met KM‐BUS
1. KM‐BUS op klemmen 7 en 8 in deVitosolic 100 aansluiten.
2. Op de ketelregeling de2e gewenste tapwatertemperatuurcoderen.
Montage‐ en servicehandlei-ding ketelregeling
3. Op de ketelregeling de4e warmwaterfase instellen.
Montage‐ en servicehandlei-ding ketelregeling
4. Op het instelniveau (zie pagina 16)”ANL 5” instellen.
Voor deze functie wordt relaisuitgangR2 gebruikt.Om ook het onderste gedeelte van dewarmwaterboiler tot de gewenste tem-peratuur te verwarmen, ontvangt desolarregeling van de ketelregeling viade KM‐BUS het signaal om de op R2aangesloten omlaadpomp in te scha-kelen.Bij ingeschakeld relais R2 verschijnthet symbool ”Ô.
Bijkomende functie voor de tapwaterverwarming (vervolg)
27
Functiebeschrijving5859978NL
Service
Nalaadonderdrukking in combinatie met regelingen en KM‐BUS
Van de ketel‐ en verwarmingscircuitregelingen in de tabel op pagina 26 moet deelektronische printplaat worden vervangen.
Bij aansluiting van de KM‐BUS op deklemmen 7 en 8 in de Vitosolic 100 isde functie geactiveerd.De naverwarming van de warmwater-boiler door de verwarmingsketel wordtdoor de zonneregeling onderdrukt alsde warmwaterboiler wordt opgeladen.In de ketelregeling wordt via codeer-adres ”67” een 3e gewenste tapwater-temperatuur ingesteld. Deze waardemoet onder de 1e gewenste tapwater-temperatuur liggen.
Montage‐ en servicehandlei-ding ketelregeling
De warmwaterboiler wordt pas doorde verwarmingsketel verwarmd alsdeze gewenste waarde niet met hetzonnesysteem wordt bereikt.
Nalaadonderdrukking in combinatie met regelingen zonderKM‐BUS
Alleen in combinatie met de aansluituitbreiding (zie pagina 29).
Op het instelniveau (zie pagina 16)”ANL 4” instellen.
De naverwarming van de warmwater-boiler door de verwarmingsketel wordtdoor de zonneregeling onderdrukt alsde warmwaterboiler wordt opgeladen.
Via een weerstand in de aansluituit-breiding wordt een ca. 10 K hogere,werkelijke tapwatertemperatuur gesi-muleerd.De warmwaterboiler wordt pas doorde verwarmingsketel verwarmd alsdeze gewenste tapwatertemperatuurniet met het zonnesysteem wordtbereikt.
Onderdrukking van de naverwarming door de verwarmingsketel
28
Functiebeschrijving
5859978NL
A AansluituitbreidingB Vitosolic 100C Bij aansluiting van een veilig-
heidstemperatuurbegrenzer debrug verwijderen
D Zonnecircuitpomp
E Circulatiepomp (afhankelijk vanhet ingestelde installatieschemaANL)
F VeiligheidstemperatuurbegrenzerG Boilertemperatuursensor (PTC)H Boilertemperatuursensor (NTC)K Naar ketelregelingL Netschakelaar, extern
KleurenlegendeBK zwartBN bruinBU blauw
Aansluitingen via de aansluituitbreiding
29
Functiebeschrijving5859978NL
Service
A AansluituitbreidingG Boilertemperatuursensor (PTC)H Boilertemperatuursensor (NTC)M Vitotronic
N Dekamatik*1Viessmann Trimatik*1Duomatik*1Unomatik*1
O EurolamatikP Regeling Vitodens en VitopendR Regeling Pendola
Aansluitingen via de aansluituitbreiding (vervolg)
30
Functiebeschrijving
5859978NL
*1Aansluitkabel, bestelnr. 7450 061, nodig.
Opmerking voor de bestelling vanonderdelenVermeld het bestelnr. en het serienr.(zie typeplaat) evenals het positie-nummer van het onderdeel (van dezeonderdelenlijst).Courante onderdelen vindt u in deplaatselijke vakhandel.
Onderdelen010 Collectortemperatuursensor020 Boilertemperatuursensor030 Meegeleverde trekbelemmering,
condensator en zekering040 Zekering, T 4 A050 Montage‐ en servicehandleiding060 Ontwerphandleiding
Onderdelenlijst
31
Onderdelenlijst5859978NL
Service
Nominale span-ning
230 V∼
Nominale fre-quentie
50 Hz
Nom. stroom 4 A∼Opgenomen ver-mogen
2 W
Veiligheidsklasse IIBeschermings-graad
IP 20 D volgensEN 60529, dooropbouw/inbouw tegaranderen
Werking Type 1 B conformEN 60730‐1
Toegest. omge-vingstemperatuur& bij werking 0 tot +40 °C
Gebruik in woon‐en stookruimtes(normale omge-vingsvoorwaar-den)
& bij opslag entransport
‐20 tot +65 °C
Nominale belasting van de relaisuit-gangen bij 230 V∼:& R1 0,5 A∼& R2 4 (2) A∼
Technische gegevens
32
Technische gegevens
5859978NL
Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D‐35107 Allendorf, verklaren op eigenverantwoordelijkheid dat het product Vitosolic 100 met de volgende normenovereenstemt:
EN 55 014‐1EN 60 730
Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit productmet _ gekenmerkt:
89/336/EEG73/23/EEG
Allendorf, 1 juli 2006 Viessmann Werke GmbH&Co KG
vert. Manfred Sommer
Conformiteitsverklaring
33
Verklaringen5859978NL
Service
AAansluituitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29Automatische werking . . . . . . . . . . . . . 14, 16
BBedrijfsuren van de pompen& opvragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17& terugzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17Bijkomende functie voor detapwaterverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26Boilertemperatuursensor . . . . . . . . . . . . . . 12
CCollector‐grenstemperatuur . . . . . . . . . . 22Collectorkoelfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24Collectortemperatuursensor . . . . . . . . . 12Conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . 33
GGeldigheidsverwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
HHandbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16Handmatige werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
IInbedrijfsname. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14Installatiegegevens instellen. . . . . . . . . 14Instelniveau oproepen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 16Intervalfunctie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
MMaximaleboilertemperatuurbegrenzing. . . . . . . . 21Maximale boilertemperatuurregeling .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26Maximalecollectortemperatuurbegrenzing . . . 24Minimalecollectortemperatuurbegrenzing . . . 22
NNalaadonderdrukking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28Netaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
OOnderdelenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
RRegeling in bedrijf nemen . . . . . . . . . . . . . 14Regeling monteren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10Relaistest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
SSensoren controleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19Softwareversie opvragen. . . . . . . . . . . . . . 17Storingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
TTemperaturen opvragen . . . . . . . . . . . . . . . 17Temperatuurverschil‐regeling . . . . . . . 21Terugkoelfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25Thermostaatfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25Toerental opvragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17Toerentalregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
VVeiligheidstemperatuurbegrenzer . . 11Vorstbeschermingsfunctie . . . . . . . . . . . . 22
WWarmtebalancering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24Warmtehoeveelheid& opvragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17& terugzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
ZZekering vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20Zonnecircuitpomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Index
34
Index
5859978NL
35
5859978NL
Geldig voor
Geldig voor de regeling Vitosolic 100,Bestelnr. 7246 594
36
Gedrukt
opmilieuvriendelijk,
chloorvrijg
ebleekt
papier
5859978NL
Tech
nisch
ewijz
igingenvo
orbehouden.
Viessmann Nederland B.V.Postbus 3222900 AH Capelle a/d IJsselTel. : 010-458 44 44Fax : 010-458 70 72e-mail : [email protected]