jan-willem-van-der-werf.webnode.nl€¦  · Web viewTwaalf jaar geleden was je toch vooral voor of...

68
24/6/2012 Adrienne van den Berg, Floris de Vries en, Jan Willem van der Werf 1 jaar AK/DT HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM Globalisering: Sociale en fysische processen en patronen in het Verenigd koninkrijk, Brazilië en Bangladesh

Transcript of jan-willem-van-der-werf.webnode.nl€¦  · Web viewTwaalf jaar geleden was je toch vooral voor of...

Globalisering: Sociale en fysische processen en patronen in het Verenigd koninkrijk, Brazilië en Bangladesh

24/6/2012

Adrienne van den Berg, Floris de Vries en, Jan Willem van der Werf 1 jaar AK/DT

(Hogeschool van AmsterdamGlobalisering: Sociale en fysische processen en patronen in het Verenigd koninkrijk, Brazilië en Bangladesh)

Inhoud

Inleiding4

Economisch, sociaal, demografisch6

Economische globalisering6

Processen7

Bangladesh7

Groot-Brittannië8

Brazilië10

Politieke globalisering12

Bangladesh12

Groot-Brittannië en Noord Ierland12

Brazilië14

Bangladesh16

Groot-Brittannië16

Brazilië18

Bangladesh20

Groot-Brittannië20

Brazilië22

Patronen Fysisch23

Klimaat23

Bangladesh23

Groot-Brittannië en Noord-Ierland23

Brazilië24

Landschap/Vegetatie27

Bangladesh27

Groot-Brittannië en Noord-Ierland27

Brazilië27

Processen Fysisch29

De natuur als hulpbron29

Bangladesh29

Groot-Brittannië en Noord-Ierland30

Brazilië33

Bangladesh35

Groot-Brittannië en Noord-Ierland35

Brazilië36

Klimaatverandering37

Bangladesh37

Groot-Brittannië en Noord-Ierland37

Brazilië37

Ontbossing en Verwoestijning39

Bangladesh39

Groot-Brittannië en Noord-Ierland39

Brazilië39

Trekken van Conclusies41

Sociaal, economisch, politiek41

3.1 Relaties met betrekking tot de sociale geografie41

3.2 De economische relaties tussen de landen41

3.3 De politieke relaties met elkaar43

3.4 De Culturele relaties met elkaar43

3.5 De Demografische relaties met elkaar44

3.6 In hoeverre is het centrum periferiemodel zichtbaar?45

Relaties met betrekking tot de fysische geografie45

Bronnen47

Inleiding

Twaalf jaar geleden was je toch vooral voor of expliciet tegen globalisering. Om met Marx te spreken er waart een spook over de wereld die alle culturen opslokt en de mega-rijken rijker zou maken en de arme armer. Op elke straathoek zouden in razend tempo overal McDonalds verrijzen naast de Kentucky fried chicken, de taco bell en de Pizzahut, met op de achtergrond de sloppenwijken, als product van onze consumptiemaatschappij. Tomaten waren volgens Thomas L. Friedman niet sappig meer en bij het eten van smakeloze tomaten dacht hij aan zijn jeugd met verse sappige rode tomaten zo van het veld in een overzichtelijke wereld van oost en west tegenstelling, de wereld was toch vooral plat geworden en zeker niet verdiept.

Tegenstanders van globalisering voerden een harde strijd. Zo ging de WTO (World trade organisation) bijeenkomst voor ministers in 1999 de geschiedenisboeken in als ‘Battle of Seattle en raakte politie en burgers slaags in een nieuwe wereld.

Dat men toch vooral dacht in tegenstellingen van goed en kwaad was niet vreemd gezien het proces waarin globalisering duidelijker vorm kreeg. Globalisering nam toch vooral een vlucht begin jaren negentig, na het uit elkaar vallen van het Sovjet Rijk, landen kwamen toen in een proces van modernisering of zo men wil liberalisering en aansluiting bij de ‘internationale markt’ of vasthouden aan de staat als organisator van het economische leven. De fase van de koude oorlog was er een van harde tegenstellingen zo werd ook globalisering geplaatst in tegenstellingen, maar nu een aan het einde van de geschiedenis, althans volgens Francis Fukuyama. Een wereld waarin iedereen de belofte van een vrije geliberaliseerde wereld zou genieten. Dat de wereld zowel wat betreft de voorstanders als tegenstanders toch genuanceerder lag bleek pas later.

In de eerste plaats was globalisering toch vooral een proces tussen Noord-Amerika, West-Europa en Rusland en kwam Zuidoost Azië langzaam op. Globalisering bleek verder sterk verbonden aan mensen, landen en instellingen. Verder was globalisering vooral ontstaan uit de toegenomen communicatiemogelijkheden en hiermee ontstaan uit het proces van democratisering van kennis, die eigenlijk in West-Europa al in de jaren zestig was begonnen. Ook bleek het proces van globalisering veel op de fase waarin landen opzoek gingen in de 15de eeuw naar nieuwe landen voor grondstoffen en afzetmarkten en de later fase van kolonialisme en imperialisme. Globalisering maakte de wereld wel kleiner, maar hiermee was toch vooral nog niet, zoals Fukuyama dacht, de rol van de staat uitgespeeld. Handel vindt wel meer tussen landen plaats, steden blijven belangrijke plaatsen voor het handelen van het individuen en zijn eigen belevenis van de tijd, het eigen culturele bewustzijn is nog steeds belangrijker. De globalisering van de markt wordt verder sterk bepaald door internationale gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties zoals de VN vanaf 1945.

In dit onderzoeksverslag begrijpen we globalisering vanuit de verbondenheid van landen op zowel sociaal als fysisch vlak. We kijken naar de economische, culturele, politieke en demografische stromen en verbindingen tussen landen. We kijken ook naar de fysische invloed van de huidige wereldsituatie hierbij kijken we naar het lokale milieu, hulpbronnen, voedselsituatie en effecten op klimaatsverandering. We concluderen hieruit dat de wereld te rangschikken valt langs nieuwe lijnen. Was dit voor 1989 de val van de muur een bipolaire wereld van West en Oost, nu kunnen we spreken van een duidelijke Multi polariteit waarbij landen globaal in drie categorieën vallen: centrum, semiperiferie en periferie. De eerste kunnen worden gezien als machtscentra die deze positie ook niet snel zullen verliezen, zij drukken een duidelijke stempel op de economie, kennen overwegend een dienstensector en qua milieubelasting scoorden zijn het hoogst ten tijden van de fase van de industriële revolutie. In de tweede categorie vallen de opkomende landen, die de industriesector van de centrum landen hebben overgenomen, zij zitten qua BNP en BNP per hoofd in de middenmoot. Internationaal worden zij aangeduid met de term BRIC`s, de afkorting voor: Brazilië, Rusland, India en China. Het zijn landen die de komende tijd zullen opklimmen richting het centrum, ook qua levensomstandigheden voor de bevolking. Een kenmerk van semiperiferie is het feit dat zij echter bij enige tegenslag ook nog snel achteruit kunnen gaan, dit maakt hen op een specifieke manier afhankelijk van de centrumlanden. De derde categorie bestaat uit landen die economisch een achterstand hebben en veel energie moeten steken in de aansluiting in de nieuwe internationale wereld. Het zijn o.a. landen die na de dekolonisatie geen directie stabiliteit kende en waar de macht intern verdeeld is geraakt. Het zijn ook landen waarbij de zwakke positie geopolitiek van belang was tijdens de koude oorlog, omdat zij bij een te sterke economie wel eens zouden kunnen kiezen voor de andere kant. Deze periferie landen zijn nog altijd de achterlopers en sterk afhankelijk van vaak één grondstof en hiermee afhankelijk van in de centrumlanden en de semiperiferie landen. Ook zijn het landen met een overwegend netto vertrek migratie .

In deze opdracht onderzoeken we de internationale situatie vanuit de begrippen centrum, semiperiferie en periferie aan de hand van de genoemde sociale en fysische processen en patronen. Zo krijgen we een meer genuanceerder beeld dan van de voor en tegenstanders van globalisering. Het huidige proces is nu eenmaal een feit waar men niet voor en tegenstander van kan zijn, men kan hooguit het opschuiven, van landen in het internationale veld bestuderen. Hierbij zullen we kijken naar de voordelen en nadelen of beter gezegd kansen en bedreigingen, voor deze landen. In dit onderzoek doen we dit voor: Het Verenigd Koninkrijk, Brazilië en Bangladesh. We gebruiken in het verslag voor het Verenigd koninkrijk ook Groot-Brittannië als het gaat om het geheel van Schotland, Wales en Engeland en de naam Groot-Brittannië en Noord Ierland. Het Verenigd Koninkrijk wordt gebruikt voor de gele administratieve eenheid van alle landen die behoren tot het verenigd koninkrijk.

Aan het eind van dit verslag zullen we de conclusie trekken wat de effecten zijn van de huidige ‘nieuwe wereld’ op de landen en hun positie op het internationale veld in de zin van de genoemde categorieën. Voordat we bij deze conclusie komen zullen we eerst de afzonderlijke landen onderzoeken met de vraag wat zijn de huidige sociale en fysische processen en patronen?

Adrienne, Jan Willem en Floris

Amsterdam, 24-06-2012

Economisch, sociaal, demografisch

Import/export

Bangladesh

Brazilië

Groot-Brittannië

Importpakket

Machines, chemicaliën, ijzer, staal, petroleum, cement, textiele en voedsel

machinery, electrical and transport equipment, chemical products, oil, automotive parts, electronics

60% eindproducten, 3% basismaterialen.

Voedsel, drank en tabak. Transportmiddelen, chemicaliën, brandstof, kleding, schoeisel.

Exportpakket

Kleding, jute, leer, vis, landbouwproducten als rijst en suikerriet

transport equipment, iron ore, soybeans, footwear, coffee, autos

Machines en transport, auto`s, vervaardigde goederen en chemische producten (petrochemie), olie. Geneesmiddelen. Entertainment (tv-shows, radio, film en muziek).

Financiële producten en verzekeringen (diensten)

· 45 miljoen Euro van NL

Sociaal

Bangladesh

Brazilië

Groot-Brittannië

HDI

0,500

0.718

0.863

Koopkrachtpariteit ($)

1659.15

11210.36

35,903.69

Scholingsgraad (jaar gem.)

8,1

14

16

Levensverwachting (jaar gem.)

69.75

72.79

80.17

Zuigelingensterfte per 1000 geborenen

48.90

58

12

Artsen per 1000 inwoners

0.295

1.72

2.739

Aantal inwoners onder armoedegrens

31,5%

26%

14%

Demografisch

Bangladesh

Brazilië

Groot Brittannië

Bevolkingsaantal

161.083.804

205.716.890

63.047.162

Bevolkingsdichtheid per KM2

1083,7

23.04

257.18

Geboortecijfer

22,98

17.48

12.27

Sterftecijfer

5,75

6.38

9,33

Vruchtbaarheidscijfer

2,55

2.16

1.91

Bevolkingsgroei

1,57%

1.102%

0.553%

Migratiesaldo

-1,04

-0.09

2.59

Transitiemodel

Fase 3

Fase 4

Fase 4

[footnoteRef:1] [1: Tabellen zijn gebaseerd op gegevens van http://www.tradingeconomics.com/ en https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/]

Processen

Economische globalisering

Bangladesh

Bangladesh behoort tot een van de minst ontwikkelde landen van de wereld (MOL). Sinds 1996 groeide de economie van Bangladesh jaarlijks met 5 tot 6 %. De industriële productie groeide met 7,4%. De belangrijkste exportpartners liggen buiten de regio, dit zijn de VS met 22,1%, Duitsland met 14,1%, Verenigd Koninkrijk met 8,5%, Frankrijk met 6,8% en tot slot Nederland met 6,1%.

De belangrijkste importpartners liggen binnen de regio namelijk. China 18,9%, India 12,7%, Singapore 6%, Maleisië 4,7% en Japan 4%.

Van de beroepsbevolking in Bangladesh werkt nog steeds het grootste deel van de bevolking in de landbouw namelijk. 45%, in de industrie 30% en in de dienstensector 25%. Als we echter naar de opbrengsten per sector aan het BNP kijken levert de landbouw maar 19,9% aan het totale BNP op, de industrie 30,4% en de dienstensector 49,7%.

Voor Bangladesh zijn de overboekingen (remittances) van de in het buitenland werkzame burgers van groot belang. Bangladesh ontving in 2011 12 miljard US dollar aan overboekingen, dit is 13% van het totale Bruto Binnenlands Product. Volgens de Wereldbank staat Bangladesh in de top 10 van ontvangende landen van overboekingen van de in buitenland werkzame bevolking.

Bangladesh heeft een gereguleerde markteconomie met ontwikkelingsplanning en een groot aantal staatsbedrijven. In 2001 zijn er door de regering stappen gezet naar een hervormingsbeleid en zijn er een groot aantal staatsbedrijven geprivatiseerd en verbeteringen doorgevoerd in de energiesector. Daarnaast zijn er stappen gezet in het terugdringen van verliezen in de financiële sector en het terugdringen van het overheidstekort. Ondanks deze acties is er voor als nog nooit echt sprake geweest van een “take off” van de economie. Dit wordt geweten aan onmacht van regeringen om een echt hervorming en herstructureringsbeleid door te voeren. Daarnaast zijn buitenlandse investeerders terughoudend door een gebrek aan “law and order” .

Bangladesh is sinds 1-1-1995 lid van de Wereldhandelsorganisatie, WTO. Tijdens de Uruguay ronde in 1995 van voormalig General Agreement on Tariffs en Trade, GATT nu WTO is het protectionistisch beleid van het Multivezel akkoord ingeruild voor een Agreement on Textiles and Clothing, ATC. Het ATC bepaalde dat de invoerquota op textiel en kleding de komende 10 jaar geleidelijk moesten worden afgebouwd en dat de importtarieven omlaag moesten. Door de invoering van het ATC werden handelsbarrières opgeheven en werd het voor buitenlandse investeerders aantrekkelijk om hun productie te vestigen in lage loon landen als Bangladesh. Door de zeer lage arbeidskosten zijn veel confectiebedrijven vanuit Europa en de VS naar Bangladesh vertrokken.

De laatste 25 jaar zijn er 292 bedrijven actief in 8 Export Processing Zones EPZ ‘s in Bangladesh. De bijdrage aan de totale export vanuit deze EPZ’s bedraagt 17%. Het gemiddelde maandloon van de Bengalese arbeidskracht in een EPZ is 36,5 euro per maand. Daarmee zitten ze ver beneden het maandloon dat in China (190 euro) en India (83 euro) wordt verdient. Daarmee hoopt Bangladesh nog jaren het goedkoopste land te blijven om te produceren, zelfs als de lonen nog iets stijgen. De investeerders komen vooral uit Japan, Zuid Korea, de VS, het Verenigd Koninkrijk, China, Hongkong, Singapore, Maleisië, Indonesië, Taiwan, Sri Lanka, Thailand, Duitsland, België, Nederland, Canada, Italië, Emiraten, India, Pakistan en Nepal. De EPZ’s hebben er in Bangladesh voor gezorgd dat er een diversificatie van het exportpakket kwam, naast textiel worden er nu ook elektronica, metalen onderdelen, kunststof producten en farmaceutische producten gefabriceerd. In de nabije toekomst worden er nog twee nieuwe EPZ’s geopend.

In Bangladesh zitten MNO’s als IKEA, Unilever en toeleveranciers van Aldi en Lidl en Nederlandse kledingmerken als C&A, M&S mode, Miss Etam, Prenatal en WE worden er gefabriceerd. Ook kleding van H&M komt voor een groot deel uit Bangladesh

De beschikking over grote hoeveelheden ongeschoold en geschoolde arbeidskrachten zijn aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders. De EPZ’s hebben direct aan 230.000 werknemers werkgelegenheid geboden, indirect aan nog eens 400.000 mensen, deze bestaan voor 64% uit vrouwen.

Van de werknemers in de fabrieken werkt 70% meer dan 70 uur in de week. Een op de 8 mannen en een op de 12 vrouwen werkt zelfs meer dan 100 uur in de week. (15 uur of meer per dag). Arbeidsomstandigheden zijn slecht en hongerloontjes zijn eerder regel dan uitzondering. Zodra werknemers zich willen verenigen in vakbonden worden ze ontslagen, dit geldt trouwens ook voor zwangere vrouwen. Onlangs is er nog een arbeidsrechtenactivist in Bangladesh gemarteld en vermoord Protesten van arbeiders tegen extreem lage lonen worden met geweld onderdrukt. Daarnaast is er een schatting dat er in de 3000 naaiateliers zo een 25.000 tot 30.000 kinderen werken.

Door het enorme potentieel aan goedkope arbeidskrachten wordt Bangladesh door Goldman Sachs bij de “Next Eleven” genoemd. De N-11 zullen de komende jaren naast de BRIC’s een belangrijke rol spelen in de wereldeconomie. Er wordt zelfs voorspelt dat zij samen met de traditionele groeilanden de beste vooruitzichten hebben om de aanvoerders van de nieuwe wereldorde te worden. Ze zullen rond 2050 de G7 voorbij gestoken zijn en de groeilanden zullen dan een leidende rol in de wereld hebben met het westen (met uitzondering van de VS) in de achtervolging.

Groot-Brittannië

We zouden de afgelopen eeuw voor het Verenigd Koninkrijk kunnen omschrijven als een eeuw waarin het zijn wereldmacht verloor en aan het eind van die eeuw weer wist mee te doen. Het Verenigd Koninkrijk staat per BNP per hoofd van de bevolking op plaats 22 (36,090 naar koopkracht) ter vergelijking Nederland staat op plaats 9 (42,183 naar koopkracht). Het Verenigd Koninkrijk hoort hiermee bij de landen met de hoogste inkomenscategorie, of het VK hiermee ook behoort bij de meest ontwikkelde en centrum landen kan pas gezegd worden als ook rekening wordt gehouden met andere ontwikkelingsaspecten van het land.

Het VK voert vooral handel binnen de eigen regio (belangrijkste partners export, Duitsland 10.5%, Nederland 8.0%, Frankrijk7.2%, Ierland 6.0%, België en Luxemburg 5.1%, Spanje 3.7% Italië 3.3%). En met de Verenigde Staten van Amerika (VS 14,7%) en China 3.2% als belangrijkste handelspartners buiten de eigen regio. Als het gaat om import staat China op plek twee achter Duitsland. De meeste handel van de Verenigde Staten betreft hierbij dus interne handel tussen EU-lidstaten en als belangrijkste partner buiten de EU de VS.

Qua economie kent het Verenigd Koninkrijk een verwegend een diensteneconomie met 72,6% van de beroepsbevolking in de industrie gaat het om 26,5% en in de landbouw slechts om 0,9%. De dienstensector van het VK bestaat voor een belangrijk deel uit mensen die werkzaam zijn in de financiële dienstverlening. Londen wordt gezien als economisch centrum van het westen naast New York. Er zijn bijna 500 buitenlandse banken gevestigd, met vooral buitenlandse cliënten. De verzekeringsmarkt is de grootste van de wereld, de effectenbeurs van het VK wordt internationaal naast die van New York en Tokio gevolgd en kent de meeste noteringen. In de Industrie van het VK treffen we vooral gas, olie en petrochemie aan, naast elektronica, machine- en staalindustrie, biotechnologie en telecommunicatie.

Het Verenigde Koninkrijk kent verschillende samenwerkingsverbanden waar zij deel vanuit maakt: Commenwealth of Nations (samenwerkingsorganisatie bestaande uit landen die in het verleden via het Britse rijk verbonden waren), de Europese Unie, (echter niet in de Eurozone) G7,8 en 20, IMF, Wereldbank, OESO, WTO, Verenigde naties).

In het kort zal hier het proces van globalisering van het Verenigd Koninkrijk worden geschetst. Het Verenigd Koninkrijk is pas relatief laat in 1973 tot de EEG toegetreden, de voorloper van de huidige EU. Hiervoor had het steeds de blik gericht op de VS als belangrijkste verbond.

Groot-Brittannië beheerst in de negentiende eeuw een eeuw lang (1815 – 1914) de wereldmarkt via haar greep op de zeeroutes en haar greep op het vasteland van Europa. Verder valt de economie van het rijk, waar de zon nooit ondergaat, niet te stuiten. Er is spraken van industrialisatie en technologisch heeft het rijk een voorsprong, zo gaat de aanleg van spoorwegen gestaagd voort. Er is sprake van een dusdanige overmacht van GB dat hieruit een periode van relatieve rust en stabiliteit ontstaat. In de negentiende eeuw wil GB niet alleen de handelsroutes beheersen, maar ook politiek en cultureel haar stempel drukken op de rest van de wereld, we spreken hierbij van imperialisme. Eind van de negentiende eeuw, met de opkomst van staten als: Duitsland, Frankrijk en Italië verzwakt de macht Groot-Brittannië, mede doordat andere landen steeds meer gaan industrialiseren.

In 1921 zag het Britse Rijk met haar vele koloniën er als volgt uit:

Bron: Wikipedia

Het Britse Rijk in 1921, aangeduid in rood, dat de typische kleur was voor Britse gebieden op kaarten

De economie van Groot-Brittannië is gebouwd op handel overzee, de Britten werden hierbij in de 17de eeuw gedreven door het geld, via een stelsel van kolonies die los van het moederland

functioneerde werd het geld letterlijk met bakken binnengehaald. Men haalde 3,5 miljoen slaven uit West-Afrika en stelde deze tewerk in Indië op o.a. de suikerrietplantages, suiker werd weer mee naar huisgenomen. Maar niet alleen richting het Westen werd de wereld door de Britten die hierbij in conflict waren met de Fransen geregeerd, men voer ook richting het Oosten, Amerika werd op de Fransen veroverd. In de loop van de 18de eeuw ontstond echter opstand tegen het moederland, en de koloniën riepen op 4 juli 1776 de onafhankelijkheid uit. Er ontstond echter na verdere overwinningen op de Fransen, gedeeltelijk in Azië, in 1805 en 1815 een nieuwe periode van Britse overheersing. Nu was de insteek echter anders men wilde niet alleen de macht in verband met de handel, maar men wilde meer er zou een nieuw Rijk komen in navolging van de Romeinen, waar de Britse cultuur die vrijheid centraal stelt zou gelden, des noods met geweld. Tot 1915 drukte Groot-Brittannië zijn stempel op de wereld.

Vanaf 1870 neemt echter de Britse economische ontwikkeling af, andere landen zijn langzaam qua economie aan het opkomen, deze economieën hebben het voordeel dat zij gebruik kunnen maken van de nieuwste technologieën en ontwikkelingen, of omgekeerd kamt Groot-Brittannië met de wet van de remmende voorsprong. Naast achterstand, kampen de Britten ook met protectionisme van andere staten, terwijl zij zelf vasthouden aan het principe van vrijhandel. We zien het begrip vrijheid ook terug in de status van gemenebest en dominions, waarbij de kolonies een redelijke mate van autonomie krijgen toegewezen. De Eerste en Tweede wereldoorlog kosten de Britse regering economisch de kop, de oorlog had het rijk, waar de economie al min of meer verzwakt was voor de oorlog, economisch de kop gekost. Het Rijk leunde meer en meer op haar kolonies voor steun en stond bij de Verenigde Staten in het krijt. In de kolonies ging verlies aan kracht over in verlies aan macht, na de oorlog vond dan ook een proces van dekolonisatie plaats. Vanaf de vredesbesprekingen van Versailles waren echter, vanuit het zelfbeschikkingsrecht, al veel dominions gelijkgesteld aan het Verenigd Koninkrijk. Wat betreft de binnenlandse economie werden veel bedrijven genationaliseerd, dit onder andere door de economische ideeën van Keynes, die overheidsingrijpen voorschreef als weg naar economisch herstel, haaks dus op de eeuwen oude traditie van de vrijheidsgedachten.

Vanaf 1945 tot eind jaren zeventig, tweede oliecrises, lukte het de Britten niet om economisch volledig te herstellen. De ‘speciale’ band met de Verenigde Staten weerhield de Britten ervan om tot de EU toe te treden. De economie van Groot-Brittannië kampte met concurrentie van industrieën uit Zuidoost Azië, productie werk verdween richting de landen met de laagste lonen. De dreigende vakbonden weerhielden de Britse regering echter van hervormingen. Op 3 mei 1979 komt echter Margret Thatcher aan de macht en begint met het doorvoeren van hervormingen, het neoliberalisme, het idee van een beperkte staat is ‘opnieuw’ aan de macht. Begin jaren `80 vindt een procesplaats van privatisering en de-industrialisatie, het werkeloosheidspercentage loopt op en er vinden dan ook geregeld stakingen plaats. Geografisch wordt vooral het noorden sterk geraakt, voor de rest geldt vooral een succesvolle overschakeling op een moderne diensteneconomie, waarbij Londen bijna letterlijk het hart van de financiële wereld vormt. Er wordt naast het bank- en verzekeringswezen ook veel geld verdiend in de toeristenindustrie, communicatiesector, informatietechnologie. De afhankelijkheid van het buitenland blijkt uit het effect van de economische ontwikkelingen op de Britse economie, na een periode van herstel is er nu weer sprake van een recessie. De huidige financiële crises raakt vooral het financiële hart, Londen.

Enkele huidige multinationale ondernemingen van Groot-Brittannië: Arriva (spoor), Barclay`s (bank), BP (olie), Vodafone (communicatie), Shell (olie), Unilever (food en non-food), Reed Elsevier, Corus (staal).

Brazilië

Met een bevolking van ca 182 miljoen en een BNP van ongeveer 800 Miljard US dollar is de Braziliaanse economie één van de grootste en meest dynamische ter wereld. Het staat op de wereld op de 7e plaats en is één van de vier opkomende landen die BRIC- landen worden genoemd. Brazilië kent een gemengde economie en een overvloed aan natuurlijke bronnen. Het land heeft een goed ontwikkelde landbouw, mijnbouw, productie- en dienstensector. Daarnaast is er een groot arbeidspotentieel. Vanaf de Tweede Wereldoorlog kent Brazilië een grillige economische geschiedenis. Van 1968 tot 1974 groeide de Braziliaanse economie met jaarlijks zo’n 10%. Dit kwam met name door buitenlandse investeringen. In 1981 raakte Brazilië in een recessie met een jaarlijks inflatiecijfer van boven de 100%! Dit duurde tot 1988. Gedurende deze 7 jaar groeide het BNP met 1,5%. Brazilië weet de economie weer op de rails te krijgen na grote monetaire hervormingen.Thans wordt Brazilië gezien als grote belofte. Veel economen verwachten dat Brazilië binnen enkele decennia tot een van de grootste economieën ter wereld zal uitgroeien. Ten opzichte van de andere BRIC- landen valt de groei echter tegen.

Brazilië is wereldwijd één van de hoofdleveranciers van landbouw- en veeteeltproducten. Het land exporteert producten als soja, rundvlees, gevogelte, suiker, koffie en sinaasappelen. Maar ook producten als schoeisel, ijzererts en transportmiddelen (zoals auto’s en vliegtuigen). Goederen die door Brazilië worden geïmporteerd zijn machines, elektrische en transportmiddelen, chemische producten, olie, auto-onderdelen en elektronica. Vliegtuigproducent Embraer is de op 3 na grootste commerciële vliegtuigbouwer van de wereld en is voor het leeuwendeel verantwoordelijk voor de exportopbrengsten van Brazilië. In de export van olie is Brazilië de 31e van de wereld.

Daarnaast doet met name de autoproductie het goed. Losse onderdelen worden geïmporteerd en in elkaar gezet door een grote hoeveelheid arbeidskrachten die het land voorradig is.

De meerderheid van die nieuwe auto’s zijn flexauto’s. Dit zijn auto’s die en op benzine en op ethanol rijden. Braziliaanse ondernemingen zijn internationaal actief in ondermeer de bouwkunde, telecommunicatie en financiële diensten. De belangrijkste handelspartners van Brazilië zijn:

Exportpartners

Percentage in 2010

Importpartners

Percentage in 2010

China

15,2%

Verenigde Staten

15%,

Verenigde Staten

9,6%

China

14.1%,

Argentinië

9,2%

Argentinië

7.9%

Nederland

5,1%

Duitsland

6,9%

Duitsland

4%

Zuid Korea

4,6%

[footnoteRef:2] [2: Tabellen zijn gebaseerd op gegevens van http://www.tradingeconomics.com/ en https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/]

Van de beroepbevolking zijn de meeste mensen in de dienstensector actief. Daar wordt ook het grootste aandeel in het BBP geleverd:

Landbouw

Industrie

Diensten

Bruto Binnenlands Product per Sector

5.8%

26.9%

67.3%

Beroepsbevolking - naar beroep

20%

14%

66%

2

De landbouw is erg belangrijk voor de Brazilianen. Een product zoals soja is een belangrijke handelsstroom. Samen met de Verenigde Staten en Argentinië is het verantwoordelijk voor zo’n 80% van de wereldproductie. De soja uit Brazilië wordt o.a. door Groot Brittannië en Nederland geïmporteerd. Soja vormt voor 20% het agrarisch inkomen van Brazilië. Bijna de helft van de bonen wordt verwerkt tot sojaschroot en -olie. Grote multinationals als Bunge, Cargill, Dreyfuss en ADM hebben een groot aandeel in de verwerking en in de internationale handel van sojaproducten. Het product wordt elders in de wereld (zoals Nederland) bijvoorbeeld verwerkt tot veevoer. Het vlees en zuivel dat dit in die landen oplevert wordt o.a. geëxporteerd naar ontwikkelingslanden. Waar het vaak tegen dumpprijzen op de markt komt. De productie van en handel in soja heeft dus een hele ketenhandel op wereldschaal tot gevolg.

In 2011 rapporteert Brazilië als enig Zuid-Amerikaans land een daling van ongeveer 5% wat betreft overboekingen door migranten (remittances) naar ongeveer 2 miljard US dollar. Daarentegen is er wel een trend te zien in een verhoging van zendingen door tijdelijke migranten. Dit heeft het Internationaal Monetair Fonds, IMF, doen besluiten om voor Brazilië een andere definitie wat betreft remittances te hanteren. Dit houdt in dat alleen nog de overboekingen van de langer in het buitenland verblijvende migranten als remittances mogen worden aangemerkt.

Brazilië maakt deel uit van MERCOSUL (Nederlands: Zuidelijke Gemeenschappelijke Markt). Een supranationale organisatie die momenteel met de Europese Unie onderhandelt over een overeenkomst voor vrijhandel tussen de aangesloten landen.

EPZ activiteiten in Latijns Amerika zijn sterk geconcentreerd in drie landen: Mexico, Brazilië en de Dominicaanse Republiek. In Latijns Amerika (dus ook Brazilië) lijken de regeringen EPZ’s te hebben gebruikt als instrument om werkgelegenheid en deviezen te genereren. Terugkoppelingen in de economie zijn zeldzame gevallen. De zones in Latijns Amerika hebben een veel hoger aandeel in de werkgelegenheid, industrie en export dan die in Oost-Azië. Op onderstaand kaartje zijn de EPZ zones in Brazilië weergegeven. Wat vooral opvalt is dat de meeste EPZ’s zich nabij de kust begeven.

Bron: http://www.mdic.gov.br/sistemas_web/renai/public/arquivo/arq1272572439.pdf

De tegenstelling tussen rijk en arm is groot in Brazilië. Naast wereldberoemde stranden heeft Rio de Janeiro Favelas (sloppenwijken). Het zwaartepunt van de Braziliaanse economie ligt in het zuidoosten. Het binnenland en noordoosten profiteren nauwelijks van de economische groei en de toenemende welvaart. De trek van armen naar de grote steden is dan ook groot. In de steden die toch al overbevolkt zijn wordt daardoor de tegenstelling tussen arm en rijk alleen maar verder vergroot.

Politieke globaliseringBangladesh

Bangladesh behoorde samen met India, Pakistan, Birma en Maleisië tot Brits-Indië in de koloniale tijd.

De Tweede Wereldoorlog betekende het einde van het kolonialisme in Azië. De Europese landen raakten door die oorlog verzwakt en bij de inheemse bevolking was er een streven naar nationale zelfstandigheid. In 1947 verleende Brits-Indië Pakistan zijn onafhankelijkheid. Pakistan werd opgedeeld in West Pakistan en Oost Pakistan ( het huidige Bangladesh) met daartussen 1500 km Indiaas grondgebied. ( een belangrijke centrifugale kracht). Hierop volgde een enorme volksverhuizing van hindoes die naar India trokken en moslims die naar Pakistan vertrokken. Hele dorpen wisselden met elkaar uit. Door de voortdurende vijandigheden tussen India en Pakistan over de provincie Khasmir raakte het dominante West Pakistan verzwakt en bemoeide zich niet meer met Oost Pakistan. In 1971 startte het leger de operatie Bengalen. Bij deze onafhankelijkheidsstrijd kwamen 1 miljoen mensen om en vluchtten er 5 miljoen naar India. Vanaf 17 april werd de onafhankelijkheid van Bangladesh uitgeroepen.

Vanaf die tijd heerst er politieke onrust in Bangladesh. (verkiezingsfraude, staatsgrepen en moord op president Zia ur- Rahman).

Sinds de onafhankelijkheid in 1971 benadrukt Bangladesh in zijn buitenlandse beleid het principe van “vriendschap met allen en wrok jegens niemand”. Geïnspireerd door Shiekh Mujibur Rahman wil het land het Zwitserland zijn van het Oosten en stellen ze zich onpartijdig op in de regio. In hun buitenlands beleid streven ze

naar regionale integratie en stelt het land zich op als centrum en middelpunt van Zuid Azië.

Bangladesh heeft binnen de regio een strategische locatie als brug tussen Zuid Azië en Zuidoost Azië, allebei strek groeiende regio’s

Bangladesh is lid van de Non Aligned Movement (de Niet Gebonden Beweging). Wereldwijd zijn er 120 leden aangesloten bij de NAM. De organisatie werd opgezet in 1961door een aantal prominente wereldleiders, die daarmee een middenweg kozen voor de staten in de derde wereld tussen het Oostblok en het Westen tijdens de Koude Oorlog.

Het doel van deze organisatie is nationale onafhankelijkheid, soevereiniteit, territoriale integriteit en veiligheid van Niet-gebonden landen en strijd tegen imperialisme, kolonialisme, neo kolonialisme, racisme, overheersing en bezetting.

Bangladesh is daarnaast lid van de Asia Pacific Trade Agreement, van de South Asian Association for Regional Cooperation, van de Organisation of Islamic Conference, van het Gemenebest van Naties (met de Britse Koningin Elisabeth de II als symbolisch staatshoofd), van de VN en de Wereldbank en nog een groot aantal andere internationale organisaties. Voor een lidmaatschap aan deze supranationale organisaties moet Bangladesh aan een aantal voorwaarde voldoen en daalt daarmee het eigen soevereine gezag.

In Bangladesh zijn een groot aantal Niet Gouvernementele Organisaties, NGO’s, actief. Zoals ASA, de grootste en efficiëntste MicroFinance Insitution (MFI) van de wereld, van de VN zitten in Dhaka het United Nation Development Program (UNDP), United Nation Childern Fund (UNICEF), World Food Programm(WFP), United Nations Educationel Sientific and Culteral Organization (UNESCO), World Health Organization (WHO), en International Labour Organization (ILO), het zorgprogramma Care, Action Aid Bangladesh en nog vele andere programma’s tegen armoede, ongelijkheid, onrecht, mensenrechtenkwesties, analfabetisme en voor kinderen en mensen met een handicap. Deze NGO’s zijn voor het arme Bangladesh belangrijker dan de overheid, deze is immers corrupt en heeft te kampen met structurele tekorten op zijn betalingsbalans.

Groot-Brittannië en Noord Ierland

Net als de economische ontwikkeling van het Verenigd Koninkrijk is waar het gaat om de politieke globalisering sprake van een golfbeweging. Van een eiland voor de kust van Europa, werd het een wereldmacht om in de eerste helft van de 20ste eeuw zich weer, bijna letterlijk, terug te trekken op een eiland, waarbij toetreding van de EEG (huidige EU) afhield. Tot op dit moment heeft het Verenigd Koninkrijk de Euro niet ingevoerd, wat behalve een economische keuze toch ook een politieke stelling name genoemd mag worden. Ook neemt het Verenigd koninkrijk geen deel aan het akkoord van Schengen dat vrij verkeer van mensen binnen de deelnemende EU landen mogelijk maakt. Het is echter niet alleen uitsluitend het Verenigd Koninkrijk die debet was aan de late deelname aan de EEG, dit werd ook gehinderd door Frankrijk. Op het internationale politieke speelveld wisselen periodes van haat en samenwerking tussen het Verenigd koninkrijk en Frankrijk zich af. Charles de Gaulle zag in de jaren zestig een groot verenigd Europa voor zich, met aan het hoofd Frankrijk. De Gaulle was bang dat de Verenigde Staten van Amerika met het Verenigd Koninkrijk als brug te veel macht zou krijgen in Europa als de Britten aan de EEG zouden deelnemen. De Gaulle sprak in 1963 en 1967 zijn veto uit tegen deelname van het Verenigd Koninkrijk aan de EEG.

Het is dus niet wonderlijk dat het rijk zich eerder verbonden voelde met haar Atlantische neef de Verenigde Staten. Pas vanaf de jaren zeventig richt GB zich meer op Europa, hoewel er een speciale band blijft bestaan tussen het rijk en de Verenigde Staten van Amerika, en Thatcher een supranationaal Europa en één munt als niet wenselijk bleef beschouwen. Toch heeft het Verenigd Koninkrijk de interne markt en de arbeidsmarkt van Europa wel nodig, zeker omdat het VK economisch nog steeds niet sterk genoeg is, verdere Europese samenwerking is dus niet uitgesloten.

Waar het gaat om de politieke globalisering moet hier worden gewezen op de nauwe samenwerking na de oorlog tussen de VS en UK. Na de Tweede Wereldoorlog beslissen Churchill en Roosevelt, samen met Stalin, over een Europa van na de oorlog. Hierbij staat de verdeling van Duitsland en het te bereiken machtsevenwicht centraal. De ‘nationale veiligheid’ wordt het sterkst gediend bij een militaire samenwerking, dit wordt afgesproken in het Noord-Atlantisch verdrag, het belangrijkste artikel hierbij is artikel 5. Het artikel geeft aan dat een aanval op de één van de lidstaten een aanval op alle lidstaten betekent. Het verdrag wordt uitgevoerd binnen de NAVO ( Noord-Atlantisch Verdrag Organisatie).

Het zoeken naar de beste optie voor de eigen nationale veiligheid mond uit in de polarisatie tussen het westen en het oosten, ofwel tussen Het westen en het Oostblok met Stalin aan het roer (zie de kaart 2 aan het einde). Er wordt een typisch geopolitiekbeleid gevoerd, waarbij landen zich aansluiten aan de ene of aan de andere kant, om de macht te stabiliseren ontstaat er een wapenwedloop, met vooral de inzet van middellange afstandsraketten. Zowel in Engeland (op verschillende eilanden) en in West-Duitsland worden middellange afstandsraketten geplaatst. USSR (Unie van socialistische Sovjetrepublieken) plaats dezelfde raketten op Cuba. Hoewel het altijd een koude oorlog is gebleven, vonden er vele strijden plaats tussen het westen en het oosten, zoals in Vietnam en Afghanistan. Hierbij gold altijd de vijand van mijn vijand is mijn vriend.

De speciale band tussen de beide Engels sprekende grootmachten betrof de relatie die Thatcher onderhield met Ronald Reagan. Zowel de Verenigde Staten als het Verenigd Koninkrijk was, of beter is, voorstander van het Neoliberale beleid, waarbij de staat zich zoveel mogelijk terugtrekt uit het economische leven. De samenwerking op economisch gebied die hieruit ontstond gaat als voorbeeld dienen voor veel andere landen in het Westen, hieruit start de nieuwe fase van de huidige globalisering.

De huidige samenwerking tussen het Westen van Europa, het Verenigd koninkrijk en de Verenigde Staten treft men aan in een aantal gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties, zoals: Internationaal Monetair Fonds, Wereldbank, Wereldhandelsorganisatie, organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling en Verenigde naties. Vooral de laatste organisatie is een voorbeeld van politieke samenwerking over grenzen heen.

De afgelopen tien jaar heeft het Verenigd koninkrijk zich samen de Verenigde Staten en andere westerse landen ingezet voor militaire operaties in Afghanistan, Libië en Irak. De oorlog in Irak heeft de relatie tussen de naties op spanning gezet. De aanval in Irak werd ingezet door de Verenigde

Staten en het Verenigd Koninkrijk. De aanval werd ingezet, omdat de Verenigde Staten Irak

ervan verdachten biochemische wapens te [footnoteRef:3]produceren, dit bleek later niet goed hard te maken, er kwamen vragen of er überhaupt spraken was van de productie van chemische wapens. De hele kwestie lag politiek gevoelig voor zowel de VS als het VK. Het Verenigd Koninkrijk nam het de VS kwalijk op basis van onjuiste informatie aan de operatie te zijn begonnen. [3: ]

Naast de banden met Europa en de Verenigde Staten onderhoudt het Verenigd koninkrijk ook relaties met haar ex-kolonies die hier uitdruk voor kiezen en zich hebben verenigd in de Commonwealth of nations (zie de kaart hieronder[footnoteRef:4]). In het Nederlands wordt gesproken van Brits Gemenebest, hiervan is ook Bangladesh lid. Centraal staat bij deze organisatie de bevordering van democratie, mensenrechten, goed bestuur, de rechtsstaat, individuele vrijheid, gelijkheid, vrije handel, multilateralisme en vrede in de wereld. De Commonwealth is een intergouvernementele organisatie waarin landen met uiteenlopende sociale, politieke en economische achtergronden worden beschouwd als gelijk in status, niet een politieke unie. [4: ]

(Commonwealth of nations)

Samenwerking ten tijden van de koude oorlog tussen staten.

Bron: Online tijdschrift voor Geschiedenisdidactiek, www.vanderkaap.org

Brazilië

In 1494 werd Latijns-Amerika in een Spaans en Portugees deel opgesplitst. Uit het Portugese gebied ontwikkelde zich Brazilië. Vanaf 1530 kwam de kolonisatie op gang. In de 18e eeuw werd het Portugese gezag verstevigd en werd het Portugees in Brazilië de officiële taal. Van 1630 tot 1654 was een deel van de Braziliaanse bezittingen na verovering in handen van het Koninkrijk der 7 Verenigde Nederlanden. In 1654 werden “de Nederlanders” door de Portugezen verdreven.

Van 1807 tot 1821 resideerde het Portugese koningshuis in Brazilië, nadat ze voor Napoleon op de vlucht waren geslagen. Op dat moment was Rio de Janeiro in feite de hoofdstad van Portugal. Welk op dat moment in handen was van Napoleon. Portugal had tot dat moment de handelsmonopolie op Brazilië. Door de bezetting van Portugal werden de havens in Brazilië geopend voor andere (buitenlandse) schepen om isolement te voorkomen. Toen de Portugese koning naar Portugal terugkeerde bleef zijn zoon als regent achter. In 1822 roept deze de onafhankelijk uit en zichzelf tot keizer. Dit wordt 3 jaar later door de Portugese kroon erkend en is Brazilië onafhankelijk.

In 1889 kwam de monarchie ten val en werd het land een federale republiek. Tot 1930 werd de Braziliaanse regering gedomineerd door rurale grootgrondbezitters. In de jaren 30 werd door de geleide militaire regering een begin gemaakt met de industrialisering. Na 1945 begon een proces van democratisering. Hieraan kwam in 1964 abrupt een einde toen militairen opnieuw de macht grepen. Dit als gevolg van een klassenstrijd tijdens de Koude Oorlog. Men was bevreesd voor communistische invloeden. Communisten werden dan ook in die periode vervolgd.

Ondertussen probeerde men de economie weer gezond te maken door goedkope leningen, een door de overheid gereguleerde prijs en loonontwikkeling, stimulering van staatsbedrijven als motor voor de privébedrijven, het aantrekken van buitenlandse investeringen en het aanmoedigen van export. De landbouw werd gemechaniseerd. Afwezigheid van legale oppositiekanalen gecombineerd met de wereldwijde radicalisering van jongeren zou evenals in andere Latijns Amerikaanse landen een gunstige voedingsbodem creëren voor allerlei guerrillabewegingen. De Braziliaanse militairen veegden deze echter met repressie van de kaart; guerrillero’s vonden de dood (of 'verdwenen'), verdachten werden als politieke gevangenen in het gevang gezet en zo’n 10.000 Brazilianen zochten als politieke ballingen hun toevlucht in het buitenland.

In 1984 vond er vervolgens een geleidelijke overgang naar een burgerregering plaats. Hierdoor ontstond er weer ruimte voor een verdere uitbouw van een democratische traditie in Brazilië. Eén van de kenmerken van de Braziliaanse politiek en democratie is het meerpartijenstelsel.

Brazilië is onder meer lid van de VN, de G20, de Mercosur en de Unie van Zuid-Amerikaanse Naties.

Mercosur is een economische gemeenschap met Uruguay, Argentinië en Brazilië. Een van de bepalingen uit het Mercosur akkoord is dat lidstaten democratisch zijn. Mercosur streeft naar open grenzen en is gebaat bij dat alle landen een soortgelijk politiek regime hebben.

Brazilië kent een traditie dat vasthoudt aan non-interventie. Maar stapte daar bijvoorbeeld vanaf ten tijde dat in Paraguay generaal Lino Oviedo zich verschanste in een kazerne en president Wasmosy dreigde af te zetten. Buurlanden van Paraguay dreigden met schorsing uit Mercosur .Vooral de houding van Brazilië verraste toen. Brazilië stuurde een generaal naar Paraguay. 

Er zijn in Brazilië veel NGO’s actief. De nationale koepel van NGO’s is de Braziliaanse associatie van NGO’s (ABONG; Associação Brasileira de Ongs), waarin 270 NGO’s deelnemen. Men werkt samen op het gebied van bescherming van het Amazonegebied, sociale verdeling, corruptie en transparantie. Voorbeelden van NGO’s die zich hiervoor inzetten zijn Greenpeace, Wereld Natuur Fonds en IDEC Biogen Idec International BV.

Ook bestaat er een netwerk van NGO’s die zich bezig houdt met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) op regionaal vlak de Red Puentes. Zij zijn actief op gebieden als sociale balans en transparantie (IBASE: Brazilian Institute of Social and Economic Analyses), consumentenrechten (IDEC), arbeidsrechten (Instituto Observatorio Social) en onderzoek naar MVO beleid van multinationale ondernemingen in Brazilië (CERIS: Centro de Estatica Religiosa e evestigacöes Sociais).

Daarnaast bestaat er een regionaal netwerk die zich richt op het bedrijfsleven dat bezig is met MVO: PLARSE. NGO’s in Brazilië werken veel internationaal samen. Zo werkt het Instituto Observatorio Social samen met de FNV (Federatie Nederlandse Vakbeweging), IDEC met de Nederlandse Consumentenbond, Red Puentes met Oxfam Novib en SOMO, PLARSE met ICCO. Mensenrechten- en milieuorganisaties zoals Amnesty International en Milieudefensie hebben kantoren gevestigd in Brazilië en Nederland. Men voert gezamenlijk campagnes tegen misstanden, maken vergelijkingen (bijvoorbeeld de FNV monitor) en wisselen informatie en onderzoeken uit.

Culturele globalisering

Bangladesh

De belangrijkste religie in Bangladesh is de Islam 83%, daarnaast is de andere belangrijke godsdienst het Hindoeïsme 16%. In Bangladesh spreken ze Bengaals, (Bangla) en wordt het Engels nog in opleidingsinstituten en in regeringsgebouwen gebruikt. In de Indiase staat West Bengalen, Assam en Tripura spreken ze ook Bengaals. Verder is er een groep niet-Bengalen die Urdu en Hindi spreken.

Bangladesh bestaat voor circa 98% uit Bangalezen, die etnisch en qua taal een eenheid vormen. Minderheden vormen de Rohingya’s, de uit India afkomstige islamitische Bihari’s, en de Jummas, 13 etnische groeperingen waarvan de Chamka’s en de Santals de belangrijkste zijn.

Bangaldesh wordt bijna geheel omsloten door India en lijkt qua uiterlijk dan ook veel op India. Klederdracht van mannen en vrouwen zijn in India en Bangladesh hetzelfde. Daarnaast wordt ook de keuken van Bangladesh gedomineerd door hete curries. Daarnaast is er ook vanuit de Thaise keuken invloed op de Bengalese keuken. Bekende gerechten zijn dal ( linzen) met chapati (brood). Het land wijkt van India af door zijn andere religie en daardoor hebben de inwoners van Bangladesh niet te maken met het ingewikkelde en uitzichtloze kastenstelsel.

Al vanaf de 17e eeuw trokken er Bengalezen naar Groot Brittannië en het is dan ook daar waar de cultuur zich het meest naar geëxporteerd heeft. De Bengalezen zijn één van de grootste allochtone gemeenschappen in het Verenigd Koninkrijk. De invloed van de Bengalese cultuur kun je zien in Brick Lane in Oost London en in de wijken Tower Hamlets, Newham, Camdan en Southwark. In deze wijken zijn een groot aantal Bengalese restaurants, winkels en banken. In 1976 werd de synagoge op de hoek van Fournier street en Brick Lane de Jammi Masheed Moskee of The Great London Moskee.

Groot-Brittannië

Er was eens, een rijk zo groot dat de zon er nooit onder ging. Tot in alle uithoeken van de wereld wapperde de Britse vlag, die later zo vaak ook weer gestreken zal moeten worden. Het Britse imperium wordt halverwege de twintigste eeuw voorgoed voorbij gestreefd door de dominantie van de Verenigde staten. De verspreiding van de Britse cultuur kent vele antagonisten, tegenkrachten als reactie op de Britse dominantie. Een sterke tegenbeweging ontstaat in de koloniën ter Westerzijde, het vrije Amerika. Belastingen die het moederland moet heffen om vooral het rijke leven van de aristocratie te ondersteunen en de kosten verbonden aan het onderhouden van het rijk. De kolonisten ervaren de te heffen belastingen als haaks op de Britse cultuur van vrijheid. Was Groot-Brittannië ooit het land van vrijheid en rechtspraak, de kolonisten beleefde de verplichtingen van het moederland als steeds meer het Franse despotisme waar men een sterke afkeer van had. In de koloniën kwam Boston in opstand, dit is later als de Boston Tea party in de geschiedenisboeken terecht gekomen en vormden een keerpunt in de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd. De Verenigde staten vormen een typisch voorbeeld van een hybride cultuur, een versmelting van verschillende culturen, er is een nieuwe cultuur ontstaan uit verschillende losse culturen. Amerika is hierbij een typisch voorbeeld van een melting pot, smeltkroes van diverse culturen. In Amerika is, met als symbool de onafhankelijkheidsverklaring, elementen van: rechtsgelijkheid, vrijheid, rechtspraak en parlement te herkennen. De Verenigde staten kennen echter ook invloeden uit andere landen zoals Frankrijk, Spanje en Portugal.

Het Britse rijk vormt net als andere Europese staten pas een redelijk late uitvinding, voor Groot-Brittannië geldt het begin van de 18e eeuw 1707 als geboortejaar, er is niet direct spraken van een gedeelde cultuur, Schotland kenmerkt zich door vele clans er is eerder spraken van een onderscheidt in hoogland en laagland. De Britse cultuur uitgedrukt in het begrip ‘Britishness’ verwijst vooral naar twee centrale waarden: vrijheid en rechtvaardigheid. Het vormt ook niet direct ‘het’ exportproduct van de jonge natie, dit zal pas plaats vinden in de 19de eeuw en begin 20ste eeuw. Tot die tijd is voor typisch Brits het feit dat het veel ruimte laat aan andere culturen om een hoge mate van autonomie te handhaven, de Britse cultuur wordt vooral als aanvulling op de bestaande cultuur gezien. Pas in de 19de eeuw krijgen de handelsnetwerken en handelsreizen een ander kenmerk, op basis van de ontwikkeling van andere ‘stevige’ staten, zoals Duitsland, Frankrijk en Italië. De handelsreizen krijgen steeds meer als kenmerk het verspreiden van de Britse cultuur, het rijk wil een morele en culturele stempel drukken op de wereld, dit in navolging van het ooit zo grote rijk van de Romeinen, er wordt dan ook gesproken over van Pax Britannica. Hierachter zit echter ook een meer wereldse strijd verbonden tussen Italië wat betreft het middellandse zeegebied en de strijd met Frankrijk in Azië. De ‘Britse cultuur’ wordt het belangrijks exportproduct om lokale machthebbers in o.a. Indië over te halen de kant van de Britten te kiezen in plaats van de despotische kant van de Fransen. De Britten maken van hun ‘Britishness’ een wapen in de strijd, door een gevoel van trotsheid op te roepen. De strijd tussen Frankrijk en de Britten weerspiegelt zich ook in de tweedeling tussen de Franse katholieken en Britse protestanten, dichter bij huis leidt dit tot de afscheiding het zuiden van Ierland van Nood-Ierland.

De koloniën, dominions ontvangen van de Britten hun parlementaire systeem, centraal staat echter steeds de gemeende westerse superioriteit van de Britten, die vrijheid steeds dwingend oplegt, als tegenantwoord ontwikkeld zich in de koloniën dan ook meer regionale tegenstromen die strijden voor hun lokale vrijheden en eigen identiteit. Na de Tweede wereldoorlog vindt in snel tempo dekolonialisatie plaats, de Britten proberen hun afsplitsende koloniën nog, vaak zonder succes, democratie mee te geven. Er blijft echter een groep landen over die de Britse culturele erfenis, met als symbool de koningin van Engeland Elizabeth II, blijven bewaken; het Britse gemenebest.

Taal

De Engelse taal wordt meestal aangewezen als restant van het Britse imperium. De verspreiding van de taal heeft natuurlijk wortels in de koloniale geschiedenis, echter er zijn ook nog veel landen op het Engels over gegaan, na de heerschappij van de Britten over de wereld. Taal ook een voorbeeld van hybridiseren, de kaart hieronder toont de spreiding van dialecten van de Engelse taal.

We onderscheiden:

Amerikaans Engels (AmE), Australisch Engels (AuE), Brits Engels (BrE), (algemeen Engels, ook wel BBC-Engels genoemd), Canadees Engels (CaE), Iers Engels (IrE), Nieuw-Zealand Engels (NZE), Schots Engels (ScE), Wales Engels (WaE), Zuid-Afrikaans Engels (ZaE).

Godsdiensten

In het Verenigd koninkrijk komen de volgende etnische groepen en godsdiensten voor[footnoteRef:5]: [5: www.wikipedia.nl; Bevolking van het Verenigd Koninkrijk]

Etnische groepen

In procenten

Engels

81

Schots

9,6

Iers

2,4

Welsh

1,9

Noord-Ierland

1,8

West-)Indiërs, Pakistani en andere

2,8

Godsdiensten

In absolute aantallen in miljoen(en)

Anglicaans

27

Rooms-katholiek

9

Moslims

1

Presbyteriaans

0.8

Methodisten

0.76

Sikhs (Indiaanse godsdienst)

0.4

Hindoes

0.35

Joods

0.3

We zien vooral aan de godsdiensten het culturele verleden van het Verenigd koninkrijk.

Brazilië

Brazilië beslaat bijna de helft van het Zuid Amerikaans continent. Er wonen er zo’n 205.716.890 mensen. De bevolking groeit snel. Jaarlijks komen er zo’n 2 miljoen mensen bij. Door o.a. het koloniale verleden heeft Brazilië een gemende bevolking. Het volk is ontstaan uit 3 bevolkingsgroepen: Indianen, Portugezen en Afrikanen. De Indianen maken nog slechts een klein deel uit van de bevolking. De hedendaagse bevolking bestaat uit:

Percentage

Bevolkingsgroep

53%

Blanken

22%

Mulatos (van Afrikaanse afkomst)

16%

Mamelocus (van Indiaans-Europese afkomst)

11%

Negroïde

2%

Overige (Aziaten, Indianen en Cafuzos (van Indiaans-Afrikaanse afkomst))

Bron: http://www.brazillive.nl/Brazilië/Brazilië.html

De economische en sociale verschillen zijn, ondanks de gezamenlijke geschiedenis, onder de bevolkingsgroep erg groot. Officieel bestaat er in Brazilië geen rassenongelijkheid. Echter de lagere sociale klassen zijn donkerder van kleur dan de hogere klassen. Dit zijn sporen van de koloniale samenleving. Zo’n 88,6% van de Brazilianen kunnen lezen en schrijven.

Het land is een smeltkroes van culturen. Mensen van Europese, Afrikaanse en Aziatische afkomst verrijken de cultuur. De Amazone Indianen vallen buiten deze cultuur. De smeltkroes van immigranten is zich sterk bewust van een eigen Braziliaans mentaliteit. Portugees is de officiële taal, maar er zijn ook woorden uit de Indianentaal en de migrantentalen in opgenomen. De grootste invloed van de samensmelting is terug te vinden in muziek en religie. Brazilië is het grootste katholieke land ter wereld. Het katholicisme heeft zich wel vermengd met inheemse en Afrikaanse elementen.

Uit de Afrikaanse ritmes is de Braziliaanse Samba en de Lambada voortgekomen. Welke nu over de gehele wereld wordt gedanst. Het Braziliaanse carnaval is over de hele wereld beroemd en wordt ook in verschillende steden buiten Brazilië gehouden.

In de architectuur zijn de Portugese invloeden duidelijk merkbaar. Daarnaast hebben er zich met de ontdekking van goudmijnen er zich o.a. Nederlandse, Duitse, Engelse migranten zich in het Zuidoosten gevestigd. Nederlanders hebben in Brazilië kolonies gesticht. Bekend zijn: Hollambra en Brasolândia. Brazilianen zijn gek van sport en met name voetbal. Braziliaanse voetballers zijn over de gehele wereld gewild en bij toernooien als het WK en de Copa America zitten er duizenden Brazilianen in het traditioneel geel op de tribune en maken zij muziek.

De Capoeira is een Braziliaanse mix van vechtsport en dans. Tegenwoordig wordt het op Braziliaanse scholen en op straten en pleinen beoefend, maar ook in verschillende Europese landen.

Brazilië heeft grote inspanningen gedaan bij het plannen en opzetten van managementsystemen voor cultuur, musea, erfgoed, de privésector en de gemeenschap in het algemeen. Zo zijn samenwerkingsverbanden opgezet om te onderzoeken in welke mate de cultuur en de economie met elkaar verbonden zijn.

Demografische globalisering

Bangladesh

De voornaamste reden voor Bengalesen om te emigreren is de noodzaak om werk te vinden en betere levensomstandigheden te creëren.

Jaarlijks trekken Bengalesen naar de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en het Midden Oosten. Op dit moment vertrekken er ieder jaar zo een 200.000 ongeschoolde werknemers richting het Midden Oosten. Vele van hen vertrekken zonder geldige papieren en worden door mensensmokkelaars voor veel geld geholpen.

In Bangladesh is er een speciaal ministerie voor immigratie in werking gezet ‘the Ministery of Overseas Enployment’, omdat migranten steeds belangrijker worden voor de economie. Bangladesh ontving in 2011 12 miljard US dollar aan overboekingen van de in het buitenland werkende bevolking.

De geldoverboekingen zorgen er niet overal voor dat problemen worden opgelost, de kloof tussen arm en rijk binnen het dorp Sreepur neemt toe. Sreepur ligt in het Oosten van Bangladesh en doordat een aantal boerenfamilies geprofiteerd hebben van geld overmakingen van zonen in het Midden Oosten en Zuid Europa zijn de machtsverhoudingen sterk verscherpt of op z’n kop gezet. Zij zijn nu de nieuwe machthebbers.

Tevens zijn er dorpen waar migranten fraaie huizen neerzetten, de migranten komen er echter alleen tijdens een vakantie of na hun pensionering en daardoor profiteert de dorpeconomie er nauwelijks van. Door de geldovermakingen zal wereldwijd de kloof tussen arm en rijk afnemen, maar plaatselijk is het dus goed mogelijk dat deze kloof toeneemt.

Grote groepen Bengalese mannen emigreerde naar Londen in de jaren 1950 en de jaren 1960 om te werken. In Bangladesh vonden een aantal politieke omwentelingen plaats, bv het einde van Brits Indië in 1947 waardoor er religieuze verdeeldheid ontstond waardoor mensen het land ontvluchtte.

De meerderheid van deze mensen vestigden zich in de industriële steden als Birmingham, Manchester, Liverpool en Tower Hamlets, met name rond het al eerder genoemde Brick lane en Spitalfields. Vele van hen kwamen uit de Sylhet regio, dat is in het Noord –Oosten van Bangladesh.

In de jaren 1970, na de onafhankelijkheid kwam er een tweede golf van Bengalese migranten opgang die naar het verenigd Koninkrijk vetrok. Banen werden in eerste instantie beperkt tot laagbetaalde sectoren met ongeschoold werk in de fabrieken en in de textielhandel. Later werd deze groep actief in de detailhandel en horeca. Bengalese gingen aan het werk als kok of ober maar maakten weinig vooruitgang op de sociaal economische ladder.

In de loop der jaren is er sprake geweest van veel racistisch geweld tegen de Bengalese bevolking in Londen. Vanwege de beperkte uitwerk ruimte die we voor deze opdracht hebben zullen we hier niet verder op in gaan. In London is de wijk sinds 2001 officieel erkend en heet Banglatown, de lantaarnpalen zijn daar rood met groen geschilderd, de kleuren van de Bengaalse vlag.

Groot-Brittannië

Het Verenigd koninkrijk heeft een netto migratie van 2,6 procent, hiermee staat het VK op plaats nummer 31 iets boven Nederland 2,33 procent en plaats 33.

Het Verenigd Koninkrijk heeft altijd een openhouding gehad ten opzichte van haar ex-koloniën. Migranten uit landen die onderdeel uitmaken van de Commonwealth konden zonder echte obstakels een visum aanvragen van zes maanden om Groot-Brittannië binnen te komen. Door de aanslagen van 7 juli 2005 zijn er echter verscherpte maatregelen gekomen en is de migratieaanvraag strenger geworden voor landen die buiten de Europees economische ruimte vallen. De aanslagen werden direct in verband gebracht met het internationale terrorisme netwerk van Al Qaida. Het aanpassen van de migratiestromen past in de reactie van de overige westerse landen na de aanslagen van 11 september in de Verenigde Staten en zijn ‘War on terror’. Het aanscherpen van de migratieaanvragen en het verstrekken van een visum past ook in de reactie van westerse landen om de eigen markt te beschermen, denk hierbij aan de metafoor van Fort-Europa, het gaat veelal dus om economische motieven.

Het Verenigd Koninkrijk wil vooral de migratiestromen uit Zuid-Afrika beperken. Zuid-Afrika maakt deel uit van de Commonwealth en heeft een speciale status wat betreft migratie. Volgens de Verenigde Staten wordt hiervan door het internationale terrorisme misbruik van gemaakt, vanuit o.a. Pakistan trekt men via Zuid-Afrika het Verenigd Koninkrijk binnen. “Het proces van globalisering, met de eenmaking van de Europese markten en het steeds armer wordende Zuiden, brengt moeilijk te controleren migratiestromen met zich mee. Ongeschoolde migranten, zoals wellicht een aantal van de Zuid-Afrikanen die naar het Verenigd Koninkrijk komen, zijn vaak niet gewenst. Zo gaat het ook in ons land, op dit moment zijn Oost-Europeanen geëerd in de bouwsector, dus mogen ze blijven. We evolueren naar een migratiebeleid dat flexibel wil inspelen op de economische noden van het Westen en minder rekening houdt met de situatie van de migranten zelf. ”[footnoteRef:6] Het effect op het vertrek land zal zijn dat het mensen uit het arme zuiden die het echt slecht hebben steeds moeilijker wordt gemaakt om via migratie de situatie te verbeteren. [6: Citaat van: MO (mondiaal nieuws) 8 februari 2008, http://www.mo.be/artikel/verenigd-koninkrijk-verstrengt-migratiebeleid]

De huidige situatie met betrekking tot migratie van het Verenigd Koninkrijk heeft vooral te maken met migratie van Oost-Europeanen vanuit o.a. Polen. Een verschil echter tussen het Verenigd Koninkrijk en het vast land van Europa is dat het VK niet volledig deelneemt aan het Schengen akkoord. Het akkoord bepaald dat er vrij verkeer van personen mogelijk is tussen de deelnemende landen, zonder grenscontrole. Voor het Verenigd koninkrijk is wel een visum nodig en kent dus een strenger migratiebeleid.

Hoger opgeleide (Oost-Europeanen) Polen zijn echter welkom in (Noord) Ierland en het Verenigd Koninkrijk, voor deze migranten is een goed betaalde baan zeker nog mogelijk. Engeland is vanaf de jaren zeventig overgeschakeld van een industriële natie naar een diensteneconomie met hoogwaardige technologie, het gedwongen omschakelen, leverde echter in het eigen land weliswaar werkeloosheid op, dit wordt echter gevormd door het niet aansluiten van de benodigde kennis op de eisen van de arbeidsmarkt. Werkgevers juichen dan ook migratie van hoger opgeleiden aan. De motivatie van de Poolse werknemer is hierbij vooral economisch, echter dit volgt de vraag en is deels permanent maar niet altijd.

Overzicht etnische samenstelling Britse bevolking

Table 2. Britain's Growing Ethnic Diversity, Various Years

1991

2001

2008

2008

Percent total population

Percent total population

Percent total population

Percent population under age 16

White

94.1

91.3

89.9

80.9

Mixed

n.a.

1.3

1.1

2.8

Asian

3.3

4.4

4.9

7.2

Black

1.9

2.2

2.3

3.6

Chinese

0.3

0.4

0.4

0.3

Other

0.6

0.4

1.4

1.7

Sources: 1991 and 2001 are decennial census data for England and Wales; 2008 data are for England, Wales, and Scotland from Platt (2009).

De vijf grootste allochtone bevolkingsgroepen waren afkomstig uit India (639.000), Polen (526.000), Pakistan (436.000), Ierland (424.000) en Duitsland (293.000).

Het verenigd koninkrijk kent een netto migratie van 237.000 waarbij 577.000 immigranten en 340.000 emigranten.

Zie voor aanvullende migratierelatie tussen het verenigd koninkrijk en Bangladesh de beschrijving in de tekst over Bangladesh, hierin wordt dieper op deze specifieke relatie, motieven en effecten in gegaan.

Brazilië

Brazilië is één van de meest geürbaniseerde landen van de wereld. Zo’n 75% van de bevolking leeft in de stad. Steden hebben een enorme omvang. Met name de kuststeden als Sao Paolo en Rio de Janeiro. Alleen al in de metropool Sâo Paulo leven al meer mensen dan in heel Nederland. Reden hiervoor is dat veel arme mensen migreren i.v.m. armoede en in hoop op een beter leven. Sinds 1970 is er dan ook veel migratie vanuit het Noord Oosten naar het Zuid Oosten van het land.

Zo’n 750.000 Brazilianen behoren tot de inheemse bevolking. Zij leven langs de Amazonegebied.

Ongeveer 12% van het Braziliaanse landoppervlak wordt beschouwd als inheems gebied.

Brazilië is een migratieland. Volgens schattingen wonen er in het land zo’n 870 duizend vreemdelingen. Dat is minder dan 0,5 procent op de totale bevolking. De vreemdelingen komen met name uit landen als: Portugal, Japan, Italië, Spanje, Argentinië, Bolivia, Duitsland, Uruguay, VS, China, Zuid Korea Frankrijk, Libanon en Peru.

In 2009 ondertekende de toenmalige president een amnestiewet die zo’n vijftigduizend illegalen amnestie verleende. In 2012 kreeg Brazilië te maken met een toevloed van Haïtiaanse immigranten. Zij proberen via Peru of via Bolivia het land binnen te komen. Brazilië is zeer in trek bij de Haïtianen. Doordat Brazilië het WK voetbal in 2014 en de Olympische spelen in 2016 organiseert is er veel werkgelegenheid ontstaan waar veel mensen van mee van willen profiteren.

Uit onderzoek blijkt dat veel Brazilianen migreren naar Portugal. Uit een steekproef genomen over zo’n 1257 personen uit Portugal, België en Ierland blijkt dat ongeveer de helft van de respondenten als voornaamste redenen opgaf die verband hielden met de economie en werkgelegenheid of beroepskansen. Zo’n 40% van de migranten waren alleenstaanden.

In de hoop er de liefde van hun leven te vinden gaan veel alleenstaande mannen (met name uit de kernlanden) naar Brazilië voor een bruid. Veel Braziliaanse vrouwen zijn alleenstaand. Met name in de grote steden is er een tekort aan mannen. Een overzicht:

Stad

Aantal mannen op de 100 vrouwen

Velo Horizonte

88

Sâo Paulo

89

Rio de Janeiro

86

Recife

84

Landelijk gemiddelde

96,7

Bron: http://www.emigrant.be/blog/vrouwen-kampen-met-mannentekort/

Ook trekken veel Braziliaanse vrouwen naar Europa (met name Zuid Europa) om daar te werken in de seksindustrie.

Brazilië kent een negatieve migratieratio van 0.09.

Patronen Fysisch KlimaatBangladesh

In Bangladesh zijn de volgende klimaatzones van Koppen.

1) Tropisch regenwoudklimaat (AF)

2) Savanneklimaat (AW en AS)

Het klimaat van Bangladesh kenmerkt zich door milde droge winters van oktober tot maart, hete vochtige zomers van maart tot juni en een warm regenseizoen (moesson) van juni tot oktober. De koudste maand is januari, 20 graden en de warmste april met temperaturen hoog in de 30 graden.

Klimaatgegevens Dhaka[ edit ] 1970s and Altab Ali

Maand

Temperatuur n °C

Regenval

max.

min.

Mm

Januari

25,5

12,7

12

Februari

27,7

15,0

31

maart

32,7

20,0

63

April

33,3

23,3

139

Mei

32,7

24,4

254

Juni

32,2

25,5

330

Juli

31,6

26,1

336

Augustus

31,1

26,1

342

September

32,2

26,1

234

Oktober

31,6

23,8

139

November

28,8

20,0

31

December

26,1

13,8

12

Bron: landenweb

Natuurrampen als gevolg van overstromingen, cyclonen, tornado’s en vloedgolven komen vaak voor tijdens de moesson. Oorzaken hiervan zijn de ongunstige ligging van Bangladesh aan de golf van Bengalen en de ontbossing van het Himalaya gebergte. Door de verwachte zeespiegelstijging zal het laaggelegen Bangladesh in de toekomst nog meer overstromingen krijgen.

Eind 1998 werd Bangladesh door een enorme natuurramp getroffen, waarbij 80% van het land onderwater kwam te staan, 3000 mensen om het leven kwamen en 30 miljoen mensen dakloos werden. De moesson start onveranderlijk in het zuidwesten rond 15 juni en het noordoosten rond 18 juni. In de middag en rond de vroege avond regent het er een aantal uren in hevig mate. Straten veranderen in kolkende rivieren. De regenbuien gaan bijna altijd gepaard met onweer, windstoten en tornado’s. Tijdens de moesson is de luchtvochtigheid tussen 80 en 85%. Gedurende de 3 maanden dat de moesson is valt er tussen de 1000 en 1500 mm neerslag. De meeste regen valt er in de hooggelegen gebieden. Oorzaak daarvan is de combinatie van laagvlakte, plotseling stijgend landschap en een natte zuidwestelijk wind die voor enorme stijgingsregens zorgt.

Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Het klimaat van Groot-Brittannië en Noord Ierland wordt sterk door de zee bepaal, het is het meest maritieme klimaat van West-Europa. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de warme golf stroom uit de golf van Mexico, de Noord-Atlantische Golfstroomdrift en zuidelijke winden die vochtige warme lucht aanvoeren. Kenmerkend is een geringe jaarlijkse gang van temperatuur, zachte winters en koele zomers, behalve bij oostelijke continentale winden kan de temperatuur sterk dalen in de winter. De lucht vochtigheid is hoog, er is spraken van verschil in neerslag, de westkust kent `s winters meer neerslag. De variatie van neerslag verschilt van 1500 mm in Noordwest Schotland tot 600 mm langs grote delen van de oostkust van Schotland en Engeland. Het aantal dagen neerslag bedraagt op de meeste plaatsen meer dan 200 per jaar, in Schotland zelfs meer dan 250. In het noorden veroorzaken depressies die krachtige winden veroorzaken in het westen en het noorden voor het neerslag. Groot-Brittannië ligt in de gematigde zone.

In Groot-Brittannië zijn de volgende klimaatzone(s) van Köppen van toepassing.

Gematigd zeeklimaat met neerslag in alle jaargetijden (Cfb).

Gematigde zone met -3 tot + 18 graden over het jaar.

Klimaatdiagram Schotland[footnoteRef:7] Klimaatdiagram Westkust Engeland [7: Klimaatdiagrammen afkomstig van: Bron: http://www.klimadiagramme.de]

Klimaatdiagram midden Engeland Klimaatdiagram Oostkust Engeland

Opvallend bij deze diagrammen is de toename in neerslag van oost naar west. Verder valt op dat de neerslag in Schotland toeneemt ten opzichte van het midden, maar dat het, de ligging aan de westzijde sterker bepalend is voor de neerslag voor een plaats in Groot-Brittannië.

Brazilië

Brazilië kent verschillende klimaten. Het klimaat in Brazilië wordt met name bepaald door:

Ligging ten opzichte van de Atlantische Oceaan

Het hoogland van Brazilië

Het Andesgebergte

Het Amazonegebied

Gebied

Klimaat volgens Koppen

Uitzonderingen

Ten Zuidoosten van de monding van de Amazone

AF

Westelijk deel Amazonegebied

AF

Rest Amazonegebied

AM

Gebied tussen de Amazonegebied, de Pantanal en Rio de Janeiro

AW

Hoger gelegen bieden in centraal Brazilië (Cwa & Cwb)

Oostelijk binnenland

Bsh

Kuststrook Rio de Janeiro en El Salvadot

AF & AM

Zuiden van Brazilië

Cfa

Met name in de gebieden:

Paraná, Santa Catarina, Rio Grande do Sul en Sao Paulo

Bron: http://www.klimaatinfo.nl/Brazilië/

Bron: http://www.vwkweb.nl/cms/index.php?id=176&option=com_content&task=view

Met name in de regenwouden van het Amazonegebied en in het uiterste oosten van Brazilië (omgeving Recife) valt veel regen. Jaarlijks valt er vooral in het westen en het oosten van het Amazonegebied veel regen. De natste gebieden zijn goed voor maar liefst tweeduizend tot ruim vierduizend millimeter regen op jaarbasis. In deze gebieden valt de regen gedurende het hele jaar met niet al te grote variaties in de hoeveelheden per maand. De centrale Amazone is minder nat, hier valt per jaar gemiddeld 1500 tot 2000 millimeter regen. In de wintermaanden (juli tot en met september) valt er een stuk minder dan tijdens de moesson. De rest van Brazilië is ook goed voor minimaal duizend millimeter regen per jaar. Veelal is er sprake van een nat en een droger seizoen. Dit verschilt per regio. In de regio Ceará (noordoosten) is gemiddeld een stukje droger dan de omliggende gebieden.

Het betreft hier om statistische gemiddelde waardes: Het ene jaar kan er op een locatie twee keer zo veel regen vallen als bijvoorbeeld een jaar daarna.

De luchtvochtigheid varieert per gebied en is afhankelijk van het klimaat dat er per gebied heerst en per jaargetijde (zie kaart). Bron: http://www.intellicast.com/Global/Humidity.aspx?location=BRXX0685

Gem. Temp.

Jan

Feb

Mrt

Apr

Mei

Jun

Jul

Aug

Sep

Oct

Nov

Dec

Rio de Janeiro

26

26

25

23

21

20

20

20

20

21

23

24

Foz do Iguaçu

26

26

24

21

18

15

14

16

18

13

23

23

Amazone

26

26

26

26

26

27

27

27

28

28

27

27

Pantanal

22

22

22

22

20

19

19

21

23

22

22

22

Salvador/Recife

27

27

27

25

25

24

24

24

24

25

26

26

Bron: http://www.portugeescursus.nl/klimaat%20Brazilië.pdf

Regen mm.

Jan

Feb

Mrt

Apr

Mei

Jun

Jul

Aug

Sep

Oct

Nov

Dec

Rio de Janeiro

114

104

120

100

86

81

56

51

86

89

97

170

Foz do Iguaçu

188

190

185

147

135

137

91

112

142

231

150

173

Amazone

280

250

275

240

200

100

86

58

64

127

183

216

Pantanal

241

216

188

124

41

10

30

13

51

173

239

249

Salvador

112

122

145

173

210

251

203

137

112

122

119

132

Recife

55

90

160

220

230

230

140

113

88

66

48

66

Bron: http://www.portugeescursus.nl/klimaat%20Brazilië.pdf

Brazilië heeft als gevolg van de hevige regenval te kampen met natuurrampen als overstromingen, aardverschuivingen en modderstromen. Vooral deze laatste met veel slachtoffers als gevolg.

El Nino speelt een grote rol in het klimaat en regenval van Brazilië. In het Noord- en Zuidoosten van het land heeft het o.a. geleid tot grote droogtes en bosbranden. Door de erge droogte zakt het waterpeil. Met grote gevolgen voor de waterkrachtcentrales die daardoor minder energie opwekken.

Op andere plaatsen zorgde het voor meer regen dan normaal. Hierdoor ontstaan weer overstromingen; welk gevolgen kan hebben voor o.a. landbouw.

De graslandgebieden van Pantanal kennen een regenseizoen dat loopt vanaf december tot en met mei. In deze periode valt er zo'n duizend tot veertienhonderd millimeter regen. Deze regenval zorgt ervoor dat de waterspiegel tot maar liefst 3 meter kan stijgen. Met als gevolg dat grote stukken land onder water komen te staan en daardoor erg vruchtbaar worden.

Bron: http://www.vwkweb.nl/cms/index.php?id=176&option=com_content&task=view

Landschap/Vegetatie Bangladesh

Het grootste gedeelte van het land is in gebruik vanwege de hoge bevolkingsdichtheid. Bossen bedekken ongeveer 11% van het land waaronder bamboebossen in het noordoosten en mangrove en moerasgebied ( Sundaburns) in het zuidwesten. Het deltagebied van de Sundaburns is het grootste mangrovebos ter wereld. Het gebied ligt ten westen van de monding van de Ganges en is verdeeld over de Indiaase provincie West Bengalen en Bangladesh. Het gebied staat apart van elkaar op de werelderfgoedlijst van UNESCO. De Sundaburns worden doorsneden door getijdenwateren en wadden en kleine eilanden van zoutwater mangrovebossen. In Bangladesh monden twee belangrijke rivieren uit; de Ganges en de Brahmaputra. Beide rivieren ontspringen in de Himalaya en stromen dan via India naar Bangladesh waar ze uitmonden in de Golf van Bengalen. In Bangladesh vormen deze rivieren voor ze uitmonden een grote delta. De rivieren vertakken zich in vele zijarmen en overstromen regelmatig waarbij ze vruchtbare rivierklei/slib achterlaten. Die klei is de basis voor het akkerland in de intensief gebruikte Gangesvlakte. De gewassen die hier verbouwd worden zijn hoofdzakelijk rijst en graan.

Indus-Ganges-Brahmaputradelta

Het tropisch klimaat zorgt voor een gevarieerde flora. Overal zijn fruitbomen te vinden als de banyan, kokospalm en mangoboom. Veel water is bedekt met waterhyacinten en waterlelies. Daarnaast groeien er hibiscus, magnolia, jasmijn, bougainville en vele soorten orchideeën. De sundaburns zijn genoemd naar de daar veel voorkomende hoge sundari boom. De hardheid van de stam maakt deze boom zeer geschikt voor huizen en botenbouw en voor elektriciteitpalen. De meest voorkomende plant in Bangladesh is bamboe. De Bengaalse fauna is zeer gevarieerd met 109 inheemse zoogdiersoorten, 684 vogelsoorten, 119 reptielsoorten, 19 amfibieën en 200 zee en zoetwater soorten. De bekendste is natuurlijk de Bengaalse tijger.

Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Voorkomende boomsoorten in Groot-Brittannië zijn o.a.: dennen, coniferen en loofbos. Beuken en lariks komen voor op de kalkgronden, loofbos vooral op de laaglanden. Noordwest en zuidwest komen vooral heide voor, met hiertussen beboste heuvels vooral coniferen. Valleien zijn geschikt gemaakt (ontgonnen) voor landbouw. Voor Schotland is van belang dat de boomgrens zich bevindt op 300 – 600 meter hierboven bevindt zich vooral heide.

Brazilië

Brazilië telt 6 biomen: het Amazone regenwoud, de Cerrado, de Caatinga, de Pantanal, het Mata Atlãntica (Atlantisch regenwoud) en de Pampas.

De hoogvlakte gemiddelde hoogte tussen 500 en 1000 meter. In Brazilië bestaan de hoogvlakte voornamelijk uit oude tafelbergen. Deze bergen bestaan uit zandsteen en hebben steile wanden waar rivieren tussendoor stromen. Er zijn veel watervallen en stroomversnellingen. De Rio Iguaçu is een van de grootse. Deze waterval is drie kilometer breed en 91 meter hoog. Elke seconde valt er 4,5 miljoen liter water over de rand.

Het Amazonegebied is het belangrijkste tropische regenwoudgebied ter wereld. Het kent een grote diversiteit aan flora en fauna. De Amazone (Rio Amazonas) is het grootste riviersysteem ter wereld. De monding of estuarium van de rivier is bij de stad Belém 300 kilometer breed en bestaat uit honderden eilanden en riviertjes. De Amazone zorgt voor de grootste zoetwatervoorraad ter wereld!

Het hoogland kent verschillende landschappen:

· Tropisch regenwoud in het noorden en zuiden

· Savanne in het midden (Cerrado)

· Woestijnsteppen in het noordoosten (Caatinga)

Bron: http://marisan.hubpages.com/hub/Learn-about-the-biomes-of-Brazil

De smalle kuststrook beslaat zo’n 8000 km met voornamelijk stranden.

Het Pantanal wetland is een tropisch wetland. Eén van de grootste ter wereld. Het is een groot hellend bekken dat waterafvoer ontvangt uit de planalto hooglanden. De formatie is een gevolg van de grote, holle pre Andes depressie van de aardkorst, die verband houden met de Andes-orogenese van het Tertiair. Het vormt een enorme interne rivierdelta, waarin verschillende rivieren die uit de omliggende plateau samen komen. De Pantanal wordt begrensd door droge bossen in het westen en noordwesten (de Chiquitano), door de dorre Chaco droge bossen in het zuidwesten, en de vochtige Chaco in het zuiden. De Cerrado savanne ligt in het Bron: http://marisan.hubpages.com/hub/Learn-about-the-biomes-of-Brazil

noorden, oosten en zuidoosten.

De Pampa Gaucho is heel anders dan de andere biotopen. Het is voornamelijk begroeid met gras en bomen. Het land is meer geschikt voor veeteelt.

Ongeveer 20% van de biodiversiteit op aarde groeit of leeft in Brazilië. Het gaat o.a. om ongeveer 55.000 plantensoorten (waaronder ook veel Mangrove begroeiing), 3000 vissoorten, 520 soorten zoogdieren, 1622 vogelsoorten, 468 soorten reptielen, een onbekend hoeveelheid aan schimmelsoorten en 2,5 miljoen insectensoorten. Veel van de diersoorten worden met uitsterven bedreigd.

Processen FysischDe natuur als hulpbronBangladesh

1)Zie landgebruikkaart Bangladesh. De voedsel en landbouworganisatie van de verenigde Naties de FAO hanteert de volgende verdeling van het landareaal voor Bangladesh: 58% akkerbouw, 4,6% weiland, 7% permanente gewassen, 11% bos, 18% ander gebruik. .De hoeveelheid productief land bedraagt dan 70% van het landareaal. ( zie cirkeldiagram hieronder)

2)Zoals hierboven al beschreven bestaat het landareaal van Bangladesh voor 11% uit tropisch en subtropisch bos. Bamboebos in het Noordoosten en mangrove in het Zuidwesten. Tevens zijn er diverse soorten fruitbomen te vinden.

3) Neerslag in mm per jaar: 3200 mm = 3,2 meter

Landoppervlak Bangladesh: 143.998.000.000 m2

Zoetwatervoorraad: 460.793.600.000.000.000 m3

Inwonersaantal: 161.083.804

Beschikbaar zoetwater per persoon: 2860.583.054,0 m3 per persoon per jaar

Het totaal aantal zoetwater dient hierbij nog verhoogt te worden met het debiet van de volgende rivieren:

Debiet Ganges: 219.000 m3/s

Debiet Brahmaputra: is 48.160 m3/s.

4) Bangladesh heeft de volgende fossiele brandstoffen en mineralen: aardolie in de golf van Bengalen, omvangrijke gasvoorraden bij Titas en steenkool bij Jamalpur ( van slechte kwaliteit), zoutwinning langs de kust en kalksteen en porseleinaarde.

Bangladesh

Productief land in %: 70,29 Bron: FAO Statistiek

Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Landgebruikkaart Groot-Brittannië en Noord-Ierland[footnoteRef:8] [8: CEH Land cover map]

2005 – 2008

Detailkaart Land Use Map

Landgebruik van Engeland en Wales

Beschrijving in procenten:

70% landbouw, omvattende

26% gewassen

37% weiden met geringe opbrengst en een betere gras

7% andere toepassingen

9% bos.

21% van stedenbouw en ruimtelijke niet elders genoemd

Productief land:

Scotland

Engeland

Wales

Northern Ireland

United Kingdom

Agricultureel land

78%

70%

81%

73%

74%

[footnoteRef:9] [9: http://www.scotland.gov.uk/Publications/2011/06/15143401/62]

De onderverdeling ziet er als volgt uit:

Enige afwijking van cijfer kan ontstaan door verschillende rekenmethodes en meetmomenten

De biodiversiteit van Groot-Brittannië hoort bij de gematigde zone met relatief veel neerslag. Er komen van naturen zowel loofbossen als dennen voor. Door houtkap zijn enorme delen van het bos verdwenen. In de huidige tijd is men weer bezig een deel van het bos terug te planten.

In het Verenigd koninkrijk is spraken van drie soorten fossiele brandstoffen, olie: 454,38 miljard liter, gas: 256 miljard m3 en steenkool. Er is in principe voldoende fossiele brandstof aanwezig, echter er is echter een dreiging dat de productie zal gaan achterlopen op de vraag. Dit is ontstaat gedeeltelijk door het voldoen aan nieuwe milieueisen. Het verenigd koninkrijk heeft een aantal verouderde kolen gestookte centrales die op steenkool en olie werken. Volgens de gestelde milieueisen voldoen deze centrales niet aan de co2 norm qua uitstoot. Om de energievraag te voldoen hoeft het Verenigd koninkrijk echter geen energie te importeren, wel zal er meer en meer worden over gegaan op hernieuwbare energie en kernenergie. Nu al wordt een gedeelte van de energievraag beantwoord via windmolenenergie.

Berekening zoetwatervoorraad:

Neerslag in mm per jaar: 700 mm = 0,7 meter

Landoppervlak Engeland: 130.395.000.000 m2

Zoetwatervoorraad: 91.276.50000000000 m3

Inwonersaantal: 62.218.761

Beschikbaar zoetwater per persoon: 146.702.535,5 m3 per persoon per jaar

Brazilië

Brazilië is rijk als het gaat om natuurlijke bronnen. Het wint zelf olie en gas. De olie bevindt zich onder zoutlagen. Er is speciaal geïnvesteerd in technologie om olie onder deze zoutlagen te kunnen winnen.

Natuurlijke hulpbronnen die in Brazilië voor commercieel belang wordt gewonnen: bauxiet, goud, ijzererts, mangaan, nikkel, fosfaten, platina, tin, zeldzame aarde-elementen, uranium, aardolie, waterkracht, hout.

Een meer volledige lijst met mineralen die in Brazilië worden gewonnen is te vinden op http://www.indexmundi.com/minerals/?country=

In Brazilië wordt vooral veel ijzererts gewonnen in de vorm van hematiet. Dit bedraagt 15% van de totale ijzererts productie over de gehele wereld.

Uit de bossen en wouden wint men niet alleen hout, maar ook grondstoffen om medicijnen te fabriceren. Beiden worden gebruikt voor de export.

Brazilië kent verschillende vormen van landgebruik:

Akkerland: 7,23%: Land gekweekt voor gewassen zoals tarwe, maïs en rijst. Wordt herplant na elke oogst, voor meerjarige teelt

Weiland: 23.17%

Tropisch regenwoud/bos:61,67%

Permanente gewassen:0,86%Land gekweekt voor gewassen zoals citrusvruchten, koffie en rubber. Wordt niet herplant na elke oogst, inclusief land met bloeiende struiken, fruitbomen, notenbomen, en wijnstokken, land met bomen gekweekt voor hout

.

Bron: http://www.teachnet-lab.org/ps101/chornik/brazil/resources.htm

Brazilië

Productief land in %: 31,26 Bron: FAO statistiek

Daarnaast is Brazilië natuurlijk zoals al eerder vermeld onder “Zoet water”, rijk aan (zoet) water. Uit het water wekt men in waterkrachtcentrales energie op. Ook wordt het water gebruikt voor de landbouw.

Berekening zoetwatervoorraad:

Neerslag in mm per jaar: 2000 mm = 2 meter

Landoppervlak Brazilië: 8.514.877.000.000 m2

Zoetwatervoorraad: 170.297.540.000.000.000.000 m3

Inwonersaantal: 205.716.890

Beschikbaar zoetwater per persoon: 827.824.783.857,0 m3 per persoon per jaar

Het totaal aantal zoetwater dient hierbij nog verhoogt te worden met het debiet van de volgende rivieren:

Debiet Amazone 190.000 m3/s

Debiet Parana: X

Door de rijkdom aan natuurlijke hulpbronnen is Brazilië een land in opkomst met een economie die op globaal niveau meetelt.

Voedselvoorziening

Bangladesh

Met bijna 1100 inwoners per vierkante kilomater is Bangladesh één van de dichtstbevolkte landen op de wereld. Ondanks de economische vooruitgaan is het land zeer voedselonzeker. Volgens het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties leeft 89,8% van de bevolking van Bangladesh onder de armoedegrens. Naar schatting zijn 84% van de kinderen onder de vijf jaar ondervoed in Bangladesh. Jaarlijks sterven er 870.000 kinderen aan eenvoudige aandoeningen als diarree, mazelen en tetanus. Kinderen krijgen eenzijdige voeding, hoofdzakelijk rijst en blijven fysiek en mentaal achter door een gebrek aan vlees, melk en groenten. 49% van de 20 miljoen kinderen heeft een groeiachterstand als gevolg van chronische ondervoeding. Daarnaast zijn 18,2 % van de vrouwen acuut ondervoed en leidt dit tot kinderen die bij de geboorte ondergewicht hebben. Ongeveer een derde van de adolescente meisjes leidt aan bloedarmoede en aan het verlaat intreden van de eerste menstruatie.

Armoede, honger en ondervoeding belemmeren de kinderen bij hun toegang tot onderwijs en het vermogen om te leren. De al eerder genoemde natuurlijke omstandigheden zorgen er aan de ene kant voor dat de voedselvoorziening gewaarborgd is maar aan de andere kant is Bangladesh een van de meest rampgevoeligste regio’s op aarde. Cyclonen, overstromingen en droogte zorgen regelmatig voor misoogsten. Momenteel zorgt de aanhoudende droogte in de provincie Rashani voor een daling van 25% van de mangoproductie. De Bengalese minister van landbouw schat dat er jaarlijks zo een 80.000 hectare landbouwgrond verloren gaat aan natuurrampen, overstromingen, verzilting en droogte. Bangladesh is de vierde grootste rijstproducent van de wereld. De vruchtbare bodem en voldoende water geven het land drie keer per jaar een oogst. Door een aantal factoren zijn de rijst en graanproductie omhoog gegaan namelijk betere hoogwaterbescherming en irrigatie, een algemeen efficiënter gebruik van meststoffen en de oprichting van platteland krediet netwerken.

Het wereldvoedselprogramma van de VN steunt Bangladesh al 37 jaar met acties voor de allerarmsten. De snelle bevolkingsgroei blijft een druk leggen op de productiecapaciteit vooral van tarwe. Door de bevolkingsgroei slinkt het landbouwareaal jaarlijks met 1%. Doordat er regelmatig overstromingen zijn en oogsten mislukken moet het land voedsel importeren. Rijst en tarwe wordt uit India geïmporteerd. Bangladesh exporteert bevroren vis en zeevruchten