JAAP VAN ZWEDEN DIRIGEERT FIDELIO Radio ......2020/12/12  · 60 12 DECEMBER 2020 14.00 UUR JAAP VAN...

12
60 12 DECEMBER 2020 14.00 UUR JAAP VAN ZWEDEN DIRIGEERT FIDELIO Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Jaap van Zweden dirigent Simon Halsey koordirigent Aldert Vermeulen assistentdirigent Anja Kampe sopraan (Leonore) Daniel Frank tenor (Florestan) Georg Zeppenfeld bas (Rocco) Simon Neal bariton (Don Pizarro) Tareq Nazmi bas (Don Fernando) Mercedes Arcuri sopraan (Marzelline) Thomas Atkins tenor (Jaquino) Robert Holl verteller koorsolisten: Ben Heijnen tenor (erster Gefangener) & Lars Terray bariton (zweiter Gefangener) Ludwig van Beethoven 1770-1827 Fidelio 1804-1814 opera in twee bedrijven naar een libretto van Joseph von Sonnleithner naar Jean-Nicolas Bouilly’s Léonore, ou l’amour conjugal De oorspronkelijke dialogen zijn vervangen door een (ingekorte) Neder- landstalige bewerking door Robert Holl op basis van Rocco’s Erzählung (1985) van Walter Jens (1923-2013) Rosa Hendriks voorstellingsleider Evert-Jan de Groot repetitor solisten Rechthebbenden die menen aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen, wordt ver- zocht contact op te nemen met de NTR ZaterdagMatinee.

Transcript of JAAP VAN ZWEDEN DIRIGEERT FIDELIO Radio ......2020/12/12  · 60 12 DECEMBER 2020 14.00 UUR JAAP VAN...

  • Nicola PorporaCarlo il Calvo Drama per musica

    première Rome, Teatro delle Dame, 1738

    6012 DECEMBER 2020 14.00 UUR

    JAAP VAN ZWEDEN DIRIGEERT FIDELIO

    Radio Filharmonisch OrkestGroot OmroepkoorJaap van Zweden dirigentSimon Halsey koordirigentAldert Vermeulen assistentdirigent

    Anja Kampe sopraan (Leonore)Daniel Frank tenor (Florestan)Georg Zeppenfeld bas (Rocco)Simon Neal bariton (Don Pizarro)Tareq Nazmi bas (Don Fernando)Mercedes Arcuri sopraan (Marzelline)Thomas Atkins tenor (Jaquino)Robert Holl vertellerkoorsolisten: Ben Heijnen tenor (erster Gefangener) & Lars Terray bariton (zweiter Gefangener)

    Ludwig van Beethoven 1770-1827Fidelio 1804-1814opera in twee bedrijven naar een libretto van Joseph von Sonn leithner naar Jean-Nicolas Bouilly’s Léonore, ou l’amour conjugal

    De oorspronkelijke dialogen zijn vervangen door een (ingekorte) Neder-landstalige bewerking door Robert Holl op basis van Rocco’s Erzählung (1985) van Walter Jens (1923-2013)

    Rosa Hendriks voorstellingsleiderEvert-Jan de Groot repetitor solisten

    Rechthebbenden die menen aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen, wordt ver-zocht contact op te nemen met de NTR ZaterdagMatinee.

  • 2 360e seizoen 12 december 2020

    Voor het concert van vanmiddag stond oorspronkelijk Götter-dämmerung van Richard Wagner op het programma. Een opera met een fors uitgevallen koor en orkest, té fors in de huidige Covid19-tijden. Daarvoor in de plaats komt Fidelio van Ludwig van Beethoven, met een kort maar krachtig kooraandeel, en een orkest van bescheidener formaat – zelfs de tuba ontbreekt. Een keuze die niet alleen luister bijzet aan de vieringen rond de 250ste verjaardag van Ludwig, maar ook getuigt van de enorme bewondering die Richard Wagner koesterde voor zijn grote voorganger. Een bewondering die hij overigens in de eerste plaats baseerde op de Negende symfonie. Over de theatrale kwali-teiten van de opera Fidelio had hij zo zijn bedenkingen. Wat de beide componisten ook verbindt is de fascinatie voor hun werk, zoals die tot uiting komt in de enorme hoeveelheid literatuur die er over in de afgelopen anderhalve eeuw is gepubliceerd. Daarin staat Der Ring des Nibelungen aan de top, maar Fidelio is een goede tweede.

    Beethoven – grensverleggerHet pad naar het succes van Fidelio ging bepaald niet over rozen. Toen Mozart in 1781 naar Wenen verhuisde, stond hem maar één doel voor ogen: het Weense publiek veroveren met zijn opera’s. Op de valreep lukte hem dat met Die Zauberflöte, die twee maanden voor zijn dood in première ging en binnen een jaar zijn honderdste uitvoering beleefde. Elf maanden na Mozarts overlijden vestigde Beethoven zich in Wenen. Hij wist als pianospelend fenomeen het publiek al gauw voor zich te winnen met zijn meesterlijke improvisaties, en boekte vroege successen met zijn beide eerste symfonieën. Over het schrijven voor de menselijke stem heeft hij zich als vijftiger als volgt uitgelaten: “Ik kan me steeds perfect een volledig orkest voor-

    FIDELIO – EEN LEVENSLANGE WORSTELING

    De ZaterdagMatinee op social mediaVia Facebook, Twitter en Insta gram houdt de Matinee u op de hoogte van het laatste nieuws rond de concerten. Volg ons, en praat mee!

    Uitzending NPO Radio 4 Dit concert – wegens de huidige corona-omstan-digheden zonder publiek

    – wordt uit gezonden via NPO Radio 4. U kunt het ook beluisteren via ZATERDAGMATINEE.NLHet concert, zonder voor- en/of pauze programma, kunt u na enkele dagen terugvinden op NPORADIO4.NL/CONCERTEN

    Wolfgang Amadeus Mozart, zilverstift-miniatuur door Doris Stock, 1789

    Felicitaties voor Jaap van ZwedenHet is mij een groot genoegen Jaap van Zweden op deze plek namens de jubilerende NTR ZaterdagMatinee van harte te feliciteren met zijn zestigste verjaardag. Het feit dat hij jaren geleden te kennen gaf dat hij op 12 december 2020 – de dag van zijn verjaardag zelf – het Radio Filhar-

    monisch Orkest en het Groot Omroepkoor in de Zaterdag-Matinee wilde dirigeren, gaf ons jubileumseizoen al bij voorbaat een gouden randje. Jaap van Zweden heeft immers zijn handen normali-ter vol aan zijn chef-dirigent-schappen in New York en Hong Kong, en hij heeft in de weken die dan nog overblij-ven vrijwel alle grote interna-tionale orkesten praktisch voor het uitkiezen. Maar hij koos voor zijn geboortestad

    Amsterdam, de ZaterdagMatinee, met zijn ‘eigen’ RFO, waarvan hij in de periode 2005-2012 chef-dirigent is geweest, en het Groot Omroepkoor, dat net als het orkest 75 jaar geleden werd opgericht. Met beide ensembles heeft hij tal van onvergetelijke Matinees gedirigeerd, opzienbarende uitvoeringen van Wagneropera’s, maar ook tientallen wereldpremières van hedendaagse composities. Ook toen de coronacrisis de productie van Götterdämmerung op 12 december onmogelijk maakte, bleef hij ons trouw en stelde hij als vervangende titel Beethovens Fidelio voor, een opera met een aanzienlijk kleinere bezetting. En daarmee zijn wij opnieuw bij een jubilaris aanbeland. Wij herdenken immers dit jaar dat Beethoven 250 jaar geleden in Bonn het levenslicht aanschouwde. Een waardiger afsluiting van het Beethovenjaar dan zijn enige opera gedirigeerd door Jaap van Zweden is nauwelijks voorstelbaar.

    Kees Vlaardingerbroekartistiek leider NTR ZaterdagMatinee

    Kijk zondag naar dit concert op televisie!Een videoregistratie van dit concert wordt zondag 13 december uitgezonden via NPO 2, vanaf ca. 19.10 uur (na het programma Podium Witteman).

    ROGER N

    EVE

  • 4 5een appartement op de tweede verdieping van het theatercom-plex. In het bedompte vertrek voelde de componist zich niet thuis, maar hij had zo wel uiterst handig toegang tot de opera-voorstellingen en was daar regelmatig te zien, gebogen over de rand van de orkestbak. Schikaneder bezorgde Beethoven ook een libretto, met de titel Vesta’s Feuer; een allegorisch allegaar-tje dat door Beethoven al snel werd afgedaan als viswijvenge-zwets. Hoewel Beethoven met bewondering sprak over Die Zauberföte, wist hij voor de tekstkeuzes van Mozart maar weinig waardering op te brengen. In zijn eigen woorden: “Ik heb een tekst nodig die mij inspireert, iets ethisch, verheffends. Teksten zoals Mozart gebruikte, zou ik nooit op muziek kunnen zetten. Ik heb het nooit kunnen opbrengen vulgaire teksten te gebrui-ken.”Op eigen initiatief koos Beethoven voor een alternatief, een Frans libretto dat beter voldeed aan zijn idealen en paste bij de tijdgeest: Léonore, ou l’amour conjugal. Het verhaal van een vrouw die zich verkleed als man opoffert om haar gevangengezette echtgenoot te bevrijden. Het was in Parijs op muziek gezet door de tenor en liedjesschrijver Pierre Gaveaux. Dat het onderwerp op dat moment maatschappelijk relevant was, blijkt wel uit het feit dat ook twee andere componisten zich met dit libretto bezig hielden: Ferdinando Paër met zijn Leonora uit 1804, en Simon Mayr met L’Amor coniugale uit 1805, beide Italiaans gezon-gen. Voor de Duitse vertaling koos Beethoven voor Joseph von Sonnleithner, een man met goede contacten bij de censor – geen overbodige luxe bij een libretto dat verzet tegen het gevestigde gezag tot onderwerp had.Zijn componerende collega’s zetten een opera in een paar maanden op papier, maar het heeft Beethoven twee volle jaren gekost om het werk gereed te krijgen voor de première op 20 november 1805. De opvoering vond plaats onder rampzalige omstandigheden. Wenen was in staat van oorlog met Napoleon; de adel en gegoede burgerij – het vaste operapubliek – hadden de stad verlaten of andere dingen aan hun hoofd. Om de zaal vol te krijgen waren er vrijkaarten gegeven aan passerende Franse soldaten. Na een

    stellen, en ik kan van alles van instrumenten verlangen. Maar bij vocale muziek moet ik me altijd afvragen of iets zingbaar is of niet.” Daarbij gaat Beethoven gemakshalve voorbij aan het feit dat hij ook in de instrumentale muziek bij voortduring de grenzen heeft opgezocht en verlegd. Dat was in de Eroica van 1804 niet anders dan in de eerste versie van Leonore (zoals Fidelio aanvankelijk heette) uit hetzelfde jaar. Veel muziekgeleerden zien ook over het hoofd dat Beethoven als negentienjarige twee uiterst zingbare cantates heeft gecomponeerd. Ze werden weliswaar niet uitgevoerd, maar toen Brahms ze onder ogen kreeg, merkte hij op dat, zelfs wanneer de titelpagina geen componistennaam zou dragen, er slechts één componist in aanmerking kwam, omdat ze door en door klinken als werk van Beethoven. Zijn mooiste ingeving in die jeugdwerken is de aria ‘Da stiegen die Menschen an’s Licht’ voor sopraan en koor uit de Cantate op de dood van Keizer Joseph II. Beethoven bewaarde altijd alles, en gaf die aria opnieuw een plaats in de finale van zijn opera, waar Leonore de hereniging met Florestan bezingt met de woorden ‘O Gott! Welch ein Augenblick’. Een subliem moment, en eminent zingbaar…

    Beethoven raakte in zijn eerste opera-avontuur verzeild dankzij Emanuel Schikaneder, entrepreneur met lef, impresario, zanger, tekstdichter, regisseur en theaterdirecteur. Schikaneder was het brein achter Mozarts Zauberflöte en had in het kielzog van dat succes de touwtjes in handen gekregen van het in 1801 geopende gloednieuwe Theater an der Wien. Het leek Schikane-der een goed idee Beethoven als huiscomponist te engageren, en in 1803 werd dat tastbare werkelijkheid. Beethoven betrok

    “Teksten zoals Mozart gebruikte, zou ik nooit op muziek kunnen zetten. Ik heb het nooit kunnen opbrengen vulgaire teksten te gebruiken.”

    Wilhelmine Schröder Devrient (1804-1860) als Leonore in Fidelio

  • 6 7opera’s: zolang de publieke belangstelling aanhield, liep de voorstelling door, aanvankelijk om de drie dagen, en ook in de volgende jaren. Nog tijdens zijn leven volgden naast Wenen binnen de kortste keren Berlijn, Dresden, Leipzig, München en Amsterdam en stond Beethoven internationaal op de kaart als operacomponist. Uiteraard werden er in een tijd waarin het auteursrecht nog niet bestond ook voorstellingen georganiseerd die clandestien aan de haal gingen met Beethovens noten. Noten die met bloed, zweet en tranen werden bevochten in de worsteling om een lofzang op de huwelijkstrouw waarnaar de componist zijn leven lang gehunkerd heeft.

    Siebe Riedstra

    paar voorstellingen hield de directie het voor gezien. Beethoven geloofde rotsvast in de kwaliteit van zijn werk, maakte een aantal revisies, en op 29 maart en 10 april van het volgende jaar vond een tweede poging plaats. Nu was het de componist zelf die roet in het eten gooide, door ruzie te maken over zijn honorarium. De ruzie liep uit de hand, Beethoven nam zijn partituur onder de arm en smeet de deur dicht. De directie slaakte een zucht van verlichting.

    Verdere revisiesDat was het voorlopige einde van Beethovens opera-avontuur. Tot er een deus ex machina opdook in de persoon van Johann Nepomuk Mälzel, entrepreneur par excellence en de geschiede-nis ingegaan als de uitvinder van de metronoom. Mälzel had een Panharmonikon geknutseld, een mechanisch bouwsel dat allerlei muziekinstrumenten simultaan kon imiteren. Om het apparaat te demonstreren had hij muziek nodig, en riep de hulp van Beethoven in. Een en ander liep flink uit de hand, en het eindresultaat was een groot concert voor een stampvolle zaal met een net zo stampvol podium. De knaller van het programma, dat begon met de Zevende symfonie, was De veldslag bij Vittoria, ofwel Wellingtons Sieg: een programmatisch werk dat de veldslag tussen Wellington en Napoleon verbeeldde, en daartoe gebruik maakte van nagemaakt kanongebulder, ge-weerschoten en marcherende soldaten. Op de publiciteit was niet bezuinigd, en niet de minsten werkten er aan mee. Louis Spohr speelde mee bij de violen, Antonio Salieri dirigeerde de trompetters en Giacomo Meyerbeer sloeg de grote trom. Na afloop ging het dak van de zaal af, en lag de naam Beethoven van de ene dag op de andere op eenieders lippen. Voor een paar ondernemende operazangers met de juiste contacten was het een mooie aanleiding om opnieuw een opvoering van de opera op touw te zetten. Uiteraard ging Beethoven opnieuw aan het werk, maakte tientallen revisies en componeerde een nieuwe ouverture (die pas bij de tweede voorstelling klaar was). Deze keer vond de uitvoering plaats in het Kärntnertortheater, op 23 mei 1814. Gedragen door de nieuwverworven faam van de componist werd het een eclatant succes. En deze keer bleef dat zo. Zoals dat vandaag de dag gaat met musicals, ging het destijds met

    links: Mälzels Panharmonikon, die de aanzet vormde tot Wellingtons Sieg en indirect tot Fidelio (afbeelding in L’Illu stration, 22 mei 1846)

    rechts: Beethoven op het schilderij ‘Liszt am Flügel’, van Josef Danhauser, 1840

  • 9altviolen en celli zetten de toon voor een van de meest geïnspireerde mo-menten uit de operaliteratuur.

    4. Aria: Rocco - ‘Hat man nicht das Gold beineben’Vader Rocco heeft tijdens het kwartet besloten dat Fidelio de ideale echtge-noot is voor zijn dochter. Maar hij waarschuwt dat in een huwelijk de liefde niet het enige belangrijke is. Men heeft ook geld nodig… In een belerend rondo bezingt hij de waarde van het goud: ‘Es ist ein schönes Ding, das Gold, das Gold.’

    5. Trio: Marzelline, Leonore, Rocco - ‘Gut Söhnchen, gut, hab’ immer MuthIn de volgende scène horen we voor het eerst van het bestaan van een geheim-zinnige gevangene die langzaam uitgehongerd wordt. Rocco laat Fidelio weten dat hij hem bij een volgend bezoek aan de onderaardse kerkers mag vergezellen. Marzelline maakt zich daarover zorgen, maar Fidelio is vastbe-sloten: ‘Ich habe Mut und Kraft’. In het volgende terzet laten de drie nog eenmaal hun gevoelens de vrije loop.’6. MarschIn de verte klinkt marsmuziek. Op-komst van Pizarro en zijn mannen. Deze mars is speciaal voor de versie van 1814 gecomponeerd.

    7. Aria: Pizarro en bewakers (mannenkoor) - ‘Ha, welch ein Augenblick’In de volgende scène maken we kennis met Pizarro, de aartsvijand van Flo-

    vallen op Fidelio, een jongeman die sinds kort in dienst is als het hulpje van Rocco. Beethoven mag dan kritisch zijn geweest op de lichtzinnige Mozart, hier heeft hij zich zowel in de ouverture als in het duet duidelijk laten inspireren door de openingsnummers van Le nozze di Figaro. Dat Jaquino in zijn verliefd-heid keer op keer wordt gestoord door bezoekers die aan de deur kloppen (precies in de partituur aangegeven) zorgt voor het komische element dat de luisteraar het gevoel geeft dat hier een Singspiel wordt opgevoerd.

    2. Aria: Marzelline‘O wär ich schon mit dir vereint’Jaquino wordt door Rocco weggeroepen. Marzelline blijft alleen achter en mijmert over haar toekomst met Fidelio – een huwelijk en ‘stiller Häuslichkeit’. In een bespiegelende aria bezingt ze eerst haar verlangen in mineur, daarna in majeur de hoop die haar hart ver-vult, dan opnieuw in mineur de genoe-gens van het huwelijk, om in majeur en vurige hoop te besluiten.

    3. Kwartet: Marzelline, Leonore, Jaquino, Rocco - ‘Mir ist so wunderbar’Fidelio komt binnen en brengt verslag uit aan Rocco over de aankopen die hij heeft gedaan. Rocco prijst zijn koop-manschap. Jaquino bekijkt een en ander met argwaan. Elk van de vier laat in het volgende kwartet zijn beslomme-ringen de vrije loop. Hier heeft Beetho-ven zich onmiskenbaar laten inspireren door Mozarts afscheidskwartet uit de eerste akte van Così fan tutte. Gedeelde

    zich als man, en weet hoofdbewaker Rocco zover te krijgen dat hij haar als hulpje onder de naam Fidelio aan-neemt.

    OuvertureVier ouvertures schreef Beethoven voor de diverse producties. De eerste drie zijn bekend geworden als Ouverture Leonore 1, 2 en 3, en staan in C-groot, de toonsoort waarin de opera eindigt. Maar in de Fidelio van 1814 veranderde Beethoven de volgorde van de eerste twee nummers, en gaat de ouverture zonder onderbreking over in het duet tussen Marzelline en Jaquino. Dat staat in de toonsoort A-groot, en dus koos Beethoven voor een nieuwe ouverture in de toonsoort E-groot, de meest logische verwante toonsoort. Bovendien waren de Leonore-ouvertures uitgegroeid tot een soort bovenmaatse symfonische gedichten met een tijdsduur van ruim een kwartier. Geniale scheppingen, en uiterst geschikt voor de concertzaal, maar onhandig in het operatheater. De nieuwe ouverture voldoet exact aan de verwachtingen, ze heeft met ruim vijf minuten de ideale lengte, en brengt het publiek met heroïsche hoornfanfares in de juiste stemming.

    Eerste bedrijf1. Duet: Marzelline en Jaquino - ‘Jetzt Schätzchen, jetzt sind wir allein’Op de binnenplaats van de gevangenis probeert portier Jaquino aan te pappen met Marzelline, de dochter van Rocco. Marzelline is niet gediend van zijn avances, want zij heeft haar oog laten

    Fidelio is een Singspiel, een genre waarin de gesproken tekst wordt afgewisseld met aria’s, ensembles en koren. De actie speelt zich merendeels af in de dialogen, de muziek is vaak van beschouwelijke aard. Beethoven heeft zich in de eerste akte aan die traditie gehouden, maar laat haar in de tweede akte los. Daar gaan van lieverlee mu-ziek en actie samen als in een romanti-sche opera. Beethoven schreef wat in de praktijk wordt aangeduid als een nummeropera: de muzikale delen zijn genummerd van 1 tot 16. De componist hield voor zichzelf vast aan de naam Leonore, maar om verwarring met de gelijknamige opera van Paër te voorko-men koos de theaterdirectie voor Fidelio. Daardoor is bij de rolverdeling in de gesproken tekst steeds sprake van Fidelio, en in de zangpartituur van Leonore.De opera speelt zich af in de zestiende eeuw in het Spaanse Sevilla. Niet vanwege de couleur locale, zoals in Carmen van Bizet, maar om de strenge Weense censuur te ontwijken, die een broertje dood had aan alles wat zweem-de naar verzet tegen de gevestigde orde. De voorgeschiedenis van het verhaal is als volgt: Florestan, de echtgenoot van Leonore, is op mysterieuze wijze spoor-loos verdwenen. Waarschijnlijk omdat hij misstanden in het gevangeniswezen aan de kaak wilde stellen. Leonore is vastbesloten hem te vinden, en in haar zoektocht komt ze terecht bij de staats-gevangenis van Sevilla, waarvan de corrupte Pizarro de directeur (gouver-neur in de tekst) is. Leonore vermomt

    SYN

    OPSI

    S EN

    MUZ

    IEK

  • 10 1115. Duet: Leonore, Florestan - ‘O namen-lose Freude!Pizarro en zijn manschappen trekken zich haastig terug, Rocco laat Florestan en Leonore alleen achter. Samen bezin-gen ze hun hervonden liefde: ‘O namen-lose Freude’ (een duet dat Beethoven oorspronkelijk componeerde voor bovengenoemde mislukte samenwer-king met Schikaneder, Vesta’s Feuer).

    16. Finale: allen - ‘Heil sei dem Tag, Heil sei der Stunde’Rocco komt de kerker binnen en laat weten dat de minister orde op zaken komt stellen. Dan valt het doek. Om-bouw naar de ‘paradeplaats van het slot, met het standbeeld van de koning’. Algemene vreugde: ‘Heil sei dem Tag, Heil sei der Stunde’. Rocco komt binnen met Florestan en Leonore en brengt hen naar de minister, Don Fernando. Deze herkent in Florestan een oude vriend, tot afgrijzen van Pizarro, die geboeid wordt afgevoerd. Hier neemt Beethoven de gelegenheid te baat om de eerderge-noemde aria voor sopraan en koor uit de Joseph-cantate met de tekst ‘Da stiegen die Menschen ans Licht’ in te lassen voor het gehele ensemble op de tekst: ‘O Gott! O welch ein Augenblick’. Met algehele vreugde en een lofzang op de moed van Leonore en de echtelijke liefde die alles overwint eindigt de opera.

    Siebe Riedstra

    visionaire Poco allegro: ‘Ich seh’, wie ein Engel, Leonore’.

    12. Melodrama en Duet: Rocco, Leonore - ‘Wie kalt ist es in diesem unterirdischen Gewölbe’Florestan slaapt. Rocco en Fidelio komen de kerker binnen en beginnen het graf te graven. Beethoven kiest hier voor een melodrama, een gesproken tekst die afgewisseld wordt met filmi-sche orkestklanken. De lugubere situ-atie wordt in het volgende duet onder-streept door de contrafagot: ‘Nur hurtig fort, nur frisch gegraben’.

    13. Terzet: Florestan, Leonore, Rocco - ‘Euch werde Lohn in bessern Welten’Florestan ontwaakt. Fidelio herkent hem aan zijn stem. Rocco geeft hem wat wijn te drinken. Gevoelens van dankbaarheid, angst en medelijden komen tot uitdrukking in het volgende terzet.

    14. Kwartet: Pizarro, Florestan, Leonore, Rocco - ‘Er sterbe!’Pizarro stormt de kerker binnen. In het nu volgende kwartet ontwikkelen de gebeurtenissen zich razendsnel. Op het moment dat Pizarro zijn dolk opheft om Florestan te vermoorden, springt Leonore tussenbeide en roept: ‘Töt erst sein Weib’. Algehele consternatie. Sein Weib?? Dan klinkt uit de verte een trompetsignaal: de minister is aangeko-men voor de aangekondigde inspectie.

    10. Finale: Gevangenenkoor, Rocco, Leo-nore, Marzelline, Jaquino, PizarroDe zon schijnt in de gevangenistuin. Fidelio dringt er bij Rocco op aan de gevangen van het mooie weer te laten genieten. Na een aanvankelijke aarze-ling en op aandringen van Marzelline geeft Rocco toe. Met het gevangenen-koor ‘O welche Lust’ begint de Finale van de eerste akte, een Finale die niets meer met het karakter van een Sing-spiel te maken heeft. Hier betreden we de wereld van de grand-opéra. De gevan-genen zijn wantrouwend – ‘spricht leise, haltet euch zurück’ – wellicht worden we afgeluisterd. In het volgende recitatief vertelt Rocco over de plannen van Pizarro. Fidelio is geschokt, maar dringt erop aan Rocco behulpzaam te zijn bij het bezoek aan de onbekende gevangene. Een briesende Pizarro roept Rocco ter verantwoording over het luchten van de gevangenen. Rocco verzint een smoes: het is de jaardag van de koning. De gevangenen keren terug in hun cellen – ‘Leb wohl du warmes Sonnenlicht’. De finale eindigt in een fluisterzacht pianissimo.

    Tweede bedrijf11. Inleiding en Aria: Florestan - ‘Gott, welch Dunkel hier!’De geketende Florestan ligt uitgeput en bijna doodgehongerd in zijn cel. In een dramatisch recitatief bezingt hij zijn lot – ‘Gott, welch Dunkel hier!’. Dan herinnert hij zich betere tijden in een beschouwelijk Andante – ‘In des Lebens Frühlungstagen’. Toch blijft er een sprankje hoop over in het aansluitende

    restan, en wordt een tipje van de sluier van het conflict opgelicht. Maar veel verder dan de beschuldiging dat Flo-restan een moordenaar is, komen we niet, wanneer Pizarro zingt ‘Nun ist es mir geworden, den Mörder selbst zu morden’ – Nu is het mij vergund de moordenaar te vermoorden.

    8. Duet: Pizarro en Rocco - ‘Jetzt, Alter, jetzt hat es Eile’Pizarro maakt aan Rocco duidelijk wat er staat te gebeuren. Tegen een forse beloning moet Rocco Florestan doden. Rocco aarzelt, maar weigert – ‘Das Leben nehmen, das ist nicht meine Pflicht’. Pizarro laat weten dat hij het dan zelf zal doen, want een en ander heeft haast. De minister komt namelijk op inspectie om vermeende onregelma-tigheden in de gevangenis te controle-ren. Kennelijk is er toch sprake van een politiek conflict.

    9. Recitatief en Aria: Leonore‘Abscheulicher, wo eilst du hin’Leonore heeft het gesprek afgeluisterd, en uit haar gevoelens van stijgende onrust in een groot begeleid recitatief. In het volgende serene Adagio zingt ze zichzelf moed toe: ‘Komm Hoffnung, lass den letzten Stern der Müden nicht erbleichen’ – laat de hoop niet verble-ken. Ze vermant zich in een strijdlustig Allegro con brio met een hoofdrol voor de hoorns: ‘Ich folg’ dem innern Triebe’ – ik volg mijn innerlijke drang. Hier laat Beethoven de wereld van het Singspiel ver achter zich en maakt de overstap naar de romantische opera.

  • 12 13

    Jaap van ZwedenJaap van Zweden is chef-dirigent van het New York Philharmonic (sinds 2018) en het Hong Kong Philharmonic (sinds 2012). Hij was ook te gast bij orkesten als het Orchestre de Paris, Het Konink-lijk Concertgebouworkest, het Gewand-hausorchester Leipzig, Chicago Sym-

    phony, Cleveland Orchestra, Los Angeles Philharmonic, de Wiener en Berliner Philharmoniker en het London Sym-phony Orchestra. Onder zijn veelgepre-zen opnamen zijn uitgaven met de wereldpremières van David Langs prisoner of the state (2020) en Fire in my mouth van Julia Wolfe (2018) met het

    New York Philharmonic, Wagners Ring des Nibelungen met het Hong Kong Philharmonic, en Lohengrin, Die Meister-singer von Nürnberg en Parsifal met het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor. De laatste werd bekroond met een Edison Award voor de beste opera-opname in 2012.De in Amsterdam geboren Jaap van Zweden kreeg op zijn 19de een aanstel-ling als jongste concertmeester van het Concertgebouworkest ooit. Bijna twin-tig jaar later, in 1996, begon hij een carrière als dirigent. Hij is Honorary Chief Conductor van het Radio Filhar-monisch Orkest, waar hij in de jaren 2005-2012 chef-dirigent was. Eenzelfde functie vervulde hij bij dePhilharmonie in Antwerpen van 2008 tot 2011. Na zijn werk als Music Director van het Dallas Symphony Orchestra (2008-2018) kreeg hij er de eretitel Conductor Laureate. Van Zweden werd door Musical America uitgeroepen tot Conductor of the Year 2012. In 2020 ontving hij de Concertge-bouw Prijs. Het tijdschrift Gramophone bestempelde het Hong Kong Philharmo-nic onder zijn leiding als het Orchestra of the Year 2019.In 1997 richtten Jaap van Zweden en zijn vrouw Aaltje de Stichting Papageno op, met als doelstelling gezinnen met kinderen met autisme te ondersteunen. Inmiddels, ruim twintig jaar later, richt de organisatie zich op de ontwikkeling van kinderen en jongvolwassenen met autisme. Via een nationaal netwerk van gekwalificeerde muziektherapeuten voorziet de Stichting in muziektherapie voor kinderen in hun thuisomgeving.

    In augustus 2015, in aanwezigheid van Hare Majesteit Koningin Máxima, opende het Papageno Huis zijn deuren, waar jongeren met autisme kunnen wonen, werken en deelnemen aan de samenleving, en waar een onderzoeks-centrum gevestigd is voor de vroege diagnose en behandeling van autisme en de analyse van de effecten van muziektherapie op autisme. Bovendien werd de app TEAMPapageno gelan-ceerd, waarmee kinderen met autisme met elkaar kunnen communiceren door muziekstukken te maken.Eerder in de Matinee: o.a. Verdi Otello (2008), Bruckner Achtste symfonie (2008), De Raaff Vioolconcert & Mahler Negende symfonie (2008), Wagner Die Meister-singer von Nürnberg (2009), Stravinsky Concerto in D & Beethoven Tweede sym-fonie (2009), Haydn Armida (2009), Britten Vioolconcert & Sjostakovitsj Zevende symfonie (2010), Ravel Shéhérazade, Un-suk Chin Šu & Tsjaikovski Vierde symfonie (2010), Wagner Parsifal (2010), Torstens-son Polarhavet & Bruckner Derde symfo-nie (2011), Henderickx Tejas & Rihm Quid est Deus? (2011), Higdon Vioolconcert en Janáček Glagolitische mis (2011), De Raaff Tanglewood Tales & Dvořák Negende symfonie (2012), Schumann Cellocon-cert & Brahms Tweede symfonie (2012), Rimski-Korsakov Ouverture Russisch Paasfeest, Dutilleux Correspondances & Sjostakovitsj Vijfde symfonie (2013), Brit-ten Sinfonia da requiem, Larcher Alle Tage & Schubert Negende symfonie (2015), Wagner Tristan und Isolde (2015): Jeths The Tell-Tale Heart & Bartók Blauwbaards Burcht (2018), Wagner Die Walküre (2019)

    UITV

    OERE

    NDE

    N

    SIMO

    N VAN

    BOXTEL

  • 14 15Consul in de Folkoperan in Stockholm; eerder werkte hij als rockzanger, stemcoach en muziek- en dramadocent. Hij debuteerde in de Malmö Opera als Laca in Janáčeks Jenu°fa, een rol die hij ook op zich nam in Theater Kiel, en debuteerde als Tannhäuser in de Deutsche Oper am Rhein, waarna hij die rol onder meer vertolkte in de Oper Leipzig en de Koninklijke Opera in Stockholm. Hij keerde terug naar Malmö als Tamino in Mozarts Die Zauberflöte, zong Siegfried (Götterdämme-rung) in het Badisches Staatstheater Karlsruhe en de Deutsche Oper am Rhein, en debuteerde in de titelrol van Brittens Peter Grimes in het Konzert Theater in Bern, waar hij ook zijn roldebuut maakte als Lohengrin. Hij was als Bacchus (Strauss’ Ariadne auf Naxos) te zien in de GöteborgsOperan en als Paul (Korngolds Die Tote Stadt) bij de Nederlandse Reisopera. De rol van Florestan zong hij eerder o.a. in het Nationaal Theater Praag en het Teatro Comunale di Bologna.

    Georg Zeppenfeld | RoccoDe Duitse bas Georg Zeppenfeld stu-deerde aan de Hochschule für Musik Detmold en de Hochschule für Musik und Tanz Köln en is als Kammersänger verbonden aan de Semperoper Dresden. Hij zingt hier rollen als Sparafucile (Rigoletto), Don Alfonso (Così fan tutte), Il Commendatore (Don Giovanni), Fasolt (Das Rheingold), Hunding (Die Walküre), Daland (Der Fliegende Holländer), Rocco (Fidelio), Raimondo (Lucia di Lammer-moor), Landgraf Hermann (Tannhäuser),

    Berlin en de Operá national de Paris, was als Sieglinde (Die Walküre) te zien tijdens de Bayreuther Festspiele en in Washington National Opera, zong Isolde (Tristan und Isolde) in de Berliner Staatsoper, en Katerina Izmajlova (Lady Macbeth van het district Mtsensk) en Minnie (La fanciulla del West) in de Bayerische Staatsoper, waar ze ook debuteerde als Marie in Bergs Wozzeck. In de New Yorkse Met debuteerde ze als Senta (Der Fliegende Holländer), een rol die ze ook vertolkte in de Milanese Scala, Staatsoper Dresden, Wiener Staatsoper en de Brusselse Munt. De rol van Leonore zong ze eerder o.a. in de Bayerische Staatsoper, Teatro Real Madrid, Opernhaus Zürich en de Wiener Staatsoper. Kampe werkte met dirigenten als Kirill Petrenko, Daniel Barenboim en Asher Fisch.

    Daniel Frank | FlorestanTenor Daniel Frank maakte zijn opera-debuut als John Sorel in Menotti’s The

    Verdienstkreuz 1. Klasse der Bundesre-publik Deutschland voor zijn bijdrage aan de koormuziek in Duitsland. De in Londen geboren Simon Halsey zong zelf in de koren van New College, Oxford en King’s College, Cambridge. Hij studeer-de directie aan het Royal College of Music in Londen. In 1987 richtte hij met Graham Vick de City of Birming-ham Touring Opera op. Hij was chef-dirigent van het Groot Omroepkoor van 1997 tot 2008 en leidde in de jaren 2001-2015 het Rundfunkchor Berlin, dat hem daarna tot Conductor Laureate benoemde.

    Anja Kampe | LeonoreDe Duitse sopraan Anja Kampe studeer-de in Dresden en Turijn, waar ze in het Teatro Regio haar professionele debuut maakte in Hänsel und Gretel. Vandaag de dag is ze vaste gast in alle grote opera-huizen en concertzalen. Zo stond ze als Kundry (Parsifal) in de Wiener Staats-oper, Teatro Real Madrid, Staatsoper

    Simon HalseySimon Halsey is koordirigent van het London Symphony Orchestra and Chorus, koordirigent van het City of Birmingham Symphony Orchestra Chorus, artistiek leider van de Orfeó Català-koren en artistiek adviseur van het Palau de la Música in Barcelona. Daarnaast is hij artistiek leider van het jeugdkoorprogramma van de Berliner Philharmoniker en Kreativdirektor voor de koormuziek en projecten van het WDR Rundfunkchor. Hij leidt het BBC Proms Youth Choir en is artistiek adviseur van het Schleswig-Holstein Musik Festival Chor, en professor en leider van de kooractiviteiten aan de University of Birmingham. Halsey geeft masterclasses en kreeg vier Britse eredoctoraten. In 2011 verscheen zijn boek (met dvd) Chorleitung: Vom Konzept zum Konzert. Sinds 2015 is hij Comman-der of the British Empire, in 2014 werd hem The Queen’s Medal for Music toegekend, en in 2011 ontving hij het

    MATTH

    IAS HEYD

    E

    SASHA VASILJEV

    MATS BACKER

  • 16 17

    Europese tournee als Paus Clément VII in Berlioz’ Benvenuto Cellini onder Sir John Eliot Gardiner. Tareq Nazmi stond verder op het podium met het Tonhalle Orchester Zürich (Gardiner), het Wa-shington National Symphony Orchestra (Christoph Eschenbach), in San Sebas-tian (Jukka-Pekka Saraste) en met het Deutsche Symphonieorchester Berlin (Manfred Honeck).Eerder in de Matinee: Beethoven Leonore (Don Fernando, 2017, René Jacobs

    Mercedes Arcuri | MarzellineDe Argentijnse sopraan Mercedes Arcuri studeerde zang en orkestdirectie in Buenos Aires en zong onder meer in het ensemble van Theater Kiel, waar ze rollen vertolkte als Gilda (Rigoletto), La Contessa di Folleville (Rossini’s Il viaggio a Reims), Zdenka (Strauss’ Arabella), Oscar (Un ballo in maschera) en Woglinde (Das Rheingold en Götterdämmerung). Ze maakt tegenwoordig deel uit van het ensemble van het Staatstheater Hanno-

    Tareq Nazmi | Don FernandoDe Duitse, in Koeweit geboren bas Tareq Nazmi studeerde aan de Hochschule für Musik und Theater in München bij Edith Wiens en Christian Gerhaher, en bovendien privé bij Hartmut Elbert. Zijn eerste podiumervaring deed hij op aan de Bayerische Theaterakademie en als lid van de Opernstudio van de Bayerische Staats oper, waar hij van 2012 tot 2016 ook deel van het ensem-ble uitmaakte. Voor dit seizoen staan diverse uitvoeringen van Beethovens Negende symfonie in de agenda, en optredens als spreker in Die Zauberflöte en als Eremit in Der Freischütz aan de Bayerische Staatsoper. Eerdere hoogte-punten waren zijn debuut in Wigmore Hall (Londen) met pianist Gerold Huber, een roldebuut als Filippo in Verdi’s Don Carlo in het Theater St. Gallen, een Europatournee onder leiding van Teodor Currentzis met Verdis Requiem, zijn roldebuut als Banco in Verdi’s Macbeth (o.a. Opera Vlaanderen) en een

    van Theater Dortmund. Hij debuteerde in de Semperoper Dresden als General in Henzes We come to the River en stond in de Oper Köln als Graf Tamare in Schrekers Die Gezeichneten. Hij debuteer-de als Iago (Otello) in Theater Basel in een regie van Calixto Bieito, zong Wotan (Die Walküre) in de Deutsche Oper am Rhein en was als Jack Rance (Puccini’s La fanciulla del West) te zien in de Oper Leipzig, waar hij ook Der Wanderer (Siegfried) en Mandryka (Strauss’ Araballa) vertolkte. In de Staatsoper Stuttgart zong hij Friedrich von Telramund (Lohengrin) en hij ver-tolkte de titelrol in Hindemiths Car-dillac bij de Vlaamse Opera. Neal is vaste gast in de Oper Frankfurt en was daar o.a. te zien als Boswachter in Het sluwe vosje, Kurwenal (Tristan und Isolde), Achilles (Schoecks Penthesilea) en Scar-pia (Tosca). De rol van Don Pizarro zong hij eerder in Royal Opera House Covent Garden.

    Pimen (Boris Godoenov), La Roche (Strauss’ Capriccio) en Sarastro (Mozarts Zauberflöte). Die laatste rol vertolkte hij ook in de San Francisco Opera, de New Yorkse Metropolitan Opera, de Wiener Staatsoper, Opernhaus Zürich, de Bayerische Staatsoper, Royal Opera House Covent Garden en tijdens de Salzburger Festspiele. Hij was tijdens de Bayreuther Festspiele o.a. te zien als König Marke (Tristan und Isolde), een rol die hij ook vertolkte in de Deutsche Oper Berlin, zong Rocco (Fidelio) in Covent Garden en Zaccaria (Nabucco) in Opernhaus Zürich. Zeppenfeld werkte met dirigenten als Pierre Boulez, Riccardo Chailly, Marc Minkowski, Andris Nelsons, Antonio Pappano, Kirill Petrenko, Christian Thielemann en Franz Welser-Möst.

    Simon Neal | Don PizarroDe Engelse bariton Simon Neal studeer-de aan de universiteit van Leicester en stond enkele seizoenen in het ensemble

    MATTH

    IAS CREUTIGER

    AND

    REW APPLETO

    N

    MARCO

    BORGGREVE

  • 18 19Radio Filharmonisch OrkestHet Radio Filharmonisch Orkest, opge-richt in 1945, is een onmisbare schakel in het Nederlandse muziekleven. Behalve het grote symfonische reper-toire speelt het 75-jarige orkest, meer dan welk ander Nederlands symfonie-orkest, muziek van dit moment. Het betreft vaak premières van werk dat in opdracht van de omroep series NTR ZaterdagMatinee en AVROTROS Vrijdag-concert wordt geschreven. Vernieuwen-de concertformats als Pieces of Tomor-row en Out of the Blue bereiken een opvallend jong publiek. Vrijwel alle concerten worden rechtstreeks uitge-zonden op NPO Radio 4. Dat betekent vanzelf dat het Radio Filharmonisch Orkest optreedt voor een live-publiek dat vele tientallen malen groter is dan een concertzaal ooit zou kunnen herbergen.Het orkest wordt sinds 1 september 2019 geleid door de Amerikaanse chef-diri-gent Karina Canellakis. Zij is daarmee de eerste vrouwelijke chef-dirigent van een Nederlands symfonieorkest. Canel-lakis heeft illustere voorgangers als Bernard Haitink (beschermheer), Jean Fournet, Hans Vonk, Edo de Waart (eredirigent), Jaap van Zweden (hono-rary chief conductor) en Markus Stenz. In juni 2019 dirigeerde Stenz zijn laatste concerten als chef. Het Radio Filharmo-nisch Orkest werkte samen met gastdiri-genten als Pablo Heras-Casado, Vladimir Jurowski, Vasily Petrenko, Christoph Eschenbach, John Adams, Peter Eötvös, Charles Dutoit, Gennady Rozhdestvens-ky, Michael Tilson Thomas, Mariss

    Rotterdam en groeide uit tot een van de succesvolste Liederzangers van onze tijd, met als specialiteit het Duits en Russisch repertoire. Hij is daarnaast actief als opera- en concertzanger, componist van Lieder en pianostukken, en zangpedagoog. In zijn lange carrière was hij op alle grote podia ter wereld te gast. Zo trad hij aan in de Wagner-tem-pel in Bayreuth, waar hij als een van de weinige Nederlandse zangers hoofdrol-len vertolkte als Hans Sachs (Die Meister-singer von Nürnberg), König Marke (Tristan und Isolde) en Gurnemanz (Parsifal). Ook buiten Bayreuth was Holl een graag geziene gast; zo zong hij in de Staatsoper Berlin onder Daniel Barenboim de rol van Landgraf Her-mann in Tannhäuser, Daland in Der Fliegende Holländer en Il commendatore in Don Giovanni. Holl wordt door velen gezien als een van de grootste Schubert-vertolkers van onze tijd en werkte met dirigenten als Christian Thielemann, Franz Welser-Möst, Pierre Boulez, Claudio Abbado en Nikolaus Harnon-court.Eerder in de Matinee: o.a. Verdi Ernani (1972), Tsjaikovski Jevgeni Onegin (1973), Rachmaninov Aleko / De Klokken (1974), Tsjaikovski Iolanta (1975), Martin Der Sturm (2008), Wagner Die Meistersinger von Nürnberg (2009), Wagner Parsifal (2010), Diepenbrock Im grossen Schwei-gen (2011), Brahms/Komma Vier ernste Gesänge (2012)

    zangersbiografieën: Marijne Thomas

    me. Hij zong er rollen als Roderigo (Verdi’s Otello), Pilade (Händels Oreste), Faninals Haushofmeister (Strauss’ Der Rosenkavalier), Poisson (Francesco Cilea’s Adriana Lecouvreur) en Don José in La tragédie de Carmen. Hij was als Rodolfo (La bohème) te zien bij New Zealand Opera, GöteborgsOperan en Opera North, debuteerde in de Bayerische Staatsoper als Roderigo en stond in de Opéra national de Montpellier als Lysander in Brittens A Midsummer Night’s Dream. Atkins is ook op het concertpo-dium zeer actief; zo vertolkte hij Beet-hovens Missa Solemnis met het BBC Symphony Orchestra onder dirigent Richard Farnes in het Londense Barbi-can Centre, en zong onder de baton van Marin Alsop een reeks concertante uitvoeringen van Bernsteins Candide met het London Symphony Orchestra.

    Robert Holl | vertellerDe Nederlandse bas-bariton Robert Holl studeerde aan het Conservatorium van

    ver, waar ze te zien is in rollen als Prinses Eudoxie (Halévy’s La Juive), Morgana (Händels Alcina), Chiang Ch’ing (John Adams’ Nixon in China), Frasquita (Carmen), Musetta (La bohème) en Adina (L’elisir d’amore). Ze stond als Zerbinetta (Ariadne auf Naxos) in Teatro Solís in Montevideo en vertolkte de rol van Le feu (Ravels L’enfant et les sortilèges) tijdens het Festival d’Aix-en-Provence. Op haar repertoire staan tevens werken als Rossini’s Messa di Gloria en Händels Il delirio amoroso. De rol van Marzelline zong ze eerder o.a. in Teatro de la Maestranza in Sevilla, waar ze ook te zien was als Clorinda (La cenerentola).

    Thomas Atkins | JaquinoDe Nieuw-Zeelandse tenor Thomas Atkins studeerde aan de New Zealand School of Music en de Londense Guild-hall School of Music en maakte deel uit van het programma voor jonge zangers van Royal Opera House Covent Garden, het Jette Parker Young Artists Program-

    SIMO

    N JO

    HN

    S

    BENJAM

    IN EALO

    VEGA

  • 2120 BESCHERMHEERBernard Haitink

    CHEF-DIRIGENTKarina Canellakis

    HONORARY CHIEF CONDUCTOR

    Jaap van ZwedenEREDIRIGENT

    Edo de WaartVASTE GASTDIRIGENT

    James GaffiganASSISTENT DIRIGENT

    Sander Teepen

    EERSTE VIOOLJoris van RijnElisabeth PerryDimiter TchernookovAlexander BaevAlberto JohnsonMariska GodwaldtJosje ter HaarJulija HartigKerstin KendlerGerrie Rodenhuis

    TWEEDE VIOOLCasper BleumersEveline TrapIan van den BerkMichiel EekhofAnnemarie van HelderenAlexander van den TolNina de WaalFrits Wagenvoorde

    ALTVIOOLFrancien SchatbornHuub BeckersArjan WildschutSabine DuchAnnemijn den HerderAnnemarie KonijnenburgLotte de VriesSofie van der Schalie

    CELLOMichael StirlingAnton IstominEveline KraayenhofMirjam BosmaCrit CoenegrachtAnneke Janssen

    CONTRABASRien WisseWilmar de VisserWalter van EgeraatAnnika Pigorsch

    FLUITIngrid GeerlingsEllen Alberts

    PICCOLOMaike Grobbenhaar

    HOBOHans WoltersYvonne Wolters

    KLARINETFrank van den BrinkEsther Misbeek

    FAGOTJos LammerseFreek Sluijs

    CONTRAFAGOTDesirée van Vliet

    HOORNPetra Botma-ZijlstraAnnelies van NuffelenToine MartensRebecca Grannetia

    TROMPETHessel BumaHans VerheijRaymond Rook (banda)

    TROMBONEHerman NassRommert Groenhof

    PAUKENPaul Jussen

    RADI

    O FI

    LHAR

    MON

    ISCH

    ORK

    ESTkaas, Roukens, Vleggaar en Zuidam en

    premières van werk van hedendaagse buitenlandse componisten, onder wie Rehnqvist, MacMillan, Whitacre, Adams, Dean, Kancheli, Goebaidoelina en Glanert, maar ook al ‘klassieke’ twintigste-eeuwse componisten als Stravinsky, Boulez, Stockhausen, Kagel, Henze, Ligeti en Messiaen.Op de palmares staan vele opera’s en koorwerken uit de negentiende, twin-tigste en eenentwintigste eeuw. Uiter-aard wordt daarbij samengewerkt met de beste orkesten. In de omroepseries is dat doorgaans het Radio Filharmonisch Orkest. Ook met Het Koninklijk Con-certgebouworkest bestaat een lange en zeer gewaardeerde samenwerking. De eerste officiële chef-dirigent van het Groot Omroepkoor was Kenneth Mont-gomery. Na hem waren respectievelijk Robin Gritton, Martin Wright, Simon Halsey, Celso Antunes en Gijs Leenaars chef-dirigent. Op 1 maart 2015 trad Klaas Stok aan als koorleider. De Engels-man Benjamin Goodson leidt het Groot Omroepkoor met ingang van september 2020 als chef-dirigent. Michael Gläser is vaste gastdirigent sinds september 2010, Peter Dijkstra is sinds september 2018 eerste gastdirigent.In september 2017 ontving het Groot Omroepkoor – samen met het Radio Filharmonisch Orkest – de Concertge-bouw Prijs vanwege de belangrijke bijdrage van het koor aan het artistieke profiel van de Amsterdamse concertzaal. GROOTOMROEPKOOR.NLVriend worden van het Omroepkoor?Kijk op VRIENDENGROOTOMROEPKOOR.NL

    Jansons, Valery Gergiev, Antal Doráti, Kirill Kondrashin en Leopold Stokowski. De Amerikaan James Gaffigan, vaste gastdirigent sinds 2011, tekende bij tot en met seizoen 2022-2023.In 2014 kreeg het Radio Filharmonisch Orkest een Edison Klassiek Oeuvreprijs toegekend voor zijn verdiensten voor het Nederlandse muziekleven, in 2017 de Concertgebouw Prijs (samen met het Groot Omroepkoor). RADIOFILHARMONISCHORKEST.NLWordt u ook vriend van het Radio Filharmonisch Orkest? Zie RADIOFILHARMONISCHORKEST.NL/

    VRIENDEN-VAN-HET-RFO

    Groot OmroepkoorMet ruim zestig vocalisten is het 75-ja-rige Groot Omroepkoor het enige professioneel opererende koor van deze omvang in Nederland. Al sinds zijn oprichting in 1945 is het koor een niet weg te denken factor in het grote koor-symfonische repertoire in ons land. Het zingt niet alleen de koorpar-tijen in de opera’s, oratoria en cantates in de concertseries van de Nederlandse Publieke Omroep, het AVROTROS Vrijdagconcert, de NTR ZaterdagMati-nee en Het Zondagochtend Concert. Het brengt ook a cappella-concerten in het Amsterdamse Concertgebouw en in TivoliVredenburg en de Jacobikerk in Utrecht. In de omroepseries zingt het Groot Omroepkoor dikwijls hedendaags werk. Niet zelden betreft het opdracht-werken van Nederlandse componisten zoals Wagemans, Wagenaar, Visman, Manneke, Momotenko-Levitsky, Korte-

    GROO

    T OM

    ROEP

    KOOR

    CHEF-DIRIGENTBenjamin Goodson

    EERSTE GASTDIRIGENTPeter Dijkstra

    VASTE GASTDIRIGENTMichael Gläser

    SOPRAANElma van den DoolAnitra JellemaHeleen MeijerTanja ObalskiYun ParkMaja RoodveldtAnnette de RozarioRachel ThompsonLiesbeth Vanderhallen

    ALTNicoline BovensJose KammingaSuzanne MeessenAnjolet RotteveelLisinka de VriesHarda van WageningenEls Woldberg

    TENOREmilio Aguilar BalbuenaSebastian BrouwerDolf DrabbelsBen HeijnenAart MateboerAlbert van OmmenMatthew SmithGeorgi Sztojanov

    BASGert-Jan AldersPeter DuysterGeert van HeckePalle Fuhr JørgensenItamar LapidLars TerrayHans de VriesNanco de Vries

  • 22 Zestigste seizoenDe Matinee viert dit jaar haar zestigste seizoen! Op de speciale website vindt u elke week een opname uit de roemruchte Matineegeschiedenis. En elke twee weken verschijnt een podcast waarin een dirigent centraal staat.

    Inmiddels verschenen opnamen uit de periode 1963-1986 van Magda Olivero, Elly Ameling, Jean Fournet, Herman Kreb-bers, Rafael Kubelík, Sergiu Celibidache, Montserrat Caballé, Youri Egorov, Michael Tilson Thomas, Carlo Bergonzi, Cristina Deutekom (in Verdi’s Alzira), Henry Lewis (met Puccini’s Turandot) en het eerste Matinee-optreden van Maria João Pires.

    De eerste podcasts in de reeks Markante Maestro’s: Jean Fournet dirigeert het ope-ningsconcert van de Matinee op de Vrije Zaterdag (1961), Ernest Bour en Severino Gazzeloni (1968), Hans Vonk (1980), Kirill Kondrashin (1981), Jordi Savall (1986) en Valeri Gergiev (1991) NPORADIO4.NL/MATINEE60

    Podium Witteman 13 decemberBij Paul Witteman aan tafel op zondag 13 december: de negentigjarige bugelspeler en trompettist Ack van Rooyen. Hij ontvangt op dinsdag 15 december de Boy Edgar Prijs, de belangrijkste Nederlandse prijs op het gebied van jazz en geïmpro-viseerde muziek. Ack van Rooyen wordt geroemd om zijn lyrische spel. De jury schrijft: “Met zijn herkenbare, subtiele klank schept Van Rooyen miniaturen die de luisteraar meevoeren en lange tijd bijblijven.” In Podium Witteman speelt hij samen met Mike Boddé een van zijn favo-riete nummers: ‘Smile’ van Charlie Chaplin.Verder in de uitzending onder meer: violist Julia Philippens van Fuse met eigen werk, en het trio van klarinettist Olivier Patey, cellist Joris van den Berg en pianist Mar-tijn Willers. Ensemble Lumaka speelt van Ravel ‘Le jardin féerique’, het laatste deel uit Ma mère l’oye.

    Meteen ná de uitzending van Podium Witteman wordt op NPO2 de Fidelio van vandaag integraal uitgezonden! PODIUMWITTEMAN.NL

    Jaap van Zwedenin Podium WittemanVorige week vierde Podium Witteman alvast de zestigste verjaardag van Jaap van Zweden. Hij is de centrale gast van de uitzending. Verder zijn er optredens van onder andere leden van ‘zijn’ Radio Filharmonisch Orkest, zijn vader Daniël van Zweden en Micha Molthoff, en Mat-thias Goerne. Deze uitzending is terug te zien via de website en NPO Start. PODIUMWITTEMAN.NL

    Hoera voor Christian Carlstedt!Het nieuws is te leuk om onvermeld te laten: het tijdschrift Oper! heeft de Staatsoper Hannover uitgeroepen tot het beste operahuis van 2020. Een deel van de eer geldt zeker Christian Carlstedt, de casting director in Hannover, die ook casting assistant is voor de vocale producties in de Matinee.Van harte gefeliciteerd!Het team van de NTR ZaterdagMatinee