Jg3nr1 weekers
description
Transcript of Jg3nr1 weekers
De pechstrook van het maatschappelijk verkeer
Arbitrage, ombudswerk, justitie of welke andere vorm van geschillenbeslechting
dan ook, het zijn niet meer dan mechanismes die zich ergens op de pechstrook van
het maatschappelijk verkeer bevinden. Jazeker, vanaf hun brede rijbaan erkennen de
verkeersdeelnemers de pechstrook wel, maar de pechstrook moet nu ook weer niet gaan
overdrijven.
De verkeersdeelnemers op die grote rijbaan lezen dan ook niet graag dat arbitrage
“gemoedsrust bereikt door op meticuleuze wijze elke bouwsteen die bijdraagt tot de uit-
eindelijke beslissing zorgvuldig te motiveren of door gevestigde kennis in vraag te stellen
en zijn redenering van nul op te bouwen”. Als De Meulemeester daar nog het argument
aan toevoegt dat arbitrage ons “het recht doet beleven”, dan moet ik denken aan mijn ei-
Respons: Bart Weekers
Arbitrage gedijt slecht in de publieke sector
De politiek keek vreemd op toen de VRT onlangs een arbitragecommissie vroeg over de voorgenomen besparingen. Nauwelijks had de VRT die vraag gesteld, of het Vlaams Parlement verwees het voornemen naar de prullenmand (actuele vragenronde van 1 oktober 2014). Een arbiter, die nochtans wel degelijk voorzien is in de lopende beheersovereenkomst tussen de VRT en de politiek, zou eventueel in een volgende fase overwogen kunnen worden. Maar afgelopen herfst was het daarvoor nog veel te vroeg, zo oordeelde het parlement: er moest nu eerst maar onderhandeld worden tussen de VRT en de politiek, zonder een pottenkijker-arbiter, die alleen maar tot politieke spelletjes zou leiden.
Dat de VRT een arbitragecommissie vroeg, sluit naadloos aan bij het warme pleidooi voor arbitrage van Dirk De Meulemeester, zou je kunnen zeggen. In mijn respons zal ik vanuit mijn ervaringen als ombudsman proberen uit te leggen waarom het zo moeilijk is om arbitrage te laten gedijen in de Vlaamse publieke sector.
83Arbitrage gedijt slecht in de publieke sector
1 “De Faculteit Rechtsgeleerdheid van de KU Leuven reikt op 23 juni 2014 de eerste diploma’s uit aan bemiddelaars in bestuurszaken.” (zie: http://www.vvbbci.be/eerste-bemiddelaars-in-bestuurszaken-opgeleid-aan-ku-leuven/) .
gen oude slogan die ik ondertussen al lang opgeborgen heb. Die oude slogan luidde “elke
klacht is een geschenk”. Ik ben ondertussen gaan beseffen dat ze mijn ‘geschenk’ toch
vooral achter zich willen laten in de vuilcontainers op de parking en dat iedereen zo snel
mogelijk terug de rijbaan op wil.
Of het nu om ongenoegen gaat over overheidsdienstverlening of om geschillen
in de private sector: de verkeersdeelnemers zoeken hun ‘beleving’ echt wel elders. De
Meulemeester schrijft het trouwens ook: “zo snel mogelijk die commerciële relatie her-
vatten”, is uiteraard waar het echt om draait. In die zin is het voor een ombudsman of
arbiter toch altijd wat oppassen geblazen om de partijen te confronteren met al te uit-
gesponnen procedures. “Time is money”. En ook bij de Vlaamse ombudsman voelen we
heel goed dat de maatschappij concrete resultaten verwacht, liefst zonder veel omhaal
van woorden of procedures
In de publieke sector is er geen sprake van ‘partijwil’.
Maar het grote knelpunt zit uiteraard in wat De Meulemeester de ‘partijwil’ noemt. De
partijwil, waarbij de betrokken partijen overeenkomen dat ze zullen naleven wat een
derde (de arbiter) hen opdraagt. De VRT en alle andere sectoren die getroffen worden
door de besparingsronde, kunnen zich maar beter niet al teveel illusies maken: in de
publieke sector laat de ‘balance of power’ niet met zich spotten. Als de politiek oordeelt
dat de tering naar de nering gezet moet worden, dan is er niets te arbiteren of arbitraal op
te dragen aan de overheid. Heronderhandelen, dat wel, maar alleen binnen de financiële
krijtlijnen die de politiek eenzijdig trekt.
Ik ben ervan overtuigd dat arbitrage en mediatie eerder gedijen in de context van
private geschillen tussen partners van gelijk of vergelijkbaar gewicht. De Meulemeester
lijkt het succes van de arbitrage trouwens ook zelf te situeren op internationaal vlak, als
er grensoverschrijdend verbintenissen worden aangegaan.
Dezer dagen1 worden opleidingen georganiseerd die het concept van bemidde-
ling proberen te vertalen naar de publieke sector. In die opleidingen wordt zwaar de na-
druk gelegd op de onthechtheid van de bemiddelaar die vooral geen partij zou mogen
kiezen. Mijn medewerkers en ikzelf kunnen daar alleen maar met verbazing naar kij-
ken. De Vlaamse Ombudsdienst is al 15 jaar bezig met “klachten te onderzoeken over de
Vlaamse bestuursinstanties en daarbij bemiddelend op te treden”, en na die 15 jaar weten
wij alvast dat wij alleen resultaten boeken als we juist heel duidelijk partij kiezen in het
conflict.
84 Arbitrage gedijt slecht in de publieke sector
Dat werkt uiteraard in twee richtingen. Veel burgers krijgen van ons te horen dat
ze ongelijk hebben. En als we dan eens een keer een burger gelijk geven, bereiken we
alleen een verzoeningsresultaat door de overheid in niet mis te verstane bewoordingen
duidelijk ons gedacht te zeggen. Neem bijvoorbeeld De Lijn. Vanuit juridisch oogpunt
bestaat geen schadevergoeding voor een bus die niet komt opdagen. Wij aanvaarden
die juridische spelregel, maar dat houdt ons niet tegen om in onbillijke situaties com-
merciële gestes, zoals sorry-tickets, te bepleiten en steeds vaker te verkrijgen. Zoals de
schoolreis die volledig in de soep draait, doordat de bus ’s morgens te laat bij de school
toekwam
Voorbij de pechstrook, wacht de rechter
Dirk De Meulemeester heeft het ook over het korps van overheidsrechters en lijkt
hen wat te kietelen door erop te wijzen dat arbiter een zeer oud beroep is, terwijl het
concept dat een overheid tussenkomt om private geschillen te beslechten, een recent
gegeven is (“arbitrage als alternatief of substituut”). Als auditeur in de Raad van State
was ik zelf jarenlang lid van het korps van overheidsrechters. En ik moet toegeven dat
het vaak frustreerde om zaken te moeten behandelen die compleet voorbijgingen aan
wat de werkelijke kern was van het conflict. Zoals een vormfout bij het ontslag van een
werknemer die nochtans overduidelijk zijn ontslag verdiende.
Maar ondertussen zie ik dat toch wat anders en ervaar ik, als ombudsman, meer
dan eens, dat de rechter de echte vangrail is voorbij de pechstrook. Om het verkeer weer
vlot te krijgen, is de geïnstitutionaliseerde rechter met zijn harde beslissende hand soms
echt nodig, als de arbiter of de ombudsman maar rondjes blijven draaien op hun pech-
strook. Ik ben dan bijvoorbeeld maar wat blij dat mijn inspanningen om de collega’s op
een werkvloer weer met mekaar te verzoenen, een beslissende duw krijgen doordat de
rechter een willekeurig ontslag ook echt ongedaan maakt en daarmee de weerspannige
werkgever weer bij de les brengt.
Onderhandelen, bemiddelen, arbitrage en ombudswerk zijn alternatieve wijzen
van geschillenbeslechting met elk hun eigen merites. Maar in de publieke sector zijn ze,
vanwege de fundamentele machtsongelijkheid tussen de partijen, niet allemaal even
bruikbaar en inzetbaar. Samen met de arbiters en alle andere deelnemers aan het maat-
schappelijk verkeer, zullen we nog wel een tijdje op zoek blijven naar goede manieren
om uitingen van onvrede en ongenoegen te beantwoorden
[Bart Weekers is sinds september 2010 Vlaams Ombudsman. Hij studeerde Rechten en
was gedurende tien jaar auditeur bij de Raad van State.]
[email protected] | Twitter: @vlaamsombudsman
85Arbitrage gedijt slecht in de publieke sector