Jaarverslag 2016 Praktijk huisartsen Filius, Hylkema en Mus … · 2019. 5. 23. · Met dit verslag...
Transcript of Jaarverslag 2016 Praktijk huisartsen Filius, Hylkema en Mus … · 2019. 5. 23. · Met dit verslag...
Jaarverslag 2016
Praktijk huisartsen Filius, Hylkema en Mus
Praktijk huisartsen Frank, Schakelaar en Tinnemans
2
Inhoudsopgave
1. Inleiding ......................................................................................................................................... 4
1.1 Het jaarverslag 2016 ............................................................................................................ 4
1.2 Het beleidsplan 2015-2017 ................................................................................................. 4
2. Het team ....................................................................................................................................... 5
2.1 Huisartsen .............................................................................................................................. 5
2.2 Doktersassistentes ............................................................................................................... 6
2.3 Praktijkondersteuning .......................................................................................................... 6
3. Personeelsbeleid ......................................................................................................................... 7
3.1 Planning ................................................................................................................................. 7
3.2 Persoonlijke ontwikkeling .................................................................................................... 7
3.3 Ziekteverzuim ........................................................................................................................ 8
4. De patiënten ................................................................................................................................. 9
4.1 Praktijk Frank, Schakelaar en Tinnemans ........................................................................ 9
4.1.1 Aantallen en populatieopbouw .................................................................................... 9
4.1.2 Mobiliteitspercentage .................................................................................................. 11
4.1.3 Zorgverzekeraars ........................................................................................................ 11
4.2 Praktijk Filius, Hylkema en Mus ....................................................................................... 12
4.2.1 Aantallen en populatieopbouw .................................................................................. 12
4.2.2 Mobiliteitspercentage .................................................................................................. 13
4.2.3 Zorgverzekeraars ........................................................................................................ 13
5. De werkbelasting ....................................................................................................................... 14
5.1 Praktijk Frank, Schakelaar en Tinnemans ...................................................................... 14
5.2 Praktijk Filius, Hylkema en Mus ...................................................................................... 16
6. Het medisch handelen .............................................................................................................. 19
6.1 Chronische zorg .................................................................................................................. 19
6.1.1 DM2 zorg .......................................................................................................................... 19
3
6.1.2 COPD zorg ....................................................................................................................... 23
6.1.3 Cardiovasculaire zorg ..................................................................................................... 24
6.1.4 Ouderenzorg .................................................................................................................... 25
6.2 Overige preventieve zorg .................................................................................................. 26
6.2.1 Griepvaccinatie ............................................................................................................ 27
6.2.3 Baarmoederhalsonderzoek........................................................................................ 27
6.2.4 Stoppen met roken ...................................................................................................... 27
6.2.5 Polyfarmacie ................................................................................................................ 28
6.2.6 Valpreventie ................................................................................................................. 28
6.3 Geestelijke gezondheidszorg............................................................................................ 29
6.3.1 Jeugd GGZ ................................................................................................................... 30
7. Kwaliteitszorg ............................................................................................................................. 31
7.1 Accreditatie .......................................................................................................................... 31
7.2 Organisatie wijkgerichte zorginfrastructuur (OWZ) ....................................................... 32
7.3 Scholingsoverzicht.............................................................................................................. 32
7.4 Spiegelbijeenkomsten ........................................................................................................ 39
7.5 Medicatiedossier ................................................................................................................. 39
7.6 Klachten en fouten.............................................................................................................. 39
8. Nawoord ...................................................................................................................................... 41
4
1. Inleiding
Voor u ligt het jaarverslag 2016 van huisartsenpraktijk Orion.
Het gaat om een gezamenlijk verslag van de huisartsenpraktijken van Filius, Hylkema en Mus en
Frank, Schakelaar en Tinnemans. Begin 2014 zijn beide organisaties opgegaan in
huisartsenpraktijk Orion.
Huisartsenpraktijk Orion staat op de grens van de wijken Schothorst en De Koppel in de stad
Amersfoort. Onze praktijk is door het Utrechts Fonds Achterstandswijken (UFA) erkend als praktijk
in een achterstandswijk. In onze praktijk behoort 24% van de ingeschreven patiënten tot
achterstandspopulatie.
1.1 Het jaarverslag 2016
Het jaarverslag 2016 is primair bedoeld voor intern gebruik, als vinger aan de pols van onze
organisatie. Voor anderen kan het echter bijdragen aan het verkrijgen van inzicht in onze werkwijze
en behaalde resultaten.
Met dit verslag publiceren we de behaalde resultaten over het jaar 2016. Naast het jaarverslag
presenteren we een beleidsplan. Ons beleidsplan 2015-2017 bood de afgelopen jaren een
richtsnoer. Medio 2017 zal gestart worden met het beleidsplan 2018-2020.
In dit jaarverslag maken we alleen daar waar dat relevant is onderscheid tussen de beide praktijken.
In alle andere gevallen wordt er Orion breed verslag gedaan.
Zoals u in de komende hoofdstukken kunt lezen is er in 2016 door alle betrokkenen weer heel hard
gewerkt. Wij zijn trots op ons team!
1.2 Het beleidsplan 2015-2017
Met ons beleidsplan beogen we een cyclisch proces aan te brengen in onze zorgverlening door te
analyseren, doelen te stellen, uit te voeren, te evalueren en waar nodig ons beleid aan te passen.
Hiertoe hebben we een missie en visie geformuleerd en met elkaar bepaald op welke aspecten we
willen excelleren.
In het beleidsplan hebben we onderscheid gemaakt tussen het primaire proces, de uiteindelijke
patiëntenzorg en de ondersteunende processen.
Speerpunt in ons beleid is een wijkgericht zorgaanbod. Leefstijl, ouderenzorg en geestelijke
gezondheidzorg krijgen daarbinnen speciale aandacht.
5
2. Het team
In onderstaande paragrafen leest u hoe ons team in 2016 was samengesteld.
2.1 Huisartsen
Dhr. D. Frank, 0,67 fte
Dhr. J.H. Schakelaar, 0,45 fte
Mw. I. Tinnemans, 0,67 fte
Mw. T. Dijksman, 0,45 fte (huisarts in dienst)
Dhr. J. Mus, 0,78 fte
Mw. L. Filius, 0,67 fte
Mw. N. Hylkema, 0,67 fte
De aangegeven fulltime-equivalent (fte) betreft de aanwezigheid van de huisarts voor
spreekuurdagen. Er komt voor een praktijkeigenaar echter veel meer bij kijken. In de praktijk komt
het erop neer dat het hebben van 3 spreekuurdagen (0,67 fte) voor een praktijkhoudend huisarts
een fulltime werkweek betekent.
In de formatie is de bijdrage van de huisarts in opleiding niet opgenomen.
De formatie huisartsen in de praktijk Frank, Schakelaar en Tinnemans wordt per januari 2017
gewijzigd en uitgebreid. Dhr. Schakelaar is gestopt met zijn werk als huisarts. Hij zal binnen de
maatschap niet opgevolgd worden. Mw. Dijksman ging eind 2016 uit dienst. Dhr. Frank en Mw.
Tinnemans gaan verder met 2 nieuwe huisartsen in dienst. De formatie huisartsen in deze praktijk
zal per januari 2017 met een spreekuurdag uitgebreid worden.
In 2016 werd tijdens vakanties van huisartsen Filius, Hylkema en Mus steeds vaker waarneming
geregeld. Dit was voorheen niet de gewoonte. Door de toenemende werkdruk is het vrijwel niet
meer mogelijk de vakanties voor elkaar in te vullen.
De formatie huisartsen in de praktijk Filius, Hylkema en Mus blijft in 2017 gelijk.
6
2.2 Doktersassistentes
De doktersassistentes zijn in dienst van Orion en werken dus voor beide praktijken. Alle
doktersassistentes hebben een beroepsopleiding gevolgd op minimaal MBO niveau.
Mw. L. Botterblom, 0,53 fte
Mw. S. van Dongen, 0,50 fte
Mw. G. Triemstra, 0,71 fte
Mw. D. Zoer, 0,56 fte
Mw. I. Geurtsen, 0,42 fte, per september 2016 0,46 fte
Mw. M. Boerma, 0,53 fte
Mw. A. van de Berkt, 0,90 fte, per september 0,68 fte
Mw. L. Aikar 0,85 fte
Mw. H. van Westerneng april t/m augustus 0,9 fte, vanaf september 0,43 fte
In september van het verslagjaar werd de formatie uitgebreid naar 199,5 uur per week (5,25 fte).
Per week wordt nu 1 hele dag besteed aan kwaliteitstaken. Daarnaast werd het
assistentenspreekuur uitgebreid wat de toegankelijkheid voor onze patiënten vergroot.
Naast deze uitbreiding werd een aantal andere maatregelen getroffen om meer ruimte te maken
binnen de assistentenformatie. Zo hebben we het declaratieproces uitbesteed wat Orionbreed een
halve dag aan tijd oplevert. Ook worden meerwerkuren uitbetaald en niet meer gecompenseerd in
tijd.
2.3 Praktijkondersteuning
Praktijkverpleegkundigen (POH-S)
Mw. N. van Amelsfort werkt 28 uur per week (0,74 fte) voor de praktijk van Frank, Schakelaar en
Tinnemans.
Mw. L. de Vries werkt 7 uur (0,18 fte) voor de praktijk van Frank, Schakelaar en Tinnemans en 31
uur (0,82 fte) voor de praktijk van Filius, Hylkema en Mus
Onze praktijkverpleegkundigen hebben beide de HBO-V gevolgd en een aanvullende opleiding tot
praktijkverpleegkundige.
Praktijkondersteuners geestelijke gezondheidszorg (POH GGZ)
In april 2016 zijn 2 nieuwe praktijkondersteuners GGZ gestart.
Mw. M. Teeuw en Dhr. D. Mons werken ieder 25 uur (0,66 fte). Orion breed hebben we dus 1,3 fte
POH GGZ in dienst. De POH GGZ werkt voor beide praktijken.
7
Onze beide POH’s-GGZ hebben een achtergrond als maatschappelijk werker. Mw.Teeuw heeft een
aanvullende post HBO opleiding voor POH GGZ. Dhr. Mons is hier in 2016 mee gestart en rondt
deze in 2017 af.
Praktijkmanager
Mw. A. de Jong is 34 uur per week (0,89 fte) werkzaam als praktijkmanager voor Orion. Zij heeft
een zorgachtergrond en tevens een HBO bachelor zorgmanagement gevolgd.
Mw. de Jong is naast haar werk bij ons werkzaam als coördinator voor de stichting de Koppeling
met Schothorst.
3. Personeelsbeleid
Van oudsher heeft het personeelsbeleid in de huisartsenpraktijk een informeel karakter. In het
verleden ging het vaak om kleine organisaties waarin de werkgever tevens meewerkend collega en
teamprofessional was. Met de schaalvergroting die wij met Orion doorgevoerd hebben zijn we
binnen het personeelsbeleid nog zoekende naar een optimale situatie waarin de persoonlijke en
informele kenmerken behouden blijven binnen een meer professionele toekomstbestendige
organisatie. Medewerkers worden ook actief uitgenodigd hierover mee te blijven denken.
3.1 Planning
We proberen een goede balans te vinden tussen personeelsbehoefte en
personeelsbeschikbaarheid. In de huisartsenpraktijk is de bedrijfsactiviteit altijd onvoorspelbaar, dit
is het meest voelbaar voor het assistententeam. Om onveilige situaties en overbelasting van
assistentes te voorkomen hebben we dan ook op de verschillende dagdelen een minimale bezetting
van assistentes gesteld. Dit heeft het afgelopen jaar consequenties voor de formatie gehad zoals u
in het vorige hoofdstuk heeft kunnen lezen. We hebben daarmee echter wel een gezondere
werkomgeving voor het team gecreëerd. En daarmee de zorgveiligheid vergroot. Extreme drukte
kan beter opgevangen worden, er is ruimte voor extra kwaliteitswerkzaamheden en er zijn minder
achterstanden. In 2017 willen we op zoek naar een extra, flexibel in te zetten kracht.
Het werk (bedrijfsactiviteit) van het overige, ondersteunende personeel is beter planbaar en
vraagt minder marge en flexibiliteit. Ook daar zien we echter een hoge werkdruk en blijft dit een
punt van aandacht.
3.2 Persoonlijke ontwikkeling
De medische wetenschap is voortdurend in beweging. Ook onze maatschappij en demografische
omgeving verandert voortdurend. Dit vraagt een continue ontwikkeling van zorgmedewerkers, op
8
gebied van inhoudelijke medische kennis maar ook op gebied van communicatieve en sociale
vaardigheden.
Orion heeft de ambitie medewerkers persoonlijk te beoordelen en begeleiden in deze ontwikkeling.
Hierbij spelen verschillende aspecten een rol.
De ambities van de organisatie;
De ambities van de medewerker;
Ontwikkelingen in de functie-eisen;
Het functioneren en niveau van de medewerker.
In 2016 zijn de beoordelings- en functioneringsgesprekken geformaliseerd. In 2017 wordt verder
gekeken naar een goede beoordelingsstructuur en ligt er inmiddels een concept scholingsplan voor
implementatie klaar.
In het hoofdstuk Kwaliteit kunt u lezen welke scholingen onze medewerkers hebben gevolgd in
2016.
3.3 Ziekteverzuim
In 2016 is het verzuimbeleid geprofessionaliseerd. Zo kwam er een verzuimprotocol tot stand. Ook
zijn er verzuimgesprekken gevoerd. Na 3x (kort) verzuim per jaar vindt er een gesprek plaats. In dit
gesprek gaan we uit van wederzijds vertrouwen en ligt de focus op mogelijke oorzaken op de
werkvloer.
Over 2016 hebben we het ziekteverzuim berekend. We hebben dit gedaan door het aantal
verzuimde kalenderdagen (inclusief weekenden) in de observatieperiode te delen door de
personeelsomvang (totaal van alle fte’s in dienstverband) vermenigvuldigd met het aantal
kalenderdagen in de observatieperiode. Het verzuimpercentage voor Orion komt dan op 1,67%. Dit
is laag, zeker voor een zorgorganisatie. Het verzuimbeleid zal zich dan vooral ook richten op
behoud van dit percentage.
9
4. De patiënten
In het kader van de oprichting van een georganiseerde eerstelijns samenwerkingsstructuur werd
een uitgebreide analyse van onze wijkpopulatie gemaakt.
Daaruit komt een aantal voor onze zorgverlening belangrijke gegevens naar voren.
relatief veel 65 plussers (16,4% waar dit Amersfoort breed 12,7% is)
relatief veel allochtone (33,8% waar dit Amersfoort breed 24,4% is) waarvan een groot deel van
niet westerse afkomst (74,1% waar dit Amersfoort breed 63,6% is)
relatief veel huishoudens met lage inkomens (43,2% waar dit Amersfoort breed 36% is)
Verder blijkt uit de analyse dat mensen in onze wijken meer chronische aandoeningen hebben,
vaker roken, meer overgewicht hebben en het percentage psychologische consulten hoger ligt dan
gemiddeld in Amersfoort.
4.1 Praktijk Frank, Schakelaar en Tinnemans
4.1.1 Aantallen en populatieopbouw
In de praktijk stonden op de peildatum 31 december 2016, 4933 verzekerde patiënten
ingeschreven. De praktijkomvang blijft al een aantal jaar vrijwel gelijk. De praktijk is geopend voor
nieuwe inschrijvingen.
De verdeling tussen mannen en vrouwen is respectievelijk 49% en 51%. In de praktijk is 5,7%
jonger dan 5 jaar. 24% is ouder dan 60 jaar en 3,6% is ouder dan 80 jaar.
De verdeling naar leeftijd en geslacht wordt weergegeven in onderstaande grafiek.
Leeftijdsopbouw mannen en vrouwen 2016
0
100
200
300
400
500
0-5 jr 6-10 jr 11-15 jr 16-20 jr 21-30 jr 31-40 jr 41-50 jr 51-60 jr 61-70 jr 71-80 jr >80 jr
Verdeling mannen/vrouwen 2016
Mannen Vrouwen
10
Leeftijdsopbouw, trend 2010-2016.
11
4.1.2 Mobiliteitspercentage
Het mobiliteitspercentage is het aantal in- en uitschrijvingen als percentage van het totale aantal
ingeschreven patiënten. Het is voor de werkbelasting een belangrijk cijfer. Niet alleen betekent het
in- en uitschrijven een administratieve last voor assistentes, ook voor huisartsen en
praktijkverpleegkundigen brengen nieuwe patiënten in eerste instantie veel werk met zich mee:
kennismaken, dossier doorlezen en verwerken en soms wat achterstallige zorg.
Het mobiliteitspercentage over 2016 is 11,7 %. In 2015 bedroeg het mobiliteitspercentage nog
7,6%. De toename valt te verklaren doordat de praktijk eind 2015 weer opengesteld is voor nieuwe
patiënten. Toen nam Dhr. Van Essen afscheid als huisarts en voor een aantal patiënten is dat een
reden geweest om op zoek te gaan naar een andere huisarts. Gevolg is een toename van in- en
uitschrijvingen en dus een verhoging van het mobiliteitspercentage.
Geboorten en sterfte
In 2016 zijn er 36 kinderen geboren.
Van de bij ons ingeschreven patiënten zijn er 42 overleden.
4.1.3 Zorgverzekeraars
Onderstaande tabel toont de top 5 zorgverzekeraars van onze patiënten en de trend van de
afgelopen 5 jaar.
Zorgverzekeraar Aantal patiënten
2016 2015 2014 2013 2012
AGIS 0 0 1941 2072 2128
Zilveren kruis 2164 2277 734 734 663
CZ 668 593 556 547 517
Menzis 599 499 315 295 304
VGZ 260 260 226 184 165
U Zorg 238 224 219 228 233
12
4.2 Praktijk Filius, Hylkema en Mus
4.2.1 Aantallen en populatieopbouw
In de praktijk stonden op de peildatum 31 december 2016, 4916 verzekerde patiënten
ingeschreven. Vanaf 2014 maakte de praktijkomvang een behoorlijke groei door maar deze is
inmiddels gestagneerd. Ook doordat de praktijk van Frank, Tinnemans en Schakelaar eind 2015
weer geopend werd voor nieuwe inschrijvingen.
De verdeling tussen mannen en vrouwen is respectievelijk 48% en 52%. In de praktijk is 7% jonger
dan 5 jaar, 21% is ouder dan 60 jaar en 3,3% is ouder dan 80 jaar.
De verdeling naar leeftijd en geslacht wordt weergegeven in onderstaande grafiek.
Leeftijdsopbouw mannen en vrouwen 2016.
13
Leeftijdsopbouw trend 2010-2016
4.2.2 Mobiliteitspercentage
Het mobiliteitspercentage over 2016 is 13%. Het mobiliteitspercentage kende over 2014 een piek
van ruim 16%. De praktijk van van Essen, Schakelaar en Tinnemans nam toen geen patiënten meer
aan waardoor de praktijk van Filius, Hylkema en Mus flink kon groeien.
Geboorte en sterfte
In 2016 werden 40 kinderen geboren.
Van de bij ons ingeschreven patiënten zijn 29 mensen overleden.
4.2.3 Zorgverzekeraars
In onderstaande tabel ziet u de top 5 zorgverzekeraars van onze patiënten en de trend over de
afgelopen 5 jaar.
Zorgverzekeraar
2016 2015 2014 2013 2012
AGIS 0 0 1427 1429 1514
Zilveren kruis 1805 1867 724 696 611
CZ 645 632 530 454 442
Menzis 640 549 320 262 278
U Zorg 264 251 241 238 239
VGZ 245 271 242 208 166
Aantal patiënten
14
5. De werkbelasting
In het hoofdstuk werkbelasting geven we een weergave van het aantal contacten en verrichtingen
per jaar, per dag en per patiënt. We maken daarbij onderscheid tussen fysieke contacten en
verrichtingen op de praktijk en bij patiënten thuis in de vorm van een visite. Verder registreren we
het aantal telefonische contacten en e-consultaties.
5.1 Praktijk Frank, Schakelaar en Tinnemans
In 2016 werden 11359 enkele consulten en 5008 dubbele consulten geboekt. Het totaal aantal
consulten komt daarmee op 21375. De consultfrequentie per patiënt per jaar komt op 4,3 (2,3
enkele consulten/pt/jaar en 1,0 dubbele consulten/pt/jaar).
We zien een opmerkelijke groei van het aantal dubbele consulten. Ten opzichte van 2 jaar geleden
zien we een groeifactor van 75%. Het aantal dubbele consulten in 2016 steeg met 15 % ten
opzichte van 2015. Dit valt grotendeels te verklaren door de komst en doorontwikkeling van de POH
GGZ. Maar daarnaast zien we een toename in complexiteit van de zorgvraag op het
huisartsenspreekuur. In veel gevallen volstaat 10 minuten (duur enkel consult) niet meer.
Er werden 6589 telefonische consulten geregistreerd en 1158 huisbezoeken afgelegd. Een
vergelijkbare trend zien we bij visites. Ook hier een groei van het aantal visites langer dan 20
minuten.
In het jaar 2016 was onze praktijk 257 werkdagen geopend. Dit houdt in dat er gemiddeld per dag
83,2 consulten werden uitgevoerd op 1 van de spreekuren, 44,2 enkele consulten en 19,5 dubbele
consulten. Er vonden gemiddeld per dag 25,6 telefonische consulten plaats en 4,5 visites.
De volgende grafieken geven een overzicht van bovenstaand verhaal en van de geregistreerde
speciale verrichtingen.
15
Contacten per dag trend 2014-2016
Contacten per patiënt per jaar trend 2014-2016
16
Contacten per dag trend 2014-2016
5.2 Praktijk Filius, Hylkema en Mus
In 2016 werden 11666 enkele consulten en 4467 dubbele consulten geboekt. Het totaal aantal
consulten komt op 20600. Ook in deze praktijk zien we de opmerkelijke groei van het aantal
dubbele consulten. Ten opzichte van 2014 is het aantal dubbele consulten bijna verdubbeld. Ten
opzichte van 2015 zien we een groei van 25%.
De consultfrequentie per patiënt per jaar komt op 4,1 (2,3 enkele consulten/pt/jaar en 0,9 dubbele
consulten/pt/jaar).
Er werden 5139 telefonische consulten geregistreerd en 864 huisbezoeken afgelegd.
In het jaar 2016 was onze praktijk 257 werkdagen geopend. Dit houdt in dat er gemiddeld per dag
80,2 consulten op een van de spreekuren werden uitgevoerd, 45,4 enkele consulten en 17,4
dubbele consulten. Er vonden per dag gemiddeld per dag 20 telefonische consulten plaats en 3,3
visites.
17
De praktijk laat in alle contactsoorten een groei zien. We zien een kleine afname aan consulten bij
de huisarts zelf maar een toename van het aantal visites.
De volgende grafieken geven een overzicht van bovenstaand verhaal.
Contacten totaal trend 2014-2016
18
Contacten per patiënt per jaar trend 2014-2016
Contacten per dag trend 2014-2016
19
6. Het medisch handelen
In dit hoofdstuk wordt gerapporteerd over het medisch handelen in de praktijk. Als basis daarvoor
dienen de epidemiologische gegevens over een aantal chronische aandoeningen.
Hoewel ons huisartsen informatiesysteem (HIS) de mogelijkheid biedt om populatieaantallen en
overzichten te genereren, blijft het lastig een zuivere telling te doen. De manier van registreren is
door de jaren heen veranderd en daardoor kent ons dossier vervuiling. Dit geldt vooral voor de
astma en cardiovasculaire populaties. Over diabetes mellitus type 2 (DM2) en COPD kunnen we
meer nauwkeurig rapporteren omdat we al jaren registreren in een keteninformatiesysteem (KIS)
waarmee overzichtelijk de managementgegevens te genereren zijn. De rapportage betreft dan
alleen de mensen waarbij de huisarts hoofdbehandelaar is.
6.1 Chronische zorg
De geprotocolleerde zorg aan chronische groepen is in handen van de praktijkverpleegkundigen.
Hoewel door de jaren heen de formatie uitgebreid is, wordt de druk op hun agenda steeds groter.
Dit heeft verschillende oorzaken.
De zorg neemt toe in absolute zin; meer mensen met een chronische aandoening, betere
screening en signalering, toename aantal ouderen.
De zorg wordt complexer; mensen hebben steeds vaker meerdere aandoeningen, mensen
worden ouder en dus vaak kwetsbaarder (voor ouderen gelden andere richtlijnen).
Er is meer sociale en maatschappelijke problematiek, juist in deze groep met chronische
aandoeningen.
Er wordt in zorg coördinatie steeds meer van ons verwacht. Veel overleggen en afstemming.
De druk op de agenda dwingt ons kritisch te kijken naar tijdsbesteding, keuzes te maken en waar
nodig de focus te verleggen.
6.1.1 DM2 zorg
De DM2 zorg wordt uitgevoerd binnen een regionale ketenzorgconstructie. In de keten zit niet alleen
de huisartsenzorg maar ook de voetscreening, oogscreening, voedingsadvies en consultatie van de
specialist. Hierover zijn protocollaire (werk) afspraken gemaakt.
De ketenzorg is ondergebracht bij de transmurale ketenorganisatie Diamuraal (inmiddels HE zorg).
Van deze ketenorganisatie krijgen wij periodiek feedback op onze prestaties op proces- en
uitkomstniveau. Ook organiseert de ketenorganisatie scholingen en feedbackbijeenkomsten. De
ketenzorg wordt ondersteund door een digitaal keteninformatiesysteem (KIS).
20
In de praktijk wordt de DM2 zorg geleverd door de praktijkverpleegkundige en huisarts samen.
Indicatoren DM2 praktijk Frans, Schakelaar, Tinnemans
Indicator 2016 2015
aantal bekende patiënten met DM2 waarvan huisarts
hoofdbehandelaar is
273 288
% patiënten waarbij de afgelopen 12 maanden een HbA1c is
geregistreerd
94.55% 93,14%
% patiënten met diabetes type 2 met een leeftijd onder de 70 jaar (<
70) en een HbA1c bepaling in de afgelopen 12 maanden en een
uitkomst van 53 mmol/mol of lager (≤ 53)
59.4% 64.93%
% patiënten met diabetes type 2 met een HbA1c bepaling in de
afgelopen 12 maanden en een uitkomst van groter dan 64 mmol/mol
(> 64)
14.81% 10.47%
% patiënten met diabetes type 2 bij wie de bloeddruk in de afgelopen
12 maanden is geregistreerd
97.28% 97.47%
% patiënten met diabetes type 2 met een leeftijd jonger dan 70 jaar
(< 70 jaar) en een systolische bloeddrukbepaling in de afgelopen 12
maanden met een uitkomst van 140 mm Hg of lager (≤ 140)
75% 77.46%
% patiënten met diabetes type 2 met gebruik van lipide verlagende
middelen en met een LDL bepaling in afgelopen 12 maanden
89.33% 92.31%
% patiënten met diabetes type 2 en met een LDL bepaling in
afgelopen 5 jaar (< 5 jaar) kleiner of gelijk aan 2,5 mmol/l (≤ 2,5) en
met een leeftijd onder de 80 jaar (<80)
70.19% 57.92%
% patiënten met diabetes type 2 bij wie de eGFR is geregistreerd in
de afgelopen 12 maanden
94.16% 95.67%
% patiënten met diabetes type 2 waarvan het rookgedrag actueel en
bekend is
89.88% 89.17%
% patiënten met diabetes type 2 waarbij het voedingspatroon is
besproken in de afgelopen 12 maanden
95.33% 92.78%
% patiënten met diabetes type 2 met een voetonderzoek in de
afgelopen 12 maanden
83.27% 88.81%
% patiënten met diabetes type 2 met een funduscontrole in de
afgelopen 24 maanden
89.88% 87.36%
21
Toelichting:
Percentage suboptimaal ingestelde (streefwaarde HbA1c) DM2 patiënten is gestegen, mogelijke
verklaring daarvoor zou de toenemende complexiteit van zorg kunnen zijn. Aandachtspunt dus voor
2017.
In 2016 heeft het verlagen van de LDL waarde extra aandacht gehad, wat terug te zien is in
gestegen percentage LDL < 2,5 van 57,92% naar 70.19% in 2016.
Indicatoren DM2 praktijk Filius, Hylkema en Mus
Indicator 2016 2015
aantal bekende patiënten met DM2 waarvan huisarts
hoofdbehandelaar is
213 208
% patiënten waarbij de afgelopen 12 maanden een HbA1c is
geregistreerd
93.5% 92.63%
% patiënten met diabetes type 2 met een leeftijd onder de 70 jaar (<
70) en een HbA1c bepaling in de afgelopen 12 maanden en een
uitkomst van 53 mmol/mol of lager (≤ 53)
56.18% 60.47%
% patiënten met diabetes type 2 met een HbA1c bepaling in de
afgelopen 12 maanden en een uitkomst van groter dan 64 mmol/mol
(> 64)
15.51% 8.52%
% patiënten met diabetes type 2 bij wie de bloeddruk in de afgelopen
12 maanden is geregistreerd
98% 98.42%
% patiënten met diabetes type 2 met een leeftijd jonger dan 70 jaar
(< 70 jaar) en een systolische bloeddrukbepaling in de afgelopen 12
maanden met een uitkomst van 140 mm Hg of lager (≤ 140)
78.02% 69.89%
% patiënten met diabetes type 2 met gebruik van lipide verlagende
middelen en met een LDL bepaling in afgelopen 12 maanden
96.15% 91.61%
% patiënten met diabetes type 2 en met een LDL bepaling in
afgelopen 5 jaar (< 5 jaar) kleiner of gelijk aan 2,5 mmol/l (≤ 2,5) en
met een leeftijd onder de 80 jaar (<80)
63.95% 60.71%
% patiënten met diabetes type 2 bij wie de eGFR is geregistreerd in
de afgelopen 12 maanden
98% 93.68%
% patiënten met diabetes type 2 waarvan het rookgedrag actueel en
bekend is
94% 88.95%
% patiënten met diabetes type 2 waarbij het voedingspatroon is
besproken in de afgelopen 12 maanden
97.5% 94.74%
22
% patiënten met diabetes type 2 met een voetonderzoek in de
afgelopen 12 maanden
88% 81.05%
% patiënten met diabetes type 2 met een funduscontrole in de
afgelopen 24 maanden
81% 80.53%
Toelichting:
Hier zien we eveneens een toename van het percentage suboptimaal ingestelde HbA1c. Ook hier
was LDL een aandachtspunt, hier zien we enige verbetering.
De DM2 populatie wordt steeds zorg intensiever. Deels door toenemende leeftijd en co morbiditeit
maar ook door vaker voorkomende sociale en maatschappelijke problematiek.
23
6.1.2 COPD zorg
Ook de COPD zorg wordt uitgevoerd binnen een regionale ketenconstructie en ondersteund door
een KIS. Naast huisartsenzorg speelt de diëtiste een rol, de fysiotherapeut voor meten en trainen
van de fysieke belastbaarheid en bestaat de mogelijkheid tot consultatie van de longarts.
De ketenzorg wordt gefaciliteerd en gecontracteerd door de transmurale ketenzorgorganisatie
Diamuraal (HE zorg).
Om in de praktijk diagnostische longfunctieonderzoeken (spirometrie) te mogen doen worden
randvoorwaarden gesteld. Zo wordt een diagnostische spirometrie altijd ter beoordeling voorgelegd
aan de longarts. Dit gebeurt digitaal in de beveiligde omgeving van het KIS. Aan de uitvoerders en
beoordelaars van de spirometrie worden opleidings- en vaardigheidseisen gesteld.
De spirometrie wordt door de praktijkassistente afgenomen en door de huisarts of
praktijkverpleegkundige beoordeeld. De COPD zorg wordt geleverd door de praktijkverpleegkundige
en huisarts samen.
Door veranderingen in de richtlijn en een vertraging in de aanpassingen van het KIS hierop was het
lastiger de zorg goed te blijven structureren. Dit zien we terug in een mindere score op
procesindicatoren. Inmiddels zijn hiervoor maatregelen getroffen in het organisatieproces.
Indicatoren COPD praktijk Frans, Schakelaar, Tinnemans
Indicator 2016 2015
aantal patiënten met COPD onder behandeling in de eerste lijn
(huisarts is ≥ 12 maanden hoofdbehandelaar) in de praktijkpopulatie
62 60
% patiënten met COPD en met registratie ziektelast in de afgelopen
12 maanden
59.65% 83.02%
% patiënten met COPD en met registratie functioneren (CCQ of MRC)
in de afgelopen 12 maanden
82.46% 92.45%
% patiënten met COPD en met registratie BMI in de afgelopen 12
maanden
84.21% 94.34%
% patiënten met COPD waarbij een spirometrie (FEV1 pre BD, FVC
pre BD, FEV1/FVC ratio pre BD, FEV1 post BD, FVC post BD,
FEV1/FVC ratio post BD: minimaal één van deze metingen) is gedaan
in de afgelopen 36 maanden
96.49% 100%
% patiënten met COPD waarvan het rookgedrag bekend is 87.72% 92.45%
24
Indicatoren COPD praktijk Filius, Hylkema en Mus
Indicator 2016 2015
aantal patiënten met COPD onder behandeling in de eerste lijn
(huisarts is ≥ 12 maanden hoofdbehandelaar) in de praktijkpopulatie
60 57
% patiënten met COPD en met registratie ziektelast in de afgelopen
12 maanden
59.65% 56.86%
% patiënten met COPD en met registratie functioneren (CCQ of MRC)
in de afgelopen 12 maanden
87.72% 80.39%
% patiënten met COPD en met registratie BMI in de afgelopen 12
maanden
71.93% 64.71%
% patiënten met COPD waarbij een spirometrie (FEV1 pre BD, FVC
pre BD, FEV1/FVC ratio pre BD, FEV1 post BD, FVC post BD,
FEV1/FVC ratio post BD: minimaal één van deze metingen) is gedaan
in de afgelopen 36 maanden
89.47% 96.08%
% patiënten met COPD waarvan het rookgedrag bekend is 89.47% 84.31%
6.1.3 Cardiovasculaire zorg
Zorg binnen het kader van cardiovasculair risicomanagement wordt geprotocolleerd verleend. Het
gaat hier om een grote groep. Binnen Orion werken we met deze doelgroep nog niet in een keten
en registreren dan ook in ons eigen HIS. Helaas biedt ons HIS minder mogelijkheden voor feedback
informatie over onze zorgverlening.
Onder cardiovasculair risicomanagement valt de zorg ter preventie van hart- en vaatziektes bij
risicogroepen (primaire preventie) en het voorkomen van complicaties of nieuwe incidenten bij
patiënten met reeds bestaande hart- en vaataandoeningen (secundaire preventie). Speerpunten in
de zorg zijn voorlichting over, en begeleiding bij een gezonde leefstijl en het verlagen van
risicofactoren zoals verhoogde bloeddruk en een gestoord vetspectrum.
De patiëntenpopulatie binnen dit aandachtsgebied kent een hoge mate van diversiteit, veel
verschillende aandoeningen. Anders dan bij de eerder genoemde aandachtgebieden diabetes en
COPD, vindt de selectie plaats op basis van risicofactoren en verschillende cardiovasculaire
aandoeningen. Deze zorg laat zich daarom minder goed structureren.
25
Door de uitbreiding in de assistentenformatie hebben we meer gelegenheid de groep in beeld te
houden en zo nodig op te roepen. Zo wordt er bij aanvragen van herhaalmedicatie structureel
gekeken of iemand voor controle komt (bij ons of in de 2e lijn) en jaarlijks bloedonderzoek laat doen.
Als mensen niet in beeld zijn worden ze actief opgeroepen.
Praktijkaantallen patiënten met hart en vaatziekten
Voor de selectie is een actieve episode in de afgelopen 3 jaar genomen. Patiënten kunnen
meerdere aandoeningen tegelijk hebben.
Aandoening Frank, Schakelaar en
Tinnemans
Filius, Hylkema en Mus
Myocardinfarct K75 96 68
CVA K90 79 42
Hersenbloeding K90.02 5 2
Aneurysma Aorta K99.1 17 25
Hartfalen K77 49 61
Perifeer vaatlijden K92.01 64 60
Angina pectoris K74 107 88
Hoge bloeddruk zonder vaatlijden*
K86
417 350
* de groep hoge bloeddruk zonder vaatlijden is lastig te selecteren. Er is daarom gezocht op ICPC
K86 waarbij de codes voor myocardinfarct, CVA, Aneurysma, hartfalen, perifeer vaatlijden en
angina pectoris uit de groep zijn verwijderd.
6.1.4 Ouderenzorg
De afgelopen jaren is onze groep 75+ goed in beeld gebracht. Als wij in de praktijk onvoldoende
zicht hadden op de thuissituatie en het functioneren van de patiënt, dan werden mensen
uitgenodigd voor het spreekuur. Veel patiënten in deze groep zijn echter nog vitaal en zelfredzaam.
In 2016 is de zorg rondom kwetsbare ouderen georganiseerd. We maken daarbij gebruik van een
KIS. De organisatie van deze zorg bleek tijdrovend maar inmiddels zijn de contacten binnen de
keten gelegd. Om de zorg verder goed te organiseren is een projectplan geschreven wat in 2017
moet leiden tot volledig in beeld brengen van onze kwetsbare ouderen, implementatie van de
multidisciplinaire zorg en ICT ondersteuning.
26
In de groep van 75 jaar en ouder hebben we gezocht op het voorkomen van aandoeningen en
problemen die mensen mogelijk kwetsbaar maakt. Als definitie hanteren we een oudere persoon
met één of meer van de volgende problemen, die vaak met elkaar interacteren: cognitieve
beperkingen, handicaps, psychosociale problematiek, multimorbiditeit, polyfarmacie en
maatschappelijk isolement.
Alle mensen die in deze selectie voorkomen worden goed beoordeeld en zo nodig doen we
onderzoek om kwetsbaarheid vast te stellen. Mensen waarvan wij vinden dat we ze goed in beeld
moeten houden nemen we op in het KIS.
Huisartsenpraktijk Frank en Tinnemans heeft 396 mensen van 75 jaar en ouder. 202 mensen
binnen deze groep hebben een episode welke mogelijk duidt op kwetsbaarheid.
Huisartsenpraktijk Filius, Hylkema en Mus heeft 296 mensen van 75 jaar en ouder. In deze groep
zijn we 185 mensen aan het onderzoeken op kwetsbaarheid.
Wij worden dagelijks geconfronteerd met de gevolgen van de overheidsmaatregelen met betrekking
tot de ouderenzorg. We zien ouderen zelfstandig wonen waarbij het minste geringste tot
onverantwoorde situaties leidt waar dan geen oplossing en opvang voor te regelen valt. Huisartsen
zijn veel tijd kwijt aan het zoeken en regelen van noodopvang. Het aantal ouderen in onze wijken is
hoog, hoger dan gemiddeld in Amersfoort, en zal de komende jaren alleen maar toenemen. Begin
2017 staat dan ook een visieoverleg gepland waarbij we binnen de maatschap gaan kijken hoe wij
onze ouderenzorg in de toekomst willen organiseren en wat daar voor nodig is.
6.2 Overige preventieve zorg
Preventieve zorg richt zich op voorkomen of beperken van schade aan de gezondheid van
individuele mensen, bepaalde groepen of de bevolking in het algemeen.
We kunnen binnen de preventie verschillende niveaus onderscheiden.
1. Collectieve preventie of universele preventie
2. Selectieve preventie
3. Geïndiceerde preventie
4. Zorg gerelateerde preventie
In de huisartsenzorg houden wij ons vooral met de laatste 2 categorieën bezig.
In de vorige paragraaf las u al over preventie bij mensen met een chronische aandoening.
Hieronder beschrijven wij nog een aantal overige preventieve werkzaamheden.
27
6.2.1 Griepvaccinatie
Griep kan voor mensen met specifieke medische aandoeningen en mensen van 60 jaar en ouder
ernstige gevolgen hebben. Kinderen en volwassenen uit deze doelgroep ontvangen daarom ieder
jaar in oktober of november een uitnodiging van de huisarts voor de gratis griepprik.
In de praktijk van Schakelaar, Frank en Tinnemans ontvingen 1809 mensen een oproep. 1095
gaven hieraan gehoor. De beschermingsgraad is daarmee ruim 60%
In de praktijk Filius, Hylkema en Mus werden 1681 mensen opgeroepen. 973 mensen werden
gevaccineerd waarmee de beschermingsgraad op 58% komt.
Door de jaren heen zien we een dalende trend in de vaccinatiegraad. Dit heeft waarschijnlijk te
maken met de jarenlange discussie over nut en noodzaak.
Wij zullen daarin het advies van het NHG blijven volgen.
6.2.3 Baarmoederhalsonderzoek
Alle vrouwen van 30 tot en met 60 jaar krijgen een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek
baarmoederhalskanker. In het verleden deden wij deze oproepen zelf maar dit was dusdanig
tijdrovend dat we daarmee zijn gestopt.
In de praktijk van Frank, Schakelaar en Tinnemans zijn in het verslagjaar 171 vrouwen binnen dit
kader van bevolkingsonderzoek geweest voor een uitstrijkje. In de praktijk van Filius, Hylkema en
Mus waren dit 177 vrouwen.
In 2017 verandert het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Dan worden vrouwen eerst
getest op de aanwezigheid van het HPV. Als dit virus niet aanwezig is dan is de kans op
baarmoederhalskanker heel klein. Is het virus wel aanwezig dan wordt hetzelfde uitstrijkje
onderzocht op afwijkende cellen.
6.2.4 Stoppen met roken
Roken vergroot de kans op verschillende gezondheidsklachten en ziekten. Mensen die roken
krijgen bij ons altijd het advies hiermee te stoppen. Daarbij wordt nagegaan of iemand gemotiveerd
is dit te doen.
Als het mensen niet lukt dit op eigen kracht te doen dan is begeleiding door onze
praktijkverpleegkundige een mogelijkheid.
In de praktijk van Frank, Schakelaar en Tinnemans werden in 2016, 29 mensen begeleid bij een
stoppoging. In de praktijk van Filius, Hylkema en Mus werden 20 mensen begeleid bij een
28
stoppoging. In voorgaande jaren gingen we na of de begeleiding effectief was geweest. Omdat dit
veel tijd kost (dossieronderzoek) is dat dit jaar niet gedaan en is de keuze gemaakt de tijd in zorg te
investeren.
6.2.5 Polyfarmacie
Polyfarmacie is vaak geïndiceerd maar kan vervelende neveneffecten hebben. Gestructureerde
beoordeling van medicatiegebruik kan ongewenste polyfarmacie of nadelige effecten van
polyfarmacie voorkomen.
We hanteren 2 definities:
Kwantitatieve norm: gebruik van 5 of meer verschillende soorten medicatie (inclusief
zelfzorgmiddelen en inhalatiemedicatie)
Kwalitatieve norm: gebruik van geneesmiddelen zonder directe medische noodzaak.
In samenwerking met onze bronapotheek hebben we een structuur opgezet waarin we polyfarmacie
herkennen en conform een gezamenlijk protocol analyseren en bespreken.
In de praktijk van Schakelaar, Frank en Tinnemans vonden 37 polyfarmacie gesprekken plaats. In
de praktijk van Filius, Hylkema en Mus vonden 60 polyfarmaciegesprekken plaats.
6.2.6 Valpreventie
Binnen de wijkgerichte samenwerking met het Medisch trainingscentrum en de apotheek werd een
zorgpad valpreventie gestart. Doel was betere signalering, gerichte training en preventie van
valrisico bij ouderen.
In onze praktijk liep dit project via de praktijkverpleegkundige.
Totaal: 26 casussen
Verwijzingen:
FT 12 x (advies, hiervan wilden 5 geen FT)
Consult huisarts 2x (hierna overleg apo)
Overleg huisarts medicatie 2x
Inschakelen thuiszorg 2x
Verwijzing geriater/specialist
ouderengeneeskunde
2x
Rechtstreeks overleg apotheek 1x
MMSE door POH 1x
Ergotherapie 1x
In 2017 zal valpreventie als project ophouden te bestaan en opgaan in de reguliere ouderenzorg.
29
6.3 Geestelijke gezondheidszorg
Geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in de huisartsenzorg is de zorg voor patiënten met psychische,
psychosociale en psychiatrische problematiek, als onderdeel van integrale generalistische
huisartsenzorg (NHG/LHV-STANDPUNT GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG IN DE
HUISARTSENZORG, 2015)
In 2014 werd het GGZ stelsel ingrijpend veranderd. De huisarts heeft sinds deze wijziging een
grotere rol in de opvang, begeleiding en behandeling van patiënten met psychische problematiek.
Wij merken een toename van patiënten met complexe psychiatrische problemen. Verwijzen naar
basispsycholoog of specialistische hulp wordt steeds lastiger door wachtlijsten en versnippering van
behandeling.
Sinds 2014 hebben wij ondersteuning van de POH GGZ voor het leveren van deze zorg.
Naast de reguliere spreekuren van de POH GGZ is deze discipline betrokken bij een aantal
verbeterprojecten. Zo werd in 2016 een multidisciplinair zorgpad depressie ontwikkeld en
geïmplementeerd. Daarbij ging de aandacht uit naar de juiste diagnostiek (naar ernst van de
depressie) en de daarbij passende behandeling. Een ander groot project was het oproepproject van
mensen die langer dan een jaar antidepressiva gebruiken. Daarbij werd gekeken naar wat ze
slikten, met welke indicatie, hoe lang ze het al slikten, wie de hoofdbehandelaar was, of ze
voldoende onder controle stonden en of er afgebouwd of gestopt kon worden met de medicatie.
In de praktijk van Schakelaar, Frank en Tinnemans slikken 181 mensen een antidepressivum. 166
mensen slikken dit al langer dan een jaar. Ruim 30 mensen zijn elders onder behandeling
(psycholoog of psychiater )of is de hoofdbehandelaar onbekend.
In de praktijk van Filius, Hylkema en Mus gebruiken 171 mensen een antidepressivum. Ruim 30
mensen zijn elders onder behandeling. Van 16 mensen is het hoofbehandelaarschap onbekend.
150 mensen slikken dit al langer dan een jaar.
Veel mensen maakten gebruik van de oproep waardoor de groep inmiddels goed in beeld is en
begeleiding bij de depressie en controle van medicatiegebruik individueel vormgegeven werd.
Voor 2017 zullen we een nieuwe groep onderzoeken nl de mensen met een chronische
psychiatrische aandoening.
30
6.3.1 Jeugd GGZ
In 2015 startte een pilotproject voor de jeugdzorg in Amersfoort. In de pilot werd de samenwerking
tussen huisartsen en wijkteams versterkt met als verwachting de specialistische zorg beter in te
kunnen zetten en de kennis van de sociale wijkteams te vergroten. Het project en de evaluatie liep
in 2016 door. In 2017 pakt de Huisartsen Eemland bv dit stuk zorg op. Wij gaan er vanuit dat de
ervaringen vanuit de pilot hierin worden gebruikt.
31
7. Kwaliteitszorg
Binnen Orion is een portefeuillehouder kwaliteit aangesteld. Samen met de praktijkmanager draagt
de portefeuillehouder zorg voor het borgen van veiligheids- en kwaliteitseisen.
7.1 Accreditatie
In 2008 werden onze beide praktijken voor het eerst door medewerkers van het NHG uitgebreid
doorgelicht en vergeleken met andere praktijken in Nederland. Wij waren daarmee de eerste
geaccrediteerde praktijken in Amersfoort.
NHG Praktijk Accreditering B.V. (NPA B.V.) is in 2005 door het Nederlands Huisartsen
Genootschap (NHG) opgericht om op onafhankelijke wijze de NHG-Praktijkaccreditering® uit te
voeren. Het NHG heeft in samenwerking met de Radboud Universiteit Nijmegen in de jaren 2002-
2005 een systeem voor de analyse van de kwaliteit van een huisartspraktijk ontwikkeld. Het NHG
heeft dit opgenomen in het toetsingssysteem NHG-Praktijkaccreditering.
De accreditatie richtte zich in eerste instantie voornamelijk op toetsing van het primaire proces, het
proces tussen zorgverlener en de patiënt, en de aanwezige randvoorwaarden. Daarbij gaat het om
organisatie van de praktijk, de medische zorg en het uiteindelijke oordeel van de patiënt.
De accreditatie is geen eenmalige beoordeling. Er zal elk jaar opnieuw beoordeeld worden of de
praktijk zijn keurmerk mag behouden.
Eind 2011 zijn de eisen en voorwaarden voor de accreditering veranderd. NPA is nu een
onafhankelijke organisatie. Bij de nieuwe opzet krijgt de praktijk een certificaat. Daarmee verklaart
NPA dat er “gerechtvaardigd vertrouwen bestaat in verantwoorde zorg”. De eisen zijn omvangrijker
maar de praktijk heeft meer vrijheid te bepalen hoe het beste invulling kan worden gegeven aan
verantwoorde zorg. Passend bij de eigen situatie. De cyclus van drie jaar is vervangen door een
systeem van jaarlijkse audits.
Accreditatiejaar 2016-2017 werd voor beide parktijken weer succesvol afgerond. Ook dit jaar werd
de audit Orionbreed afgenomen.
Inmiddels is onze praktijk dusdanig georganiseerd dat in aanloop naar de audit van de NPA weinig
extra hoeft te gebeuren. Dit houdt in dat we structurele controle en verbetering van onze (kwaliteits)
zorgverlening ingebed hebben in de dagelijks praktijk. Meten en verbeteren hoort er inmiddels
vanzelfsprekend bij.
32
7.2 Organisatie wijkgerichte zorginfrastructuur (OWZ)
In 2015 werd de stichting de Koppeling met Schothorst opgericht. In deze stichting is Orion
vertegenwoordigd. Stichting de Koppeling met Schothorst wil bestaande zorg binnen de wijk met
elkaar verbinden en verbeteren. Daarbij richt de stichting zich op ouderen, mensen met psychische
problemen en mensen met een inactieve en ongezonde leefstijl.
In 2016 werden het zorgpad Medicatie en het zorgpad Laaggeletterdheid gestart. De reeds
bestaande zorgpaden Depressie en Valpreventie werden verder verdiept. Begin 2017 start het
zorgpad palliatieve zorg.
De financiering van de OWZ is elk jaar onduidelijk. Dit maakt het lastig al te ver vooruit te kijken.
Toch maken we voorzichtig plannen voor 2017-2018 omdat we wel geloven in deze gezamenlijke
aanpak binnen de eerste lijn.
7.3 Scholingsoverzicht
Kennisontwikkeling is een belangrijke voorwaarde als we het hebben over kwalitatief goede
zorgverlening. Deze kennisontwikkeling vindt grotendeels plaats door continue scholing van alle
praktijkmedewerkers. Scholing enerzijds om onze basiskennis op peil te houden (b.v. regulier FTO)
en anderzijds om ons verder te bekwamen in specifieke zorgonderdelen. Wij proberen bij de keuze
voor de nascholingsonderwerpen een goede balans te vinden tussen de persoonlijke interesse van
de betreffende zorgverlener en relevantie voor de praktijk.
In het onderstaand overzicht leest u welke scholingen de medewerkers van Orion hebben gevolgd
in 2016.
33
Medewerker Scholing Aantal uren
Assistentes
Lamiae Aikar Zwachtelen orion
Cursus communicatie
Cursus hechten
Terug naar de schoolbanken
Uwi orion
Reanimatie orion
Laaggeletterdheid orion deel 1 en 2
Caspir
Cursus EAI
lab beoordelen deel 1 en 2
cursus timemanagement
Spiegelbijeenkomst fouten en klachten
1.5 uur
4.5 uur
4.5 uur
8 uur
1 uur
2.5 uur
4 uur
4 uur
2.5 uur
6 uur
8.5 uur
1 uur
Henja Westerneng Klinische les UWI
Lab uitslagen
Venapunctie vaardigheid
Spiegelbijeenkomst
1 uur
2 uur
30 min
1 uur
Lia Botterblom accredidact slaap en slaapproblemen
accredidact lag rugklachten
STIP cursus wondbehandeling
Caspir online 2015
accredidact wondbehandeling
klachtrecht 2016
klinische les UWI
herhaling reanimatie/AED
klinische les laaggeletterden
effectief communiceren met
laaggeletterden
augeo huwelijksdwang
accredidact teken- en andere beten
augeo communiceren over geweld
accredidact veilig incident melden
augeo mantelzorg
3 uur
3 uur
4 uur
3 uur
3 uur
3 uur
1 uur
2 uur
1 uur
3 uur
1 uur
3 uur
1 uur
3 uur
1,5 uur
34
Medewerker Scholing Aantal uren
netwerkbijeenkomst preventie van
depressie
augeo werken met een meldcode
timemanagement
augeo langetermijngevolgen van
kindermishandeling, implementeren v
meldcode, opfris huwelijksdwang
NHG online nieuwe BVO cervix
anemie, NHG-online
spiegelbijeenkomst WKKGZ en fouten en
klachten eigen organisatie
3 uur
2 uur
6 uur
2,5 uur
2 uur
2 uur
1 uur
Debby Zoer zwachtelen
wondbehandeling (wdh)
wondbehandeling (accredidact)
ecg maken (wdh)
terug naar de schoolbanken
reanimatie/aed herh.ehbo
teken- en andere beten (accredidact)
terug naar de schoolbanken
veilig incidenten melden(accredidact)
Lab prikken ivm bekwaamheidsverklaring
Spiegelbijeenkomst fouten en klachten
1,5 uur
4 uur
3 uur
3 uur
5 uur
2 uur
3 uur
5 uur
3 uur
1 uur
1 uur
Sylvia van Dongen Zwachtelen
Caspir online 2015
Reisadvies
Reisadvies
Reisadvies
Examen reisadvies
Klinische les uwi
Duodag
Wondcursus
klin les lgl
Online cursus teken
lab accreditatie
Online huw.dwang
1,5 uur
3,5 uur
3,5 uur
3,5 uur
3,5 uur
3 uur
1 uur
7 uur
4 uur
1 uur
2,5 uur
1 uur
1,5 uur
35
Medewerker Scholing Aantal uren
Online laaggeletterden
Spiegelbijeenkomst fouten en klachten
1 uur
1 uur
Anne Grunbauer Caspir online
Klachtenrecht
Zwachtelen (op de praktijk)
Symposium depressie
Aegeo - Huwelijk druk
Aegeo - Mantelzorg samen
Aegeo - Huiselijk geweld
Spiegel bijeenkomst klachten
Laaggeletterdheid
AccreDidact Wondbehandeling
2 uur
3 uur
1 uur
3 uur
1 uur
1,5 uur
1 uur
1 uur
3 uur
2 uur
Margreet Boerma caspir afronden
zwachtelen
reanimatie en AED
laaggeletterdheid
comm. training
Spiegelbijeenkomst fouten en klachten
2 uur
1,5 uur
2,5 uur
1 uur
3,5 uur
1 uur
Ines Geurtsen Ambulante compressieteherapie
Caspir online
Klachtrecht
NHG e-Expert triage
Signaleren en handelen
kindermishandeling
Engelse triage
Urinewegstandaard
Accredidact wondbehandeling
Communicatie met laaggeletterden
Accredidact teken en andere beten
Triage, denken in urgenties en
toestandsbeelden
Prikken in meander lab, vaardigheid
Accredidact veilig incidenten melden
Reanimatie en alcohol en drugs
Spiegelbijeenkomst fouten en klachten
1.5 uur
3 uur
3 uur
8 uur
2 uur
2 uur
1 uur
2 uur
3,5 uur
1,5 uur
6 uur
1 uur
1,5 uur
3 uur
1 uur
36
Medewerker Scholing Aantal uren
Praktijkverpleegkundigen
Liesbeth de Vries Cursus podo
Scholing kwetsbare ouderen
Insuline th
Langerhanssymp
Training laaggeletterdheid
Symp depressie
Nascholing ouderenzorg xpert (avond)
Nascholing ouderenzorg xpert (avond
Feedback bijeenkomst diamuraal
Nascholing hartfalen
Insulinetherapie opvolgavond
Spiegelbijeenkomst fouten en klachten
AED reanimatietraining
Netwerk bijeenkomsten valpreventie en
depressie
2,5 uur
4 uur
4 uur
8 uur
3,5 uur
3 uur
5,5 uur
5,5 uur
1,5 uur
8 uur
4,5 uur
1 uur
2,5 uur
6 uur
Nicole van Amelsfort Caspir on line
Adembenemend (COPD)
Valpreventie (netwerk)
Kwetsbare ouderen (diamuraal)
Reanimatie
Laaggeletterdheid
Vaatpoli
Depressie (netwerk)
Feedbackbijeenkomst diamuraal DM
Hartfalen
Masterclass insuline
2,5 uur
15 uur
2 uur
3,5 uur
2 uur
3,5 uur
3 uur
3 uur
1,5 uur
8 uur
4 uur
POH GGZ
Dave Mons Post HBO opleiding Praktijkondersteuner
Huisartsenzorg Geestelijke
Gezondheidszorg
Spiegelbijeenkomst fouten en klachten
Netwerkbijeenkomst depressie
AED reanimatietraining
Doorlopend
1 uur
3 uur
2,5 uur
37
Medewerker Scholing Aantal uren
Mirre Teeuw AED Reanimatietraining
Studiedag Op de sofa bij de huisarts/poh-
ggz
Training voor laaggeletterdheid
Netwerkbijeenkomst depressie + zelf
presentatie geven
Zorgpad depressie
Spiegelbijeenkomst fouten en klachten
2,5 uur
8,5 uur
3,5 uur
5 uur
6 uur
1 uur
Manager
Annemieke de Jong
Symposium voor praktijkmanagement
Personeelszaken in de huisartsenpraktijk
Financiering huisartsenzorg LHV
Spiegelbijeenkomst klinische chemie
Spiegelbijeenkomst fouten en klachten
Netwerkbijeenkomsten valpreventie en
depressie
7 uur
6 uur
3 uur
1 uur
1 uur
6 uur
In onderstaand overzicht vindt u de scholingen gevolgd door de huisartsen.
Huisarts Scholing Aantal uren
Mw. I. Tinnemans FTO 5x
CAHAG; adembenemend
Huisartsopleider
Praktijkaccreditatie
Spiegelbijeenkomsten 3x
7,5
uur
2 dgn
20
uur
2 uur
3 uur
Dhr. D. Frank Opvolgavond Instellen op Insuline
Diamuraal feedbackbijeenkomst Diabetes
Basistraining Instellen Insuline
Intercollegiale Toetsing (15x)
Praktijkaccreditatie
Spiegelbijeenkomsten 2x
3 uur
2 uur
10
uur
27,5
uur
2 uur
2 uur
38
Huisarts Scholing Aantal uren
Mw. L. Filius EKC training
FTO Schothorst
Huisartsopleiding
Intervisie supervisors
Kindergeneeskunde
U bent de dokter, zegt u het maar:
Caspir:
PsyHAG
Praktijkaccreditatie
Intervisie supervisors huisartsopleiding
Effectief communiceren laaggeletterden
Palliatieve zorg
Netwerkbijeenkomst depressie
Spiegelbijeenkomsten (3x)
2 uur
7,5
uur
15
uur
8 uur
3 uur
4 uur
3 uur
6 uur
2 uur
4 uur
3 uur
16
uur
3 uur
3 uur
Mw. N. Hylkema Familiaire hypercholesterolemie
Caspir online 2015
FTO Schothorst
NHG accreditatie
Terugkomdagen huisartsenopleiding
Financiering huisartsenzorg
Effectief communiceren met
laaggeletterden
Netwerkbijeenkomst depressie
Spiegelbijeenkomsten (3x)
1 uur
3 uur
6 uur
9,5
uur
10
uur
3 uur
3 uur
3 uur
3 uur
Dhr. J. Mus Geen gegevens
39
7.4 Spiegelbijeenkomsten
In 2016 werden er 3 spiegelbijeenkomsten georganiseerd.
Met de spiegelbijeenkomsten beogen we het verkrijgen van meer inzicht in onze zorgverlening.
1. Spiegelbijeenkomst DTO leverfunctiestoornissen; feedback over aangevraagde diagnostiek.
2. Spiegelbijeenkomst oogheelkunde; bron praktijkspiegel van Vektis over verwijscijfers.
Georganiseerd door oogarts Laurens Camfferman van MeanderMC samen met N. Hylkema.
Deels cijfermatig en deels medisch inhoudelijk.
3. Spiegelbijeenkomst fouten en klachten; zie paragraaf 7.5
Van alle bijeenkomsten werd een verslag gemaakt. Voor 2017 organiseren wij weer nieuwe
bijeenkomsten.
7.5 Medicatiedossier
Binnen het kader van de OWZ werd in 2016 onderzoek gedaan naar de meest voorkomende
oorzaken van medicatiefouten. Daartoe werden in de huisartsenpraktijken en de apotheek een
week lang alle fouten geregistreerd. Van al deze fouten werd onderzocht wat de bron, de oorzaak
was. Op het moment van schrijven van dit verslag moet duidelijk worden waardoor de meeste
fouten veroorzaakt worden, deze zullen dan in samenwerking met de apotheek opgepakt worden.
Verder investeren wij elke week een halve tot hele dag in de herhaalmedicatie. De assistente gaat
alle herhaalaanvragen structureel na op een aantal belangrijke punten (dosering, controle op
spreekuur, dubbelmedicatie, polyfarmacie enz) Bij onduidelijkheid wordt de patiënt gebeld of met de
huisarts en apotheker overlegd.
Het op orde brengen van ons medicatiedossier is een breed gedragen ambitie. In de praktijk blijkt
dit echter een enorme uitdaging. Er zijn meerdere factoren waarop wij (nog) geen invloed hebben
maar die wel ons dossier vervuilen of incompleet maken. We blijven echter inzetten op een actueel
en betrouwbaar medicatieoverzicht.
7.6 Klachten en fouten
Klachten, problemen en fouten worden door ons geregistreerd en structureel besproken. Hiermee
proberen we onze praktijkorganisatie en zorgverlening te verbeteren.
Indien patiënten uit onvrede onze praktijk verlaten, dan willen we graag de reden van vertrek weten.
In 2016 werd een verplichte bijeenkomst voor al onze medewerkers georganiseerd. Doel van deze
bijeenkomst was tweeledig. Ten eerste wilden we iedereen goed informeren over de nieuwe wet- en
regelgeving in het kader van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (WKKGZ). Ten tweede
hebben we spiegelinformatie gegeven over de door ons gemaakte fouten en de ontvangen klachten
in 2016.
40
Fouten
In 2016 werden 29 fouten geregistreerd. Dit waren er in 2015 nog 65. Waarschijnlijk zegt deze
daling meer over onze registratietrouw dan over onze zorgverlening. We vermoeden dat veel fouten
niet geregistreerd zijn omdat dit administratief werk met zich meebrengt.
We hebben de 29 gemelde fouten in categorieën ingedeeld:
8x medicatie
5x zorgverlening/inschattingsfout
5x communicatie/continuïteit
4x planning/agenda
4x voorraad
3x administratief
Klachten
In 2016 werden er 21 klachten geregistreerd. Dit waren er in 2015 nog 6. De stijging valt te wijten
aan de aandacht die we op organisatieniveau hebben besteed aan de waarde van klachten. Bij
uiting van onvrede van een patiënt wordt aangeboden hierover verder te praten. Dit werkt erg
verhelderend en is waardevol voor onze praktijk.
Ook de klachten hebben we in categorieën ingedeeld:
12x Bejegening
7x communicatie/continuïteit
4x planning/agenda
4x zorgverlening/inschatting
Tijdens de spiegelbijeenkomst hebben we met alle medewerkers gebrainstormd hoe we fouten en
klachten makkelijker en laagdrempeliger kunnen registreren en hoe we optimaal kunnen leren van
de meldingen. Voor 2017 ligt er inmiddels een nieuw protocol waarin we een nieuwe
registratiemethode introduceren. Ook willen we analyse van fouten in wisselende commissies gaan
uitvoeren en zo alle medewerkers betrekken bij het proces.
41
8. Nawoord
Er is in 2016 enorm hard gewerkt. We zien wederom een stijging in de productiecijfers. En naast de
reguliere patiëntenzorg werd er veel aan verbeterprojecten gewerkt. Door overheidsmaatregelen en
stelselwijzigingen merken wij een stijging van zorgvraag van mensen die elders niet terecht kunnen.
Dit geldt vooral voor de ouderenzorg en de (jeugd) GGZ.
In 2017 zetten we onze activiteiten onverminderd voort. De focus zal gaan liggen op de
ouderenzorg en de (jeugd) GGZ. We willen heel graag blijven participeren in de wijkgerichte
zorgactiviteiten maar merken ook dat deze extra taken gaan knellen. We moeten hierin een goede
balans weten te vinden die voor alle partijen werkbaar is.
We willen door met professionaliseren van het personeelsbeleid. Meer gericht op persoonlijke
ontwikkeling op basis van persoonlijke beoordelingen.
We gaan goed kijken naar de tijdsbesteding van onze praktijkverpleegkundigen; wat moet en wat
kan op een lager pitje?
In 2016 hebben we onderzoek gedaan naar de oorzaak van veelvoorkomende medicatiefouten in
de praktijk. In 2017 gaan we aan de slag met waar nodig aanpassen van de werkprocessen en de
afstemming met andere voorschrijvers.
Het opstellen van een jaarverslag geeft veel inzicht in waar onze tijd en energie in gaat zitten. Dit
helpt ons op momenten dat we keuzes moeten maken. Iedereen die heeft meegewerkt aan de
totstandkoming van dit jaarverslag wordt voor zijn/haar inzet bedankt.