is het tweemaandelijks tijd- Hij wordt op aanvraag kosteloos … · 2016. 2. 16. · greerde,...

12
1 KADOC KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN 1 Naar een vernieuwd KADOC. Herstructurering van het centrum. 4 IPAC ng , een nieuwe webtoegang voor het op KADOC bewaar- de erfgoed. 5 Religieuze instituten op het web. Een elektronische gids voor Romeinse archieven. 6 Relins-Europe. 8 Tentoonstelling. Marc Sleen als karikaturist. 10 “Mission in the making”. Ontstaan en ontwikkeling van een katholieke missie- wetenschap. 12 Een ODISEA begint. Een publicatie over verkiezingsuitslagen en databanken. Ontmoetingsdag kerkelijke archivaris- sen. NIEUWSBRIEF [2003, nr. 6, november-december] Deze Nieuwsbrief is het tweemaandelijks tijd- schrift van KADOC. Hij wordt op aanvraag kosteloos toegezonden. Afgiftekantoor Leuven 1. Inhoud Na maanden van intense voorbereiding voert KADOC met ingang van 15 oktober een ingrijpende herstructure- ring door. Daarvoor is gewacht tot er meer duidelijk- heid bestond over het geheel van de vaste, jaarlijkse finan- ciële middelen waarover het centrum in de toekomst kan beschikken. Als gevolg van het Vlaamse decreet van 19 juli 2002 op de privaat- rechtelijke archieven en door de toekenning van een enve- loppefinanciering voor de regularisatie en harmonisatie van het personeel dat vroeger in het Derde Arbeidscircuit tewerkgesteld was, heeft het centrum nu uitzicht op een werkzaam geheel van jaarlijk- se financiële middelen. De tijd was dus rijp voor een grondi- ge actualisering van de wer- king van KADOC. Met deze operatie wil KADOC, overtuigd van de waarde van het bewaarde erfgoed en de in de voorbije 25 jaar ontplooide functies, een eigentijds erf- goed- en onderzoekscentrum van landelijk belang blijven voor de studie van de relatie religie, cultuur en samenle- ving. Op dit ogenblik ondergaat de samenleving grondige mutaties. Mensen en instellingen worden geconfronteerd met een globaliseren- de, hoogtechnologische maar ook sociaal duale samenleving. Ook in Vlaanderen is de cultureel- maatschappelijke context waarin centra als KADOC functioneren, aan veranderingen onderhevig. Zo zijn het universitair onderwijs en onder- zoek voorwerp van grondige hervor- mingen. Daarnaast stelt het dynami- sche erfgoedbeleid van de Vlaamse Gemeenschap (met gespecialiseerde steunpunten, stedelijke erfgoedconve- nanten en nieuwe thema-archieven) KADOC voor grote uitdagingen. Die context schept tegelijk ook nieu- we mogelijkheden, bv. op het vlak van samenwerking met andere instel- lingen. Het komt er nu op aan de vele troeven waarover het 25-jarig centrum beschikt, volop uit te spelen. Opdracht Vanuit die contextuele benadering wil KADOC zijn opdracht opnieuw scherp stellen. Het centrum wil blij- vend een toonaangevend erfgoed- en onderzoekscentrum zijn voor de studie van de relatie religie, cultuur en samenleving in Vlaanderen en dat in een historisch (Belgisch en internationaal) vergelijkend perspec- tief, vanaf ca. 1750 tot op heden. De werking concentreert zich rond drie centrale assen die zich comple- mentair en interactief ontwikkelen. Ten eerste wil KADOC een integrale en geïntegreerde erfgoedwerking ontplooien. Vervolgens heeft het cen- trum de ambitie om op een multidis- ciplinaire wijze een optimale weten- schappelijke valorisatie van het toe- vertrouwde erfgoed te realiseren. Ten slotte wil het werk maken van een eigentijdse, adequate en brede publieksgerichte presentatie en sensibilisering. KADOC Algemeen Naar een vernieuwd KADOC Herstructurering van het centrum

Transcript of is het tweemaandelijks tijd- Hij wordt op aanvraag kosteloos … · 2016. 2. 16. · greerde,...

Page 1: is het tweemaandelijks tijd- Hij wordt op aanvraag kosteloos … · 2016. 2. 16. · greerde, ICT-gerichte ontsluiting. In dat verband is het alvast goed nieuws te noemen dat Libis

1

KADOC

KATHOLIEKEUNIVERSITEIT

LEUVEN

1Naar een vernieuwdKADOC.Herstructurering vanhet centrum.4IPACng, een nieuwe webtoegang voor het op KADOC bewaar-de erfgoed.5Religieuze instituten op het web.Een elektronischegids voor Romeinsearchieven.6Relins-Europe.8Tentoonstelling. Marc Sleen als karikaturist.10“Mission in themaking”. Ontstaanen ontwikkeling vaneen katholieke missie-wetenschap.12Een ODISEA begint.Een publicatie over verkiezingsuitslagen en databanken.Ontmoetingsdag kerkelijke archivaris-sen.

NIEUWSBRIEF

[2003, nr. 6, november-december]

Deze Nieuwsbrief is het tweemaandelijks tijd-schrift van KADOC.Hij wordt op aanvraagkosteloos toegezonden.Afgiftekantoor Leuven 1.

Inhoud

Na maanden van intensevoorbereiding voert KADOCmet ingang van 15 oktobereen ingrijpende herstructure-ring door. Daarvoor isgewacht tot er meer duidelijk-heid bestond over het geheelvan de vaste, jaarlijkse finan-ciële middelen waarover hetcentrum in de toekomst kanbeschikken. Als gevolg vanhet Vlaamse decreet van 19 juli 2002 op de privaat-rechtelijke archieven en doorde toekenning van een enve-loppefinanciering voor deregularisatie en harmonisatievan het personeel dat vroegerin het Derde Arbeidscircuittewerkgesteld was, heeft hetcentrum nu uitzicht op eenwerkzaam geheel van jaarlijk-se financiële middelen. De tijdwas dus rijp voor een grondi-ge actualisering van de wer-king van KADOC. Met dezeoperatie wil KADOC, overtuigdvan de waarde van hetbewaarde erfgoed en de in de voorbije 25 jaar ontplooidefuncties, een eigentijds erf-goed- en onderzoekscentrumvan landelijk belang blijvenvoor de studie van de relatiereligie, cultuur en samenle-ving.

Op dit ogenblik ondergaat desamenleving grondige mutaties.Mensen en instellingen wordengeconfronteerd met een globaliseren-de, hoogtechnologische maar ooksociaal duale samenleving. Ook in Vlaanderen is de cultureel-maatschappelijke context waarin

centra als KADOC functioneren, aanveranderingen onderhevig. Zo zijnhet universitair onderwijs en onder-zoek voorwerp van grondige hervor-mingen. Daarnaast stelt het dynami-sche erfgoedbeleid van de VlaamseGemeenschap (met gespecialiseerdesteunpunten, stedelijke erfgoedconve-nanten en nieuwe thema-archieven)KADOC voor grote uitdagingen. Die context schept tegelijk ook nieu-we mogelijkheden, bv. op het vlakvan samenwerking met andere instel-lingen. Het komt er nu op aan devele troeven waarover het 25-jarigcentrum beschikt, volop uit te spelen.

Opdracht

Vanuit die contextuele benaderingwil KADOC zijn opdracht opnieuwscherp stellen. Het centrum wil blij-vend een toonaangevend erfgoed-en onderzoekscentrum zijn voor destudie van de relatie religie, cultuuren samenleving in Vlaanderen endat in een historisch (Belgisch eninternationaal) vergelijkend perspec-tief, vanaf ca. 1750 tot op heden.De werking concentreert zich ronddrie centrale assen die zich comple-mentair en interactief ontwikkelen.Ten eerste wil KADOC een integraleen geïntegreerde erfgoedwerkingontplooien. Vervolgens heeft het cen-trum de ambitie om op een multidis-ciplinaire wijze een optimale weten-schappelijke valorisatie van het toe-vertrouwde erfgoed te realiseren.Ten slotte wil het werk maken vaneen eigentijdse, adequate en bredepublieksgerichte presentatie en sensibilisering.

KADOC AlgemeenNaar een vernieuwd KADOCHerstructurering van het centrum

Page 2: is het tweemaandelijks tijd- Hij wordt op aanvraag kosteloos … · 2016. 2. 16. · greerde, ICT-gerichte ontsluiting. In dat verband is het alvast goed nieuws te noemen dat Libis

NIEUWSBRIEF

2

De actualisering van de naam vanhet centrum wil de vertaling zijn vande bijgestuurde opdrachtverklaring.Voortaan gaat KADOC door hetleven met als ondertitel "Documentatie-en Onderzoekscentrum voor Religie,Cultuur en Samenleving" (Centre deDocumentation et de Recherches:Religion, Culture, Société / Documentation and Research Centrefor Religion, Culture and Society). Als interfacultair centrum van deK.U.Leuven wordt KADOC bestuurddoor een interdisciplinair samenge-stelde Wetenschappelijke Commissiewaarbij Bureau, directeur en stafbelast zijn met het dagelijkse beleid.Een geactualiseerde en verruimde(advies)Raad moet nog beter danvroeger KADOC verankeren in hetmaatschappelijke veld waar religie,cultuur en samenleving met elkaar ininteractie treden.

Het nieuwe organigram

Een nieuw organigram en perso-neelsbeleid moeten deze opties vertalen in operationele of concretetermen.

De vroegere afdelingen Archief enAudiovisuele Documentatie fuserentot één erfgoedafdeling Archief. Het betreft hier immers inhoudelijksterk vervlochten erfgoedcatego-rieën. De samensmelting zal vanzelf-sprekend geen afbreuk doen aan despecifieke vereisten die de bewaringen ontsluiting van archief en audiovi-suele materialen stellen. Daarnaastblijft de Bibliotheek actief als tweedeerfgoedeenheid. In de vernieuwdeafdelingen is er resoluut geopteerdvoor een geautomatiseerde, geïnte-greerde, ICT-gerichte ontsluiting. Indat verband is het alvast goednieuws te noemen dat Libis via zijnnieuwe IPACng of publiekscataloog(zie kadertekst op blz. 4) voortaanook toelaat om beelden (bv. foto's,affiches enz.) aan de beschrijvingente koppelen. De erfgoedafdelingBibliotheek bereidt zich ondertussenvoor op de keuze van een nieuwbibliotheek- en informatiesysteem.Aangezien er in het voorbije decen-nium heel wat veranderingen plaats-

vonden in het maatschappelijk mid-denveld, is een hernieuwde presen-tatie van de diensten van het cen-trum wenselijk. KADOC zal een verhoogde inspanning leveren ophet vlak van de prospectie van deoude en nieuwe sociale bewegingenen van de verwerving van het groei-ende aantal digitale informatiedra-gers (elektronische nieuwsbrieven,websites enz.). Ook in die opzichtenwil het centrum de verschuivingendie plaatsvinden in de interactie tus-sen religie en samenleving, inhoude-lijk en documentair volgen.

De oprichting van een celInformatica binnen de afdelingPublieke Diensten & Informatica moetde ICT-omkadering van het centrumversterken, de ontwikkeling van eenRecord Management System opgang trekken, de technische omge-ving creëren voor de opvang, hetbeheer en de ontsluiting van elektro-nische archieven en in samenwer-king met de collega-centra ADVN,Amsab-ISG en Liberaal Archief degemeenschappelijke onderzoeks- en werkinstrumenten als ODIS enArchiefbank Vlaanderen up-to-datehouden. Blijft de microfilm zijn vastewaarde als preservatiemiddel bewa-ren (bv. voor erg door verzuringaangetaste tijdschriftencollecties), de systematische digitalisering vande uitgebreide collectie microfilms(zoals de bronnen m.b.t. België uitde Vaticaanse archieven) en van dekerncollecties moet de idee van devirtuele leeszaal in de komendejaren waarmaken. De bedoeling isop middellange termijn aan binnen-en buitenlandse lezers de voornaam-ste bronnen rond religie, cultuur ensamenleving op het web aan te bie-den. In een eerste stap zullen debestaande archiefinventarissen enplaatsingslijsten ter beschikking wor-den gesteld en zal ook een elektro-nisch verzoekformulier worden ont-wikkeld. Nu KADOC meer en meerarchieven bewaart van orden encongregaties (vaak werkzaam overheel de wereld), maar ook van inter-nationale organisaties als hetWereldverbond van de Arbeid, is de ontwikkeling van een geauto-matiseerde dienstverlening, mede

gericht op de 'langere-afstandsle-zers' in binnen- en buitenland, eenuitdaging. Vanzelfsprekend zullende internationale archiefcode en deregels inzake gecontroleerde toegan-kelijkheid en respect voor de privacyen het auteursrecht bij het uitbouwenvan de virtuele leeszaal wordengerespecteerd.

De nieuwe afdeling Publicaties & Tentoonstellingen wil een van dekerntaken van het centrum optimali-seren, nl. de publicatie van kwali-teitsvolle boeken en de realisatie vantentoonstellingen. Daar komt in detoekomst ook de ontwikkeling bij vanbijvoorbeeld zeer toegankelijke poc-kets, audio- en beeldproducties eneducatieve pakketten. Een nieuweovereenkomst met Universitaire PersLeuven (UPL) voor de publicatie vandrie reeksen nl. KADOC-Studies(Nederlandstalige studies), KADOC-Artes (studies rond kunst en cultuur)en een nieuwe anderstalige reeksKADOC-Studies on Religion, Cultureand Society, moet die opties krachtbijzetten. Voortaan verloopt de ver-koop van die publicaties rechtstreeksvia UPL. In de toekomst kan u via deKADOC-website (doorkiessysteemnaar UPL) of via de website van UPLrechtstreeks uw bestellingen bij deuitgever plaatsen. Voor de supervisievan de programmatie en de kwali-teitsbewaking van de bovenvermeldereeksen is een leescomité met bin-nen- en buitenlandse experten inza-ke de KADOC-thema's in oprichting.Een van de taken van het leescomitéwordt de kritische evaluatie vaningestuurde manuscripten. De KADOC-publicaties werden totnu zeer positief ontvangen in denationale en internationale weten-schappelijke tijdschriften, maar metde oprichting van een internationaalleescomité wil het centrum zich con-firmeren aan de internationale stan-daarden.

De creatie van een afzonderlijkeafdeling Onderzoek wil nog meerdan voorheen de ambities van hetcentrum onderstrepen om uit tegroeien tot een internationaal, multi-disciplinair en comparatief gerichtonderzoekscentrum. De vrijstelling

Page 3: is het tweemaandelijks tijd- Hij wordt op aanvraag kosteloos … · 2016. 2. 16. · greerde, ICT-gerichte ontsluiting. In dat verband is het alvast goed nieuws te noemen dat Libis

3

NIEUWSBRIEF

van een senior-onderzoeker moetKADOC toelaten een meer pro-actiefonderzoeksbeleid te ontwikkelen.Ook wil het centrum een groteresamenhang tussen de projectmede-werkers in de hand werken, o.a. viade organisatie van interne op metho-dologie en ervaringsuitwisselinggerichte seminaries. Individuele methet centrum verbonden onderzoekersof projectmedewerkers (Fonds voorWetenschappelijk Onderzoek, con-tractonderzoek, bursalen, internatio-nale fellows) worden sterker betrok-ken bij de werking van het centrum,

de opbouw van het onderzoeks-instrumentarium (bv. ODIS) en deprojectontwikkeling.

Tot slot wil het centrum ook de inter-ne en externe communicatie verbete-ren. Intern wordt er informatie uitge-wisseld en overleg gepleegd via deafdelings- en teamvergaderingen;via intranet worden interne nota's enrapporten vlotter beschikbaar gesteldvoor het personeel. Extern is er opde eerste plaats de KADOC-Nieuws-brief. De huisstijl (briefhoofd, logo)zal worden vernieuwd en ook de

Nieuwsbrief zal met ingang van heteerste nummer van 2004 een nieu-we vormgeving krijgen. Informatie-folders in het Nederlands, Frans enEngels moeten het vernieuwde cen-trum onder de aandacht brengenvan een breed publiek. Daarnaastzal een elektronische nieuwsbrieftoelaten om beter in te spelen op deactualiteit en het publiek sneller teinformeren over nieuwe aanwinsten.Meer dan vroeger krijgt de websitevan KADOC een centrale functie.Terwijl de gedrukte Nieuwsbrief zichals huistijdschrift beperkt tot bericht-

ACADEMISCHE OVERHEIDK.U.Leuven

WETENSCHAPPELIJKE COMMISSIEvertegenwoordigers van de faculteiten Humane Wetenschappen en gecoöpteerde leden + directeur algemene leiding

[ADVIES]RAADvertegenwoordigers en representatieve figuren uit het themaveldadviserende functie

BUREAUgekozen binnen de Wetenschappelijke Commissie + directeurdagelijks bestuur

STAFdirecteur + afdelingshoofdendagelijkse leiding en coördinatie van de werking

Afdeling Archief

Afdeling Bibliotheek

Cel Publieke Diensten

Cel Informatica

Afdeling Publieke Diensten en Informatica

Afdeling Onderzoek

Afdeling Publicaties en Tentoonstellingen

Afdeling Algemene Diensten

Page 4: is het tweemaandelijks tijd- Hij wordt op aanvraag kosteloos … · 2016. 2. 16. · greerde, ICT-gerichte ontsluiting. In dat verband is het alvast goed nieuws te noemen dat Libis

NIEUWSBRIEF

4

geving over het reilen en zeilen van het centrum zelf, is het de bedoelingde website - die een Nederlands-talige en Engelstalige editie krijgt - te laten uitgroeien tot een referentie-punt voor al wie op zoek is naarinformatie over publicaties, projec-ten, colloquia of workshops, semina-ries en publieksgerichte evenementeninzake de studie van het thema reli-gie, cultuur en samenleving vanafca. 1750. Binnen- en buitenlandseonderzoekers, instellingen en uitge-vers kunnen ons voortaan de infor-matie toezenden die ze onder onspubliek willen verspreiden. Zij zijnbij deze uitgenodigd.

Instrumenten en middelen

KADOC kan zijn financiële progno-ses voor de toekomst opmaken, nu de financiële situatie van het hetcentrum met het nieuwe decreet opde privaatrechtelijke archieven van19 juli 2002 en de regularisatie(opheffing contract van tewerkstel-ling), respectievelijk harmonisatie(verlenen van een volwaardig sta-tuut) van het ex-DAC-personeel metde formule van de enveloppefinan-ciering beslecht lijkt. Het centrumheeft uitzicht op een stabiel pakketvaste, recurrente middelen, maar de

groeivoet van de enveloppefinancie-ring voor het ex-DAC-personeelbeantwoordt jammer genoeg nietaan de reële behoeften. Om finan-ciële problemen in de toekomst tevermijden zag KADOC zich daaromgenoodzaakt om met ingang van 1 november aan drie voltijdse entwee halftijdse ex-DAC-personeels-leden hun vooropzeg te geven.

In het kader van de herstructureringis het beschikbare personeel grondigherschikt in functie van de te realise-ren opties. Voor elk personeelslidwerd een gedetailleerde taakom-schrijving opgemaakt, op basiswaarvan de toekomstige evaluatiesbij middel van regelmatige functione-ringsgesprekken zullen plaatsvinden. Nu het ex-DAC-personeel op weg is naar een volwaardig statuut, kanKADOC zich ter zake ook verderconformeren aan de binnen deK.U.Leuven geldende modaliteiten.

Met de actualisering van zijn wer-king wil KADOC de 21ste eeuwinstappen als een modern, dyna-misch centrum dat zich blijvendpublieksgericht en klantvriendelijkwil opstellen tegenover de vele dui-zenden lezers en bezoekers perjaar. Onze achterban - intermediairestructuren als maatschappelijke orga-

IPACngEen nieuwe webtoegangvoor het op KADOCbewaarde erfgoed

KADOC bezit een rijke biblio-theek- en audiovisuele collectie.Via het DOBIS/LIBIS-systeemkunnen de titelbeschrijvingenvan onder meer 90.000 boe-ken en 9000 tijdschriften wor-den opgevraagd. Dat kon aleen hele tijd in de bij de LIBIS-groep aangesloten bibliothe-ken. De catalogus van 45.000foto's, 20.000 affiches en velefilms en video’s, vlaggen envaantjes kon via DOBIS/LIBISenkel op KADOC zelf wordengeraadpleegd.

Sinds mei 1997 werd de IPAC (of Internet Public Access Catalogue)gelanceerd. Daardoor kon elke inter-netgebruiker thuis de bibliotheekca-talogus raadplegen. De audiovisueledocumentatie was daarvan helaasuitgesloten. Aan het begin van hetacademiejaar 2003-2004 werd deIPAC grondig vernieuwd en vervan-gen door IPACng (Internet PublicAccess Catalogue Next Generation).In vergelijking met de vorige versieheeft die een aantal voordelen. De zoekmogelijkheden werden forsuitgebreid. Voortaan is het ookmogelijk de beschrijvingen van deaudiovisuele documenten via hetinternet op te roepen.

Er loopt een test om ook de beeldenzelf daaraan te koppelen. Parallelmet de ontwikkeling van de IPACngstartte KADOC met een digitalise-ringsprogramma. De digitaliseringvan meer dan 5000 affiches werduitbesteed. Voor de digitaliseringvan kleinere affiches, prenten, foto’sen andere documenten werd eennieuwe professionele A2-scanneraangekocht. Wij hopen u dus bin-nen enkele maanden ook letterlijkeen beeld te kunnen geven van onzerijke foto- en affichecollectie.

U kan de evolutie op de voet volgenvia het mapje databanken op onzewebsite www.kadoc.kuleuven.ac.be

(LS)

nisaties, cultuur- en jeugdorganisa-ties, kerkelijke instellingen en religi-euze instituten, onderzoeksinstellin-gen, lezers en bezoekers - zijn weerkentelijk om het vertrouwen dat hetcentrum geniet. Met hen wilKADOC graag verder een dialoogaangaan. We staan open voor reac-ties, opmerkingen, tips of suggesties.

(JDM)

Page 5: is het tweemaandelijks tijd- Hij wordt op aanvraag kosteloos … · 2016. 2. 16. · greerde, ICT-gerichte ontsluiting. In dat verband is het alvast goed nieuws te noemen dat Libis

5

NIEUWSBRIEF

KADOC OnderzoekReligieuze instituten op het webEen elektronische gids voor Romeinsearchieven

De archieven van religieuzeinstituten die zich in de gene-ralaatsarchieven in Romebevinden, bevatten vaakongekende informatie overhet religieuze leven en deapostolaatswerken van ordenen congregaties in België. Om die rijkdom aan de opper-vlakte te brengen lanceerdeKADOC in februari 2000samen met het BelgischHistorisch Instituut (BHIR) het project "De Heilige Stoel en de religieuze instituten inVlaanderen en België, 1802-1914". Het project wordt gefinancierd door het MaxWildiersfonds (FWO-Vlaanderen) en heeft als doelde Romeinse generalaats-archieven onder de aandacht te brengen van de Belgischehistorici. Een elektronischearchiefgids is het resultaatvan een uitgebreid veldonder-zoek in Rome.

De negentiende-eeuwse kerkgeschie-denis wordt o.m. gekenmerkt dooreen opvallend reveil van de religieu-ze instituten (herstichting van deoude orden en monialenkloosters) en de oprichting van honderden con-gregaties (actieve vrouwelijke institu-ten, broeder- en priestercongrega-ties, missionerende instituten).Enerzijds leidden het groeiend aantalinstituten en hun actieve optredenvaak tot wrijvingen met de diocesanekerkelijke structuren en de seculiereclerus. Anderzijds verleenden de religieuze instituten de Kerk na deFranse Revolutie enorme mogelijk-heden om maatschappelijke taken inde moderne samenleving (onderwijs,gezondheidszorg, zorg voor psychia-trische patiënten) terug op te nemenen tegemoet te komen aan de noden

van het religieuze reveil (devoties, pelgrimages). Zij stelden de Kerk instaat om opnieuw een krachtige posi-tie in te nemen in de moderne, geïn-dustrialiseerde West-Europese maat-schappij.

De zwerftocht van genera-laatsarchieven

Orden en congregaties zijn institutenmet een centraal bestuur. Het huiswaarin dat gevestigd is, wordt hetgeneralaat genoemd. De generala-ten bevonden zich daar waar dewieg van het instituut stond, dusmeestal niet in Rome. Zo bevonden het generalaat van de broeders vanLiefde zich aanvankelijk in Gent endat van de broeders van Sint-Gabriëlin Saint-Laurent-sur-Sèvres (F). Een gekende uitzondering op dieregel zijn de jezuïeten. In de negen-

tiende eeuw ondergingen de oudeherstichte orden als de benedictijnenen de franciscanen een bestuurlijkecentralisatie onder impuls van de H.Stoel. De uiteindelijke vestiging vanhet centraal bestuur in Rome was delogische consequentie. In de loopvan de twintigste eeuw riep de H.Stoel steeds intenser de instituten ophun generalaat in Rome te vestigen.

Het gevolg was dat ook de genera-laatsarchieven mee naar Rome ver-huisden. In de archiefgids, die weverder voorstellen, wordt zowel aan-dacht geschonken aan de geschiede-nis van de instituten als aan dezwerftochten van de archieven. Het archief van de hoger vernoemdebroeders van Sint-Gabriël is daarvaneen goed voorbeeld. De broedersbrachten in 1903 hun archievenover naar Brussel uit vrees voor onteigening of confiscatie van hun

Het generaal bestuur van de xaverianen, een broedercongregatie gesticht in Brugge, in 1959 bij paus JohannesXXIII in Rome.

Page 6: is het tweemaandelijks tijd- Hij wordt op aanvraag kosteloos … · 2016. 2. 16. · greerde, ICT-gerichte ontsluiting. In dat verband is het alvast goed nieuws te noemen dat Libis

Relins-Europe

Het project "De Heilige Stoelen de religieuze instituten inVlaanderen en België" is ookde aanleiding geweest voor deoprichting van een Europeesforum voor de studie van degeschiedenis van de religieuzeinstituten in de negentiende entwintigste eeuw, Relins-Europe.Het is de bedoeling om op eenEuropees en multidisciplinairniveau tot een uitwisseling tekomen op het vlak van metho-de en vraagstelling, dit met hetoog op de realisatie van eenmeer comparatief gerichte stu-die van de religieuze instituten.De creatie van gemeenschap-pelijke werkinstrumentenbehoort tot de mogelijkheden,net zoals de organisatie vanworkshops rond een welbe-paald thema. Zo werd in juni2001 in Rome een kritische

stand van zaken opgemaakt over destudie van de religieuze instituten.De tweede workshop had in juni2002 plaats in Vallendar (D) waarin een multidisciplinair verband decivielrechtelijke en kerkjuridischepositie van de orden en congrega-ties sinds de Franse Revolutie werdvoorgesteld en bediscussieerd. De handelingen van de workshopsworden in 2004 gepubliceerd in denieuwe reeks KADOC-Studies onReligion, Culture and Society. Het forum zelf wil ook de oprichtingbevorderen van nationale onder-zoeksverbanden. Het voorbeeld ter-zake is de Nederlandse StichtingEcho. In Duitsland werd parallel methet Europees forum de Arbeitskreisfür Ordensgeschichte opgericht.

In 2004 valt de derde bijeenkomstvan het Europees forum samen methet internationaal colloquium datvan 27 tot en met 29 mei in Rome(Academia Belgica) door het BHIR

en KADOC wordt georganiseerdonder de titel Religious Institutionsand the Roman Factor in WesternEurope, 1802-1914. Het colloquiumwil voor de vermelde periode de rolen de houding van de H. Stoel in deontwikkeling van de religieuze insti-tuten in West-Europa onderzoeken.Zo zal de aandacht uitgaan naar derol van de H. Stoel en de dicaste-rieën van de Curie, de opstellingvan de pauselijke nuntii, de positievan de lokale bisschoppen, de hou-ding van het Vaticaan t.a.v. de ver-schillende types van instituten (bv.vrouwen- en broedercongregaties)en het aandeel van Rome in dekeuze van acties en apostolaats-werken, de implementatie vanVaticaanse instructies tot bv. ook defunctie van de beatificatie of canoni-satie van de stichter(es). Voor meer inlichtingen zie www. kadoc.kuleuven.ac.be.

(SL)

NIEUWSBRIEF

6

patrimonium in het kader van deantiklerikale politiek van EmileCombes in Frankrijk. In de loop vande jaren 1950 werden de archievenopnieuw naar Saint-Laurent-sur-Sèvres verhuisd om dan in 1962samen met het generalaat naarRome te vertrekken. Een ander repre-sentatief verhaal is dat van de lot-gevallen van het archief van debroeders van de ChristelijkeScholen: ook al belandde het archiefvan het centraal bestuur in Rome, bij hun vertrek uit Frankrijk in 1904 verbrandden de broeders de meestrecente documenten uit vrees dat deinformatie in verkeerde handen zouvallen.

Bij de overbrenging van de genera-laatsarchieven naar Rome speeldenook andere factoren mee zoals denood aan een pauselijke goedkeu-ring van het instituut of de internatio-nalisering van de orden en congre-gaties. Een congregatie die van dio-cesaan naar pauselijk recht over-ging, koos vaak voor een Romeinscentraal huis omdat dit het bestuuraanzienlijk kon vergemakkelijken.

Ook door de internationalisering van de oorspronkelijk Vlaamse ofBelgische religieuze instituten en devele stichtingen over heel de wereldwas het aangewezen het centralebestuur en daarmee ook het archiefnaar Rome over te brengen. De ver-melde broeders van Liefde bijvoor-beeld brachten in de jaren 1960zowel hun generalaat als de archie-ven over van Gent naar Rome, netals de scheutisten in 1967 dedenvanuit Scheut (Anderlecht).

De gids als wegwijzer

De gids van de generalaatsarchie-ven in Rome heeft betrekking op deinstituten van pauselijk recht die hui-zen in België hadden tussen 1802en 1914. De begindatum valt samenmet het einde van het ancien régimeen is het jaar waarin het concordaattussen Napoleon I en paus Pius VIIwerd ondertekend. De chronologi-sche afbakening tot 1914 vergemak-kelijkt de toegang tot de archieven.Tot die datum zijn de bronnen overhet algemeen vlot toegankelijk.

Er kwamen een 70-tal instituten enhun archieven in aanmerking. In eeneerste fase werden die institutengecontacteerd, waarna bleek dateen 50-tal bereid waren hun mede-werking te verlenen en/of in aan-merking kwamen voor verdere pro-spectie. Uiteindelijk werden er 35 inde gids opgenomen. Instituten dieniet werden opgenomen, weigerdende toegang of hadden weinig ofgeen archief met betrekking tot deBelgische huizen. Generalaats-archieven zijn, zoals alle religieuzearchieven, privé-archieven en bijge-volg niet verplicht toegang te verle-nen aan derden. Toch mocht het project op grote bijval rekenen.Steeds meer instituten erkennen hetbelang van wetenschappelijk onder-zoek en stimuleren interne en exter-ne studies over de geschiedenis vanhun orde of congregatie en het reli-gieuze leven in het algemeen. In de context van het tweedeVaticaans concilie gingen veel instituten en regulieren op zoek naarhun oorsprong en historisch charis-ma. Sindsdien werd er relatief veelbronnenmateriaal gepubliceerd.

Page 7: is het tweemaandelijks tijd- Hij wordt op aanvraag kosteloos … · 2016. 2. 16. · greerde, ICT-gerichte ontsluiting. In dat verband is het alvast goed nieuws te noemen dat Libis

7

NIEUWSBRIEF

Vaak betreft het de integrale trans-cripties van de briefwisseling van destichter. Een goed voorbeeld is decd-rom met de brieven vanEmmanuel d'Alzon, de stichter vande paters assumptionisten.

In de gids wordt van elk archief eenalgemeen overzicht en een gedetail-leerd beeld van de beschikbarebronnen met betrekking tot Belgiëgegeven. Meestal hebben de gene-ralaatsarchieven volgende rubrieken:bronnen m.b.t. de stichter en destichting van het instituut, regel enconstituties, archiefbescheidenbetreffende het centraal bestuur,archiefstukken m.b.t. regio's, provin-cies en huizen en de dossiers van en

over de leden. Doorgaans is ernogal wat materiaal voorhandenover de apostolaatswerken.Daarnaast beschikken de meestearchieven over een bibliotheek metpublicaties van en over het instituuten zijn leden. Ten slotte is er deaudiovisuele collectie (foto's, video's,geluidsopnamen). Enkele archievenbezitten een schatkamer met objec-ten van en over de stichter. Sommige herbergen ook een muse-ale collectie. Zo bezitten de picpus-sen (paters van de Heilige Harten)een kostbare collectie etnografischevoorwerpen afkomstig van dePaaseilanden. De archieven biedenmogelijkheden voor zeer uiteen-lopend historisch onderzoek:

kerk- en religieuze geschiedenis, missiegeschiedenis, mentaliteits-geschiedenis (de houding tegenoverhet kind), gendergeschiedenis, kunst-en architectuurgeschiedenis, de stu-die van de ontwikkeling van onder-wijs en gezondheidszorg. Nergenszijn zoveel negentiende-eeuwse ego-documenten van vrouwen bewaardals in de religieuze archieven. De actieve missiecongregaties bezit-ten vaak dozen correspondentie vanhun leden met het thuisland. Zo beschikken de paters maristenover een interessante maar nauwe-lijks geraadpleegde collectie brievenuit Oceanië. De broeders van deChristelijke Scholen bezitten een uitgebreide documentatie over hunscholen. In het Bulletin van het BHIRverschijnt binnenkort een artikel overde onderzoeksmogelijkheden dieschuilen in de archieven van de religieuzen van het Heilig Hart vanJezus en de apostolinnen van hetAllerheiligste Sacrament. Die archie-ven werden in Rome in detail onder-zocht.

Publicatie en consultatie

De archiefgids wordt niet in een tra-ditionele, papieren vorm gepubli-ceerd. Er werd geopteerd voor eenelektronische publicatie om zo degids ook toegankelijk te maken vooronderzoekers en geïnteresseerden uit heel de wereld. Om die reden is de gids ook in het Frans gesteld.De consultatie van de gids is gratisen raadpleging kan via de KADOC-website www.kadoc.kuleuven.ac.beof via www.relins.be. Naast prakti-sche informatie over de archievenvan de instituten, vindt de lezer erook een korte geschiedenis en biblio-grafie van elke orde of congregatiedie in de gids werd opgenomen. Via hyperlinks kan het internet verderworden geëxploreerd. Veel institutenhebben immers mooie en interessan-te websites die een bezoek waardzijn.

(SL)

Fanny Kestre, de Belgische stichteres van de apostolinnen van het Allerheiligste Sacrament. Haar archief zit inhet generalaatsarchief van de congregatie in Rome.

Page 8: is het tweemaandelijks tijd- Hij wordt op aanvraag kosteloos … · 2016. 2. 16. · greerde, ICT-gerichte ontsluiting. In dat verband is het alvast goed nieuws te noemen dat Libis

NIEUWSBRIEF

8

In De IJzeren Kolonel, een"avontuur van Nero en co" uit1957, verdwaalt Nero in eenEgyptische piramide. Op eenmuurschildering die hij onder-weg tegenkomt, herkent destripheld tot zijn verbazingtwee Belgische politici: eersteminister Achiel Van Ackerkrijgt er een trap van TheoLefèvre, de christen-democrati-sche oppositieleider, een ver-wijzing naar de schoolstrijd.Bijna veertig jaar later, in dejaren 1990, duikt een andereeerste minister op: zowel inWonderboy (1993) en De Muurloper (1996), als inDe staf van Bompa (1998)koopt Jean-Luc Dehaene eenpakje friet bij Jan Spier, ter-wijl hij in De held der helden(1997) met een bak bier zeult.In andere Nero-strips uit diejaren worden allusies gemaaktop de (eerste) Golfoorlog en"de omkoopschandalen vantante Gusta en co". MarcSleen, de vader van het "dag-bladverschijnsel" Nero, heeftinderdaad altijd de (politieke)actualiteit in zijn tekenverha-len laten meespelen. Dat hijook gedurende een tientaljaren als karikaturist actief is geweest en daarom deBelgische en internationalepolitiek op de voet volgde, is nauwelijks bekend. "Marc Sleen: karikaturen", de tentoonstelling die van 28 november tot 10 januari in de pandgangen van KADOCloopt, zal een tip van die slui-er oplichten.

De tentoonstelling past in een project dat KADOC samen met deGentse Kunsthal Sint-Pietersabdijheeft opgezet. Aanleiding was detachtigste verjaardag van MarcSleen op 30 december 2002. In Gent wordt vanaf eind novemberde volledige loopbaan van Sleen

belicht: van de schilderijen en teke-ningen die Marc Neels tijdens enonmiddellijk na de Tweede Wereld-oorlog maakt, over de stripfigurenals Piet Fluwijn en Bolleke, deKapoentjes, Pollopof, OctaafKeunink en Doris Dobbel, tot de 217Nero-verhalen die hij gedurendemeer dan een halve eeuw heeft gete-kend. In Leuven zet KADOC eenander aspect van Sleen in de verf entoont de politieke karikaturen die hijtot ca. 1960 in diverse katholiekebladen publiceert. Ook worden de

Nero-strips met een vergrootglas(zoals dat van detective Van Zwam)bekeken, op zoek naar sporen vande actualiteit.

De carrière van Sleen als karikaturiststart in oktober 1944, toen, zoalsGaston Durnez later schrijft, "devrede uitbrak. Bijna dagelijks moestMarc Sleen een spotprent leveren,op de politieke of andere aktualiteit.Zwaar werk, vooral in een landwaar op gebied van krantenkarika-tuur weinig traditie bestond."

KADOC TentoonstellingMarc Sleen als karikaturist

Achiel Van Acker en zijn “kolenslag”, gezien door de karikaturale bril van Sleen.

Page 9: is het tweemaandelijks tijd- Hij wordt op aanvraag kosteloos … · 2016. 2. 16. · greerde, ICT-gerichte ontsluiting. In dat verband is het alvast goed nieuws te noemen dat Libis

9

NIEUWSBRIEF

Sleen is dan in dienst van de NV De Gids die o.m. het dagblad De (Nieuwe) Standaard en de week-bladen Ons Volk en Spectator uit-geeft. Daar kan hij zijn tekeningenkwijt, zowel de vele portretten vanschrijvers, kunstenaars en (internatio-nale) politici (er zijn in die dagennauwelijks foto's beschikbaar) encartoons (getekende moppen), alsstrips (zoals De avonturen van Neus)en politieke karikaturen. In de maan-den die op de bevrijding volgen,zijn vooral Hitler en zijn trawantenvoorwerp van spot, terwijl ook demacht van Stalin en zijn Belgischecommunistische vrienden op de kor-rel wordt genomen. Voor de socialis-tische politicus Achiel Van Acker iser nog een zekere sympathie.

Dat verandert snel. De Gids is eenchristen-democratisch bastion enSleen treedt als het ware op als de"huistekenaar" van de nieuwe partij,de Christelijke Volkspartij (CVP), die in 1945 boven de doopvontwordt gehouden. Vooral voor deparlementsverkiezingen van 1949en 1950 en voor de volksraadple-ging n.a.v. de koningskwestie, even-eens in 1950, worden zijn talenteningeschakeld. Zijn tekeningen reke-nen radicaal af met de BelgischeSocialistische Partij (BSP) van Van Acker, Paul Henri Spaak enCamille Huysmans. Hen wordt ver-weten op dezelfde "Moscou-lijn" te zitten als de communisten vanEdgard Lalmand, terwijl de wegkwij-nende liberale partij van AlbertDevèze en Adolphe Van Glabbekeniet ernstig wordt genomen. De christen-democraten daarentegenzijn de toekomst en worden naar deabsolute meerderheid gestuwd (dieze ook effectief behalen in 1950).Sleen tekent dan al voor De NieuweGids, de opvolger van De NieuweStandaard, en voor Het Volk, dekrant van de christelijke arbeidersbe-weging die eind 1950 De NieuweGids heeft overgenomen. Ook deNero-verhalen, waarvan het eerste in1947 is verschenen, krijgen onder-dak bij Het Volk.

Marc Sleen concentreert zich vanafdie jaren vooral op zijn vele strips,naast "De avonturen van Nero enco" ook "De Lustige Kapoentjes","Piet Fluwijn en Bolleke", "OktaafKeunink" en "Doris Dobbel". Die laat hij allemaal vallen in 1965als hij overstapt naar De Standaard.Voortaan, en dat tot eind 2002, legthij zich toe op het "dagbladver-schijnsel" Nero en diens steeds rui-mer wordende familie- en vrienden-kring. Toch kan Sleen zijn verledenals politiek karikaturist niet wegste-ken. In Nero is de binnen- en buiten-landse actualiteit nooit ver weg. In de jaren 1950 ligt die aandachtin het verlengde van zijn karikatu-ren. Linkse politici krijgen er vanlangs, zoals bijvoorbeeld in De hoedvan Geeraard de Duivel uit 1951 (in de agenda van de duivel staande telefoonnummers van Stalin,Lalmand en Huysmans), terwijl in dieKoude-Oorlogsjaren de Russen alsagressors worden voorgesteld (zoalsin De Gouden Vrouw uit 1954).

Later neemt Sleen afstand van diedoor de tijdgeest (en zijn christen-democratische broodheren) bepaal-de inzichten. Hij veroordeelt elkevorm van geweld en pleit voor eenbetere en mooiere wereld. De actu-aliteit speelt dan nog mee, maar eer-

der als decor (bv. de allusies op deaanslagen van de CCC in De ver-dorven stad uit 1985), terwijl depolitici af en toe (soms letterlijk) omhet hoekje komen kijken. Sleen oor-deelt niet meer, maar knipoogt naarde aandachtige lezer. Hij geeft hemzijn allerindividueelste opvattingenmee over wat er in de maatschappijgebeurt (van vrouwenemancipatieover milieuproblematiek tot terroris-me en oorlog). Partij- of ideologischestandpunten blijven achterwege.Geen opgestoken (onder)wijsvinger-tje meer. De lezer neemt mee wat hijwil en geniet in de eerste plaats vande nonsensicale humor van de meester-tekenaar.

De tentoonstelling is gratistoegankelijk en loopt van 28 november tot en met 10 januari 2004 in de KADOC-pandgangen. Open vanmaandag tot vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur. Zaterdag van 9.00 tot 12.30 uur. Gesloten op 24, 25 en 31 december 2003, 1 en 2 januari 2004.

(LV)

Het probleem Palestina, zoals Sleen het in 1945 zag.

Page 10: is het tweemaandelijks tijd- Hij wordt op aanvraag kosteloos … · 2016. 2. 16. · greerde, ICT-gerichte ontsluiting. In dat verband is het alvast goed nieuws te noemen dat Libis

NIEUWSBRIEF

10

"Il faut nous défendre!" Met die zin werd op dinsdag27 augustus 1912 de eersteinternationale Religieus-Etnologische Week in Leuvengeopend. Op initiatief vankardinaal Mercier (1851-1926), stichter van het HogerInstituut voor Wijsbegeerte, en pater Wilhelm Schmidt SVD(1868-1954), hoofdredacteurvan het internationaal etnolo-gisch tijdschrift Anthropos, lie-ten een 130-tal missionarissenen theologieprofessoren uitWest-Europa zich zeven dagenlang inwijden in de studie vanniet-christelijke religies. Met de zomercursus wilde de katholieke intellectuele enmissionaire wereld zich verde-digen tegen de evolutionairewetenschapstheorieën die dechristelijke geloofswaarhedenin vraag stelden. Het betrofgeen alleenstaand initiatief.De meeste deelnemers warenimmers nauw betrokken bijde oprichting van een katho-lieke missiewetenschap ofmissiologie: een nieuwewetenschapsdiscipline die zichsinds het begin van de twin-tigste eeuw in snel tempo ver-spreidde aan de verschillendekatholiek-theologische facul-teiten in Europa. Het ontstaanen de ontwikkeling van diewetenschap worden opKADOC sinds januari 2003bestudeerd in het vierjarigeFWO-onderzoeksproject"Katholieke missiologie enwetenschap (1890-1939)".

Katholieke missiologie

Na een terugval op het einde van deachttiende eeuw maakte de katholie-ke missiebeweging in de negentien-de eeuw een spectaculaire come-back. Missiecongregaties schoten als paddestoelen uit de grond.Onder de leiding van de HeiligeStoel ontwikkelde de missie zich tot een wereldwijd fenomeen.Hoewel de H. Stoel in die expansieeen belangrijke rol vervulde op orga-nisatorisch en financieel vlak, gingendie acties niet gepaard met een diep-gaande theoretische reflectie rondmissie. Terwijl aan protestantse zijdereeds volop aan missionaire theorie-vorming werd gedaan sinds de twee-de helft van de negentiende eeuw,kreeg het fenomeen missie in katho-lieke universitaire en intellectuelemilieus slechts een gelijkaardigewetenschappelijke aandacht vanafde jaren 1910. De oorsprong vandergelijke systematisch uitgebouwdekatholieke missiewetenschap moetenwe trouwens niet in Italië zoeken,maar wel in Duitsland, meer bepaaldaan de universiteit van Münster.

Sleutelfiguur was de Münstersehoogleraar Kerkgeschiedenis JosefSchmidlin (1876-1944). Hij wordtterecht bestempeld als de 'vader'van de katholieke missiewetenschap.In 1910 gaf die seculiere priester enkerkhistoricus van Westfaalseafkomst aan de katholiek-theologi-sche faculteit een lessenreeks overde geschiedenis van de missies inde Duitse kolonies. Het jaar daarop,in 1911, werd de bescheidendoceeropdracht van Schmidlin uitgebouwd tot een echte leerstoelMissiewetenschap, de eerste in dekatholieke wereld. Met de steun vanhet organisatiecomité van de Duitsekatholieke congresdagen werd dat-zelfde jaar te Münster tevens eenInternational Institut für Missions-

wissenschaftliche Forschungen (IIMF)opgericht met als orgaan het eerstekatholieke Zeitschrift für Missions-wissenschaft. Vanaf het begin van dejaren 1920 verspreidde de nieuwediscipline zich als een lopend vuurtjedoorheen katholieke universiteiten enpriesterseminaries in Europa: missio-logische leerstoelen, cursussen, con-gressen en publicaties zagen naDuitsland achtereenvolgens het lichtin Oostenrijk (Wenen), Nederland(Nijmegen), België (Leuven), Spanje(Burgos), Italië (Rome) en Frankrijk(Parijs).

Onderzoeksproject

Het onderzoeksproject wil het missio-logisch debat in Europa organisato-risch en ideologisch volgen tussen1890, wanneer de katholieken meeropenheid vertoonden tegenover demoderne wetenschappen, en 1939,het jaar waarin paus Pius XI over-leed. Dat houdt in dat de leidendemissiologische centra, personen,organisaties, congressen en publica-ties in kaart worden gebracht. Demissiewetenschap zal ook inhoude-lijk onder de loep worden genomen:over welke thema's spraken en dis-cussieerden de katholieke missiolo-gen? Bij de studie van die debattenworden steeds drie bredere vragenin het achterhoofd gehouden.

KADOC Onderzoek“Mission in the making”Ontstaan en ontwikkeling van een katholieke missiewetenschap

Jozef Schmidlin, de vader van de katholieke missie-wetenschap.

Page 11: is het tweemaandelijks tijd- Hij wordt op aanvraag kosteloos … · 2016. 2. 16. · greerde, ICT-gerichte ontsluiting. In dat verband is het alvast goed nieuws te noemen dat Libis

11

NIEUWSBRIEF

zou het christendom blijvend wortelkunnen schieten in de missielanden. De Leuvense school ijverde ookprogressief voor een verregaandeaanpassing van de missionaris aande lokale culturen.

Naast het interne katholieke debattracht het onderzoek ten slotte te ach-terhalen hoe de katholieke missiolo-gen stonden tegenover hun protes-tantse collega's en in hoeverre zedoor hen werden beïnvloed. Protes-tantse theologen waren al een halveeeuw vroeger begonnen met de uit-bouw van een academische missie-wetenschap. De grondlegger wasGustav Warneck (1834-1910), even-eens een Duitser die in 1874 aan deuniversiteit van Halle het AllgemeineMissionszeitschrift oprichtte.

Bronnen en methoden

De opkomst van de katholieke mis-siewetenschap zal worden bestu-deerd op basis van archieven entoenmalige publicaties. Dit jaar werdvan wal gestoken met onderzoekover de missiologische activiteiten inMünster: het archief van JosefSchmidlin, de verslagen van het

Ten eerste staan we stil bij de matewaarin de katholieke missieweten-schap impulsen kreeg vanuit de ont-wikkelingen in andere opkomendehumane wetenschappen, waaronderetnologie, vergelijkende godsdienst-wetenschappen, sociologie en histo-rische bijbelstudie. De antropologi-sche en godsdienstwetenschappelijketheorieën over de oorsprong vanmens en religie stonden bijvoorbeeldin die periode sterk onder invloedvan het evolutionaire denken.Christelijke opvattingen over eenbovennatuurlijke openbaring, hetbestaan van een universele goddelij-ke moraal en de absolute waarheidvan het christelijke geloof werdenfundamenteel in vraag gesteld. Hoe reageerden katholieke missiolo-gen op zulke 'aanvallen' uit anderewetenschappen? De organisatie vanen deelname aan een initiatief zoalsde Religieus-Etnologische Weken(1912-1929) tonen duidelijk aan datze wel de evolutionaire stellingen,maar niet de moderne wetenschap-pen op zich afwezen. Integendeel,ze participeerden zelf aan antropolo-gisch en godsdiensthistorisch onder-zoek om de katholieke standpuntenwetenschappelijk te onderbouwen ende missies veilig te stellen.

Vervolgens is er aandacht voor deonderlinge verhoudingen tussen dekatholieke missiewetenschappers enmissiologische centra in Europa.Opereerden ze louter binnen deeigen nationale grenzen of vondener ook internationale ontmoetingenplaats? Waren ze het dan metelkaar eens, of waren de missiologi-sche ideeën zo verschillend dat ersprake was van onderling 'concur-rentiële' scholen? De missieweten-schap van Münster had bijvoorbeeldeen conservatief imago. Leuvensemissiologen verweten hun Duitse col-lega's het missiedoel te eng te formu-leren als louter religieuze bekeringvan individuele heidenen.Daartegenover plaatste de Leuvenseschool het ideaal van "plantatioecclesiae". Missionering moest ver-der reiken dan het redden van ziel-tjes: de Kerk en het katholieke levenmoesten in al hun culturele en socia-le aspecten zichtbaar zijn. Enkel dan

Institut für MissionswissenschaftlicheForschungen en een inhoudsanalysevan het Zeitschrift für Missions-wissenschaft. Daarna komt de missio-logische school van Leuven aan debeurt met als belangrijkste aan-dachtspunten de gepubliceerde ver-slagen van de Leuvense Missiolo-gische Weken die vanaf 1923plaatsvonden, en het archief van detwee jezuïeten-organisatoren PierreCharles (1883-1954) en TheodorMonnens (1891-1956). Tot slotwordt vanaf volgend jaar in Romehet archief van enkele individueleItaliaanse en Franse missieweten-schappers ingekeken.

De wisselwerking tussen missieweten-schap en andere humane weten-schappen zal worden opgespoord,enerzijds via inhoudelijke en biblio-grafische verwijzingen in de missio-logische publicaties zelf en ander-zijds via raadpleging van verslagenen deelnemerslijsten van internatio-nale etnologische, godsdienstweten-schappelijke en sociologische con-gressen. Ook het archief van missio-naris-wetenschapper WilhelmSchmidt en diens religieus-etnolo-gisch wetenschappelijke verwezenlij-kingen zal worden geraadpleegd inhet generalaat van de missionaris-sen van Steyl (SVD) te Rome.

De comparatieve invalshoek met deprotestantse missiewetenschap zalvoornamelijk worden verwezenlijktaan de hand van reeds verschenenliteratuur. Daarnaast wordt ook hetprotestantse tijdschrift InternationalReview of Missions (1912) doorgeno-men en zal in 2005 een internatio-nale workshop worden georgani-seerd over de invloed van de moder-nistische en anti-modernistische theo-logie op de katholieke en protestant-se missietheorie.

Het project zal uiteindelijk uitmon-den in een doctoraal proefschrift,waarin de historische ontwikkelingvan de katholieke missiewetenschapwordt belicht vanuit het concept vande religieuze moderniteit.

(AVDB)

Verslagboek van de eerste Religieus-EtnologischeW eek in Leuven in 1912.

Page 12: is het tweemaandelijks tijd- Hij wordt op aanvraag kosteloos … · 2016. 2. 16. · greerde, ICT-gerichte ontsluiting. In dat verband is het alvast goed nieuws te noemen dat Libis

NIEUWSBRIEF

12

Werkten mee aan dit nummer:Lieve ClaesJan De MaeyerPeter HeyrmanGodfried KwantenSofie LeplaeLuc SchokkaertAn VandenbergheLuc Vints

VormgevingJohan Mahieu (concept)Alexis Vermeylen

DrukPeeters, Herent

Verschijnt tweemaandelijks

Kantoor van afgifte3000 Leuven 1.

Verantwoordelijke uitgeverEmiel LambertsSchoonzichtlaan 523020 Herent

KADOCVlamingenstraat 39B - 3000 LeuvenTel 016 32 35 00Fax 016 32 35 01E-mail:[email protected]:http://www.kadoc.kuleuven.ac.be

Giften voor het KADOC kunnen worden overgemaakt opreknr. 432-0000011-57 van deK.U.Leuven met vermelding ‘giftKADOC TQO-MECEN1-P3610Vanaf 30,00 €wordt een fiscaalattest bezorgd.

Ontmoetingsdag kerkelijke archivarissen

Op donderdag 4 decemberorganiseren KADOC en zijnAdvies- en Begeleidingscommis-sie bij de werking voor archiva-rissen van de Vlaamse Kerk-gemeenschap de jaarlijkse ont-moetingsdag voor kerkelijkearchivarissen. Die vindt plaatsin het Museum VlaamseMinderbroeders in Sint-Truiden.Na een plenumzitting met huis-houdelijke mededelingen zalChrista Engelbosch, conservatorvan het museum, een uiteenzet-ting geven over het centralethema van de ontmoetingsdag:"Hoe treed ik met mijn erfgoed-collectie naar buiten?" Zij gaatin op de diverse inhoudelijkeen praktische aspecten van de

bouw van (kleine en grote) tentoon-stellingen en van een (tijdelijke ofpermanente) museale opstelling. Zij kadert die aanpak in een brede-re politiek van valorisatie van heteigen erfgoed en van een publieks-werking. In de namiddag bezoekende deelnemers in drie groepen enonder begeleiding het museum zelf,de minderbroederssite (o.a. kerk enklooster) en het provinciaal archiefvan de Vlaamse minderbroeders.

Meer informatie over pro-gramma van en inschrijvingenvoor deze ontmoetingsdagkan u bekomen bij GodfriedKwanten, KADOC(016/32.35.35; [email protected])

(GK)

Een ODISEA begint.Een publicatie over verkiezingsuitslagen en databanken

In november 2001 organiseer-de ODIS een workshop waarwerd gereflecteerd over de pro-blematiek van de geautomati-seerde verwerking van histori-sche electorale gegevens. Historici en sociale wetenschap-pers gingen er na hoe door deontwikkeling van aangepasteinstrumenten nieuwe impulsenkonden worden gegeven aanhet verkiezingsonderzoek. Een reeks onderzoeksprojectenwerd voorgesteld en de ontwik-keling van het electorale onder-zoek in België vanuit historisch,politiek-sociologisch en geogra-fisch perspectief werdgeschetst.

De referaten werden gepubli-ceerd in het Belgisch Tijdschriftvoor Filologie en Geschiedenis.Daarvan werd een apartepublicatie gemaakt, als eersteuitgave in de nieuwe reeksOdisea. De bundel bevat bij-

dragen van Jan De Maeyer(KADOC-K.U. Leuven), PeterHeyrman (KADOC-K.U.Leuven),Donald Weber (Amsab-ISG),Kathleen Devolder (ARA), ChantalKesteloot (SOMA), Tony Valcke,Daniël Coninckx (LUC), Jo Buelens(VUB), Patrick De Backer (CEVI), ElsWitte (VUB), Kris Deschouwer (VUB),Marc Swyngedouw (IPSOM-K.U.Brussel/ISPO-K.U.Leuven), Henk De Smaele (K.U.Leuven) en Filip De Maesschalck (K.U.Leuven).

Jan De Maeyer (red.), Verkiezings-resultaten en databanken. Acta vande Workshop gehouden te Brussel op23 november 2001 kan bij KADOCworden besteld voor de democrati-sche prijs van12 euro (verzendings-kosten inbegrepen).

Graag herinneren we ook aan hetODIS-symposium IntermediaryStructures and Democracy: an histori-cal approach, op 28-29 november2003. Informatie over programmaen inschrijvingen kan u bekomen opwww.odis.be of na een mail [email protected]

(PH)